DE VIJF STADIA VAN DE MIND
We leven in een woelige maar interessante tijd. Dualiteit lijkt onder de mensheid hoogtij te vieren. Enorme verschillen in opvattingen en zienswijzen komen elkaar tegen en de strijd van de mind lijkt maar voort te duren. Bezitsdrang, angsten, overtuigingen, waarden, normen, liefdeloosheid en onbewustheid overheersen de wereld en lijkt de mens wie we zijn te belemmeren in zijn geheel te transformeren naar een soort van ‘hoger niveau’. Maar is dat inderdaad het geval? Zijn we hulpeloos verloren zoals het misschien lijkt? Onder deze woelige paraplu van chaos rondom ons is het voor het individu in deze tijd mogelijk je niet nat te laten regenen door de onstuimige buitenwereld. Deze chaos lijkt juist een uitnodiging te zijn om te zien dat de dualiteit juist een andere kant heeft. Spiritualiteit, meditatie, zelfonderzoek, introspectie en Zijnsbesef zijn de deuren die het leven voor ons heeft opengezet om dat te ontdekken wie of wat we werkelijk zijn. Steeds meer mensen beseffen dat en lezen literatuur wat hieromtrent aangeboden wordt en volgen allerlei trainingen en cursussen om de weg tot ontwaken en realisatie te ervaren. Alsof we bloemen zijn in een enorm verregende bloementuin maar die hier en daar langzaam tot bloei lijkt te komen. Wordt het dan langzamerhand toch lente na een winter die nooit leek op te houden? Belangrijk lijkt het nu te kunnen zien dat we geen afgescheiden golven zijn maar deel uitmaken van de enorme oceaan bestaande uit golven die mensheid heet en die vervolgens ook weer verbonden is met al wat is en leeft. Het één bestaat niet zonder het ander en zo zijn we verbonden als één onlosmakelijke natuur. En uiteindelijk zien we dan dat die onlosmakelijke natuur is wie we zijn! Een ander perspectief is dan het zien en zijn van Eenheid inclusief de schoonheid waar je een weergave van bent. Het zaadje van bewustzijn lijkt in de afgelopen tijd geplant en daar mogen we bewust van worden en voeding aan geven. Bewust worden van het geheel en van de totale liefde van het enorme mysterieuze en wonderbaarlijke geheel. Een bijna cliché uitspraak is tegenwoordig ‘tijd bestaat niet.’ En dat is ook zo. We leven voortdurend in het Hier en Nu, al dan niet bewust. Er is alleen maar Dit. Nog nooit hebben we iets ondernomen buiten het hier en nu om. In dat enorme moment van Nu (contiNU) lijkt een soort rijping plaats te vinden die ons langzaam maar zeker zijn eigen schoonheid presenteert mits we voldoende bewustzijn hebben dat te beseffen. Daar lijkt het Nu moment rijp voor om te zien wie of wat we Zijn. Zo zijn er diverse stadia waar we als menselijke vorm mee te maken hebben. De stadia van de mind. Deze hele ontwikkeling is het leven zelf wat zich kenbaar maakt inclusief de weg naar vrijheid. Ook via jou want je bént dat leven wat zich manifesteert. Dat beseffen is gaande en vormt zich volgens de wetten van de natuur. In alles is er de constante uitnodiging te zien wie of wat we Zijn. Deze rijping lijkt een aantal stadia te volgen. Een rijping zonder tijdseenheid maar een constante kleuring en beleving in de Tegenwoordigheid van Zijn. De weergave van deze stadia vindt zijn oorsprong bij de uitspraken van Osho.
Eerste stadium Dit stadium wordt ook wel de voor-mind genoemd. Die vind je in een klein kind. Het jonge kind is origineel, zoals een dier is. Vandaar dat kinderen zo mooi, onschuldig, en onbezorgd zijn zonder onrust van de latere mens. Mens is mind. Het woord mens is afgeleid van ‘man’ in Sanskriet dat mind betekent. Het kind is op die leeftijd op zijn gemak en in vrede met wat het is. Het is ook onbewust en doet gewoon wat hij doet, een geschenk van de natuur. Echter kan het kind deze toestand niet vasthouden. Je kunt niet iets vasthouden waarvan je niet weet dat je het hebt. Je raakt het dus kwijt. Het moet dus met de sluwheid van de mind te maken gaan krijgen voordat het weet iets te zijn kwijtgeraakt, dan begint de zoektocht. Het eerste stadium kent nog geen verantwoordelijkheid. Er is geen weet van een plicht en waarden. Ook het besef van zonde bestaat niet. Het leeft in een oorspronkelijke eenheid. Dit is de toestand tot ongeveer het derde levensjaar. Tussen de drie en vier jaar verliest het kind zijn onschuld, zuiverheid, zijn natuur en gaat deel uitmaken van de beschaafde wereld. Het wordt echt mens. De voor-mind is instinctief, zeer intelligent maar het is geen rationele intelligentie. De intelligentie is instinctieve intelligentie. Het is dus niet aangeleerd. Het maakt deel uit van de wijsheid van het lichaam en er is geen conflict, geen benul van goed en kwaad. Elk verlangen is totaal en heftig en stemmingen worden volledig beleefd, maar wel van korte duur. Zo is het dus eigenlijk volledig trouw aan het ogenblik. Het kind leeft voortdurend in het hier en nu alleen is er onvoldoende bewustzijn dat te beseffen. Deze kinderen hebben nog een innerlijke ordeloosheid, er is geenH notie van wat het gaat doen. Er is geen toekomstbeeld, geen verleden, alleen heden. Maar dit alles wel onbewust en dat maakt dat er nog geen orde is en kan zijn. Geen structuur, maar chaos overheerst. Het maakt het kind niet uit wat anderen van hem denken daar er nog geen identiteitsbesef overheerst. Als het met de ouders in de kantine van een tennisbaan is en in een luier rondloopt zal hij niet denken wat anderen er van vinden, of welk merk luier dat hij draagt… Vroeg of laat verlaten we dit stadium maar er kunnen wel sporen achter blijven. Deze zogenoemde sporen kunnen wel middels meditatie getransformeerd worden. Zo niet, dan blijft er iets van over en kun je er elk moment in terug vallen. Bv als je onder stress staat kun je je weer als een kind gaan gedragen. Of je kunt door omstandigheden in een huilbui vervallen waarbij je de volwassenheid vergeet. Je bent van stuk, reddeloos verloren en zo krijgt de voor-mind weer vat op je. Bij kwaadheid en verliefdheid ben je ook kinderlijker. Opvallend is dan de onbeheerstheid, onintelligentie, onredelijkheid en het chaotische gedrag wat we uiten. De tweede laag betreurt wat de eerste heeft aangericht. Er is dan spijt. Tenzij er ontwaken plaatsvindt blijft de eerste mind altijd enigszins aanwezig en soms verdwijnt de eerste laag zelfs nooit. Denk hierbij aan mensen die we imbecielen en idioten noemen. Ze leren niet sociaal te zijn en verblijven in een primitieve staat.
De tweede mind Ook wel de collectieve mind genoemd. Daarin worden de groep, het gezin, de gemeenschap, de natie belangrijker dan jijzelf. Een kind is erg op zichzelf gericht maar de tweede mind gaat aan anderen denken. Het gaat zijn eigenbelang achterstellen, wordt collectiever, gaat meer deel uitmaken van de gemeenschap, de clan, de stam en wordt beschaafd. Beschaving komt neer op deel uitmaken van een samenleving. Beschaving betekent dat je jezelf opoffert voor anderen. Men ontwikkelt zich naar de tweede mind door onderwijs, gezinsopvoeding, leraren, de maatschappij, belevenissen en waarnemingen. Het kind ziet dat het deel is van een samenleving, een kerk, een natie of een voetbalclub. De tweede mind bezit een identiteit. Men behoort bij de hindoe groep, christenen, moslims e.d. Men behoort tot een volk, een aardrijkskundig gebied zoals Nederland. Men zegt ‘ik ben waartoe ik behoor’ en dat is de plaats binnen de samenleving. Het heeft echter weinig met zelfkennis te maken. Het zegt alleen waartoe je denkt te behoren en wat je doet. Voor de praktische gang van zaken is dit echter genoeg, en veel mensen houden het hier voor gezien. Ze zullen nooit weten wie ze zijn. Ze zijn alleen hun valse identiteit die ze hebben aangenomen en er worden etiketten gespeeld. Etiketten vertellen iets over je functie en niets over je werkelijkheid. Ook de samenleving vindt het wel ok dat je niet verder gaat dan het tweede stadium. School, academie, universiteit trachten ervoor te zorgen dat je op een kinderlijk niveau blijft steken en dat je een beschaafd iemand wordt en verder gaat ze niet. Je bent een van de velen. Ze heeft je plichtsgetrouw gemaakt en betrouwbaar. Ze heeft je waarden bijgebracht, wat goed en wat fout is en hoe het allemaal hoort te zijn. Er is sprake van een collectieve verantwoordelijkheid, er is nog geen individuele verantwoordelijkheid. Je voelt je a.h.w. nog niet persoonlijk voor iets verantwoordelijk. Je voelt je alleen verantwoordelijk omdat je deel uitmaakt van een bepaald collectivum. Anderen hebben het voor je opgelost door gemaakte regels. De tweede mind is echter niet gespannen, hij veroorzaakt geen onrust. Er is ook geen opstandigheid. In India beoordeelt men dit als positief echter is deze tevredenheid niet erg creatief, maar kan wel een leven zonder al te veel pijn betekenen. Echter is die vrede tot niets in staat. Men behoort alleen tot een bepaalde groep, een gemeenschap in een vorm van vrede en gehoorzaamheid met geduldigheid. Zo is er weinig eenzaamheid. Je hoeft weinig te kiezen en er wordt voor je besloten. Alles wat er gebeurt dien je te aanvaarden omdat het toch niet anders kan. Als het niet anders kan, waarom zou je je dan druk maken? De samenleving waardeert je, respecteert je als je je aan de regels van de samenleving houdt. Ze hebben wat over je te zeggen in dit stadium en er is onderdrukking. Zo doen mensen dan de dingen die zo horen of van ze worden verwacht. Of dat wat iedereen doet. De regels willen het. Dit mindstadium kent dus een fraai geschilderde buitenkant maar met de binnenkant is niets gebeurd. Die is nog niet tot ontwikkeling gebracht. De mensen geloven maar weten nog niet.
De derde mind Ook wel de individuele mind genoemd. Dit stadium is onafhankelijk, weerbaar en opstandig. Er heeft zich een ego ontwikkeld. Dat ego heeft vaste vormen aangenomen. Men is niet meer enkel een onderdeel van een kerk, land, stam, clan, familie: hij is zichzelf geworden. Er is dus een besef van een zelf. Je identiteit is individueler en heeft meer met creativiteit te maken. Je bent schilder, dichter. Ze wordt niet bepaald door waar je toe behoort maar door welke bijdrage je aan de wereld hebt geleverd. In de nevelige mind begint zich een innerlijk centrum te tekenen. In het tweede stadium is deze nog onecht, opgedrongen door de buitenwereld. De eerste mind was nog een chaos, geen orde. De derde krijgt meer broederlijkheid. Niemand legt zijn wil aan je op en jij wenst dat ook niet bij een ander te doen. Je respecteert de vrijheid van de ander evenzeer zoals je je eigen vrijheid respecteert want alle mensen zijn broeders. Er is nu meer individuele verantwoording zoals voor je daden, omdat je nu weet wat goed en kwaad is. Omdat jij zelf weet dat het zo is. Dat vereist dus meer bewustzijn en meer inzicht. Je beleeft meer vreugde maar er is ook meer onrust. Als je een fout maakt, ben jij het die de fout maakt. En jij bent verantwoordelijk voor elke stap die je zet. Elke keus heeft een beslissend karakter, omdat je de tijd niet kunt terugdraaien maar problemen zijn oplosbaar. Er zijn denkbeelden, er is toegespitste aandacht, een abstracte filosofie wordt geboren. Een wetenschap ontwikkelt zich en nee wordt heel belangrijk. Twijfel krijgt ook een grote betekenis. In het tweede stadium was geloof de regel, in het derde stadium is twijfel de regel. Nee betekent rebellie en zonder nee ontwikkelt zich geen ego en nee blijkt nodig om ja te kunnen zeggen. Men kan doorgaan naar het vierde stadium na volle ontwikkeling van het ego. Als het vierde voor handen is, dan is het derde zeer creatief. Zo is overgave van het ego, je ik, je identiteit uiterst waardevol. Als je niet tot overgave kunt komen wordt het ego een zware last op jou. Terugval naar het eerste stadium is dan mogelijk. In dit derde stadium is de intellect het hoogtepunt.
De vierde mind Ook wel de universele mind genoemd maar verwar het niet met collectief. Collectief is behoren tot een groep, een gemeenschap, een periode, een tijd, een land. Universeel betekent dat je behoort tot het hele bestaan als zodanig. Als het ego rijp is kan het loslaten en valt het feitelijk vanzelf als de vierde toegang er is. In het Westen is dat het probleem. De derde mind heeft zijn allerhoogste ontwikkeling bereikt, maar de vierde toegang is er niet. Normaliter ziet een mens rond zijn 42e, 45e jaar uit naar de vierde mind en dat vinden is belangrijk. Net zoals de puberteit is men nu ook rijp voor dat wat hoger is dan de gewende liefde, dan gewone seksualiteit. Meditatie gaat ook een rol spelen. Als je het vindt verloopt je leven soepel anders kun je instorten, je hele structuur wankelt. Er is honger maar geen voedsel. Het ego kan verdwijnen alleen als het zich volledig heeft ontwikkeld. Eerst heb je een persoonlijkheid, persona, een masker, nodig. Een persoon is iemand die een beeld van zijn ego heeft. Een individu is iemand die zijn ego heeft laten vallen en weet wie hij is. Een persoon is als een cirkel met een middelpunt, een enkeling is een cirkel zonder middelpunt – enkel pure ruimte. Je bent voor je ego afhankelijk voor anderen. Als je lange tijd alleen bent verdwijnt het want je wordt niet meer door anderen gestimuleerd er te zijn d.m.v. bijvoorbeeld waardering. Het doel is een te worden met het geheel. In de universele mind komen waarheid, goedheid en schoonheid tot bloei. Jij bent er als het ware niet meer continue en alle energie die met het ego gemoeid was, is in deze drie vrijgekomen. Hier heerst het gevoel, de liefde. Er is vertrouwen en geen geloof meer. Eigen inzicht, eigen beleving is een feit. Je voelt je niet meer met de samenleving, maar met het bestaan verbonden. Je krijgt een scheppende kracht. Er is zelfdiscipline, een innerlijke orde. Er komt een nieuwe waardeoriëntatie, omdat je nu kunt zien wat juist is. Hoe zou je het dan nog anders kunnen doen? Je handelt in overeenstemming met je bewustzijn. Je innerlijke bron is gaan stromen. In dit stadium vinden glimpen over waarheid plaats en dat zou je ontwaken kunnen noemen. Zo lijkt het een in en uitstroom te zijn van Het zien en dan weer Het niet zien of denken kwijt te raken. In de huidige tijd gebeurt dat bij veel mensen en is het niet meer per definitie toegeschreven aan enkelen zoals vroeger het geval was bij een Jezus of een Boeddha. Tegenwoordig gaan ogen open, bij gewone mensen zoals jij en ik in een spijkerbroek… De vijfde mind Ook wel de boeddhamind of christusmind genoemd. Dit is het laatste stadium. Als je denkt aan de universele/vierde mind blijf je binnen het denken. Er zijn dan nog enkele ideeën over het individuele en het universele bij je blijven hangen. Restanten van ego en identiteitsbesef spelen nog. De eenheid Zijn of wat je totale realisatie kunt noemen is nog niet volledig, nog niet finaal. Als dat wel zo is, dan is er niets individueels meer. In het laatste stadium echter ben je (zonder ‘je’) er van bewust dat er eenheid is met het geheel. Je bént het geheel. Er is het zien dat de oude jij is opgelost en er geen personen bestaan. Er is één Zijn en dat ben jezelf. Of we dat nu goddelijkheid, leven of de natuur noemen maakt niet uit. Het is geen ervaring meer want dat zou betekenen dat er iemand is die het ervaart. De druppel is opgenomen in de oceaan en ziet wat het altijd al was. Altijd heeft het gezocht maar nooit gevonden. Nu komen Zijn, Bewustzijn en Zegen op de voorgrond en je bent voor het eerst een Zijn. Van Worden is geen sprake meer. Je bewustzijn is totaal want er is nergens nog duisternis te vinden. Geen onrust meer, geen gespannenheid, geen ellende. De nachtmerrie is voorbij, je bent volledig gerealiseerd in liefde, bewustzijn en vrijheid.
(Antoine van Staveren, Spiegelbeeld mei 2006)