AANBOD NOVEMBER/DECEMBER 2013 het verhaal van de mantel het verhaal van Sint-Maarten de bedelaar en de mantel van Martinus de jas van Marijn bidden rond Sint-Maarten het verhaal van zijn leven van Sint-Maaten een hemelse mantel maken kleren maken de man, bijbelse verhalen over mantels vuur en Sint Maarten drie aanzetten voor verdiepingsmoment personeelsvergadering ‘sinterklaas’ Sinterklaas in de multicultus wie was Nicolaas van Myra? vragen van kinderen de kleren van sinterklaas
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Pagina
aanbod rond het klaskruisje
1
legendes rond Sinterklaas klasgesprek rond de Sint bidden rond het Sinterklaasgebeuren creatief rond Sinterklaas
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Pagina
Het is lang geleden. Het was in de tijd dat de Romeinen het machtigste volk van Europa waren. In die tijd leefde Maarten. Hij was de zoon van een rijke koopman en hij werkte als officier in het Romeinse leger. Op een koude winteravond reed hij met zijn soldaten naar de stad Amiens. Ze hadden haast, omdat ze voor het donker binnen wilden zijn. Toen ze bij de stadspoort waren aangekomen was het al schemerig. Naast de grote poort zat een man op de grond. Zijn kleren zaten vol met gaten en zijn gezicht was blauw van de kou. Hij hield zijn hand uitgestoken en zei op klagerige toon: 'Een aalmoes alstublieft, een aalmoes.' Maarten schrok toen hij de man zag zitten. Hij tastte naar zijn buidel, maar hij had niets bij zich om de man te geven. Toen trok hij zijn mantel uit, pakte zijn zwaard en sneed zijn mantel in tweeën. Het grootste stuk gaf hij aan de bedelaar. De soldaten die om hem heen stonden begonnen te lachen. Wie snijdt er nu zijn mantel in tweeën? Die nacht had Maarten een vreemde droom. Hij zag Christus midden tussen de engelen staan. En Christus had om zijn schouders het deel van de mantel dat Maarten de bedelaar had gegeven. Maarten hoorde hoe Christus tegen de engelen zei: 'Maarten, de Romeinse officier, heeft mij met zijn mantel tegen de kou beschermd.' Toen Maarten 's morgens wakker werd was hij diep onder de indruk. Hij besloot zich te laten dopen en zo christen te worden. Toen Maarten christen was geworden vond hij dat niet genoeg. Hij ging uit het leger en trok als monnik langs de steden. Hij wilde zo onopvallend mogelijk zijn leven slijten. Op een dag kwam hij de stad Tours bunnen, toen de mensen juist op zoek waren naar een nieuwe bisschop. Toen de mensen hoorden dat Maarten in de stad was waren ze het er gauw over eens dat hij de nieuwe bisschop moest worden. Maarten schrok geweldig. Daar had hij helemaal geen zin in. Hij maakte dat hij wegkwam en verstopte zich op een plaats waar men hem nooit zou vinden:
2
Het verhaal van de mantel
in het ganzenhok. Toen de mensen in de buurt van het ganzenhok kwamen begonnen de ganzen geweldig veel lawaai te maken. Zo werd Maarten gevonden. De mensen voerden hem mee en zo werd Maarten tot bisschop van Tours gewijd. Frans Broekhoff
Pagina
3
Sulpicius Severus (363-420) een vriend en bewonderaar van Sint-Maarten heeft als eerste, nog tijdens het leven van de heilige de ons bekende legende over het delen van de mantel opgeschreven.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Het verhaal van Sint Maarten
Pagina
4
Eens, heel lang geleden, woonde een Romeins officier met zijn vrouw in het verre Hongarije. Omstreeks het jaar 316 kregen zij een zoon en noemde hem Martinus of afgekort Maarten. De ouders van Maarten hadden nog nooit van Jezus gehoord. Toen Maarten tien jaar oud was, liep hij van zijn ouders en uit het leger weg, om doopleerling te worden. Maar toen keizer Julianus van Rome soldaten wilde hebben, zorgde zijn vader er wel voor om hem gevangen te laten zetten en hem de krijgseed af te laten leggen. Zo kwam soldaat Maarten op een ijskoude winterdag voor de poort van Amiëns in Frankrijk, waar een bedelaar lag. Omdat Maarten niet verdragen kon dat de bedelaar geen kleren had, zei hij: "Hier heb je de helft van mijn mantel." Het kon hem niet schelen dat sommigen hem uitlachten omdat hij er gek uitzag met de halve mantel. In die nacht kreeg Maarten een prachtige droom. Hij zag dat Jezus Christus bekleed was met de halve mantel van de bedelaar. Tegelijkertijd hoorde hij Jezus zeggen "Wat Maarten aan de bedelaar deed, heeft hij aan mij gedaan." Toen er vrede in het land was, werd Maarten onder leiding van de Heilige Hilarius priester gewijd. Opnieuw verscheen Christus hem met de opdracht; "Ga naar je ouders in Hongarije." Dat was in die tijd geen kleinigheid. Eenzaam trekkend door de Alpen, werd hij door rovers overvallen, die hem onder bewaking van een van hen achterlieten. Toen Maarten zelfs niet met zijn ogen knipperde toen de rover dreigend met het zwaard op hem afkwam, en de man hem vroeg:"Ben je nooit bang?" Maarten antwoordde: "Nooit heb ik mij zo volledig in Gods bescherming gevoeld." En na het daarop volgende ernstige gesprek sneed de rover onverwacht de touwen los en bracht Maarten naar de grote weg. Eindelijk kwam Maarten bij zijn ouders. Zijn moeder begreep hem en bekeerde zich. Zijn vader niet. Later ging Maarten terug naar Tours in Frankrijk en later werd hij tot bisschop gekozen. Als bisschop van Tours maakte hij grote reizen en kwam hij eens door een heilig woud. De mensen uit die streek vereerden een hoge, zware eik op een heuveltje. "Is dat jullie God?"vroeg Maarten. "Geef me een bijl en ik zal hem omhakken." En hij zou het gedaan hebben als de mensen hem niet hadden tegengehouden. Maar de priester van de eik stelde voor: "Wij zullen de boom omhakken. Toon ons nu dat Uw God máchtiger is dan de onze. De boom zal naar rechts vallen. Durft u aan de rechterkant van de boom te staan?" Het was een slim plan. Maar bisschop Maarten geloofde in God. Hij zei kalm: "Ik zal aan de rechterkant van de boom staan." De bijlen hakten en kloofden; de geweldige trotse eik wankelde eindelijk. Langzaam boog de stam naar rechts en niemand twijfelde meer dat Maarten verpletterd zou worden. Rustig maakte Maarten een kruisteken in de richting van de naderende stam, en ja, de boom veranderde van richting, week naar de zijde van de priester, die hals over kop de vlucht nam. Zo trok bisschop Maarten rond door het land van de Galliërs, zo heette toen de mensen daar in Frankrijk, overal stichtte hij kerken voor de levende God. Toch was hij nog het liefst bij zijn medebroeders in een klooster van houten hutjes, in een eenzaam gebied. Toen hij al 80 jaar oud was, wilde hij daar blijven om te sterven. Maar toen de mensen smeekten of hij toch hun bisschop wilde blijven, zuchtte hij al biddend: "Heer, als ik voor Uw volk nog nodig ben, dan zal ik de arbeid niet weigeren." God nam Maarten tot zich in het jaar 397 na Christus.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
De bedelaar en de mantel van Martinus Toen de bedelaar bij de poort de volgende morgen wakker werd, voelde hij verbaasd aan de prachtige halve rode mantel die hij om had. Hij herinnerde zich een briesend wit paard dat vlak voor zijn neus stil hield, de stem van de ruiter die iets tegen hem zei, zijn zwaard trok en plotseling de helft van zijn grote soldatenmantel afsneed. De bedelaar had de mantel omgedaan en had heerlijk geslapen ondanks de bittere kou. Dit was de mooiste aalmoes die hij ooit had gekregen.
Pagina
5
‘Ik ga de soldaat zoeken,’ dacht hij. ‘Ik wil hem bedanken.’ De bedelaar kwam stram overeind en liep door de poort de stad in. De mensen keken hem nieuwsgierig na en fluisterden: ‘Is dat niet de bedelaar? Wat ziet hij er knap uit.’ Hij vroeg links en rechts waar de soldaat op zijn witte paard was gebleven. ‘Deze straat uit,’ zei de een. ‘Naar het paleis,’ zei de volgende. De bedelaar was nog nooit zo dichtbij het paleis geweest.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Aan de poort stond een weesmeisje. Ze speelde op een fluit, maar omdat ze zo bibberde van de kou, klonk het liedje nergens naar en lag er nog geen enkel muntje in haar bedelnap. De bedelaar wist hoe dat voelde. Hij pakte zijn mantel en mat de helft af, toen scheurde hij hem in tweeën en sloeg de helft om haar schouders. Het meisje merkte het amper, zo verkleumd was ze.
Pagina
6
De bedelaar liep door in zijn halve, halve rode mantel. Op het plein voor het paleis zat een koopvrouw met appels en noten. Ze had een kindje op haar schoot dat erbarmelijk klaagde. ‘Wat is er aan de hand?’ vroeg de bedelaar. ‘Koopt u toch wat appels meneer,’ zei de vrouw, ‘ dan kan ik een dekentje kopen voor mijn kind, het kan niet slapen van de kou.’ De bedelaar wist hoe dat voelde. Hij bedacht zich geen moment en scheurde zijn stuk mantel nog een keer in tweeën. Toen het kind het warme dekentje voelde, werd het direct stil.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
De bedelaar kwam langs een jongen die zat te huilen bij de brokstukken van een schaal met eieren. ‘Wat is er gebeurd?’ vroeg de bedelaar. ‘Ik moest deze eieren verkopen om geld te verdienen voor mijn familie,’ snikte de jongen, ‘maar de schaal viel uit mijn handen. Ik heb nog maar een paar eieren over, en niets om ze in te dragen.’ De bedelaar pakte de rest van zijn mantel, scheurde er de helft af en liet de jongen zien hoe hij daar de tere eieren in kon dragen.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Pagina
De bedelaar liep met uitgespreide armen op Martinus af en viel voor hem neer. ‘Dank u, heer, voor de mantel die u me gegeven hebt!’ ‘Maar goede man, waar is hij gebleven?’ vroeg Martinus. ‘Ik … kwam een weeskind tegen …’ begon de bedelaar. Maar de oude knecht pakte zijn arm en riep: ‘Ik heb weer warme handen dankzij uw doek.’ En daar kwam de jongen aangerend, die riep: ‘Al mijn eieren verkocht!
7
Met zijn laatste stukje mantel liep de bedelaar verder om de soldaat te zoeken. Ineens zag hij het witte paard voor de paleisdeur staan. Een oude knecht was bezig het paard te poetsen. ‘Waarom laat u de borstel steeds uit uw handen vallen?’ vroeg de bedelaar. ‘Ach, mijn handen doen pijn van het harde werken,’ zei de oude man. ‘En met deze kou voel ik helemaal niets meer.’ ‘Hier,' zei de bedelaar, en scheurde zijn laatste stukje mantel in tweeën. 'Wikkel deze warme doek om je hand. En vertel me dan waar de eigenaar van dit paard is!’ ‘Heer Martinus bedoelt u?’ zei de knecht, ‘Daar komt hij net aan.’
Ze lagen zo mooi op het rode kleedje dat iedereen kwam kijken.’ Ook de appelvrouw kwam erbij: ‘Kijk, heer, mijn kind slaapt als een roos onder de rode deken.’ Toen hoorden ze in de verte fluitspel. Het weesmeisje kwam eraan, in haar rode omslagdoek, om hem te bedanken met een liedje. De bedelaar stond met het laatste stukje mantel in zijn hand en dankte Martinus opnieuw: ‘Dank u, heer, dat ik eindelijk iets had om weg te geven.’ Martinus zag hoe zijn mantel heel veel mensen blij had gemaakt. De tranen sprongen hem in de ogen. Maar daar wist de bedelaar wel raad mee …
tekst en illustraties Marjet de Jong
Pagina
8
Martinus was vindingrijk. Zijn mantel was dienstkleding en mocht dus niet weggegeven worden (stond gelijk met dienstweigering). Alleen door de mantel in twee te snijden was én aan het gebod der naastenliefde en aan het dienstvoorschrift voldaan.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
De jas van Marijn ‘Kijk nou toch eens!’ roept mama, ‘Kijk naar je armen!!’ Marijn heeft zijn mooie winterjas van vorig jaar aangetrokken. Eerst zwengelde hij met zijn armen. Dat ging moeilijk. Toen heeft hij de rits dichtgedaan. Dat ging nog moeilijker. Nu probeert hij zijn handen in de zakken te steken. Dat gaat helemáál niet. De jas kruipt omhoog. ‘Steek je armen eens uit!’ lacht mama. Marijns handen steken wel een kilometer uit de mouwen. ‘Wat ben jij gegroeid zeg!’’
Marijn heeft geen kleine broer die de jas over kan nemen. En zijn kleine neef Bennie is groter dan hij. ‘Dan moet hij maar naar Emmaus!’ zegt mama. 'Naar Emmaus? Die ken ik niet. Wie is dat?’ vraagt Marijn. En mama vertelt… ’Emmaus is een gezellige winkel vol gebruikte kleren en spullen. Iemand die weinig geld heeft kan daar iets moois kopen voor weinig geld. Als we jouw jas naar die winkel brengen wordt hij morgen misschien door iemand gekocht voor drie euro.’ ‘Krijg ik dat geld dan, mam?’ ‘Nee,’ lacht mama. ’Dat geld is voor Emmaus. ‘Ze gebruiken dat geld ook om arme mensen te helpen.’ Marijn denkt er nog lang over na. ‘Dus eigenlijk maakt mijn jas twee mensen blij,' denkt hij. 'Degene die mijn jas koopt. En degene die de drie euro krijgt.’ En daar wordt hij zelf ook weer blij van.
Pagina
9
Emmaus is opgericht in Parijs door Abbé Pierre.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Bidden rond Sint-Maarten Lieve God, vandaag is het de feestdag van Sint Maarten. Die leefde lang geleden en hij geloofde heel sterk in jou. Net zoals Jezus wilde hij arme mensen helpen. Daarom deelde hij zijn mantel met één van hen. Dat verhaal hebben christenen altijd aan elkaar doorverteld, omdat het leert hoe belangrijk het is om een goed hart te hebben. Sint Maarten was een heilige. Iemand die dicht bij jou was. Help ons alsjeblief, God, om ook dicht bij jou te zijn, zodat we goed kunnen zijn voor elkaar. K. Janssen
Lieve God, we danken je voor Sin-Maarten die zo begaan was met mensen dat hij alles wat hij had met hen deelde: zijn mantel, maar ook zijn wijsheid, zijn tijd, zijn liefde. Open onze ogen, opdat ook wij op onze weg door het leven zouden zien waar mensen nood aan hebben. I. Driessen
Bauke Offringa – De gouden sleutel. Verhalen bij thema’s uit de bijbel, 1991 DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Pagina
Op een dag zei de wind tegen de zon : ‘Ik ben sterker dan jij.’ En hij blies zichzelf op van trots. “Ik heb geen kracht nodig,” zei de zon. “Vriendelijkheid wint het van sterk-zijn.” “Laten we dat eens uitproberen”, stelde de wind voor. “Kijk! Daar loopt een meisje op de weg. We gaan een wedstrijd doen. Wie haar jas kan uittrekken is de winnaar.” “Goed, begin jij maar,” zei de zon en verdween achter een wolk. De wind blies en blies… Hij probeerde de jas van de rug van het meisje te blazen. Ze begon te huiveren van de koude sterke wind en knoopte haar jas goed dicht. De wind werd boos en blies nog harder. Het meisje werd bang en ze trok haar jas nog steviger om zich heen. De zon kwam achter de wolk vandaan en zag dat het meisje bibberde van de kou. De zon lachte haar vriendelijk toe en gaf haar warmte. Het meisje maakt haar jas weer los. Ze werd zo lekker warm van de zonnestralen dat ze begon te lachen en haar jas uitdeed. Zo won de zon de wedstrijd door vriendelijk te zijn en warmte te geven.
10
De zon en de wind - Naar Aesopus
Het verhaal van zijn leven van Sint-Maarten Lang geleden werd er in Hongarije, een jongentje geboren. Zijn vader zei: 'Laten we hem Maarten noemen. Die naam doet denken aan onze oorlogsgod Mars. Ik ben soldaat en ik wil dat hij later ook soldaat wordt.' De vader van Maarten was officier in het grote leger van de Romeinse keizer. Hij werkte in de kazerne aan de rand van de stad. Daar ging Maarten graag met zijn vrienden spelen. Zo kon hij gemakkelijk de soldaten bezig zien. Want hij wou later soldaat worden in het grote leger van de Romeinse keizer, net als zijn vader. Maarten ontmoet christenen Op een zondagmorgen, Maarten was toen al 12 jaar oud, reed hij samen met zijn vrienden door het bos. Plotseling was er een hevig onweer. Ze schuilden in een groot gebouw met een toren. Toen ze binnen waren, keek Maarten nieuwsgierig rond. Er waren mannen en vrouwen en ook kinderen. Sommigen kende hij van in het dorp. Het was er muisstil. Helemaal vooraan stond er precies een grote kist. Daarop brandden twee kaarsen. 'Wat gebeurt er hier?', vroeg Maarten zich af. Toen kwam er een man in wit gewaad. 'Dat is een priester', fluisterde zijn vriend. De priester nam een boek en opende het. Hij las eruit voor. Dan deed hij het dicht en zei: 'Beminde christenen, het verhaal dat ik zojuist voorlas, vertelt over Jezus. Hij was goed voor de mensen, speciaal voor de armen. Toch heeft men hem aan het kruis geslagen en hem gedood.' Maarten was onder de indruk van wat de priester vertelde. Hij wilde meer weten over de christenen. Toen hij thuis kwam, vertelde hij aan zijn ouders wat hij had meegemaakt. Maar ze zeiden: 'Maarten, dat zijn christenen. Zij geloven in een man die zij Christus noemen. Maar hun godsdienst is door de Romeinse keizer verboden. Wij vinden die godsdienst ook maar niets. Trouwens, als je soldaat wil worden, kun je maar beter geen christen zijn. We verbieden je om daar nog naartoe te gaan.' Maarten wordt soldaat Maarten en zijn ouders verhuisden naar Italië. Toen hij vijftien jaar oud was, zei zijn vader: 'Ga met me mee. Ik zal je voorstellen aan de hoofdofficier.' Maarten en zijn vader gingen samen naar de kazerne. De hoofdofficier gaf Maarten een hand en zei: 'Welkom! Kerels als jij kunnen we goed gebruiken.' Hij liet een rode soldatenmantel, een zwaard, een schild en een lans brengen voor Maarten. En hij zette een helm met veren op zijn hoofd. Daarna legde Maarten de eed af: 'Ik zweer een goed soldaat te zijn en trouw te vechten voor de keizer.' Na enkele jaren was Maarten officier. Hij voerde het bevel over wel honderd ruiters. Maarten had ook een dienaar. Dat was normaal voor een officier. Een dienaar moest alles voor hem doen: schoenen poetsen, het paard voederen, de tent opzetten... Op een dag zei Maarten: 'Kom, we gaan samen eten.' De dienaar zei: 'Dat kan toch niet, u bent de heer en ik ben de dienaar. Wij mogen niet zomaar samen eten. Ik zal wel buiten blijven. Intussen kunt u rustig eten.' Maar Maarten luisterde niet. Samen met de dienaar at en dronk, praatte en lachte hij tot laat in de avond.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Pagina
Maarten wordt christen Toen Maarten wakker werd, ging hij naar een priester in Amiens. Hij vertelde: 'Toen ik nog een kind was, ben ik eens in een kerk gevlucht voor een onweer. Daar hoorde ik voor het eerst over Jezus spreken. Gisteren heb ik de helft van mijn mantel aan een bedelaar gegeven die aan de stadspoort zat en deze nacht droomde ik over Jezus die de helft van mijn mantel droeg. Vertel me nu eens wat
11
Maarten deelt zijn mantel Vlak voor de winter zei de keizer tegen Maarten: 'Ga met je soldaten naar Frankrijk'. De tocht was zwaar. Het sneeuwde dag en nacht. Na vele weken kwamen ze eindelijk in Frankrijk aan, in de stad Amiens. Het was al avond. Daar zag Maarten een arme man, die verkleumd in de stadspoort lag. Hij smeekte om hulp. Maar iedereen liep langs hem voorbij. Maarten had geen geld bij zich. Daarom nam hij zijn zwaard en sneed zijn mooie, wollen soldatenmantel middendoor. De helft ervan gaf hij aan de arme man. De andere helft mocht hij niet wegschenken, want die was van het leger. Zijn kameraden lachten hen uit: 'Zie hem daar gaan met een halve mantel. Hoe dwaas!' Maar er waren er ook anderen die erover nadachten en dit knap vonden. Ze vonden het erg dat zij de arme niet hadden geholpen. 's Nachts droomde Maarten: hij zag Jezus naar hem toekomen. Om zijn schouders had hij het stuk mantel dat Maarten aan de arme in de stadspoort had gegeven. In zijn droom zei Jezus: '˜Maarten, dit is de mantel die jij mij gegeven hebt.'
een christen is.' De priester zei: 'Een christen is iemand voor wie Jezus zijn grote voorbeeld is. Hij doet wat jij gisteren gedaan hebt: mensen in nood helpen.' Toen vroeg Maarten: 'Wil je me dopen?' Maarten wordt monnik Op een dag zei de keizer: 'Alle soldaten moeten tegen de Germanen strijden.' Maar Maarten zei: 'Beste keizer! Ik heb u altijd trouw gehoorzaamd en gediend. Maar nu wil ik God dienen. Ik ben christen geworden en wil geen oorlog meer voeren.' De keizer werd woedend en schreeuwde: 'Wat? Weiger jij mij te gehoorzamen? Jij bent geen soldaat, jij bent een lafaard! Ga maar!' Toen legde Maarten zonder iets te zeggen zijn helm, zijn schild en zijn zwaard aan de voeten van de keizer en ging weg. Hij trok een eenvoudig kleed aan en een paar sandalen en zocht een plaats uit om na te denken over Jezus en zijn boodschap. In een bos vond hij een verlaten hut. Daar bleef hij wonen. Op een dag kwamen er enkele boeren bij Maarten. Ze zeiden: 'Binnenkort begint de oogst. Dan moeten we elke dag van 's morgens vroeg tot 's avonds laat op het veld werken. Er is dan niemand meer die onze kinderen eten geeft, voor onze zieken zorgt en eten klaarmaakt voor de ouderen. Wil jij dit doen?' Maarten ging naar het dorp en hielp de boeren door de zieken te wassen en te verzorgen. Hij speelde met de kinderen en gaf de oudere mensen eten. Meer en meer mensen smeekten: 'Maarten, kom ons helpen.' Op een keer zag Maarten in een dorp een groep jonge kerels die er wat rondhingen. Hij zei: 'Kom met me mee om arme en zieke mensen te verzorgen. Ik kan het werk niet alleen aan.' Een paar gingen mee. In een ander dorp deed hij hetzelfde. Zo waren ze vlug met velen. Op een dag zei Maarten: 'Broeders, laten wij ons in groepjes verdelen en door het land trekken. Ga in de naam van God en help waar men jullie nodig heeft. Over een jaar komen we weer samen op deze heuvel.' Na een jaar kwamen ze samen. Maarten luisterde vol aandacht naar hun verhalen. Toen zei hij: 'Ik zou op deze heuvel een huis willen bouwen waar we samen kunnen wonen, en een kerk om samen te bidden.' De broeders gingen aan de slag en bouwden een klooster met een kerk. Maarten wordt bisschop. Op een dag kwamen er twaalf mannen naar het klooster. Ze zegden tegen de broeder die de poort opendeed: 'De bisschop van Tours is gestorven. Wij komen Maarten vragen of hij onze nieuwe bisschop wil worden.' Maarten schrok en zei 'Ik wil geen bisschop worden en in groot huis in de stad gaan wonen. Ik wil hier blijven en elke dag naar de armen gaan.' Maar de mannen kwamen terug om het hem nog eens te vragen. Toen vluchtte Maarten weg en verborg zich in een ganzenhok. Toen de mensen voorbij het hok kwamen, begonnen de ganzen luid te tateren. Ze zagen dat Maarten zich daar verstopt had en smeekten: 'Wil jij alsjeblieft onze bisschop worden. We willen een leider die goed is voor de armen en naar ons luistert.' Toen zei Maarten: 'Overnacht hier in het klooster. Morgen zal ik jullie mijn antwoord geven.' Daarop ging hij naar de kerk. Hij bad er de hele nacht. 's Morgens riep hij de mannen samen. 'Ik heb mijn besluit genomen... Ik ga met jullie mee.'
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Pagina
De laatste dagen van Maarten (316-397) Maarten werd 81 jaar oud. Toen hij voelde dat hij ging sterven, trok hij zijn bisschopskleren uit en zette zijn bisschopsstaf in de hoek. Toen trok hij zijn pij aan. Hij ging neerliggen en stierf. 's Nachts brachten de broeders het dode lichaam naar Tours. Duizenden mannen, vrouwen en kinderen kwamen er om hun lieve bisschop nog één keer te zien. Later bouwden de broeders een kapel boven de plaats waar hij begraven werd. Elk jaar nog bezoeken heel veel mensen zijn graf en bidden er.
12
's Zondags kwamen heel veel mensen van de grote stad Tours bijeen in de kerk. Men bracht Maarten binnen tot bij het altaar. De oudste priester stond op en riep: 'Wie wil dat Maarten onze bisschop wordt... steek de rechterhand op!' Iedereen stak zijn rechterhand op: mannen en vrouwen, jong en oud. Dan keek de priester naar Maarten en vroeg: 'Maarten, wil je voor die mensen een herder zijn, hun bisschop?' 'Ja,' zei Maarten, 'met de hulp van God.' Alle mensen klapten in hun handen en riepen: 'Leve onze nieuwe bisschop, leve bisschop Maarten.' De andere bisschoppen gingen naar Maarten en legden hun handen op zijn hoofd. Daarna deden ze hem de bisschopsmantel aan, zetten ze een mijter op zijn hoofd en gaven ze hem een bisschopsstaf en ring.
Een hemelse mantel maken Van een vel blauw papier kan je eenvoudig een hemelse ’mantel’ maken.
Nodig: - een vel stevig donkerblauw papier - blinkende sterretjes (knip ze evt. uit alufolie) - lijm
Werkwijze: - maak drie vouwen in het vel: 1 recht door het midden, en twee schuin naar beneden. De schuine vouw begint op 3,5 à 4 cm vanaf middenlijn en eindigt ca 7,5 à 8 cm van de middenlijn. (Oftewel: op 1/4 en1/2 van het halve blad) Nu blijft de mantel goed staan!
- beplak de mantel met sterretjes
Pagina
13
- gebruik hem als achtergrond voor een gebed, een tafereel met poppetjes of dieren of een Mariabeeldje.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Kleren maken de man, bijbelse verhalen over mantels Kleren maken de man, zeggen we wel eens. Ook in de bijbel kunnen we soms bijzondere mensen herkennen aan de kleren die ze dragen.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Pagina
doorgeef-profetenmantel Jozef kreeg de mantel van zijn vader. De profeet Elisa kreeg, letterlijk, een mantel toegeworpen. God had aan Elia, de grootste profeet uit het Oude Testament, laten weten dat Elisa zijn opvolger moest worden. Elia zocht hem op en, zonder iets te zeggen, wierp hij zijn profetenmantel naar Elisa toe. Elisa begreep het direct. Dit was niet zo maar een mantel, dit was God die hem riep. Hij liet alles achter en volgde Elia. Later, als Elia in de hemel wordt opgenomen, valt zijn mantel van hem af.
14
veelkleurige mantel van Jozef De bekendste mantel is die van Jozef, uit het Oude Testament. Jozef, de dromer. Jozef, de lievelingszoon van zijn vader Jakob. Jozef die door zijn jaloerse broers in een put wordt gegooid, verkocht wordt en weggevoerd naar Egypte en het daar tot onderkoning schopt. Die mantel was een teken dat God een speciale bedoeling met Jozef had. Ook al was hij niet de oudste zoon, toch werd aan hem de zegen van Abraham, Isaak en Jakob doorgegeven.
Weer is het Elisa die hem oppikt en om zijn eigen schouders slaat. Hij is Elia nu definitief opgevolgd.
Pagina
De overwinnaar van Goliath groeit uit tot de grote concurrent van koning Saul. Saul probeert tevergeefs David uit de weg te ruimen. Totdat David eens de kans krijgt om Saul te doden. Maar David doet het niet. In plaats daarvan snijdt hij een stuk van Sauls mantel af. De beschadigde mantel als symbool voor een beschadigd koningschap.
15
koningsmantel Niet alleen profeten en zieners zijn te herkennen aan hun mantels. Ook koningen hebben er een. Zolang je het koningschap waard bent, draag je deze met ere. Koning Saul was het koningschap niet waard, hij stelde God en zijn volk teleur. In twee verhalen horen we hoe hij zijn koninklijke waardigheid kwijtraakt. De eerste keer gebeurt dat wanneer de profeet Samuel hem komt vertellen hoe zeer hij tekort schiet. Saul verweert zich maar kan Samuel niet overtuigen van zijn goede bedoelingen. Bij het afscheid scheurt Saul een stuk van zijn mantel af. Dit is het teken dat God iemand anders als koning wil. Die iemand anders is David, de grootste koning van Israël.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
als je meer mantels hebt Een mantel beschermt je tegen de kou en functioneert tevens als deken. In het bijbelboek Exodus (22, 25-26) wordt medemenselijkheid tot wet gemaakt: 'als u iemands mantel in onderpand neemt (wegens schulden), dan moet u die voor zonsondergang aan hem teruggeven. Hij heeft niets anders om zich mee toe te dekken, het is de beschutting van zijn blote lichaam, hij moet erin slapen. Roept hij Mij om hulp, dan zal ik hem verhoren, want ik ben vol medelijden' . Johannes de Doper, die een doopsel van bekering preekt, sluit hier in in de tijd van Jezus op aan. Hij roept de mensen op dat als zij twee jassen hebben, er een moeten weggeven aan wie niets heeft'.
mantels en de koning van de Joden In de laatste week van Jezus leven zien we dan de inwoners van Jeruzalem Jezus inhalen als een koning. Uit eerbied -en als beeld van overgave- spreiden ze hun mantels uit op de weg.
Pagina
16
En Jezus draagt op de dag van zijn veroordeling door Pilatus ook een mantel. De soldaten hebben Jezus een doornenkroon gegeven en hem een purperen mantel omgedaan. Gekleed met deze symbolen van het koningschap begroeten zij hem spottend: 'Gegroet, koning van de Joden!'
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Vuur en Sint-Maarten Op de vooravond van 11 november of op de dag zelf worden soms vuren aangestoken. Dit gebruik kent de laatste jaren een heropleving: het Sint-Maartensvuur. Volwassenen en kinderen kunnen er omheen dansen. Eenmaal het vuur uitdooft, kunnen de dappersten proberen erover te springen.
Pagina
17
Onschuldiger zijn de lampions of uitgeholde bieten met een kaarsje erin. Voorchristelijke gewoontes liggen hier aan de basis, bijvoorbeeld het verjagen van de geesten door het vuur.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Verdiepingsmoment personeelsvergadering ‘sinterklaas’ aanzet 1
Hij komt, hij komt, die lieve goede sint… 6 december. Kinderen kijken verwachtingsvol uit naar de komst van de sint en naar de cadeautjes die ze gaan krijgen. Maar is het wel voor iedereen een feest? Brigitte is moeder van Jorn (7), David (12), Jimmy (14) en Candy (17).
Pagina
18
“Ik had eens geen centen en het was sinterklaas. Mijn kinderen hadden een mooie brief geschreven en de schoen klaargezet met de nodige tekeningen van het speelgoed en snoepjes. Ik vond dit echt vervelend en pijnlijk want wilde toch mijn kinderen geven wat een ander kind ook krijgt. Maar het ging niet. In een dienst waar armen samen komen had ik zo goed mogelijk speelgoed en dingen kunnen verzamelen om aan mijn kinderen te geven. Ik wat blij natuurlijk: beter iets dan niets. 's Avonds toen de kinderen in bed lagen ging ik kijken en het klaarzetten. Ik wist niet waar ik het had: ik had speelgoed waar al mee gespeeld is en ook een autobaan met stukjes weg en een knikkerbaan met kapotte dingen. Ik heb geprobeerd dit te plakken en dat lukte wel dacht ik. Zo goed ik kon zette ik de dingen klaar voor hen en met de snoepjes. De dag was er. De kinderen waren zo in hun nopjes en ze riepen me op 'mama de sint is geweest, kom je kijken'. Ja, ik uit mijn bed en ik blij omdat ze blij waren en dacht even: het valt niet op. Ja banaan, dit geluk was maar van hele korte duur want ze hadden het speelgoed nog niet goed bekeken. Ineens waren ze stil. Ik ook natuurlijk. En dan vroeg een van mijn kinderen: 'mama dit hebben we niet gevraagd aan de sint, die heeft iets verkeerd gebracht'. Toen zagen ze het en zeiden: 'er is mee gespeeld'. 'En er zijn stukjes weg.' Ik wist helemaal niet wat ik moest zeggen, ik was van slag. Ineens zeiden ze van: 'Mama zijn wij dan zo stout geweest dat de sint nu dit gebracht heeft? Ik ging even weg want dat was kwetsend hoor. Teleurgesteld en zonder dat ik dit kon rechtzetten, moesten ze het er maar mee doen. In de school hoorden ze de kinderen stoefen met hun speelgoed.”
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Lieve Sint Liefste Sint, ik begrijp je niet zo goed. Jasper van mijn klas kreeg een nieuwe auto, Fien een barbiepop, Lien speelt vanaf nu met twister, En Joris' gameboy werkt heel goed! Maar, wat ik niet begrijp, Sint en Piet, waarom kreeg ik dit jaar niets? Ben ik dan zo stout geweest? Jens, 8 jaar Godfried Bomans schreef ooit: ‘Waarom geeft sinterklaas meer aan rijke kinderen dan aan arme?’ Deze vraag blijft 40 jaar na datum prangend actueel.
Pagina
19
Heeft het feest van sinterklaas nog voeling met zijn inspirator de Heilige Nicolaas van Myra? Uit de oudste overgeleverde verhalen rond Nicolaas lezen we over hem: Als redder van mensen in nood Als helper van de armen Als helper van verdrukten Als verdediger van een zuivere interpretatie van het evangelie. Als bestrijder van oneerlijk handelende machthebbers. Als verdediger van onschuldige slachtoffers van corruptie en machtsspelletjes Als een man van gebed Als een bisschop steeds bekommerd om de kerkgemeenschap hem toevertrouwd. Als iemand die onvoorwaardelijk vertrouwde op God
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Deze Sint Nicolaas willen we in deze Adventstijd wel als wegwijzer! Hij kan ons inspireren om verwachtingsvol uit te kijken naar Kerstmis.
Pagina
20
Was God maar net als Sinterklaas. Dan waren we gauw klaar. We dienden een verlanglijst in met wensen voor dit jaar. We zetten 'vrede' bovenaan. Daarna op nummer twee: een beetje liefde voor elkaar, want dat valt lang niet mee. En 'niemand honger', dat wordt drie. Geen tranen en gepest, die komen op de vierde plaats. En daarna volgt de rest: Wat meer waardering en respect. En graag 'wat minder druk'. En ook 'voor ieder mens een vriend' en verder: 'veel geluk'. Was God maar net als Sinterklaas. Dan waren we gauw klaar. Dan kregen we het zo cadeau, één nachtje slapen maar… Maar kijk, de goede Sint krijgt hulp, want iedereen springt in: jij maakt een pakje voor je broer en hij voor zijn vriendin. Wie zet zich ook zo in voor God? Het klinkt misschien wel raar, maar toch: wie wil er 'hulp-sint' zijn? Wie maakt er iets van waar? Wie wordt een vriend? Wie toont respect? Breng jij geluk misschien? Dan zijn we vast massaal verrast door wat we morgen zien.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Verdiepingsmoment personeelsvergadering ‘sinterklaas’ aanzet 2 Leg wat in mijn schoentje… Zal Sinterklaas nog wel komen dit jaar? Het is - zo meldde de krant - een van de vragen die de kinderen van de getroffen arbeiders na de sluiting van Ford Genk stellen. Wat doet dat met een kind, geconfronteerd worden met het onheil van de volwassenwereld? Misschien is dat het moeilijkste voor kinderen: dat dromen en verlangen brutaal worden verstoord. Voor een kind is de wereld nog oneindig. In fantasiespel kan en durft het meer dan in werkelijkheid. De toekomst wordt gedroomd, alles is mogelijk, er zijn geen beperkingen. Net dat fantaseren over en hopen op maakt de kindertijd zo bijzonder. Maanden voor z’n verjaardag is je kind al bezig met dromen en regelen? Wie mag komen op het verjaardagsfeest? Wat gaan we doen? De nuchtere volwassene reageert vaak als volgt; “Waar denk jij al aan! Dat duurt nog lang, hoor.” Later word ik professor of piloot of uitvinder. Opnieuw commentaar: “Dan zul je toch beter je best moeten doen op school.” Ook dat maakt Sinterklaas bijzonder: urenlang in catalogi kijken, nadenken over wat je nu echt wil, wat niet. Het uitkijken naar. Sinterklaas al een week vooraf laten komen - “anders moeten ze zo lang wachten”- is bijgevolg geen goede keuze. Het plezier zit hem net in het verlangen, het zich voorstellingen maken - telkens weer andere - het geloven dat alles nog kan. Het is de logica van kinderen die maakt dat de Sint kan blijven bestaan. Het hier-en-nu denken en doen, hun ongebreidelde fantasie en hun manier van geloven, namelijk zonder het zeker te weten. Op een bepaald moment komen er echter ook twijfels. Die Pieten spreken allemaal zo goed Nederlands. Er is nog wel een schouw, maar geen kachel meer. Hoe komt Piet dan naar binnen? Op school hoort je kind dat andere kinderen hun schoen elke dag mogen zetten en zijzelf maar één keer. Wat is dat voor een Sinterklaas, die pakjes zo oneerlijk verdeelt? De meeste kinderen ontdekken zelf wel hoe het echt zit met die Sint. De overgang van believer naar non-believer, van geloven naar niet meer geloven, verloopt veelal op het tempo van het kind. Soms verklap je als ouder beter het geheim. Bijvoorbeeld als een kind het risico loopt om met zijn onschuld gepest te worden door klasgenootjes. En sommige kinderen vinden er gewoon niets leuks aan. De verhalen boezemen hen angst in, de onvoorspelbaarheid kunnen ze niet dragen. Maar ook dan blijven pakjes en verwennen veelal aanwezig. Weten of niet weten, Sinterklaas blijft het kinderfeest bij uitstek, symbool van een zorgeloze kindertijd. Even droomde ik weg, naar het kind dat bezig is met kind te zijn. En dan verliest de ouder van dat kind zijn of haar baan. Voor kinderen is vooral het concrete bevattelijk: is er nog geld genoeg? Voor de werknemer die zijn job kwijtraakt, gaat het over veel meer. Kun je nog vertrouwen op iemands woord? Loont hard werken? Ben je op de arbeidsvloer nog mens in plaats van een machine? Zekerheden worden onderuit gehaald, dat vreet aan je? Geloven in de toekomst, in mensen. Geloven zonder het zeker te weten. Het moet aartsmoeilijk zijn voor de ouders dat in stand te houden. Een kind voelt die onzekerheid en onmacht. Dat kan hem bang maken. Angst leidt tot vragen, niet makkelijk voor de ouder, die eerst zelf zijn emoties de baas moet kunnen.
Pagina
Lieve Swinnen
21
Toon dat je beschikbaar ben en je kind altijd bij jou terechtkan. Leg uit en beantwoord vragen. Kinderen denken minder op lange termijn, staan stil bij het hier en nu. Het is heel normaal dat je kind vooral praktische vragen stelt. Na een moeilijke gebeurtenis gaat het leven vooruit. De routine van de dag, geplande activiteiten, rituelen… Het helpt je kind om even afstand te nemen, broodnodig om dingen te verwerken. Het gevoel dat niet alles verandert, dat het nog kind mag zijn. Straks is het opnieuw Sinterklaas - een duidelijk ritueel - ook voor kinderen van wie de ouders hun werk kwijtraken. Wie legt er wat in hun schoentje?
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Verdiepingsmoment personeelsvergadering ‘sinterklaas’ aanzet 3 De icoon van de Heilige Nicolaas In het midden van de icoon zie je Sint-Nicolaas met de typische kenmerken die de oosterse schilders hem geven. Hij draagt een stola met drie zwarte kruisen, heeft een baard, een hoog voorhoofd en een smal gezicht. Hij is duidelijk geen Kerstman. Met de rechterhand maakt hij een zegenend gebaar, met de linker draagt hij een evangelieboek. Naast zijn hoofd zijn Jezus en Maria afgebeeld. Rondom staan veertien scènes uit het leven van Sint-Nicolaas. Op de bovenste rij zie je de geboorte, de doop, het onderricht en de diakenwijding van SintNicolaas. Op de tweede rij staat de wijding tot bisschop (links) en zijn verschijning aan de drie veldheren in de kerker (rechts). Op de derde rij verschijnt Sint-Nicolaas aan keizer Constantijn en verhindert hij de onthoofding van drie onschuldige burgers door het zwaard van de beul te grijpen en weg te gooien. Deze laatste scènes komen uit de oudste legende die bewaard is over Sint-Nicolaas. Dan volgen een duiveluitdrijving en zijn verschijning voor schippers in nood. Op de onderste rij ten slotte zie je de redding van een drenkeling en de terugkomst van een ontvoerde zoon bij zijn ouders. De twee laatste taferelen tonen zijn begrafenis en de overbrenging van zijn gebeente naar Bari.
Pagina
22
Sint-Nicolaas wordt in de vele verhalen die rond hem bestaan, voorgesteld als een Christusfiguur. Hij doet als het ware de tekenen van Jezus opnieuw over: de verschijningen op het water, redding van een verdronkene, het terugbrengen van een kind, het tot leven wekken, een ‘graanvermenigvuldiging’, een geseling.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
23 Pagina
Russian icon depicting St Nicholas with scenes from his life. Late 1400s or early 1500s. National Museum, Stockholm.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Sinterklaas in de multicultus Elk jaar komen er duidelijker vragen omtrent “sinterklaas en andersgelovigen”. Getuigen van Jehovah verbieden hun kinderen samen met de klas hun schoen te zetten… Een Angolese, protestantse vader ziet helemaal geen erg in het sinterklaas vieren: ‘ het hoort bij de Vlaamse cultuur en we wonen hier nu eenmaal…’ Een moslimjongen vraagt aan de juf: ‘waarom komt sinterklaas nooit bij ons?’ Een 7-jarige jongen ‘van bij ons’ zegt luidop in de klas: mijn mama en papa zeggen dat ze daar helemaal niet aan meedoen… sinterklaas is één grote klucht!’ Hieronder willen we u graag enkele weetjes aanbieden. Zeer uitgebreide informatie – 160 bladzijden - omtrent dit onderwerp vindt u ook op: http//www.kuleuven.be/thomas/basisonderwijs/in_de_kijker/1_sinterklaas.php En kennen jullie het boek: Van Nicolaas van Myra tot Sinterklaas van Rita Ghesquiere, uitgegeven bij het Davidsfonds/Leuven en Acco/Amersfoort ?
Pagina
24
Weet je dat… sinterklaas enten op Nicolaas, bisschop van Myra één invalshoek is, maar dat er nog andere invalshoeken mogelijk zijn? er gelijkenissen en verschillen kunnen worden gemaakt met het suikerfeest dat de moslims kennen op het einde van hun ramadan? er zich ook veel Germaanse gebruiken en rituelen vermengden in het sinterklaasgebeuren? Sint-Nicolaas geboren werd rond 270 in Pataras (Klein-Azië). Hij stierf rond het jaar 340 als bisschop van Myra en werd omwille van zijn veel goede daden heilig verklaard? vanaf de middeleeuwen een kinderfeest zich ontwikkelde zoals we het nu kennen? Het begon met het kiezen van een kinderbisschop en assistenten uit de arme kinderen van een stad. Deze kinderen kregen tot ‘Onnozele kinderen’ (28 december) eten en cadeaus (onder meer schoenen). de meeste sinterklaasliederen, bv. ‘Zie ginds komst de stoomboot’, stammen uit de 19de eeuw? het paard van sinterklaas doet denken aan de achtpotige witte schimmel Sleipnir van de Germaanse god Wodan die door de lucht kon reizen? De ezel van sinterklaas verwijst naar het lastdier van de armen voor wie de heilige Nicolaas opkwam. zwarte piet doet denken aan de begeleider van Wodan, namelijk de god Oel die de zaden strooit en de zak vasthoudt waar de maan in gaat slapen? Dit alles volgens de Germaanse mythogie. ook de Onze-Lieve-Vrouwtjes verwijzen naar onze Germaanse oorsprong, nl. naar de godin Freya, de gemalin van Wodan? Later kreeg dit een christelijke betekenis, nl. Maria, de moeder van Jezus. het gooien van snoepgoed teken is van vrijgevigheid en gulheid, maar ook naar het strooien van de levenszaden door Wodan en Oel? Ook te verbinden met de legende van de drie huwbare meisjes waar Nicolaas met geld strooit. het sinterklaasfeest een uitstekende oefening kan zijn om met het korps ‘levensbeschouwelijk bedachtzaam’ om te gaan met geloofstradities en jezelf daarin te positioneren? sinterklaas ter sprake brengen, een specifieke oefening kan zijn in geloofstaal: nl. de legende? de heilige Nicolaas, leefde zo, zodat men in hem het beeld (icoon) van Christus zag.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Wie was Nicolaas van Myra? Er bestaan geen historische gegevens over Nicolaas, bisschop van Myra (Demre in het huidige Turkije, ten Westen van Antalya). Men neemt aan dat hij leefde van ± 260 tot ± 340. Hoogst waarschijnlijk stierf hij op 6 december, omdat de feestdag van een heilige meestal op zijn sterfdatum valt. Hij ondervond wellicht wat christenvervolgingen (onder keizer Diocletianus) waren, maar hij kende ook de regering van keizer Constantijn, die de kerk allerlei privileges gaf. Hij was een welgestelde leek die zich om de armen bekommerde en onrecht bestreed. De christenen van Myra verkozen hem daarom wellicht als bisschop voor hun stad en streek. (Merk op dat er toen ook mannen die geen priester waren in aanmerking kwamen om bisschop te worden.) Volgens wetenschappelijk onderzoek van de relieken van de heilige Nicolaas, was hij 1,68 meter groot en zou hij aan reuma en migraine geleden hebben. Dat hij een baard droeg, is weinig waarschijnlijk omdat het niet de gewoonte was dat vooraanstaande burgers van het Romeinse Rijk een baard droegen. Pas in de zesde eeuw schreef men over hem. Er bestonden toen al heel wat legendes rond zijn persoon. Enkele ervan zijn 'geleend' van andere bisschoppen die ook Nicolaas heetten en in dezelfde streek leefden. De verering van de H. Nicolaas was in de 6e eeuw zo groot dat men over hem vertelde alsof hij alleen dit had meegemaakt. Het verhaal van zijn leven en werk werd in handen van zijn vereerders een fascinerende en ontroerende mengeling van feit en fictie, waarin de historische kern tegelijk aanwezig is en ver te zoeken. Uiteindelijk bleef Sint Nicolaas leven als een vertegenwoordiger van evangelische waarden: . hij kiest voor wie onrecht lijdt, . hij is solidair met de armen en de verdrukten, . hij klaagt machtsmisbruik en geldzucht aan. Wodan Het feest van sinterklaas onderging een sterke invloed van de viering van Germaanse god Wodan. . Wodan was de god van de dood - vooral van de dood in de strijd . Hij was ook de god van de vruchtbaarheid (begraven om vrucht te dragen) . Hij wordt voorgesteld als een oude man met baard. Hij heeft een blauwe wijde mantel aan en draagt een breedgerande hoed. In zijn hand houdt hij een speer. Hij rijdt op zijn achtpotige schimmel Sleipnir (wit = doodskleur). Zijn feest was het Joelfeest (25 december - 6 januari), dat twaalf dagen en dertien nachten duurde. Het was zowel een dodenfeest, als een feest voor het verwerven van vruchtbaarheid. Men vierde dan dat Wodan samen met de overledenen terugkwam naar de aarde om de vruchtbaarheid voor het volgende jaar te verzekeren. Bij de kerstening (christelijk maken) in onze streken bleven christenen in hun gewoontes gebonden aan vroegere gebruiken. Zo werden de attributen van de god Wodan overgedragen op Sint Nicolaas: het paard en de mantel bleven; de speer werd een staf, de hoed een mijter.
Pagina
De legenden rond Sint Nicolaas vertellen telkens opnieuw hoe hij mensen van dood (wanhoop) naar verrijzenis (hoop) bracht. Het steeds terugkerend cijfer drie (drie schepen, drie beurzen geld, drie veldheren, drie meisjes, drie kinderen) verwijst naar het mysterie van de heilige Drievuldigheid, dat Nicolaas verdedigde tegen het arianisme, een ketterij die zegt dat Jezus alleen mens is. Legendes worden best verteld als legendes en niet als historische verslagen. Ze werden verteld opdat mensen zich aan het leven van de heilige zouden inspireren.
25
Legenden
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Iconen De heilige Nicolaas is een van de belangrijkste heiligen in het orthodoxe christendom. Hij wordt er steeds in bisschopsornaat uitgebeeld. Als je zijn icoon (=beeld) bekijkt, moet je letten op: - het brede voorhoofd - verraadt zijn grote intelligentie - de kleine oren staan a.h.w. naar binnen om te horen wat God hem toefluistert - de bijbel (niet het foutenregister!) die zijn doen en laten inspireert. Vragen van kinderen Waarom komt Sinterklaas niet in de zomer als het lekker warm is? Onze voorouders, de Germanen, vierden bij het begin van de winter een feest ter ere van de god Wodan. Ze geloofden dat Wodan dan op zijn gevleugelde paard over de daken reed. Om de mensen te belonen of te straffen voor wat ze het voorbije jaar hadden gedaan. Toen de mensen in onze streken tot het katholieke geloof waren bekeerd, kreeg het Wodanfeest een andere naam: Sinterklaas, naar de heilige Nicolaas. Die leefde rond het jaar 300. Hij was bisschop in de Turkse stad Myra. Over hem deden veel verhalen de ronde. Men vertelde dat hij geld uitdeelde aan de armen. En dat hij een grote kindervriend was. Niemand weet in welk jaar hij stierf, maar wel dat het op 6 december was. Daarom vieren we zijn verjaardag op die dag of op de avond ervoor. Waarom draagt de sint geen lange broek in plaats van een jurk? De Germanen stelden zich de god Wodan voor als iemand met een lange, witte baard en golvend haar. Hij droeg een wijde mantel, hield een lans in zijn hand en reed door de lucht op een paard met acht poten. Toen de mensen Wodan door Sint-Nicolaas vervingen, bleven de witte baard, het lange haar en het paard bewaard. Hij kreeg nu de rode mantel en mijter van een bisschop. De lans werd vervangen door de bisschopsstaf. Kan de sint niet gewoon op straat rijden in plaats van op het dak? En waarom op een paard en niet op een motor? Natuurlijk kan hij dat. Maar hij aapt eigenlijk Wodan na. Bij het begin van de winter legden de oude Germanen offers voor de god Wodan bij de open haard. Ze hoopten dat die god dan snel de donkere winterdagen zou verdrijven en alles weer zou laten groeien in de volgen de lente. Wodan kwam 's nachts over de daken gevlogen op zijn paard. Met zijn helper, de reus Norwi. Die loerde door de schoorsteen om te zien welke offers de mensen hadden klaargezet. Waarom loerde hij niet gewoon door de ramen? Heel eenvoudig. Omdat de huizen van de Germanen geen ramen hadden. De enige opening was de rookopening in het dak. Door die opening strooide Norwi noten en erwten, als teken van een vruchtbaar nieuw jaar. Toen het Wodanfeest door het sinterklaasfeest werd vervangen, legden de mensen geen offers meer klaar bij de schoorsteen, maar zetten ze een schoen. Ze hoopten dat Nicolaas die zou vullen met geld, want daar stond hij toch om bekend. Vandaag legt Sinterklaas geen geld meer in de schoen, maar speelgoed en lekkers. En net als Wodan rijdt hij over de daken, op een paard.
Uit: Waarom is de paashaas geen hond?
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Pagina
Waarom is Zwarte Piet zwart en niet blank? De god Wodan werd geholpen door de reus Norwi. Door al dat loeren in de schoorstenen was Norwi's gezicht zo zwart als roet. Toen het Wodanfeest plaats moest maken voor Sinterklaas, kreeg ook hij een 'zwarte' helper. De Spaanse kooplieden brachten niet alleen lekkere en dure spullen mee met hun schepen, maar ook zwarte knechten. Dat waren mensen uit Noord-Afrika. Ze waren door de Turken gevangen genomen. De mensen noemden die slaven 'Moren'. Daarom draagt Zwarte Piet ook een pak en oorringen zoals de Moren toen.
26
Is Sinterklaas een Spanjaard? Sint-Nicolaas woonde in Turkije. Zo'n vijfhonderd jaar geleden kwamen er veel Spaanse kooplieden naar onze streken. Hun schepen waren volgeladen met mooie, lekkere en dure dingen uit verre landen. Omdat Sinterklaas ook lekkers en geld bracht, gingen de mensen denken dat hij uit Spanje kwam, net als die kooplui.
De kleren van sinterklaas Sinterklaas herken je aan zijn kleren. Sommige kledingstukken hebben ook een betekenis: ALBE Wit kleed, dat ook de priester draagt onder het kazuifel. STOLA Een smalle strook stof die om de hals wordt gedragen door priesters. Een stola zegt dat de priester een verkondiger is van het evangelie. MIJTER Waarom draagt de sint een mijter…? (hij is een bisschop) De mijter is het typische hoofdeksel van een bisschop wanneer hij als bisschop optreedt. HET KRUIS OP DE MIJTER OF OP DE STOLA Dit kruis doet denken aan Jezus. Sint-Nicolaas inspireerde zich aan Jezus in alles wat hij deed. Daarom heeft men hem nadien een heilige genoemd. STAF Toon twee afbeeldingen van een staf: die van een herder en die van de sint. Waarvoor kan zo’n staf dienen? De staf doet denken aan een herdersstaf. Daarmee wordt duidelijk dat een bisschop een herder is. Geen schaapherder, maar een herder van mensen. Een bisschop probeert goed voor de gelovigen te zorgen. Zo beschermde Sint-Nicolaas de kinderen en nam hij het op voor de armen, de scheepslui en de gevangenen. Net als een herder voor wie elk schaapje belangrijk is. BOEK Het boek dat Sint-Nicolaas in de hand heeft verwijst naar het evangelieboek. (In de folklore werd dit het boek waarin de sint de namen van de kinderen opschrijft)
Pagina
27
BOOT Sint-Nicolaas is de patroonheilige van de zeelieden (schippers, matrozen…)
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Legendes worden best verteld als legendes en niet als historische verslagen. Ze werden verteld opdat mensen zich aan het leven van de heilige zouden inspireren. Nicolaas van Myra en de drie meisjes Soms brengt Sinterklaas naast speelgoed ook mandarijntjes, sinaasappelen ('gouden appeltjes'), en chocolaatjes mee die verpakt zijn in een goudkleurig materiaal en eruit zien als muntstukken. Deze mandarijntjes of chocoladen muntstukken kunnen de aanleiding zijn voor het vertellen van de volgende legende… Een edelman had drie dochters. Maar omdat hij arm was geworden, wilde niemand met zijn dochters trouwen. Hij dacht: 'Ik stuur mijn dochters naar de stad. Daar kunnen ze geld verdienen.' Op een dag verhoorde God de gebeden van de vader. Hij zond hem zijn goede engel, de bisschop Nicolaas. Toen het nacht was, en niemand hem kon zien, gooide Nicolaas een beurs met geld door het venster van de arme edelman, en holde daarna naar huis. Bij het aanbreken van de dag vond de arme vader het geld. Hij weende tranen van vreugde en dankte God. Er was voldoende geld om een huwelijksfeest te organiseren voor zijn oudste dochter. Toen Nicolaas zag dat zijn geld goed gebruikt werd, wierp hij een tweede beurs geld door het venster en snelde naar huis. Weer dankte de man God voor deze weldaad, want nu kon ook zijn tweede dochter trouwen. Hij vroeg ook: 'Toon mij, Heer, uw engel, die opnieuw zo goed was voor ons.' De volgende nachten wachtte hij geduldig en lette zorgvuldig op. Hij hoopte dat de onbekende ook voor zijn derde dochter een bruidsschat zou brengen. En ook nu kwam Nicolaas. Toen hij diep in de nacht door hetzelfde venster geld voor de derde dochter gooide, liep de vader snel het huis uit, de heilige man achterna. Hij herkende Nicolaas en wierp zich aan zijn voeten neer. De bisschop deed hem opstaan en zei: 'Vertel niemand wat er gebeurd is.'
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Pagina
(andere versie) De arme man en zijn drie dochters. Er was eens een hele arme man. Soms had hij zelfs geen eten. Er was geen koffie meer in de pot, er hing geen spek in de kelder, en de ratten stierven in de broodkast van honger. Nu had de arme man drie heel mooie dochters. Hij hield heel veel van hen. Hij zag hoe zij steeds maar magerder werden, want ook zij hadden honger. Een koopman kwam geregeld langs want de arme man verkocht al wat hij bezat. Van het weinige geld dat dat opbracht, kocht hij dan brood en melk voor zijn dochters en voor hemzelf een klein stukje spek. Maar op zekere dag had de arme man niets meer om te verkopen. Toen zei de koopman: "Verkoop mij uw dochters. Zij zijn knap en zij zullen veel geld opbrengen voor mij. Dan zullen zij altijd eten hebben en niets tekort komen." De arme man gaf zijn dochters echter niet mee en dacht: "Als ik nu maar eens een beetje geld kon verdienen, dan kon ik een bruidsschat betalen zodat mijn dochters kunnen trouwen. Dan zal hun jonge man genoeg verdienen om van te leven." Maar de arme man, die
28
C. Leterme, Een parel voor elke dag, Uitg. Averbode, 2007, p. 344
zelf niet meer werken kon, kon geen geld verdienen. En zo had hij geen andere keuze dan zijn dochters op een donkere dag mee te geven met de koopman. De man had nu wel wat geld om van te leven, maar hij was meer ongelukkig dan tevoren. Op een nacht kwam bisschop Nicolaas samen met enkele knechten langs dat huis voorbij. Eén van zijn knechten, een zwarte man met heel goede oren, hoorde iemand wenen in de nacht. Zij stopten aan het huis van de arme man. Enkele knechten klopten aan terwijl hun bisschop buiten wachtte. De man vertelde snikkend en ontroostbaar het hele verhaal. Terwijl ze verder reden, brachten de knechten bij Nicolaas verslag uit. De goede bisschop werd ongelukkig van wat hij hoorde en dacht bij zichzelf: "Dit is niet goed. Waarom is er niemand om die arme man te helpen?" Dan riep hij een paar knechten en zond hen terug naar het huisje met volgende opdracht: "Ga naar het huisje. Aan het open venster zie je de schoenen staan van de drie meisjes. Leg daar deze drie gouden munten in. Dan heeft die man genoeg om zijn dochters terug te kopen en om een bruidsschat voor hen te betalen." En het gebeurde. Terwijl de man sliep legden de knechten een gouden munt in de schoenen van de meisjes. Zo kon de man weer voor de meisjes zorgen en hen gelukkig laten trouwen. En de kinderen van de meisjes plaatsten altijd een schoen aan de schouw of aan het venster voor de heilige man Nicolaas en zijn knechten.
Hongersnood in Myra
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Pagina
Maanden lang scheen de zon. Alles droogde uit. Er was niets meer te eten. Op een dag voeren drie schepen de haven van Myra binnen. Ze waren zwaar beladen met graan op weg naar de stad Constantinopel. Op het plein voor de haven zag bisschop Nicolaas; dat veel mensen van de stad graan wilden kopen. Hij liep door de menigte heen op zoek naar de kapitein. 'Wat is er?' vroeg de kapitein. 'Kapitein, de mensen van Myra lijden honger. En uw schepen zitten vol graan. Verkoop er wat van.' 'Dat is verboden,' zei de kapitein. 'U weet dat ik dan onthoofd wordt.' 'De mensen zullen sterven als u ze niet helpt,' zei Nicolaas. Maar de kapitein zei: 'Mijn hoofd is mij een groter zorg dan jullie honger.' 'Jezus heeft eens met vijf broden een grote menigte eten gegeven. Er waren toen twaalf korven met overschot,' zei de bisschop. 'Ik ken dat verhaal,' zei de kapitein, 'als het klopt dat ik geen korrel te kort kom, zal ik u helpen.' Hij nam een krijtje en trok een streep waar het water tegen de scheepswand kwam. 'Neem zo veel graan als jullie willen,' zei hij, 'maar schud het hier op het havenplein uit. Als het schip hoger op het water komt te liggen, moet dit graan weer ingeladen worden. Als uw woord uitkomt, dan mogen jullie het graan houden.' Mannen uit Myra laadden het graan in zakken en schudden ze uit op het plein. 'Stop!' riep de kapitein, 'ik wil eens kijken.' De krijtstreep en de waterspiegel stonden nog op dezelfde hoogte. 'Ga maar door!' zei de kapitein. De kapitein bleef naar de krijtstreep kijken.
29
Dit verhaal is een wonderverhaal. Dit betekent dat het belangrijkste in dit verhaal niet de feiten zijn, maar de betekenis ervan. Het leert Nicolaas kennen als bisschop en als weldoener.
Maar die kwam geen vingerbreed omhoog. 'Genoeg, mannen,' zei de bisschop, 'we hebben genoeg graan tot de volgende oogst. En er is ook voldoende voor nieuw zaaigoed.' Toen knielden allen en loofden en dankten God. C. Leterme, Een parel voor elke dag, Uitg. Averbode, 2007, p. 346
Sint-Nicolaas en de redding op zee Onverwacht stak er een hevige storm op zee, Een schip met pelgrims raakte in groot gevaar. De mast stond op breken, de zeilen klapten dubbel. Elk ogenblik dreigden de pelgrims over boord te slaan, tot ze riepen tot Nicolaas: ‘Nicolaas, als het waar is wat we over u gehoord hebben, red ons dan.’ Toen verscheen er een man die heel bekwaam de mast stutte en de zeilen weer op orde bracht. De storm ging liggen. Daarna verdween de man even plotseling als hij was gekomen. Wat later landde het schip veilig in de haven van Myra. Vol dankbaarheid liepen de opvarenden naar de kerk. Toen ze bisschop Nicolaas zagen, herkenden ze in hem de man die hen gered had op zee. Zij knielden en dankten hem. Maar hij zei bescheiden: ‘Niet ik, maar uw geloof en Gods genade hebben u geholpen.’ C. Leterme, Een parel voor elke dag, Uitg. Averbode, 2007, p. 343
Sint Nicolaas en de drie jongeren
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Pagina
Drie jongeren trokken door het land. Op een dag werden ze moe en gingen ze naar een herberg. ’Kunnen we hier overnachten?’ vroegen ze aan de herbergier. ’Jazeker jongens’, zei hij. Maar hij had de deur nog niet achter hen dicht, of hij pakte zijn grote slagersbijl en sloeg de drie jongeren dood. De herbergier had een enorme hekel aan jongeren. Beneden in de kelder had hij een heel grote inmaakpot staan. Hij sneed de jongens in stukken en gooide ze in het pekelvat. Niemand wist waar de drie gebleven waren. En niemand verdacht de slager van zo’n vreselijke moord.
30
Sint Nicolaas is de patroon van de zeevaarders. Daarom wordt hij afgebeeld met een boot waarin mensen zitten. Met verloop van jaren werd deze boot onduidelijker uitgebeeld zodat die begon te lijken op een kuip met kinderen. De macabere geest van de Middeleeuwer zorgde voor een verklaring van die ongewone uitbeelding in de volgende legende. Niettegenstaande de vreemde voorgeschiedenis van dit verhaal is het waardevol: het toont aan hoe mensen in Sint Nicolaas het beeld zagen van Christus die leven brengt waar dood is. De aanleiding voor het vertellen van dit verhaal kan zijn: de figuren in chocolade of speculaas, waarbij naast de heilige een soort ton staat met kinderen in.
Pagina
31
Zeven jaar gingen voorbij. Op zekere dag kwam Sint Nicolaas in de streek. De grote kindervriend klopte bij de herberg aan. ’Kan ik hier overnachten?’, vroeg hij. ’Natuurlijk, natuurlijk’, zei de herbergier, ‘Kom binnen. Er is zeker een bed voor u vrij. Kan ik nog meer voor u doen? ’Wat wilt u hebben?’ ’Ik heb grote honger na mijn lange tocht.’ ‘Wilt u misschien een stuk ham?’ ‘Neen’, zei Sint Nicolaas, ‘Ik wil een stuk pekelvlees uit de kuip die al zeven jaar in de kelder staat’, zei Sint Nicolaas. De herbergier schrok en probeerde te vluchten. Maar Sint Nicolaas hield hem tegen. Samen gingen ze naar de kelder. Bij de kuip aangekomen sprak Sint Nicolaas een gebed uit. Hij strekte drie vingers uit over de kuip en zei: ’Kom eruit jongens, jullie slapen.’ Er kwam beweging in de kuip. De drie jongeren werden wakker en klommen uit de kuip. Vanaf die dag kende iedereen de grote macht van de kindervriend.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Klasgesprek rond de Sint Bidden rond het Sinterklaasgebeuren
Het geschenk van Sinterklaas Sven denkt aan Sinterklaas. Al een tijdje zit hij met een grote vraag. ‘s Nachts kan hij er zelfs niet van slapen. Sven besluit om een brief naar de Sint de schrijven. Lieve Sint, Jij geeft aan alle kinderen pakjes. Maar zelf krijg je niets. Vind je dat niet erg? Groetjes Sven Omdat Sven wil dat de Sint iets krijgt, stopt hij zijn pen bij de brief. Een paar dagen later krijgt hij een briefje terug. Lieve Sven, Dank je voor de pen, ik heb ze weggegeven… Sven wordt heel boos. Nog voor hij alles gelezen heeft, gooit hij het briefje op de grond. De Sint heeft zijn pen zomaar weggegeven! Was de Sint er dan niet blij mee? Nooit krijgt de Sint nog iets van hem. De volgende dag ziet Sven het briefje terug liggen. Hij leest verder. De Sint was wel heel blij met het geschenk van Sven. Toch heeft hij de pen weggegeven. Aan een jongetje dat er een nodig had. Dat jongetje was er heel blij mee. Dat maakte de Sint gelukkig. Job De Meyere in Zonnestraal 12 – 2002, p. 2
Waarom wordt Sven zo boos op de Sint? Zou jij ook boos worden? Wat heeft Sven geleerd van de Sint? In het verhaal over Sven wordt op zoek gegaan naar de betekenis van een ‘geschenk’. Doorheen het verhaal maakt Sven een moeizaam denkproces door. Hij kan niet begrijpen dat de Sint liever geeft dan krijgt. Een geschenk geven is niet zomaar een materiële overdracht, maar een teken van de verbondenheid tussen mensen. U kunt de leerlingen aan de hand van reclameboekjes laten praten over wat er belangrijk is aan een geschenk. Job De Meyere
32
Wat willen de kinderen graag van de sint krijgen Zijn er ook dingen die je wilt krijgen en die niet in een winkel te vinden zijn? (vriendschap, vrede ...) De sint heeft een aantal speculaaskoeken / mandarijntjes / ... gebracht voor de kinderen. Het zijn er niet genoeg. Begin dit uit te delen. Zie hoe de kinderen reageren als niet iedereen iets krijgt. Ga dan in een kring zitten en bespreek de situatie.
Pagina
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Goede God, Joepie, het is groot feest. Sinterklaas komt. Ik kan bijna niet slapen. Ik ben benieuwd wat de sint zal brengen. Deze week brandt er ook een kaars bij de kerststal, omdat het advent is. Wij bereiden ons voor op de komst van Jezus. Ik kijk er al naar uit. Eén kaars, twee kaarsen, drie kaarsen, vier kaarsen. Elke week is er meer en meer licht. Tijdens de advent wil ik nog meer dan anders goed zijn voor de anderen. Zo maak ik me klaar om Jezus te groeten in de stal. Stef Desodt
Lieve God, Sint Nicolaas was een bijzondere man. Hij heeft gedeeld met andere mensen. Net als Jezus ons heeft voorgedaan. Lieve God, ik wil ook graag delen van iets dat ik heb, en anderen niet. Wilt U me daarbij helpen? Want dat is best moeilijk. Amen. Lieve God, sinterklaas is een heilige waar we dol op zijn. Elk jaar weer krijgen we speelgoed en lekkers. Het is echt een heerlijke tijd waarin we lekker verwend worden. Help ons met plezier te spelen en te genieten van alles wat we gekregen hebben. Dankjewel, God, voor sinterklaas En voor iedereen die hem helpt. K. Janssen
Lieve Jezus, ik ben blij. Dankjewel voor het feest van de sint. De sint kwam Jezus, weet je het al? De sint kwam langs. Moet je eens kijken, wat ik kreeg. Tof, vind je ook niet?
Pagina
Stef Desodt
33
De sint komt Hoeveel dagen nog? Nog vijf. Dan nog vier. Nog drie. Nog twee. Nog eenmaal slapen. Ik kijk er al naar uit. Het wordt weer een toffe dag. Een dag om nooit meer te vergeten.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Creatief met Sinterklaas Het grote pakjesspel Dit spel speel je best met een vrij grote groep kinderen. Een van de kinderen is Sinterklaas , een tweede is een kind dat thuis op een cadeautje wacht. Alle andere kinderen zijn Zwarte Pieten. Sinterklaas verklapt aan de Zwarte Pieten welk geschenk hij het kindje wil geven. (Het kind mag dit natuurlijk niet weten!) Dan geven de Zwarte Pieten dit geschenk denkbeeldig aan elkaar door. Door de grootte van het geschenk, de vorm, de manier waarop het doorgegeven wordt, moet het kindje proberen te raden wat er in het pakje zit.
Pagina
34
Een variant van het spel laat het kindje het (nog steeds denkbeeldige) cadeau openmaken en met het geschenk spelen. Nu moeten Sinterklaas en de Zwarte Pieten raden wat het kind in het pakje gevonden heeft.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
klaskruisje Bij Missio is volgend (klas)kruisje te koop (zie foto). Het kruis is gemaakt in keramiek, de afmetingen zijn 12 x 12 cm, geschikt om aan de muur op te hangen, de kostprijs bedraagt 5 euro.
Het kruis bevat de 5 kleuren van de 5 continenten. Rood voor Amerika omdat het doet denken aan de eerste bewoners van Amerika en aan de vele revoluties die het Latijns-Amerikaanse subcontinent kenmerken. Blauw voor Oceanië, de kleur van de uitgestrekte Stille Oceaan en de blauwe hemel die de vele eilanden van Oceanië verbinden. Geel voor Azië, het continent van de opgaande zon en de huidskleur van de mensen die in Azië leven. Groen voor Afrika, de kleur van het oerwoud en de kleur die voor de moslims heilig is. Wit voor Europa omdat het doet denken aan de blanke bevolking van Europa en aan de vele missionarissen die vanuit Europa uitgezonden werden. Het kruis staat symbool voor Jezus Christus. Christenen uit de 5 continenten zijn met elkaar verbonden door het geloof in Jezus, ze steunen en verrijken elkaar. Dat is het Missiokruis, het symbool voor de wereld-missie-werking van Missio.
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Pagina
Basisonderwijs: Melanie Six,
[email protected] Secundair onderwijs: Liesbeth Rogge,
[email protected]
35
Missio-Brugge Bosdreef 5, 8820 torhout 050/ 74 56 50,
[email protected]
DPB Brugge GOED GEZIEN + Sint-Maarten en Sint-Nicolaas
Pagina
Carmino Bohez –Rik Depré DPB-Brugge domeinbegeleiding pastoraal@school BaO - BuBaO – SO - BuSO
36
website pastoraal op school www.kobrugge.be/pastoraal