De vele gezichten van armoede
Jeugd in Gelderland Over jeugdbeleid en jeugdzorg
In gesprek met Marc Dullaert,de kinderombudsman Schulden hebben grote impact op gezinsleven Zwerfjongeren houden hun hoofd (net) boven water
December 2013
12 & 16 14
Achter de voordeur Voor deze special ging de redactie op bezoek bij diverse professionals. Zoals Christel Olijslager-Groenendijk van Lindenhout. Zij ziet als hulpverlener in het wijkteam in Velp-Zuid veel gezinnen met financiële problemen. En Afke Koster, een echte ‘alleskunner’ bij Bureau Jeugdzorg Gelderland. Zij helpt gezinnen die vrijwillig hulp hebben gezocht maar treedt ook op als gezinsvoogd. In Nijmegen spraken we bij Inter-lokaal met Judith Schreurs, programmabegeleider materiële dienstverlening en haar collega Ayan Idle projectmedewerker schuldhulpverlening. Ayan: “Voor de crisis konden ouders nog meebetalen,nu is de rek er uit.”
En het verhaal van een jongere zelf Voor de rubriek Jeugdkracht hadden we een gesprek met Jessica, een jongere die na begeleid wonen zelfstandig is gaan wonen en die geen schulden wil. Drie jaar geleden is zij vanuit een begeleid-wonen-project zelfstandig op kamers gaan wonen. Veel jongeren raken dan financieel in de problemen, maar Jessica niet. Valkuilen zijn voor Jessica de ‘impulsinkopen’, het overzicht kwijt raken en het niet op tijd betalen van noodzakelijke kosten. “Ik leer nog steeds!”
Integrale aanpak van armoede werkt het best
18
22
Armoede kan een risico vormen voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Gemeenten hadden voorheen al zaken als armoedebeleid, schuldhulpverlening op hun bordje. Het is nu de kans met de decentralisatie van de jeugdzorg, om het echt integraal op te pakken. Aan het woord is Annemieke Traag, gedeputeerde Jeugd van provincie Gelderland. “Armoede heeft vele gezichten. Ik heb gemerkt dat het dan veel sterker is als jongeren zelf dit soort vraagstukken op tafel kunnen leggen bij bestuurders en het verhaal vanuit hun visie en ervaring kunnen vertellen.”
Het raakt me De gemeente Lochem heeft haar eigen armoede- en minimabeleid. Wethouder Wilma Heesen vindt dat er specifieke aandacht moet zijn voor kinderen die in armoede leven. “Het raakt me als kinderen niet voldoende kunnen deelnemen in de Lochemse samenleving.” Het armoede- en minimabeleid in de gemeente Lochem richt zich op een groep die moet rondkomen van maximaal 110% van het minimuminkomen. Het gaat om zowel mensen met een uitkering als een baan. Wilma Heesen vertelt hoe haar beleid werkt.
En verder … nog veel meer!
2
Jeugd in Gelderland • december 2013
Inhoud
Huisuitzetting: het zal je als kind maar overkomen Tekst: Alexandra Bordewijk
Je zal maar als kind je huis worden uitgezet, omdat je ouders de huur niet meer kunnen betalen. Woningcorporaties komen geregeld gezinnen tegen die in financiële problemen verkeren. “Maar we doen er alles aan om te voorkomen dat kinderen op straat komen te staan”, zeggen Jos Palm van Volkshuisvesting Arnhem en Mark Schouten van UWOON in Harderwijk, Elburg en Ermelo. “Gelukkig vormen gezinnen het kleinste deel van de groep dat wordt geconfronteerd met huisuitzetting”, zegt Mark Schouten, teamleider klantcontact. “Wel zien we het laatste jaar het aantal gezinnen toenemen dat moeite heeft de eindjes aan elkaar te knopen. Dat geldt ook voor een deel van de jongeren dat bij ons huurt. Zij hebben de stap naar zelfstandig wonen gezet, maar merken dat ze niet kunnen rondkomen als ze het uitgavepatroon willen voortzetten dat ze gewend waren. Sommige jongeren kiezen er dan voor om de huur op te zeggen en weer thuis bij hun ouders te gaan wonen. Daarmee voorkomen ze dat ze in financiële problemen komen.” Niemand de straat op? Jos Palm, manager klantenservice: “Huisuitzettingen zijn helaas niet voor 100% te voorkomen. Gezinnen die hiermee te maken krijgen, zoeken in eerste instantie naar een onderkomen bij familie of vrienden. En als dat niet lukt, kun je in Arnhem terecht bij de crisisopvang. Maar het liefst willen we het niet zover laten komen. En inmiddels weten we uit ervaring hoe we in veel gevallen een
huisuitzetting kunnen afwenden. Dat begint bij het vroegtijdig signaleren van betalingsproblemen. Al een kleine huurachterstand is voor ons aanleiding om in actie te komen. Voorheen deden we dat vooral schriftelijk. Nu zoeken we ook telefonisch contact en kiezen we steeds meer voor een huisbezoek. Via de persoonlijke benadering lukt het vaak beter om op maat en samen met het gezin naar oplossingen te zoeken. Deze werkwijze vraagt wel een extra tijdsinvestering, maar het levert ook weer tijd op. Én het voorkomt veel ellende. Dat is winst voor beide partijen!”
Meldpunt Ontruimingen Arnhem In Arnhem is op 1 januari 2012 het Meldpunt Ontruimingen gestart. De woningcorporaties Volkshuisvesting, Vivare en Portaal, gemeente Arnhem, Rijnstad en VGGM hebben een convenant afgesloten, waarin is afgesproken dat: • uitzetting van sociaal kwetsbare bewoners op basis van huurschuld voorkomen moet worden; • er hulp komt bij het op orde brengen van financiële en andere problemen; • en dat na een vonnis tot huisuitzetting de interventies met elkaar worden afgestemd.
Vroegtijdig en persoonlijk Ook bij woningcorporatie UWOON kiezen ze voor een persoonlijke benadering. “Naast de herkenbare werkwijze van onze collega’s uit Arnhem valt ons op dat huurders soms contact met ons vermijden. Daarom zijn we extra alert op allerlei signalen en zoeken we altijd contact als we ons zorgen maken.” UWOON werkt nauw samen met organisaties, zoals jeugdzorg, maatschappelijk werk en verslavingszorg. “Want naast financiële zorgen kampen deze gezinnen vaak ook met andere problemen. We hebben korte lijnen met dit ‘vangnet’. Als binnen afzienbare tijd het gezin de huur weer maandelijks betaalt, is de stap naar de rechter niet nodig en treffen we een regeling voor het aflossen van de opgebouwde huurschuld. Blijft de betalingsachterstand oplopen, dan halen we een vonnis om het huurcontract te ontbinden. Maar zelfs tussen vonnis en daadwerkelijke huisuitzetting bieden we gezinnen nog een kans, namelijk door een aangepast contract met voorwaarden te accepteren. Een
Standaard vindt een voorzieningencheck plaats. Dat blijkt wel nodig: een alleenstaande moeder met inkomsten uit werk en aanvullende bijstand moet aanspraak maken op 10 regelingen om het budgetplaatje rond te krijgen. Het samenwerkingsverband schakelt altijd zorgcoördinatie in als de situatie op meerdere gebieden zorgelijk is en er kinderen betrokken zijn. Uit: ‘Evaluatieverslag Meldpunt Ontruimingen, januari 2012 – juni 2013’
voorwaarde kan bijvoorbeeld schuldhulpverlening zijn. Jammer dat drang en dwang soms nodig zijn, maar we doen het omdat huisuitzettingen er toch nog door kunnen worden voorkomen. En dat gun je ieder kind.”
Jeugd in Gelderland • december 2013
3
4
Jeugd in Gelderland • april 2012
Fotografie: Guus Schoonewille
Een warm huis. Een winterjas. Iedere dag een ontbijt. Voor veel kinderen in Nederland zijn deze basisbehoeften gelukkig vanzelfsprekend. Maar niet voor de 384.000 kinderen die in armoede leven. De Kinderombudsman nodigde hen dit jaar uit om te vertellen hoe het is om in armoede te leven.
Kinderen in armoede In gesprek met Marc Dullaert, de Kinderombudsman Tekst: Alexandra Bordewijk
Marc Dullaert, geboren in Zutphen en de eerste Kinderombudsman van Nederland: “Gemiddeld leven in ons land een op de negen kinderen in armoede. Vooral kinderen in eenoudergezinnen hebben een grotere kans om in armoede op te groeien. De cijfers spreken duidelijke taal, maar armoede in Nederland heeft voor mij pas echt een gezicht gekregen met het digitale Meldpunt Kinderen in Armoede, dat we in februari 2013 openden. Uit bijna 700 verhalen van 6- tot en met 17-jarigen komt naar voren dat ze zich zorgen maken over zaken, die voor Nederlandse kinderen vanzelfsprekend zouden moeten zijn. Ook blijkt dat bijna alle kinderen zich eenzaam, geïsoleerd voelen. Ze schamen zich en vertellen het niet op school, nemen geen vrienden mee naar huis. En als het gaat om de toekomst maakt de helft van de kinderen zich regelmatig zorgen over de financiering van hun latere opleiding.”
Onderzoek ‘Kinderen in armoede in Nederland’ Volgens artikel 27 van het VN-Kinderrechtenverdrag hebben kinderen recht op een passende levensstandaard. Ouders moeten daarvoor zorgen binnen hun mogelijkheden en de staat ondersteunt hen daarbij. De Kinderombudsman doet onderzoek naar onderwerpen die te maken hebben met schending van de kinderrechten. In 2013 heeft hij samen met het Verwey-Jonker Instituut een aantal onderzoeken in gang gezet naar kinderen en armoede. In het laatste deel van het onderzoekstraject is samen met jongeren een methode ontwikkeld, waarmee zij invloed kunnen uitoefenen op het gemeentelijk armoedebeleid, zodat het meer aansluit bij de behoeften en wensen van de jongeren zelf.
Weinig specifiek kindbeleid Naast het verzamelen van ervaringen van kinderen uit arme gezinnen heeft de Kinderombudsman ook het armoedebeleid van gemeenten tegen het licht gehouden. Van de 200 gemeenten die aan het onderzoek hebben meegedaan, hebben slechts 3 gemeenten specifiek kindbeleid. Marc Dullaert: “Dat wil niet zeggen dat lokale overheden niets voor kinderen in armoede doen. Integendeel. Zo ondersteunen ze gezinnen financieel en heeft bijna 90% van de gemeenten specifieke voorzieningen voor deze kinderen, zoals het ondersteunen van de deelname aan sport en cultuur en onderwijsfaciliteiten. Maar ik zou graag zien dat gemeenten zich ook actief richten op de andere basisbehoeften van kinderen in armoede. Dat de hulp rechtstreeks beschikbaar komt aan deze doelgroep. En dat gemeenten monitoren wat het bereik en de effecten hiervan zijn voor de levensstandaard van kinderen. Daarvoor is specifiek kindbeleid nodig.” Vouchers voor een stel winterkleren Medio 2013 heeft de Kinderombudsman zijn onderzoek over kinderen in armoede aangeboden aan staatssecretaris Klijnsma (SZW). Tegelijkertijd riep hij gemeenten op om voor deze doelgroep een kindpakket samen te stellen. “Sinds die oproep hebben bijna 30 Nederlandse gemeenten mij laten weten dat ze een kindpakket hebben ingevoerd of de invoering ervan overwegen. In Gelderland zijn dat onder andere Elburg en Arnhem.” Het kindpakket bevat vouchers voor basisbenodigdheden zoals een stel winterkleren en zomerkleren en bijvoorbeeld lessen voor een basiszwemdiploma, een bibliotheekpasje, toegang tot lokaal openbaar vervoer en deelname aan een wekelijkse activiteit ter ontspanning of sportieve/culturele ontwikkeling. “Ik ben blij dat diverse gemeenten zo voortvarend aan de slag zijn gegaan en daar ook een eigen ‘draai’ aan geven. Zoals Nuenen. Daar heeft de lokale jeugdraad meegedacht over de inhoud van het kindpakket. Een mooi voorbeeld hoe
Meer informatie: www.dekinderombudsman.nl (publicaties) Bron: Eigen Kracht Centrale
Jeugd in Gelderland • december 2013 5
Marc Dullaert: “Armoede mag geen stempel drukken op de rest van je leven.”
Wat ervaren ouders en kinderen in armoede? Ouders die voortdurend te weinig inkomen en te veel schulden hebben, lijden onder stress, voelen zich psychisch steeds minder goed en worden onzeker over hun rol als opvoeder. Dat risico is vooral groot bij alleenstaande moeders die vaak weinig steun van hun omgeving hebben. Chronische stress kan leiden tot opvoedingsproblemen. Dat geldt des te meer als een ouder al depressief is. En de kinderen? Niet alle arme kinderen ontwikkelen zich minder voorspoedig. Sommige kinderen hebben veel veerkracht. Bij een aantal arme kinderen wordt de ontwikkeling echter al op jonge leeftijd verstoord. Zo zijn ze vaker onveilig gehecht en voelen ze zich vaker ongelukkig. Arme kinderen doen het ook minder goed op school, vertonen vaker probleemgedrag en zijn vaker sociaal uitgesloten vergeleken met niet arme kinderen. Hierdoor maken kinderen in arme gezinnen een slechtere start en worden hun kansen voor de lange termijn bedreigd. Ze lopen een groter risico om ook als volwassene arm en sociaal uitgesloten te zijn. Bron: Nederlands Jeugdinstituut. Dossier armoede in gezinnen.
je de jeugd inspraak geeft. Dat zie ik sowieso graag bij de ontwikkeling van het armoedebeleid voor kinderen: betrek kinderen en jongeren bij het beschikbaar maken van voorzieningen. Zo krijg je beter zicht op waar zij zelf behoefte aan hebben en of het bestaande aanbod hierop aansluit.” Publiek-private samenwerking Opmerkelijk is dat het gemeentelijk armoedebeleid zich nog vooral op uitkeringsgerechtigden richt. “Terwijl daarnaast nieuwe groepen, zoals zzp’ers, werklozen en mensen met schulden in financiële problemen verkeren. Ook kinderen van deze groepen verdienen het om te worden opgenomen in het armoedebeleid.” De Kinderombudsman pleit voor een gezamenlijke aanpak gericht op het verbeteren van de leefsituatie van kinderen in armoede. “Binnen gemeenten zijn verschillende beleidsafdelingen betrokken bij deze groep kinderen. De interne samenwerking is cruciaal, maar vindt nog te weinig plaats. Mijn aanbeveling is daarom: zet in op een integrale aanpak en maak het aanbod compleet en passend door intensieve samenwerking te zoeken met publieke en private organisaties. Denk aan lokale organisaties, Stichting Leergeld Nederland, het Jeugdsportfonds, de Voedselbank. Die inspanning zijn we aan deze kinderen verplicht. Om hen een beter perspectief te bieden. Want opgroeien in armoede mag geen stempel drukken op de rest van je leven.”
Wat doet het Rijk? Staatssecretraris Jetta Klijnsma stelt structureel extra geld beschikbaar: voor 2014 80 miljoen euro en daarna 100 miljoen euro per jaar. Het grootste deel van het extra geld is voor gemeenten die verantwoordelijk zijn voor het armoede- en schuldenbeleid. Gemeenten ontvangen 70 miljoen euro van de extra middelen in 2014 en daarna jaarlijks 90 miljoen euro. De staatssecretaris wil dat wethouders dit geld via of in overleg met maatschappelijke organisaties gaan besteden. Er komt ook extra geld beschikbaar voor een aantal landelijke maatschappelijke
6
Jeugd in Gelderland • december 2013
organisaties. In haar brief aan gemeenten verwijst ze voor goede voorbeelden naar de website www.effectiefarmoedebeleid.nl. Ze roept ook private partijen op bij wie mensen financiële verplichtingen aangaan tijdig problemen te signaleren. Diverse telecombedrijven hebben afspraken gemaakt om problematische telefoonschulden te voorkomen en Klijnsma is in gesprek met de Vereniging Eigen Huis over hoe huiseigenaren met schulden te helpen.
begeleiding van een gezinscoach helpt te voorkomen dat problemen terugkomen. Zo wordt het gezin niet alleen leefbaar voor iedereen, maar wordt vooral ingezet op zelfstandigheid vergroten om problemen in het vervolg te voorkomen.
met multi-problematiek op meerdere levensgebieden: gedrag van kinderen, pychiatrische problemen ouders, ontwikkelingsstoornissen, Functie: maatschappelijk werker/ drank, drugs noem maar op. “Wij contextueel hulpverlener in opleidoen niet zomaar toeleiding naar ding bij het Leger des Heils Gelderschuldhulpverlening maar proberen land, onderdeel welzijn, afdeling ook de hulpvraag er achter op tafel preventief woonbegeleiding te krijgen.” Daar komt (post hbo-) opleiding Contextuele hulpverlening Wat doet een preventief woondie Arja volgt goed van pas. Deze begeleider bij het Leger des Heils opleiding verdiept kennis en inzicht Gelderland? in meer of minder complexe gezinsen relatieproblemen en daarmee In een paar zinnen… samenhangende problemen. “De “Het Leger des Heils in een paar meerwaarde ligt op bewustwording zinnen schetsen? Ik durf het niet aan, creëren. Mensen worden bewust van we zijn zo breed bezig dat ik bang de onderliggende problematiek en ben dingen over te slaan. Ik werk op staan open voor verdere hulp. Zo’n de afdeling preventieve woonbe80% van de mensen krijgt dan tijdens geleiding Apeldoorn, Epe en aantal en na het begeleid wonen traject randgemeenten van Apeldoorn. Bij verdere ons komen hulp, mensen bijvoorbinnen beeld vaak jonge van mijn gezinnen “In zo’n 9 maanden proberen we collega’s met hoge met de jongere en zijn ouders van 10 voor schulden. toekomst.” Meestal het roer om te gooien.” Deze is het de vorm van woninghulpverlening duurt meerdere bouwvereniging of de Stadsbank maanden, soms jaren. Langdurige Apeldoorn die deze mensen naar ons doorstuurt. Enigszins stereotiep: Vader en moeder laaggeschoold, 22 en 23 jaar, hebben een huurhuis, een aantal leningen en willen dat ooit terugbetalen. Dan komen er kindjes, wordt het crisistijd en is er geen houden meer aan. En helaas waar: armoede gaat van generatie naar generatie. De laatste tijd valt op dat ook tweeverdieners in de problemen raken door de crisis. Mensen kunnen zelf bij ons langskomen, maar meestal worden ze doorverwezen. De financiële nood is dan hoog, als mensen nee zeggen tegen het woonbegeleidingstraject is de kans groot dat ze uit huis worden gezet.” Professional: Arja van der Sluijs
Je weet niet wat je tegenkomt “Meestal doe ik twee, drie of vier cliëntbezoeken per dag. Bij een nieuwe aanmelding ga ik altijd samen met een collega. Je weet niet wat je tegenkomt, het is prettig voor de mensen. Bijvoorbeeld vader met Korsakof, moeder heeft het heel zwaar, zoontje van negen voelt zich extreem verantwoordelijk voor vader. Waar ga je beginnen? Het heeft alleen al zes weken geduurd voordat alle papieren boven water waren. Dit is echt een gezin voor 10 voor toekomst. Zo’n eerste gesprek plan ik altijd ruim in. De vervolggesprekken doe ik zelf of mijn collega. Ook dat is maatwerk.” Drive Ik ben mijn loopbaan ooit begonnen bij de Rabo, bij debiteurenbeheer, aan andere kant van de tafel dus. Mijn werk nu zit bij mijn hart, je ziet dat het werkt!
Symptomatisch Opvallend is dat de schulden bijna altijd symptomatisch zijn voor iets anders. Veel jonge gezinnen kampen
De professional
Jeugd in Gelderland • december 2013
7
Armoede en Schulden: de cijfers Tekst: Pierre Puts Nederland telt ruim 7 miljoen huishoudens. Hiervan moeten er in 2014 naar verwachting 717.000 (10,1%) rondkomen van een inkomen onder de lage-inkomensgrens. In 2012 gaat het om 664.00 huishoudens. Volgens het niet-veel-maar-toereikendcriterium loopt het aantal armen in 2013 naar verwachting op tot 1,213 miljoen (7,7%). Van alle leeftijdsgroepen is het armoedepercentage het hoogst bij kinderen jonger dan 12 jaar. In 2012 verbleef 11,4% van de minderjarigen in een huishouden met een inkomen onder het niet-veel-maar-toereikendcriterium; dat komt overeen met 384.000 armen jonger dan 18 jaar. Ongeveer een derde van alle armen is dus minderjarig.
Twee miljoen huishoudens hebben een betalingsachterstand. Het gaat om achterstallige rekeningen om financiële redenen, krediet of lening, afbetalingsregeling, regelmatige roodstand en/of creditcardschulden. Achterstanden bij de belastingdienst komen het meest voor, gevolgd door ziektekostenverzekeringen, hypotheek of huur en elektriciteit, water of gas. Alle achterstanden komen relatief vaker voor dan in voorgaande jaren. Er wordt een onderscheid gemaakt in overlevingsschulden (er is gewoon te weinig inkomen in verhouding tot de vaste lasten), overbestedingsschulden (in principe voldoende inkomen, maar er wordt te veel uitgegeven), aanpassingsschulden (bijvoorbeeld door een verandering in de gezinssituatie) en compensatieschulden (overbesteding ten gevolge van compensatiegedrag). Problematisch Schulden zijn problematisch als huishoudens er niet meer op eigen kracht uit kunnen komen. Dat lukt bij één op de zes huishoudens niet meer. Ze kunnen langdurig niet aan de verplichtingen voldoen, er zijn meerdere betalingsachterstanden, de achterstand op de vaste lasten als huur, gas, water, licht of verzekeringen bedraagt minstens een paar maanden en er is totaal geen geld meer. Dan rest schuldhulpverlening op vrijwillige basis of in het uiterste geval een wettelijke traject via de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). In 2012 hebben zich meer dan 84.000 mensen gemeld voor schuldhulpverlening, een stijging van 11% ten opzichte van 2011. De gemiddelde schuld bedroeg in 2012 € 33.500. Dat meldt de branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren, de NVVK. Sinds 2008 is het aantal huishoudens met problematische schulden bijna verdubbeld. Bovendien zijn de schulden complexer van aard. Het aantal huiseigenaren met schulden is relatief gegroeid naar 16% van het totaal aantal aanmeldingen. De samenwerking tussen hypotheekverstrekkers en schuldhulpverleners is daarom geïntensiveerd.
8
Jeugd in Gelderland • december 2013
Betalingsachterstand op hypotheek Het aantal huiseigenaren met een betalingsachterstand op hun hypotheeklening, is 91.812 per 1 oktober 2013. Het gaat om 1,6% van de hypotheekleningen. Dat blijkt de Hypotheekbarometer van het BKR, het landelijke instituut dat schuldproblemen registreert. We lijken hard op weg naar de 100.000, want in het afgelopen half jaar zijn er 9.924 consumenten met een betalingsachterstand op de hypotheek bijgekomen. Misschien valt het mee, want de stijging is wel voor het eerst sinds twee jaar afgevlakt. Bij het BKR is sprake van een achterstand, als mensen vier maanden op rij niet hebben betaald. De achterstand moet volledig zijn ingelopen voordat dit wordt hersteld. Volgens het BKR zijn problemen met betalingsachterstanden op de hypotheekmarkt relatief beperkt, vergeleken met andere sectoren. Vooral de Belastingdienst, zorgverzekeraars, woningcorporaties, energieleveranciers en telecombedrijven hebben last van betalingsachterstanden. Deze zogenoemde spookschulden worden echter niet centraal geregistreerd. Huurschulden In 2012 zijn 6.750 huishoudens uit hun huis gezet, waarbij in drie van de vier gevallen een huurschuld de reden was. Hieronder zijn ongeveer 950 gezinnen. Dit ondanks allerlei maatregelen van corporaties ter voorkoming van huurachterstanden en uiteindelijk uithuiszettingen. Bijna alle corporaties bellen met de huurder als die een of twee maanden geen huur heeft betaald. Voordat een huurder uit huis kan worden gezet, moet een rechter zich over de zaak buigen. Dat is vorig jaar 24.000 keer gebeurd. In bijna driekwart van de gevallen is uitzetting alsnog voorkomen. Zorgverzekeraar De vijf grootste zorgverzekeraars hebben bij elkaar 305.000 klanten die een betalingsregeling hebben afgesproken. Daarnaast zijn er ongeveer 300.000 mensen die een betalingsachterstand hebben van zes maanden of meer. In een dergelijk geval is de zorgverzekeraar wettelijk verplicht om de cliënt over te dragen aan het College van Zorgverzekeringen. De premie wordt bestuursrechtelijk verhoogd met 30% boete. Dat geldt ook voor bijstandscliënten. In 2013 bedraagt het maand-
bedrag aan het CvZ € 160,12. En met dat maandbedrag wordt de bestaande schuld bij de eigen zorgverzekeraar nog niet afgelost. Jongeren in het rood Volgens de grote incassobureaus kampen medio 2013 een paar honderdduizend jongeren in Nederland met betalingsachterstanden. Gemiddeld staan ze € 1.050 euro in het rood. Lindorff, een van de grootste incassobureaus in Nederland, zag het aantal 18- tot 25-jarigen met schulden in één jaar met 17 procent oplopen tot 80.000. Van alle jongeren met betalingsproblemen - studenten én werkende jongeren, jongens én meisjes - zit 11 procent in een lang schuldsaneringstraject. Het mobieltje is een van de grootste boosdoeners. Van de jongeren met schuld staat 60 procent in het krijt bij een telecombedrijf. Naast het mobieltje zijn webshops belangrijke schuldeisers. Ook de huur en ziektekosten zijn voor veel jongeren nog nauwelijks op te brengen. De studieschuld kan bij ex-studenten voor de nodige hoofdbrekens zorgen. Vaak zijn ze aan hun studie begonnen met hoopvolle vooruitzichten op een riant salaris. Inmiddels denkt de markt daar anders over. Als er al een baan te vinden is, kan het salaris vaak niet tippen aan het gehoopte niveau. Toch zal die studieschuld ooit terugbetaald moeten worden. In 2000 bedroeg de gemiddelde studieschuld € 8.000, in 2012 was dit opgelopen tot gemiddeld € 13.000 voor hbo’ers en 19.000 voor academici. Het aantal grote schulden is daarbij flink gestegen. Zo heeft 5 procent van de hbo’ers een schuld tussen de 20 en 30 duizend euro en 2 procent tussen de 30 en 40 duizend euro. Van de academici heeft 7 procent tussen de 30 en 40 duizend euro geleend, 6 procent komt zelfs boven de 40 duizend euro uit.
Overigens heeft het Centraal Planbureau berekend dat de gemiddelde studieschuld in de toekomst nog hoger gaat uitvallen als het sociaal leenstelsel wordt ingevoerd, waarbij de basisbeurs wordt omgezet in een lening. Het meest schrijnend is wellicht het voorbeeld van piloten. Hun opleiding kost gemiddeld € 100.000. Studenten betalen ook nog rente over dat bedrag, dus aan het einde van hun studie kunnen ze tegen een schuld aankijken van dik € 125.000. Tot een paar jaar geleden was dit niet eens zo heel onoverkomelijk, want piloten verdienden nou eenmaal een heel aardig salaris. Maar sinds de crisis is er nauwelijks werk te vinden. Van de 4.000 piloten in Nederland hebben er 1.200 geen werk of een tijdelijk contract. En een ‘startbaan’ als piloot verdient bovendien een stuk minder, zeker als deze bij prijsvechters aan de slag moet. Overigens heeft het Centraal Planbureau berekend dat de gemiddelde studieschuld in de toekomst nog hoger gaat uitvallen als het sociaal leenstelsel wordt ingevoerd, waarbij de basisbeurs wordt omgezet in een lening. Jeugdwerkloosheid Begin 2013 waren 135.000 jongeren van 15 tot 25 jaar werkloos. Van alle jongeren zoekt bijna 17 procent een baan. Hoger opgeleiden scoren slechter. Maar ook bij allochtone jongeren van bijvoorbeeld Turkse en Marokkaanse komaf is dat aantal hoger. In sommige delen van de grote steden zit meer dan de helft van de vooral allochtone jongeren thuis. Daarbij kan sprake zijn van verborgen werkloosheid: jongeren die niet meer op school zitten, geen werk hebben en zich ook niet melden voor een uitkering. Dat laatste is moeilijker gemaakt voor jongeren tot 27 jaar, waardoor die het soms niet eens meer proberen. In Arnhem is een speciaal jongerenloket ingericht dat jongeren tot 27 jaar met weinig of geen werkervaring ondersteunt bij het zoeken naar werk, stage of een opleiding.
Het meest schrijnend is wellicht het voorbeeld van piloten. Hun opleiding kost gemiddeld € 100.000. Inclusief rente kunnen ze aan het einde van hun studie tegen een schuld aankijken van dik € 125.000. Tot een paar jaar geleden was dit niet eens zo heel onoverkomelijk, want piloten verdienden nou eenmaal een heel aardig salaris. Maar sinds de crisis is er nauwelijks werk te vinden. Van de 4.000 piloten in Nederland hebben er 1.200 geen werk of een tijdelijk contract. Een ‘startbaan’ als piloot verdient bovendien een stuk minder, zeker als deze bij prijsvechters aan de slag moet.
Jeugd in Gelderland • december 2013 9
Zwerfjongeren houden hun hoofd ( Tekst: Monique Willems
“Hoe kan het dat er in een rijk land als Nederland met zoveel voorzieningen toch zwerfjongeren zijn?” Dit vroeg (toen nog) prinses Maxima een keer bij een bezoek aan jongerenpension Sancta Maria in Nijmegen. Alle jongeren zouden toch een dak boven hun hoofd moeten hebben en op een of andere manier moeten participeren aan de samenleving! Toch is dat bij een groep jongeren niet het geval. Ze hebben geen woonplek, geen werk en gaan niet naar school. Ca 8.000 zwerfjongeren werden er in 2011 geteld in Nederland. Jongeren die geen eigen woonruimte hebben, in de maatschappelijke opvang zitten, onder de 23 jaar zijn en meervoudige problemen hebben. In Gelderland gaat het bij een ruwe schatting om 325 tot 675 zwerfjongeren. Zorgmijdend Het grootste deel is tussen de 16 en 23 jaar oud en kampt met veel problemen. Een verleden met veel gezinsproblemen, een licht verstandelijke beperking, psychiatrische problemen, schulden en schooluitval. De situatie van iedere zwerfjongere is verschillend. Toch zijn er grofweg drie groepen te onderscheiden. Relatief licht en kansrijk; zwaarder met een langere achtergrond in de hulpverlening; en tot slot ernstige problematiek (eveneens met een langere achtergrond in de hulpverlening) waarbij criminaliteit speelt. Veel zwerfjongeren zijn kwetsbare jongeren die zorgmijdend of zorgmoe zijn,bijvoorbeeld vanwege een lang verleden in de jeugdzorg. Dat leidt ertoe dat ze niet gauw hulp zullen zoeken of vertrouwen hebben in hulp die hen aangeboden wordt. Hun beperkingen maken dat ze zichzelf overschatten en hun gedrag wordt vaak als onhandig of lastig ervaren. Toch ervaren ze de dakloosheid als zeer stressvol. Bijna de helft heeft wel eens een suïcidepoging ondernomen. Het kost tijd om vertrouwen met deze jongeren op te bouwen. Dat vraagt om een outreachende aanpak. En iedere jongere is anders en heeft een andere aanpak nodig. Maatwerk dus. Er spelen vragen over onderdak, leren zelfstandig te wonen, school en werk of dagbesteding, schuldhulp en leren omgaan met geld, hulp bij psychische problemen en verslaving en vragen over hun sociaal netwerk.
10
Jeugd in Gelderland • december 2013
Concrete problemen rond geld Armoede gaat ook gewoon over gebrek aan geld. En deze jongeren hebben veel geld-issues. Vooral de jongeren die op hun 18e uit de jeugdzorg (inclusief jeugd lvb en jeugd ggz) komen. Dat is een risicomoment voor financiële problemen. Niet omdat ze niet met geld kunnen omgaan (wat ook vaak het geval is), maar door allerlei regels en omdat de meesten niet kunnen terugvallen op hun ouders. Een aantal voorbeelden van deze regels. Inschrijving bij een gemeente, woonplek en bijstand hangen zo met elkaar samen, dat problemen op het ene terrein leiden tot problemen op het andere. Een vicieuze cirkel waar vele jongeren in blijven hangen. Bij 18 jaar stopt de pleegzorgvergoeding abrupt, terwijl er niet meteen een ander inkomen is waarmee de jongere verder kan. Jongeren die op hun 18e de jeugdzorg verlaten, hebben te maken met een overbruggingsperiode waarin er geen inkomen is: de 4 weken wachttijd op een uitkering en de wachttijd voor studiefinanciering. Een baantje is in de huidige crisis moeilijk omdat de jongeren worden weggedrukt door kansrijkere jongeren. Tussen 18 en 21 jaar is de bijstand zo gering dat hier nauwelijks (zonder financiële ondersteuning van ouders) mee rond te komen is. Krapte op de woningmarkt leidt tot (te) dure kamers. Voor de gelukkigen die toch een veilige woonplek vinden (louche adresjes voor onderhuur zijn er wel) is er de barrière van de (hoge) borg. Vaak wordt er als voorwaarde gesteld dat er iemand, bijvoorbeeld de ouders, borg wil staan voor de het huren van de kamer. Voor jongeren die al schulden hebben, is de weg naar studiefinanciering afgesloten, waardoor perspectief op verbetering van hun financiële situatie wegvalt. Kansen De transitie van de jeugdzorg en extramurale begeleiding AWBZ biedt juist voor deze groep kansen. Bij een aanzienlijk deel van de jongeren zijn de problemen begonnen bij het vertrek uit de jeugdzorg. Nu gemeenten verantwoordelijk worden voor de jeugdzorg én de ondersteuning van jongeren daarna, kan de knip bij 18 jaar weggenomen worden. Er kunnen gemakkelijker afspraken worden gemaakt over doorgaande zorg of warme overdracht van de jeugdzorg naar het lokale veld. De transitie van de jeugd ggz en jeugd lvb maakt het voor gemeenten mogelijk deze expertise in te zetten voor 18 minners met complexe problemen op school, op straat of binnen de jeugdzorg. De gemeente kan bij 18 plussers door de transitie van de ambulante begeleiding zelf besluiten
De vrijwilliger
(net) boven water
Vrijwilliger: Henk Kregting Vrijwilligerswerk: Voedselbank Millingen aan de Rijn Waar: Gemeente Millingen aan de Rijn
over inzet van specialistische begeleiding van ggz- of lvbinstellingen. Deze indicatie-poortjes verdwijnen. Organisatie van de aanpak één jongere, één gezin, één plan - een belangrijke uitdaging voor gemeenten - kan ervoor zorgen dat complexe problemen op een efficiënte en effectieve manier worden aangepakt. De lokale mogelijkheden kunnen hierbij maximaal worden ingezet. Door afspraken binnen passend onderwijs kunnen er voldoende laagdrempelige leer-werkmogelijkheden gecreëerd worden. De participatiewet geeft gemeenten de ruimte om deze jongeren te helpen maximaal deel te nemen aan de samenleving en te re-integreren. Aan de slag Om deze kansen te pakken zou het goed zijn om oriëntatie-tafels te organiseren. Gemeenten zouden per regio samen met de belangrijkste partners kunnen kijken welke stappen te zetten zijn om de ruimte die ontstaat door de transities maximaal te benutten. Gemeentelijke regie voor de jeugd kan helpen uitval van deze jongeren te voorkomen en re-integratie bewerkstelligen voor wie dat nodig is.
Meer informatie Voor verdere informatie, bijvoorbeeld over het opzetten van oriëntatietafels kunt u contact opnemen met Spectrum, partner met elan, Monique Willems,
[email protected]
Publicatie Zwerfjongeren Zwerfjongeren, Aanpak en achtergrond voor beleid ‘Geen zwerfjongere meer op straat’ formuleerde het Ministerie van VWS samen met Ipo en VNG als ambitie. Spectrum schreef in opdracht van VWS een brochure. Een handreiking aan gemeenten om inzicht te krijgen in het zwerfjongerenvraagstuk en mogelijke oplossingen.
Wie ben je? Mijn naam is Henk Kregting en ik ben voorzitter van de Voedselbank Millingen aan de Rijn. De laatste twintig jaar van mijn loopbaan heb ik gewerkt in het UMC ST Radboud, eerst in de meldkamer en receptie en daarna deed ik openbaar ruimte beheer. Voor mijn pensioen was ik al zeer betrokken van wat zich in de samenleving afspeelde, al sinds 2003 ben ik raadslid voor de PvdA en voorzitter van de raadscommissie en lid van de cliëntenraad in het Gasthuis Stichting Jan de Deo en neem deel in de werkgroep nieuwbouw. Mijn grootste belangstelling is het werken met mensen, vandaar mijn grote betrokkenheid in de samenleving.” Waaruit bestaat je vrijwilligerswerk? Als voorzitter van de Voedselbank Millingen is het belangrijk goed overzicht te houden wat betreft de doelstelling die de Voedselbank Millingen nastreeft, maar zeker ook moet er een goede communicatie zijn richting omgeving zodat helder is waarom wij steun van de inwoners verwachten. Voedselbank Millingen moet zich zelf redden en krijgt geen subsidie. Bij de Voedselbank werken zo’n 25 vrijwilligers en die vragen ook om de nodige ondersteuning. Het zijn niet altijd jongere gezinnen, ook ouderen melden zich bij de voedselbank. Moeten leven van € 180 per maand voor eten en kleding zegt al voldoende; armoede betekent afhankelijk zijn en is voor ieder mens geen prettige beleving. Wat is je drive/motivatie? Op alle vlakken van het vrijwilligerswerk daar waar het moet een bijdrage leveren om de minderbedeelde in de samenleving te ondersteunen en bij te staan. Communiceren met de gemeenschap om anderen te overtuigen van de noodzaak. Ook een heel belangrijke drive is om jonge stageleerlingen te laten zien dat het niet altijd rozengeur en maneschijn is. Dat het belangrijk is wanneer mensen eens een terugval hebben, er altijd mensen zijn waar zij op kunnen steunen.
Te downloaden op www.spectrumelan.nl/zwerfjongeren
Jeugd in Gelderland • december 2013 11
Schulden hebben een enorme impact op het gezinsleven Tekst: Jorike Smeitink
“Ik zie veel gezinnen met financiële problemen. Schulden van 60.000 euro zijn geen uitzondering. Hoe kun je daarmee omgaan terwijl je leeft van een bijstandsuitkering?” Aan het woord is Christel Olijslager-Groenendijk van Lindenhout. Zij werkt als hulpverlener in het wijkteam in Velp-Zuid. “Ik kom bij gezinnen thuis. Bij veel speelt de schuldenproblematiek een grote rol. Maar vaak zijn schulden het topje van de ijsberg. Er is bijvoorbeeld sprake van een licht verstandelijke beperking of er zijn psychologische problemen. En dat laatste kan overal door komen; het verliezen van je baan, relatieproblemen of een overlijden in de directe omgeving. Voorheen zag je vooral financiële problemen bij gezinnen die niet lekker zijn gestart. Mensen die altijd krap bij kas hebben gezeten, eigenlijk niet beter weten en nooit vooraan hebben gestaan bij leuke dingen. Tegenwoordig zie ik ook gezinnen die het voorheen wel goed hadden, maar waar het verliezen van baan en torenhoge hypotheekschulden voor grote problemen zorgen. En de incassokosten van leningen en kopen op afbetaling maken het alleen maar erger.” Overbelasting De problemen grijpen mensen aan en het zorgt ervoor dat ze op meerdere fronten overbelast raken. Christel: “Je hoofd zit vol problemen en je verliest het overzicht. Mensen komen in een soort overlevingsmodus. Ze maken korte termijnbeslissingen en zijn gestopt met het kijken naar de lange termijn.” Impact kinderen Schulden hebben een enorme impact op het gezinsleven. Christel vertelt dat ze gezinnen tegenkomt waar geen geld is om alle avonden warm te eten, niet voor internet en niet om naar zwemles of een sportvereniging te gaan. “En al helemaal niet voor vakantie of de mooie gympen die iedereen in je klas wel heeft en jij niet.” Ze schetst het voorbeeld van een gezin dat kaartjes kreeg voor een pretpark om een keer wat leuks te doen. Daarbij werd geen rekening gehouden met
12
Jeugd in Gelderland • december 2013
het feit dat zij geen vervoer hadden om er te komen. “Aan kinderen wordt heel veel ‘nee’ verkocht. Kinderen hebben daar last van. Ze lijden onder de problematiek van hun ouders.” Hulpverlening Christel probeert de gezinnen zo goed mogelijk te helpen, maar het zit al in de kleine dingen die ingewikkeld zijn. “Een gezin kreeg een brief dat ze zich bij een instantie moesten melden voor een afspraak. Maar als je eigenlijk geen geld hebt voor een buskaartje en je beltegoed is op. Wat doe je dan?” Waar mogelijk helpt Christel met het invullen van formulieren en het aanvragen bij fondsen. “Mensen denken daar zelf niet aan en er zijn fondsen waar alleen hulpverleners kunnen aanvragen.” Verder stuurt ze altijd aan om bewindvoering te accepteren en helpt ze bij de keuze om schuldhulpverlening te aanvaarden. “Heftig zijn de situaties waarbij sprake is van een dreigende uithuisplaatsing. Ik denk dan mee over de mogelijkheden die er nog wel zijn.” Uit de schulden? “Deze mensen komen er zelf, zonder een vorm van (schuld)hulpverlening, niet uit. Schaamte speelt een grote rol. Ze weten niet hoe het zo uit de hand heeft kunnen lopen. Het is een grote drempel om naar de voedselbank te gaan en hulp te vragen. Je wilt de buren niet laten zien hoe slecht het met je gaat. Het is een neerwaartse spiraal, maar als mensen wel die hulp accepteren kunnen we ze stap voor stap helpen om weer iets verder in de toekomst te kijken.”
“Ik investeer met ouders altijd op het netwerk om het gezin heen” Tekst: Judith Bos
Afke Koster is ‘alleskunner’ bij Bureau Jeugdzorg Gelderland, regio Oost-Veluwe / Midden-IJssel. Zij helpt gezinnen die vrijwillig hulp hebben gezocht maar treedt ook op als gezinsvoogd, dus na het uitspreken van een kinderbeschermingsmaatregel van de rechter waarbij het gezin verplicht is om hulp te accepteren. Geldgebrek en opvoedproblematiek “In mijn huidige caseload heb ik 22 zaken. In 14 zaken gaat het om een situatie waarbij schulden of te veel maand aan het einde van het geld een grote rol spelen,” trapt Afke af. “Geldgebrek is veelvoorkomend bij mijn clientèle en dat is geen toeval. Het zijn vaak gezinnen aan de rand van de samenleving, als ik het zo mag zeggen. Gezinnen die laag opgeleid zijn, geen geld hebben voor extraatjes en altijd pech lijken te hebben. Als er dan iets gebeurt, ouders raken hun baan kwijt bijvoorbeeld, dan bouwt een financiële schuld zich razendsnel op. Mensen raken van de regen in de drup. Er is minder tijd, aandacht, ruimte en geduld voor de kinderen…” De opvoedvaardigheid – soms sowieso beperkt aanwezig – staat nog meer onder druk. Verwijzing naar… de voedselbank Eén aanleiding voor geldproblemen is een (echt)scheiding. En: andersom komt ook voor. “Van die 22 zaken gaat het in 12 zaken om alleenstaande ouders,” rekent Afke voor. “Geloof me, die hebben het financieel zwaar...” Als het gaat om hun financiële zorgen wijst Afke ze de weg naar specifieke organisaties. Denk aan ‘Regelrecht’ van de gemeente (Apeldoorn), voor een financiële tegemoetkoming om bijvoorbeeld de kinderen te laten sporten. Maar ook naar de voedselbank. “De weg naar de voedselbank wijzen is eigenlijk pas sinds anderhalf jaar nodig. Hoe dat komt? Toch de recessie denk ik. Maar het lijkt ook wel of de gemeenschapszin hard achteruit holt. We bekommeren ons niet om de mensen om ons heen. En aan de andere kant gaat mijn clientèle na verhuizing niet eens kennis maken met de buren.”
Investeren in netwerk “Gelukkig komt het weinig voor dat er écht geen geld meer is om eten te kopen voor de kinderen. Het is meer dat mensen totaal geen inzicht hebben in hun eigen financiële situatie. En ze maken soms bijzondere keuzes. Dan staat er ineens een joekel van een flatscreen maar is de huur nog niet betaald. Veel ouders willen dat ik de situatie van ze overneem, maar dat gebeurt niet. Ik kan ze helpen zodat ze het weer zelf – op eigen kracht - kunnen gaan doen. Ik investeer met ouders altijd op het netwerk om het gezin heen; dáár hebben ze wat aan op het moment dat ik weg ben.” ‘Normaal’ opgroeien Afke ziet multiproblematiek, waaronder armoede, soms generatie op generatie in families terugkomen. “Je probeert de kinderen in deze gezinnen iets mee te geven zodat ze niet in de voetsporen van hun ouders treden.” Iets dat ze niet van hun ouders kunnen krijgen, in de hoop dat het een trendbreuk voor de toekomst kan zijn. Groots en duur hoeft dat niet te zijn. “Denk aan gratis proeflessen capoeira, ik heb daar een jongen echt van zien opleven.” En als zwaarder geschut nodig is, moet dat niet uit de weg worden gegaan. Afke: “Ik heb twee meiden in een pleeggezin geplaatst omdat zij gebukt gingen onder de psychiatrische problematiek van hun vader en moeder – even los van het feit dat de ouders in hun manische periodes enorme schulden maken. Zij zeggen nu rust te hebben en eindelijk ‘normaal’ te kunnen opgroeien. Onbetaalbaar.”
Jeugd in Gelderland • december 2013 13
Jessica:
“Ik krijg al stress als ik het CZ Tekst: Marijke Visschedijk
Het financiële verhaal van Jessica, een jongere die na begeleid wonen zelfstandig is gaan wonen en die geen schulden wil. • Maak geen schulden • Als je een keer iets niet kunt betalen, laat het niet oplopen • Als je toch schulden hebt gemaakt ga snel hulp halen, bijvoorbeeld bij het Jongerenloket • Denk niet alleen aan je geluk nu, maar werk aan je toekomst.
Dit zijn een handvol tips van Jessica. Zij is inmiddels 20 jaar als ik met haar terugkijk hoe zij zich financieel heeft kunnen redden. Drie jaar geleden is zij vanuit een begeleid-wonen-project zelfstandig op kamers gaan wonen. Veel jongeren raken dan financieel in de problemen, maar Jessica niet. Toekomstperspectief Ze wist al jong dat ze zelf geld wilde verdienen. Jessica heeft een vader die veel schulden heeft en een moeder met psychische problemen. Jessica: “Ik nam mij heilig voor: ‘Ik wil geen schulden en ga genoeg verdienen om van te leven.’” School vindt ze erg belangrijk. Na de havo ging ze verder met hbo Sociaal Juridische Dienstverlening. Ze overweegt door te studeren: het liefst recherchekunde of criminologie. Begeleid wonen Tijdens de periode van het begeleid-wonen-project heeft ze leren omgaan met geld. Eerst een fase waarin je alleen zakgeld krijgt, daarna krijg je ook kleed- en reisgeld en in de laatste fase ben je verantwoordelijk voor al je geld. De begeleiding controleerde haar uitgaven. Dat vond ze toen niet leuk maar nu zegt ze dat wel verstandig was: het dwingt om na te denken over wat je met je geld doet. Maar…“Je leert pas echt met geld omgaan als je op kamers woont. Dan leer je pas hoe het werkt. Dat de huur op een ander moment betaald moet worden dan de ziektekostenverzekering en dat je geld achter de hand moet houden voor schoolboeken, een fiets en een bekeuring en zo.” In het project stimuleren ze dat de jongeren zelf wat geld bijverdienen. Zo zat Jessica zaterdags achter de kassa bij de GAMMA. Voor twee euro per uur, honderd Euro per maand. Later is ze bij de HEMA gaan werken in het restaurant, dat betaalde iets beter: 2,80 per uur. 14
Jeugd in Gelderland • december 2013
Jessica sloot zich in die tijd niet aan bij de andere jongeren in het project. “Die gingen niet naar school, blowden, gebruikten pillen en drank.” Ze was toen best wel onzeker maar door haar sterke toekomstbeeld kon ze kiezen om niet mee te doen. “Het is makkelijker om met de groep mee te doen, dat doen ook veel jongeren, maar ik wilde geld verdienen en wist dat ik daarvoor naar school moest.” Na begeleid wonen Na het begeleid-wonenproject in Jessica op kamers gaan wonen. De eerste periode was erg moeilijk. Jessica kwam niet in aanmerking voor studiefinanciering omdat ze op de havo zat. Een hele aardige mevrouw van het Jongerenloket heeft uiteindelijk een bijstandsuitkering kunnen regelen. Eigenlijk kan dat niet en zijn ouders verantwoordelijk maar gezien Jessica’s situatie is het toch gelukt. Het ging pas een paar weken later in en de schuld die ze toen bij de huurbaas moest maken is nu nog niet helemaal afbetaald. Elke euro die ze bij de HEMA verdiende werd van haar bijstand afgetrokken en omdat het allemaal erg moeilijk te combineren was met de studie is ze toen met werken gestopt. Aanvullend op de bijstand kreeg ze een tegemoetkoming op de studiekosten. In die periode had ze ongeveer 800 Euro.
“Je hebt zo schulden maar daar ben je maar niet zo weer van af.”
Nu, drie jaar later, volgt Jessica de hbo-opleiding en heeft ze studiefinanciering. Ze krijgt € 450 en aanvullend een maximale lening van het DUO: € 500. “Ik kijk maar even niet naar de schuld die ik daar nu opbouw. Dat zie ik later wel”. Nu heeft ze ongeveer € 50 per week voor alle overige kosten van voeding, verzorging, kleding en uitgaan. Dat gaat niet makkelijk maar het lukt. Wat zijn valkuilen? Valkuilen zijn voor Jessica de ‘impulsinkopen’, het overzicht kwijt raken en het niet op tijd betalen van noodzakelijke kosten. “Ik leer nog steeds”. Over de impulsinkopen zegt ze: “Ik krijg er bijna altijd achteraf spijt van.” Ze gaat graag shoppen, koopt niet bij dure winkels maar soms ziet ze kleding en die moet ze dan kopen ook al heeft ze het geld eigenlijk niet.
’n keer niet betaald heb”
De planning is ook nog steeds een probleem. De vaste kosten heeft ze wel in beeld maar de rest daaromheen plannen is lastig. Wat moet eerst wat kan later? Spaar ik voor een fiets of betaal ik de bekeuring? In het begin van de maand lijkt het wel genoeg maar het is zo op. Ze denkt er over om eens een overzicht te maken van waar het geld blijft en naar toe zou moeten maar dat is er nog niet van gekomen. Stress krijgt ze van het niet op tijd betalen van de kosten die echt moeten. Daarom maakt ze het geld aan de huurbaas en het CZ automatisch over. “Soms moeten dingen echt betaald worden en dan heb ik het geld niet, daar zit ik dan echt over in.” Wat helpt Wat helpt is bijvoorbeeld een berichtje van de belastingdienst dat ze teveel hebben ingehouden en dat Jessica in een keer € 600 terugkreeg. Daar heeft ze een winterjas en goede schoenen van gekocht. Wat ook helpt is het geld dat binnenkomt eerst helemaal op de spaarrekening zetten en dan als je het nodig hebt overmaken naar de gewone rekening. Die drempel helpt dat ze minder uit geeft. Jessica gaat graag uit maar omdat ze geen alcohol drinkt, niet blowt en geen pillen slikt kost het niet veel. Je kunt met weinig geld best een gezellige avond hebben.
Armoede Echte armoede kent Jessica niet, “Dan moet je in Servië zijn” zegt ze. Ze heeft daar familie en gaat daar wel eens naar toe. Daar gaat ze op bezoek bij een vrouw met twee kinderen die het van driehonderd euro in de maand moeten rondkomen. “Daar leven mensen van het land dat ze bewerken en in de winter levert dat niet veel op, dat is echt erg”. Jessica is niet de echte naam van het meisje in dit verhaal. Op haar verzoek hebben we deze naam bedacht.
Huishoudboekje Huur CZ Eigen risico CZ School Schoolboeken e.d Telefoon
€ 300 € 125 € 50 € 150 € 100 € 20
Jeugd in Gelderland • december 2013 15
Ayan:
“Voor de crisis konden ouders nog meebetalen, nu is de rek er uit” Tekst: John Smeets
Het Inter-lokaal is een gekleurde welzijnsinstelling in Nijmegen, van oudsher gericht op migranten, asielzoekers en vluchtelingen en in de loop van de tijd meegekleurd naar wit, voor iedereen met een laag inkomen of die niet goed de weg weet. Mensen weten Het Inter-lokaal vooral te vinden door mondtot-mond reclame. Een gesprek met Judith Schreurs, programmabegeleider materiële dienstverlening en haar collega Ayan Idle projectmedewerker schuldhulpverlening. Hoe komen moeilijk bereikbare klanten bij Het Inter-lokaal terecht? “Onze medewerkers zijn divers en we weten de weg naar de informele netwerken van de vele diverse gemeenschappen in Nijmegen. Ook officiële instanties en organisaties verwijzen voor sociaal-juridische hulp door naar ons”, vertelt Ayan.
Het Inter-lokaal Specialisme: materiële dienstverlening: inzicht en overzicht in persoonlijke financiële huishouding. Deze moet op orde zijn voordat men met andere hulpverlening verder kan. Intercultureel intermediair tussen personen en instanties. Sociaal-juridische dienstverlening. • 130 - 140 medewerkers • ongeveer 30fte regulier betaald, en 62fte vrijwilligers en leer-werktrajecten • 7 locaties dit moment • 10.000 hulpvragen bij open spreekuur • 600 voorzieningenchecks • 480 stabilisatietrajecten • Toekomst: samenwerking van de 9 info en adviesorganisaties in Nijmegen; er komen 9 STIP’s, Dukenburg is een van de 3 pilots die in 2014 starten.
16
Jeugd in Gelderland • december 2013
Ayan en Judith zien armoede toenemen. Door de crisis komen er nieuwe klanten bij: mensen die hun koopwoning niet meer kunnen betalen, ZZP’ers in grote problemen, tweeverdieners waarbij een van de inkomens wegvalt. Ook de vooruitzichten zijn niet rooskleurig. Judith, ervaren programmabegeleider bij Inter-lokaal licht het toe: “Tot nu toe helpen wij mensen individueel bij het orde krijgen van hun administratie, dat zij het inkomen en toeslagen ontvangen waar ze recht op hebben en hun schulden beheersbaar krijgen. Door de transities is de kans groot dat individuele begeleiding die nu door zorginstellingen wordt gegeven minder wordt of zelfs ophoudt. Wethouder Bert Frings zegt dat hij enorm zijn best zal doet en dat is ook zo. Maar ik houd mijn hart vast omdat bij de transitie van AWBZ naar Wmo ook een stevige korting van het budget hoort door het Rijk.” Mensen begrijpen het gewoon niet Ook Ayan ziet veel veranderingen. “Mensen die het eerst goed geregeld hadden, komen door de crisis nu in problemen. Lage inkomens raken door de bezuinigingen steeds verder in de schulden. Eigen bijdragen gaan steeds meer omhoog.” Judith vult aan. “We zien steeds meer mensen met helemaal geen inkomen. Dat komt door allerlei redenen. Het handhavingsbeleid van WBB en UVW wordt steeds harder, stopzetten van uitkeringen bij vermoeden van fraude gebeurt sneller. Jongeren die niet om kunnen gaan met de bureaucratie geven het op en zitten thuis op de bank.” Judith ziet dat mensen afhaken op de complexiteit van de regelgeving. “Mensen begrijpen het gewoon niet, wanneer moet ik welke eigen bijdrage betalen, wanneer en hoeveel eigen risico ? Voor het begrijpen van een formulier is hbo nodig.”
“Voor de crisis konden ouders nog mee betalen, de rek is er uit”, zegt Ayan. “Ik zal een voorbeeld geven. Een alleenstaande moeder van 34 met eerst WW, gaat nu de WIA in. Ze kan de kosten niet meer opbrengen voor haar inwonende zoon van 19. Die krijgt 500,- euro studiefinanciering inclusief lening en daar moet dan alles verder af. Het Rijk stuurt aan op maximaal lenen. Ik probeer haar inzicht en overzicht te geven. Ze is heel blij met de cursus budgetbeheer. Ze had bijvoorbeeld eerst de rekening van de Wehkamp betaald in plaats van de ziektekostenverzekering. Dat zal ze nu niet meer doen.” Nationale Ombudsman De voorbeelden rollen over tafel. Zo begeleidt Ayan ook een alleenstaande moeder met twee kinderen van drie en vijf jaar. De belastingdienst is bezig met verrekenen van de verschillende toeslagen en er ligt een loonbeslag op haar inkomen. “Ze had werkelijk niks meer, terwijl haar zoon van vijf bijvoorbeeld medicijnen voor diabetes nodig heeft. We hebben op allerlei manieren aan de belastingdienst gevraagd om snel helderheid te geven. Zo zijn ze al een jaar bezig met het verrekenen van de jaren 2009 tot nu. Afgelopen maand had ik er genoeg van. Ik heb gezegd dat ik de Nationale Ombudsman ga inschakelen. Dat werkte wel. Per 20 december wordt het door de belastingdienst eindelijk geregeld. Nu al blijkt dat ze te veel heeft terugbetaald. Gelukkig worden haar problemen nu weer beheersbaar. Ze heeft nog een maand huurschuld en moet een regeling treffen met ziekenfonds.”
Perspectief Het Inter-lokaal probeert iedereen zo goed mogelijk te helpen. De administratie op orde te krijgen, bureaucratische problemen te tackelen, snel een overzicht wat kun je wel en wat kun je niet betalen. En als het nodig is, mensen onder bewind laten plaatsen. Judith en Ayan: “We zoeken met onze klanten naar de mogelijkheden die hen perspectief bieden.” Indien nodig en mogelijk wordt doorverwezen. Gezinnen met kinderen naar de Stichting Leergeld Nijmegen zodat ook deze kinderen mee kunnen op schoolreis, sport of andere hobby. Ook steekt Het Inter-lokaal veel energie in Leer-werk trajecten. Medewerkers werken met behoud van uitkering mee in de dienstverlening. Zij leren het vak en tegelijkertijd werken ze aan hun eigen traject om betaald werk te vinden. Judith vertelt enthousiast: “Een groep medewerkers heeft dit jaar het diploma MBO3 sociale dienstverlening bij het Rijn IJssel college gehaald. Van hen is 40% doorgestroomd naar betaald werk!
Jeugd in Gelderland • december 2013 17
Juist de vele gezichten van vragen om integrale aanpa Tekst: Sylvia Vlaardingerbroek
Armoede kan een risico vormen voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Gemeenten hadden voorheen al zaken als armoedebeleid, schuldhulpverlening op hun bordje. Het is nu de kans met de decentralisatie van de jeugdzorg, om het echt integraal op te pakken. En ik zie dat ook gebeuren in gemeenten en regio’s. Aan het woord is Annemieke Traag, gedeputeerde Jeugd van provincie Gelderland.
Gemeenten hebben echt wel op hun netvlies waar kansen voor verbeteringen liggen, dat zie je bijvoorbeeld in de 3D of 4D aanpak van meerdere decentralisaties tegelijk. Als provincie hebben wij geen directe taak in armoedebeleid. Wel heeft armoede natuurlijk veel raakvlakken met sociale thema’s, waar wij een ondersteunende rol spelen. Dit doen wij vooral vanuit de gedachte van meedoen. Zo is de Robuuste Investeringsimpuls gericht op het bevorderen van werkgelegenheid. Ook nemen we bij subsidiebeschikkingen vanuit economische beleid voorwaarden op zodat bij projecten bijvoorbeeld jongeren of stagiaires ingezet worden bij renovatie van monumenten. En via de Human Capital agenda stimuleren we de match tussen vraag en
aanbod van ondernemers en leerlingen van ROC’s. Dat zijn zaken die raken aan het voorkomen van jeugdwerkloosheid, voortijdig schoolverlaten en een link hebben met het voorkomen van armoede. Daarnaast kunnen wij vanuit ons Sociaal Profiel gemeenten en organisaties ondersteunen. Geen stageplek In onze gesprekken met jongeren in de jeugdzorg komen eveneens aan armoede gerelateerde onderwerpen terug. Zo kan bijvoorbeeld het krijgen van stageplaatsen voor deze jongeren een probleem zijn. Zo vertelde laatst een meisje, dat in de residentiële zorg zat, dat ze de instelling als adres had opgegeven en daarom niet werd aangenomen in de supermarkt. Ook rond het thema “nazorg na jeugdzorg” kunnen zaken als inkomen, huur en schulden een belangrijke rol spelen. Dan blijkt het niet altijd makkelijk om daar een sluitende aanpak in te maken. Vanuit mijn rol als gedeputeerde kan en zal ik dit soort vraagstukken aankaarten in gesprekken met gemeenten. Maar gemeenten, scholen en bedrijven zullen uiteindelijk samen afspraken hierover moeten maken. Van belang is dan in het oog te houden dat een thema als armoede ook een generatie op generatieoorzaak kan kennen. Het gaat om gezinnen waarin jongeren in armoede opgroeien die ook weer nieuwe gezinnen starten. Dit zijn alleen wel thema’s waarbij het lastig is om precies de vinger op de juiste plek te leggen. Warme overdracht Armoede heeft vele gezichten. Ik heb gemerkt dat het dan veel sterker is als jongeren zelf dit soort vraagstukken op tafel kunnen leggen bij bestuurders en het verhaal vanuit hun visie en ervaring kunnen vertellen. Dat is ook wat ik steeds meer zie gebeuren in de regio’s en wat we van harte ondersteunen vanuit provincie in de warme overdracht van de jeugdzorg naar gemeenten.
18
Jeugd in Gelderland • december 2013
armoede ak “Het is veel sterker als jongeren zelf dit soort vraagstukken bij bestuurders kunnen leggen.”
Verschillende accenten Los van het thema armoede spelen vele zaken een rol bij de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten. De transitie vraagt nog veel inzet van alle betrokken partijen. Ik vind het belangrijk dat wij de jeugdzorg zorgvuldig overdragen. We koersen op een warme overdracht. Dit betekent onder meer dat wij actief gemeenten ondersteunen door subsidies, eigen expertise en de inzet van onze ondersteuningsinstellingen beschikbaar te stellen om experimenten uit te werken. En ik zie dat daarin allerlei verschillende accenten door gemeenten worden gelegd, door te kiezen voor wat het beste bij hen past. Betrokkenheid en passie De netwerken die nu ontstaan en gesmeed worden zullen de basis zijn voor de komende jaren, daarin investeren we graag voor kwaliteit en innovatie. Desondanks denk ik wel dat het allerbelangrijkste is dat op zeer korte termijn vanuit het Rijk helderheid komt over de financiën, dat is voor alle spelers in dit proces heel hard nodig. Ook voor de werkers in de huidige jeugdzorg. Wat mij raakt is dat ik bij hen een enorme betrokkenheid en passie zie, ondanks die onzekerheid. Zij zien die nieuwe context van de transitie echt ook als kans. Om nieuwe activiteiten, nieuwe vormen van zorg vraaggericht te ontwikkelen.
COLUMN Ouderbetrokkenheid in de armoede! Ouderbetrokkenheid in de armoede! Het kan en gebeurt. Steeds vaker hoor je dat mensen in de armoede terechtkomen, geen geld meer hebben om speelgoed te kopen voor hun kinderen. Of geen geld meer hebben om kleding te kopen of hun kinderen aan sport mee te laten doen. Het is triest, maar wel realiteit. Gelukkig zijn er ouders die heel erg meegaand zijn met het lot van deze mensen. Ik ken bijvoorbeeld een speelgoedbank waar gezinnen die het niet breed hebben speelgoed kunnen halen of ruilen voor hun kinderen. Ze kunnen ook een doos halen waar verjaardagspullen in zitten en een cadeau. Het is prachtig initiatief waar ouders bij betrokken zijn en dit graag organiseren voor anderen. Het is geweldig dat je ook op deze manier ouderbetrokkenheid kan laten zien om een ander te helpen! De organisatie van de speelgoedbank bestaat uit ouders, gezinnen, grootouders die vrijwillig helpen om de speelgoedbank draaiende te houden. De speelgoedbank heeft maar liefst 24 vrijwilligers. Als de gezinnen komen om speelgoed te halen of ruilen staat er op een grote keukentafel warme koffie en thee klaar. Daar zitten geregeld de ouders met elkaar een heerlijk bakje te doen en ervaringen en tips met elkaar uit te wisselen. Buiten het feit dat men andere helpt, bieden ze ook een luisterend oor en de ruimte voor onderling contact. Daarnaast komen er leerlingen die er stage kunnen gaan lopen. Het speelgoed krijgen ze van ouders die het breder hebben dan een ander, deze schenken vaak nieuw speelgoed. Ook bedrijven doen mee en schenken aan de speelgoedbank. En dan zijn er nog gezinnen waar niet meer met hun ‘oude’ speelgoed spelen. Dat schenken ze dan aan de speelgoedbank zodat een ander kind er weer volop van kan gaan genieten. Al met al een super geweldig burgerinitiatief! Petra van Amersfoort Oudernetwerk Jeugdzorg Gelderland
Jeugd in Gelderland • december 2013 19
“Armoede is een situatie waar je uit kunt komen” Tekst: Judith Bos
Met haar ervaringen in het geven van trainingen Eigen Kracht en Oplossingsgericht Werken - voor beleidsmakers, maar ook voor kwetsbare groepen geeft Jolanda Bekker, Spectrum adviseur, haar beschouwing op het fenomeen armoede. En hoe je daarmee kunt omgaan.
Iedereen heeft wel een beperking die je van tijd tot tijd belemmert in wat je wil doen. De één heeft hoogtevrees, de ander is suikerpatiënt. De één krijgt hoofdpijn als hij zijn ochtendkoffie niet drinkt, de ander heeft net zijn baan verloren, een tophypotheek, een naderende echtscheiding en drie veeleisende puberdochters…Een beperking, hoe groot of klein, doet je anders tegen het leven aankijken. Je leert ervan, onder meer om de ‘kleine dingen’ te waarderen. Het is aan jou de keus om wel of niet iets aan de situatie te doen. En niet kiezen, is ook een keuze.
‘U kunt meer dan u denkt’ Mensen met serieuze geldproblemen hebben het zwaar. Er is een cumulatie van problemen. Wat ze er zelf aan kunnen doen, verliezen ze uit het oog. Ik zeg dan: “U kunt meer dan u denkt” en het is waar. Nee, je hebt geen geld, maar je hebt jezelf en de mensen om je heen. Bovendien heb je ervaring in het omgaan met je probleem. Dat wetende, wat is dan de eerste stap die jij kan zetten? Ja, jij. Als je iets wil bereiken, zul je er wat voor moeten doen. Dat begint bij jezelf, vanuit eigen kracht.
Verantwoordelijkheid nemen Mensen die te maken hebben met armoede nemen vaak een slachtofferrol aan. Ofwel het ligt niet aan hen zelf dat ze in deze situatie zijn gekomen – het zijn de omstandigheden, daar kunnen zij niets aan doen. Ofwel ze schieten door in hun schuldbewustzijn – ze hebben het verknald, het zal nooit meer goed komen en dat is hun schuld. In beide gevallen ligt de oplossing in de mens zelf; hij heeft het probleem èn hij heeft de oplossing. Het begint bij het nemen van verantwoordelijkheid voor de situatie. Eerlijk zijn naar jezelf en naar de buitenwereld. Moeilijk, want geldgebrek gaat vaak samen met schaamte. Maar wil je iets veranderen, dan zul je jezelf kwetsbaar moeten opstellen.
Geen betutteling meer! In die zin is de hulp- en dienstverlening die we met z’n allen hebben opgetuigd in de Nederlandse verzorgingstaat natuurlijk doorgeschoten: “komt u maar met uw probleem, ik neem daar de verantwoordelijkheid voor”. Ronduit betuttelend. Begrijp me goed: hulpverlening blijft voor sommige mensen echt nodig. Gelukkig komen we met de kanteling in het sociale domein in een fase waar er kansen zijn om mensen zelf weer hun verantwoordelijkheid te laten nemen. Ik verwacht dan ook veel van de zogenaamde keukentafelgesprekken. Dat moeten dan wel gesprekken zijn met open vragen en ruimte voor maatwerk. Als er achter de vragen allemaal verantwoordingsprotocollen zitten, wordt het niks.
Training De training Eigen Kracht en Oplossingsgericht Werken gaat zowel over de eigen kracht van de professional zelf als over de wijze waarop deze de burger in zijn eigen kracht zet. De training is voor professionals, zoals Wmo-consulenten, ouderenadviseurs, medewerkers CJG en jeugdzorg. Ook voor vrijwilligers kunnen we een aanbod verzorgen. Meer info bij Spectrum, Jolanda Bekker,
[email protected] en Petra Montforts,
[email protected] 20
Jeugd in Gelderland • december 2013
Samenwerking met fondsen Gemeenten kunnen in het armoedebeleid intensiever samenwerken met fondsen. Bijvoorbeeld met onderstaande fondsen.
Stichting Jarige job Stichting Jarige Job wil de kloof tussen arme en rijke kinderen zo veel mogelijk dichten en maakt verjaardagen mogelijk voor kinderen, 4 t/m 12 jaar oud, die hun verjaardag eigenlijk niet kunnen vieren omdat daar geen geld voor is. Sociaal maatschappelijk gezien is het voor deze groep het meest belangrijk om de verjaardag te vieren. Ouders krijgen in de week dat hun kind jarig is behalve hun voedselpakket ook een Jarige Job box mee. De Jarige Job box is aan de buitenkant een hele gewone kartonnen doos, maar de inhoud ervan bezorgt vele kinderen een leuke verjaardag. www.jarige-job.nl
Stichting leergeld Doel van de stichting leergeld is de financiële belemmering helpen oplossen voor schoolgaande kinderen die om fianciële redenen niet met leeftijdsgenoten kunnen meedoen aan (buiten)schoolse activiteiten. Het gezin woont in een gemeente waar een lokale Stichting Leergeld actief is. Kijk hiervoor op www.leergeld.nl/locaties. Het gaat om ouders of verzorgers van kinderen van 4 tot 18 jaar. Het netto inkomen van de ouders of verzorgers is maximaal 120% van het bijstandsniveau. Alle mogelijkheden van financiering, regelingen en subsidies van instellingen en overheid moeten zijn benut. Voorschot of gift, soms ook in natura (bijvoorbeeld computer of fiets). Het gezin wordt tevens bijgestaan met advies, bijvoorbeeld bij het aanvragen van financiële voorzieningen. www.leergeld.nl
Nationaal Fonds kinderhulp Het doel van de Stichting nationaal Fonds kinderhulp is om kinderen in de jeugdzorg te helpen. In principe komen alleen kinderen die worden doorverwezen en/ of behandeld door een Bureau Jeugdzorg in aanmerking voor een bijdrage. www.kinderhulp.nl
Jeugdsportfonds Het doel van het Jeugdsportfonds is om kinderen die gemotiveerd zijn om te sporten, maar dit niet kunnen door de slechte financiele situatie thuis een sportkans te bieden. Kinderen tot 18 jaar die structureel willen sporten maar, die gelet op de financiële situatie van hun ouders/verzorgers, dat niet kunnen. Om in aanmerking te komen voor een bijdrage moeten ouders/verzorgers en kind(eren) voldoen aan criteria die per gemeente op kleine onderdelen kunnen verschillen. Diverse gemeenten zijn aangesloten bij het Jeugdsportfonds. Als dat niet het geval is zijn er mogelijk andere regelingen binnen de gemeente. Ouders/verzorgers en kinderen kunnen niet rechtstreeks een aanvraag indienen bij het Jeugdsportfonds. Dit kan alleen gedaan worden door een intermediair. Denk hierbij aan een leerkracht, jeugdhulpverlener, sportbuurtcoach, huisarts of een maatschappelijk werker. http://gelderland.jeugdsportfonds.nl/ http://arnhem.jeugdsportfonds.nl/ http://nijmegen.jeugdsportfonds.nl/
Jeugd in Gelderland • december 2013 21
Kinderen in armoede? Dat raakt me! Tekst: Jorike Smeitink
De gemeente Lochem heeft haar eigen armoede- en minimabeleid. “Natuurlijk zou ik er haast bij zeggen”, aldus wethouder Wilma Heesen. “En ik vind dat we specifiek aandacht moeten hebben voor kinderen die in armoede leven. Het raakt me als zij niet voldoende kunnen deelnemen in de Lochemse samenleving.” Het armoede- en minimabeleid in Lochem richt zich op een groep die moet rondkomen van maximaal 110% van het minimuminkomen. Het gaat om zowel mensen met een uitkering als een baan. CBS-cijfers laten zien dat in Lochem tussen de 350 en 450 kinderen leven onder deze omstandigheden. In 2011 en 2012 heeft de gemeente via een pilot geprobeerd om meer mensen met haar beleid te bereiken en het maatschappelijk middenveld meer te betrekken. Dat is gelukt. Zowel het aantal mensen dat gebruik maakt van minstens één regeling als het aantal totale aanvragen is toegenomen. Uit de evaluatie blijkt ook dat alleenstaande ouders meer gebruik van de regelingen zijn gaan maken. Inwoners kunnen onder andere een bedrag voor deelname aan maatschappelijke activiteiten vragen. Wethouder Heesen: “Ik hoop dat mensen het ook daaraan uitgeven. Maar om de uitvoeringskosten laag te houden hebben we losgelaten om dat bij iedereen te controleren.” Eigen aanbod De gemeente heeft zelf een schoolkostenregeling. Gezinnen kunnen per kind jaarlijks aanspraak maken op een bepaald bedrag voor indirecte schoolkosten. De hoogte is afhankelijk van of het kind naar de basisschool of het voorgezet onderwijs gaat. Verder is er een computerregeling. Voor kinderen in het voortgezet onderwijs wordt eenmalig een bedrag beschikbaar gesteld voor een computer. En dan is er nog een bedrag per kind per jaar voor ‘categoriale bijzondere bijstand’. Er is meer Wethouder Heesen is er trots op dat kinderen in Lochem gebruik kunnen maken van het jeugdsportfonds en de stichting Leergeld. “Dit zie ik echt als aanvulling op het eigen beleid van de gemeente.” Bij het jeugdsportfonds zijn verschillende lokale/regionale partijen betrokken die geld beschikbaar stellen om kinderen te laten sporten.
Professionals rondom het kind kunnen een aanvraag doen. Heesen: “We hebben met het jongerenwerk afgesproken dat zij daarnaast actief op zoek gaan naar kinderen die hiervoor in aanmerking komen.” Sinds afgelopen september is er in Lochem een lokale afdeling van Leergeld. Via vrijwilligers wordt contact gezocht met gezinnen die leven in armoede. De vrijwilligers gaan met de kinderen kijken wat zij nodig hebben om mee te kunnen doen aan sociale activiteiten op school, te kunnen sporten of mee te doen aan culturele activiteiten. Heesen: “Ik hoop dat hiermee de deelname aan maatschappelijke activiteiten bevorderd kan worden. En dat we daarmee dus het ontwikkelingsperspectief van jeugdigen kunnen vergroten.” Bekendheid Heesen: “Alleen het hebben van een regeling is niet genoeg. Ons doel is ervoor zorgen dat iedereen van de regelingen af weet. We vragen aan het begin van een schooljaar de scholen om ouders hierover te informeren en bespreken dit met onze maatschappelijke partners. Er wordt nu gewerkt aan de opstart van een ‘armoedeminimaplatform’ om ervoor te zorgen dat betrokkenen in Lochem goed met elkaar afstemmen.” Trots Wethouder Heesen ziet voor de gemeente een taak in het versterken van de verbindingen. “Wij vinden dit beleid belangrijk. En ik spreek graag mijn waardering uit voor vrijwilligers bij de verschillende projecten en/of fondsen die ons daarbij helpen.”
De wethouder
22
Jeugd in Gelderland • december 2013
Agenda Aandachtsfunctionaris Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
Kort Het beste medicijn tegen moderne armoede
13 februari 2014 De landelijke training Aandachtsfunctionaris Kindermishandeling ondersteunt u bij de uitvoering van de implementatie Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en sluit aan op relevante, actuele ontwikkelingen, het Centrum voor Jeugd en Gezin en de Verwijsindex Risicojongeren. De training is bedoeld voor medewerkers die verantwoordelijk zijn voor zorgkwaliteit en veiligheidsbeleid; en voor medewerkers en middenmanagement die als aandachtfunctionaris gaan functioneren van bijvoorbeeld de gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, justitie, politie of jeugdzorg. Meer informatie of inschrijven? Kijk op www.spectrumelan.nl of neem contact op met Marjan Wellink,
[email protected]
Kijk voor meer bijeenkomsten op: www.spectrumelan.nl
Op 22 oktober organiseerden MOVISIE, Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken en Spectrum, partner met elan in LUX Nijmegen het debat & social innovation lab ‘Het beste medicijn tegen moderne armoede’. Na een debat met hoogleraar Godfried Engbersen, politici Hans Spekman en Hayke Veldman en ervaringsdeskundige Sascha Meyer ging de zaal in groepjes aan de slag om ‘medicijnen’ met elkaar te bedenken. De belangrijkste tips delen wij hier: • Het creëren van werk (en de weg daarnaartoe door arbeidstoeleiding) wordt vaak genoemd als oplossing. Dit kan in betaalde vorm zijn, maar ook door (leer)werkprojecten, bijvoorbeeld in de sport- of vrijwilligerssector. Kunnen ondernemers en werkgevers niet een grotere rol spelen in iets teruggeven aan de samenleving (social return)? • Versimpel toeslagen en regelingen, dit is veel te ingewikkeld en kan juist meer schulden creëren. Dit sluit aan bij de wens voor een persoonlijke aanpak op maat vanuit bijvoorbeeld het UWV. Snellere handelingssnelheid (eerdere uitbetaling door UWV bijvoorbeeld) voorkomt grotere problemen. • Creëer broedplaatsen, speelruimte, ruimte voor zelfvoorziening, maatwerk en geef mensen scharrelruimte. Stimuleer de wijkeconomie, biedt microkredieten aan. • Meedoen, actief en betrokken blijven, versterken van vertrouwen en zelfregulerend vermogen wordt veel aangegeven als factoren die maken dat de medicijnen werken. • Preventie: budgetbeheer bieden in scholingsaanbod. Richt je op vroegtijdige (signalering en) melding van problematiek; dit kan erger voorkomen. • Biedt scholing met perspectief. Investeer in onderwijs en talentontwikkeling. Dit verhoogt de kansen op werk, maar ook op zelfvertrouwen en trots. • Ruilhandel stimuleren, social media kan mensen en spullen verbinden. • Stimuleren van buurthulpprojecten (solidariteit / kerkprojecten). • Ondersteuning in kinderopvang en mobiliteit. • Blijven investeren in middelen als een computer per huishouden; zodat je ook kunt blijven solliciteren. • Aandacht voor kwetsbare groepen (ouderen –in de vorm van scholing-, kinderen – in de vorm van toegang tot sport en cultuur-. • Algemene tips voor lokale politiek liggen in het durven creëren van maatwerkoplossingen. En sluit aan bij de belevingswereld van mensen in armoede. Armoede vraagt om duurzame oplossingen en niet om (te veel) losse maatregelen.
Jeugd in Gelderland • december 2013 23
Vrijwilligers en jeugdhulp in Andersland Voor het middenkader van de Gelderse jeugdzorginstellingen en ambtenaren van Gelderse gemeenten die bezig zijn met de Transitie jeugdzorg/jeugdbeleid. In Andersland gaan burgers, ambtenaren en instellingen zich anders tot elkaar verhouden. Meer ruimte voor de professional, meer gebruik van eigen kracht en we willen de sociale steunfactoren van gezinnen meer aanspreken. De Transitie jeugdzorg is een uitgesproken gelegenheid om ook voor jeugd de mogelijkheden van vrijwilligers te verkennen. Het kan vooraf, naast en na jeugdhulp een versterkende werking hebben. De mogelijkheden willen we verkennen op basis van praktijkvoorbeelden,onderzoek en ambities. Onder het genot van een lekkere lunch gaan we graag met u in gesprek over informele jeugdhulp. Over vragen zoals:
• Wat kan de betekenis zijn van een vrijwilliger voor jongeren?
• Wat is de meerwaarde van vrijwilligers? • Hoe kun je als gemeente zorgaanbieders stimuleren om de mogelijkheden vanuit het informele netwerk optimaal te gebruiken? • Hoeveel kost het als je met vrijwilligers gaat werken, wat moet je regelen? • Zou informele hulp een logisch onderdeel van jeugdhulp moeten zijn? • Wat zijn succesfactoren als het gaat om informele zorg en wat zijn de valkuilen? • Wat is een goede term ‘informele hulp/zorg/inzet’, ‘sociale steunfactoren’ of toch ‘vrijwilligers’?
Datum en tijd 21 januari 2014 van 12.00 -14.30 uur, Het Koelhuis, Parkstraat 1, 7202 AD Zutphen
Meer informatie en aanmelden: Marijke Visschedijk,
[email protected]
Colofon Jeugd in Gelderland
Redactieadres
Over jeugdbeleid en jeugdzorg
Spectrum, partner met elan.
Nummer 4, december 2013
Postbus 8007, 6880 CA Velp
ISSN 1879-5641
(026) 352 34 20
[email protected]
Verschijnt vier maal per jaar
www.spectrumelan.nl
Oplage: 1.300 exemplaren Vormgeving Jeugd in Gelderland is een uitgave van
Jacqueline de Maertelaere
Spectrum, partner met elan en biedt
Basis: Gerard Wagemans, BNO, Beekbergen
informatie over regionale, provinciale en landelijke ontwikkelingen rond jeugdbe-
Fotografie
leid en jeugdzorg. De nieuwsbrief wordt
Seen Images, Novy Print
gratis toegezonden aan gemeenten en organisaties actief op de terreinen jeugd-
Drukwerk
zorg en jeugdbeleid in Gelderland.
Digigrafi, Veenendaal
Redactie
Het overnemen van artikelen is
Alexandra Bordewijk, Judith Bos, Jorike
toegestaan na overleg met de redactie.
Smeitink, John Smeets
Deze nieuwsbrief komt tot stand in opdracht van de provincie Gelderland.
Eindredactie John Smeets