DE WARE GESCHIEDENIS VAN SABRA EN SJATILA Brochure nr. 8
Postbus 1100 3860 BC NIJKERK Tel: 033-245 88 24
[email protected] www.christenenvoorisrael.nl
De beschuldigingen van moord op de inwoners van de Libanese vluchtelingenkampen Sabra en Sjatila blijven Israël achtervolgen. Met name Ariël Sharon moest het ontgelden omdat hij als minister van defensie, tijdens de invasie in Libanon, opdracht gaf om de kampen te doorzoeken op wapens en terroristen. Wat zijn de achtergronden van de raid in de twee kampen? Wie waren er verantwoordelijk voor het bloedbad en wat ging er aan vooraf? Waarom was de invasie in Libanon noodzakelijk? Deze vragen zijn in de tijd dat het speelde en nog steeds heel subtiel vermeden. Reden temeer om in deze brochure te speuren naar de achtergronden van het conflict in 1982.
De Balfour Declaratie en ontstaan van Trans-Jordanië
De strijd tegen de PLO in Libanon 6 juni 1982 Aanslagen in het noorden van Israël Waar terroristen toe in staat zijn
Premier Begin Verschrikkingen voor christenen en moslims Damour
Bashir Gemayel Sabra en Sjattila Commissie Kahan Wereldopinie tegen Israël
-1-
DE STRIJD TEGEN DE PLO IN LIBANON De PLO had onder leiding van Jasser Arafat in Zuid Libanon, in de jaren '70, een groot netwerk opgebouwd van terreurgroepen die de beschikking hadden over Kathusha raketten, mortieren, en anti aircraft wapens. Vanuit Syrië werden er begin jaren tachtig nog meer wapens binnen gebracht, die een groot gevaar voor Israël betekenden. Het Israëlische leger maakte zoveel wapens buit, tijdens de invasie van 1982, dat men er vijf brigades mee kon uitrusten. Uit de mond van Majoor Haddad, leider van de christelijke milities in Zuid Libanon, blijkt hoe moeilijk het was te overleven in de jaren vóór de invasie van 1982. "Zeven jaar lang is ons land bezet geweest door allerlei vreemdelingen. We werden voortdurend gebombardeerd en aangevallen. Mijnen ontploften overal. Er is veel bloed gevloeid van onze mensen, ons Libanees volk. De schade aan huizen en gebouwen is enorm. Maar wij wisten dat God ons niet zou vergeten en Hij heeft ervoor gezorgd dat Israël ons kwam redden", aldus Haddad. (bron EO Tijdsein 13 juli 1982)
6 JUNI 1982 De druppel die de emmer deed overlopen voor Israël om Libanon binnen te vallen was, naast de voortdurende terreuraanslagen in Israël en raketbeschietingen in Galilea, de moordaanslag door Arafat’s terroristen op de Israëlische ambassadeur Shlomo Argov in Londen. Op 6 juni begon Israël de operatie 'Vrede voor Galilea'. Tanks en gevechtswagens drongen diep in Zuid Libanon door om een einde te maken aan de terreur. Overal zag het leger kapot geschoten huizen in het gebied waar majoor Haddad, met steun van Israël, had geprobeerd de orde en rust te bewaren. De kleine stad Nabatye, met een overwegend moslim bevolking, werd tientallen keren beschoten door terroristen vanaf het oud-kruisvaardersford Beaufort. Al spoedig werd Beiroet omsingeld door het Israëlische leger. De terroristen met Jasser Arafat zaten in de val. De PLO werd tijd gegeven om Beiroet te ontruimen en uit te wijken naar een ander land, Tunesië.
AANSLAGEN IN HET NOORDEN VAN ISRAEL Nadat Israël en de PLO een staakt-het-vuren bestand bereikt hadden in juli 1981, werd het bestand door de PLO in elf maanden tijd, 270 keer geschonden met terreur aanslagen. 29 Israëli's vonden in die periode de dood en meer dan 300 werden gewond. De situatie in Galilea, het noorden van Israël, werd onhoudbaar omdat de voortdurende aanvallen met raketten de Joodse bewoners dwong te vluchten naar de schuilkelders. Gedurende deze periode voerde Israël vergeldingsacties uit tegen PLO-bases in Libanon. Na Israëlische vergeldingsacties op 4 en 5 juni reageerde de PLO met een enorme artillerie en mortieren aanval op de noordelijke dorpen en steden van Galilea. Onmiddellijk daarna viel Israël Libanon binnen om de terroristen van de PLO te verjagen. (bron: Myths and Facts pag. 95) De vroegere Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Henry Kissinger verdedigde de Israëlische operatie in Libanon. "Geen enkele soevereine staat kan de aanwezigheid van militaire groeperingen langs haar grenzen accepteren, die er op uit zijn woonplaatsen te vernietigen en hun doelen proberen te bereiken door aanslagen en beschietingen", aldus Kissinger. (bron: Washington Post 16 juni 1982 en Myths and Facts pag. 95-96)
-2-
WAAR TERRORISTEN TOE IN STAAT ZIJN In 1974 drongen terroristen een flatgebouw binnen in Kiryat Sh'mona, waar zij met machinegeweren schoten op de inwoners. 18 mensen werden gedood voordat het Israëlische leger een einde maakte aan deze actie. Enkele weken later slopen drie guerrilla's de grens over en drongen Ma’alot in westelijk Galilea binnen. In een school gijzelden ze 120 kinderen en bedreigde de regering (Golda Meir) met het opblazen van de schoolgebouwen met kinderen, als Israël niet meteen 26 van hun gearresteerde medestrijders zou vrijlaten. Israëlische soldaten wisten de school te ontzetten en de terroristen te doden. In de actie vielen twintig kinderen, doordat de terroristen hun “gijzelaartjes” neerschoten. Later dat jaar vielen drie terroristen een flatgebouw in Beit She'an binnen en doodden daar 4 burgers en verwondden er 23. Voorts werden de noordelijke dorpen in Galilea voortdurend beschoten met raketten en mortieren. Arafat legde zich daarna meer toe op invallen vanuit zee. Op de kustweg werd een autobus gekaapt en met passagiers en al naar Tel Aviv gereden om Israël te dwingen Palestijnse gevangenen vrij te laten. 34 Israëli's vonden de dood en velen raken gewond. Op weg naar Arafat’s Palestijnse staat werden van 1968 tot 1974 meer dan 1200 mensen gedood en 3000 gewond. (bron: Zwartboek Jasser Arafat, Nijkerk 2002, pag. 22-25)
PREMIER MENACHEM BEGIN EO's Tijdsein liet een vraaggesprek met premier Begin zien op 13 juli 1982. Begin zei verbaasd te zijn hoeveel wapens ze gevonden hadden, tien maal zoveel als ze verwacht hadden aan te treffen. Onze officieren konden hun ogen niet geloven. We hebben 5709 PLO-leden krijgsgevangen gemaakt. Documenten van de gevangen genomen PLO terroristen leverden het bewijs dat Libanon een Internationaal terreur centrum was geworden. Onder al deze terroristen waren mensen uit vier werelddelen en 22 kinderen vanaf 12 jaar, gewapend om Israëli's te doden. Hier volgt de lange waslijst van landen waar de terroristen vandaan kwamen.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Syrië Bangla Desh Egypte Jemen Pakistan India Jordanië Irak Turkije Sri Lanka
416 380 110 72 58 57 55 30 26 23
11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
Libanon Somalië Iran Nigeria Algerije Soedan Tuesië Mali Marokko Koeweit
-3-
10 9 8 6 5 5 5 4 4 3
21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29.
Libyë Mauritanië Canada Frankrijk Saoedi Arabië Abu Dhabi Brazilië Noorwegen Oostenrijk
3 3 2 2 2 1 1 1 1
(bron EO Tijdsein 13 juli 1982)
VERSCHRIKKING VOOR CHRISTENEN EN MOSLIMS IN ZUID LIBANON De Israëlische soldaten vonden overal munitieopslagplaatsen in en om Beiroet in ziekenhuizen, kerken en moskeeën. Onder een school van de UNWRA vond het leger een enorme bunker. (De UNWRA is een VN organisatie ten behoeve van Palestijnse vluchtelingen en is vaak verdacht van medewerking aan terroristen) In de bunker vond het leger rijen met opeengestapelde kisten met munitie, voor het overgrote deel afkomstig uit de 'voormalige' SovjetUnie. In Sidon vond het leger een wapendepot met zoveel wapentuig dat er 500 vrachtwagens nodig waren om alles af te voeren. Zes weken lang reden tientonners dag en nacht, af en aan. Voor de Arabische bewoners in zuid Libanon, en met name christenen, was de overheersing van de PLO een verschrikkelijke nachtmerrie. Na de verbanning uit Jordanië in 1970 trokken veel kaders van de PLO naar Libanon. Daar namen ze brutaal weg de autoriteit van de Libanese regering over in delen van het land. In 1976 sprak de Libanese ambassadeur Edward Ghorra, dat de PLO zijn land naar de afgrond bracht, met kidnapping, marteling van Libanese en buitenlandse slachtoffers. Niet weinig gekidnapten vonden de dood. In een vraaggesprek van de Amerikaanse columnist Rowland Evans met een Libanese dokter, kwam naar voren hoezeer de Libanese bevolking geleden heeft onder het terreurbewind van de PLO. Op de vraag hoe hij de Israëli's vond zei hij: In vergelijking met de hel die wij hadden in Libanon onder PLO zijn de Israëli's voor ons als broeders. (bron: Washington Post 25 juni 1982) Er zijn veel getuigenissen van mensen die verkracht zijn en gemarteld. Dr. Khalil Torbey, een Libanese chirurg, vertelde aan een Amerikaanse journalist dat hij vaak werd geroepen om slachtoffers van PLO beulen te helpen. Vaak waren de geslachtsorganen afgesneden en het kwam meerdere malen voor dat iemand met een touw aan een auto werd gebonden, waarna een wilde rit door een dorp of stad volgde. Dit gebeurde niet alleen met christenen maar ook met moslims. (bron: New York Times 21 juni 1982) Mensen durfde de straat niet meer uit. Vlak voor de invasie van het Israëlische leger op 6 juni 1982, werd een vrouw verkracht en vermoord, in een groepsverkrachting van gewapende PLO terroristen. Haar lichaam, afschuwelijk verminkt, werd gedumpt bij een standbeeld. (Bron: Los Angeles Herald-Examiner 13 juli 1982)
DAMOUR Het christelijke dorp damour, dichtbij Beiroet, werd in 1976 ingenomen door de PLO. Honderden inwoners werden bruut vermoord en het dorp werd omgevormd tot een militaire (terreur) basis. De kerkgebouwen werden gebruikt als forten en munitie opslagplaatsen. Menachem Begin kondigde aan dat de christelijk bewoners weer terug konden keren naar hun oude woonplaats toen het leger Damour had ontzet. De grote blijdschap over hun terugkeer naar hun dorp werd getemperd door de ontzettende vervuiling van hun dorp met o.a. Palestijnse propaganda graffiti op praktisch alle huizen en gebouwen. (bron: New york Times 14 en 21 juli 1982)
Oud president Camille Chamoun beklaagde zich over de wereldopinie die het optreden van Israël in Libanon veroordeelde. "De wereld was nooit tegen de invasie van de Palestijnse terroristen en van Syrische legereenheden in Libanon. Wie protesteerde er tegen de Syrische bombardementen op de christelijke stad Zhale. De bombardementen duurden 90 dagen en er vielen naar schatting 15.000 bommen op de stad. Ik heb toen nergens een stem gehoord van wat nu 'wereldopinie' heet", aldus Chamoun. (bron EO Tijdsein 13 juli 1982)
-4-
BASHIR GEMAYEL In EO's Tijdsein werd aan moslimleider Abu Arz gevraagd wat hij van de actie van Israël vond. Abu Arz antwoordde: "Israël moet doorgaan omdat nog slechts driekwart van de slang vernietigt is, maar niet de kop". Daarmee doelde Arz op de leiding van de PLO in Beiroet, dat omsingeld was door Israëlische soldaten. Abu Arz zei: "Je moet de kop van de slang vermorzelen. De kop van de slang is in Sabra, Sjattila en Burj el-Barasjneh, daar waar de Palestijnse leiders zijn, Arafat, Habasj, Havameth en anderen", aldus Abu Arz. Deze moslimleider nota bene, gaf aan wat er in de zogenaamde vluchtelingenkampen huisde. (bron EO Tijdsein 13 juli 1982)
In juni 1982 is de Libanese hoofdstad Beirut omsingelt door Israëlische troepen en de christelijke milities, bekend als de Falangisten. Na zware bombardementen besluiten PLO'ers Libanon te verlaten. Op 21 augustus gaan de eerste Palestijnse terroristen en guerrillastrijders per schip Libanon. De meeste vertrekken met Arafat naar Tunesië en Syrische strijders keren terug naar Syrië. Binnen 12 dagen zijn 14.398 Palestijnse en Syrische guerilla strijders/terroristen geëvacueerd. Op 23 augustus koos het Libanese parlement Bashir Gemayel tot president en hij stond voor de taak een vredesovereenkomst te bereiken met Israël. Er volgden moeilijke gesprekken tussen Bashir en Sharon, en in één van de gesprekken laat Bashir weten de Palestijnse vluchtelingenkampen te willen ontruimen en te vernietigen om er een grote dierentuin voor in de plaats aan te leggen. Bashir en Sharon komen overeen om de terroristische infrastructuur te vernietigen en spreken af om er op 15 september verder over te praten. Sharon ziet Bashir nooit meer. Op 14 september wordt het gebouw, waar hij een spreekbeurt gaf, door een pro-Syrische groepering opgeblazen. Er zijn tientallen doden. (bron: Ariel Sharon Koning van Israël, Johan Boef, pag. 113-114)
SABRA EN SJATTILA In de weken voorafgaande aan de aanslag op Bashir had hij in samenwerking met de Israëlische troepen het Libanese leger opdracht gegeven de vluchtelingenkampen uit te kammen op zoek naar wapens en achtergeven Palestijnse guerrillastrijders. Het kamp Burj el-Barasjneh was al doorzocht en honderden PLO'ers werden gearresteerd. Anderen vluchtten naar de kampen Sabra, Shatilla en Fakahani. Na de aanslag op Bashir weigerde het Libanese leger de andere kampen binnen te gaan. Vanuit de drie kampen werd voortdurend geschoten op de oprukkende Israëlische troepen. Op 16 oktober trokken de Falangisten, onder leiding van Eli Hobeika, de kampen Sabra en Shatilla binnen. Van te voren was er twijfel bij de Israëlische legerleiding, onder andere bij stafchef Eitan, omdat hij wist van de wraakgevoelens bij de Falangisten. De verschrikkingen van Palestijnen in Libanon, onder leiding van Arafat, hadden een zware tol geëist onder Libanese christenen. De jarenlange opgefokte haat tegen Palestijnse terroristen bij de christelijke bevolking vond dan ook z'n ontlading in de raids in Sabra en Sjattila. Ondanks waarschuwingen van de Israëlische bevelhebber Amir Drori zich gedisciplineerd te gedragen ging het onvoorstelbaar mis. Libanese Christelijke Falangisten nemen wraak en vermoorden honderden mensen in de twee kampen. Ondanks de waarnemingen van een paar Israëlische militairen dat er een slachting plaats vond grepen de autoriteiten niet in. De Israëlische legerleiding liet de Falangisten hun gang gaan in het zoeken naar wapens en terreurcellen. Pas toen de Israëlische generaal Yaron door een verrekijker zag wat er gebeurde werden de Falangisten onmiddellijk gesommeerd de kampen te verlaten. -5-
Verslaggevers van de BBC troffen honderden lichamen aan, soms opengereten, onder hen 35 vrouwen kinderen en bejaarden en meer dan 700 mannen van verschillende nationaliteiten. Naast Palestijnen kwamen de gedoden uit Libanon, Pakistan, Iran, Syrië en Algerije. De diverse nationaliteiten waren een bewijs dat de vluchtelingenkampen gebruikt werden als basis voor terreur. De verbijstering wereldwijd was groot, met name in Israël en het parlement besloot met een grondig onderzoek. De Commissie Kahan werd gevormd. (bron: Ariel Sharon Koning van Israël, Johan Boef, pag. 114-116 en Myths and Facts pag. 98 -99)
COMMISSIE KAHAN De Commissie Kahan moest de onderste steen boven halen van het drama, en had een hard oordeel voor minister Sharon. Hem werd verweten dat hij het dreigende gevaar van een wraakoefening negeerde en het na laten van het melden van zijn voornemen, de Falangisten toe te laten in de kampen, aan minister president Begin. De Commissie Kahan adviseerde de regering Sharon uit zijn ambt te zetten en bijna de hele ministerraad stemde daarmee in. Ruim een week na het ontslag van Sharon verscheen er een artikel in 'Time' met de titel 'The verdict is guilty' (De uitspraak is schuldig). In het artikel wordt beweerd dat er in een geheim artikel van de Commissie Kahan is, met de naam Appendix B, waarin een verslag staat van een ontmoeting van Sharon met de familie van de vermoorde Libanese leider Bashir Gemayel. Tijdens deze ontmoeting zou Sharon de Falangisten aangemoedigd hebben wraak te nemen voor de moord op Bashir. Sharon klaagde het blad Time aan en won de rechtszaak op twee van de drie aanklachten. De jury sprak zich uit voor de eerste aanklacht dat de passage in Time schadelijk is voor Sharons reputatie en als smaad moed worden gezien. Ook sprak de jury zich uit voor de tweede aanklacht dat het artikel met overduidelijk bewijs feitelijke onjuistheden bevat. De jury acht echter niet bewezen dat Time opzettelijk Sharon heeft willen beschadigen. (bron: Ariel Sharon Koning van Israël, Johan Boef, pag. 117-120)
WERELDOPINIE TEGEN ISRAEL De aanvallen op Sabra en Sjatila waren het gevolg van de verschrikkelijke terreur aanslagen tegen christenen in de jaren van het schrikbewind van de PLO in Libanon. Maar Israël werd wereldwijd aangevallen en als verantwoordelijk gezien voor het bloedbad. Alles wat er aan vooraf was gegaan was kennelijk al vergeten. De werkelijke daders, de extreem rechtse Falangisten, werden gespaard in de internationale pers. (bron: Myths and Facts pag. 98 -99) Om de eenzijdige veroordelingen van Israël nog wat duidelijker te stellen: in 1985 werden er in de kampen Sjattila en Burj el-Barasjneh door militante moslims 635 inwoners vermoord en 2500 verwond. De hele wereld zweeg. In 1990 werden er door Syrische troepen 700 christenen vermoord. De wereld zweeg, geen negatieve wereldopinie. (bron: Myths and Facts pag. 98 -99 en Washington Post 30 jan. 2001)
De oorlog in Libanon was militair gezien een groot succes, maar door de aanhoudende kritiek op de gebeurtenissen in Sanbra en Sjatila trad de regering Begin uiteindelijk af in 1983.
-6-
Israëlische patrouille tijdens de inval in Libanon.
De Israëlische journaliste Wiesje de Lange heeft enige jaren geleden het Zwartboek Jasser Arafat geschreven. In het Zwartboek gaat ze stap voor stap door het leven van Jasser Arafat en welke invloed dat heeft gehad op het leven van veel Israëli's. Het Zwartboek bevat belangrijke informatie om te begrijpen hoe de huidige situatie is ontstaan. Het is gratis verkrijgbaar in Nijkerk en wordt tegen porto kosten toegestuurd. Soms is het boek ook gratis verkrijgbaar in een stand van Christenen voor Israël, op diverse grote evenementen waar wij staan, zolang de voorraad strekt.
-7-