ESJ Accountants & Belastingadviseurs De eigen bijdrage in de AWBZ: Vermogensbescherming zonder te schenken Maurice De Clercq & Harjit Singh Juni 2013
Programma
• Inleiding
• Belastingdruk bij eigen bijdrage
• Oplossingen
• Conclusie
Inleiding (1) • Bij ontvangen AWBZ-zorg is eigen bijdrage verplicht.
• Eigen bijdrage is afhankelijk van inkomen en vermogen.
• De eigen bijdrage kun je beperken door vermogen over te dragen.
Wat nu als je geen vermogen naar de kinderen wilt overdragen of uitkeren. Zijn er dan oplossingen?
Inleiding (2) De eigen bijdrage wordt berekend op basis van het bijdrageplichtig inkomen van 2 jaar terug (2011): Het verzamelinkomen (Box 1 + Box 2 + Box 3) -/- verschuldigde inkomstenbelasting -/- premie ziektekostenverzekering -/- zak- en kleedgeld -/- 15% van de inkomsten uit tegenwoordige arbeid -/- vrijstellingsbedrag
Inleiding (3)
• Vermogensinkomensbijtelling: 8% van grondslag sparen en beleggen (= Box 3 vermogen -/- heffingvrij vermogen)
• Door de invoering van de vermogensinkomensbijtelling wordt er in feite met 12% van het Box 3 vermogen gerekend (de 4% van Box 3 zat al in het verzamelinkomen).
Inleiding (4)
Consequenties van de wetswijzigingen • Er wordt leentje buur gespeeld bij de inkomstenbelasting door het verzamelinkomen te importeren.
• Het Box 3-inkomen wordt exponentieel opgeblazen met 8% erbij, terwijl men de 4% al niet haalt.
Zij die alles geconsumeerd hebben worden beloond en zij die gespaard hebben worden gestraft.
Inkomstenbelasting • De uitdaging ligt in het vinden van oplossingen binnen het inkomensbegrip in de inkomstenbelasting.
• Oplossingen gaan wij zoeken: 1. Binnen Box 3 2. Buiten Box 3 en in Box 2 3. Buiten Box 3 en in Box 1 4. In Box 1 5. Buiten de boxen
Maar ter verduidelijking eerst het beeld van de boxen:
De 3 Boxen • Box 1: Inkomsten uit werk en woning Tarief 52% (maximaal)
• Box 2: Inkomsten en vermogenswinsten uit aandelen voor aandeelhouders met een belang groter dan 5% Tarief 25%
• Box 3: Inkomsten uit vermogen Tarief 30%
Box 3 in het bijzonder
• U wordt geacht een rendement te maken van 4% over de waarde in het economische verkeer, ongeacht het daadwerkelijke rendement. Dit rendement wordt belast tegen 30%.
• Effectief betaalt u dus 1,2% over de waarde van het vermogen. • Hoe meer inkomen u verdient hoe minder belasting u betaalt. Hoe minder u verdient des te meer belasting u betaalt. ->Een degressief systeem.
Belastingdruk in Box 3 • Bij rendement van 8% is de belastingdruk 15% (
, 100=15)
• Bij rendement van 4% is de belastingdruk 30% (
, 100=30)
• Bij rendement van 3% is de belastingdruk 40% (
, 100=40)
• Bij rendement van 2% is de belastingdruk 60% (
, 100=60)
• Bij rendement van 1% is de belastingdruk 120% (
, 100=120)
100% belastingdruk wordt bereikt bij een rendement van 1,2%
Belastingdruk in Box 3
• En vervolgens nog een eigen bijdrage in de AWBZ.
• Boven de fictie van 4% inkomen in de inkomstenbelasting wordt hier nog eens 8% inkomen bij opgeteld.
Waar doen we het voor?
Oplossing binnen Box 3 (1)
Box 3 kent een aantal vermogenscategorieën die voor een vrijstelling in aanmerking komen: • Verzamelingen van kunst en juwelen, mits die niet ter belegging worden aangehouden.
• Gebruiksvoorwerpen zoals auto’s, caravans en boten.
Oplossing binnen Box 3 (2) • Een boot/caravan kun je verhuren. De opbrengsten die je uit de verhuur krijgt zijn onbelast. Een boot/caravan is namelijk vrijgesteld in box 3.
• Een boot/caravan kun je financieren en vervolgens verhuren. De opbrengsten zijn wederom onbelast aangezien de boot/caravan is vrijgesteld in Box 3. De schuld op de boot/caravan kan in mindering gebracht worden op het overige vermogen in box 3.
Zo wordt dus de grondslag in Box 3 verlaagd.
Oplossing buiten Box 3 en in Box 2 (1) • Het vermogen dat je bezit in Box 3 kun je inbrengen in een (besloten) vennootschap middels een storting op aandelen. Je wordt dan aandeelhouder. • De vennootschap betaalt vennootschapsbelasting over haar winsten: 20% over de winst tot € 200.000 en 25% over het meerdere. • Het hebben van aandelen leidt voor de aandeelhouder niet tot belastingheffing. Alleen dividenduitdelingen en vermogenswinsten op aandelen worden belast tegen 25% inkomstenbelasting (Box 2).
Oplossing buiten Box 3 en in Box 2 (2)
Bij vermogen belegd in een BV is de effectieve belastingdruk 40%:
Winst
100
Belasting (20% VPB)
20 -/80
Belasting (25% IB)
20 -/-
Winst na belasting
60
->Bij ongeveer 3% rendement (of minder) in box 3 is beleggen in een BV voordeliger dan in privé.
Oplossing buiten Box 3 en in Box 2 (3)
• Echter, je kunt de te betalen belasting uitstellen door eerst het gestorte aandelenkapitaal (gedeeltelijk) terug te betalen. Dit kan namelijk onbelast.
• Bij overlijden moet over de vermogenswinst worden afgerekend omdat dit als een fictieve verkoop wordt gezien.
Oplossing buiten Box 3 en in Box 1 (1)
• Er is vermogen in Box 3.
• Er is een eigen woning met een eigenwoningschuld.
• Het vermogen in Box 3 wordt aangewend om de eigenwoningschuld af te lossen.
Oplossing buiten Box 3 en in Box 1 (2) • Door de aflossing van de schuld neemt het vermogen in Box 3 af.
• Omdat er op de eigen woning in Box 1 geen schuld meer rust, valt er niets meer af te trekken.
• Voor een woning zonder schuld bedraagt het eigenwoningforfait (de bijtelling eigen woning) nihil.
->Per saldo minder in Box 3 en Box 1 te belasten.
Oplossing in Box 1 (1) • Een persoon heeft een hoog inkomen in Box 1 waarop veel loonbelasting wordt ingehouden. • Deze ingehouden loonbelasting kan volledig terugkomen doordat de persoon zijn hele inkomen schenkt middels een lijfrente aan een goede doelen stichting. • De persoon voorziet dan in het levensonderhoud vanuit de belastingteruggaven. • Een goede doelenstichting kan ook een “eigen” goede doelenstichting zijn, mits deze kwalificeert als een algemeen nut beogende instelling (ANBI).
Oplossing in Box 1 (2) • Het doel dient van algemeen nut te zijn en de onafhankelijkheid van het bestuur dient gewaarborgd te zijn. • Schenking in lijfrente aan een goede doelenstichting is volledig aftrekbaar mits de lijfrente een minimale duur heeft van 5 jaar. • Iemand die een kunstverzameling heeft, kan op deze wijze een eigen museum opzetten. De stichting koopt met de verkregen middelen de kunstcollectie van de persoon. • Op deze wijze is het volledige inkomen voor levensonderhoud beschikbaar -> De kunstcollectie is vrijgesteld in Box 3.
Oplossing buiten de Boxen (1)
• Iemand heeft vermogen in box 3.
• Deze persoon brengt dit vermogen in een Curaçaose trust in. Vervolgens opteert deze trust om 10% belasting te gaan betalen.
• Een trust is een parkeerplaats voor vermogen. In een trust kun je vermogen stallen. Dit kun je doen ten behoeve van jezelf, maar ook voor anderen.
Oplossing buiten de Boxen (2) • Vanaf 1 januari 2010 is de trust fiscaal geregeld in de Nederlandse inkomstenbelasting en schenk- en erfbelasting als afgezonderd particulier vermogen. • De regeling houdt in dat de trust voor de inbrenger van het vermogen volledig transparant is voor de inkomstenbelasting en schenk- en erfbelasting. • De inbreng is onbelast. Het vermogen moet gewoon in box 3 worden aangegeven. Onttrekkingen aan jezelf zijn belastingvrij. Uitkering aan een derde zijn schenkingen van jezelf aan die derden. Bij overlijden zit het vermogen van de trust fictief in de boedel voor de erfbelasting.
Oplossing buiten de Boxen (3) • Echter, de wet bepaalt dat als de trust onderworpen is aan een belasting van tenminste 10%, de trust niet meer transparant is voor de inkomstenbelasting, maar wel voor de schenk- en erfbelasting. • Bij een trust die tenminste 10% belasting betaalt, wordt het vermogen niet meer in Box 3 belast bij de inbrenger. • De wetgever heeft dit gemotiveerd met het argument dat 10% belasting betalen voldoende is. • Deze 10% belasting wordt betaald over het daadwerkelijk genoten inkomen.
Oplossing buiten de Boxen (4) • Uitkeringen uit een trust zijn onbelast.
• Een trust is een goed alternatief voor Box 3.
• Bij een rendement van minder dan 12% per jaar is de trust altijd voordeliger.
• De trust kan ook ingezet worden om vermogen te beschermen tegen aansprakelijkheden en toekomstige schuldeisers.
Conclusie (1) • De vermogensinkomensbijtelling in de AWBZ is eenvoudig te ontwijken zonder te schenken. Hierdoor moet het vermogen wel gestructureerd worden.
• De heffing in Box 3 is bij huidige lage rendementen aardig uit de hand aan het lopen. Bij 1% rendement is de effectieve druk 120%. De belastingdruk bij 1,2% rente op een spaarrekening is 100%.
• Door vermogen te structureren via een BV kan deze druk verlaagd worden tot 40% en door gebruik te maken van een Curaçaose trust tot 10%.
Conclusie (2) Let op! • De oplossingen voor de AWBZ werken pas over 2 jaar. • De eigen bijdrage 2015 wordt berekend op basis van het bijdrageplichtig inkomen van 2013. • Heeft u de beschikking voor 2013 in 2013 ontvangen? Dan kunt u tot en met maart 2014 een aanpassing van de eigen bijdrage aanvragen. • Ontvangt u de beschikking voor 2013 in een ander jaar, dan moet u de aanvraag binnen 3 maanden doen.
Slotsom (1) • Er is een mogelijkheid die wel schenken inhoudt maar toch geen echte schenking is. • De uitzondering op “gegeven is gegeven” is de herroepelijke schenking. • Er wordt daadwerkelijk geschonken bijvoorbeeld naar de kinderen. Hierover betalen de kinderen schenkbelasting. • Het geschonkene kan geheel of in gedeelten (mits zo bepaald) worden herroepen. Het geschonkene keert terug in het vermogen van de schenker. • De reeds (door de kinderen) betaalde schenkbelasting wordt dan verrekend.
Slotsom (2) • De begiftigde betaalt de belasting in Box 3.
• In het levensonderhoud kan worden voorzien door de schenking in gedeelten te herroepen, voor zover dat nodig is.
• Kortom: de herroepelijke schenking is een schenking zonder dat je het geld kwijt bent.
• Een nadeel is: er is schenkbelasting mee gemoeid (maar bij overlijden had je toch moeten betalen).
Vragen?
Maurice de Clercq
Harjit Singh
Belastingadviseur bij ESJ
Belastingadviseur bij ESJ
[email protected]
[email protected]
Tel: 0880-320600
Tel: 0880-320600