De Parels van Partners in Learning 2008
ITS 2008 Carolien van Rens Hans van Gennip
Inhoudsopgave VOORWOORD
3
DE PIL PARELS IN VOGELVLUCHT
4
DE PARELS
5
COÖPERATIEF LEREN MET WIKI’S MONTIWIKI: DE WEBSITE VAN EN VOOR DE LEERLING PASSEND ONDERWIJS DOOR MULTITALENT SMARTBOARDLESSEN IN HET SPECIAAL ONDERWIJS KINDEREN VEILIG OP INTERNET MET SECURITY4KIDS LERAREN LEREN OP EIGEN WIJZE MET ICTRAINING INNOVATIEF ONDERWIJS IN BEELD GLANSRIJKE ONTWIKKELINGEN ZONDER VUUR ONDER HET WATER, STOPT HET KOKEN DE INVOERING VAN HET DIGITAAL PORTFOLIO IN DIALOOGGESTUURD ONDERWIJS BIJ SKOZOK
6 8 10 13 15 17 19 21 22 26
2
Voorwoord Leerkrachten doen hun werk in een dynamische wereld. Leerlingen bereiken op school vaak schitterende resultaten. Voortdurend blijven participeren in deze dynamiek is voor scholen van groot belang. Microsoft is zich bewust van het belang van goed onderwijs. Niet alleen omdat daardoor zich kinderen optimaal kunnen ontplooien. Maar ook omdat onderwijs een onmisbare bijdrage levert aan de kwaliteit van de samenleving. Microsoft verkoopt niet alleen software, maar wil ook partner zijn in het stimuleren en faciliteren van onderwijsinhoudelijke innovaties waarin het gebruik van technologie een onmisbare rol speelt. Om daarmee weer een bijdrage te kunnen leveren aan een verhoging van de kwaliteit van het onderwijs. Microsoft heeft de afgelopen jaren via het Partners in Learning programma in meer dan 100 landen haar betrokkenheid getoond met innovatieve ontwikkelingen in het onderwijs. In samenwerking met partners uit het onderwijsveld heeft dit in Nederland o.a. tot bijzondere resultaten geleid die zijn verwoord in “Parels”. De parels beschrijven hoogtepunten uit de behaalde resultaten van de partners. Ontwikkelingen staan niet stil en op basis van nieuwe ervaringen en inzichten zullen deze parels een ander gezicht kunnen krijgen. Het zijn ook groeiparels. Naast de zeven parels is daarom de ontwikkelingsgang van twee glansrijke ideeën uitvoerig beschreven. In deze brochure delen we de ervaringen van de parels verwondering en inspiratie kunnen leiden.
als beelden die tot
Microsoft Nederland BV Partners in Learning Henk Lamers Academic Program Manager
3
De PiL Parels in vogelvlucht Coöperatief leren met wiki’s
thema samenwerkend leren
Montiwiki
kennis over school en omgeving delen
Multitalent
passend onderwijs
Smartboardlessen speciaal onderwijs
passend onderwijs: leermateriaal
Security4kids
webwijs maken leerlingen
Ictraining
leerbehoeften van leraren op ict-gebied
Innovative Teachers Forum 2008
professionele ondersteuning
doel leerlingen in gezamenlijke verantwoordelijkheid aan opdrachten laten werken leerlingen een platform voor informatie over de school bieden waarvoor zij zelf verantwoordelijk zijn typen meervoudige intelligentie onderkennen en op basis daarvan advies over gerichte lesideeën moeilijk lerende leerlingen prikkelen en uitdagen tot leren met aansprekend ict-taak leerlingen verhaal aanbieden dat boeit en hen spelenderwijs wijst op gevaren van verkeerd internetgebruik leeraanbod over ict aangepast aan behoefte en leerstijl van individuele leraar begeleiding van innovatieve leraren voor deelname Teachers Forum
ict-component web 2.0 / wiki (Sharepoint)
PiLpartner SKOZOK Veldhoven
web 2.0 / wiki (Sharepoint)
Montessoricollege Nijmegen
interactieve website
VBS Den haag
smartboard: combinatie beeld en geluid smartboard, internet
SCO Lucas Voorburg
ict-toepassing afhankelijk van leervraag Virtual Classroom Tour Powerpoint (format)
Piter Jelles
Connexus Nijmegen
APS / ITdiensten Utrecht
De Parels Elke partner levert concrete producten, die aantonen dat ict een plaats heeft gekregen in het onderwijzen en leren („pareltjes‟). Voor deze brochure zijn deze parels uitgelicht en beschreven.
5
Coöperatief leren met Wiki’s Partner in Learning: SKOZOK Veldhoven Interview met Mart Kuijpers, Stafmedewerker ICT SKOzoK Veldhoven “Een Wiki is een programma waarmee je werkstukken kunt maken, waarbij je met nieuwe link s inhoud aan elkaar knoopt. Je weet ook niet waar je uiteindelijk uitkomt. Wiki‟s zijn ook nooit af, je kunt altijd nieuwe inhoud toevoegen, inhoud uitbreiden en aanpassen. Je kunt bijvoorbeeld vanuit een Wiki over EHBO zelfs uitkomen bij tekenbeet. In de Wiki over EHBO kun je een doorlink maken naar de ziekte van Lyme en zo kom je uit op het diertje de teek.” Hoe ziet het leren met Wiki‟s eruit? Scholen binnen SKOzok in Veldhoven maken via Sharepoint gebruik van een Learning Gateway. Ze beheren een afgesloten omgeving op internet waar alle leraren van die scholen toegang toe hebben. Binnen deze afgesloten omgeving is een website gebouwd waar leerlingen kunnen werken met Wiki‟s. Leerlingen kunnen op deze website materiaal toevoegen, wijzigen en schrappen. De teksten die worden gemaakt, kunnen door hyperlinks worden gekoppeld. Op den duur ontstaat er een gevulde databank waarin alle gezamenlijke kennis over een onderwerp (bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog) gestructureerd is weergegeven. De scholen die al werken met Wiki‟s hebben allemaal een eigen website. Leerlingen en leraren hebben alleen toegang tot de webpagina‟s van hun eigen school. Wat kunnen leraren met leren met Wiki‟s? Coöperatief leren met Wiki‟s is breed inzetbaar door leraren. De opdrachten aan de leerlingen kunnen variëren van volledig open en ongestructureerd tot een specifieke voorgestructureerde opdracht. Leraren die terughoudend zijn in het gebruik van Wiki‟s, kunnen de opdracht alvast voorstructureren door een startpagina te maken met een vastgesteld onderwerp en bijbehorende thema‟s. Een andere leraar kan er juist voor kiezen om leerlingen een onderwerp te geven en hen zelf laat uitzoeken welke thema‟s bij dit onderwerp horen. Terwijl weer een andere leraar de voorkeur heeft om de leerling volledige vrijheid te geven. Coöperatief leren met Wiki‟s leent zich voor een variëteit aan opdrachten. Een leraar kan er voor kiezen om leerlingen een online woordenboek te laten vullen waarin ze zelf de betekenis van geleerde woorden beschrijven. Een klas kan in groepjes werken aan het schrijven van een verhaal waarbij de groepjes werken aan verschillende verhaallijnen. De leerlingen kunnen ook de opdracht krijgen om hun opstel of boekverslag met hulp van Wiki‟s te schrijven. Scholen zetten Coöperatief leren met Wiki‟s een aantal keren per jaar met gerichte opdrachten in. Wat kunnen leerlingen met het leren met Wiki‟s? Leerlingen krijgen de vrijheid om zelf initiatief te nemen en gezamenlijk de verantwoordelijkheid te dragen voor een tekst. Beide componenten (eigen initiatief en gezamenlijke verantwoordelijkheid) van werken met Wiki‟s bevorderen coöperatief leren. Leerlingen werken aan opdrachten waarbij ze veel met elkaar te maken krijgen. Onderwerpen kunnen gezamenlijke raakvlakken hebben waarbij leerlingen goed met elkaar moeten samenwerken om een werkbare structuur op de website te behouden. Daarnaast moeten leerlingen samen de teksten corrigeren en nieuwe teksten of afbeeldingen toevoegen. Door de gezamenlijke verantwoordelijkheid merken leerlingen al snel wat coöperatief leren inhoud. Ze leren na te denken over en te reageren op elkaars werk, kritiek te geven en kritiek te ontvangen. Een ander belangrijk positief effect is dat leerlingen door het ict-component niet langer gebonden zijn aan de schoollocatie om te werken aan hun opdracht. Als de leerling het wil dan kan hij / zij op elk tijdstip en op elke plek met een netwerkaansluiting aan de slag.
6
Waarom ben je trots op het leren met Wiki‟s? een uitspraak van een leerling die gewerkt heeft met de Wiki‟s: “Leren wordt leuker met Wiki‟s” SKOZOK is trots op coöperatief leren met Wiki‟s door de positieve reacties van de leerlingen. De leerlingen vinden het leuk en zijn enthousiast over leren. Door de ict-component leren ze gaandeweg met ict omgaan. Doordat leerlingen de mogelijkheid krijgen om hun opdracht niet alleen als tekst te presenteren maar ook in geluid en beeld, komt de opdracht dicht bij de belevingswereld van de leerlingen. Daarnaast is coöperatief leren met Wiki‟s iets om trots op te zijn omdat Sharepoint nu voor het eerst verweven is met het primaire proces van het onderwijs. Tot nu toe diende Sharepoint verschillende aspecten in het secundaire onderwijsondersteunend proces en was het alleen toegankelijk voor leraren. Met dit project wordt Sharepoint in de klas door de leerlingen gebruikt en krijgt het een nieuwe dimensie. Het is een stap dichter bij het doel van Sharepoint: een platform waarop leraren, leerlingen en ouders elkaar kunnen ontmoeten. “Er wordt zo vaak geroepen over over samenwerkend leren, maar dat is dan niet met ict. Nu wel.” Waarom zouden andere scholen leren met Wiki‟s moeten gebruiken? Andere scholen zouden ook gebruik moeten maken van coöperatief leren met Wiki‟s omdat het de kinderen blijkt aan te spreken. Sommige kinderen zijn zo enthousiast dat ze vanuit eigen initiatief aangeven dat zeook buiten de klas willen werken aan hun opdracht. Daarnaast biedt het een mogelijkheid om coöperatief leren te integreren met ict-gebruik in de klas. Wat heb je geleerd bij de ontwikkeling van leren met Wiki‟s? Bij de ontwikkeling van het product is er vooral van elkaar geleerd. Tijdens de gesprekken met collega‟s blijkt dat iedereen een eigen visie had op het gebruik van Wiki‟s. Door met elkaar te werken aan de opzet van het product leer je van elkaar wat er allemaal mogelijk is met Wiki‟s. De voor- en nadelen van volledig open versus voorgestructureerde opdrachten zijn uitgebreid besproken. Welke rol speelt ict bij leren met Wiki‟s? Het accent ligt op het onderwijskundige concept, waarin de kinderen samen verantwoordelijk zijn voor een product. Het ict-aspect bij het werken met een Wiki is daarmee middel en geen doel. Het feit dat Wiki‟s webbased zijn, zorgt er daarnaast voor dat ouders directer betrokken kunnen zijn bij de ontwikkeling van hun kind. Ze kunnen op elk gewenst moment meekijken. Op welke manier heeft PiL bijgedragen aan de totstandkoming van leren met Wiki‟s? Via PiL is SKOZOK in contact gekomen met Wortell. Dit bedrijf is gespecialiseerd in de inrichting en het gebruik van verschillende componenten binnen Sharepoint. Daarnaast is er periodiek contact met APS om de voortgang te evalueren en doelen bij te stellen. Op welke manier zorgt leren met Wiki‟s voor beter onderwijs? Voor een betere motivatie bij leerlingen. Met dit product krijgt coöperatief leren een belangrijk ictcomponent. Deze ict-component zorgt ervoor dat leerlingen niet om kwart over drie moeten stoppen met leren. Ze kunnen 24 uur per dag en 7 dagen per week aan de slag. Leerlingen worden op deze manier „eigenaar van hun eigen ontwikkeling‟.
7
MontiWiki: de website van en voor de leerling Partner in Learning: Montessori College Nijmegen Interview met Sjef Martens, Manager ICT – Montessori College Nijmegen Hoe ziet Monti Wiki eruit? Montessori College Nijmegen werkt aan de totstandkoming van www.Montiplaza.nl, een communicatieplatform dat gebaseerd is op MS Sharepoint. Hierop is/komt een veelvoud aan mogelijkheden beschikbaar. Het brandpunt wordt het educatiedeel waarin leraren en leerlingen elkaar vinden in virtuele klaslokalen. Eén van de extra applicaties wordt de MontiWiki. Dat is plek waar de leerlingen in de vorm van Wiki‟s informatie geven en vinden over de school, de omgeving en allerlei facetten buiten de school zoals sport en uitgaan. De digitale omgeving „staat al klaar‟, er is voor de zomervakantie 2008 gestart met het vullen van de site door geselecteerde klassen van alle vier de locaties. Deze klassen gaan zich buigen over thema‟s als de geschiedenis van het Montessori College Nijmegen eruit, de dichtstbijzijnde fietsenmakers, de sportfaciliteiten in de buurt van het college. Wat kunnen leraren met MontiWiki? Leraren krijgen een inkijkje in het leven van de leerlingen. Ze kunnen zien wat belangrijk is voor de leerlingen die in hun klas zitten, waar hun interesses liggen. Dit is mogelijk te gebruiken voor lesdoeleinden. De mentor kan deze kennis bijvoorbeeld benutten om activiteiten te selecteren en organiseren binnen en buiten de school. Het kan ook worden ingezet als PR voor de basisschoolleerlingen die zo een betere kijk krijgen op het Montessori College en vooral hoe de leerlingen dit college ervaren. Wat kunnen leerlingen met MontiWiki? De MontiWiki is in beheer bij de leerlingen. Ze bepalen zelf welke thema‟s aandacht krijgen. De Wiki geeft de leerlingen de kans om van elkaar te leren. Omdat alle leerlingen eigen teksten kunnen plaatsen en die van anderen kunnen aanpassen, kunnen ze elkaars wijsheden verbeteren. Als de MontiWiki gevuld is, ontstaat er een schoolencyclopedie die voor leerlingen van alle leerjaren beschikbaar is. Vooral praktische informatie over alles wat met het schoolleven te maken heeft, komt er te staan. Uiteraard zullen ook moderators – dit zijn ook leerlingen - worden aangesteld om de MontiWiki enigszins te controleren op het gebruik en inhoud.
8
Waarom ben je trots op MontiWiki? Leerlingen hebben tot nu toe geen podium waar ze zo makkelijk met elkaar informatie kunnen uitwisselen over schoolzaken en alles wat volgens hen daaromheen draait. „De MontiWiki wordt een plek waar leerlingen echt hun ei kwijt kunnen.‟ Waarom zouden anderen scholen MontiWiki moeten gebruiken? Montessori College Nijmegen staat op het punt om van start te gaan met MontiWiki. Het concept is nieuw voor het voortgezet onderwijs, het zal zich dus ook nog moeten bewijzen. Het College kan op dit moment niet voorspellen of de MontiWiki over een jaar een veelgebruikt medium is geworden. Als het concept van de grond komt, heeft de school een mooi middel waarmee leerlingen zich makkelijk kunnen presenteren en met elkaar kunnen communiceren. Wat heb je geleerd bij de ontwikkeling van MontiWiki? Omdat er bij het Montessori College Nijmegen geen voortgezet onderwijs scholen bekend zijn die bezig zijn met Wiki‟s over de school(omgeving) is er vooral geleerd van hbo‟s en universiteiten. De studenten aan universiteiten van bijvoorbeeld Amsterdam en Delft onderhouden een campus Wiki (www.campus Wiki.nl) met praktische informatie over de universiteit en studie, maar ook informatie over verenigingen en evenementen. Deze Wiki‟s worden beheerd door de studenten van de betreffende universiteiten. De thema‟s die voor de MontiWiki geschikt lijken worden van tevoren voorgelegd aan enkele leerlingen. Welke rol speelt ict bij dit MontiWiki? De structuur van een Wiki geeft de MontiWiki een flexibel karakter, iets wat je op papier niet zou kunnen bereiken. Montiplaza, met daarin de MontiWiki, is een website met een web 2.0 principe. Het is geen verzameling van losse websites maar een platform met interactieve webapplicaties. leerlingen kunnen er documenten, foto‟s en video‟s opslaan en met elkaar delen. Leerlingen kunnen nu niet alleen online zelfstandig werken maar ook online samenwerken. Op welke manier heeft PiL bijgedragen aan de totstandkoming van MontiWiki? Doordat de school deelneemt aan het Partners in Learning project zijn de lijnen met Microsoft, Wortell en APS kort. Hierdoor is de Learning Gateway als onderwijs-tool in beeld gekomen en uitgeprobeerd. Wortell heeft de technische installatie verzorgd en heeft de school begeleid in de bouwomgeving van de website. APS heeft gezorgd voor de educatieve begeleiding en toepassing. Op welke manier zorgt MontiWiki voor beter onderwijs? Naar verwachting zal MontiWiki op indirecte wijze zorgen voor beter onderwijs. Het gebruik van MontiWiki genereert namelijk gebruik van Montiplaza. Daarnaast zullen leerlingen ervaring opdoen in een web 2.0 omgeving.
9
Passend onderwijs door Multitalent Onderkennen, steunen, volgen van meervoudige intelligentie Partner in Learning: VBS Interview met Marco Matthijsen, adviseur VBS
Hoe ziet Multitalent eruit? Het gaat om een interactieve website: Multitalent. Multitalent is een hulpmiddel voor leerkrachten en leerlingen om verschillen in talenten in kaart te brengen en om op basis hiervan een passend onderwijsaanbod te bieden. Leerlingen variëren in talent. Uitgangspunt is de meervoudige intelligentie. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in diverse soorten intelligentie die samengevat kunnen worden in de volgende omschrijving: „woordknap, redeneerknap, beeldknap, muziekknap, lijf- of beweegknap, zelfknap, sociaalknap, natuurknap‟. De basiscomponenten van MULTITALENT zijn: 1. vragen om verschillen in meervoudige intelligentie te kunnen onderkennen; 2. tips voor de leraar (en leerlingen) om passend onderwijs te bieden; 3. observatiewijzers waarmee de leraar de vaardigheden van de leerling kan vaststellen en volgen. Multitalent wordt ontwikkeld door VBS, APS & Bazalt in een coöperatie „om niet‟, samen met drie basisscholen, gesubsidieerd door Kennisnet via de Kennisrotonde en begeleidt door een InspiratieComite onder voorzitterschap van Jozef Kok.
Wat kunnen leraren met Multitalent? Net als de leerlingen kunnen leerkrachten door een reeks vragen te beantwoorden de meervoudige intelligentie van leerlingen in beeld brengen, zowel qua interesse als ingeschatte vaardigheid. Daardoor kunnen leerkrachten gerichter aansluiten op lage of hoge interesses en/of vaardigheden. Met de observatiewijzers kan de leerkracht vervolgens nagaan in hoeverre kinderen de ingeschatte vaardigheden daadwerkelijk tonen. Zo‟n wijzer biedt observatiepunten waarmee de leerkracht een specifiek leerlingresultaat gericht kan observeren, waardoor nauwkeurig is vast te stellen in hoeverre daarbij blijk is gegeven van bepaalde types achterliggende intelligenties. Met de tips voor onderwijs kunnen leerkrachten algemene en concrete aanwijzingen krijgen voor leeronderwerpen (bijvoorbeeld breuken), waarbij gebruik wordt gemaakt van suggesties die uitgaan van de kracht van verschillende intelligenties. De tips zijn behalve naar intelligentie ook onderverdeeld naar leertype (onthouden, begrijpen, praktisch en creatief toepassen). De tips zijn op de website verplaatsbaar naar lesideemandjes, waardoor de leerkracht een overzicht krijgt van de gekozen lesideeën. Wat kunnen leerlingen met Multitalent? Leerlingen beantwoorden eerst vragen over een reeks activiteiten waarbij ze moeten aangeven in hoeverre ze hiervoor interesse hebben èn hoe vaardig ze zich daarbij voelen. Zo ontstaat een beeld voor de leerling en de leerkracht van het intelligentieprofiel. Deze profielen worden in kwadranten weergegeven (zie hieronder). De kwadranten bieden een overzicht per leerling, groepje of totale groep.
10
Voorbeeld van interesse en vaardigheid voor verschillende talentgebieden vaardig laag muziekknap lijf- of beweegknap laag beeldknap interesse natuurknap
hoog
sociaalknap zelfknap
hoog
woordknap redeneerknap
Nadat de leerkracht een leerling of een groepje, tips voor een onderwijsactiviteit die zijn toegesneden op bepaalde vaardigheden heeft toegewezen, loggen leerlingen in en kunnen ze de tips bekijken en er mee aan de slag gaan. De leerlingen kunnen, indien de leerkracht hun dat toestaat, ook zelf tips opzoeken die al dan niet passen bij hun intelligentie. Waarom ben je trots op Multitalent? Multitaltent maakt een adequate toepassing van meervoudige intelligentie in het onderwijs mogelijk. Multitalent benut daarvoor de mogelijkheden van ict optimaal. Ict werkt als onderwijsondersteunend hulpmiddel doordat het vanuit de getoonde profielen van leerlingen (die resulteren uit de vragen en de observatiewijzers) relaties legt met specifiek didactische maatwerkmogelijkheden (de tips). Waarom zouden andere scholen Multitalent moeten gebruiken? Marco Matthijsen noemt drie redenen. „Als je het didactische repertoire van leerkrachten wilt vergroten en verbreden. Als je recht wil doen aan de verschillende talenten van leerlingen. Als je andersoortig onderwijs beter wilt kunnen verantwoorden en volgen.‟ Wat heb je geleerd bij de ontwikkeling van Multitalent? Multitalent is nog in ontwikkeling. Voor de zomervakantie 2008 vindt een pilot plaats op enkele scholen. In het najaar zouden ook andere scholen kunnen aanhaken. Marco Matthijsen is nauw betrokken geweest bij het ontwikkelingsproces. Er is veel geleerd bij dit proces.
Een ict-ontwikkelaar die mee kan denken in het ontwerp, in plaats van het functioneel ontwerp afwacht, is onmisbaar. De ict-ontwikkeling zelf gaat meestal trager dan ingeschat. Als meer partners met uiteenlopende expertise bij het ontwerpproces betrokken zijn, dien je voldoende tijd en afstemming in te bouwen voor het ontwikkelen van een gezamenlijk ontwikkelingsperspectief. Het betrekken van meer partners kost wat meer opstarttijd, maar levert ook meerwaarde doordat je extra visies hebt en minder snel vervalt in bestaande denkkaders, groupthinking. Scholen hebben door hun sterke gerichtheid op roosters beperkte capaciteit om in innovatietrajecten mee te draaien. Leerkrachten kunnen vaak meer als ze zelf denken en moeten soms wat vrees overwinnen. Leerkrachten van drie scholen hebben tips ontwikkeld. Houd het praktisch en bruikbaar, maar onderschat ook niet de mogelijkheid van extra gebruikersfuncties voor maatwerk.
11
Welke rol speelt ict bij Multitalent? „De rol van ict bij Multitaltent is enorm. Het is bij dit soort processen niet mogelijk om te werken vanuit het idee van een compleet functioneel ontwerp voordat er gedigitaliseerd wordt, omdat de digitalisering zelf leidt tot inhoudelijke mogelijkheden voor aanpassing. Ofwel een „trial and learn‟opzet is bij dit soort complexe ontwerpprocessen noodzakelijk.‟ Verder is ict onmisbaar om de verschillende functionaliteiten flexibel op elkaar af te stemmen. Op welke manier heeft PiL bijgedragen aan de totstandkoming van Multitalent? Het netwerk Partners in Learning, betrokken mensen bij onderwijsontwikkeling met aandacht voor functioneel ict gebruik, ondersteunt in de motivatie. Het netwerk ondersteunt in oriëntatie op ictmogelijkheden voor het onderwijs. De uitwisseling en feedback levert belangrijke ideeën op in ontwerprichting, bijvoorbeeld wat betreft het inbouwen van ruimere mogelijkheden van het gebruik door leerlingen. Op welke manier zorgt Multitalent voor beter onderwijs?
Beter maatwerk: leerlingen kunnen vanuit hun talenten leeronderwerpen beter pakken. Leerkrachten kunnen hun aanbod differentiëren, inzichtelijk krijgen en verder ontwikkelen. Gebruikers kunnen makkelijk en functioneel kennisdelen omtrent tips en observatiewijzers. Gebruikers kunnen zelf nieuwe tips inbrengen die vervolgens door andere gebruikers kunnen worden aangevuld en verbeterd. Als een tip voldoende is uitgewerkt, wordt die voor algemeen gebruik vrijgegeven. Scholen kunnen beter zien waarin zij goed zijn en waar mogelijkheden van leerlingen benut worden en waar nog onderbenut. De betrokkenen bij het leren wordt een gemeenschappelijke taal aangereikt die uitgaat van de eigen talentontwikkeling van de leerling.
12
Smartboardlessen in het speciaal onderwijs Partner in Learning: SCO Lucas Interview met Andrea Brauns, ict-coördinator Bernardusschool ZMLK Den Haag
Hoe zien de smartboardlessen eruit? De Boerderij is een smartboardles voor leerlingen in het speciaal onderwijs. Het heeft als thema dierengeluiden. Leerlingen moeten de afbeelding van dieren combineren met het geluid van boerderijdieren. Het programma is door leraren van de Bernardusschool ZMLK gemaakt toen de gemeente Den Haag een smartboard cadeau gaf onder de voorwaarde dat er twee programma‟s werden geschreven voor het smartboard. Voor het tweede programma‟s zijn er door het personeel punttekeningen gemaakt, waarbij leerlingen de punten met elkaar moeten verbinden om tot een tekening te komen. Wat kunnen leraren met de smartboardlessen? In alle klassen hangt een digitaal bord dus alle leraren kunnen het programma gebruiken. De leraren zijn door de ict-coördinator opgeleid in het gebruik van het smartboard-programma. Het programma is individueel en klassikaal in te zetten. Leraren hebben met de Boerderij een programma waarin ze leerlingen een actieve taak kunnen geven die tot dan toe moeilijk bij een les te betrekken waren. Door deze uitdagende en vernieuwende manier van leren, worden deze leerlingen dusdanig geprikkeld dat de stof sneller in de hersenen wordt opgenomen. Wat kunnen leerlingen met de smartboardlessen? Leerlingen moeten aan de hand van een geluid het bijbehorende dier op een tekening zoeken. Ze zijn actief aan het werk omdat ze naar het bord moeten en zelf mogen drukken. Het resultaat kan worden uitgeprint zodat ze hun resultaten ook thuis kunnen laten zien. Waarom ben je trots op de smartboardlessen? De programma‟s hebben veel veranderd in het onderwijs. De meeste educatieve programma‟s zijn geschreven voor leerlingen uit het regulier basisonderwijs. Voor leerlingen in het speciaal onderwijs gaat het te snel, is het te kinderachtig of is de hoeveelheid oefenstof te gering. Door gebruik te maken van een programma op maat beklijft de leerstof beter. Leerlingen vinden het leuk, dus ze doen enthousiast mee met de les. Er zijn zelfs leerlingen met autisme die sinds het gebruik van de programma‟s voor het eerst spreken en een actieve rol hebben aangenomen in de klas. Waarom zouden andere scholen de smartboardlessen moeten gebruiken? Er zijn weinig bruikbare educatieve programma‟s gericht op de voorschoolse ontwikkeling terwijl veel leerlingen in het speciaal onderwijs daar wel behoefte aan hebben. Als het programma op maat geschreven is, zijn leerlingen in staat om meer te leren. Door het gebruik van digitale borden hebben leerlingen een actieve rol in het leerproces en kunnen ze elkaar, waar nodig, helpen. Wat heb je geleerd bij de ontwikkeling van de smartboardlessen? Als de mensen binnen het team goed ingezet worden, kan bijna iedereen een programma schrijven voor een smartboard. Voor het maken en uitvoeren van de lessen zijn geen externe bronnen gebruikt. Alles wat gemaakt is, heeft de school zelf gemaakt. Er is nagegaan welke kwaliteiten er nodig zijn voor het maken van een programma en vervolgens is er binnen het team gekeken wie deze kwaliteiten beschikt. In de toekomst zou de school het liefst een digitaal tekenprogramma gebruiken omdat er nu veel werk zit in het inkleuren van de tekening. „Maak gebruik van het team.‟
13
Welke rol speelt ict bij de smartboardlessen? Ict zorgt voor een verlevendiging in de klas. Het programma moet één keer worden geschreven en is voortaan in elke klas klassikaal of in groepjes te gebruiken. Deze combinatie van beeld en geluid is zonder ict niet te krijgen. Het is juist de combinatie beeld en geluid in een klassikale of een groepsopdracht dat er voor zorgt dat de stof bij deze kinderen blijft beklijven. Op welke manier heeft PiL bijgedragen aan de totstandkoming van de smartboardlessen? De Bernardusschool is een school voor zeer moeilijk lerenden (ZML). De school maakt deel uit van de SCO Lucas. Deze stichting is één van de partners in het PiL-project. De Bernardusschool is met haar programma‟s voor digitale schoolborden een deelnemer aan de wedstrijd voor het Innovative Teachers Forum 2008. Dit forum is een jaarlijks terugkerende wedstrijd binnen een netwerk van innovatieve leerkrachten in het primair en voortgezet onderwijs. Partners in Learning heeft niet direct een bijdrage geleverd tot het in stand komen van het product. Op welke manier zorgen de smarboardlessen product voor beter onderwijs? Samengevat: de geleerde stof blijft sneller en beter beklijven; leerlingen weer blij en actief aan het werk; leerlingen met autisme, spreken elkaar op fouten aan; leerlingen helpen ineens elkaar.
14
Kinderen veilig op internet met Security4Kids Partner in Learning: Connexus Nijmegen, Daltonschool De Meiboom in Nijmegen Interview met Simone Leenders, leerkracht De Meiboom Nijmegen
Hoe ziet Security4Kids eruit? Security4Kids is een educatief programma dat kinderen bewust wil maken van de kansen en de gevaren van internet. Dat gebeurt aan de hand van een verhaal dat stimuleert tot discussie. Het programma is via de website www.Security4Kids.nl te doorlopen. De kinderen zien steeds één beeldvullend plaatje waarbij mensen via tekstballonnen met elkaar praten. Er zijn bijpassende achtergrondgeluiden te horen zoals fluitende vogels en een galopperend paard. Voor 7 tot 12-jarigen zijn er twee verhalen: „Het eindeloze bos‟ en „Anna‟s nieuwe vrienden‟. Elementen uit het verhaal worden benut om begrippen uit de internetwereld te verduidelijken. Tijdens het verhaal krijgen leerlingen begrippen uitgelegd. Af en toe komen er vragen die tot nadenken willen prikkelen. Er zijn ook aparte quizvragen voor leerlingen over hun internetkennis en hoe daar verstandig mee om te gaan. Voorbeelden van onderwerpen die aan de orde komen, zijn oppassen met het lukraak verspreiden van wachtwoorden, internet als open medium, goede manieren op internet, auteursrechten, virussen en veiligheid.
„Je ziet door het bewustwording komen‟
programma
Wat kunnen leraren met Security4Kids? Simone Leenders van Daltonschool De Meiboom „We zijn een school die verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerken in ons vaandel voeren. Daarom vinden we het belangrijk dat leerlingen leren verstandig om te gaan met internet. We laten leerlingen om deze reden zelfstandig werken met het programma. Je luistert als leerkracht alleen soms even mee. Mijn taak hierbij is begeleider zijn.‟ De Meiboom heeft Security4Kids in het lesprogramma ingepast. Het wordt gebruikt als onderdeel van het project Verhalen, dat weer onderdeel is van wereldoriëntatie. Leraren vinden toegespitste informatie en lessuggesties op de website van Security4Kids. De website biedt ook informatie voor ouders en geeft suggesties om met ouders te praten over internetgebruik door kinderen. De Meiboom gaat daar gebruik van maken. „We willen binnenkort het onderwerp digitaal pesten met ouders ter sprake brengen.‟
Wat kunnen leerlingen met Security4Kids? Security4Kids is voor leerlingen (vanaf groep 4) van het basis- en voortgezet onderwijs. „Leerlingen laten we in groepjes van vier of meer werken met Security4Kids. Ze gebruiken daarbij het slimbord, er ontstaat vanzelf discussie tussen de kinderen. Ze doen ongeveer een uur over het verhaal. Kinderen worden zich bewust van wat ze tot dan toe onnadenkend deden.‟ Aan het eind, als ze het verhaal hebben doorlopen, schrijven leerlingen op wat ze beloven over hun eigen veilig gebruik van internet, vooral wat ze niet meer zullen doen. „Ik speel geen spelletjes waar virussen op zitten.‟ „Ik stuur geen wachtwoorden door.‟ „Doorstuurmailtjes stuur ik niet door.‟ Waarom ben je trots op Security4Kids? Er komt steeds meer aandacht voor het bijbrengen van mediawijsheid bij jongeren. Het programma sluit goed aan bij dit streven.
15
„De plaatjes zijn misschien wat oubollig, maar de kinderen vallen daar niet over.‟ Waarom zouden andere scholen het moeten gebruiken? Internet biedt veel mogelijkheden maar ook gevaren. Aandacht hiervoor is noodzakelijk. Het is belangrijk daarbij ook ouders te betrekken. Het programma moet wel ingekaderd worden in een groter geheel. Wat heb je geleerd bij de ontwikkeling van Security4Kids? Simone Leenders: „De kinderen leren er iets van. Je ziet bewustwording komen door het programma‟. „Het programma past goed bij onze onderwijsdoelen. Als leerkracht kun je er bij de kinderen op terug komen. Als een kind iets doet wat niet in de haak is, dan kun je het herinneren aan wat het heeft beloofd aan het eind van het programma. “Weet je nog wat je belofte is …?”, kun je dan zeggen.‟ Welke rol speelt ict bij Security4Kids? Security4Kids is erop gericht jonge mensen veilig online te laten leren en spelen. Het programma zelf en de achtergrondinformatie is via de website te vinden en te gebruiken: http://security4kids.nl. Op welke manier heeft PiL bijgedragen aan de totstandkoming van Security4Kids? Microsoft heeft het programma Security4Kids laten ontwikkelen. Het komt oorspronkelijk uit Finland. Via PiL is de school gevraagd mee te doen aan een pilot waarvan er nog drie in het land lopen via andere partners. Op welke manier zorgt Security4Kids voor beter onderwijs? Het helpt om leerlingen mediawijs te maken. Security4Kids vraagt wel om inpassing in een groter onderwijsgeheel.
16
Leraren leren op eigen wijze met ICTraining Partner in Learning: Piter Jelles, Leeuwarden Interview met Hans Krabbendam, ICT projectleider – Piter Jelles Junior Leeuwarden
Hoe ziet ICTraining eruit? Sinds drieënhalf jaar kunnen leraren van Piter Jelles Junior terecht voor ICTraining. Elke woensdag tussen 16.00 uur en 20.00 uur kunnen ze werken aan hun ict-vaardigheden. Het project is destijds opgezet omdat de locatie overging van Novell naar Microsoft en veel leraren tegen dezelfde ictproblemen aanliepen. Leraren geven bij de aanmelding aan welke ict-vragen ze beantwoord willen hebben. De ict-coördinator inventariseert deze vragen en bekijkt welke informatie er al beschikbaar is. De aanpak is volledig vraaggestuurd, zowel in onderwerp, in werkvorm, duur en leerstijl. De leraar kiest zelf met welke informatiebron hij / zij vervolgens zelfstandig aan de slag gaat. Het aantal leraren dat zich aanmeldt voor de training varieert elke woensdag van 3 tot 15. Inmiddels heeft een dertigtal leraren langere of kortere tijd deelgenomen. Sinds een half jaar is deze training ook open voor personeel van andere Piter Jelles locaties. „Een prettige bijkomstigheid voor de leraren is de onderbreking tussen 17.30 uur en 18.30 uur waar er tijd is voor een glas wijn en een warme maaltijd‟. Wat kunnen leraren met ICTraining? De één werkt liever in de gestructureerde en sturende omgeving van de Mell-training (Microsoft eLearning Library), de ander heeft liever Babbage for masters (methode docenten en ict-cursisten als voorbereiding op het digitaal rijbewijs), een boek of de opdracht om een product te maken. Leraren werken aan hun eigen leervragen op ict-gebied, op een manier die past bij hun leerstijl. Sommigen leren hoe ze een e-mail kunnen versturen met een bijlage of hoe ze een distributielijst aanmaken in Outlook. Anderen experimenteren met het digitale bord of proberen zich het werken met bepaalde educatieve software eigen te maken. Wat kunnen leerlingen met ICTraining? De winst voor leerlingen is indirect. Zij krijgen meer en meer te maken met leraren die ict-vaardig zijn en, veel belangrijker, die open staan voor het gebruik van moderne media. Overigens is de ICTraining deels gemodelleerd naar de informatiekundelessen die de ict-coördinator aan leerlingen geeft. Waarom ben je trots op ICTraining? ICTraining voorziet in een behoefte van collega‟s. Blijkbaar is de omgeving veilig genoeg om te komen met eenvoudige leervragen en tegelijkertijd uitdagend genoeg om ook spannende dingen te doen. Denk daarbij aan het digitale bord en videoediting. Van begeleiding in de omslag van Novell naar Microsoft heeft de training zich ontwikkeld tot een plek waar leraren met de meest uiteenlopende ict-vragen terecht kunnen. Nu de training ook is opengesteld voor mensen buiten de locatie Junior, ontstaan er contacten tussen mensen die elkaar eerst niet kenden en die nu merken gemeenschappelijke interesses te hebben. „Idealiter dijt het zover uit, dat mensen in meerdere lokalen in verschillende groepen bezig zijn met verschillende onderwerpen. De openingstijd (16.00-20.00) en de gemeenschappelijke maaltijd blijven vaste onderdelen‟. Waarom zouden andere scholen ICTraining moeten gebruiken? Omdat het werkt. De vroegere DRO-scholingen (Digitaal Rijbewijs Onderwijs) waren op vooral aanbodgestuurd en soms dwingend van karakter. De DRO-scholing is binnen Piter Jelles nooit echt goed van de grond gekomen. De ICTraining werkt juist wel.
17
„Sleutels zijn: vraagsturing, aansluiten bij intrinsieke motivatie, maatwerk in tijd en leerstijl, veiligheid, samen leren, gemeenschappelijke maaltijd, regelmatige (mond tot mond) reclame‟. Wat heb je geleerd bij de ontwikkeling van ICTraining? Het is cruciaal om betrouwbaar te zijn en zorgvuldig te communiceren (bijvoorbeeld in geval van een onverhoopte afgelasting). Aansluiten bij wat mensen werkelijk willen en ze de ruimte bieden om dat doel op hun manier te bereiken, hebben sterk bijgedragen aan het succes. Daarnaast blijft er altijd een groep mensen, die niet over de drempel heen komt. Dit zijn de mensen die door de week wel instant hulp willen, maar niet de investering in zichzelf willen of kunnen doen, om de training te volgen. Deze mensen kunnen altijd wel terecht bij collega‟s met verstand van ict. Deze wandelende vraagbakens worden in de toekomst ingeschakeld om de “vragers” ertoe te bewegen naar de ICTraining te gaan. Het is ook een mogelijkheid mensen die een vooraf bepaald niveau gehaald hebben, te belonen, bijvoorbeeld met het ter beschikking stellen van een laptop. Welke rol speelt ict bij ICTraining? Ict is bij deze training tegelijkertijd doel en middel. Bij mensen waar aan het “learn to use” is voldaan, komt de vraag over het “use to learn” op. Anders gezegd, als je weet hoe je een PowerPoint maakt en er een hyperlink naar een Teleblik-filmpje kunt inbouwen, ga je je afvragen wat dit betekent voor de didactiek van je les. Daarnaast gaan mensen steeds meer en steeds andere mogelijkheden zien. In het gesprek brengen deelnemers elkaar ook op ideeën. Hoe groter het gezelschap, hoe meer onderwerpen er aan bod komen, hoe groter de kans op kruisbestuiving. Op welke manier heeft PIL bijgedragen aan de totstandkoming van ICTraining? Eén van de redenen om te starten met ICTraining was dat Piter Jelles was overgestapt op een Microsoft-netwerk, en dat ongeveer gelijktijdig de Learning Gateway beschikbaar kwam. Via het APS zijn toen cursussen gegeven om hiermee om te leren gaan. De ict-coördinator is toen begonnen met ICTraining door middel van de trainingen die via het Innovative Teachers Network beschikbaar kwamen. Op welke manier zorgt ICTraining voor beter onderwijs? Doordat de ict-vaardigheden van leraren toenemen en de “angst” voor computers afneemt, staan deze leraren meer open voor de mogelijkheden die het werken met moderne media biedt. Ze sluiten daardoor met hun lesgeven beter aan bij de wereld van hun leerlingen die verwachten met media te worden voorbereid op hun toekomst. Die toekomst is media-rijk zijn en draait om informatie en de omgang ermee. Deze vaardigheden aanleren is een cruciale “nieuwe” taak van het onderwijs. Beter aansluiten bij de wereld van de leerlingen verhoogt hun motivatie, waarmee het rendement van het leren wordt vergroot. „De leraar wordt meer vertrouwd met het gebruik van ict in de les. Zo wordt er met de ICTraining in de verbetering van het onderwijs meerdere vliegen in één klap geslagen‟.
18
Innovatief onderwijs in beeld Partner in Learning: APS IT diensten Interview met Albert Schot, consultant APS IT diensten Het vijfde Europese Innovative Teachers Forum heeft in maart 2008 150 leraren uit 40 landen verwelkomt in Zagreb, Kroatië. Bij deze jaarlijkse internationale bijeenkomst, georganiseerd door Microsoft, zijn van alle participerende landen vier innovatieve leraren uitgenodigd (twee primair onderwijs & twee voortgezet onderwijs). Het Forum stond dit jaar in het teken van het delen van kennis en ervaringen op het terrein van leren met ict. Delen en verbinden In het programma was veel tijd gereserveerd voor het delen en verbinden van beelden. De 150 leraren voerden een professionele dialoog op basis van door hen ingestuurde Virtual Classroom Tours (VCT), een sjabloon waarin de voorbeelden van ict en didactiek verwerkt zijn. Daarnaast beschikte elke leraar over een publicatiebord. Deze borden vormden een etalage waarin het ict-project in een collage werd uitgebeeld. Het ging bij de borden niet meer zo zeer om educatieve programmatuur, maar meer om de gereedschappen waarmee de leraren leerinhouden vorm kunnen geven. Innovatieve leraren bleken over een grote mate van creativiteit te bezitten en gebruiken tijdens de voorbereiding en de uitvoering van hun lessen allerlei ict-gereedschappen. De Nederlandse bijdrage aan het Innovative Teachers Forum 2008 is geleverd door Jonneke Smaling, groepsleerkracht op basisschool de Meiboom te Nijmegen. De Meiboom maakt gebruik van digitale schoolborden, digitale prentenboeken en digitale foto‟s. Het digitale bord wordt zowel door leraren als leerlingen gebruikt. Leerlingen maken tekeningen die aansluiten bij het thema en leraren voorzien de tekeningen van de juiste woorden. Een woordweb (woordspin) is een goede werkvorm daarvoor. Digitale prentenboeken, die door de leraren zelf worden gemaakt, dragen bij aan een betere taalontwikkeling van kinderen. Meestal worden deze prentenboeken in het Nederlands gemaakt, maar daarnaast ook in andere talen waaronder Arabisch. Uitgangspunt van het prentenboek is het verbeteren van de woordenschat. Met behulp van digitale camera‟s maken leerlingen zelfstandig foto‟s die aansluiten bij het thema van de week. Bart Brom, groepsleerkracht op basisschool de Triangel te Leende, werkt met kinderen aan een project dat in het teken staat van samenwerkend leren (coöperatief leren). Bart maakt daarbij gebruik van Wiki‟s binnen de Microsoft Learning Gateway. Wiki‟s maken het mogelijk om verschillende didactische werkvormen te gebruiken. De opdrachten kunnen variëren van een doorgeefverhaal tot een encyclopedie samenstellen met meerdere kinderen op groep- dan wel schoolniveau. Inhoudelijk is er in het kader van wereldoriëntatie gewerkt aan de Tweede Wereldoorlog. Leerlingen zijn uitermate gemotiveerd om samen te werken op deze interactieve manier. De Wiki nodigt uit tot acties en reacties waarbij verschillende vormen van communicatie een belangrijke rol speelt. Olaf de Groot, leerkracht van groep 8 op basisschool de Dijsselbloem, heeft een project waarbij kinderen zelf een film maken in Windows Movie Maker. Dit is een beeldverhaal van zelfgemaakte tekeningen en decors. In dit project komen verschillende disciplines aan de orde, zoals taal, beeldende vorming, techniek, tekenen, werken met computers en het maken van digitale foto‟s. Daarnaast wordt een beroep gedaan op het samenwerkende vermogen van de kinderen. Het hele groepje is verantwoordelijk voor de film die ze maken, maar binnen dit kader hebben ze wel allen een eigen taak. Tijdens het hele proces zullen ze gezamenlijk „problemen‟ moeten oplossen. Met behulp van Movie Maker maken ze uiteindelijk een film, al hun werk wordt zichtbaar! Niet het eindproduct staat centraal, maar het proces. Natuurlijk willen de leerlingen een leuke film maken, maar dat ze daartoe komen door samen te werken is in de ogen van Olaf veel belangrijker.
19
Veilig Internet Naast de presentatie van de VCT was er ook ruimte voor keynote speakers zoals Karl Hopwood (United Kingdom). Hij presenteerde beelden over het gebruik van internet. Met namen het veilig gebruik van internet door kinderen stond in zijn presentatie centraal. Voor veel kinderen is internet een vanzelfsprekende bron van informatie en communicatie. Kinderen gaan op een bijna argeloze wijze om met de functionaliteiten die beschikbaar zijn. Het zou goed zijn dat kinderen ervan bewust zijn dat internet niet zo veilig is als zij denken en dat zij door het maken van bewuste keuzes hun eigen veiligheid kunnen vergroten. De website www.security4kids.nl is als Nederlands initiatief beschikbaar voor kinderen, hun ouders en leraren van basisscholen. Op de site staan interactieve scenario's, quizzen, “ready-to-go” lesplannen en adviezen om bijdrage te leveren om kinderen veilig op het internet te laten surfen. Gebruik van VCT en Forum De VCT‟s staan op de website van het Innovative Teachers Network. Na aanmelding kunnen leraren deze VCT‟s gebruiken om mogelijkheden van ict en didactiek helder te krijgen en toe te passen in de eigen situatie. Het Innovative Teachers Forum draagt zo jaarlijks bij aan kennisdeling en uitwisseling daar waar het gaat om opvattingen over leren. Het verbindt leraren op nationaal en internationaal niveau en laat ze op eenvoudige manier hun kennis delen.
20
Glansrijke ontwikkelingen Voor de glansrijke ontwikkelingen wordt er gefocust op de ontwikkelingen en vernieuwingsprocessen bij twee partners. Bij beide partners zijn verschillende betrokkenen geïnterviewd waaronder de PiL-projectleider en ict-coördinator. Doel van deze interviews is bij de partners te kijken welke activiteiten betreffende de ontwikkeling van ict voor onderwijzen en leren, zijn ontwikkeld. Ook wordt het ontwikkelingsproces in kaart gebracht.
21
Zonder vuur onder het water, stopt het koken Blijvende persoonlijke aandacht haalt het beste op ict-gebied uit scholen Interview Leo van Rutten en Koos Eichhorn (gedeeltelijk), 1 juli 2008 Voorburg, SCO Lucas Activeren In voorafgaande jaren is gebleken dat het heel lastig was om leraren te interesseren voor deelname aan het Europese Innovative Teachers Forum dat Microsoft jaarlijks organiseert. Bij een schriftelijke oproep reageerde niemand en als leraren gevraagd werden, waren ze afhoudend en zagen ze op tegen alle vereiste voorbereidingen. Vanuit AB ZHW is toen in overleg met Henk Lamers van Microsoft het idee ontstaan daar wat aan te gaan doen. Besloten is om gedurende een bepaalde periode iemand vrij te maken om scholen en ict-coördinatoren persoonlijk te benaderen en hen met raad en daad bij te staan. Eerder ervaringen met Grassroots hadden al uitgewezen dat scholen met een klein maar voelbaar duwtje in de rug over te halen zijn om actief te worden. Lucas Onderwijs heeft als partner van Microsoft een deel van de PiLgelden daarvoor ingezet. Leo van Rutten was in het schooljaar 2007-2008 de aangewezen coördinator en begeleider om scholen bij te staan om met grotere en kleinere ict-projecten voor het voetlicht te komen. Hij had hier één dag per week voor. Leo is ict-coördinator van een school en doet zelf ict-projecten. Hij weet dus waarover hij het heeft. Zijn ervaring was dan ook dat het leggen van contact met andere ictcoördinatoren gemakkelijk is verlopen. Aanpak In het najaar 2007 heeft Leo op een studiedag voor alle scholen aan de weg getimmerd. Er is bekendheid gegeven aan het project Partners in Learning en wat dit voor scholen kan betekenen. Verder is in het ict-coördinatorenoverleg van de scholen van Lucas Onderwijs informatie gegeven over het Innovative Teachers Forum. Daarna heeft Leo van Rutten alle ict-coördinatoren gebeld en gevraagd „Heb je al een idee voor iets leuks op ict-gebied?‟. De typische reactie was dan vaak: „We doen niet echt veel, maar we hebben wel iets kleins.‟ Dat was het signaal om dóór te praten. Dikwijls bleek dat scholen toch al veel aardiger dingen doen dan ze zelf menen. Veel activiteiten zijn nog wel volop in ontwikkeling; leerkrachten zien daarom vooral de haken en ogen en niet wat ze al ongemerkt hebben bereikt. Mensen groeien kennelijk automatisch mee met wat ze aan het ontwikkelen zijn, waardoor ze niet meer in de gaten hebben hoever ze eigenlijk al zijn opgeschoten. Een buitenstaander zoals Leo van Rutten kan dan door de juiste vragen te stellen zorgen voor een frisse blik op wat is bereikt. Elf scholen vonden het na deze belronde de moeite waard om verder te gaan. Leo van Rutten stelde wel een paar eisen aan de scholen. Bij een activiteit dienden leerlingen actief betrokken zijn, ze moesten er iets van leren en natuurlijk moest ict een rol spelen. Verder was het handig als de betrokkenen programma‟s van Microsoft daarbij gebruikten. Dat was echter geen harde eis. Leo van Rutten bezocht de elf scholen en sprak over het project met de ict-coördinator, doorgaans ook de persoon die met de ontwikkeling bezig was. Dankzij de aandacht die aan de activiteiten werd besteed, kwamen er al pratend nieuwe ideeën op. Leo maakt niet alleen een verslag van het gesprek maar ook een foto en een filmpje van de betreffende activiteiten in de klas op. Hij stuurde dat na afloop naar de ict-coördinator die dat erg op prijs stelde. Verslag en filmpje kwamen bovendien op de website zodat anderen er ook alvast naar konden kijken. http://www.abzhw.nl/cgioic/pagedb.exe/show?no=6916&fromno=1475 Het resultaat van de gespreksronde was dat de elf scholen tot de conclusie kwamen dat ze iets zodanig aardigs met ict aan het doen waren, dat ze daar mee voor de dag durfden te komen om het aan andere leraren te presenteren. Locale verkiezingen Uiteindelijk namen zeven scholen deel aan de locale verkiezing van Lucas Onderwijs voor de afvaardiging naar de landelijke ronde. Deze lokale bijeenkomst vond plaats in januari 2008. Behalve de presentatoren van de projecten waren ook directieleden van de betrokken scholen uitgenodigd. In
22
een ontspannen sfeer werden de projecten over het voetlicht gebracht. Deelnemers en een vakjury gaven punten: ze bleken het ook nog met elkaar eens te zijn. De projecten werden vooral beoordeeld op vernieuwend karakter en de betrokkenheid van leerlingen. Drie projecten werden uitverkoren om naar de landelijke verkiezing in Amsterdam te gaan. Olaf de Groot van basisschool de Dijsselbloem met „Beeldverhalen‟, Andrea Brauns van de Bernardusschool over werken met het digitale schoolbord in het speciaal onderwijs en Wim Kleijn van Esloo, school voor voortgezet onderwijs, over „iPod in de klas‟. Alle deelnemers kregen na afloop een draadloze muis als presentje. Landelijke en Europese verkiezingen De drie deelnemers vanuit Lucas Onderwijs moesten voor de landelijke bijeenkomst een Virtual Classroom Tour (VCT) maken. Dat deden de enthousiaste deelnemers grotendeels op eigen kracht. Hulp bleek niet nodig. In het verleden is gebleken dat het maken van een VCT, een Powerpoint presentatie volgens een vast stramien, door potentiële deelnemers als tijdrovend en als een keurslijf is ervaren. Een bedreven leraar zou dit binnen vijf uur klaar hebben, anderen zijn er wel tien uur of langer mee bezig. In de toekomst gaat Lucas Onderwijs hulp aanbieden bij het maken van een VCT. In een VCT moeten bijvoorbeeld voorbeelden van activiteiten in de klas worden getoond. Bij de landelijke verkiezing in Amsterdam zijn twee Lucasprojecten in de prijzen gevallen. Het project „Beeldverhaal‟ en „iPod in de klas‟ werden met twee projecten van andere partners aangewezen als de Nederlandse vertegenwoordiging voor het Innovative Teacher Forum in Zagreb. De twee deelnemers vanuit Lucas Onderwijs kregen nu landelijke ondersteuning bij het vervolmaken van de VCT en bij de vertaling ervan in het Engels. Wegens ziekte kon alleen het project „Beeldverhalen‟ in Zagreb worden gepresenteerd. Op een haar na viel dit project buiten de prijzen. Verlanglijstje Leo van Rutten en Koos Eichhorn zijn trots op het losgemaakte enthousiasme en het bereikte resultaat. Door gerichte aandacht te geven, is „zichtbaar geworden wat anders in het verborgene gebleven zou zijn‟. Ze zijn blij dat er al een behoorlijk aantal nieuwe aanmeldingen is voor het schooljaar 2008-2009. Natuurlijk hebben ze ook wensen voor de komende periode. Verbreding is daarbij het kernwoord. Zo zouden ze de schoolleiding graag intensiever betrekken zodat leiding en ict-coördinator hierin samen optrekken. Ook scholen die nu nog niet mee hebben gedaan, hopen ze door hun directe benadering alsnog over de brug te trekken. Koos en Leo zouden verder graag zien dat meer leraren actief kennis nemen van de fraaie ict-dingen die hun collega„s maken. Het werpt volgens hen de meeste vruchten af als leraren bij elkaar een kijkje gaan nemen in de klas. Projecten zijn nu dikwijls klein van opzet, een uitwaaiering van ict-activiteiten binnen de hele school waarbij het gehele team meedoet, staat ook op hun verlanglijstje. Om dit allemaal te bereiken moeten de bezoeken aan scholen zeker doorgaan. Het College van Bestuur zal daarom gevraagd worden voor 2008-2009 uit eigen middelen geld vrij te maken om weer een coördinator voor het scouten van ict-projecten aan te stellen. „Het vuur brandend houden kost energie. Als je het vuur onder het water weghaalt, stopt het koken.‟ Het ziet er naar uit dat de persoonlijke ondersteuning van ict-initiatieven doorgaat. Koos Eichhorn beveelt aan dat er dan ook tijd wordt ingeruimd om samen met de school uit te dokteren hoe de nieuwe aanpak binnen de school ingebed kan worden. De kneep van de aanpak van Lucas Onderwijs zit hem er in dat gerichte aandacht vruchten afwerpt af. Het geheim van Lucas Onderwijs Stel een gemotiveerd iemand aan die andere leerkrachten kan bezielen. De begeleider treedt op voet van gelijkheid op naar mensen in de school. De kunst is leraren hun terughoudendheid en aarzeling te laten overwinnen. Dat kan door hen persoonlijke aandacht te geven waarbij ze kunnen vertellen over de ict-dingen die ze vaak met enthousiasme voor de eigen groep hebben gemaakt. Aandacht zorgt er voor dat ideeën opbloeien over ict in de les en dat de durf om deze aan andere te tonen, toeneemt. Neem het team mee in het proces Interview met Andrea Brauns, ict-coördinator Bernardusschool ZMLK Den Haag, cluster 3
23
Luisterlessen Andrea Brauns werkt op een cluster 3 school voor zeer moeilijk lerende kinderen, de Bernardusschool in Den Haag. Voor deze kinderen is er weinig lesmateriaal op de markt. Toen de gemeente Den Haag alle scholen gratis een digitaal schoolbord cadeau gaf, is ze aan de slag getogen met het maken van smartboardlessen. Met De Boerderij, een interactief luisterspel rond dierengeluiden, is ze namens Lucas Onderwijs afgevaardigd naar de landelijke bijeenkomst Innovatieve Teachers Forum. Bij dit luisterspel legt de leerling op speelse wijze verbanden tussen dierengeluiden en afbeeldingen. Later is er nog een knoppenbalk aan toegevoegd met negen cijfers, negen kleuren en negen vormen. Hiermee neemt het aantal mogelijkheden toe om de leerling verbanden te laten ontdekken. Volgens dit stramien zijn naderhand nog andere smartboardlessen gemaakt. Bijvoorbeeld over het safaripark en de geldrekenlijn. Er zijn concrete plannen om ook voor basisschoolleerlingen dit genre lessen te vervaardigen. De opzet blijkt aan te slaan. De leerlingen werken er graag mee en leren al doende. Kinderen gaan elkaar helpen als ze het spel doen. Andrea Brauns weet zelfs te vertellen dat een autistisch kind dat tot dan toe helemaal niet sprak op school, door het spel ineens „koe‟ is gaan roepen. Hij kan nu een verstaanbaar gesprek voeren. Team meenemen Samen iets maken, leidt tot gebruik. Het eerste smartboard is bewust in de centrale hal gehangen. De collega‟s zagen daar de kinderen enthousiast aan de gang met de smartboardlessen. Dat werkte aanstekelijk. Nu hangt in de meeste lokalen een digitaal schoolbord. Andrea Brauns verstaat de kunst om anderen op een natuurlijke en vanzelfsprekende wijze bij haar werk in te schakelen. Ze spreekt collega‟s aan op hun talenten. „Jij kunt zo goed tekenen, wil je wat voor mij maken?‟ Als de maker daarna met zijn afbeeldingen komt, ontvangt die welgemeende dank: „Dat is helemaal wat ik wil!‟. Andrea vindt draagvlak belangrijk: „Je moet het team zo veel mogelijk er achter zetten. Maak ict concreet, geef voorbeelden, demonstreer wat je hebt en probeer samen dingen uit. En zorg voor succesjes.‟ En als je iets nieuws begint en wilt dat het aanslaat, is haar advies om goed te luisteren naar wat je teamgenoten precies zeggen. Wat willen ze eigenlijk, wat hebben ze echt nodig? Het geheim van Andrea Luister naar je team: maak wat ze nodig hebben en doe dat samen Laat ieder doen waar die goed in is Succes Door het telefoontje van Leo van Rutten van Lucas Onderwijs is het balletje gaan rollen, vertelt Andrea Brauns. „Leo vroeg of wij op school iets leuks met ict deden. Toen heb ik de smartboardlessen genoemd. Daarna is alles snel gegaan. Ik ben naar de lokale bijeenkomst gegaan en werd daar namens Lucas Onderwijs afgevaardigd naar Amsterdam voor het Innovative Teacher Forum. Daar heeft dit project het net niet gehaald. Ik zou dus niet meegaan naar de Europese bijeenkomst in Zagreb. Toen wegens ziekte in de familie één van de twee deelnemers van Lucas Onderwijs niet mee kon gaan, werd ik alsnog gevraagd. Jammer genoeg kon er op die korte termijn thuis niets meer geregeld worden.‟ Het project rond de smartboardlessen is dus niet in de prijzen gevallen, maar door alle aandacht is de aanpak nu bij velen bekend en wordt Andrea overspoeld met vragen. Haar enthousiasme is daardoor alleen nog maar gegroeid. Beeldverhalen Olaf de Groot, leerkracht groep 8 en ict-coördinator van basisschool De Dijsselbloem in Voorburg
24
Movie Maker Olaf de Groot, leerkracht van groep 8 op basisschool de Dijsselbloem, laat groepjes leerlingen zelf een filmpje vervaardigen. Dat gaat zó. Eerst schrijven en kiezen de kinderen zelf een verhaal. Daarna maken ze een aantal opeenvolgende tekeningen en decors maken. Dan maken ze digitale foto‟s van de tekeningen. Met Windows Movie Maker worden de foto‟s bewerkt tot een bewegend geheel. Tenslotte voegen ze er speciale effecten en geluid aan toe. Als het filmpje klaar is, tonen de makers dat aan hun klasgenoten. De leerlingen doen alles, de leerkracht stimuleert en geeft af en toe tips en korte uitleg. De leerlingen leren zo al doende plannen en samenwerken: ieder heeft zijn eigen taak. Ze oefenen hun taal- en tekenvaardigheid en ze leren om te gaan met verschillende computerprogramma‟s. Onnodig te zeggen dat de kinderen enthousiast zijn als ze dit project mogen doen. Naar Zagreb Ook hier begon het met het telefoontje van Leo van Rutten: „Doe je nog wat leuks op ict-gebied?‟ Leo moest Olaf wèl over de drempel trekken: „Het is toch niet zo speciaal wat de kinderen hier doen?‟ Olaf de Groot werd uitgenodigd voor de Lucasbijeenkomst waar hij zijn beeldverhalenproject ontspannen presenteerde. Daarna mocht hij door naar de landelijke bijeenkomst waar de beeldverhalen van leerlingen ook weer in de smaak vielen. Hij verwierf een ticket naar Zagreb voor de Europese wedstrijd waarvoor in totaal 62 projecten waren ingediend. Olaf heeft voor Zagreb een Engelstalige Virtual Classroom Tour gemaakt waarin het project is uitgelicht. Anderen zien er nogal tegen op om dit volgens het vastgestelde stramien te moeten samenstellen. Olaf vond het niet al te lastig. Gezien zijn ervaring met het maken van filmpjes, was het een fluitje van een cent om beeldverhalen van de kinderen te plaatsen in de VCT. De figuur geeft een indruk van de VCT. In Zagreb presenteerde ieder zijn project. Dat ging via posters waarop de VCT was afgebeeld. De deelnemers en de jury liepen daar langs en stelden vragen. Olaf viel net buiten de prijzen; hij kreeg wel de vierde prijs van de publieksjury. Het geheim van Olaf „Je doet het omdat je het leuk vindt, anders kun je geen goede presentaties geven en winnen.‟ „We moeten als leerkrachten elkaar laten zien als we iets nieuws met de computer in de klas hebben gedaan.‟
25
De invoering van het digitaal portfolio in dialooggestuurd onderwijs bij SKOzoK De ringband gedigitaliseerd Binnen het dialooggestuurd onderwijs werken leerlingen vaak met een portfolio: een uitpuilende ringband met al hun presentaties en werkstukken. Scholen binnen SKOzoK werken nu met een gedigitaliseerd portfolio. Het digitaal portfolio is een online applicatie waarmee leerlingen een eigen website beheren waarop ze hun digitale presentaties en werkstukken kunnen verzamelen en tonen aan anderen. Er is binnen SKOzoK gekozen voor een duidelijk gestructureerde portfolio-omgeving met Microsoft Office Sharepoint waarbinnen de leerlingen hun werk kunnen plaatsen. Alle portfolio‟s zijn dus op dezelfde manier opgebouwd, maar de inhoud verschilt uiteraard per leerling. De leerling bepaalt zelf hoe de eigen website wordt vormgegeven, hoe hij zich voorstelt en welke presentaties en werkstukken openbaar zijn voor andere leerlingen en leraar. Een digitaal portfolio heeft ten opzichte van de papieren versie veel voordelen. De ontwikkeling van leerlingen is ten alle tijden inzichtelijk voor leerling, leerkracht en ouder. Leerlingen vinden het werken met een digitaal portfolio leuk en het draagt bij aan de ontwikkeling van ict-vaardigheden van zowel leerkracht als leerling. Koppeling tussen leerbehoefte en onderwijsaanbod De scholen binnen SKOzoK streven naar vernieuwend onderwijs. De nagestreefde mix van gebruikelijke didactische werkwijzen en nieuwe inzichten wordt getypeerd als „dialooggestuurd onderwijs‟. Leerlingen gaan met de leerkracht in gesprek om een balans te vinden tussen hun leerbehoefte en het onderwijsaanbod. SKOzoK ziet in een digitaal portfolio een ideaal ict-hulpmiddel om leerbehoefte en onderwijsaanbod op elkaar af te stemmen. De leerbehoefte blijkt uit de evaluatie van de werkstukken, de leraar plaatst het onderwijsaanbod op dezelfde website binnen de context van leerdoelen. Functies van het portfolio Het digitale portfolio werd in 2005-2006 landelijk al door een paar basisscholen als presentatiemiddel gebruikt. SKOzoK besloot dat het portfolio nog andere functies zou moeten krijgen. Ze wilde niet alleen een digitaal portfolio in plaats van de gebruikelijke papieren versie, ze wilden een hulpmiddel voor dialooggestuurd onderwijs om leerbehoefte en onderwijsaanbod te koppelen. Om de leerling en de leerkracht te ondersteunen, zou er een ontwikkeling- en een registratiedeel toegevoegd moeten worden aan het gebruikelijke presentatiedeel. De drie delen van het portfolio dienen voor: Presentatieportfolio: de leerling laat zien wie hij/zij is en wat hij/zij geleerd heeft. De keuze om opdrachten wel of niet te plaatsen in het portfolio wordt door de leerling verantwoord. Verantwoording gebeurt door na afronding van een taak reflectievragen in te vullen, zoals; wat heb ik geleerd, waarom ben ik trots op deze taak en wat zou ik de volgende keer anders doen. Ontwikkelingsportfolio: een verzamelplaats voor leerlijn en leerdoelen van de individuele leerling. Het leerstofaanbod dat gekoppeld is aan de leerlijn en leerdoelen van de leerling zijn hier te vinden en de verslagen van gesprekken en afspraken worden hier bewaard. Dit deel is nog in ontwikkeling. Registratieportfolio: verzamelpunt van informatie over de leerling van leerkracht, interne begeleider of instanties als SBD, GGD enz. Er is nog geen digitale versie. 2005-2006: het startschot Scholen maken kennis met het digitale portfolio In 2005 zag een directeur van een SKOzoK-school in het digitale portfolio een uitstekend ondersteuningsmiddel voor dialooggestuurd onderwijs. De directeur presenteerde het digitale portfolio aan enkele collega‟s. Hij heeft mensen kunnen enthousiasmeren, waarna hij een werkgroep samen heeft gesteld van onder andere IB-ers, ict-ers, directeuren en leerkrachten.
26
De werkgroep heeft bewust gekozen om eerst het presentatiedeel te bouwen en daarna pas uit te breiden met de overige delen. Samen met IT-specialist Wortell is in 2005-2006 het presentatiedeel 1 gebouwd. Enkele 2b-ers kregen als taak de invoering op scholen te begeleiden. Er zijn zes basisscholen gestart met het digitaal portfolio. De keuze om mee te doen, was vrijwillig voor de scholen. De beslissing om mee te doen kwam bij sommige scholen van de directeur, bij sommige van de ict-werkgroep en bij één school van een groepje enthousiaste leerkrachten. Leerkrachten van de deelnemende scholen hebben zich ook vrijwillig aangemeld. Op alle scholen zijn de leerkrachten geïnformeerd door een presentatie van een 2b-er, soms vergezeld van een ict-er en/of kinderen die al ervaring hadden met een digitaal portfolio. De introductie in de klas Na de presentatie zijn de scholen aan de slag gegaan. Bijna alle scholen kozen ervoor om een select groepje leerlingen het gebruik van het portfolio te leren. Het gebruik wordt meestal geleerd door een 2b-er, bij één klas door de leerkracht waarbij de 2b-er tijdelijk de klas overnam. Bij veel klassen staan de computers buiten de klas, dus de overige kinderen werden niet afgeleid. Tijdens de instructie werd er uitleg gegeven over het portfolio en ict-vaardigheden aangeleerd als documenten opslaan, documenten toevoegen, afbeeldingen plaatsen, scannen en soms het overzetten van foto‟s van een camera naar de computer. Als de leerlingen uit het groepje het gebruik onder de knie hadden, gaven ze een presentatie aan de rest van de klas. Na de presentatie leert het begingroepje de overige leerlingen 1-op-1 het gebruik van het portfolio. De scholen zijn vrijgelaten in de manier waarop, en de frequentie waarmee het portfolio wordt ingezet in de klas. Bij alle zes scholen gebruiken de leerlingen aan het eind van het schooljaar 2005-2006 het portfolio als (privé) bewaarplaats voor werk, als middel om te laten wie ze zijn, als gastenboek om het werk van anderen van commentaar te voorzien en als (openbare) etalage voor werk waarin ze kunnen laten zien wat ze geleerd hebben. De scholen verschillen in de mate van diepgang. Niet alle scholen hebben het eerste jaar veel aandacht besteed aan reflectie. Bij deze scholen hebben leerlingen wel hun opdrachten opgeslagen in het presentantiedeel, maar worden deze opdrachten nog niet structureel en eenduidig geëvalueerd. 2006-2007: doorontwikkeling De uitkomst van de eerste evaluatie In het voorgaande schooljaar bleek dat leerlingen tot groep 4 niet goed overweg konden met het portfolio. De structuur was te ingewikkeld, het taalgebruik niet gepast en de layout niet uitnodigend voor deze doelgroep. Voor het jaar 2006-2007 is daarom een subwerkgroep geformeerd voor het ontwikkelen van een digitaal presentatieportfolio voor het jonge kind. Daarnaast zijn er „kleine‟ technische problemen geweest, zoals: - automatische wachtwoorden die te ingewikkeld zijn voor leerlingen; - leerlingen hebben geen gebruikersrechten om werk te verwijderen uit het presentatiedeel; - leerlingen hebben moeite met bestanden toevoegen. In overleg met Wortell zijn deze mankementen zoveel mogelijk aangepast aan de wensen van leerkracht en leerling. De scholen, de 2b-ers en het werkteam hebben het in eerste jaar zo druk gehad met de implementatie van het presentatieportfolio dat niemand tijd heeft gehad voor de ontwikkeling van het ontwikkel- en zorgdeel van de portfolio. Er is daarom een subwerkgroep in het leven geroepen die zich in 20062007 heeft gericht op de ontwikkeling van beide delen.
Een taak van de leraar en de leerling De mate waarin er in de klassen gebruik werd gemaakt van het digitale portfolio verschilde enorm. Volgens een 2b-er werd er in het eerste uitvoerende jaar bij sommige scholen te veel geleund op de 2b-er. De 2b-er haalde leerlingen uit de klas om met het portfolio te werken, met als resultaat dat het portfolio eigendom was van de 2b-er en niet van de leerkracht. Als de 2b-er er niet was, ging de 1
Leerkracht die op projectbasis voor enkele dagdelen toegevoegd wordt om de implementatie te ondersteunen.
27
leerkracht ook niet aan de slag met het portfolio. In het jaar 2006-2007 zijn de 2b-ers daarom begonnen met het afbouwen en overdragen van hun taken. De leerlingen waren duidelijk nog niet gewend om hun eigen werk te evalueren door middel van reflectievragen zoals: wat heb ik geleerd?, waarom ben ik trots op dit werkstuk? en wat zou ik de volgende keer anders doen? Om diepgang en inzicht te krijgen bij beantwoording van de vragen is nog begeleiding nodig van de leerkracht. Niet alle leerkrachten bleken even bedreven in de rol van coach en sommige hadden begeleiding nodig bij hun nieuwe taken. In ontwikkelingsgesprekken reflecteren de leerkracht en leerling periodiek op het werk dat is verricht in die periode, bepalen zij samen de leeropbrengst en maken zij doelen en afspraken voor de komende periode. Vooral door de onervarenheid van leerkracht kwamen deze gesprekken in dit jaar op de meeste scholen nog niet echt van de grond. De frequentie waarmee er wordt gewerkt met het presentatiedeel verschilt tussen scholen en tussen klassen binnen een school. Veel leerkrachten hebben het portfolio op de weekplanning/weektaak gezet, zodat het portfolio op een structurele manier binnen de lessen aan bod komt. Leerlingen moeten volgens hun weektaak bijvoorbeeld een half uur besteden aan het bijwerken van hun digitale portfolio. 2007-2008: de inzet van het portfolio wordt gestructureerd Focus blijft op verbetering De basis van het presentatieportfolio ligt nu vast. De meeste technische problemen zijn opgelost en het werkt naar behoren. Er is een ontwerpwedstrijd onder leerlingen uitgeschreven om te kijken of de „look-and-feel‟ van het portfolio overeenkomen met de ideeën en wensen van de leerlingen. Er zijn volgens de leraren leuke en bruikbare ideeën uitgekomen. De leerlingen kijken reikhalzend uit naar het eerste idee dat daadwerkelijk wordt verwerkt. Leerkrachten zijn aan het werk gegaan met het portfolio voor het jonge kind (tot groep 4). Het portfolio beperkt zich tot het presentatiedeel. Scholen die er mee werken, worstelen nog met de vraag hoe ze het portfolio structureel in moeten zetten. Het werk van de jonge leerlingen bevat bijvoorbeeld veel knutselen wat zich niet makkelijk leent voor het inzetten van het portfolio. Terwijl SKOzoK goed in staat is gebleken om een goed functionerend presentatiedeel te bouwen blijkt het ontwikkelingsportfolio een te grote klus voor de scholen. Het ontwikkelen van leerlijnen en doelen is een meerjarig project geworden. De werkgroep is nog steeds in volle gang met het ontwikkelen/verzamelen van leerstofaanbod dat gekoppeld kan worden aan de leerlijnen en –doelen. Structuur in de implementatie Sommige scholen beginnen te merken dat deelname door leerkrachten op vrijwillige basis niet voldoende is. Enkele leerkrachten voelen zich geremd om zich aan te melden door onvoldoende ictvaardigheden en tijdgebrek. Enkele directies hebben besloten om het digitaal portfolio én de daarbij behorende ontwikkelingsgesprekken schoolbreed te implementeren. De vrijheid in het gebruik van het portfolio wordt vooral zichtbaar door de verschillen tussen scholen bij de portfoliogesprekken. Sommige scholen hebben als voorbereiding op het gesprek uitvoerige vragenlijsten gemaakt, zodat leerling en leerkracht zich goed kunnen voorbereiden op het gesprek. Leerkrachten worden (indien gewenst) ondersteund door cursussen in reflecteren. Andere scholen besteden (bijna) geen aandacht aan het portfoliogesprek of zijn nog bezig met het ontwikkelen van een eigen vragenlijst. Om meer grip te krijgen op de ontwikkeling binnen de scholen zijn alle pilotscholen verplicht om jaarlijks een projectplan op te stellen met daarin de te verwachten opbrengsten voor het schooljaar. Evaluatie van de invoering Er zijn drie schooljaren verstreken na het initiatief van de enthousiaste basisschooldirecteur. Voor de invoering van het digitale portfolio was in eerste instantie een paar maanden ingepland. SKOzoK bleek toch langer de tijd nodig te hebben om een digitaal portfolio te ontwikkelen dat aansloot bij dialooggestuurd onderwijs. Het presentatieportfolio is door de jaren heen aangepast aan de behoefte van leerling en leraar. Het onderwijsaanbod voor het ontwikkelingsportfolio wordt nog steeds
28
verzameld. SKOzoK heeft zich gerealiseerd dat ze niet de menskracht hebben om een compleet overzicht te maken van al het onderwijsaanbod. Ze zoeken nu naar partners die kunnen helpen bij deze klus.In het najaar van 2009 zal er een symposium worden georganiseerd. Om eigenheid van de scholen te benadrukken mochten scholen zelf invulling geven aan het gebruik van het portfolio. Dit had als positieve uitwerking dat de scholen het als een eigen product beschouwen en niet als een taak die is opgelegd vanuit de directie. Het nadeel was dat scholen weinig met elkaar hebben gecommuniceerd en daardoor niet hebben geweten dat ze tegen dezelfde problemen opliepen. Dit wordt nu ondervangen door het gebruik van www.skozokplein.nl waar alle leraren toegang toe hebben. Hier kunnen ze nuttige informatie over het digitaal portfolio vinden en zelf plaatsen. Daarnaast hebben verschillende scholen gemerkt dat deelname op vrijwillige basis goed is geweest voor de ontwikkelfase, maar dat het nu tijd wordt om het gebruik van het portfolio op een structurele wijze schoolbreed in te zetten. Randvoorwaarden SKOzoK heeft de afgelopen jaren veel geleerd tijdens de invoering van het digitale portfolio. Scholen die op de vooravond staan van het werken met een digitaal portfolio kunnen gebruik maken van deze ervaring. Uit schooldocumenten en in gesprekken met betrokkenen wordt er vooral nadruk gelegd op de volgende randvoorwaarden: Het digitaal portfolio is geen doel maar een middel en zou pas ingezet moeten worden als het dialooggestuurd onderwijs goed ingezet wordt. De scholen zijn vrijgelaten in het gebruik van het portfolio. Het is belangrijk dat de visie van de school aansluit bij het gebruik van een portfolio. Daarnaast zorgt de vrijwillige basis voor enthousiaste en betrokken leerkrachten. Het is belangrijk dat de leerkracht zich verantwoordelijk voelt voor het portfolio. Ondersteuning van collega‟s kan het beste in de vorm van aanspreekpunt, vangnet en vinger aan de pols maar niet als uitvoerder. De bediening van het portfolio is gebruiksvriendelijk voor leerkracht en leerling. Leerkrachten zijn zich bewust dat het werken met een digitaal portfolio investeringstijd kost, voordat het tijdwinst oplevert.
SKOzoK is een onderwijsorganisatie, die verantwoordelijk is voor het onderwijs op 31 basisscholen in de regio Zuid-Oost Kempen. Dat betreft 29 katholieke basisscholen, waaronder 1 school voor speciaal basisonderwijs en 2 protestant christelijke scholen. Op deze scholen wordt onderwijs verzorgd voor ruim 7000 leerlingen door 650 leerkrachten (ruim 550 fte‟s). Contact: M. (Mart) Kuijpers Stafmedewerker ICT SKOzoK
[email protected]
29