december 2013
Herstel Schoorlse duinen Eekhoorn, lievelingsdier van velen Schapen tegen vergrassing in Meijendel
Stichting Duinbehoud
no
4
Je gaat het pas zien als je het door hebt Afgelopen augustus kocht ik een boek met de intrigerende titel ’Mycophilia, openbaringen uit de vreemde wereld van paddenstoelen’. Vrij vertaald betekent mycophilia: liefde voor schimmels. Zelf eet ik heel graag paddenstoelen, ben altijd op zoek naar lekkere recepten en zie ik ze graag in de natuur. Veel verder was ik eigenlijk nooit gekomen. Ik nam me met de aanschaf van dit boek serieus voor me meer in deze grootste soortengroep ter aarde te verdiepen. Dat confronteerde mij met een stevige blinde vlek. Ik had paddenstoelen in de duinen nooit echt opgemerkt. Alleen al in de Amsterdamse Waterleidingduinen zijn negenhonderdtwintig verschillende soorten te vinden! Nooit geweten en nooit gezien. Terwijl ik er zo ongeveer in woon, er heel regelmatig te vinden ben en me interesseer in alles wat daar groeit en bloeit….. Merkwaardig. Ik moest denken aan het interessante fenomeen dat iets je niet opvalt als je het niet kent. Zo wordt er bijvoorbeeld beweerd dat de indianen de schepen van Columbus aan de horizon niet zagen, omdat ze absoluut niets wisten over het bestaan hiervan…. Niet alleen door het boek kon ik mijn kennis bijspijkeren. Het was herfst, dus ik ging mee met excursies in de duinen, op de landgoederen en in de zeereep. Met eigen ogen zag ik het zandtulpje, de geschubde inktzwam, de biefstukzwam, het judasoor, de duinfranjehoed en allerlei andere prachtexemplaren. Alleen al die namen! Ik heb er een wereld bij gekregen en weet nu waar ik nog meer kan kijken als ik weer in de duinen rondzwerf. Annelies Boutellier
Inhoud
is een kwartaaluitgave van de Stichting Duinbehoud. Deze stichting zet zich in voor bescherming en herstel van de oorspronkelijke natuur in de duinen en voor het belang van de natuurgerichte recreant.
6 Eekhoorn
Mensen houden van eekhoorns ! U kunt dit roodbruine zoogdier met mooie pluimstaart ook in veel duingebieden tegenkomen, ergens hoog in een boom, rennend over de grond of vluchtend een boom in. Ontmoetingen waar een mens blij van wordt… Lees hier meer over dit geliefde zoogdier. Met prachtige foto’s van Theo van den Wijngaert www.vlassen.be
Jaargang 36, nr. 4, december 2013 ISSN - 0168-7948 Redactie Bas Arens, Peter van den Berg, Annelies Boutellier, Jelle van Dijk, Antje Ehrenburg, Martin de Jonge, Arjen Kok, Frans Micklinghoff, Joost van Reisen, Julius Röntgen. Beeldredacteur en vormgever Joost Bouwmeester Hoofdredacteur Arnoud van der Meulen
Duinfranjehoed. Foto: Joost Bouwmeester
Eindredacteur Frans Buissink Vormgeving en opmaak - dtp René van Rossum - Puffin dtp & fotografie Druk Veldhuis Raalte
10 Natuurherstel Schoorlse duinen
Drie grote branden in de Schoorlse duinen waren in 2010 voorpaginanieuws. Daarnaast nog eens ruim 90 aangestoken kleinere branden: een tijd lang was dit een terug kerende nachtmerrie voor beheerder en omwonenden. Inmiddels zijn we drie jaar verder, en beheerder Jan van Assema kan weer vooruit kijken. Herstelmaatregelen zijn ingezet. Doel: terugkeer van de blonde duinen.
Redactieadres DUIN, Postbus 664 2300 AR Leiden Tel: 071-5143719
[email protected] www.duinbehoud.nl
16 Duinen in Estland
Geen Europees land met zoveel duinen als Nederland. Maar ook in het buitenland kunt u mooie duingebieden bezoeken, vaak verrassend ongerept! Zo heeft Estland dankzij haar bewogen geschiedenis van Sovjetoverheersing een kust die nauwelijks bebouwd is. DUIN neemt u mee naar enkele prachtige Estse duingebieden. Voortaan in DUIN vaker aandacht voor goed bereikbare mooie duingebieden in Europa.
Donateurschap Beschermheer/vrouwe vanaf € 100,Instellingen € 40,Particulieren € 21,Studenten / 65+ € 17,Losse abonnementen € 60,Betalingen giro 40 162 98 ten name van Stichting Duinbehoud te Leiden © Stichting Duinbehoud Nieuwe donateurs van de Stichting Duinbehoud kunnen zich aanmelden op het redactieadres. Sponsors
DUIN wordt gesponsord door PWN, Dunea en Waternet. Samen willen we laten zien dat de duinen het beschermen waard zijn. Stichting Duinbehoud zal zich echter niet laten beperken in het onder nemen van acties die zij noodzakelijk acht.
18 Blauwe Kiekendief
De Blauwe kiekendief is een typische soort van de duinen, vroeger op meerdere plaatsen langs de gehele kust te vinden, nu alleen nog op de Wadden. Zelfs daar is de vraag: hoe lang nog? Het verhaal van een bijzondere roofvogel.
En verder…
2 Column / 4 Dwars door de duinen / 8 interview Dick van der Laan / 12 Duinen in beeld / 14 Schapen tegen vergrassing / 19 Ansicht / 20 Stuifduin / 22 Recensies Bij de voorkant: Eekhoorn. Foto: Theo van den Wijngaert www.vlassen.be
3
Dwars door de duinen
en duinrellen waren echter verarmd door opslag van ruigte, struiken en bomen. Daarom is afgelopen najaar Staatsbosbeheer gestart met het herstel van dit bijzondere gebied. De opslag is weggehaald en de duinrellen zijn schoongemaakt. De bodem is opgehoogd met schoon duinzand. Op deze manier wordt het typische biotoop van een natuurlijk, stromend duinbeekje teruggebracht. Bijzondere waterdiertjes en waterplanten, zoals de klimopwaterranonkel, gaan hiervan profiteren.
Nieuwtjes en weetjes over planten, dieren en duinen Zwammen op konijnenkeutels
Oude konijnenkeutels zitten vol met ’zakjeszwammen’. Deze paddenstoeltjes breken de mest af. Met het blote oog zijn ze nauwelijks zichtbaar. Voor paddenstoelenonderzoeker Kees Roobeek was dat des te meer reden om er eens goed naar te kijken. Hij verzamelde in de duinen bij Bergen een jaar lang in totaal twaalfhonderd konijnenkeutels en determineerde de zakjeszwammen met behulp van een microscoop. Hij vond vierendertig soorten, waarvan enkele nooit eerder in Nederland waren gevonden. Deze minuscule zwammetjes dragen wonderlijke namen als sinterklaasschijfje, konijnenmesthaarbolletje, schamelharig mestvaasje, violet spikkelschijfje en kromspletige brokkelspoorzwam.
De uiterste zuidpunt van Maasvlakte 2 op een luchtfoto van juli 2013. Rechtsboven een groot baggerdepot op de eerste Maasvlakte. Foto: Google
Nieuwe duinen op Maasvlakte 2
In 2012 is de aanleg van Maasvlakte 2, de grote uitbreiding van het Rotterdamse havengebied, afgerond. Daarbij ging veel natuur verloren. Maar er zijn ook nieuwe duinen bij gekomen. Langs de nieuwe kustlijn ligt een kilometerslange zeereep. Deze is beplant met helm en er zijn ook enkele flinke verstuivingen. Aan de zuidpunt is een klein, stuivend duingebiedje aangelegd. Nog verder naar het zuiden, in het verlengde van de eigenlijke landaanwinning, ontwikkelt zich een groot, nieuw strand. Hier zijn brede zandbanken en strandhaken, met daartussen zilte laagten en zwinnen. Op het brakke zand groeit hier en daar al zeekraal. Aan de zuidoostkant ligt tegen de ‘oude’ Maasvlakte een spontaan opgestoven duintje met daarin de zeldzame zeewolfsmelk.
De bladkoning. Let goed op de wenkbrauwstreep en de twee streepjes op de vleugel ! Foto: René van Rossum
’Invasie’ bladkoninkjes
Afgelopen najaar was er kleine invasie van bladkoningen. Van half september tot in november zijn verspreid langs de kust honderden exemplaren van deze vogelsoort gespot. De meeste waarnemingen kwamen van de Waddeneilanden, vooral van Vlieland en Texel. Ook in de Hollandse en Zeeuwse duinen waren vaak dagenlang bladkoningen te zien. De bladkoning hoort net als de fitis en de tjiftjaf tot de ’boszangers’. Lastig uit elkaar te houden kleine grijsgroene vogeltjes. De bladkoning kun je herkennen aan zijn gele wenkbrauwstreep en twee lichte strepen op zijn vleugels. En hij roept vrij hard ’tjoewiet !’ (met uitroepteken). Het is een broedvogel van de Siberische taiga die normaal in Zuid-Azië overwintert. Een klein deel van de populatie trekt evenwel in westelijke richting en kan dan West-Europa bereiken.
Digitale flora-atlas
Herstel Hargergat
Uitvergrote konijnenkeutels met het konijnenmestspikkelschijfje. Foto:Theo Westra www.picturetrail.com/theowestra
Het Hargergat is een oude zandwinning in de hoge noordrand van de Schoorlse duinen. Schoon duinwater stroomt hier via zogenaamde duinrellen naar de Harger- en Pettemerpolder. Het is een van de weinige plekken in de duinen waar de zeldzame klimopwaterranonkel voorkomt. De soortenrijke natte graslanden
Boommarters van Den Helder tot Den Haag
De boommarter, meer en meer een echt duindier. Foto: Jelger Herder www.digitalnature.org
Parnassia is tegenwoordig in bijna alle duingebieden (weer) te vinden. Foto: Joost Bouwmeester
Meer berichten op duinbehoud.nl en facebook
De boommarter begint een echte duinsoort te worden. De eerste waarnemingen waren tien jaar geleden in Zuid-Kennemerland. Daarna volgden meldingen uit Noord-Kennemerland en de duinen bij Noordwijk. Bij Wassenaar waren tot voor kort alleen sporen gevonden. Tot afgelopen zomer medewerkers van waterleidingbedrijf Dunea op verschillende plekken in Berkheide en Meijendel een boommarter in levenden lijve zagen. Vorig jaar waren er de eerste meldingen uit de duinen bij Den Helder. Boommarters komen nu dus in vrijwel alle Hollandse ’vastelandsduinen’ voor. Hoeveel precies is moeilijk te zeggen, maar het zullen er al gauw enkele tientallen zijn.
4
Voor de liefhebbers van meer of minder bijzondere (duin)planten staat er nu op internet een handige flora-atlas. Op www.verspreidingsatlas.nl vind je kaartjes van alle Nederlandse soorten. Op dezelfde site is ook de verspreiding van paddenstoelen, mossen, korstmossen en kranswieren te vinden. De kaartjes tonen het min of meer - actuele voorkomen (na 1980) en de verspreiding van voor 1980. Op de kaartjes is goed te zien hoe sterk veel planten aan de duinen zijn gebonden. De blauwe zeedistel is een mooi voorbeeld. Ook parnassia komt tegenwoordig vooral in de duinen voor, maar dat is ook een gevolg van achteruitgang in de rest het land. In de duinen heeft deze fraaie soort heeft zich na 1990 dankzij herstelprojecten in duinvalleien op grote schaal hersteld.
Kunt u niet wachten op de volgende aflevering van Dwars door de Duinen ? Geen probleem. Op www.duinbehoud.nl vindt u in de rubriek ’Actueel’ (bijna) dagelijks verse nieuwtjes over alles wat er in en om de duinen gebeurt. Op de facebookpagina van Duinbehoud worden ook excursies en andere activiteiten in de duinen aangekondigd. Klimopwaterranonkel. Foto: Michel Geven michelgeven.zenfolio.com
nr. 4 | december 2013
5
Eekhoorn: mooi, snel en wendbaar ! Alle foto’s bij dit artikel: Theo van den Wijngaert. Meer foto’s te vinden op zijn site: www.vlassen.be
Eekhoorntjesbrood
Eekhoorns zijn knaagdieren. Ze eten erg gezond: veel noten en fruit. In binnenduinbossen zijn dat vooral pijnboompitten, beukennootjes, kastanjes en eikels. Aan de typische afgekloven dennen kegels kun je goed zien dat eekhoorns hiervan hebben gegeten. Ze verstoppen noten als wintervoorraad die ze later aan de geur kunnen terugvinden. Verder lusten ze boomschors en knoppen en jonge scheuten van naaldbomen. Ze eten ook veel paddenstoelen. In het najaar kan wel driekwart van hun dieet uit paddenstoelen bestaan. Misschien is de naam van eekhoorntjesbrood, een grote buisjeszwam die ook in de landgoedbossen van de Hollandse duinstreek te vinden is, helemaal niet zo gek gekozen. Het plantaardig dieet vullen ze aan met dierlijk voedsel, zoals insecten. Eekhoorns worden er regelmatig van beschuldigd dat ze als ze de kans krijgen ook eieren en nestjongen van zangvogels te pakken nemen, maar dat gebeurt maar een enkele keer.
Ongezellig
Het populairste duindier
Honderdvijftig jaar eekhoorns in de duinen Voor de meeste Nederlanders is de eekhoorn hun favoriete soort zoogdier. Dat bleek uit een enquête van de Zoogdiervereniging en het blad ’Grasduinen’ van een paar jaar geleden. In West-Nederland moet je voor een ontmoeting naar een flink duin- of landgoedbos. De eekhoorn is sinds honderdvijftig jaar een duindier. Reden te meer om in dit nummer van DUIN wat meer te vertellen over deze publiekslieveling.
K ees V ertegaal
Door eekhoorn afgekloven dennenappel.
6
Omdat eekhoorns zulke leuke dieren zijn worden ze regelmatig in parken en bossen uitgezet. Er wordt flink met ze rondgesjouwd en op die manier zijn op allerlei plekken eekhoornpopu laties ontstaan. Zo nam in 1860 de heer Hoog twintig eekhoorns uit Gelderland mee en liet ze los in de bossen bij Noordwijk. Dit moet in landgoed Leeuwenhorst zijn geweest, dat toen in bezit was van de familie Hoog. Hoewel de mens vaak een handje heeft geholpen zijn eekhoorns
zelf ook behoorlijk mobiel. Jonge mannetjes en vrouwtjes kunnen op zoek naar nieuw leefgebied vele kilometers zwerven. Zo hebben ze vanuit de omgeving van Noordwijk in de negentiende eeuw de Hollandse duinstreek veroverd. In 1910 werden ze voor het eerst gezien bij Wijk aan Zee, in 1915 bij Castricum en in 1918 bij Wassenaar en in het Haagse Bos. Tegenwoordig komen ze in alle geschikte bossen in duinen en landgoederen tussen Schoorl en Den Haag voor. In de ’duinsteden’ Haarlem en Den Haag leven ze zelfs diep in stedelijk gebied in oude landgoedbossen annex parken als de Haarlemmerhout en Zorgvliet, direct achter de ambtswoning van de minister-president. Ook op Texel en Ameland en in enkele Zeeuwse duingebieden zijn ooit eekhoorns uitgezet maar deze zijn later weer verdwenen. In Voornes Duin zijn in 1993 elf eekhoorns los gelaten door iemand die ze als hobby hield, maar de dieren blijkbaar beu was. Ze zijn inmiddels overal in de bosrijke binnenduinen van Voorne te vinden. Enkele niet-inheemse soorten die toen ook zijn vrij gelaten zijn weer verdwenen.
nr. 4 | december 2013
Eekhoorn achter stam.
Op het eerste gezicht lijken eekhoorns vrolijke en gezellige dieren. Op plekken waar ze regelmatig worden gevoerd kunnen ze heel mak worden. Maar eekhoorns onder elkaar zijn niet erg sociaal. Het grootste deel van het jaar leven ze alleen. Ze hebben allemaal een eigen leefgebied dat maar gedeeltelijk overlapt met dat van andere eekhoorns. Er is geen sprake van paartjes die er een gezamenlijk leefgebied op na houden. Erg veel ruimte hebben ze niet nodig. In een flink landgoedbos kunnen tientallen eekhoorns leven. In de hele duinstreek zijn er in totaal naar schatting enkele duizenden. De aantallen kunnen in de loop van de jaren onder invloed van ziekten wel flink op en neer gaan.
Waarnemingen van eekhoorn vanaf 2000. Bron: NDFF / Zoogdiervereniging
of twee maanden voor ze. Daarna moeten ze de wijde wereld in en een eigen gebied zien te vinden. Ze kunnen het volgende jaar zelf al jongen krijgen. Eekhoorns worden in het wild drie tot zeven jaar oud. Iedereen vindt eekhoorns leuk. Ze zien er grappig uit en zijn gemakkelijk te spotten. Net als wij zijn ze overdag actief en ze zijn in dennenbossen en oudere loofbossen in de duinstreek niet zeldzaam. Spoorzoekers kunnen de plekken waar ze zitten herkennen aan de typische afgekloven dennenappels en de nesten. Door het groter en ouder worden van de Hollandse duinbossen wordt de kans dat je ze ergens treft steeds groter. Kees Vertegaal is zelfstandig ecologisch adviseur
Een bal van twijgen
Bij ons krijgen vrouwtjes eekhoorns meestal twee keer per jaar jongen, in de lente en in de zomer. Het vrouwtje bouwt een speciaal kraamnest dat groter en steviger is dan een slaapnest. De nesten zijn rond of ovaal, zo groot als een rugbybal en bestaan uit takken en twijgen. Van binnen worden ze bekleed met repen boombast, mos en bladeren. Een eekhoornnest zit meestal hoog in de boom op een stevige vertakking, vaak tegen de hoofdstam aan, maar ook in dunnere zijtakken. Ze lijken op eksternesten, maar die bestaan vooral aan de bovenkant meer uit losse takjes. In loofbos maken ze ook nesten in holle bomen. Per worp worden twee tot vijf babyeekhoorns geboren. De jongen - in het Engels worden ze ’kittens’ genoemd - verlaten het nest pas na een week of zeven. Ma eekhoorn zorgt dan nog een
7
Bloeiend lamsoor op ondergelopen schor van verdwenen natuurgebied ”De Beer”. Foto: Jan Koolen
De drie V’s ken jij natuurlijk ook: verzuring, vermesting en verdroging. Denk jij dat die van invloed geweest zijn op de veranderingen in het duin op Voorne ? Verdroging is op Voorne geen probleem. Er is geen waterwinning zodat het grondwaterregime in belangrijke mate natuurlijk is. Vermesting en verzuring is een ander verhaal: door de luchtverontreiniging vanuit het industriegebied zijn die van grote invloed op de duinen van Voorne. Door verruiging van de vegetatie zijn veel bijzondere soorten sterk verminderd of verdwenen. Een tapuit bijvoorbeeld zie je hier niet meer, het duin is te veel dicht gegroeid.
Vijftig jaar duinonderzoek op Voorne
Welk stuk van Voornes Duin trekt jou het meest aan en waarom ? Eén van de mooiste stukken is en was voor mij de Schapenvallei en het gebied van de Zwarte Hoogte. Daar had je nog heel lang de dynamiek van het jonge duin. De Schapenvallei was wit van de parnassia. Je moest oppassen dat je de groenknolorchis niet vertrapte. Helaas moet je die nu met een lantaarntje zoeken. Maar het is nog steeds een prachtig gebied.
Interview met Dick van der Laan
Wat vind je van de recreatie in het duin ? Bijna een halve eeuw al doet Dick van der Laan onderzoek in de duinen van Voorne. In die tijd is er veel veranderd, en niet altijd ten goede. Maar er is hoop. Wijze lessen van een kenner. J ulius R öntgen
Dick van der Laan. Foto: mw.Van der Laan
Dick van der Laan is plantenonderzoeker in hart en nieren. Ook na zijn pensionering ging bij door met langlopende inventarisaties in ’zijn’ duingebied. Ik spreek met hem over Voornes Duin, zijn visie op duinbeheer en - onvermijdelijk voor twee heren op leeftijd - over ’vroeger’.
Je hebt lang gewerkt bij het ”Biologisch Station Weevers’ Duin” in Oostvoorne. Wat voor instelling was dat ? Hier was de Afdeling Duinonderzoek van het Instituut voor Oecologisch Onderzoek (IOO) gevestigd. Veel biologen deden vanuit ”Weevers’ Duin” hun doctoraal of promotieonderzoek in het ecosysteem van de duinen. Het was ook een uitvalsbasis voor excursies van NJN en KNNV. Het Voornse duingebied was daardoor heel bekend. Terecht, want het is een van de rijkste duingebieden van Noordwest-Europa. Door het opheffen van het instituut zijn de Duinen van Voorne helaas een beetje buiten gezichtsveld
8
Ach, ik ben niet zo bang voor de recreatie. In bepaalde gebieden moet er de rust zijn die de natuur nodig heeft. Maar het duin is ook van de mensen. Ze moeten van de schoonheid ervan kennis kunnen nemen en er kunnen recreëren. Iedereen die de natuur waardeert zal er ook voor op de bres staan.
geraakt. Ik heb er gewerkt tot 1992. Het IOO fuseerde toen tot NIOO, en ”Weevers’ Duin” werd opgeheven.
Vertel eens over Vogeleiland ”De Beer” dat nu niet meer bestaat ? Als je vroeger op de boulevard in Oostvoorne stond zag je aan de overkant de blonde buitenduinen van ”De Beer”, een schitterend gebied, met enorme stranden, duinen, schorren en slikken. En heel veel vogels. Rond 1960 is het opgeofferd voor de uitbreiding van de haven van Rotterdam. Op www.natuurmonumentdebeer.nl kan je zien hoe mooi het daar was.
Voornes Duin is tegenwoordig Natura 2000-gebied. Daardoor is de regulerende invloed van de mens op de natuur weer groter geworden. Wat denk je daarvan ? De invloed van buitenaf die door de mens is veroorzaakt, rechtvaardigt de huidige Natura 2000 herstelwerkzaamheden. Aanvankelijk ziet het terrein er door die werken vreselijk uit, maar al heel snel zien we positieve resultaten en op sommige plaatsen zie je in het vóórkomen van bepaalde soorten de oude glans van Voorne herleven. Ik ben dan ook erg blij dat dit plaatsvindt. Maar helaas is het dweilen met de kraan open. De stikstofdepositie vermindert niet, integendeel. De open begroeiing blijft onder druk staan en er zal steeds weer moeten worden ingegrepen. Terugdringen van de atmosferische depositie moet, maar is lastig met de bouw van twee kolengestookte energiecentrales op Maasvlakte-1 en de ’vervolmaking’ van Maasvlakte-2….
Wat is jouw visie op de toekomst van de duinen op Voorne ? De Europese bescherming is van grote betekenis. Van bepaalde habitattypen moet de kwaliteit worden verbeterd en/of het areaal worden vergroot. Dankzij Natura 2000 kunnen we met nieuw elan aan herstel werken. Maar tegelijkertijd moeten de negatieve invloeden van buitenaf worden teruggedrongen, met als eerste de stikstofdepositie. Julius Röntgen is duinconsulent op Voorne
Topografische kaart van natuurgebied ”De Beer”1958. Bron: www.natuurmonument debeer.nl
Rond 1975 zagen de Duinen van Voorne er anders uit. Wat is er allemaal veranderd ? Oorspronkelijk kwam de grootste invloed van de zee uit het noorden en noordwesten. Het haven- en industriegebied is nu een barrière die de invloed van de zee op Voorne sterk reduceert, wat funest is voor het duinecosysteem. Uit de eerste vegetatiekartering van Van der Maarel in 1959, waaraan ik nog heb meegewerkt, blijkt hoe gevarieerd het duin toen was met veel voedselarme pioniervegetatietypen, zowel in het droge duin als in de natte duinvalleien. Later kregen concurrentiekrachtige, algemenere eutrofe soorten de overhand.
nr. 4 | december 2013
Grote sterns broedden op vogeleiland ’De Beer’ van eind jaren 20 tot begin jaren 60. De kolonie was op zijn top in de jaren 50: zo’n 10.000 broedparen. Foto’s: René van Rossum
9
Bij Schoorl herrijzen nieuwe duinen uit de as Drie jaar geleden werden de duinen bij Schoorl en Bergen geteisterd door grote, angstaanjagende branden. Aange stoken zoals later bleek. Grote stukken dennenbos gingen verloren. Voor Staatsbosbeheer dé gelegenheid om het beheer van het duin een natuurlijke wending te geven. Samen met de boswachter bekijken fotograaf Joost Bouwmeester en ik hoe het er nu voorstaat. F rans B uissink
De toekomst van een kaal gebrand duin is begonnen. Op de bodem veel jonge struikhei, kruipwilg, jonge eikjes en kamperfoelie. Foto: Joost Bouwmeester
Is dit Afrika, door een magische reuzenhand getransplanteerd in mijn Schoorlse duinen? Boswachter Jan van Assema van Staatsbosbeheer heeft ons op een duintop gezet en toont ons het nieuwe Schoorlse duin, uit de as herrezen na de verschrikkelijke branden van drie jaar geleden. Wat ik meemaak, is het omgekeerde van een schok der herkenning. Het duinlandschap dat ik zo goed gekend heb; waar ik meer dan een halve
Richting zee hebben de verbrande bossen plaats gemaakt voor dynamisch golvend duin, dat mag gaan stuiven. Foto: Joost Bouwmeester
eeuw in rondgestruind heb; waar ik elke boom langs de fietspaden kende; waar het me - bij wijze van spreken - opviel als er een grasspriet was omgewaaid, dat landschap is verdwenen, onherkenbaar veranderd. Waar je voorheen aankeek tegen dichte dennenbossen als steile muren van stram hout, golft nu het blote duin richting zee. Het bos daarginds heeft gebrand, is inmiddels geruimd en heeft het duinlandschap zijn oorspronkelijke vorm teruggegeven van voor de tijd dat er op grote schaal Oostenrijkse en Corsicaanse dennen werden geplant.
Genoeg redenen voor beplanting
Wie beplant er nou dat prachtige duin met kaarsrechte exoten op rij? Het is te makkelijk daar nu smalend over te doen, want er waren redenen voor. Nergens zijn de zeeduinen zo breed als bij Schoorl. Je kon je er in de Sahara wanen. Het wemelde er van de konijnen die korte metten maakten met alles wat hoger dan
Nachtzwaluw Foto: Jankees Schwiebbe
tien centimeter wilde groeien. Het stoof er als de hel. Verschrikkelijke zandstormen teisterden de buurtschappen en de groentetuintjes van de Schoorlaars langs de binnenduinrand. Bij buurtschap Aagtdorp, zo gaat het verhaal, is in het duin een compleet kasteel onder het zand verdwenen! Er waren krasse maatregelen nodig om die gigantische zandbak in bedwang te houden. Na de redelijke geslaagde proefbeplantingen met dennen in het midden van de 19de eeuw, werden in de jaren ’30 werkloze kantoormensen uit Amsterdam hier ondergebracht in een barakkenkamp. Zij kregen voor het eerst van hun leven een schop in hun handen geduwd om er diepe plantgaten mee uit te graven, waar dan jonge dennetjes samen met een hand (kunst)mest in werden geduwd en aangeplempt.
Erg gevoelig
Er hangt nogal wat emotie tussen de eindeloze rijen dennenstammen. Jan van Assema kan er van meepraten. Hij heeft bij het ’vernieuwen’ van het duin telkens weer veel uit te leggen. Brand of geen brand, de meeste Schoorlaars vinden het op zijn minst raar als iemand zich positief uitlaat over het opruimen van dennen. De dennen zijn voor hen het vertrouwde beeld van hun duin. Dat de bosbranden van 2010 voor de natuur een geluk bij een ongeluk waren, mag je nauwelijks hardop zeggen. De angst bij de branden, die steeds dichter de bebouwing naderden, was te heftig om daar achteraf luchtig over te doen. Maar de branden, in totaal vijfennegentig, waarvan drie heel grote, hebben wel degelijk een keerpunt betekend in het duinbeheer. De afgedwongen openheid laat het duin zien zoals kalkarme duinen door de natuur bedoeld zijn: een open, golvend landschap met stuifgaten, heideveldjes, kruipwilg en door wind geteisterde eikjes.
Grootse plannen
Jan van Assema vertelt van de SBB-ambities: wel wat dennenhout laten staan als windscherm tegen het stuifzand voor de dorpen, maar het liefst zoveel mogelijk dennen vervangen door loofhout. De toekomstige Schoorlaars heeft hij alvast laten wennen aan het idee. De schooljeugd heeft de kaal gebrande duinen ingeplant met drieduizend ’geadopteerde’ boompjes: eiken en lijsterbessen. Waar vergrassing dreigt, laat hij het
10
nr. 4 | december 2013
duin begrazen door koeien van een particuliere boer. Japanse Wagyu’s, slanke, vriendelijke dieren die voor heel bijzonder smakelijk rundvlees schijnen te zorgen. In grote delen van het verbrande duin zijn de verkoolde bomen afgezaagd. De stobben blijven staan als prooi voor allerlei kleine houtvretertjes en bijzondere zwammen. De rest mag de natuur doen. Het wrange is wel, dat juist hier de Amerikaanse vogelkers als eerste verse groene uitlopers liet zien. Meer naar de kust toe en op veilige afstand van de bewoonde wereld gaan de verbrande bossen plaats maken voor dynamisch duin, dat mag gaan stuiven. Deze winter worden daar minstens vijftienduizend stuks achtergebleven stobben met wortel en al uit de grond getrokken.
Wat er nu al is te zien
Samen met Jan en Joost bekijk ik de bodem van een kaal gebrand duin. De toekomst is er al begonnen. Veel jonge struikhei, kruipwilg, jonge eikjes en kamperfoelie. Jan laat ons ook stukken duin zien waar oude struikheide in vlammen is opgegaan. Dat deed pas echt pijn. Dat was een echt ’ecologisch verlies’. Gevreesd werd voor de nachtzwaluwen die daar al jaren broedden. Gelukkig zijn die teruggekomen en hebben zich weinig aangetrokken van het verkoolde hout. De heideplanten zelf moesten na de brand weer van jongs af aan opnieuw beginnen. De oude planten waren zo mooi, meer dan kniehoog. Jan vertelt, dat ze stronken hebben gevonden met meer dan vijftig jaarringen in het heidehout. Intussen heeft nieuw leven het oude duin weer jong gemaakt. Op plekken waar ik vroeger niets anders vond dan dikke plakken afgevallen bruine naalden zien we zandzegge kruipen en zandblauwtjes bloeien. Op een solitaire, sprieterige den die het inferno heeft overleefd, zit een boomleeuwerik te zingen, terwijl de herfst al in de lucht zit met een peperachtige paddenstoelengeur. Frans Buissink is landschapsschilder en natuur publicist
11
Een scherp oog In oktober is het amechtig geburl van damhertbokken in de bossen van de Amsterdamse Waterleidingduinen niet van de lucht. In de arena strijden de bokken om de heerschappij. Een sterk lijf en een scherp oog om alert te reageren en te overleven. Rauwe natuur, geen emoties. Imponeren, bluffen en als dat niet helpt een onstuimig gevecht met veel duwen en trekken. De enorme hoeveelheid energie die daarbij vrijkomt wordt door bewegings onscherpte als penseelstreken van een digitale impressionist weergegeven. Ondertussen duwen en trekken politici in de politieke arena over het lot van de dieren, al sinds jaren. Voor en tegen bestoken elkaar met argumenten. De kogel is nu door de kerk. De volgende gaat door het hart. Overeengekomen is dat beperkte afschot toegestaan is.Terwijl de bokken nog even onverschrokken doorknokken, wensen voor- en tegenstanders de politiek en ook de schutters dat scherpe oog toe. Foto: Hetty van Dijk
De begrazing met Drentse heideschapen in Meijendel wordt uitgebreid. Foto: Joost Bouwmeester
Schapen tegen vergrassing
Meer beheer
Dunea bestrijdt de gevolgen van stikstof met extra beheer
Je ziet het niet. Maar elke dag dwarrelt er ’kunstmest’ uit de lucht. De duinen kunnen daar slecht tegen. Alles dreigt vol te groeien met grassen en struiken. Duinbeheerders proberen dit proces te stoppen door extra beheermaatregelen. Hans Lucas van waterleidingbedrijf Dunea vertelt hoe.
K ees V ertegaal Grote stukken duin zijn de afgelopen decennia dichtgegroeid. Foto: Joost Bouwmeester
14
Kunstmest uit de lucht of ’stikstofdepositie’ is geen nieuw probleem. Al meer dan vijftig jaar hebben van nature voedselarme natuurgebieden als de duinen er last van. Vooral in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw daalde het met bakken tegelijk neer. Toen heette het ’zure regen’ of ’atmosferische depositie’. Sindsdien gaat het wat beter, maar er valt nog steeds meer dan het duin aan kan. ”Hoe de duinen zijn dichtgegroeid heb ik goed kunnen zien bij onze konijnentellingen”, zegt beheerder en adviseur natuurbeheer van Dunea, Hans Lucas. ”We rijden dan in het donker met de koplampen aan via vaste routes en turven de konijnen die we zien. Ik doe dat als sinds 1983. In die jaren scheen het licht van de auto alle kanten op. Je had naar alle kanten een ruim blikveld. Nu zie je overal in de lichtbundel grassen en struiken.”
verdringen minder concurrentiekrachtige planten. Het echte open duin met kleine kruiden, mossen en veel kaal zand is hierdoor enorm in oppervlakte achteruit gegaan. Grote stukken zijn in de afgelopen decennia dichtgegroeid”, legt hij uit. ”Maar stikstof is niet de enige boosdoener. Er is in het verleden ook heel veel vastgelegd door insteken van helm en aanplant van struiken. Wij deden dat zelf vroeger ook. Er was een kwekerij hier in Meijendel. Er werden elk jaar duizenden struikjes en bomen aangeplant. Dat is pas in de jaren negentig gestopt. Je ziet nu nog dat er meer struiken staan op plekken waar we gemakkelijk konden komen en minder in lastig te bereiken terrein. Ook de invloed van het wegvallen van begrazing door konijnen door ziektes moet je niet onderschatten. Het gaat gelukkig weer beter met de konijnen, maar het is nog lang niet wat het geweest is.”
Zwerfjongere uit Den Haag
We praten met Hans op een zonnige nazomerdag op het terras van de tijdelijke tent van de Pannenkoekenboerderij in Meijendel. Om ons heen wordt hard gewerkt aan het nieuwe restaurant. Hans werkt nu ruim dertig jaar bij Dunea en haar voorloper, de Duinwaterleiding van ’s-Gravenhage. Hij is opgegroeid in de Haagse wijk Berenstein. ”Als jongen zwierf ik altijd door de duinen. Door het Westduinpark en de Oostduinen, zoals we Meijendel toen noemden. Ik klom over hekken en liep overal door het duin om naar vogels te kijken. Gelukkig ben ik nooit gepakt door een duinwachter, anders had ik deze baan nooit gekregen”, zegt hij lachend. ”Toen ik begon heette onze afdeling nog ’Terreinbeheer en beplantingen’. Tegenwoordig is geen sprake meer van beplanting. We doen juist veel herstelprojecten waarbij bomen en struiken worden weggehaald.” Hans maakt daarvoor de plannen en begeleidt de uitvoering. ”Daar komt veel bij kijken. Overleg met allerlei partijen, regelen van financiering, aanvragen van vergunningen en de aanbesteding.”
Hans Lucas Foto: Kees Vertegaal
Stikstof niet de enige boosdoener
”Duinbodems zijn van nature voedselarm”, vertelt Hans. ”Door de extra bemesting vanuit de lucht gaan vooral grassen sneller groeien en
nr. 4 | december 2013
Nieuwe verstuivingen zijn belangrijk, zoals hier in het Westduinpark. Foto: Joost Bouwmeester
Sinds het eind van de jaren tachtig worden vergrassing en verstruiking in Meijendel, Berkheide en Solleveld door Dunea bestreden met intensiever beheer. Een groot deel van het gebied wordt nu begraasd. ”Maar dat is niet genoeg”, zegt Hans. ”Er komen nog steeds nieuwe bedrijven bij die stikstof produceren. Dat botst met de strenge bescherming van de duinen. Daarom dringen we er bij de overheid op aan dat er maatregelen genomen blijven worden om de uitstoot van stikstof te verminderen. De daling moet zich wel voortzetten willen we uiteindelijk een gezond duinmilieu krijgen. In de tussentijd zorgen wij er voor dat elke vierkante meter duin zo goed beheerd wordt dat vergrassing en verstruiking niet verder toenemen. De provincie Zuid-Holland en het Rotterdamse bedrijfsleven hebben daar geld voor uitgetrokken. Het is een onderdeel van de Programmatische Aanpak Stikstof ofwel PAS. Daarmee breiden wij het beheer naar alle uithoeken van ons terrein uit. We gaan nog meer stukken duin laten begrazen. Niet alleen door runderen en paarden, maar ook door schapen”, zeg hij. ”In het wandelgebied hier in Meijendel laten we in wisselende stukken
Drentse heideschapen lopen. Ze lopen in flexibele rasters die we gemakkelijk kunnen verplaatsen. De schapen houden de grote open velden in Meijendel open. Maar we gebruiken ze ook om de vergrassing in halfopen bos met veel kleine open plekken terug te dringen”, zegt Hans. We kuieren naar een plek in het bos waar de schapen vriendelijk onder een grote beuk staan te suffen. Ze rusten uit van het harde werk. ”Ook in de zeereep tussen Koningsbos en Meijendelseslag gaan we schapen inzetten. Op andere plekken wordt vooral de runderbegrazing uitgebreid. In de zeereep worden proeven genomen om meer verstuiving op gang te brengen. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met het Hoogheemraadschap van Rijnland. Ik ben daar blij mee want dit soort verstuivingsprojecten kwam tot nu toe nog niet goed van de grond.”
Meer verstuivingen, meer dynamiek
Vooral die nieuwe verstuivingen zijn volgens Hans belangrijk. ”Op die manier worden vegetatie en bodem echt verjongd. Alleen begrazing en maaibeheer leiden uiteindelijk tot ’golfbanisering’ van het duinlandschap. Overal glooiende, kort geschoren grasveldjes maar nergens kaal zand en natuurlijke dynamiek. Op zich niet verkeerd, hoor. Zo blijven de duinplantjes allemaal behouden. Maar op langere termijn moeten de natuurlijke processen centraal staan. Meer verstuivingen, meer dynamiek.” Na deze wijze woorden nemen we afscheid van de schapen. Ook voor ons zit de dag er op. Kees Vertegaal is zelfstandig ecologisch adviseur
Stille getuigen van oorlogsverleden op Harilaid: loopgraven en hakenkruis. Vegetatie met knikkend wildemanskruid en muurpeper. Foto: Antje Ehrenburg
lende kusttypen: klifkusten, kiezelkust, zandige kust met duinen, slibrijke kust en een kunstmatige ’harde’ kust. De duinsystemen liggen meestal geïsoleerd, zijn relatief laag, meestal niet heel breed en vaak met dennen begroeid. In Estland ligt het achterland hoog en worden kusten dus niet als zeewering onderhouden zoals in Nederland. In Rannametsa zagen we - meer landinwaarts - een veel ouder en hoger duinsysteem. Op het schiereiland Harilaid is de kust juist heel jong en dynamisch: zand- en kiezelkusten zijn daar continu in beweging. De inmiddels in zee staande vuurtoren geeft wel aan dat daar enorme kustafslag plaatsvindt. Naast prachtige dynamische processen en mooie kalkrijke duinvegetaties met volop korstmossen zag ik daar ook grauwe klauwieren en bontbekplevieren.
Ongerept, verlaten en beladen
Opmerkelijk aan de kusten in Estland is de relatieve ongereptheid en verlatenheid ervan. Dit houdt verband met de relatief recente historie van Sovjetoverheersing: bijna 50 jaar lang was de gehele kust voor iedereen streng verboden gebied, behalve voor militaire grensbewakers. Daarmee is de kust tegelijkertijd ook een ’beladen landschap’. Want wat is daar niet allemaal gebeurd? In de Sovjettijd hebben mensen tevergeefs vanaf deze kusten geprobeerd te vluchten. Slechts enkelen bereikten de overkant in Zweden. Ook zijn er vanaf de kust vele duizenden mensen gedeporteerd, onder wie Urve haar eigen grootouders.
Kusten van Estland De kusten van Estland… daar had ik al vaak van gedroomd: open bossen, verlaten weilanden in bloemenpracht eindigend op ongerepte stranden… Een koorreis in juni 2011 naar Estland bood me een kans! Met kustgeograaf Are Kont en botanist Urve Ratas (Universiteit van Tallinn) maakte ik een kustexcursie langs de mooiste kliffen, stranden en duinen van Estland. Wie weet gaat u dit binnenkort zelf ook ontdekken? A ntje E hrenburg Duinen van Vääna met dennen, noordkust ten westen van Tallinn. Foto: Antje Ehrenburg
Vogelwikke
Foto: Antje Ehrenburg
16
Estland, de noordelijkste van de drie Baltische staten, is aan zowel noord- als westkant omringd door zee. Het heeft een lange kustlijn van bijna 3800 km en vele eilanden. Estland is iets groter dan Nederland, en ongeveer de helft van het land
Zandanjer
Foto: Antje Ehrenburg
bestaat uit bos: vooral grove den, fijnspar, berk en es. Ook is er veel moeras en veen. Het is dunbevolkt en heeft een complexe historie van vele overheersingen. Sinds 1991 is Estland een onafhankelijke democratische republiek, en behoort sinds 2004 bij de EU. Het land heeft de afgelopen 20 jaar snelle ontwikkelingen door gemaakt, vooral op IT- en zakelijk gebied, maar op het platteland is de toekomst onzekerder: de ooit bloeiende landbouw komt nu amper van de grond, er is veel werkloosheid. Er zijn vijf Nationale Parken, waarvan er drie langs de kust liggen.
Nu en toekomst
Sinds 1991 is de kust in Estland vrij gebied. Saaremaa is een eiland waar veel Esten op vakantie gaan, toch zijn er vrijwel geen grote badplaatsen met vakantiewoningen zoals wij die kennen. Wettelijk is ook bepaald dat pal aan de kust niet gebouwd mag worden. De kust is dus goed beschermd en massaal toerisme zul je er niet snel aantreffen. Een bedreiging is wel dat
Verschillende kusten
De kustlijn van Estland is enorm gevarieerd. Tijdens de kustexcursie zagen we vijf verschil-
Zeekool
Foto: Antje Ehrenburg
Echte sleutelbloem Foto: Jelle van Dijk
Soldaatje
Foto: Joost Bouwmeester
steeds meer stukken kust tot op het strand door particulieren worden opgekocht. Voor het behoud van hun kust zal het voor Estland de komende jaren een uitdaging zijn om een goede kustvisie te ontwikkelen met evenwicht tussen maatschappelijk belang, economie en ecologie. Voor wie de kusten van Estland met eigen ogen wil zien: Tallinn is prima bereikbaar met een goedkope vlucht. Met een huurauto kun je Estland vervolgens zelf gaan ontdekken ! De rustige wegen zijn ook ideaal voor eindeloze fietsvakanties. Met dank aan Are Kont en Urve Ratas (Ecologisch Instituut, Universiteit Tallinn) Antje Ehrenburg is zelfstandig ecoloog en tekstschrijver www.antje-ehrenburg.nl
Knikkend wildemanskruid Foto: Jelle van Dijk
17
Duinslag F rans B eekman Een weg door de duinen van het achterland naar het strand heet langs de kust vaak een slag. Vooral in brede duinen zoals bij Wassenaar, Bloemendaal, Castricum of Bergen kan zo’n slag kilometers lang zijn. Als voorbeeld volgt hier de Wassenaarse Slag, die ooit naar het nu verdwenen vissersgehucht Berckheijde liep.
Blauwe kiekendief
Toekomst op Waddeneilanden onzeker
Na het ontstaan van de duinstrook in de Middeleeuwen was het voor de mensen uit de dorpen achter de duinen een lange en moeizame weg naar het strand, waar ze schelpen verzamelden en met sleepnetten garnalen of platvis vingen. Slag komt van wagenslag, een onverharde weg door wagenwielen gemaakt of ’geslagen’. De Wassenaarse Slag kronkelde door de duinen, want uiteraard volgde de weg zo veel mogelijk de vlakke en laagste delen van het zandige terrein. De weg begon bij Duinrell in Wassenaar en heette er Schulpweg, nu de Katwijkseweg. Hier en daar was de zeeweg met schelpen verhard. In de 19e eeuw passeerden dagelijks wel 60 karren met schelpen voor de kalkbranderijen in het achterland. Na 1900 begon de recreatieve ontwikkeling op het strand en in de duinen langs de Noordzee. Al in 1904 werd in de luwte van de zeeduinen een houten uitspanning met een koetshuis gebouwd. Voor de kinderen waren er wat speeltoestellen. In 1909 volgde bij zee een eenvoudig strandpaviljoen. In het aangrenzend duin lag de Ezelswei, waar de grauwtjes verbleven na de ritjes met kinderen op het strand. In 1937 kwam op de plaats van de houten uitspan-
Waddeneilanden en blauwe kiekendieven horen bij elkaar. Dat was tenminste jarenlang het geval. Of het nu zomer of winter was, op de eilanden had je een goede kans deze roofvogel te zien. Die kans wordt helaas steeds kleiner. J elle
van
D ijk
Tot halverwege de vorige eeuw was de blauwe kiekendief een zeldzame broedvogel in ons land. Je kon hem vinden in grote moerasgebieden als De Peel en de Wieden. Pas in 1940 vestigde deze soort zich op de Waddeneilanden (Ameland). Met de drooglegging van Oostelijk- en Zuidelijk-Flevoland ontstonden uitgestrekte rietmoerassen waar de blauwe kiekendief zich snel thuis voelde. Hierdoor nam het aantal broedvogels in ons land met enkele tientallen toe. Ondertussen ging het de populatie op de Waddeneilanden ook voor de wind. De blauwe kiekendieven in Flevoland verdwenen vrijwel toen rietvelden werden omgezet in landbouwgrond. Alleen in de Oostvaardersplassen bleven nog tot in het begin van deze eeuw enkele paren broeden. Door de toename op de Waddeneilanden bleef het landelijke aantal stijgen: omstreeks 1980 circa 120 paren. Ameland en Terschelling vormden in die tijd het bolwerk met samen ruim 50 paren. Op Texel broedde de eerste blauwe kiekendief pas in 1978. In 1994 werd het landelijke maximum van 140 paren bereikt. Hierna nam het aantal paren af; eerst langzaam, maar na de eeuwwisseling steeds sneller. In 2011 telde ons land nog maar 20 paren.
Bruine neemt toe, blauwe neemt af Onderzoek op de Waddeneilanden heeft aangetoond dat vooral de overleving van de uitgevlogen jongen te laag is om de populatie in stand te houden. Dit kan te maken hebben met een gebrek aan prooidieren. Enerzijds komt dit door veranderingen in het open duinlandschap zoals de toegenomen begroeiing met grassen en struiken. Hierdoor zijn er minder prooien zoals kleine zoogdieren en vogels bereikbaar. Wellicht nog belangrijker is de toename van andere roofvogels. Op alle Waddeneilanden nam het aantal bruine kiekendieven fors toe. Zo broeden bijvoorbeeld op zowel Texel als
18
Blauwe kiekendief Foto: Jan Hendriks
Ameland tegenwoordig ruim 25 paren. Ook buizerd en havik hebben zich op de eilanden gevestigd. Deze ontwikkelingen hebben ongetwijfeld tot voedselconcurrentie geleid.
Wel in trektijd en winter Gelukkig zien we in de winter nog wel op veel plaatsen blauwe kiekendieven. Onze broedvogels trekken zuidwaarts, maar vanuit Scandinavië komen enkele honderden kiekendieven bij ons doortrekken en overwinteren. De wintervogels houden er gemeenschappelijke slaapplaatsen op na in veelal ontoegankelijke plaatsen zoals uitgestrekte rietvelden. Dat er met name in het kustgebied heel wat blauwe kiekendieven doortrekken, blijkt uit de tientallen die jaarlijks worden gezien op regelmatig bezette trektelposten zoals de Vulkaan bij Kijkduin en de Puinhoop bij Katwijk.
Toekomst als broedvogel in graanvelden Toch zal de blauwe kiekendief vermoedelijk niet als broedvogel uit ons land verdwijnen. Sinds 2009 zijn namelijk enkele paren gaan broeden in de graanvelden van NO-Groningen, het gebied waar de Werkgroep Grauwe Kiekendief actief is met nestbescherming. Dat het broeden in graanvelden een goed alternatief is voor het broeden in de duinen, leert ons de situatie in Frankrijk. In de eindeloze graanvelden van Noord- en Midden-Frankrijk broeden tegenwoordig zo’n 10.000 paren! Ook in Duitsland is het broeden in graanvelden geen onbekend verschijnsel. De naam Kornweihe wijst al in die richting. Maar of de blauwe kiekendief zich in duinen van het Waddengebied als broedvogel zal hand haven, is hoogst onzeker. Jelle van Dijk is vrijwilliger voor diverse natuurorganisaties
nr. 4 | december 2013
Aan het einde van de Wassenaarse Slag bij het strand (poststempel 1927). Uitgave Nauta,Velsen. Collectie F. Beekman
ning het hotel-restaurant Duinoord. Na 1950 volgden er meer strandpaviljoens en ook de reddingsbrigade.
Berckheijde
Ongeveer een kilometer ten noorden van de huidige strandpaviljoens lag in de Middeleeuwen het vissersgehucht Berckheijde. In 1396 werd toestemming verleend bij het kustduin ’daerof een heide te maken’. Het gaat hier niet om een heideveld, maar om een (h)ijde of hide: een haventje aan een geul in de buitenduinen, waar ene Berck de naamgever was. Aan de Vlaamse en Zeeuwse kust kwamen dergelijke strandhaventjes meer voor, zoals Koksijde, Raversijde, en Paalvoetsijde bij het dorp Westenschouwen. Aan de Hollandse kust lagen Ter Heijde en Berckheijde. In de 15e eeuw telde Berckheijde maximaal tien visserspinken, die dicht langs de kust visten voor de bewoners van Wassenaar en Voorschoten. Omstreeks 1600 was na zware stormvloeden met kustafslag het dorpje al weer verdwenen. In de buurt liggen nog de duinvalleien Klein en Groot Berkheide. In Katwijk herinnert de familienaam Van Berckhey aan de mensen uit dit dorp en ook kennen we de Leidse natuuronderzoeker Johannes le Francq van Berkhey uit de 18e eeuw. Het zal de lezer(es) wel duidelijk zijn waarom er aan het einde van de Wassenaarse Slag nooit een Wassenaar aan Zee heeft gelegen ! Dr. F. Beekman is oud-leraar aardrijkskunde
Stuifduin Nieuws over beleid, beheer en bedreigingen LIFE+: Grote werkzaamheden in AWD
Waternet geeft de natuur in de Amsterdamse Waterleidingduinen deze winter een extra impuls dankzij een grote LIFE+ subsidie van de Europese Commissie. Het afgelopen jaar is op het Groot Zwarteveld en het Eiland van Rolvers de verruiging aangepakt door 9 ha te klepelen, 2,4 ha te plaggen en op 0,7 ha de stobben van Amerikaanse vogelkers te rooien. Plaggen is het weghalen van de bovenlaag. Duineigen planten krijgen hier weer volop de ruimte. Ook zijn 20 verruigde en verlande poelen uitgebaggerd, en is een deel van de oeverbegroeiing verwijderd zodat het zonlicht beter het water kan bereiken. Straks ziet u weer levendige poelen met kranswieren, kleine watersalamander en gevlekte witsnuitlibel.
Bezwaar tegen verleende ontheffing Flora- en faunawet
Kustversterking Katwijk. Foto: René van Rossum
Groot Zwarteveld in de AWD wordt geplagd. Foto:Waternet
Deze winter worden ook verschillende vergraste duingraslanden in het zuidelijk deel van de AWD onder handen genomen. Op en rond het Haasveld wordt 8 ha geplagd en 30 ha geklepeld. Daarnaast creëert Waternet stuifkuilen, bij elkaar zo’n 2,3 ha. We helpen hiermee de verstuivingsdynamiek van het duin weer op gang te brengen. Rond het Zegveld is sprake van veel opslag van de invasieve Amerikaanse vogelkers in het struweel. Hier wordt 25 ha vogelkers verwijderd, en vervolgens worden deze 25 ha geplagd zodat ook de zaadbron van vogelkers weg is. U zult op uw door-de-weekse winterse wandeling de komende tijd wel af en toe transportauto’s kunnen tegenkomen, want al het vrijkomend materiaal wordt afgevoerd uit het duingebied. We hopen op uw begrip. Meer weten? U kunt mee met speciale LIFE+ excursies, zie ook www.waternet.nl/life Ook op Goeree vindt deze winter bij de duinen van Strand Noord herstelwerk plaats in kader van LIFE+, zie www.natuurmonumenten.nl/duinherstel-0
een ’onderduinse’ parkeergarage. Daarmee worden de duinen versterkt en bovendien nog multifunctioneler dan zij al waren. Op 1 april 2014 is deze fase gereed en start het nieuwe strandseizoen. Eind 2014 wordt het werk afgerond. Belangstellenden kunnen het werk volgen vanaf drie uitkijkpunten. In dit project werken gemeente Katwijk, hoogheemraadschap van Rijnland, provincie Zuid-Holland en Rijkswaterstaat samen aan een veilige Katwijkse kust. Voor de aanlevering van materiaal wordt gebruik gemaakt van een tijdelijk bouwweg achter de duinen (in- en uitgang nabij hotel Savoy). Hierdoor wordt de Boulevard niet gebruikt voor grote transporten en blijft Katwijk ook tijdens de uitvoering goed bereikbaar. Meer informatie kunt u vinden op: www.kustwerkkatwijk.nl
20
In Zeeuws Vlaanderen heeft de lokale natuurbeschermingsvereniging ’t Duumpje mede namens Stichting Duinbehoud bezwaar gemaakt tegen de verleende ontheffing van de Flora- en faunawet voor het project ”Duinhof Oost Cadzand-Bad”. Dit project betreft de bouw van 26 woningen en 60 appartementen en wordt gerealiseerd binnen het leefgebied van de beschermde boomkikker. De gunstige staat van instandhouding van de boomkikker wordt hiermee bedreigd. De bezwaren richten zich vooral op de kwaliteit van de gekozen compensatie, die geprojecteerd is binnen het plangebied van het nieuwe huizenproject Duinhof Oost Cadzand-Bad. Deze locatie voldoet niet aan de eisen van een duurzaam verantwoorde landbiotoop voor de boomkikker. Bovendien wordt er geen rekening gehouden met een noodzakelijk overwinteringsbiotoop.
Damhert houdt de gemoederen bezig. Foto: Joost Bouwmeester
De damhertenkwestie heeft veel verschillende kanten. Stichting Duinbehoud heeft haar standpunt bepaald in overleg met de duinconsulenten van Zuid-Kennemerland. Duinbehoud vindt dat damherten een wezenlijke bijdrage leveren aan het tegengaan van het dichtgroeien van de duinen en vindt jacht in de duinen momenteel niet nodig. Het complete standpunt van Duinbehoud is te vinden op www.duinbehoud.nl
Texelse Slufter dicht
In de zomer van 2013 slibde de geul die de Texelse Slufter met de zee verbindt plotseling dicht. De kwelder werd na eeuwen niet meer voorzien van zeewater. Was het toeval dat twee weken eerder de geul was verlegd, zoals om de vier jaar gebeurt vanwege de kustbescherming? Een te brede opening aan de Noordzeekant zou bij extreme omstandigheden schadelijk kunnen zijn. Maar ja, een Slufter zonder zout is geen kwelder meer, het wordt een duinvallei. Staatsbosbeheer was niet blij, maar zag het nog even aan. Tot na een paar weken de geul toch weer werd opengeschoven door het hoogheemraadschap. Nu meandert de geul aan de zuidkant van het gebied, en hij verandert met elke windrichting en -kracht. De natuurbeheerders onderzoeken nu of het nog wel nodig is kunstmatige ingrepen te plegen aan de Sluftergeul. Als dat niet meer nodig is kan de sluftergeul, en de natuur, zijn vrije loop hebben.
Twee kilometer natuurvriendelijke oever
Van 16 september tot eind november heeft Waternet bijna twee kilometer van de oeverzone van het Noordoosterkanaal in de Amsterdamse Waterleidingduinen een natuurvriendelijke inrichting gegeven. Een jaar geleden stond in DUIN al een ‘droom-wandeling’ beschreven voor deze plek. Er is nu een grote variatie in de oever aangebracht, zodat verschillende planten en Boomkikker. Foto: Joost Bouwmeester
Actief beheer damhertenpopulatie?
Kustversterking Katwijk van start
Op 1 oktober is in Katwijk gestart met de kustversterking. Doel is de primaire waterkering van Katwijk te verbeteren zodat deze weer aan de wettelijke veiligheidseisen voldoet. De komende winter bestaan de werkzaamheden uit zandsuppletie, de aanleg van een dijk aan de zuidkant van de boulevard waar een duin overheen komt (de zogenaamde dijk- in - duin), en de aanleg van
dieren er hun plek kunnen vinden. Er zijn poelen gemaakt die geschikt zijn voor libellen, met geleidelijke overgangen van droog naar nat. Hiervan kan vegetatie van vochtige duinvalleien profiteren met bijvoorbeeld bijenorchis en parnassia. Op een aantal plaatsen zijn ondiepe baaien gemaakt die gunstig zijn voor moerasvegetatie, watervogels, waterspitsmuis en vissen. Wandelend aan de overkant van het kanaal kunt u de ontwikkeling mooi volgen.
Nieuwe poel in natuurvriendelijke oever Noordoosterkanaal. Foto: Joost Bouwmeester
nr. 4 | december 2013
De laatste maanden is veel te doen geweest om het al dan niet beheren van de damhertenpopulatie in en rond de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD). Voor- en tegenstanders van actief ingrijpen lieten zich horen. De gemeenteraad van Amsterdam heeft zich op 11 september uitgesproken vóór actief ingrijpen in de AWD (lees: jacht). Amsterdam wil de populatie damherten geleidelijk terugbrengen tot een aantal dat beter past bij het natuurgebied en minder schade en overlast veroorzaakt. Amsterdam gaat binnenkort vergunningen aanvragen bij de provincies Noord- en Zuid-Holland.
Monding van de Slufter: dynamische processen winnen het van mensenhand. Foto: Sytske Dijksen www.fotofitis.nl
21
Recensies
De kwakende koe, fabels en duinverhalen De kwakende koe is een intrigerende titel, maar het woord ’fabels’ in de subtitel geeft een deel van de verklaring. In dit boek zijn 24 hoofdstukken samengebracht. Zij gaan voornamelijk over Meijendel bij Wassenaar en het aangrenzende strand, maar soms wordt een uitstapje gemaakt naar een ander duingebied. De hoofdstukken, een bonte afwisseling van fabels, dierenverhalen en meer realistische duinverhalen, hebben elk een lengte van drie tot vijf pagina’s en zijn alle geschreven in een vlotte en toegankelijke stijl. Gewend als ik ben aan het lezen van artikelen met tabellen, grafieken en statistische analyses is het lezen van dit boek een luchtig tijdverdrijf (maar ook leerzaam!). De auteur (zij is lid van de Vogelwerkgroep Meijendel) is erin geslaagd haar kijk op flora en fauna van de duinen op een heel persoonlijke manier onder de aandacht te brengen. Tegelijkertijd weet zij de planten en dieren (en de duinkabouters van de boerderij Meijendel) een dusdanige rol te laten spelen dat je er als lezer veel van opsteekt; je nieuwsgierigheid wordt steeds weer geprikkeld. De rode draad in deze bundel is toch wel de sterke band, die de auteur voelt met het duin. De combinatie van deze band en haar scherpe observatievermogen hebben geleid tot een waardevolle aanwinst in de collectie van duinboeken. Het boek geeft onder andere een goed onderbouwde analyse van het Sint-Janskruid, maar het geeft ook antwoord op vragen als waarom alle dieren tam worden van kip, en waarom een meidoornmantel zo goed is voor een reekalf. Onlangs had ik het geluk zelf de kwakende koe te zien, inderdaad in de Libellenvallei ! De kwakende koe. Yolande de Kok. Uitgeverij Gopher, Amsterdam, 2013; 108 pagina’s. ISBN 9789051798470. € 16,90 Recensent: Adri Remeeus
22
Natuurmonument ”De Beer” Over het vroegere Natuurmonument ”De Beer” bestaat niet alleen een boek, maar ook een prachtige website. Dick van der Laan refereert hier elders in dit nummer aan. Wij brengen deze site graag onder uw aandacht, omdat hij zo mooi is en zo uitvoerig op het onderwerp ingaat. De website begint met een overzichtelijke startpagina. Onder de prachtige foto van de visdievenkolonie kunt u kiezen uit: historie, landschap, vogels, mensen, documenten, beelden. Elk van deze keuzemogelijkheden voert naar een verdieping lager in de website en geeft toegang tot een schat aan informatie over alle mogelijke onderwerpen, die met de rijke geschiedenis van dit landschap te maken hebben. Het meest bijzonder zijn de vogelwaarnemingen. De eerste waarnemingen zijn die van 1930 in het boek ”Het Vogeleiland”, waarmee ”De Beer” wordt bedoeld. En in die zin uniek voor zijn tijd. Eigenlijk is dat unieke karakter van ”De Beer” pas na 1872 tot stand gekomen. Curieus is het, dat het ontstaan van ”De Beer” te danken is aan een eerdere uitbreiding van de Rotterdamse Haven. Men zocht een betere toegankelijkheid tot het Rotterdamse Havengebied, dat toen nog dichtbij de stad Rotterdam lag. Het steeds uitbaggeren van de Maas hielp niet echt: bij elke eb- en vloedbeweging kwamen er telkens weer tonnen zand in de vaargeul. Een schier ongelijke strijd! Het in 1830 gegraven kanaal door Voorne, dat vanaf Rotterdam via de Botlek bereikbaar was, heeft maar 40 jaar soelaas geboden. De uiteindelijke oplossing was het graven van de Nieuwe Waterweg onder leiding van Ir. Caland. De ”Hoek van Holland” kwam te liggen op de plaats van het huidige Hoek van Holland en de landtong van Rozenburg werd verbonden met ”De Beer”. Door zijn geïsoleerde ligging kwam een ongelooflijk groot rustgebied voor de natuur tot stand. Talloze kaarten op de website onder de tab ’landschap’ maken dit duidelijk. Prachtig zijn de vele foto’s onder de tab ’beelden’. Op de eerste pagina van de website is te zien, dat de website springlevend is. Er zijn vele interessante toevoegingen. Ook het boek ”Een eersteklas landschap, de teloorgang van natuurmonument ”De Beer” is via de website nog steeds te bestellen. www.natuurmonumentdebeer.nl Recensent: Julius Röntgen
Ook voor websites
In deze rubriek zullen we de komende tijd meer aandacht gaan besteden aan websites die aandacht geven aan duingebieden. En dan websites, die geen onderdeel zijn van een groter geheel, maar zelfstandig een duingebied onder de loep nemen en dan ook aan alle denkbare facetten daarvan aandacht schenken. De website moet actueel, goed onderhouden, zo mogelijk interactief en interessant zijn voor de lezers van DUIN. Dat betekent, dat bezoekers van de website, mogelijkheden hebben om toevoegingen of verbeteringen voor te stellen. En websites die niet ontsierd worden door storende reclames, die niets te maken hebben met het onderwerp.
Komt u uw hele leven al in de duinen ?
Draag t u Stichting Duinbehoud een warm hart toe? Wilt u ook na uw dood iets blijven betekenen voor de Nederlandse duinen ?
Overweeg dan een legaat
Veldgids Paddenstoelen De nieuw verschenen Veldgids Paddenstoelen is een echte veldgids. De 500 meest gemelde soorten plaatjeszwammen en boleten van Nederland (95% van alle meldingen, 25% van alle soorten) staan erin beschreven. Driekwart van alle soorten betreft dus zeldzame soorten, en deze staan er niet in. Maar heel veel paddenstoelen die je in het veld tegenkomt kun je met deze gids dus wel op naam brengen. Daartoe geven de auteurs eerst heel goed aan hoe je in het veld te werk moet gaan, en op welke kenmerken je moet letten, zoals kleur van de sporen, velum, hoed, lamellen en buisjes, steel, kleur, geur en smaak. Een loep is onontbeerlijk, een microscoop is voor gebruik van deze gids niet nodig (als dat wel nodig is wordt het vermeld). Hoe determineer je vervolgens een paddenstoel? Met de startsleutel kom je uit op één van de groepsleutels, bijvoorbeeld de boleten, melkzwammen, amanieten, bundelzwammen, parasolzwammen e.d. Met deze groepsleutel kom je vervolgens - als het goed is - op de soortnaam uit. De soorten vind je op alfabetische volgorde in het tweede deel van de gids: steeds drie soorten op twee pagina’s, met links uitstekende veldfoto’s en rechts de soortbeschrijvingen (kenmerken, ecologie, verspreiding en eventuele gelijkende soorten, Rode Lijst- status). De gids is bijzonder prettig geschreven, praktisch in gebruik en geeft heel duidelijk aan wat wel en niet behandeld wordt. Dankzij de goed te volgen sleutels is voor een ieder met een beetje basiskennis voortaan elke algemene plaatjeszwam en boleet in Nederland goed op naam te brengen. Zo’n gids bestond in Nederland nog niet. Ik denk dat deze gids daarom zeer welkom is voor veel veldmensen. Een gids die uitnodigt om naar paddenstoelen te gaan kijken en ze op naam te brengen ! Veldgids paddenstoelen; plaatjeszwammen en boleten. Nico Dam en Thomas W. Kuijper. KNNV Uitgeverij, Zeist, 2013; 423 pagina’s. 14,5 x 21,5 cm. ISBN 9789050114639. € 39,95 Recensent: Antje Ehrenburg
nr. 4 | december 2013
om Stichting Duinbehoud in uw testament op te nemen. Meer info via ons kantoor: 071-5143719 en bij uw notaris
Bestel Duinen en mensen
(complete reeks van Kennemerland tot Texel) via Duinbehoud voor slechts E 65,- Hoe? Mail naar
[email protected] en u hoort verdere procedure. Een deel van de opbrengst is voor Duinbehoud. Als u zich meteen ook aanmeldt als nieuwe donateur ontvangt u tevens gratis de DVD ”Gedragen voor de wind” over Goeree. Zie ook www.duinenenmensen.nl
Duin & water ontdekken en beleven
De Tapuit - Bezoekerscentrum Dunea voor jong en oud! Activiteiten binnen en buiten Educatieve informatie, opgezette dieren, excursies, speelbos, waterspeelplaats, kinderspeurtochten, etc.
Welkom in bezoekerscentrum De Kennemerduinen Voor informatie of een natuurexcursie, maar ook voor uw vergadering, training, bedrijfsuitje, borrel, een kinderpartijtje of een familiedag. Het Duincafé biedt lekkere drankjes en hapjes, werkt zoveel mogelijk met lokale en biologische producten en verzorgt catering op maat. Meer informatie op www.np-zuidkennemerland.nl
www.dunea.nl www.facebook.com/DeTapuit Twitter: @detapuit
www.pwn.nl
131467_Adv_PWN_Duin_4_kw_2013_DEF.indd 1
23
23-10-13 12:28
Snotterbeziën In de winter verliezen de meeste bomen hun bladeren. De bossen worden doorzichtig. Ons inheemse naaldhout blijft echter groen. Na de IJstijden wist de jeneverbes ons land en onze duinen op eigen houtje, zoals dat toepasselijk heet, te bereiken. Later volgden grove den, en ongeveer 5000 jaar geleden de taxus. Een andere naam voor naaldboom is conifeer, wat kegeldrager betekent. Taxus en jeneverbes hebben echter niet iets dat op een dennenappel lijkt, maar hebben (schijn)bessen. Bessenminnende vogels zullen voor de zaadverspreiding gezorgd hebben. De jeneverbes is inmiddels vrijwel uit de duingebieden verdwenen; hier en daar staat er een enkele op een waddeneiland of in Noord-Hollands kop. Ook de grove den was vrijwel verdwenen, maar is door aanplant in de laatste dikke eeuw algemeen geworden. De taxus is evenzo veel aangeplant, vooral op landgoederen in de binnenduinen en op de Oude Duinen. Ook in Meijendel staan er vele. In de Amsterdamse Waterleidingduinen weet ik maar één exemplaar te staan, meer dood dan levend. Met 22 meter is een taxus op Huys te Warmont vermoedelijk de hoogste en wellicht ook de oudste taxus
van Nederland. Geschat wordt dat hij uit 1600 - 1700 stamt (een boom stamt). Taxussen zijn trage groeiers, maar ziek worden ze niet snel en van onze bomen hebben ze de hoogste levensverwachting. Ze zijn zuinig op hun naalden, die acht jaar functioneren, en hebben weinig voedsel en licht nodig. In een ver verleden leverden ze buigzaam hout dat van pas kwam om handbogen te maken. Zo verdween de taxus grotendeels. De bijbehorende pijlen werden niet zelden voorzien van een aftreksel van de naalden, die bijzonder giftig zijn. Een Hollandse naam is dan ook venijnboom. Alles eraan is giftig, behalve de bes. Een beschadigde pit is wel weer giftig. De bessen zijn lekker te noemen, al zijn ze slijmerig. De taxus dankt er zijn oude bijnaam snotterbezieboom aan. En of dit niet genoeg is: hij is ook algemeen bekend onder de naam ijf. Peter van den Berg
Foto: Joost Bouwmeester