Accountants | Belastingadviseurs Bedrijfsadviseurs | Overnamespecialisten Salarisadministrateurs | Estate Planners Recoveryspecialisten
2011 Informatiebrochure met daarin onder meer: -
wijzigingen die in 2011 van kracht worden
-
eindejaarstips
-
crisismaatregelen
-
stimuleringsmaatregelen woningmarkt
december 2010
De Ruijterstraat 2, 2231 RV Rijnsburg | T 071-402 16 21 F 071-402 92 08 |
[email protected] www.driebergenaccountants.nl | Beconnummer 207 895
Driebergen Accountants is een samenwerkingsverband van registeraccountants, accountants-administratieconsulenten en federatie-belastingadviseurs. Op al onze werkzaamheden zijn algemene voorwaarden van toepassing. Deze worden u op verzoek toegezonden.
Inhoud 1.
Wijzigingen in 2011 a. de werkkostenregeling b. verlaging tarief vennootschapsbelasting c. fiscale voordelen (zeer) zuinige auto’s en oudere auto’s d. wijziging peildatum box 3 e. omzetbelasting f.
fiscaal partnerschap
g. heffings- en invorderingsrente h. versobering VAMIL, MIA en EIA 2.
Eindejaarstips
3.
Crisismaatregelen a. verruiming verliesverrekening in de vennootschapsbelasting b. versnelde afschrijving
4.
Stimuleringsmaatregelen woningmarkt a. 6% BTW bij renovatie b. behoud hypotheekrenteaftrek c. herleving hypotheekrente na verhuur d. verlenging termijn doorverkoop
5.
Diverse onderwerpen a. zakelijk lenen bij de eigen B.V. b. zakelijk lenen bij de eigen B.V.: hoge rente gunstig! c. waardering van TBS-vorderingen op uw B.V. d. voordelen Tante Agaath-lening ingeperkt e. stimuleringsregeling speur- en ontwikkelingswerk (WBSO)
Colofon
1
1. Wijzingen in 2010 a. de werkkostenregeling Per 1 januari 2011 wordt een nieuwe regeling ingevoerd rond belaste en vrijgestelde vergoedingen voor uw werknemers. Met de nieuwe regels, de zogenaamde werkkostenregeling, wordt op een andere wijze bepaald of u belasting moet betalen over vergoedingen en verstrekkingen voor uw personeel. Soms biedt de nieuwe regeling ruimte voor nieuwe onbelaste vergoedingen voor uw werknemers. Onder vergoedingen en verstrekkingen worden verstaan alle uitgaven die u, naast salaris, pensioen, auto en studie, aan uw werknemer vergoedt of voor hem of haar betaalt. U kunt daarbij denken aan vaste onkostenvergoedingen, de vergoeding voor een mobiele telefoon of de telefoon thuis, het kerstpakket of personeelsuitjes en -activiteiten. Andere, meer strikt zakelijke vergoedingen zoals reis- en verblijfkosten, zakelijke autokosten, de zakelijke mobiele telefoon en laptop, kunnen volledig onbelast worden vergoed en vallen buiten de heffingsgrondslag van deze regeling. Hierna treft u een overzicht van voorbeelden aan van kosten die wel en niet onder de regeling vallen. Onder de werkkostenregeling blijven alle vergoedingen en verstrekkingen aan personeel onbelast zolang het totaalbedrag daarvan niet meer bedraagt dan 1,4% van de totale fiscale loonsom. Komen de vergoedingen en verstrekkingen boven dat bedrag uit, dan moet over het meerdere 80% loonheffing worden afgedragen. Mogelijk wordt het percentage van 1,4% nog verhoogd (tot 1,5%). Rekenvoorbeeld Stel dat u aan vergoedingen en verstrekkingen op jaarbasis € 5.000 uitgeeft. Vanaf 2011 moet bepaald worden wat de maximale ruimte is om belastingvrij deze vergoedingen te kunnen verstrekken. Die ruimte is 1,4% van de fiscale loonsom. Bij een fiscale loonsom van € 250.000 kan maximaal € 3.500 onbelast worden vergoed. De overschrijding bedraagt dan € 1.500 en daarover is € 1.200 (80% van € 1.500) loonheffing verschuldigd. Dat betekent een forse verhoging van uw loonkosten, omdat de verstrekkingen en vergoedingen in veel gevallen nu geheel belastingvrij zijn. Bij de invoering van de regeling is afgesproken dat er gedurende drie jaar een overgangsregeling geldt. Voor de jaren 2011, 2012 en 2013 kan gekozen worden voor de werkkostenregeling of voor de oude regeling. Wordt gekozen voor de nieuwe regeling dan moet uw administratie daarop ingericht worden. U moet dus snel beslissen van welke regeling u in 2011 gebruik wilt maken. Het kan aantrekkelijk zijn om de nieuwe regeling al vanaf 2011 toe te passen, met name wanneer u gewoonlijk minder uitgeeft voor vergoedingen en verstrekkingen dan de hiervoor genoemde maximale ruimte. Deze keuze is niet zo maar te maken. Het is van belang goed inzicht te hebben in de kosten die u voor uw werknemers maakt. Dan kan vastgesteld worden welke vergoedingen en verstrekkingen onder de nieuwe regeling vallen. Wij zijn u daarbij graag ten dienste.
2
Voorbeelden van vergoedingen en verstrekkingen die onder de werkkostenregeling vallen Kerstpakketten en andere kleine geschenken (niet een fruitmand bij ziekte) Cadeaus met verjaardagen, huwelijk en dergelijke Niet-verhaalde verkeersboetes Parkeer-, veer- en tolgelden (voor privé-auto’s van werknemers) Bedrijfsfitness buiten de werkplek Contributie van personeelsverenigingen Contributie voor vakvereniging Internet thuis Personeelsfeesten en personeelsreizen Reiskostenvergoedingen van meer dan € 0,19 per kilometer Rentevoordeel van aan personeel verstrekte leningen (niet voor de eigen woning bestemd) Vakliteratuur thuis Werkkleding die mee naar huis gaat en geschikt is om ook thuis te dragen Werkruimte bij de werknemer thuis Persoonlijke verzorging Vergoeding van schade wegens diefstal tijdens de vervulling van de dienstbetrekking Voorbeelden van vergoedingen en verstrekkingen die niet onder de werkkostenregeling vallen Reiskosten zakelijk en woon - werk (tot € 0,19 per kilometer) OV- of trajectkaart Studiekosten, bijscholing, congres, training Verblijfskostenvergoeding werkzaamheden elders Maaltijden als gevolg van overwerk, koopavond, dienstreizen Notebooks, laptops (mits voor 90% of meer zakelijk gebruikt) Mobiele telefoons (mits voor meer dan 10% zakelijk gebruikt) Consumpties tijdens de werktijd (niet zijnde maaltijden)
3
b. verlaging tarief vennootschapsbelasting Het tarief voor de vennootschapsbelasting wordt in 2011 verlaagd. Voor 2011 gelden de volgende tarieven: voor de eerste € 200.000 aan belastbare winst geldt een tarief van 20% (gelijk aan 2009 en 2010), voor de belastbare winst boven € 200.000 bedraagt het tarief 25% (in 2009 en 2010 nog 25,5%).
c. fiscale voordelen (zeer) zuinige auto’s en oudere auto’s (Zeer) zuinige auto’s In 2011 blijven de fiscale voordelen voor zeer zuinige auto’s ongewijzigd. Voor deze auto’s geldt een vrijstelling voor de BPM en de motorrijtuigenbelasting en een fiscale bijtelling voor het privé-gebruik van 14%. Wie nu een zeer zuinige auto rijdt profiteert in ieder geval tot 2013 van de fiscale voordelen. De regeling voor de bijtelling bij uw winst of inkomen wegens het privé-gebruik van een (bestel)auto is niet gewijzigd. De regels zetten wij nogmaals op een rijtje. De normale bijtelling bedraagt 25% van de cataloguswaarde van de auto. Om het gebruik van elektrische auto’s (zogenaamde nulemissieauto’s) te stimuleren, bedraagt de bijtelling voor dergelijke auto’s 0% voor de komende vier jaren. Voor zuinige en zeer zuinige auto’s geldt een lagere bijtelling van 20% en 14%. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: 20% bijtelling voor een zuinige auto: diesel: niet meer dan 116 gram CO2-uitstoot per kilometer overige auto’s: niet meer dan 140 gram CO2-uitstoot per kilometer 14% bijtelling voor een zeer zuinige auto: diesel: niet meer dan 95 gram CO2-uitstoot per kilometer overige auto’s: niet meer dan 110 gram CO2-uitstoot per kilometer Oudere auto’s Voor auto’s ouder dan 15 jaar wordt de bijtelling met ingang van 2011 niet langer berekend over de cataloguswaarde, maar over de waarde in het economisch verkeer (de werkelijke waarde). Die waarde kan bepaald worden door afstemming met veilingprijzen of met een taxatierapport. Het percentage van de bijtelling wordt per 1 januari verhoogd van 25% naar 35%, maar omdat de bijtelling mag worden berekend over een lagere waarde kan de bijtelling toch lager uitkomen dan onder de oude rekenregels. Rekenvoorbeeld U heeft een auto van 20 jaar oud, met een nieuwwaarde van € 30.000 en een dagwaarde van € 6.500. De bijtelling bedraagt in 2011 35% van € 6.500, ofwel € 2.275 per jaar. De bijtelling bedroeg in 2010 € 7.500 (25% over de nieuwwaarde).
4
De regeling heeft ook voordelen voor de omzetbelasting. Jaarlijks bent u immers 12% omzetbelasting verschuldigd over het bedrag van de bijtelling. Nu de bijtelling in 2011 lager wordt, bent u ook minder omzetbelasting verschuldigd, terwijl alle voorbelasting op de kosten van de auto wel verrekenbaar blijft. Tenslotte wijzen wij u er op dat er voor de motorrijtuigenbelasting (wegenbelasting) een vrijstelling geldt voor auto’s die ouder zijn dan 25 jaar. Vanaf 1 januari 2012 wordt deze vrijstelling echter bevroren. Alleen voor auto’s die op dat moment ouder zijn dan 25 jaar blijft de vrijstelling gelden. Met andere woorden: alleen voor auto’s uit 1986 en eerdere jaren (datum eerste toelating) blijft de vrijstelling gelden.
d. wijziging peildatum box 3 Tot en met 2010 gelden er bij de bepaling van het belaste box 3-vermogen twee peildata, te weten 1 januari en 31 december. Met ingang van 2011 gaat dit veranderen en geldt voor het gehele jaar nog maar één peildatum en wel 1 januari. Voor grote privé-aankopen die niet hoeven te worden aangegeven als bezitting in box 3 (denk aan auto, boot, inrichting van het huis) is het aan te bevelen deze in 2010 te betalen. Betaalt u bijvoorbeeld de nieuwe auto in de loop van de maand december dan verlaagt u daarmee de rendementsgrondslag van box 3 op 31 december, maar gelijktijdig ook voor het hele jaar 2011. U bespaart zich daarmee over 2010 en 2011 in totaal 1,8% belasting over het bedrag dat u uitgeeft aan een dergelijke privé-uitgave.
e. omzetbelasting Algemeen BTW-tarief podiumkunsten Met ingang van 2011 worden muziek- en toneeluitvoeringen en het optreden door uitvoerende kunstenaars onder het hoge tarief van 19% BTW gebracht. Dat betekent een stijging van 13% voor het toegangskaartje voor opera’s, musicals en dergelijke voorstellingen. De Eerste Kamer moet nog instemmen met deze verhoging. De BTW-kwartaalaangifte blijft Ondernemers kunnen ook na 2010 vrijelijk kiezen of zij de BTW-aangifte per maand of per kwartaal indienen. Wanneer u kiest voor kwartaalaangifte in plaats van maandaangifte kan dat een liquiditeitsvoordeel voor u betekenen, met name wanneer u doorgaans BTW afdraagt. Het voordeel betreft uitstel van betaling voor de eerste twee maanden van een kwartaal. Deze regeling was in 2009 al ingevoerd als tijdelijke crisismaatregel, maar nu is besloten de regeling structureel te maken.
5
f. fiscaal partnerschap Per 1 januari 2011 ondergaan de voorwaarden voor fiscaal partnerschap voor ongehuwd samenwonenden een flinke wijziging. Voorheen konden partners er voor kiezen elkaar als fiscaal partner aan te wijzen. Die vrijblijvendheid verdwijnt. Er is vanaf 2011 sprake van fiscaal partnerschap als voldaan wordt aan één van de volgende voorwaarden: ongehuwd samenwonenden met een notarieel samenlevingscontract; ongehuwd samenwonenden zonder een notarieel samenlevingscontract die hetzij: a. samen een kind hebben; b. samen een eigen woning bezitten; c. elkaar hebben aangewezen als partner voor een pensioenregeling. Wij adviseren u na te gaan welke gevolgen deze wijziging in uw situatie heeft. Wij zijn u daarbij graag behulpzaam.
g. heffings- en invorderingsrente Bij het opleggen van onder meer aanslagen Inkomstenbelasting en Vennootschapsbelasting wordt door de Belastingdienst bij te betalen bedragen rente berekend en bij door hen uit te betalen bedragen rente vergoed. In beide gevallen is het percentage gelijk en bedraagt in het 4e kwartaal 2010 2,5%. Met ingang van 1 januari 2011 vergoedt de Belastingdienst nog slechts 1% rente op belastingrestituties, terwijl zij wel 2,5% in rekening brengt bij verschuldigde belastingbedragen. De percentages worden ieder kwartaal opnieuw vastgesteld, met een verschil van 1,5%.
h. versobering VAMIL, MIA en EIA Vanaf 1 januari 2011 worden de regelingen Variabele afschrijving milieu-investeringen (VAMIL), Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Energie-investeringsaftrek (EIA) versoberd. De aftrekpercentages worden verlaagd. De versobering geldt in ieder geval tot 2014. Een investering in een bedrijfsmiddel dat opgenomen is in de Milieulijst MIA/VAMIL leidt tot en met 2010, afhankelijk van de categorie, tot een extra aftrek van 40%, 30% of 15% van de aanschafprijs ten laste van de fiscale winst. Deze percentages worden met ingang van 2011 bepaald op 36%, 27% en 13,5%. Onder de VAMIL-regeling kan willekeurig worden afgeschreven op investeringen die met een speciale aanduiding op eerdergenoemde Milieulijst MIA/VAMIL vermeld staan. Tot en met 2010 kon gekozen worden voor 100% afschrijving. Vanaf 2011 mag nog slechts 75% van de aanschaffings- of voortbrengingskosten willekeurig worden afgeschreven. Een investering in een bedrijfsmiddel dat op de Energielijst van het Agentschap NL is opgenomen geeft onder bepaalde voorwaarden in 2010 recht op een aftrek van de fiscale winst van 44% van het investeringsbedrag. Dit percentage wordt verlaagd naar 41,5%.
6
2. Eindejaarstips Giften: opsparen kan slim zijn Giften aan Algemeen Nut Beogende Instellingen, de zogenaamde ANBI’s, zijn aftrekbaar als deze in totaal meer zijn dan € 60 en meer dan 1% van uw inkomen. Komt u niet boven deze drempel uit, spaar uw giften dan op en schenk bijvoorbeeld eens in de twee jaar. Let wel op het plafond! Het aftrekbare bedrag is namelijk maximaal 10% van het inkomen. Wanneer u toch al regelmatig schenkt aan een goed doel, kunt u ook kiezen voor een periodieke gift. Voor zo’n gift geldt namelijk geen aftrekdrempel als u notarieel vastlegt dat u minimaal vijf jaar lang, maar uiterlijk tot het tijdstip van uw overlijden, gelijkmatig een vast bedrag aan de instelling van uw keuze schenkt. Aan een periodieke gift zijn notaris-kosten verbonden, maar veel goede doelen en kerken nemen deze kosten graag voor hun rekening als u hen aanwijst als begunstigde. Tenslotte verwijzen wij u naar www.devrijegift.nl. Deze stichting uit Katwijk biedt u de mogelijkheid om al uw giften op te nemen in een notariële akte. Hierdoor geldt er voor alle giften volledige aftrek. Dit kan u een belangrijk belastingvoordeel opleveren!
Aflossen van een kleine schuld op uw woning Heeft u niet veel hypotheekschuld meer op uw woning, dan kan het voordelig zijn deze helemaal af te lossen. Doordat u over de waarde van uw woning de zogenaamde huurwaarde moet bijtellen bij uw inkomen, is de hypotheekrente over de lage hypotheekschuld veelal niet aftrekbaar. Door de schuld helemaal af te lossen, vervalt de bijtelling. Naast de te betalen bankrente bespaart u zich mogelijk ook nog 1,2% box 3 belasting over het gebruikte spaargeld.
Kerstpakketten Het geven van kerstpakketten valt onder de zogenaamde geschenkenregeling. De totaal in een jaar gegeven geschenken (in natura!) zijn tot een waarde van € 70 (per werknemer/per jaar) vrijgesteld van loonbelasting en premies. U moet wel 20% eindheffing afdragen. U bent voor het geven van geschenken niet gebonden aan bepaalde (feest)dagen. Het is van belang dat de waarde van de kerstpakketten verwerkt wordt in de salarisadministratie van 2010. Als wij uw salarisadministratie verzorgen, ontvangen we daarom graag opgave van de waarde van de geschenken aan uw medewerkers in 2010. Wellicht ten overvloede wijzen wij u er op dat deze regeling in 2011 wijzigt. Kortheidshalve verwijzen wij naar hoofdstuk 1 van deze brochure (‘de werkkostenregeling’).
7
Vraag op tijd een nieuwe VAR-verklaring voor 2011 aan Een Verklaring arbeidsrelatie (VAR) is slechts één kalenderjaar geldig. De geldigheid van de VAR-verklaring 2010 eindigt dus op 31 december. Vanaf 1 september kunt u de VAR voor een volgend jaar aanvragen. Bent u vóór 1 november 2010 begonnen met een opdracht die doorloopt tot in 2011 (maximaal één jaar), dan hoeft u voor die opdracht in 2011 geen nieuwe VAR aan uw opdrachtgever te overleggen. Bent u na 1 november 2010 met een opdracht begonnen dan moet u in 2011 wel een nieuwe VAR aan uw opdrachtgever verstrekken. Vraag dus nu nog een nieuwe VAR aan, aangezien de Belastingdienst voor de afhandeling acht weken de tijd kan nemen. Let op: de VAR wordt per werkzaamheid afgegeven en niet per persoon. U kunt dus meerdere VAR’s hebben. In sommige gevallen hoeft voor het volgende kalenderjaar geen nieuwe VAR te worden aangevraagd. Er wordt automatisch een nieuwe VAR verstrekt als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: -
u hebt de afgelopen drie jaar een VAR aangevraagd; u hebt telkens een VAR voor hetzelfde soort werk aangevraagd; u hebt het werk onder vergelijkbare omstandigheden uitgevoerd; u hebt telkens eenzelfde VAR van de Belastingdienst ontvangen; de belastingdienst heeft de VAR’s in de tussentijd niet herzien.
Heeft u de VAR 2011 nog niet ontvangen, dan is het verstandig alsnog zelf een aanvraag in te dienen.
Schenken aan kinderen en kleinkinderen Dit jaar mag u uw kinderen tot een bedrag van € 5.000 belastingvrij schenken. Is uw kind (of diens partner) ouder dan 18 maar jonger dan 35 jaar, dan kunt u hem of haar in plaats daarvan eenmalig tot € 24.000 belastingvrij schenken. Wordt de schenking echter aangewend voor de aankoop van een huis, verbetering of onderhoud van een eigen woning, aflossing van een hypotheekschuld of voor een studie dan wordt deze vrijstelling verhoogd met € 26.000 tot € 50.000. Van deze schenkingen dient wel een notariële akte te worden opgemaakt. Kinderen die al eerder, voor 2010, gebruik hebben gemaakt van de eenmalig verhoogde vrijstelling (in 2009 € 22.760) kunnen vóór het bereiken van de 35-jarige leeftijd alsnog een eenmalige vrijstelling krijgen van € 26.000, mits het bedrag wordt gebruikt voor de aankoop van een eigen woning, ter dekking van de kosten van onderhoud van een woning of voor aflossing van een eigenwoningschuld. Wanneer u gebruik maakt van de eenmalige vrijstelling, moet u altijd aangifte doen binnen twee maanden na afloop van het jaar waarin de schenking heeft plaatsgevonden. Schenkt u meer dan de jaarvrijstelling, dan bent u schenkingsrecht verschuldigd. Het belastingtarief over de eerste schijf van het schenkingsrecht bedraagt 10%, tot maximaal € 118.000; over het meerdere is 20% belasting verschuldigd. Doet u uw kinderen een schenking van bijvoorbeeld € 45.000 zonder daarbij gebruik te maken van de eenmalige hoge vrijstelling, dan kost u dat € 4.000 (namelijk 10% van het bedrag waarover schenkingsrecht verschuldigd is, zijnde € 45.000 verminderd met de jaarlijkse vrijstelling van € 5.000).
8
Wilt u wél schenken maar wilt u niet dat uw kind al de beschikking heeft over het geschonken bedrag, dan kunt u schenken met schuldigerkenning. U leent dan het bedrag weer terug van uw kind. Graag informeren wij u over alle mogelijkheden. Schenkingen door grootouders aan kleinkinderen en schenkingen aan derden kunnen eenmaal per kalenderjaar belastingvrij worden gedaan tot een bedrag van € 2.000 (per persoon). Voor kleinkinderen bedraagt het tarief over de eerste € 118.000 18% en over het meerdere 36%! Voor derden bedragen de tarieven 30% respectievelijk 40%.
Belegging in Scheepvaart CV mogelijk interessant Met enige regelmaat wordt er geadverteerd met beleggingen in Scheepvaart CV’s. Dat kan aantrekkelijk zijn, omdat bij dergelijke beleggingsconstructies het voordeel bestaat dat de investering in twee jaar tijd geheel fiscaal kan worden afgeschreven. De initiators van de CV’s maken daarbij handig gebruik van één van de crisismaatregelen, namelijk de mogelijkheid tot versnelde afschrijving van investeringen in twee jaar. De CV’s die momenteel aangeboden worden, zijn bij oprichting georganiseerd als zogenaamde open CV’s. Daarbij worden de commanditaire vennoten aangemerkt als ondernemer, waardoor ze van de eerder genoemde fiscale voordelen kunnen profiteren. In het tweede jaar wordt de CV omgezet in een gesloten CV. De fiscale behandeling van de CV gaat dan over van box 1 naar box 2. Bij die overgang is enige belasting verschuldigd. Het fiscale voordeel van een dergelijke belegging is daardoor in het eerste jaar belangrijk groter dan in het tweede jaar. Participatie in een dergelijke CV is slechts aantrekkelijk wanneer de top van uw inkomen belast wordt tegen 52% en de aftrek uit hoofde van de belegging in de CV geheel tegen het 52%-tarief wordt afgerekend. De CV’s die nu worden aangeboden, bieden over 2010 en 2011 in totaal een belastingvoordeel van 80% van het ingelegde bedrag (mits aan de hiervoor genoemde voorwaarden wordt voldaan). Dat betekent dat uw risico in zeer korte tijd tot een beperkt bedrag wordt gereduceerd. Verder rendement hangt af van de exploitatie en uiteindelijke verkoop van het schip aan het einde van de looptijd van de CV. Wij wijzen u er op dat u deze informatie niet kunt beschouwen als een beleggingsadvies. Deze informatie is slechts bedoeld om u te informeren omtrent de fiscale achtergronden van dergelijke beleggingen. Wij adviseren u steeds goed te laten voorlichten over de relevante aspecten in uw situatie indien u overweegt te participeren in een dergelijke CV.
9
3. Crisismaatregelen a. verlenging verruiming verliesverrekening in de vennootschapsbelasting In de vennootschapsbelasting kan een negatief belastbaar bedrag over 2010 worden verrekend met een positief belastbaar bedrag over 2009 (één jaar carry-back) en van 2011 tot en met 2019 (negen jaar carry-forward). Eerder werd een crisismaatregel getroffen, waarbij tijdelijk verruiming van de mogelijkheden van carry-back werd toegestaan. Deze regeling wordt in 2011 verlengd. U heeft de keuze om een verlies over 2011 te verrekenen met drie (in plaats van één) voorliggende jaren (dus 2008, 2009 en 2010). Daar staat tegenover dat de voorwaartse verliescompensatie ingekort wordt van negen jaar naar zes jaar. U kunt er echter ook voor kiezen de normale regeling te volgen.
b. versnelde afschrijving De in 2009 ingevoerde mogelijkheid versneld af te schrijven op investeringen is wederom verlengd met één jaar en geldt nu ook voor investeringen gedaan in het jaar 2011. Dus een investering in 2011 kan in 2011 en 2012 voor maximaal 50% per jaar worden afgeschreven. De willekeurige afschrijving is van toepassing op bestel- en vrachtauto’s, computers, machines en installaties en wordt berekend over de voor afschrijving in aanmerking komende aanschaffingskosten. Bij de berekening van de afschrijving moet wel rekening worden gehouden met een restwaarde.
10
4. stimuleringsmaatregelen woningmarkt a. 6% BTW bij renovatie en onderhoud Met ingang van 1 oktober 2010 mag over arbeidskosten bij werkzaamheden aan een woning 6% BTW worden berekend. Het moet wel gaan om een woning die ouder is dan twee jaar na de eerste ingebruikname. De maatregel eindigt op 1 juli 2011. Onder renovatie- en herstelwerkzaamheden wordt verstaan het vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en onderhouden van (delen van) de woning. Het verlaagde tarief geldt niet voor materiaalkosten. Het lage tarief kan slechts worden toegepast wanneer de werkzaamheden tussen 1 oktober 2010 en 1 juli 2011 worden opgeleverd. Voor schilder- en stukadoorswerkzaamheden voor woningen van 15 jaar en ouder geldt al langer het BTW-tarief van 6%, evenals voor schoonmaakwerkzaamheden binnenshuis. Deze regelingen zijn permanent.
b. behoud hypotheekrenteaftrek De maximale termijn voor het behoud van de hypotheekrenteaftrek voor een leegstaande woning, bestemd voor de verkoop, wordt tijdelijk met één jaar verlengd tot drie jaar. Hetzelfde geldt voor een leegstaande toekomstige eigen woning en voor een toekomstige eigen woning in aanbouw. Per 1 januari 2013 wordt weer de huidige termijn van twee jaar van toepassing.
c. herleving hypotheekrente na verhuur Als een voormalige eigen woning wordt verhuurd (bijvoorbeeld omdat de verkoop niet vordert), valt de woning in box 3 (sparen en beleggen). Sinds 1 januari 2010 is het mogelijk om na een periode van verhuur terug te keren naar de eigenwoningregeling van box 1. Dit kan alleen voorzover de maximumtermijn voor de hypotheekrenteaftrek nog niet is verlopen. Door de tijdelijke maatregel bedraagt die termijn tot 1 januari 2013 dus drie jaar. Op het moment van terugkeer naar box 1 herleeft de hypotheekrenteaftrek voor het restant van de periode. Deze maatregel vervalt per 1 januari 2013.
d. verlenging termijn doorverkoop Als een woning binnen zes maanden wordt doorverkocht, is bij de tweede verkoop alleen overdrachtsbelasting verschuldigd over de waardestijging tussen de twee verkoopmomenten. Deze zesmaandstermijn wordt met ingang van 1 januari 2011 verlengd tot een jaar. De maatregel is tijdelijk en geldt alleen voor de verkrijging van een woning in 2011 en de doorverkoop daarna binnen twaalf maanden.
11
5. Diverse onderwerpen a. zakelijk lenen bij de eigen B.V. Als u een eigen B.V. hebt, zult u zich vaak één voelen met deze B.V. De fiscus kijkt echter kritisch naar alle transacties die u met uw eigen B.V. doet. Daarom moeten deze altijd tegen zakelijke voorwaarden plaatsvinden. Als u geld leent van of aan uw B.V. is het aan te bevelen dat u daarvan een schriftelijke overeenkomst opstelt. Daarin neemt u zakelijke voorwaarden op, zoals een rentepercentage dat een bank ook zou berekenen, het stellen van voldoende zekerheid en een aflossingsschema. Zakelijke afspraken met uw eigen B.V. vastleggen voorkomt discussies achteraf met de belastingdienst!
b. zakelijk lenen bij de eigen B.V.: hoge rente gunstig! Als uw B.V. over te beleggen gelden beschikt, kan het voordelig zijn om geld van uw eigen B.V. te lenen voor de financiering van uw eigen woning. Als u over uw inkomen in box 1 52% aan belasting betaalt, is het voordelig om de rente die u aan uw B.V. moet betalen binnen de grenzen van de zakelijkheid zo hoog mogelijk vast te stellen. U bespaart zich namelijk 52% inkomstenbelasting terwijl de rente bij de B.V. met maximaal 25% vennootschapsbelasting belast is. Een belastingvoordeel van 27% over de betaalde rente. Zou de B.V. direct een dividend uitkeren ter grootte van de netto rentewinst (omdat u weer in privé over het geld wenst te beschikken) dan bent u nog eens 25% belasting verschuldigd. Deze twee heffingen belopen cumulatief maximaal 43,75%, waardoor u zich tenminste 8,25% inkomstenbelasting bespaart over elke euro rente die u betaalt aan de B.V. Ook hiervoor is vastlegging van de afspraken van groot belang. Verder is van belang dat onderzocht wordt wat de achtergrond is van het feit dat de B.V. de liquide middelen overtollig heeft. Betreft het gelden die bestemd zijn voor toekomstige pensioenuitkeringen, dan is het de vraag of het verstandig is die middelen langdurig uit te lenen ten behoeve van de financiering van uw woning. Tegen de tijd van uw pensionering heeft de B.V. de middelen immers weer nodig, en mogelijk wilt u dan uw woning nog niet verlaten. Graag denken wij hierover met u mee.
12
c. waardering van TBS-vorderingen op uw B.V. Als u geld heeft uitgeleend aan uw B.V. dan valt deze vordering voor de inkomstenbelasting onder de zogenaamde terbeschikkingstellingsregeling (TBS). Dat betekent dat de door de B.V. betaalde rente als TBS-resultaat belast is in box 1. Gaat het niet goed met de B.V. en is het twijfelachtig of de B.V. de vordering ooit terug zal betalen, dan kunt u de vordering afwaarderen ten laste van uw TBS-resultaat. De vordering is dan minder waard dan de nominale waarde en het verschil is een aftrekpost in box 1. Mocht het tij keren voor de B.V. en de vordering wordt weer volwaardig, dan leidt dit wel weer tot een positief TBS-resultaat. Maar dat geldt niet wanneer u de vordering al eerder tegen de lagere waarde hebt verkocht of weggeschonken, bijvoorbeeld aan uw meerderjarige kinderen. Mits die geen aandeelhouder zijn in uw B.V., is de latere waardestijging bij hen helemaal onbelast! De praktijk is in deze materie overigens weerbarstig. De belastingdienst is zeer terughoudend in het toestaan van een aftrekpost wegens afwaardering van de TBS-vordering. De lening moet onder strikt zakelijke voorwaarden verstrekt zijn, zoals onder paragraaf 5.a beschreven. Een lening is zakelijk wanneer u deze tegen dezelfde voorwaarden aan een willekeurige derde (in vergelijkbare omstandigheden) zou hebben verstrekt.
d. voordelen Tante Agaath-lening ingeperkt Een aantal jaar geleden werd de zogenaamde Tante Agaath-lening geïntroduceerd. Het beeld daarbij was die van een innovatief ondernemer die geld nodig had voor verwezenlijking van zijn plannen en daarvoor aanklopte bij zijn suikertante (durfkapitaal). Dergelijke leningen waren voor de leningverstrekker aftrekbaar indien de vordering oninbaar bleek. Die aftrekbaarheid wordt in 2011 ingeperkt voor nieuwe leningen. Voor leningen die eind 2010 reeds verstrekt waren, blijft de aftrekbaarheid bij verlies in stand.
e. stimuleringsregeling speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) Werkgevers kunnen een subsidie genieten wanneer speur- en ontwikkelingswerk wordt verricht binnen hun onderneming. De subsidie wordt uitbetaald door een vermindering van de af te dragen loonbelasting. De regeling, de zogenaamde WBSO-regeling, werd in 2009 en 2010 in het kader van de crisismaatregelen uitgebreid. In 2011 vervallen de extra maatregelen, maar de omvang van de subsidie is (ten opzichte van 2008) wel verruimd. Een werkgever geniet een afdrachtvermindering van 50% van het loon dat besteed is aan speur- en ontwikkelingswerk, met een maximum van € 220.000. Voor het meerdere geldt een aftrek van 18%.
13
Colofon
Deze brochure geeft een overzicht van de op het moment van publiceren bekende informatie over de in deze brochure opgenomen onderwerpen. Regelingen zijn beschreven naar de stand van de beschikbare informatie tot begin december 2010. Deze brochure is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Wij aanvaarden evenwel geen aansprakelijkheid voor mogelijke onjuistheden en/of onvolledigheden van de in deze brochure opgenomen informatie. Regelingen zijn niet uitputtend beschreven. Raadpleeg voor nadere informatie steeds uw vaste aanspreekpunt binnen onze organisatie.
DRIEBERGEN ACCOUNTANTS De Ruijterstraat 2 2231 RV Rijnsburg T F E I
(071) 402 16 21 (071) 402 92 08
[email protected] www.driebergenaccountants.nl
14