ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs Het realiseren van vermogen vanuit een vennootschap

Juni 2013 Maurice de Clercq

Programma “Realiseren van vermogen” 1. Inleiding 2. Emigratie België 3. Luxemburg/ Curaçao 4. Belgische commanditaire vennootschap op aandelen 5. Stichting Particulier Fonds 6. Afsplitsen 7. Conclusie

1. Inleiding

• Indien iemand meer dan 5% van de aandelen in een vennootschap bezit, heeft deze een aanmerkelijk belang en is daarmee groot aandeelhouder.

• Een groot aandeelhouder wordt belast tegen 25% voor inkomsten uit de vennootschap (dividend) of vermogenswinsten bij vervreemding van die aandelen.

• Bij vervreemding van die aandelen kunnen goodwill en stille reserves gerealiseerd worden die in de vennootschap zitten opgesloten.

1. Inleiding

• Overlijden wordt als een fictieve verkoop gezien voor zover er beleggingen in de vennootschap aanwezig zijn.

• Emigratie wordt als een fictieve verkoop gezien. Echter de aanslag bij emigratie wordt niet ingevorderd (conserverende aanslag) en vervalt 10 jaar na emigratie.

• Invordering conserverende aanslag vindt pas plaats als de aandelen binnen die 1010-jaarsperiode worden vervreemd of de vennootschap nagenoeg geheel wordt geliquideerd. geliquideerd.

1. Inleiding

De vraag is:

Kan deze heffing worden voorkomen, dan wel worden verminderd?

We gaan hiertoe een viertal oplossingsrichtingen schetsen.

1. Inleiding • We zullen de oplossingen uitwerken aan de hand van een casuspositie:

Een aandeelhouder

A

(woont in Nederland)

Een vennootschap B

(is gevestigd in Nederland)

1. Inleiding

• Het vermogen van deze vennootschap bedraagt € 1.000.000.

• Op de aandelen is ooit € 0,01 gestort. Het vermogen is liquide aanwezig. Er zit geen onderneming meer in de vennootschap.

• De aanmerkelijk belangclaim op deze aandelen bedraagt in totaal € 250.000.

1. Inleiding

• Balans van vennootschap B:

Bank

1.000.000

Aandelenkapitaal en winstreserves

1.000.000

2. Emigratie België

• De eerste oplossing is dat aandeelhouder A besluit in België te gaan wonen. Dit betekent dat hij gaat emigreren.

• Bij de emigratie wordt een conserverende aanslag opgelegd van € 250.000. Deze conserverende aanslag heeft een looptijd van 10 jaar.

• De conserverende aanslag wordt niet ingevorderd als de aandelen binnen die 10 jaar niet worden verkocht.


• Omdat de aandeelhouder emigreert naar een EUEU-land hoeft er geen zekerheid te worden gesteld voor de Nederlandse fiscus ten aanzien van de conserverende aanslag.

• 10 jaar na emigratie vervalt de conserverende aanslag in Nederland.

• In België kent men een beperkte aanmerkelijk belangregelgeving. Deze is alleen van toepassing bij een verkoop van een Belgische EUvennootschap door een Belgisch ingezetene aan een niet EU vennootschap.


• In België zijn vermogenswinsten op verkoop van aandelen in beginsel onbelast, mits deze kaderen binnen het normaal beheer van vermogen.

• 10 jaar na zijn emigratie besluit aandeelhouder A de vennootschap te verkopen. De vennootschap, met de gedurende die 10 jaar gerealiseerde beleggingswinsten, wordt verkocht.


• Stel dat er in 10 jaar tijd € 400.000 beleggingswinsten zijn behaald (na belastingen). De balans ziet er dan als volgt uit:

Balans van vennootschap B:

Bank

1.400.000

Aandelenkapitaal en winstreserves

1.400.000


• Bij blijven wonen in Nederland zou er: • € 350.000 belasting verschuldigd zijn en zou er • € 1.050.000 aan familiekapitaal overblijven.

• Bij wonen in België is er: • € 0 belasting verschuldigd en blijft er • € 1.400.000 aan familiekapitaal over.


• Een nadeel van deze oplossing is dat je 10 jaar lang Nederlandse vennootschapsbelasting verschuldigd bent over de beleggingswinsten.

• Dit nadeel kan worden opgelost met een zetelverplaatsing van de vennootschap naar België. De vennootschap kan worden gevestigd op het adres van de aandeelhouder.


A

(Nederland)

B B.V.

B BVBA

(België)


• In België kent men fiscale voordelen voor vennootschappen. Zo zijn vermogenswinsten op aandelen die langer dan 1 jaar worden gehouden onbelast.

• België kent daarnaast de notionele intrestaftrek. Dit houdt in dat over het eigen vermogen een fictieve rentelast ten laste van de winst mag worden gebracht. Deze fictieve rentelast die in mindering komt op de winst bedraagt nu € 2,74% (inkomstenjaar 2013).


• Door deze fiscale voordelen zal in België per saldo geen vennootschapsbelasting verschuldigd zijn.


• Stel dat in onze casus vennootschap B winstreserves van € 400.000 zou hebben, 10 jaar na emigratie. Daarover zou in Nederland in voorafgaande casus 20% vennootschapsbelasting betaald worden gedurende deze 10 jaren.

• Dan bedragen in dat geval de winstreserves na 10 jaren in België € 500.000.


• Een andere oplossing voor het nadeel dat vennootschap B nog 10 jaar lang Nederlandse vennootschapsbelasting verschuldigd is over haar beleggingswinsten, is een zetelverplaatsing van de vennootschap naar Curaçao. Op Curaçao richt men een Curaçaose vennootschap op en brengt hier het vermogen van B B.V. in.


A

(Nederland)

B B.V.

B B.V.

Curaçaose B.V. B

(Curaçao)

(Curaçao)


• Er vindt aldus zetelverplaatsing van B B.V. plaats naar Curaçao. Deze vennootschap richt daar een Curaçaose B.V. op die aldaar opteert voor 0% belastingheffing en brengt haar vermogen in deze Curaçaose vennootschap in. De zetelverplaatste vennootschap is dan op Curaçao onderworpen aan de belastingheffing.


• 10 jaar na emigratie wordt de niet aan belastingheffing onderworpen Curaçaose vennootschap geliquideerd. De liquidatieopbrengst is belastingvrij voor de zetelverplaatste vennootschap. Het vermogen keert in de zetelverplaatste vennootschap terug. Hierna wordt deze vennootschap aan een financiële partij verkocht.


• Een tweede nadeel van de oplossing naar België te emigreren is dat 10 jaar een lange termijn is. In een mensenleven kan immers binnen 10 jaren veel gebeuren. Behalve dat kan ook de belastingwetgeving binnen deze 10 jaren wijzigen.

• Zo komen we tot de vraag of er meer oplossingen zijn die minder tijd vergen.

3. Luxemburg/ Curaçao

• Een tweede oplossing voor de aanmerkelijk belangclaim is het realiseren van een zetelverplaatsing van B B.V. naar Luxemburg, waarbij aandeelhouder A besluit naar Curaçao te emigreren. De bedoeling is na ruim 1,5 jaar de vennootschap nagenoeg geheel leeg te schudden en terug te keren naar Nederland.

• Bij emigratie naar Curaçao wordt een conserverende aanslag opgelegd waar wel zekerheid voor moet worden gesteld ter grootte van € 250.000. 250.000.


A

(Nederland)

(woont op Curaçao)

B B.V.

B B.V.

(Luxemburg)


• Luxemburg kent fiscale voordelen voor vennootschappen. In Luxemburg is dividend dat wordt uitgekeerd op (cumulatief) preferente aandelen aftrekbaar van de winst.


• Luxemburg kent een dividendbelasting. In een afspraak met de belastinginspecteur wordt vastgelegd dat de winstreserves bij aankomst in Luxemburg als kapitaal gelden en niet belast zijn met dividendbelasting. Er moet alleen dividendbelasting afgerekend worden over de in Luxemburg gerealiseerde winsten.


• Curaçao kent een aanmerkelijk belangheffing zoals in Nederland. Bij aankomst in Curaçao wordt de verkrijgingsprijs van de aandelen vastgesteld, zijnde € 1.000.000. Hierover bestaat dan geen aanmerkelijk belangclaim.

• Nadat een jaarwisseling heeft plaatsgevonden en meer dan een kalenderjaar is verstreken wordt net iets minder dan 90% van de reserves als dividend uitgekeerd. Vervolgens wordt in het jaar van de dividenduitkering naar Nederland teruggekeerd.


• De dividenduitkering is op Curaçao belast, maar deze kan worden verrekend met het verlies op de aandelen wat bij emigratie uit Curaçao geleden wordt op de aandelen. Ook op Curaçao is emigreren een fictieve verkoop. De waarde van de aandelen is met het bedrag van de dividenduitdeling afgenomen, waardoor een fictief verlies ontstaat.

• In Luxemburg is zo goed als geen dividendbelasting verschuldigd. Tevens is er geen sprake van belastbare winst vanwege de fictieve aftrek van preferent dividend.


• In Nederland wordt de conserverende aanslag niet ingevorderd, maar blijft wel in stand gedurende 10 jaren. Op grond van de Nederlandse belastingwet is het voor beleggingsvennootschappen toegestaan maximaal 90% van de winstreserves uit te keren, zonder dat de conserverende aanslag wordt ingevorderd. Vennootschappen die een onderneming drijven mogen zelfs hun gehele winstreserve uitkeren.

• Bij terugkeer in Nederland vervalt de conserverende aanslag. Ongeveer 90% van de reserves is onbelast gerealiseerd. Over 10% rust nog een aanmerkelijk belangclaim.


• Cijfermatige uitwerking: Claim eerst

€ 1.000.000

tegen 25% = € 250.000

Claim na terugkeer

€

tegen 25% = € 25.000

100.000

Voordeel

= € 225.000

• Een nadeel van de oplossing, die inhoudt (voor 1,5 jaar) naar Curaçao te emigreren, is dat je even ver weg moet.

• Een bijzonder punt is hier dat de wetgever al jaren het gat in de fiscale wetgeving kent en het nog niet heeft gerepareerd.

4. Belgische commanditaire vennootschap

• Een derde oplossing voor de aanmerkelijk belangclaim in Nederland is de Belgische commanditaire vennootschap op aandelen.

• De aandelen van B B.V. worden door aandeelhouder A ingebracht in een Belgische commanditaire vennootschap op aandelen. Vervolgens vindt zetelverplaatsing plaats van de vennootschap naar België. Ook aandeelhouder A verhuisd naar België. Hierna wordt de vennootschap leeggeschud en betaalt de commanditaire vennootschap haar kapitaal terug. terug.

4. Belgische commanditaire vennootschap A

A

C.V.A.

C.V.A. Na zetelverplaatsing:

B B.V.

(Nederland) B B.V.

B BVBA (België)


• Een Belgische commanditaire vennootschap op aandelen is voor Nederland transparant, mits de aandelen beperkt overdraagbaar zijn. Daarom heeft een dergelijke inbreng geen gevolgen voor de aanmerkelijk belangheffing.

• De inbreng in de commanditaire vennootschap op aandelen gebeurt als storting op kapitaal. Het kapitaal van de commanditaire vennootschap op aandelen bedraagt € 1.000.000.

• Bij de emigratie van de aandeelhouder en de zetelverplaatsing van de vennootschap wordt een conserverende aanslag opgelegd.


• In België is de commanditaire vennootschap op aandelen een rechtspersoon die aan de vennootschapsbelasting is onderworpen.

• Na verloop van tijd keert de vennootschap niet meer dan 90% van haar winstreserves uit aan de commanditaire vennootschap op aandelen. Deze zijn in België voor 95% vrijgesteld.

• Vervolgens betaalt de commanditaire vennootschap haar aandelenkapitaal met de verkregen middelen terug. Het terugbetalen van gestort kapitaal kan in België onbelast geschieden.

4. Belgische commanditaire vennootschap • In Nederland wordt de conserverende aanslag niet ingevorderd, maar blijft wel gedurende 10 jaren in stand. Op grond van de Nederlandse belastingwet is het voor beleggingsvennootschappen toegestaan, zonder dat de conserverende aanslag wordt ingevorderd, maximaal 90% van de winstreserves uit te keren. Vennootschappen die een onderneming drijven mogen zelfs hun gehele winstreserves uitkeren.

• Bij terugkeer in Nederland vervalt de conserverende aanslag. Ongeveer 90% van de reserves is onbelast gerealiseerd, over 10% rust nog een aanmerkelijk belangclaim.


• Het voordeel is (conform eerder cijfervoorbeeld) € 225.000.

• Een klein nadeel van deze oplossing voor de aanmerkelijk belangclaim is dat er geen volledige deelnemingsvrijstelling bestaat in België voor commanditaire vennootschap op aandelen.

• Een voordeel van deze oplossing is dat je niet al te ver weg hoeft (in vergelijking tot de eerder genoemde oplossingen).

5. Stichting Particulier Fonds

• Oplossing vier is de Stichting Particulier Fonds, gevestigd op Curaçao.

• Iets minder dan 95% van de aandelen van B B.V. worden ingebracht in een Stichting Particulier Fonds. Vervolgens vindt een zetelverplaatsing plaats van B B.V. naar Luxemburg. De Stichting opteert voor 10% belastingheffing. Alle winstreserves worden door de vennootschap aan de stichting uitgekeerd. De stichting keert deze middelen vervolgens weer aan de achterligger uit.


• Schematisch:

A

A (tevens begunstigde) 5% Stichting 95 %

na zetelverplaatsing

B B.V. B B.V. B S.a.r.l. S.a.r.l.


• Een Stichting Particulier Fonds is voor de Nederlandse inkomstenbelasting transparant. Dit houdt in dat het vermogen wordt toegerekend aan de inbrenger.

• Een Stichting Particulier Fonds is een parkeerplaats voor vermogen. Het vermogen wordt door de inbrenger van het vermogen gestald ten behoeve van begunstigde(n). Dit kan ook de inbrenger zijn. In onze casus is de inbrenger tevens de begunstigde.


• Inbreng van aanmerkelijk belangaandelen in een Stichting Particulier Fonds is onbelast, omdat een dergelijke stichting transparant is.

• Niet alle aandelen worden ingebracht, maar slechts minder dan 95%, zodat de aandeelhouder een aanmerkelijk belang blijft houden. Het niet langer hebben van een aanmerkelijk belang is anders namelijk een fictieve vervreemding.


• De Stichting Particulier Fonds opteert op Curaçao voor 10% belastingheffing. Op grond van de Wet inkomstenbelasting 2001 is een dergelijke stichting dan niet meer transparant voor de inkomstenbelasting.

• De sfeerovergang van een transparante stichting naar een niet transparantie stichting is op grond van de wet geen belaste vervreemding voor het aanmerkelijk belang.


• De vennootschap wordt vervolgens naar Luxemburg verplaatst. Bij aankomst aldaar worden de reserves op grond van een afspraak met de belastingdienst als kapitaal erkend, zodat hierover bij dividenduitdeling geen dividendbelasting verschuldigd is.

• De vennootschap keert haar reserves uit naar de Stichting Particulier Fonds. Deze vallen daar onder de deelnemingsvrijstelling. Aandeelhouder A ontvangt in Nederland zijn dividend over zijn aandelenpakket van 5% dat aldaar belast is tegen 25%.


•

De Stichting keert de ontvangen middelen uit aan de achterligger. De achterligger ontvangt deze ten titel van schenking onbelast. Voor de SchenkSchenk- en erfbelasting is een 10% belaste stichting nog steeds transparant. Uitkeringen aan de inbrenger zijn als gevolg van deze transparantie onbelast.

•

Het voordeel is: 95% van € 1.000.000

= € 950.000

5% van € 1.000.000 belast tegen 25% ( € 12.500) = € 37.500 Per saldo te ontvangen Totale belastingheffing = € 12.500

= € 987.500


• Het voordeel is dat je voor deze opzet niet hoeft te verhuizen/emigreren.

• Het nadeel is dat de belastingdienst de opzet zal willen bestrijden als je geen andere motieven hebt dan fiscale motieven.

6. Afsplitsen

•

Tot slot noemen we de mogelijkheden met betrekking tot afsplitsing.

•

In een bestaande structuur kan namelijk ook voor een gedeelte voor een van de voorgaande oplossingen worden gekozen.

•

Dit kan middels een afsplitsing. A

B B.V.

A

B1 B.V.

B2 B.V.

6. Afsplitsen

•

Dit kan tevens middels een kasgeldstructuur

A

A

B B.V.

B B.V.

Uitzak

C B.V.

6. Afsplitsen

•

Vervolgens: oprichten holding A

B B.V.

C B.V.

Holding A

6. Afsplitsen

•

Waarna: holding koopt aandelen C B.V.

A

B B.V.

Vordering koopsom

Holding A

C B.V.

6. Afsplitsen

•

Tot slot: vennootschap B B.V. wordt cashbox

A

Holding A B B.V. B.V.

C B.V.

7. Conclusie

• 25% belastingheffing over aanmerkelijk belang kan worden vermeden door te emigreren naar België en 10 jaar te wachten. 10 jaar is echter lang.

• 25% aanmerkelijk belangheffing is tevens te reduceren door tijdelijk te emigreren naar Curaçao of België.

• 25% aanmerkelijk belangheffing valt te reduceren door vermogen te structureren, bijvoorbeeld middels een Stichting Particulier Fonds.

• Iedere weg heeft zijn eigen risico’s.

Tot zover deel 1 van deze lezing “Het realiseren van vermogen”

Vragen Aarzelt u a.u.b. niet om contact met ons op te nemen voor een oriënterend gesprek

Maurice de Clercq & Petra Segers ESJ Accountants & Belastingadviseurs [email protected] & [email protected]

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

Recommend Documents