Knieprothese
U ondergaat binnenkort een operatie, waarbij een zogenaamde totale knieprothese wordt geplaatst. De opname geschiedt volgens het zorg op maat project. Dit betekent dat de zorg rondom uw opname vanaf polikliniek bezoek tot en met het ontslag geregeld is. U weet dan precies waar u aan toe bent. De familie kan hun werk er op aanpassen. De dag van opname en de dag van ontslag liggen vast tenzij er complicaties optreden. Algemeen Het kniegewricht bestaat uit twee botdelen, het scheenbeen en het dijbeen. De uiteinden daarvan zijn bedekt met een laagje kraakbeen. Deze kraakbeenlaag is elastisch en kan schokken en stoten opvangen. Er zijn verschillende afwijkingen die slijtage van het kniegewricht kunnen veroorzaken, zoals bijvoorbeeld kraakbeen- en stofwisselingsziekten. Ook een beenbreuk kan kraakbeenbeschadiging geven. Als een kniegewricht ernstig beschadigd of versleten is, is vervanging van het gewricht door een knieprothese vaak de enige oplossing. Door deze operatie wordt uw pijn aanzienlijk minder en kunt u, bij ongecompliceerd beloop, beter lopen dan voorheen. Ook de nachtelijke pijnen verdwijnen hiermee.
Opname planning De orthopeed bespreekt poliklinisch met u in het kort uw thuissituatie. In principe wordt elke patiënt via het zorg op maat project gepland. Het planbureau orthopedie regelt wanneer u opgenomen wordt. 2
Wanneer revalideren thuis niet mogelijk is, kan er eventueel voor gezorgd worden dat u hiervoor ± 6 weken naar een revalidatieafdeling in een verpleeghuis gaat. Dit wordt het MESO-project genoemd. Dit moet echter ruim voor de operatie worden geregeld. Mocht de thuissituatie veranderen dan moet u direct contact opnemen met de zorgcoördinator. De zorgdag Voor de opname wordt u uitgenodigd voor de zorgdag. Op deze dag vinden een aantal activiteiten plaats:
1 Oefenprogramma
Onder leiding van de fysiotherapeut worden oefeningen doorgenomen. Deze kunt u dan voor de operatie thuis doen. U leert onder andere met krukken lopen en veilig bewegen in het dagelijks leven.
2 Gesprek met zorgcoördinator
Met de zorgcoördinator heeft u een gesprek over het verloop rondom de opname. Samen inventariseert u welke hulp nodig is na de operatie. De zorgcoördinator regelt dan de hulp voor zover nodig. Daar zijn landelijke richtlijnen voor. 3 Beoordelen bloedgehalte De zorgcoördinator bekijkt voor het gesprek uw ijzergehalte in het bloed. Zij bekijkt in overleg met de anesthesist of u in aanmerking komt voor medicijnen om uw bloedgehalte voor opname te laten stijgen zodat u fitter de operatie ingaat. De opname Er zijn zes orthopeden werkzaam te weten: dr. Burgers, dr. Druyts, dr. Van Laarhoven, dr. Langius, dr. van den Broek en dr. van den Boom. De orthopeden werken volgens hetzelfde behandelingsprotocol. Elke ochtend rond 8.00 uur loopt één van de zes orthopeden met een verpleegkundige visite. Er worden afspraken gemaakt over het verloop van uw behandeling en vragen van uw kant worden beantwoord. In het algemeen wordt u opgenomen op afdeling 3 in Waalwijk of afdeling orthopedie in Tilburg. Een verpleegkundige voert een kort opnamegesprek met u waarin nog kortdurend uw verblijf in het ziekenhuis wordt besproken. Bij vragen kan zij ervoor zorgen dat de orthopeed nog bij u langs komt.
3
Verdoving Om de operatie goed te kunnen uitvoeren kan de operatie plaatsvinden onder narcose of met een ruggenprik. De laatste vorm heeft duidelijke voordelen. Bij de ruggenprik blijft er een slangetje achter voor pijnstilling. In overleg met de anesthesist wordt de pijnstilling geregeld. Daardoor heeft u na een operatie minder pijn. Trombose profylaxe Net voor de operatie begint u met dagelijkse injecties ter voorkoming van een trombosebeen. Deze spuitjes gaan door tot 6 weken na de operatie. Het injecteren wordt u tijdens de opname aangeleerd. De dag van de operatie Voordat u naar de operatiekamers gaat, wordt op de afdeling een blaaskatheter ingebracht. Als u aan de beurt bent voor de operatie krijgt u van de verpleegkundige speciale kleding en brengt zij of hij u naar de operatiekamers. Eenmaal op het operatiecomplex krijgt u op de voorbereidingskamer een infuus ingebracht ter voorbereiding op de verdoving. U krijgt hier de epiduraal katheter, het slangetje in de rug dat ook bedoeld is voor de pijnstilling. De operatie Bij de operatie worden zowel op het bovenbeen als op het onderbeen de helft van een op elkaar passend kunstgewricht geplaatst. Hiertoe wordt eerst een klein laagje bot aan beide kanten van het kniegewricht verwijderd. De prothese wordt aan beide kanten vastgezet met botcement. Eventueel wordt ook knieschijf bedekt met een kunstgewricht. De operatie zelf duurt 1 tot 2 uur en gebeurt in rugligging. Op de operatiekamer krijgt u na de ingreep een groot wattendrukverband om de wond zoveel mogelijk rust te geven. Ook heeft u één of twee wonddrains, die uit het operatiegebied naar buiten lopen in een flesje. Op deze manier wordt overtollig vocht en bloed afgezogen, dat na de operatie nog kan ontstaan. Het afgezogen vocht en bloed kan weer terug worden gegeven (autotransfusie). Het is echter mogelijk, dat de autotransfusie onvoldoende is en dat een extra bloedtransfusie gewenst is. Na de operatie Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer, waar een verpleegkundige uw bloeddruk en polsslag controleert. Voor pijnstilling heeft u een epiduraal katheter gehad. Zodra het verantwoord is, wordt u door de verpleging van de afdeling opgehaald en teruggebracht naar de verpleegafdeling. 4
De dag van de operatie begint u, zodra u gevoel heeft in uw benen, met oefeningen die de fysiotherapeut u heeft aangeleerd. De dag na de operatie gaat het groot verband van uw knie. U krijgt dan een pleister op de wond en krijgt vervolgens een trombexinekous. Deze dient u overdag te dragen totdat het been weer dun is (in het begin is het been vaak veel dikker dan normaal). Vervolgens start u met een aantal oefeningen, zoals het strekken en buigen van de knie en het gestrekt heffen van het been. Lukt het heffen van het been nog niet dan krijgt u tijdelijk een brace bij het lopen. Een fysiotherapeut begeleidt u hierbij. Gedurende de eerste 4 weken loopt u met behulp van twee krukken, daarna nog 6 weken met één kruk. Afhankelijk hoe het met u gaat kan de fysiotherapeut of specialist hiervan afwijken.Tevens stelt hij samen met u een oefenschema op. Deze dag komt u op de stoel. De tweede dag na de operatie wordt de epiduraal katheter en de blaaskatheter verwijderd. Hierna begint u met loopoefeningen. Met het buigen van de knie wordt geoefend totdat deze haaks kan worden gebogen. Het kan nodig zijn dat u op een zogenaamde elektrische slede gaat om uw knie te laten buigen. Soms lukt het buigen niet. Dan is het nodig de knie onder narcose goed door te buigen. In dit laatste geval zal de opname in het ziekenhuis wat langer duren dan normaal. Omdat de knie de neiging heeft om krom te gaan staan, mag u nooit een kussentje in de knieholte leggen. U loopt het risico dat de knie niet meer recht komt. Huiskamerproject De orthopeden van het TweeSteden ziekenhuis zien u niet als een zieke patiënt maar als iemand die revalideert. Daarom verblijft u, in Waalwijk en Tilburg , vanaf de eerste dag in de huiskamer waar u revalideert en went aan de toekomstige thuissituatie. U verblijft daarbij in uw gewone kleren, eet aan tafel, revalideert met gezamenlijk oefenen. Ook de bezoektijden zijn ruimer. De zorgcoördinator zal u op de zorgdag meer over dit project vertellen. Ontslag Ontslag vindt plaats op de geplande datum tenzij er zich complicaties voordoen. De extra thuiszorg is door de zorgcoördinator geregeld. De zorgcoördinator belt u na ongeveer twee dagen thuis op om te kijken hoe het met u gaat.
5
Indien met u afgesproken is dat u meedoet met het MESO-project wordt uw ontslag uit het ziekenhuis gepland door het maatschappelijk werk van het verpleeghuis waar u gaat revalideren, de specialist en een verpleegkundige. Mantelzorg zorgt voor vervoer naar het verpleeghuis. Complicaties Hoewel de overgrote meerderheid van de totale knieoperaties zonder problemen verloopt, zijn er natuurlijk complicaties mogelijk. Het noemen van deze complicaties is niet bedoeld om u bang te maken, maar om u zo volledig mogelijk in te lichten. Ondanks het geven van injecties is er een verhoogde kans op trombose in de kuit en op een longembolie. U kunt zelf meehelpen trombose te voorkomen door regelmatig de voeten en kuiten te bewegen. Tijdens uw ontslaggesprek krijgt u hier meer uitleg over. Eén van de meest vervelende complicaties is een diepe ontsteking. Deze complicatie komt bij minder dan 1% van de patiënten voor. Het kan nodig zijn de knieprothese te verwijderen om de ontsteking tot rust te brengen. Later wordt dan vaak een nieuwe prothese geplaatst maar dit is niet in alle gevallen mogelijk. Soms moet de knie stijf gezet worden. Het is mogelijk dat de knie niet voldoende kan worden gestabiliseerd, omdat de kniebanden niet stevig genoeg zijn of omdat een band beschadigd raakt. In dat geval is het mogelijk dat u gedurende een aantal weken moet lopen met een gipsspalk. Soms is blijvend lopen met een brace noodzakelijk. Toekomst Volgens de huidige inzichten gaat bij meer dan 90% van de patiënten een totale knieprothese meer dan 15 jaar mee. Door slijtage van het plastic kan een prothese los gaan zitten. Dit houdt in, dat u niet te grote krachten op de knie moet uitoefenen. U mag in ieder geval met de nieuwe knie niet rennen, dansen of springen. Wel kunt u fietsen of een normale wandeling maken. Gaat de knieprothese toch loszitten, dan is in de meeste gevallen een nieuwe operatie mogelijk. Deze operatie is echter veel moeilijker dan de eerste operatie. Als u, nadat u een knieprothese heeft gekregen, elders in het lichaam ontstekingen krijgt, bijvoorbeeld een tandontsteking, een steenpuist, een blaasontsteking of een voetinfectie, dan moet u contact opnemen met uw huisarts. Ook jaren na de operatie is het mogelijk, dat er bacteriën bij de nieuwe knie komen, waardoor de knie alsnog kan gaan ontsteken. Vertel uw 6
huisarts, tandarts of specialist altijd dat u een knieprothese heeft. Dit kan invloed hebben op de behandeling die zij u geven. Tot slot Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben over de opname of de nazorg dan kunt u contact opnemen met de zorgcoördinator. Implantaatregistratie De gegevens van uw van uw operatie worden geregistreerd in de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten. De Wet bescherming persoonsgegevens geeft aan dat u recht heeft hier niet aan deel te nemen Indien u hier bezwaar tegen heeft kunt u dit kenbaar maken aan uw behandelend specialist. Uw gegevens worden dan niet gebruikt.
Belangrijke telefoonnummers Zorgcoördinator 0416-682407 Polikliniek orthopedie: 013-4655297 Vestiging Tilburg Receptie: 013-4655655 SEH: 013-4655216 Afdeling Fysio/ergotherapie: 013-4655233 Vestiging Waalwijk Receptie: 0416-682222 Afdeling Fysio/ergotherapie: 0416-682682
7