De vergeten parels De sociale en economische waarde van bedrijventerreinen in Rotterdam-Zuid
Een onderzoek van Stec Groep in opdracht van Kamer van Koophandel Rotterdam. April 2012
Kamer van Koophandel Rotterdam Postbus 450, 3000 AL Rotterdam | t 010 402 77 77
Inhoudsopgave Inleiding Betekenis van bedrijventerreinen voor Rotterdam-Zuid • Talentontwikkeling • Economie en arbeidsmarkt • Betere leefomgeving Bedrijventerreinen op Zuid: de feiten • 30% van de totale werkgelegenheid in Rotterdam-Zuid • 13.000 indirecte banen • Aantal banen op bedrijventerreinen stabiel sinds 2000 • Veel werk voor jongeren en lager opgeleiden • Een toegevoegde waarde van 1 miljard euro Aanbevelingen voor bedrijventerreinen op Zuid • Behoud de terreinen en versterk deze waar mogelijk • Sterke segmentering en profilering vergroot de aantrekkelijkheid voor potentiële investeerders • Heb meer oog voor zzp’ers en kleinschalige gebruikers • Actuele bestemmingsplannen zorgen voor meer investeringskansen • Investeer in bereikbaarheid • Werk aan de kwaliteit en uitstraling • Tijdelijk hergebruik van leegstaande panden zorgt voor reuring in het gebied • Weet wat speelt bij de bedrijven Onderzoeksmethode
Inleiding Rotterdam-Zuid kampt al jaren met grote sociaal-economische problemen. Veel bedrijven zijn het gebied uitgetrokken, de werkloosheid is hoog en het opleidingsniveau en de mobiliteit van de bevolking zijn laag. De bedrijventerreinen in Rotterdam-Zuid staan bovendien onder druk van andere (oprukkende) bestemmingen als woningbouw en detailhandel. Dit zet de werkgelegenheid verder onder druk. In haar rapport adviseert de commissie Deetman/Mans de gemeente Rotterdam om samen met haar partners te komen tot nieuwe sociale en economische impulsen voor Zuid. Stimuleren van bedrijvigheid is daar één van. Inmiddels is dit rapport vertaald in het programma ‘Zuid Werkt!’ (september 2011), dat door de belangrijkste stakeholders in het gebied en door het ministerie is ondertekend. In Zuid Werkt! komen de bestaande bedrijventerreinen niet aan bod. Kamer van Koophandel Rotterdam heeft Stec Groep daarom gevraagd de sociale en economische waarde van bedrijventerreinen op Zuid in beeld te brengen met de Economische Effect Rapportage (EER). Dit met als doel de mogelijke rol van de bedrijventerreinen voor Rotterdam-Zuid boven water te krijgen. In totaal zijn zeven bedrijventerreinen in Rotterdam-Zuid doorgerekend op diverse indicatoren. De volgende locaties zijn doorgerekend (medio 2011-begin 2012): 1. Charlois 2. Cornelisland/Reijerwaard (gemeente Barendrecht) 3. Hordijk 4. Laagjes 5. Maashaven 6. Stadionweg en omgeving 7. Waalhaven-Oost/-West en -Zuid De ligging van de bedrijventerreinen:
Betekenis van bedrijventerreinen voor Rotterdam-Zuid De strategie van het Nationale programma Kwaliteitssprong Zuid is verwoord in het rapport ‘Zuid Werkt!’. De rol van bedrijventerreinen blijft hierin onderbelicht. En dit terwijl bedrijventerreinen van groot belang zijn voor de economie van Zuid en ze een duidelijke sociaal-maatschappelijke betekenis hebben. Investeren in een ‘kwaliteitssprong’ op Zuid kan niet zonder investeringen in de bedrijventerreinen. In dit onderdeel gaan we daarom in op de rol die bedrijventerreinen kunnen hebben bij de uitvoering van het programma ‘Zuid Werkt’. We doen dit op basis van de drie pijlers zoals ook in het nationaal programma verwoord. 1.
Talentontwikkeling
Talentontwikkeling door betere verbindingen tussen bedrijfsleven en onderwijs In het programma ‘Zuid Werkt’ is onder het spoor talentontwikkeling vooral aandacht voor investeringen in onderwijs, betrokkenheid en verzuimaanpak. De rol van bedrijven gevestigd op Zuid wordt niet of nauwelijks benoemd, terwijl de kloof tussen onderwijs en bedrijfsleven te groot is, zo geven ook de vertegenwoordigers van bedrijven op Zuid aan. Bedrijven zijn juist een belangrijke schakel tussen theorie en praktijk. Goed opgeleid personeel (fit to the job) is voor bedrijven een belangrijk aspect in de bedrijfsvoering. Vanuit het bedrijfsleven is het belangrijk dat er meer talent uit Zuid op Zuid aan de slag gaat. Door onderwijs en bedrijfsleven meer met elkaar te verbinden, ontstaat een winwinsituatie. Investeringen op bedrijventerreinen, om bedrijven te behouden of om nieuwe bedrijven te huisvesten, zijn vanuit deze optiek wenselijk voor een kwaliteitssprong op Zuid. Nu komt dit slechts beperkt uit de verf. Via de Alliantie Zuid Werkt worden wel initiatieven ontplooid om dit op te zetten op Zuid. Wat is de rol van het bedrijfsleven en geeft het programma Zuid Werkt extra kwaliteit? Meer samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs door het aanbieden van stages voor leerlingen op Zuid, het aanbieden van leerwerkplekken en ondersteuning bij het aan het werk krijgen van langdurig werklozen. 2.
Economie en arbeidsmarkt
Meer economie op Zuid betekent investeren in vestigingslocaties voor bedrijven, ook bestaande. Het spoor economie en arbeidsmarkt heeft betrekking op het versterken van de economie op Zuid, zodat er meer mensen aan het werk zijn. We zagen dat bedrijventerreinen een belangrijke economische en maatschappelijke waarde hebben voor Zuid. Een groot deel van de werkgelegenheid zit bij bedrijven uit traditionele sectoren, zoals bouw, reparatie en handel. Ook in de toekomst zijn deze sectoren voor een groot deel verantwoordelijk voor de werkgelegenheid op Zuid. Dit ondanks opkomende economische sectoren zoals zorg en life sciences. Ook voor deze traditionele sectoren moet oog zijn omdat deze het beste aansluiten bij de behoeftes van bestaande bedrijven op Zuid.
Het is van groot belang dat kansen worden benut en er een sterke economische ontwikkeling ontstaat op Zuid. Deze ontwikkeling heeft echter ook fysieke ruimte nodig. In het nationaal programma wordt met name ingezet op het versterken van ‘economische brandpunten’, zoals de RDM Campus, Hart van Zuid en de voormalige RET-remise. Deze plekken moeten zich ontwikkelen tot broedplaatsen voor startende bedrijven. Het is echter minstens zo belangrijk dat succesvolle starters daarna een plek kunnen vinden op Zuid, zodat de groei dichtbij plaatsvindt. In deze fase zullen deze bedrijven ook meer personeel nodig hebben. De beroepsbevolking op Zuid kan hier een bijdrage in leveren. Bedrijventerreinen zijn wat ons betreft ook ‘brandpunten’ voor de economie van Zuid en de meest logische plekken voor de fysieke vestiging van een bedrijf dat groeit. Door te investeren in bedrijventerreinen en herontwikkeling mogelijk te maken, ontstaat aanbod voor vestiging. Hetzelfde geldt voor startende bedrijven in de woonomgeving. Zodra de eigen schuur of zolder te klein is, moeten zij op korte afstand van de woonomgeving een plek kunnen vinden voor hun bedrijf. Ruimte creëren en het uitlokken van investeringen door bijvoorbeeld flexibiliteit in bestemmingsplannen helpen bedrijventerreinen op Zuid om een belangrijke schakel te worden tussen nieuwe ideeën en een sterke economische ontwikkeling op Zuid. Deze aanpak ontbreekt in de acties in het Kwaliteitsprogramma Zuid Werkt. 3.
Betere leefomgeving
Een fysieke kwaliteitsverbetering door investeringen op bedrijventerreinen Verzorgde bedrijventerreinen en het beperken van overlast door bedrijven zorgen voor een betere leefomgeving. Dus geen zware of logistieke bedrijven nabij woonwijken. Door de bedrijventerreinen scherper te profileren en te segmenteren, krijgen de terreinen een eigen smoel en identiteit in het palet aan bedrijventerreinen op Zuid. Hierdoor ontstaat er een gevarieerd vestigingsklimaat en worden bedrijven behouden voor Zuid. Investeringen op bedrijventerreinen op Zuid dragen bij aan het verbeteren van de kwaliteit van de fysieke omgeving. Bedrijventerreinen zijn immers verbonden met het stedelijke milieu waarin zij zich bevinden. Nu is een bedrijventerrein te vaak een gebied dat niet of nauwelijks verbonden is met de omgeving. Dit kan onder andere door een geleidelijke overgang te creëren tussen wonen en werken, bijvoorbeeld in de vorm van woon-werkeenheden of lichte bedrijvigheid aan de rand van het bedrijventerrein. Het programma Zuid Werkt focust nu te veel op investeringen in het woonmilieu en het versterken van de leefbaarheid in de wijk. De rol van bedrijventerreinen blijft onderbelicht, terwijl investeringen hier ook een positief effect hebben op de woonomgeving in de directe nabijheid.
Bedrijventerreinen op Zuid: de feiten 30% van de totale werkgelegenheid in Rotterdam-Zuid De zeven onderzochte bedrijventerreinen in Rotterdam-Zuid zijn samen goed voor 20.000 arbeidsplaatsen. In totaal is de werkgelegenheid in Rotterdam-Zuid circa 70.000 arbeidsplaatsen. Dit betekent dat 30% van de werkgelegenheid op de zeven bedrijventerreinen zit. 7% van de totale werkgelegenheid in Rotterdam is gevestigd op bedrijventerreinen op Zuid. In totaal gaat het om circa 1000 bedrijven. Overzicht van de verdeling van deze vestigingen en arbeidsplaatsen per sector:
Bron: COS Rotterdam, 2011, bewerking Stec Groep, 2012
Waalhaven is het grootste bedrijventerrein op Zuid. Hier werken circa 11.000 mensen. Waalhaven is verdeeld in drie deelgebieden: Oost en West zijn direct aan het water gelegen en hebben daardoor veel havengebonden bedrijvigheid. Waalhaven-Zuid is meer een regulier bedrijventerrein voor diverse doelgroepen. Een overzicht van het aantal vestigingen en arbeidsplaatsen per bedrijventerrein op Zuid:
Bron: COS Rotterdam 2011, bewerking Stec Groep, 2012
13.000 indirecte banen Elke baan op een bedrijventerrein heeft een spin-offeffect bij afnemers, dienstverleners en leveranciers. Denk aan de schoonmaker, het cateringbedrijf en de accountant. Elke baan op een bedrijventerrein is goed voor 0,65 banen elders. In totaal betekent dit dat de 20.000 banen op Zuid goed zijn voor nog eens 13.000 banen elders. Het totale werkgelegenheidseffect van bedrijventerreinen op Zuid is daarmee 33.000 arbeidsplaatsen. Bedrijventerreinen op Zuid zijn dus erg belangrijk voor de economie van Zuid, Rotterdam en de regio. Aantal banen op bedrijventerreinen is stabiel sinds 2000 Sinds 2000 is het aantal banen op bedrijventerreinen op Zuid met circa 1% gedaald. Dit verhoudt zich tot de ontwikkeling van het totaal aantal banen in de gemeente Rotterdam. Er is een aantal redenen aan te dragen voor de beperkte groei in werkgelegenheid op bedrijventerreinen. Ten eerste zijn vijf van de zeven onderzochte bedrijventerreinen grotendeels voor 2000 ontwikkeld. Daarnaast heeft een aantal grote bedrijven Zuid juist verlaten om elders de bedrijfsvoering voort te zetten. Dit is bijvoorbeeld het geval geweest op Maashaven en Stadionweg e.o., waar delen van het terrein zijn getransformeerd ten behoeve van woningbouw. Ten derde is een aantal bedrijventerreinen op Zuid verouderd en niet aantrekkelijk voor vestiging. Hier moet gezocht worden naar een nieuw elan om het tij te keren. Voorkomen moet worden dat (nog meer) bedrijven Zuid verlaten en daarmee werkgelegenheid verloren gaat! Veel werk voor jongeren en lager opgeleiden De kwaliteit van de banen op Zuid is minstens zo belangrijk als het aantal banen. Kwetsbare groepen (zoals jongeren, maar ook ouderen en lager opgeleiden) vinden werk op bedrijventerreinen. De terreinen zijn daarom van sociaal-maatschappelijke waarde voor de (stedelijke) omgeving. De bereidheid van deze kwetsbare groepen om te reizen voor werk is lager dan bij andere groepen op de arbeidsmarkt (woon-werkafstand maximaal 10 tot 15 kilometer) en de werkloosheid onder deze groepen is relatief hoog (bijvoorbeeld: de werkloosheid onder lager opgeleiden is eind 2011 circa 4,4%, terwijl dit voor hoger opgeleiden 3,3% was). Uit de EER blijkt dat circa 17,5% van de werknemers op de zeven bedrijventerreinen jonger is dan 25 jaar. Het aandeel ouderen is circa 12,5% en ruim 35% van de werknemers bij bedrijven gevestigd op Zuid is lager opgeleid. Deze percentages verhouden zich met de gemiddelden op de bedrijventerreinen in Rotterdam. De bedrijventerreinen op Zuid hebben dus een grote sociaal-maatschappelijke functie voor Rotterdam(-Zuid). Een toegevoegde waarde van € 1 miljard De toegevoegde waarde (indicator die aangeeft in hoeverre een onderneming in staat is waarde toe te voegen aan een product of dienst) is een belangrijke indicator voor economische groei. In totaal ligt de toegevoegde waarde in de Stadsregio Rotterdam-Rijnmond op circa € 40 miljard in 2008 (bron: Economische Verkenningen Rotterdam, 2012). De zeven bedrijventerreinen in Rotterdam Zuid zijn samen goed voor een aandeel van circa € 1 miljard. Dit betekent dat bedrijventerreinen op Zuid een belangrijke bijdrage leveren aan de economische ontwikkeling van de regio. Recentere cijfers zijn overigens nog niet bekend, waardoor het effect van de crisis nog niet te meten is.
Aanbevelingen voor bedrijventerreinen op Zuid De EER Bedrijventerreinen legt de nadruk op het economisch presteren van een bedrijventerrein ten opzichte van andere bedrijventerreinen en ten opzichte van economische ontwikkelingen in de regio. Zo worden de sterke en zwakke punten per terrein blootgelegd. Vanuit deze sterke en zwakke kanten van het terrein is een aantal aanbevelingen opgesteld. De individuele aanbevelingen per terrein zijn verwoord in een aparte rapportage per bedrijventerrein. Hieronder leest u een aantal algemene aanbevelingen ten aanzien van de uitkomsten voor de zeven onderzochte terreinen op Zuid. Behoud de terreinen en versterk deze waar mogelijk Voor de lokale economie is het behoud van bedrijventerreinen van groot belang. Zoals we zagen, zorgen de bedrijventerreinen niet alleen voor directe en indirecte werkgelegenheid, maar hebben zij ook een sociaal-maatschappelijke functie. Een grootschalige transformatieopgave is dan ook niet aan de orde, behoudens een enkel (deel)gebied. Waar mogelijk is de versterking van bedrijventerreinen een wenselijke strategie. Voor de economie en leefbaarheid van Zuid zijn sterke bedrijventerreinen essentieel. Sterke segmentering en profilering vergroot de aantrekkelijkheid voor potentiële investeerders. Voor een goed functionerende en gezonde bedrijventerreinenmarkt is een sterke segmentering en profilering noodzakelijk. Dit kan onder andere door een segmentering op basis van verschijningsvorm of op basis van omvang van de bedrijven in te voeren.
Segmentering van bedrijventerreinen: verschijningsvorm en omvang Belangrijke trend is dat de verschijningsvorm van bedrijfsruimte steeds meer leidend is voor de locatiekeuze van de onderneming, meer dan bijvoorbeeld de sector waarin het bedrijf zich bevindt, of zelfs de belangrijkste bedrijfsactiviteit van een bedrijf. Verschijningsvorm heeft betrekking op zowel de uitstraling van het pand als de uitstraling van het terrein. Dit betekent dat bedrijven die eenzelfde uitstraling nastreven bij elkaar in de buurt gevestigd willen zijn. Naast verschijningsvorm wordt ook steeds vaker een onderscheid gemaakt in omvang van kavels op een bedrijventerrein. Gewilde marktsegmenten zijn grootschalige kavels (>1 hectare) en kleinschalige kavels/panden (vanaf 100 m2 bvo tot 1.500 m2 kavel). Het middensegment is minder aantrekkelijk. Het clusteren van grote bedrijven (bijvoorbeeld logistiek, zwaardere milieucategorieën en grotere productiebedrijven) en aan de andere kant van kleine(re) bedrijven (mkb en starters) biedt schaalvoordelen en zorgt voor een duidelijk profiel van het bedrijventerrein. Hierdoor wordt een wildgroei voorkomen en dit komt de uitstraling ten goede.
Het is belangrijk de typologie voor bedrijventerreinen zo helder en eenduidig mogelijk te hebben, omdat bedrijventerreinen hierdoor een duidelijk profiel hebben. Hiermee wordt bedrijfsruimtegebruikers keuze geboden en terreinen onderscheiden zich van elkaar. Een onderscheidend profiel is aantrekkelijk en dat lokt weer investeringen uit. Ook is een terrein bij een sterke segmentering en profilering beter te vermarkten. Op bedrijventerreinen op Zuid merken we dat de terreinen zich nauwelijks van elkaar onderscheiden. Op vrijwel alle onderzochte terreinen zijn soortgelijke mogelijkheden. Wij adviseren kritisch te kijken naar het onderscheidend vermogen van de bedrijventerreinen op Zuid. Door aan te haken bij sterke punten van de terreinen is het mogelijk om de terreinen een eigen smoel te geven en daarmee aantrekkelijker te maken voor (potentiële) investeerders. Aantrekkelijke opties voor terreinen op Zuid zijn daarin een locatie met perifere/grootschalige detailhandel, een locatie voor met name startende ondernemers, reparatie en opslag, een locatie met zorggerelateerde (productie)bedrijven of een locatie meer gericht op grotere bedrijvigheid in logistiek of productie. Actieve sturing op de realisatie van een dergelijke segmentering heeft tot gevolg dat er een verhuisbeweging kan ontstaan, waardoor zich ontwikkelmogelijkheden op andere terreinen voordoen. Bijvoorbeeld: een groeiend bedrijf op Zuid zoekt een nieuwe locatie en vindt deze op bedrijventerrein Charloisse Poort. Op de achtergebleven locatie komt door een actieve herontwikkeling (en in overleg met de eigenaar) ruimte beschikbaar voor kleinere units, geschikt voor starters en opslag. Heb meer oog voor zzp’ers en kleinschalige gebruikers De economie verandert. De afgelopen jaren zien we steeds meer zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) die ruimte zoeken op bedrijventerreinen. Kleine, startende bedrijven groeien na enkele jaren uit de garage of zolderkamer en hebben behoefte aan kleinschalige opslag- of werkruimte voor het bedrijf, het liefst dicht bij huis. Ook in Rotterdam-Zuid is deze groep in potentie groot, mede omdat veel zzp’ers van allochtone afkomst zijn. Op dit moment zien we slechts beperkt vestigingsmogelijkheden voor deze doelgroep op bedrijventerreinen op Zuid. Leegstaande panden zijn vaak grootschaliger en daarom niet geschikt voor kleine bedrijven. Voor het versterken van bedrijventerreinen op Zuid is oog voor de kleine gebruiker essentieel. Er ontstaat op deze manier immers reuring op de locaties. Ook voor herontwikkeling van leegstaande panden en kavels zijn de kleinere gebruikers een interessant marktsegment. Een en ander moet wel afgestemd worden met de RDM Campus en de voormalige RET-remise om onnodige concurrentie te voorkomen. Actuele bestemmingsplannen zorgen voor meer investeringskansen. Veel bestemmingsplannen van bedrijventerreinen op Zuid zijn verouderd. Hierdoor zijn ze vaak niet marktconform, waardoor investeringskansen ontbreken. Een nieuw bestemmingsplan moet ontwikkelingen op de bedrijventerreinen zoveel mogelijk stimuleren. Dit betekent dat het bestemmingsplan flexibeler moet zijn. Een bestemmingsplan op hoofdlijnen, met minimale vereisten aan bouwhoogte, ruimtegebruik en parkeren, stimuleert de creativiteit, innovatie en lokt investering uit. Ook ruimte voor nieuwe en andere (werk)functies past bij een moderne werklocatie midden in het stedelijk gebied. Voor bedrijventerreinen op Zuid denken we vooral aan de mogelijkheid om (aaneengeschakelde) kavels te intensiveren, extra bouwhoogte te realiseren en hergebruik van leegstaande (markante) gebouwen. Door meer meters te realiseren, is er meer opbrengstpotentie en daardoor mogelijk een haalbare businesscase voor de herontwikkeling van gebieden of gebouwen.
Investeer in bereikbaarheid De bereikbaarheid van het bedrijventerrein en daarbinnen het bedrijfspand is voor bedrijven één van de belangrijkste motieven om voor een bedrijfslocatie te kiezen. Het is ook vaak een motief om het bedrijventerrein te verlaten als deze bereikbaarheid niet op orde is. Ook voor werknemers is een goede bereikbaarheid van belang. Investeringen zijn nodig om de bereikbaarheid ook in de toekomst op orde te houden. De bedrijventerreinen op Zuid zijn over het algemeen goed bereikbaar. Ze liggen vrijwel allemaal in de buurt van de snelweg, maar ook bij (hoogwaardig) openbaar vervoer, zoals de tram en bus. We constateerden echter dat slechts weinig bus- en tramlijnen ook daadwerkelijk over het bedrijventerrein rijden. Ook zijn de verbindingen vooral gericht op vervoer tussen centrum Rotterdam en de woonwijken. Verbindingen tussen woonwijk en de bedrijventerreinen die erbij in de buurt liggen zijn er nauwelijks. Het verplaatsen tussen wijken of bedrijventerreinen op Zuid gaat vaak gepaard met overstappen en een langere reistijd. Voor werknemers op de bedrijventerreinen is het openbaar vervoer nu nauwelijks een alternatief. Werk aan de kwaliteit en uitstraling Met de kernbegrippen ‘schoon, heel en veilig’ kan de leefbaarheid van terreinen worden verbeterd. Straten en openbaar groen moeten schoon zijn; het moet heel zijn en het moet veilig zijn. Dit wordt al grotendeels opgepakt. Het openbaar gebied ziet er op veel plekken redelijk verzorgd uit. Wegen worden regelmatig opgeknapt en bewegwijzering is grotendeels aanwezig. Veel bedrijven zijn ook aangesloten bij een bedrijvenkring. Parkmanagement ontbreekt nog op enkele terreinen. Om criminaliteit (nog) meer tegen te gaan kan collectieve bedrijvenbeveiliging gestart worden. Om te voorkomen dat auto’s op de stoep, in de berm of op de openbare weg worden geparkeerd, parkeerplekken als opslagterrein voor spullen en opleggers worden gebruikt en om het dumpen van restafval tegen te gaan, is handhaving gewenst. Op deze manier kan ook de buitenopslag (op openbaar terrein) worden tegengegaan. Een handhaver moet op den duur een herkenbare persoon worden in het gebied. Ondernemers moeten ook makkelijk op hem of haar kunnen afstappen. Op deze manier wordt een vertrouwensband opgebouwd. Dit komt de leefbaarheid ten goede en versterkt de overgang tussen woon- en werkgebied. Tijdelijk hergebruik van leegstaande panden zorgt voor reuring in het gebied Over het algemeen is de leegstand op de bedrijventerreinen op Zuid beperkt. Toch komt ook in Rotterdam-Zuid structurele leegstand voor. Door deze panden tijdelijk te herbestemmen voor andere functies (zoals kunstenaarswerkplaats, oefenruimte voor een culturele activiteit, of een evenement) ontstaat reuring in het gebied. Dit kan bijdragen aan een hernieuwd toekomstperspectief voor een gebied of gebouw. Mensen komen immers in aanraking met de plek, men ziet dat er iets gebeurd en een negatieve spiraal wordt doorbroken. Op diverse plekken op Zuid kan dit een oplossing zijn voor langdurig leegstaande panden. Weet wat speelt bij de bedrijven Voorkomen is beter dan genezen. We raden aan via actief accountmanagement volop aandacht te besteden aan de zittende (grote en kleine) bedrijvigheid en deze goed te faciliteren. Dit om de basis te leggen voor verdere (werkgelegenheid)groei en de kans op vertrek te minimaliseren. Weten wat er bij bedrijven speelt is van essentieel belang voor het in stand houden van de kwaliteit van bedrijventerreinen en het behoud van de werkgelegenheidsfunctie. Het aanspreken van bedrijven op ongewenst gedrag (bijvoorbeeld verloedering of parkeeroverlast) en het opbouwen van een vertrouwensband (door regelmatig bedrijven te consulteren) leidt tot meer wederzijds vertrouwen.
Onderzoeksmethode De Economische Effect Rapportage Bedrijventerreinen is een model dat Stec Groep in de afgelopen jaren op tientallen locaties in Nederland heeft toegepast en (door)ontwikkeld samen met Kamer van Koophandel Rotterdam en de provincie Zuid-Holland. De EER Bedrijventerreinen geeft transparant en onderbouwd inzicht in het presteren van bedrijventerreinen op vijf hoofdindicatoren (en bijbehorende subindicatoren): • banen: onder andere belang van het terrein in de directe en indirecte werkgelegenheid, aard van de werkgelegenheid (opleidingsniveau, leeftijd) en banenontwikkeling; • geld: onder andere economische/financiële betekenis van het terrein. Denk aan toegevoegde waarde, aandeel terrein in regionaal product, maar ook het aandeel stuwende sectoren op het terrein; • markt- & vastgoedwaarde: onder andere stand en ontwikkeling van huur- en grondprijzen, transactiedynamiek en leegstand (% en ontwikkeling); • gebiedskwaliteit & economische duurzaamheid: onder andere bereikbaarheid/ infrastructuur, veiligheid, intensiteit ruimtegebruik en voorzieningen; • toekomstpotentie: toekomstige kracht terrein, economische kwetsbaarheid, intensive ringskansen, uitbreidingskansen, duurzaamheidspotenties, et cetera. Basis voor het model vormen gegevens over de samenstelling van de bedrijvigheid en werkgelegenheid op de terreinen, maar bijvoorbeeld ook informatie over omvang en leeftijd. Bronnen hiervoor zijn onder meer Infodesk Bedrijventerreinen, CBS StatLine, CPB, COS Rotterdam en de COEN-enquête van de Kamer van Koophandel.