De Turkse echtscheidingsgronden in de rechtspraktijk Een onderzoek naar de toepassing van de Turkse algemene echtscheidingsgrond in de praktijk
Masterscriptie 2013
Auteur:
Mehtap Erdem
Studentnummer:
2527056
Opleiding:
Vrije Universiteit Amsterdam Master Rechtsgeleerdheid Afstudeerrichting Privaatrecht
Datum:
26 Augustus 2013
Scriptiebegeleidster:
prof. mr. M. V. Antokolskaia
Tweede lezer:
dr. mr. C. Blankman
2
Voorwoord Voor u ligt een scriptie welke het resultaat is van een onderzoek naar het Turkse echtscheidingsrecht. Het is in het bijzonder gericht op de werking van de Turkse algemene echtscheidingsgrond – de duurzame ontwrichting – in de rechtspraktijk en dient te fungeren als een verduidelijking voor de Nederlandse rechtspraktijk wanneer deze zich geconfronteerd zien met de toepassing van het Turkse echtscheidingsrecht. Dit werk is de afronding van mijn master Rechtsgeleerdheid met de verdieping Privaatrecht aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Ondanks dat de Nederlandse universitaire studie rechtsgeleerdheid logischerwijs zowel geen aandacht besteed aan het Turkse recht, heeft de werking van het recht in dit land mij altijd bijzonder geïnteresseerd. Dit is de reden geweest om in mijn bachelor scriptie een rechtsvergelijking te maken tussen het Nederlandse recht en het Turkse recht. Maar ook tijdens het kiezen van een onderwerp voor mijn masterthesis was de keuze al snel gemaakt. Daarnaast beschouw ik het als een persoonlijke uitdaging om voor mij nog onbekende terreinen op eigen initiatief te verkennen, mezelf in het diepe te gooien. In die zin is deze scriptie niet alleen een afronding voor mijn opleiding. De oorsprong en het ontstaan er van hangt sterk samen met mij als persoon. Graag wil ik van deze gelegenheid gebruiken maken om een speciaal woord van dank te uiten jegens degenen die mij hebben geholpen gedurende mijn schrijfproces. Allereerst gaat een bijzondere dankbetuiging uit naar mijn begeleidster mevrouw prof. mr. M.V. Antokolskaia voor alle nuttige feedback en kritische opmerkingen. Ook mr. Fatih Ibili, gerechtsauditeur bij de Hoge Raad der Nederlanden, wil ik hier graag bedanken. Zijn bereidheid om met mij in gesprek te gaan over dit onderwerp en de tijd die hij heeft genomen om met mij van gedachten te wisselen heeft bij mij voor een helder totaalbeeld gezorgd. Daarnaast uit ik mijn dank aan Ceren Tasan, zij is een collega studente rechtsgeleerdheid aan de Bilkent Universiteit te Ankara, Turkije. Zij heeft mij een groot aantal rechterlijke uitspraken toegezonden. Zonder haar hulp zou ik hier geen toegang toe hebben gehad omdat is gebleken dat het erg moeizaam is om vanuit Nederland literatuur en jurisprudentie over dit onderwerp te vinden. Tot slot gaat een zeer bijzonder woord van dank uit naar mijn familie en vrienden. Van tijd tot tijd hebben zij mij moed ingesproken gedurende het lange proces van het schrijven. Sommigen van hen hebben mij geholpen bij het vinden van informatie over het Turkse echtscheidingsrecht zoals het per post verzenden van handboeken uit Turkije of het per e-mail toezenden van artikelen. Zonder de waardevolle bijdrage van al deze bovengenoemde personen zou deze thesis niet zijn wat het is. Ik hoop dat bij het lezen van dit werk er voor u net zo veel onbekende deuren worden geopend als bij mij het geval is geweest tijdens het schrijven er van.
Mehtap Erdem Amsterdam, Augustus 2013
3
INHOUDSOPGAVE
Voorwoord
3
Hoofdstuk 1 Inleiding en onderzoeksverantwoording
7
Inleiding
7
1.1 Probleemomschrijving en onderzoeksonderwerp
7
1.2 Vraagstelling
7
1.2.1 Centrale vraag
7
1.2.2 Deelvragen
7
1.3 Onderzoeksdoel
8
1.4 Theoretisch kader
8
1.5 Methoden van onderzoek
9
1.6 Wetenschappelijke relevantie
10
Hoofdstuk 2 Historische ontwikkeling van de echtscheiding in het Turkse recht
11
Inleiding
11
2.1 Echtscheidingsgronden in het Ottomaanse recht
11
2.2 Hervorming van het echtscheidingsrecht onder Atatürk
13
2.3 De echtscheidingshervormingen van 1988
14
2.4 Algemene uitgangspunten in het hedendaagse Turkse familierecht
15
2.4.1 Rol van de familie-eenheid in de Turkse samenleving
15
2.4.2 Constitutie
15
2.4.3 Rechten en plichten voortvloeiende uit het huwelijk
15
2.4.4 Gelijkheid tussen de echtgenoten
16
Hoofdstuk 3 De echtscheidingsgronden in het Turkse echtscheidingsrecht: law in the books and law in action
17
Inleiding
17
3.1 Algemene echtscheidingsgrond (artikel 166 TBW)
17
4
3.1.1 Ontwrichting van de huwelijksband
17
3.1.2 Schuld en immateriële schadevergoeding
18
3.1.3 Echtscheiding met wederzijdse instemming ex artikel 166, derde alinea
20
3.1.4 Onmogelijkheid herstel van de huwelijkseenheid
20
3.1.5 Ontwrichting van de huwelijksband (art. 166) in relatie tot de huwelijkseenheid (art. 185)
21
3.1.6 Voorbeelden uit de rechtspraak waarin duurzame ontwrichting van het huwelijk werd aangenomen
21
3.1.7 Voorbeelden uit de rechtspraak waarin duurzame ontwrichting van het huwelijk werd afgewezen
22
3.1.8 Duurzame ontwrichting in de rechtspraak: Vroeger en nu
23
3.1.8.1 Het Hof van Cassatie over schuld in 1978 3.2 Bijzondere echtscheidingsgronden
23 24
3.2.1 Ontwrichting van de huwelijksband in samenhang met de bijzondere echtscheidingsgronden
24
3.2.2 Overspel (artikel 161 TBW)
24
3.2.3 Levensbedreiging, slechte behandeling en aantasting van de eer (artikel 162 TBW) 25 3.2.3.1 Levensbedreiging
26
3.2.3.2 Slechte behandeling en aantasting van de eer
26
3.2.4 Plegen van een onterend strafbaar feit en leiden van een eerloos leven (artikel 163 TBW)
27
3.2.5 Verlating (artikel 164 TBW)
28
3.2.6 Geestelijke stoornis (artikel 165 TBW)
30
Hoofdstuk 4 Turkse rechterlijke uitspraken en echtscheidingsprocesrecht
31
Inleiding
31
4.1 Het gewicht van rechterlijke uitspraken
31
4.1.1 Rechterlijke uitspraken
31
4.1.2 Het Hof van Cassatie, oftewel ‘Yargitay’
31
4.2 De Familierechtbank, oftewel ‘Aile Mahkemesi’
32
4.3 Bijzondere procesregels en procedure bij echtscheiding (artikel 184 TBW)
32
4.3.1 Bewijsvoering
33
4.3.1.1 Voorbeelden uit de jurisprudentie 5
34
4.3.2 Onvoldoende gronden
34
4.3.3 Oude en nieuwe omstandigheden
34
Hoofdstuk 5 Conclusies en aandachtspunten voor de Nederlandse rechtspraktijk
36
Inleiding
36
5.1 Belangrijkste conclusies
36
5.2 Beantwoording van de hoofdvraag en aandachtspunten voor de Nederlandse rechter
38
5.2.1 Belemmeringen voor erkenning
38
5.2.2 Gevolgen van de echtscheiding
39
5.2.3 Duurzame ontwrichting van de huwelijksband
39
5.2.4 Actieve houding
40
5.2.5 Immateriële schadevergoeding
40
5.2.6 Onmogelijk herstel van de huwelijkseenheid
41
Bronnenlijst
42
6
Hoofdstuk 1 Inleiding en onderzoeksverantwoording Inleiding De rechterlijke macht en de advocatuur in Nederland krijgen regelmatig te maken met echtscheidingen die worden uitgesproken naar Turks familierecht. De stand van het Turkse echtscheidingsrecht en de daarin geldende echtscheidingsgronden hebben daarom gevolgen voor de Nederlandse rechtspraktijk.
1.1 Probleembeschrijving en onderzoeksonderwerp In de Nederlandse rechtspraktijk kunnen regelmatig vragen rijzen over de toepassing van het Turkse echtscheidingsrecht. Dit is voornamelijk het geval wanneer Turkse echtgenoten, woonachtig in Nederland, verwikkeld raken in een echtscheidingsprocedure. De Nederlandse rechter zal in dergelijke gevallen krachtens het internationaal privaatrecht niet zelden het Turkse echtscheidingsrecht moeten toepassen. Uit de praktijk van het Turkse echtscheidingsrecht blijkt dat de meest voorkomende echtscheidingsgrond de duurzame ontwrichting van het huwelijk is. Dit is de algemene echtscheidingsgrond en is vastgelegd in artikel 166 Turks BW (TBW). Aldus is kennis over het huidige Turkse echtscheidingsrecht en de verschillende echtscheidingsgronden – en in het bijzonder de algemene echtscheidingsgrond van duurzame ontwrichting – van essentieel belang voor een juiste toepassing. Het onderwerp van dit onderzoek beslaat daarom de Turkse echtscheidingsgronden in de rechtspraktijk. Het dient het doel om de Nederlandse rechtspraktijk duidelijkheid en informatie te verschaffen wanneer deze krachtens het Nederlandse internationaal privaatrecht geconfronteerd wordt met de toepassing van het Turkse echtscheidingsrecht.
1.2 Vraagstelling De vraag die centraal staat in deze scriptie staat hieronder geformuleerd en bestaat uit een centrale vraag en een aantal deelvragen. In het laatste hoofdstuk wordt een antwoord gegeven op de centrale vraag. De deelvragen dienen als een indicatie voor de hoofdstukindeling en leiden tevens stapsgewijs naar de beantwoording van de hoofdvraag.
1.2.1 Centrale vraag De centrale vraag luidt: ‘Welke punten dient de Nederlandse rechter in acht te nemen bij toepassing van de Turkse algemene echtscheidingsgrond van de duurzame ontwrichting van de huwelijksband ex artikel 166 TBW?’.
1.2.2 Deelvragen 1. Hoe heeft het Turkse echtscheidingsrecht zich ontwikkeld? 2. Hoe ziet het hedendaagse Turkse echtscheidingsrecht eruit en wat zijn de algemene uitgangspunten? 3. Welke echtscheidingsgronden en vormen van scheiding kent het Turkse echtscheidingsrecht en hoe kunnen deze aan de hand van de jurisprudentie worden uitgelegd?
7
4. Welke procedurele regels dient de rechtspraak in acht te nemen bij toepassing van de echtscheidingsgronden en is er een bijzondere wijze van procederen bij echtscheiding?
5. Op welke wijze past de Turkse rechter de algemene echtscheidingsgrond duurzame ontwrichting van de huwelijksband ex artikel 166 TBW toe in de praktijk en welke aandachtspunten komen hieruit naar voren?
1.3 Onderzoeksdoel In eerste instantie is het onderzoeksdoel beschrijving en beeldvorming van de huidige Turkse echtscheidingsgronden, en in het bijzonder de algemene echtscheidingsgrond van de duurzame ontwrichting. Pas wanneer dit middels literatuur en jurisprudentie helder in kaart is gebracht kan overgegaan worden tot het in kaart brengen van de meest belangrijke aandachtspunten die gelden bij de toepassing van artikel 166 TBW (duurzame ontwrichting van de huwelijksband) in de rechtspraak. Door te kijken naar de toepassing van dit artikel door rechters in de jurisprudentie, wordt getracht een handreiking te bieden voor de Nederlandse rechtspraktijk. Opvallend is dat binnen de Nederlandse literatuur wel enigszins informatie te vinden is over de Turkse echtscheidingsgronden, maar deze worden zeer globaal en in algemene termen in kaart gebracht. Er blijkt geen gedetailleerde beschrijving en/of uitleg beschikbaar te zijn van het gehele systeem en er is onvoldoende Nederlandstalige informatie beschikbaar over de toepassing en interpretatie van de algemene echtscheidingsgrond van de duurzame ontwrichting in de rechtspraak. Dit onderzoek heeft onder andere tot doel deze leemte in informatievoorziening enigszins op te vullen. Daarom wordt niet alleen genoegen genomen met een weergave van de echtscheidingsgronden zoals deze is vast komen te staan ‘in the books’, maar wordt de wettekst gekoppeld aan de jurisprudentie. Voor de Nederlandse rechtspraktijk is dit vooral van belang wanneer er vragen rijzen over de toepassing van artikel 166 TBW, de invulling die hieraan wordt gegeven en de aandachtspunten die men in acht moet nemen bij de toepassing er van.
1.4 Theoretisch kader Het theoretische kader waarin dit onderzoek plaatsvindt is het Turkse echtscheidingsrecht. Er wordt vooral gekeken naar de bijzondere en algemene echtscheidingsgronden zoals deze zijn opgesomd in het Turkse Burgerlijk Wetboek. Daarnaast wordt er uitvoeriger stilgestaan bij de algemene echtscheidingsgrond middels een jurisprudentieonderzoek. Vanuit het bestaande echtscheidingsrecht, de jurisprudentie en het uitgangspunt van de wetgever bij de invoering van de duurzame ontwrichting als algemene echtscheidingsgrond zal getracht worden duidelijkheid en handvaten te bieden voor de Nederlandse rechtspraktijk. Ter illustratie en om aan te tonen dat sommige beginselen diep geworteld zijn binnen het Turkse echtscheidingsrecht is er aandacht voor het echtscheidingsrecht in het Ottomaanse recht en de moderne hervormingen die zijn doorgevoerd onder leiding van Atatürk. Tevens worden zeer oude rechterlijke uitspraken aangehaald om zo een totaal beeld te kunnen schetsen van de uitleg van de algemene echtscheidingsgrond ex artikel 166. En er wordt uitvoerig stilgestaan bij procedurele regels en de wijze van procederen bij echtscheidingen en de bijbehorende wetten en wetsartikelen. Naast het Turkse echtscheidingsrecht bevindt dit onderzoek zich ook in het Nederlandse echtscheidingsrecht, omdat het fungeert als informatievoorziening voor de Nederlandse rechters en juristen die te maken krijgen met een echtscheidingsprocedure waarin Turks recht van toepassing is. De vraag naar de uitleg van het Turkse echtscheidingsrecht ontstaat mede door de regels van het Nederlandse internationaal privaatrecht en is 8
relevant vanuit het oogpunt van erkenning van de echtscheidingsbeschikking in Turkije. Turkije en Nederland zijn partij bij het Verdrag inzake de erkenning van beslissingen betreffende de huwelijksband. Dit betekent dat er sprake is van een wederzijdse erkenning van de echtscheidingsbeschikkingen tussen beide landen. Echter, erkenning van de Nederlandse beschikking lijkt in de praktijk tegen problemen aan te lopen. 1 Vanuit dit oogpunt bezien is het van groot belang dat de Nederlandse rechter het Turkse echtscheidingsrecht op een juiste manier interpreteert en toepast.
1.5 Methoden van onderzoek Het onderzoek zal voornamelijk bestaan uit literatuur- en jurisprudentieonderzoek. Gestart wordt met het bestuderen van de algemene uitgangspunten van het hedendaagse Turkse echtscheidingsrecht. Het is van belang deze helder voor ogen te hebben, omdat algemene uitgangspunten door kunnen werken bij de toepassing van de echtscheidingsgronden door rechters. Dit zorgt voor begrip bij het lezen en interpreteren van Turkse rechterlijke uitspraken betreffende echtscheiding op grond van duurzame ontwrichting. In de geest van die algemene uitgangspunten zal doorgaans worden rechtgesproken. De algemene uitgangspunten vinden aanknoping bij de Turkse constitutie, het Turkse BW en de rol die het gezin en een huwelijk spelen binnen de Turkse samenleving. Er wordt tevens ingegaan op de echtscheidingshervormingen die gedaan zijn in 1988. In dit jaar is de duurzame ontwrichting als algemene echtscheidingsgrond geïntroduceerd in het Turkse echtscheidingsrecht. Al deze bronnen worden geraadpleegd om te weten te komen hoe de huidige echtscheidingsgronden luiden en welke concrete invulling hieraan wordt gegeven binnen de jurisprudentie en of deze invulling consequent wordt toegepast door het Turkse Hof van Cassatie (Yargitay). Het stilstaan bij de echtscheidingshervormingen uit 1988 biedt helderheid over de legitimatie en de doelen die de wetgever destijds voor ogen heeft gehad bij de herziening van het echtscheidingsrecht en in het bijzonder bij de invoering van de algemene echtscheidingsgrond van de duurzame ontwrichting. Door terug te kijken naar het oorspronkelijke doel dat men voor ogen heeft gehad, kan gezegd worden of de rechter gehoor heeft gegeven aan de rol die in dit geheel is opgelegd aan de rechtspraak. Naast literatuuronderzoek zal er jurisprudentieonderzoek worden gedaan naar de toepassing van artikel 166 in de praktijk. Ik heb uitsluitend uitspraken van het Hof van Cassatie behandeld, daar dit hof het hoogste gerecht is in Turkije waar partijen zich toe kunnen wenden met hun echtscheidingsprocedure. Een andere overweging om voor de uitspraken van dit hof te kiezen, is dat uitspraken van lagere wetgeving geen precedentwerking hebben in de Turkse rechtspraak. Om te kunnen zien of er een lijn is te herkennen in de manier waarop artikel 166 in de praktijk wordt toegepast door de rechtspraak, heb ik ervoor gekozen te kijken naar uitspraken uit een brede periode. In totaal zijn voor dit onderzoek 58 arresten geraadpleegd. De oudste arresten dateren uit de jaren 1970 en 1980. De uitleg binnen oudere uitspraken kunnen ons bepaalde diepgewortelde uitgangspunten die tot op de dag van vandaag binnen het echtscheidingsrecht gelden, doen begrijpen. De overige uitspraken zijn afkomstig uit de periode 20032013. Hieruit zal blijken of er eventuele veranderingen waarneembaar zijn in de manier waarop artikel 166 wordt toegepast. Naast de praktische toepassing van het artikel is tevens de uitleg ervan van belang. Een belangrijke vraag in deze zin is: ‘wordt artikel 166 in de jurisprudentie op een consequente wijze uitgelegd?’. Andere relevante punten zijn de rol die het element ‘schuld’ binnen de echtscheidingsprocedure speelt en artikel 166 in samenhang met overige bijzondere
1
Van der Velden, F.J.A., Ibili, F. (2011), p. 49
9
echtscheidingsgronden en bepalingen uit het Turkse BW. Tevens biedt de jurisprudentie over de algemene echtscheidingsgrond ons een beeld over de grenzen die gesteld worden aan het procesrecht. Relevant hierbij is welke richtlijnen en uitgangspunten partijen volgens het hof in acht dienen te nemen tijdens het procederen, maar ook welke de rechtspraak zelf in acht neemt. Het bewijs en de beoordeling ervan door de rechter, zijn hier een belangrijk onderdeel van. De algemene echtscheidingsgrond van duurzame ontwrichting van de huwelijksband binnen het Turkse echtscheidingsrecht wordt uitgebreid geanalyseerd waarbij het accent komt te liggen bij de toepassing en uitleg ervan in de jurisprudentie. Over de bijzondere echtscheidingsgronden is het van belang te zeggen dat deze onmisbaar zijn in een onderzoek naar de algemene echtscheidingsgrond van de duurzame ontwrichting in de praktijk. Zij kunnen niet achterwege gelaten worden omdat uit de jurisprudentie blijkt dat de bijzondere en algemene gronden in nauwe relatie tot elkaar staan en soms het een kan leiden tot het ander. Deze kennis draagt vervolgens bij aan het in kaart brengen van een reeks aandachtspunten voor de Nederlandse rechtspraktijk wanneer zij zich geconfronteerd zien met de noodzakelijke toepassing van Turks echtscheidingsrecht. Om tot een zo goed mogelijke toepassing te kunnen komen is het van belang kennis hebben van de uitleg van de echtscheidingsgronden in de literatuur, het algehele systeem waarvan de echtscheidingsgronden deel uitmaken en tevens over de kennis te beschikken over de uitleg die hieraan wordt gegeven in de Turkse jurisprudentie. Het feit dat er weinig Nederlandstalige literatuur beschikbaar is over dit onderwerp heeft er toe geleidt dat ik met gebruikmaking van mijn eigen netwerk literatuur en jurisprudentie heb moeten verkrijgen. Een andere reden hiervoor was dat de Turkse databanken vanuit Nederland niet makkelijk toegankelijk bleken te zijn.
1.6 Wetenschappelijke relevantie Binnen de Nederlandse literatuur en de rechtspraktijk bestaat nog veel onduidelijkheid over de toepassing van de Turkse echtscheidingsgronden. De Nederlandstalige juridische literatuur is bekend met de verschillende bijzondere echtscheidingsgronden en de algemene echtscheidingsgrond, maar meer dan een algemeen overzicht van de belangrijkste punten uit het Turkse familierecht zal men hierin niet kunnen vinden. Tot op heden heeft er nog geen onderzoek plaatsgevonden naar de toepassing van de algemene echtscheidingsgrond van de duurzame ontwrichting in de Turkse jurisprudentie. Dit betekent dat zowel juristen in de praktijk tijdens het bijstaan van hun cliënten als rechters tijdens echtscheidingsprocedures weinig houvast hebben wanneer zij geconfronteerd worden met het Turkse echtscheidingsrecht. Het in kaart brengen van de echtscheidingsgronden in combinatie met de uitleg die wordt gegeven in rechterlijke uitspraken en hieruit aandachtspunten te destilleren zal een bijdrage leveren aan de stand van het Turkse echtscheidingsrecht binnen de Nederlandse rechtspraktijk. Uit gesprekken met professionals is gebleken dat de vraag hiernaar in de praktijk aanwezig is. Dit onderzoek zal een antwoord zijn op deze vraag.
10
Hoofdstuk 2 Historische ontwikkeling van de echtscheiding in het Turkse recht Inleiding Het doel van dit hoofdstuk is om een algemene historische introductie te geven over de echtscheidingsgronden uit het Turkse echtscheidingsrecht. Dit hoofdstuk opent met de echtscheidingsgronden zoals deze golden ten tijde van het Ottomaanse recht en op basis waarvan de man en de vrouw echtscheiding konden verkrijgen. Met het ineen storten van het Ottomaanse Rijk en de stichting van de Turkse Republiek werden er door Atatürk hervormingen doorgevoerd in het echtscheidingsrecht. Stilgestaan wordt bij de belangrijkste hervormingen binnen het familierecht die van belang zijn geweest voor de echtscheiding. Tot slot wordt er stilgestaan bij de meest recente hervormingen die binnen het Turkse echtscheidingsrecht hebben plaatsgevonden. Binnen dit geheel is het van belang te begrijpen welke waarde er wordt gegeven aan de familie-eenheid.
2.1 Echtscheidingsgronden in het Ottomaanse recht Het gezin nam een bijzondere positie in binnen de sociaal-culturele structuren van het Ottomaanse Rijk. In de ogen van overheidsinstanties had het een groot belang, omdat het een onmisbare rol speelde in het behoud van de sociale vrede. Het gezin speelde een belangrijke rol bij het vormen van de sociale identiteit van een samenleving. Aangezien gezonde gezinnen noodzakelijk zijn voor het behoud van een gezonde samenleving, zijn overheden altijd diep geïnteresseerd geweest in de continuïteit en integriteit van het gezin. 2 Het islamitische recht was leidend binnen het Ottomaanse Rijk, daar een overgrote meerderheid van de bevolking moslim was. De status van een Ottomaans gezin werd over het algemeen bepaald op basis van de islamitische wetgeving. Uit de literatuur blijkt dat niet-moslims niet gebonden waren aan het islamitische recht en zij waren onderworpen aan hun eigen regelgeving. Door het ontbreken van documentatie op dit punt is onduidelijk tot op welke hoogte dit gold. 3 Echter, dit gold voor een aanzienlijke minderheid van de bevolking. Toch was het juridische systeem zuiver islamitisch. Het Ottomaanse familierecht was aldus gebaseerd op het islamitische recht, waarin tevens ruimte was voor tradities en gewoonten. 4 In de periode tussen 1839 tot 1923 doorliep het Ottomaanse rechtssysteem een aantal hervormingen. Als gevolg hiervan kwamen de eerste wettelijke codificaties. Deze hadden het doel om economische en ideologische ontwikkelingen te bewerkstelligen. 5 Echter, pas in 1917 (het Ottomaanse Rijk viel uiteen in 1923) werd in een handeling met als titel ‘Hukuk-i Aile Kararnamesi’ (een besluit houdende het familierecht) officieel het Ottomaanse familierecht gecodificeerd. Tot die tijd waren officiële documenten over de juridische positie van het gezin in de samenleving alleen te vinden in de verslagen van de Divân -i-Hümayun en de ‘şer‘iyye sicilleri’ 6. De Divân-i-Hümayun was binnen de staat de hoogste rechtbank. 7 De ‘şer‘iyye sicilleri’ zijn documenten (boekwerken) waarin alle behandelde zaken in de Ottomaanse gerechten werden vastgelegd. Ondanks de afkeur van de officiële autoriteiten jegens echtscheidingen werden deze alsnog toegelaten. Reden hiervoor was de algemene acceptatie dat een ongelukkige en onrustige familieband schadelijk zou zijn voor het gezin en tevens voor de samenleving in zijn geheel.
2
Pamuk, B. (2008), p. 1 Örücü, E. en Coyle, S. (eds.) (1996), p. 90 Pamuk, B. (2008), p. 1 5 Örücü, E. en Coyle, S. (eds.) (1996), p. 91 6 Maydaer, S. (2007), p. 300 7 Pamuk, B. (2008), p. 1 3 4
11
Uit de documenten van de gerechten uit het Ottomaanse Rijk komt blijken drie vormen van echtscheiding naar voren te komen. Ieder op basis van verschillende gronden. Allereerst kende men de ‘talak’; de eenzijdige verstoting door de man die de ontbinding van het huwelijk bewerkstelligt zonder tussenkomst van de rechter. Het enkele uiten van de wil van de man om van zijn vrouw te willen scheiden is voldoende. In de talak wordt een onderscheid gemaakt tussen twee vormen, namelijk de ‘bâin talak’ en de ‘şartlı talak’. Men spreekt van een bâin talak indien de huwelijksband per direct wordt verbroken en er wordt verklaard dat er geen mogelijkheid tot herstel bestaat. Het uitroepen van een bâin talak door de man is niet gebonden aan gronden. Aldus kunnen de redenen per geval verschillen. De şartlı talak komt er op neer dat de echtgenoten voorwaarden opstellen. Bij het ingaan van de voorwaarde ontstaat er een grond voor echtscheiding. Zulke voorwaarden konden bijvoorbeeld de man verplichten geen alcohol te consumeren. Mocht hij dit toch doen, dan ontstond er een legitieme grond voor echtscheiding op basis van talak. 8 De tweede vorm van echtscheiding werd doorgaans aangegrepen door de vrouw. Het betreft de ‘muhâlaa’; hier kan een beroep op worden gedaan indien een echtgenoot het huwelijk niet langer wilt voortzetten. Bij een muhâlaa verklaart de vrouw afstand te doen van een aantal van haar rechten. Hierbij kan men denken aan het afzien van het recht op alimentatie. Tegenover het afzien van haar rechten ontstaat voor haar het recht om van haar man te scheiden. Soms kwam het voor dat de man tevens een geldsom eiste. Dit kwam ten laste van de vrouw naast het afstand doen van haar rechten. De hoogte van deze geldsom werd vastgesteld aan de hand van de socio-economische omstandigheden waarin de vrouw verkeerde. Deze vorm van echtscheiding kwam doorgaans tot stand in onderlinge overeenstemming tussen de echtgenoten. Uit cijfers van de Ottomaanse gerechten blijkt dat de muhâlaa in de praktijk de meest voorkomende vorm van echtscheiding was. 9 Tot slot kende men in het Ottomaanse recht één vorm van echtscheiding waarbij sprake was van de tussenkomst van een rechter. Dat was de ‘tefrik’. 10 Hierbij kon een van de echtgenoten de rechtbank verzoeken tot echtscheiding. Indien de rechtbank het verzoek gegrond achtte, kon de echtscheiding worden uitgesproken. Dit was onderworpen aan het oordeel en de beslissing van de rechter. Over de toegestane gronden voor een echtscheiding op basis van een tefrik liepen de meningen in het Ottomaanse Rijk sterk uiteen. De algemeen geaccepteerde gronden waren een tekortkoming van de man op seksueel gebied waardoor voortzetting van de huwelijksband niet langer van de vrouw gevraagd kon worden. De andere grond was dat er sprake was van een te nauwe bloedverwantschap tussen de echtgenoten, waardoor het sluiten van een huwelijk niet was toegestaan. Zo werden onder bepaalde omstandigheden het huwelijk tussen een stiefbroer- en zus ontbonden. Echtscheidingen op grond van de tefrik kwamen in het Ottomaanse Rijk het minst voor. Dit kwam door het beperkte aantal beschikbare gronden om op basis hiervan te kunnen scheiden. Opgemerkt moet worden dat bij een beslissing tot echtscheiding door de rechter de sociale status van de vrouw en de praktische obstakels waarmee zij te maken zou kunnen krijgen in overweging werden genomen. 11 De stand van de echtscheidingsgronden in het Ottomaanse Rijk illustreert enerzijds de status van het gezin zoals deze zijn weerspiegeling vindt in de officiële documenten van de rechtbanken uit die tijd. 8
Maydaer, S. (2007), p. 307 Maydaer, S. (2007), p. 311-313 10 Maydaer, S. (2007), p. 301 11 Maydaer, S. (2007), p. 316-317 9
12
Anderzijds geeft het ons een beeld van het recht van de vrouw om een echtscheiding te verzoeken. 12 Gebleken is dat er reeds in het Ottomaanse recht echtscheidingsgronden bestonden aan de hand waarvan de man en de vrouw een echtscheiding konden verzoeken. Het Turkse recht heeft na de Ottomaanse periode een drastische verandering doorgemaakt waarin secularisering, modernisering en democratisering centraal stonden. Hierna zal ik ingaan op de belangrijkste hervormingen binnen het familierecht die onder het bewind van Atatürk 13 werden doorgevoerd.
2.2 Hervorming van het echtscheidingsrecht onder Atatürk Het Ottomaanse Rijk stortte in en de Turkse Republiek werd onder leiding van Atatürk gesticht in 1923. De ideologische achtergrond achter de hervormingen van Atatürk waren modernisering, democratisering, educatie van de bevolking en secularisering. Volgens het uitgangspunt van Atatürk dienden kerk en staat gescheiden te zijn. Dit leidde tot een scala aan sociale en culturele hervormingen. Het Turkse Burgerlijk Wetboek werd in 1926 ingevoerd en is sterk gestoeld op het Zwitserse recht. De invoering er van was revolutionair omdat gebroken werd met het islamitische recht. Een fundamenteel principe van het nieuwe wetboek was de gelijkheid tussen de echtgenoten. Beide echtgenoten kregen een gelijk recht op echtscheiding. Daar waar in het Ottomaanse recht verschillende echtscheidingsgronden golden voor de man en de vrouw, werden echtscheidingsgronden in het nieuwe Turkse BW van 1926 voor beide echtgenoten het zelfde. De echtscheidingsgronden werden in de wet opgesomd en echtscheiding was alleen mogelijk op basis van een van deze gronden. De man had niet langer het recht om zonder enige rechterlijke tussenkomst van zijn vrouw te scheiden.14 Desondanks genoten sommigen in het Burgerlijk Wetboek van 1926 meer gelijkheid dan anderen. Men kon in de wet teruglezen dat de man het hoofd van het gezin was, dat de vrouw gehouden was de achternaam van haar echtgenoot te voeren en zij had geen inspraak in zaken aangaande het huishouden en gezamenlijke kinderen. In geval van echtscheiding had de vrouw alleen recht op bezittingen die op haar naam geregistreerd stonden. 15 De echtscheidingsgronden uit het Turkse BW van 1926 werden geregeld in artikel 129 e.v. (oud). De wet kende vijf echtscheidingsgronden waaronder overspel (artikel 129 TBW(oud)), levensbedreiging en slechte behandeling (artikel 130 TBW (oud)), het plegen van een strafbaar feit en het leiden van een eerloos leven (artikel 131), verlating (artikel 132), geestelijke stoornis (artikel 133) en ernstige compatibiliteitsproblemen of schuld (artikel 134). Dit laatste artikel was de algemene echtscheidingsgrond in het oude recht. De artikelen 129 tot en met 133 betroffen de bijzondere echtscheidingsgronden. Op de algemene echtscheidingsgrond na, komt de tekst van de bijzondere echtscheidingsgronden overeen met de gronden zoals wij die nu kennen in het huidige Turkse BW. In hoofdstuk 3 wordt uitgebreid stilgestaan bij de inhoud, betekenis en werking van deze gronden. Artikel 134 TBW (oud) is met de echtscheidingshervormingen in 1988 inhoudelijk aangepast. Welke veranderingen er hebben plaatsgevonden wordt besproken in het navolgende.
12
Pamuk, B. (2008), p. 1 Atatürk: deze naam werd in 1934 aan Mustafa Kemal toegekend en betekent letterlijk ‘Vader van de Turken’. Hij werd geboren op 19 mei 1881 in Salonika en stierf op 10 november 1938 in Istanbul. Hij was een legerofficier en de grondlegger van de huidige Turkse Republiek waarvan hij tevens de eerste president werd. 14 Yildirim, S. (2005), p. 7 15 Örücü, E. (2004), p. 470 13
13
2.3 De echtscheidingshervormingen van 1988 De mening dat het Turkse echtscheidingsrecht ontoegankelijk was en dat het verkrijgen van echtscheiding in de praktijk te moeilijk bleek, nam steeds meer toe. Daarnaast werd vanuit de Turkse gemeenschap in het buitenland steeds meer druk uitgeoefend op de Turkse autoriteiten omdat buitenlandse echtscheidingsbeslissingen in Turkije niet werden erkend. Dit leidde er in 1988 toe dat het echtscheidingsrecht werd herzien. Het ging vooral om de herziening van artikel 134 TBW (oud). De bijzondere echtscheidingsgronden bleven onveranderd. Duurzame ontwrichting als echtscheidingsgrond en echtscheiding op grond van wederzijdse instemming werden geïntroduceerd. 16 Vroeger was echtscheiding alleen mogelijk op grond van de algemene echtscheidingsgrond ‘ernstige compatibiliteitsproblemen’, of op basis van schuld. De ratio achter de aanpassing in het toenmalige artikel 134 TBW (oud) was om de mogelijkheid tot echtscheiding te vergemakkelijken en het beroep op schuld te verkleinen. De eis dat alleen de onschuldige echtgenoot een verzoek tot echtscheiding kan indienen, bestaat tegenwoordig niet meer. Het nieuwe wetsartikel had tot doel de discretionaire ruimte van de rechter in te perken. Het is niet meer de rechter die beslist over het vermoeden van duurzame ontwrichting. Het trekken van deze conclusie wordt tegenwoordig in grotere mate overgelaten aan de echtgenoten. Echtscheiding wordt niet meer bepaald door objectieve gronden. Tegenwoordig spelen subjectieve overwegingen van echtgenoten ook een rol. 17 Kort nadat echtscheiding op basis van wederzijdse instemming in 1988 werd ingevoerd, heeft het hof in haar uitspraak van 2 november 1989 het volgende bepaald: ‘Echtscheiding op basis van wederzijdse instemming is een nieuwe mogelijkheid tot echtscheiding. Tot nu toe maakte het geen deel uit van de gevestigde traditie en daarom moet de nodige zorgvuldigheid in acht worden genomen opdat het recht correct wordt toegepast. Om dit enigszins te garanderen dienen partijen een overeenkomst te overhandigen waarin de regeling omtrent financiële zaken en het welzijn van de kinderen, is neergelegd. In het proces dient de rechter een actieve rol te nemen. Dit dient als waarborg voor partijen die het risico lopen in hun haast het huwelijk te beëindigen – en hierbij geleidt kunnen worden door emoties – tot overhaaste beslissingen kunnen overgaan. De rechter moet daar waar nodig is ingrijpen en zorgen voor redelijkheid en rechtvaardigheid. Hij is niet gebonden aan de feiten zoals de partijen die presenteren, maar moet de waarheid onderzoeken en vaststellen.’ 18 Deze uitleg wordt beschouwd als algemene richtlijn en fungeert tevens als een bescherming voor de (zwakkere) positie van de vrouw ten opzichte van de man bij een echtscheiding met wederzijdse instemming. 19 Op 1 januari 2002 trad voor Turkije het huidige BW in werking. Op het gebied van het echtscheidingsrecht betekende dit enkel een herschikking van de wetsartikelen, waardoor de nummering kwam te veranderen. Artikel 134 TBW (oud) werd artikel 166 TBW (nieuw) en bevat de algemene echtscheidingsgrond van duurzame ontwrichting. Een uitwerking van dit artikel wordt uitvoerig behandeld in hoofdstuk 3.
16
Örücü, E. en Coyle, S. (eds.) (1996), p. 99 Örücü, E., Turkish Family Law: A New Phase, Journal of Family Law, Volume 30, Number 2, 1991-92, p. 431 18 Yargitay 2. Hukuk Dairesi, 6979/8890 (2 November 1989) 19 Örücü, E., Turkish Family Law: A New Phase, Journal of Family Law, Volume 30, Number 2, 1991-92, p. 432-433 17
14
2.4 Algemene uitgangspunten in het hedendaagse Turkse familierecht 2.4.1 Rol van de familie-eenheid in de Turkse samenleving Aan de familie als eenheid wordt een bijzondere en belangrijke plaats gegeven binnen de Turkse samenleving. Het wordt gezien als de meest primaire eenheid binnen de Turkse staat. De kleinste familieeenheid die wordt onderscheiden bestaat uit de gehuwde man en vrouw en hun kind(eren), het gezin. Er zijn echter ook grotere eenheden die bestaan uit grootouders, tantes, ooms en aangetrouwde familieleden, het uitgebreide gezin. 20 De industrialisering van het land en de migratiestromen van het platteland naar de grote steden heeft er voor gezorgd dat uitgebreide gezinnen steeds minder voorkomen. 21
2.4.2 Constitutie Het gezin speelt zo een prominente rol in de samenleving en het recht, dat zij een plek heeft gekregen in de Turkse Grondwet. Volgens de constitutie is het gezin een fundamentele institutie. In artikel 41 wordt de Staat de taak opgelegd maatregelen te nemen om de familie-eenheid te beschermen. De overheid dient de noodzakelijke maatregelen te nemen om de vrede en het welzijn van het gezin, met name die van de moeder en het kind, veilig te stellen. Maar ook het reguleren van de gezinsplanning 22 behoort tot een van de bijzondere verantwoordelijkheden van de Staat. Kortom, de positie van het gezin en het gezinsleven is verankerd in de Turkse constitutie en geniet bijzondere bescherming.
2.4.3 Rechten en plichten voortvloeiende uit het huwelijk Het gaat aan het onderwerp van dit onderzoek voorbij om uitvoerig stil te staan bij het huwelijk zoals dit in het Turkse recht geregeld is, maar toch zijn er een aantal punten van belang met betrekking tot echtscheiding. Het Turkse recht geeft weer welke rechten en plichten beide echtgenoten hebben tijdens hun huwelijk en welke verantwoordelijkheden zij op zich dienen te nemen. De algemene bepalingen betreffende het huwelijk zijn vastgelegd in de artikelen 185 tot en met 201. De wet gaat er van uit dat de kans op een gelukkig huwelijk toeneemt indien deze bepalingen door de echtgenoten worden nageleefd. De ratio is, dat het niet naleven van deze bepalingen kan leiden tot een ongelukkig huwelijk en zelfs tot een echtscheiding. De tekst van artikel 185 luidt: ‘Door het aangaan van het huwelijk ontstaat tussen de echtgenoten een huwelijkseenheid. 23 De echtgenoten zijn verplicht zich gezamenlijk in te zetten voor het geluk van deze huwelijkseenheid en voor de verzorging en opvoeding van en het toezicht op de kinderen. De echtgenoten zijn gehouden om samen te leven, elkaar trouw te blijven en elkaar behulpzaam te zijn.’ Een van de basisvoorwaarden die artikel 185 aan de echtgenoten oplegt is dat de partners gehouden zijn samen te leven. Dit ‘samen leven’ dient in die zin opgevat te worden dat het zowel het emotionele als het seksuele leven omvat. Zolang hier geen gegronde redenen voor zijn, dient dit gedurende het samenleven voort te duren. Wanneer echtgenoten fysiek dezelfde woning delen maar zij in geen enkel ander opzicht de huwelijkse verplichtingen vervullen, kan dit een reden opleveren voor echtscheiding. Wanneer een van beide echtgenoten besluit de echtelijke woning te verlaten, kan dit wederom een grond tot echtscheiding opleveren. Hier wordt in hoofdstuk 3 uitvoeriger bij stilgestaan. 20
Ansay, T., Wallace, Jr., D., Introduction to Turkish Law, Kluwer: 1996, p. 109 Ansay, T., Wallace, Jr., D. (1996), p. 110 22 De auteur van de oorspronkelijke Engelstalige tekst spreek hier van ‘family planning’. 23 Evlilik birligi, letterlijk: huwelijkseenheid; hieronder wordt zowel de economische relatie en familierelatie als de vermogensrechtelijke relatie tussen de echtgenoten verstaan. Als het specifiek gaat om de emotionele relatie en familierelatie wordt de term vertaald als ‘huwelijksband’. 21
15
Een tweede verplichting die uit artikel 185 voortvloeit, is het jegens elkander behulpzaam zijn van de partners binnen hun huwelijk. Deze behulpzaamheid beslaat tevens de taakverdeling tussen de echtgenoten. Het is niet altijd het geval geweest, maar inmiddels komt het in Turkije steeds vaker voor dat beide partners buitenshuis betaalde arbeid verrichten. Zowel de man als de vrouw zijn verplicht in gelijke mate zowel binnenshuis als buitenshuis hun verantwoordelijkheden te nemen. Dit kan in sommige gevallen voor frictie zorgen, omdat het doorgaans de vrouw was die de huishoudelijke taken op zich nam en de man het betaalde arbeid buitenshuis verrichte. Het komt voor dat deze fricties de huwelijkseenheid onder grote druk zetten, waardoor duurzame ontwrichting (artikel 166 TBW) van het huwelijk het gevolg kan zijn. 24
2.4.4 Gelijkheid tussen de echtgenoten Het hedendaagse Turkse recht streeft naar gelijkheid tussen de man en de vrouw. In de wet zijn bepalingen terug te vinden die het beginsel van gelijkheid onderbouwen en hier een waarborg voor bieden. Tegenwoordig zijn man en vrouw in gelijke mate verantwoordelijk voor de zorg en taken aangaande de echtelijke woning en het huwelijk. Hetzelfde geldt voor kosten ter opvoeding en verzorging van gezamenlijke kinderen. Door middel van heldere bepalingen in de wet wordt beoogd toekomstige discussies tussen partners te voorkomen. Hiermee wenst men de kans op mogelijke breuken van de huwelijkseenheid te verkleinen. Indien de gelijkheid onder druk komt te staan door toedoen van een der echtgenoten, staat de gang naar de familierechtbank (Aile Mahkemesi) open. Kortom, doormiddel van wetgeving en de rechtspraak wordt gestimuleerd dat beide echtgenoten gelijkwaardig zijn aan elkaar, dat zij samen de echtelijke woning kiezen, in samenhang de huwelijkseenheid besturen en ieder van hen naar eigen draagkracht in arbeid of vermogen een bijdrage levert aan de uitgaven van de huwelijkseenheid. 25 Het gelijkheidsbeginsel tussen de partners is aldus van dien aard dat een scheve verdeling van gelijkheid binnen het huwelijk, tot echtscheiding kan leiden en als een legitieme grond voor echtscheiding wordt beschouwd. 26
24
Köseoglu, B. en Kocaaga, K. (2011), p. 567-568 Köseoglu, B. en Kocaaga, K. (2011), p. 570-571 26 Köseoglu, B. en Kocaaga, K. (2011), p. 569 25
16
Hoofdstuk 3 De echtscheidingsgronden in het Turkse echtscheidingsrecht: law in the books and law in action Inleiding In het vorige hoofdstuk zijn de historische ontwikkelingen van de echtscheidingsgronden in het Turkse echtscheidingsrecht aan bod gekomen. In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de echtscheidingsgronden zoals die thans gelden. In het Burgerlijk Wetboek van 1929 werd de echtscheiding in de artikelen 129 tot en met 150 geregeld. Tegenwoordig zijn de wettelijke bepalingen omtrent echtscheiding te vinden in de artikelen 161 tot en met 182 van het TBW. Het Turkse echtscheidingsrecht kent twee typen echtscheidingsgronden, namelijk een algemene grond en een vijftal bijzondere gronden. Deze gronden worden in dit hoofdstuk behandeld door in te gaan op de ‘law in the books’ en de ‘law in action’. Alle echtscheidingsgronden worden geïllustreerd aan de hand van praktijkvoorbeelden uit de jurisprudentie. Dit toont aan op welke wijze de verschillende gronden hun uitwerking in de praktijk hebben. Een algemene opmerking betreft echtscheidingsprocedures is hier op zijn plaats. Elke casus staat op zichzelf. De rechter maakt per geval een afweging van de omstandigheden. Dit betekent dat per casus een beoordeling plaatsvindt van de aangedragen bewijsmaterialen en verklaringen van partijen. Een belangrijk punt is, dat het aanwezig zijn van een bijzondere echtscheidingsgrond kan leiden tot aanvaarding van onherstelbare ontwrichting van de huwelijksband. De verschillende algemene en bijzondere gronden staan niet los van elkaar. Niet elke onenigheid tussen echtgenoten levert een reden tot echtscheiding op. Om te kunnen spreken van een echtscheiding – en dus duurzame ontwrichting van het huwelijk – dienen de omstandigheden en de ontwrichting van de huwelijkseenheid zo ernstig te zijn dat hereniging en voortzetting van de samenleving onmogelijk blijkt. Zodoende wordt echtscheiding gestoeld op objectieve en subjectieve gronden. 27
3.1 Algemene echtscheidingsgrond (artikel 166 TBW) 3.1.1 Ontwrichting van de huwelijksband De duurzame ontwrichting van het huwelijk is de algemene echtscheidingsgrond in het Turkse echtscheidingsrecht. Deze grond komt in de praktijk van het echtscheidingsrecht het meeste voor.28 Indien de huwelijksband zo ernstig ontwricht is dat voortzetting van de samenleving van de echtgenoten niet meer gevraagd kan worden, kan ieder der echtgenoten om echtscheiding verzoeken. 29 Verderop in artikel 166 wordt uiteengezet wat onder duurzame ontwrichting van de huwelijksband dient te worden verstaan. Om een beroep te kunnen doen op de duurzame ontwrichting van het huwelijk, dient het huwelijk minimaal een jaar geduurd te hebben.30 Daarnaast moet de rechter overtuigd zijn van het feit dat er sprake is van een duurzame ontwrichting. Indien de rechter denkt dat er een kans op verzoening is, kan hij beslissen niet tot echtscheiding over te gaan, maar tot scheiding van tafel en bed. 31 Artikel 166 biedt de mogelijkheid een echtscheiding op grond van duurzame ontwrichting van het huwelijk te verzoeken op
27 Bulut, H. (2007), p. 38-39 28 Van der Velden, F.J.A., Ibili, F. (2011), p. 42 29 Artikel 166, eerste alinea Turks Burgerlijk Wetboek 30 Artikel 166, derde alinea Turks BW 31 Landelijke werkgroep Mudawannah, Türk Medeni Kanunu: Informatie over het Turks en Nederlands (familie)recht, Van de Garde/Jémé, Eindhoven: Augustus 2009, p. 17
17
basis van wederzijdse instemming van de echtgenoten. Dit laatste zal worden uiteengezet in paragraaf 3.1.4.
3.1.2 Schuld en immateriële schadevergoeding In artikel 166 wordt het schuldverweer genoemd. Indien slechts één der echtgenoten op grond van artikel 166 echtscheiding verzoekt, kan de ander daartegen bezwaar maken indien de verzoeker een hogere mate van schuld aan de ontwrichting van het huwelijk heeft. Echter, het schuldverweer kan niet worden ingeroepen indien dit leidt tot misbruik van bevoegdheid en de voortzetting van de huwelijksband niet beschermingswaardig is voor de verweerder en de eventuele minderjarige kinderen (artikel 166, tweede alinea). Het voeren van het schuldverweer is van belang omdat dit gevolgen kan hebben voor de partneralimentatie of schadevergoeding. In artikel 175 TBW is bepaald dat degene die door de echtscheiding in staat van behoeftigheid komt te verkeren, van de ander voor onbepaalde tijd levensonderhoud kan vragen in overeenstemming met diens vermogenskracht. Voorwaarde is wel dat de behoeftige ex-echtgenoot geen grote(re) schuld aan de echtscheiding heeft.32 Beslissend voor het kunnen uitspreken van de echtscheiding is het kunnen bewijzen van de aanwezigheid van de duurzame ontwrichting van het huwelijk. Er dient een echtscheidingsgrond aanwezig te zijn. De mate van schuld speelt binnen de echtscheidingsprocedure vooral een aanzienlijke rol bij het toekennen van een eventuele schadevergoeding 33 of het toekennen van partneralimentatie 34 . De wet geeft geen definitie van het begrip ‘schuld’. Een uitleg moet gezocht worden in de literatuur. Schuld wordt aangemerkt als het handelen in strijd met de wet, de achterliggende gedachte van die wet of handelen dat in strijd is met de regels die in het maatschappelijke verkeer gelden. 35 In echtscheidingsverzoeken die verzocht worden op grond van artikel 166 is het aan de rechter om te bepalen welke partij een groter aandeel heeft aan het ontwrichten van de huwelijksband- en eenheid. 36 Jurisprudentie toont aan dat het element van schuld een vaak voorkomend onderdeel is binnen echtscheidingsprocedures 37 Indien een der echtgenoten een grotere mate van schuld heeft aan de ontwrichting van het huwelijk, kan hij/zij in geen enkel geval in aanmerking komen voor een toekenning van immateriële schadevergoeding. Dit is alleen weggelegd voor de niet of minder schuldige echtgenoot. Indien in eerste aanleg wél een schadevergoeding is toegekend aan de meer schuldige echtgenoot, kan die uitspraak voor zo ver niet in stand worden gehouden en zal het worden vernietigd door het hof.38 Het hof zal na een afweging van verschillende omstandigheden, de hoogte van de schadevergoeding vaststellen. Punten die in overweging worden gebracht zijn: socio-economische omstandigheden39, het al dan niet hebben van een vast inkomen, de zorg dragen voor kinderen, in het bezit zijn van een woning of stuk grond, de draagkracht van de schuldige partij e.d. Indien de economisch sterkere partij tevens een grotere 32
Van der Velden, F.J.A., Ibili, F. (2011), p. 43 Artikel 174 Turks BW: De onschuldige of minder schuldige partij die door de echtscheiding geschaad is in een belang of verwacht belang, kan van de schuldige partij een passende materiële schadevergoeding vragen. De partij die door de omstandigheden die aanleiding waren voor de echtscheiding in zijn persoonlijkheidsrecht is aangetast, kan van de schuldige wederpartij betaling van een passend geldbedrag als immateriële schadevergoeding vragen. 34 Artikel 175 Turks BW: Degene die door echtscheiding in behoeftige omstandigheden komt te verkeren, kan van de ander voor onbepaalde tijd levensonderhoud vragen in overeenstemming met diens vermogenskracht, op de voorwaarde dat hij geen grotere schuld [aan de echtscheiding] heeft. De mate van schuld van de onderhoudsplichtige is niet van belang. 35 Yargitay 4. Hukuk Dairesi’nin 02.10.1984 gün ve 6238 – 7225 36 Bulut, H. (2007), p. 40-41 37 Yargitay Hukuk Genel Kurulu’nun 04.07.2012 gün ve Esas no.: 2012/117, Karar no.: 2012/445 38 Yargitay Hukuk Genel Kurulu’nun 04.07.2012 gün ve Esas no.: 2012/117, Karar no.: 2012/445 39 Yargitay Hukuk Genel Kurulu’nun 15.07.2008 gün ve Esas no.: 2008/9911, Karar no.: 2008/10567 33
18
mate van schuld heeft, dient die partij verantwoordelijkheid te dragen voor de negatieve gevolgen van het eigen handelen. De zwakkere tegenpartij maakt in deze gevallen volgens het hof aanspraak op immateriële schadevergoeding. De hoogte ervan dient vooral geschikt en passend te zijn. 40 Soms zijn beide echtgenoten in gelijke mate ‘schuldig’ in de zin van artikel 166. Mocht er in dezelfde procedure naast artikel 166 tevens sprake zijn van overspel, dan heeft dit gevolgen voor de beoordeling van de schuld. Het hof benadert dit op een stapsgewijze manier. Uitgangspunt in dit geval is dat beide partijen even schuldig kunnen zijn aan het niet nakomen van de verplichtingen die voortvloeien uit het huwelijk (artikel 185) waardoor het huwelijk uiteindelijk duurzaam ontwricht raakt (artikel 166). Op dit punt stelt het hof vast dat de schuld van de echtgenoten gelijk is. De tweede stap houdt in dat het hof deze verdeling van de schuld corrigeert. Indien sprake is van overspel, ontstaat er een situatie waarin de schuld van de ene partij alsnog groter wordt bevonden. Hoewel het uitgangspunt een gelijke verdeling van schuld tussen de partijen was, gaat het hof daarom wegens voornoemde grond alsnog over tot het toekennen van immateriële schadevergoeding. Deze komt voor rekening van de overspelige echtgenoot. Deze uitkomst wordt onderbouwd met artikel 174, tweede alinea TBW. De partij die door de omstandigheden die aanleiding waren voor de echtscheiding in zijn persoonlijkheidsrecht is aangetast, kan van de schuldige wederpartij betaling van een passend geldbedrag als immateriële schadevergoeding vragen. 41 42 Naast schuld speelt het falen van de ene echtgenoot jegens de ander een rol in artikel 166. In de literatuur wordt dit afgeleid uit het feit dat de (meer) schuldige echtgenoot naast de onschuldige of minder schuldige echtgenoot tevens ontvankelijk is om een verzoek tot echtscheiding in te dienen. Dit zal worden gedaan op basis van het falen van het huwelijk. De mate van schuld is dan niet leidend voor het gegrond verklaren van het echtscheidingsverzoek. Een voorbeeld: de situatie wanneer de meer schuldige echtgenoot om echtscheiding verzoekt en de minder schuldige echtgenoot hiertegen geen actie onderneemt. Vanuit het belang van de minderjarige kinderen blijkt het niet wenselijk te zijn het huwelijk verder voort te zetten. Indien deze twee omstandigheden zich voordien zullen er geen bezwaren bestaan tegen het uitspreken van de echtscheiding. Het falen kan betrekking hebben op het niet nakomen van de verplichtingen die een huwelijk met zich meebrengt, waardoor het huwelijk niet langer kan worden voortgezet. Een voorbeeld waarin het falen een rol speelt is het volgende: voor de man kan het voortzetten van een huwelijk met een verkrachte vrouw, gezien de Turkse normen en waarden, ondraaglijk zijn. Dit kan zelfs zo ver gaan dat het van de man niet geaccepteerd wordt dat het huwelijk met een vrouw die een slachtoffer is van verkrachting, wordt voortgezet. 43 De literatuur erkent dat de man in een wirwar van tegenstrijdige emoties verzeild kan raken. Dit kan tot gevolg hebben dat de relatie tussen het echtpaar op zowel emotioneel als lichamelijk vlak hieronder komt te lijden. Indien dit zich in ernstige mate voordoet, kan van de echtgenoten niet verwacht worden dat zij hun huwelijk – tegen hun wil in – voortzetten. Aldus kan het ‘falen’ van het huwelijk zonder dat er per definitie sprake is van een ‘schuldige echtgenoot’, een grond opleveren voor duurzame ontwrichting van het huwelijk en uiteindelijk leiden tot echtscheiding. 44
40
Yargitay Hukuk Genel Kurulu’nun 04.07.2012 gün ve Esas no.: 2012/117, Karar no.: 2012/445 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 12.03.2012 gün ve Esas no.: 2011/7001, Karar no.: 2012/5380 42 Yargitay Hukuk Genel Kurulu’nun 22.12.2010 gün ve Esas no.: 2010/636, Karar no.: 2010/680 43 Yargitay Hukuk Genel Kurumu’nun 15.12.1971 gün ve 26-746; Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 01.03.1976 gün ve 1414-1767 44 Bulut, H. (2007), p. 41 41
19
3.1.3 Echtscheiding met wederzijdse instemming ex artikel 166, derde alinea Het Turkse echtscheidingsrecht kent de mogelijkheid om op gezamenlijk verzoek door de echtgenoten tot echtscheiding te beslissen. Echtscheidingsprocedures die gestoeld zijn op wederzijdse instemming zijn doorgaans het gevolg van een falen van het huwelijk. In dergelijke procedures zijn de partijen niet gehouden een uiteenzetting te geven over de reden(en) die geleidt hebben tot de echtscheiding. 45 Toch is echtscheiding op basis van wederzijdse instemming gehouden aan een aantal voorwaarden en aandachtspunten, te noemen 46: - Het huwelijk heeft minimaal één jaar geduurd; - De echtgenoten doen gezamenlijk een verzoek tot echtscheiding of de een stemt in met het verzoek van de ander; - De rechter dient zich ervan te verzekeren dat ieder der echtgenoten uit zijn/haar vrije wil tot de echtscheiding heeft besloten; - Echtgenoten dienen in onderling overleg en overeenstemming een regeling te treffen over de financiële gevolgen van de echtscheiding; - Echtgenoten dienen in onderling overleg en overeenstemming een regeling te treffen over de gevolgen van de echtscheiding voor hun kinderen; - Beide echtgenoten dienen uitdrukkelijk en onweerlegbaar in te stemmen met de gehele inhoud van het opgestelde protocol en/of convenant; - De rechter dient de getroffen regelingen uit het convenant passend te achten. Indien dit niet het geval is, kan de rechter eventuele wijzigingen aanbrengen en de partijen voorzien van advies. Nadat de wijzigingen zijn aangebracht dienen de partijen wederom hun instemming kenbaar te maken; - Artikel 184 sub vijf stelt dat overeenkomsten inzake de gevolgen van de echtscheiding of scheiding van tafel en bed alleen rechtsgeldig zijn wanneer de rechter deze heeft goedgekeurd. Bij een echtscheiding op grond van wederzijdse instemming worden de overeenstemmingen die de partijen kunnen bereiken begrensd door de artikelen 174 tot en met 182 van het TBW 47. De ratio is dat hierdoor de zwakkere partij beschermd wordt. Het is tevens om deze reden dat de rechter de mogelijkheid heeft wijzigingen aan te brengen in het convenant, of deze in zijn geheel af te wijzen. 48 Ondanks dat de naam doet vermoeden, kan het voorkomen dat echtscheiding op basis van wederzijdse instemming niet geheel vrijwillig tot stand komt. Omdat vrouwen vaak de zwakkere partij zijn binnen huwelijk, kan zij door haar man gedwongen worden in te stemmen met een echtscheiding. De wettekst biedt de rechter de mogelijkheid de gecreëerde bevoegdheden aan te wenden ter bescherming van de zwakke partij. 49
3.1.4 Onmogelijkheid herstel van de huwelijkseenheid Tot slot noemt artikel 166 in de laatste alinea een bijzondere mogelijkheid tot ontbinding van het huwelijk; ‘Indien het op grond van één van de echtscheidingsgronden ingestelde echtscheidingsverzoek is afgewezen en sinds het tijdstip waarop deze beslissing in kracht van gewijsde is gegaan een termijn van drie jaar verlopen is, en herleving van de samenleving [in die periode] om welke reden dan ook niet 45
Bulut, H., (2007), p. 51 Artikel 166, derde alinea Turks BW 47 Artikel 174 tot en met 182 van het Turkse BW behandelt de ‘Schadevergoeding en levensonderhoud bij echtscheiding’. 48 Bulut, H. (2007), p. 51-57 49 Örücü, E. en Coyle, S. (eds.) (1996), p. 102 46
20
mogelijk is geweest, wordt de huwelijksband geacht duurzaam te zijn ontwricht en wordt op verzoek van één der echtgenoten beslist tot echtscheiding’, aldus de wettekst. Dit bewijs dat het huwelijk duurzaam is ontwricht, wordt aangemerkt als onweerlegbaar. Elk der partijen kan op deze grond echtscheiding verzoeken. De rechter kan in zulke gevallen in zijn beslissing noch de ernst van de ontwrichting, noch de schuld daaraan door de verzoekende partij in zijn beslissing doen meewegen. 50 Indien in de periode van drie jaar er door de ene echtgenoot stelselmatig de persoonlijkheidsrechten van de andere echtgenoot worden aangetast, kan dit een grond leveren om van de schuldige partij immateriële schadevergoeding te eisen (artikel 174). Indien alleen sprake is van artikel 166, vierde alinea, zonder dat er sprake is van een aantasting van rechten, levert dit volgens het hof nimmer een grond voor toekenning van immateriële schadevergoeding op basis van artikel 174 TBW. 51
3.1.5 Ontwrichting van de huwelijksband (art. 166) in relatie tot de huwelijkseenheid (art. 185) Een manier die in de jurisprudentie voorkomt om de duurzame ontwrichting van het huwelijk aan te tonen, is via de weg van artikel 185 TBW. In de jurisprudentie blijken deze twee wetsartikel in een nauwe relatie tot elkaar staan. Ondanks dat artikel 185 spreekt over de verplichtingen van het huwelijk en artikel 166 over de ontwrichting ervan. Door het aangaan van het huwelijk ontstaat er tussen de echtgenoten een huwelijkseenheid. Deze eenheid verplicht de echtgenoten om zich gezamenlijk in te zetten voor het geluk hiervan. Verder vereist artikel 185 de echtgenoten om samen te leven, elkaar trouw te blijven en elkaar behulpzaam te zijn. Indien de echtgenoten zich niet aan deze verplichtingen houden, kan dit leiden tot duurzame ontwrichting van de huwelijksband, waardoor er een grond bestaat om op grond van artikel 166 de rechter om echtscheiding te verzoeken. De verzoeker dient zijn verzoek tot echtscheiding aldus op grond van artikel 166 in. Waarna vervolgens via de schending van de verplichtingen uit artikel 185 de duurzame ontwrichting – een verplicht element uit artikel 166 voor echtscheiding – van het huwelijk wordt aangetoond. Indien dit het geval is, kan van de partijen niet verwacht worden dat zij hun samenleving zullen voortzetten, en zal het hof overgaan tot het uitspreken van de echtscheiding. 52
3.1.6 Voorbeelden uit de rechtspraak waarin duurzame ontwrichting van het huwelijk werd aangenomen Duurzame ontwrichting van het huwelijk kan zijn oorsprong vinden in uiteenlopende situaties. Hier volgt een greep uit de precedenten van het Hof van Cassatie (‘Yargitay’) die geleid hebben tot het uitspreken van de echtscheiding op basis van deze echtscheidingsgrond: - Het verrichten van vernederende handelingen door de vrouw jegens haar echtgenoot en diens familieleden en het niet vervullen van haar rechten die voortvloeien uit de huwelijkseenheid. 53 - Artikel 338, eerste alinea van het Turkse BW verplicht stiefouders de nodige aandacht en zorg te dragen voor hun minderjarige stiefkinderen. Doen zij dit niet, dan kan dit een reden opleveren voor een duurzame ontwrichting van het huwelijk. 54 - Het uit huis zetten en beledigen van de echtgenoot door de ander. 55 56 57 50
Van der Velden, F.J.A., Ibili, F. (2011), p. 43 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 04.04.2012 gün ve Esas no.:2011/12515, Karar no.: 2012/8283 52 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 02.05.2011 gün ve Esas no.: 2010/6907, Karar no.: 2011/7439 53 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 19.04.2004 gün ve 3976-4994 54 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 08.04.2004 gün ve 3628-4542 55 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 19.02.2004 gün ve 1034-1881 56 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 20.02.2003 gün ve 2002/2193-573 57 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 10.04.2003 gün ve 4227-5189 51
21
-
-
-
Onvoldoende aandacht en zorg schenken aan de echtelijke woning (zowel economisch als emotioneel) en wegens alcoholgebruik en gokken de huwelijkse rechten en plichten niet kunnen vervullen. 58 Contacten onderhouden met de ex-verloofde en daarnaast de wens uitspreken niet meer samen te willen wonen met de huidige partner.59 Gedurende een lange, voortdurende periode geen geslachtsgemeenschap hebben van de echtgenoten. De al dan niet psychische oorzaak hiervan levert geen verzachtende omstandigheid. 60 Iemand van het andere geslacht uitnodigen in zijn/haar huis wanneer de echtgenoot en de kinderen niet thuis zijn. 61 Zonder enige reden herhaaldelijk laat thuis komen. 62 Blootstelling aan beledigingen en mishandelingen door de schoonouders- en familie. 63 64
3.1.7 Voorbeelden uit de rechtspraak waarin duurzame ontwrichting van het huwelijk werd afgewezen Om een echtscheidingsverzoek te kunnen honoreren, zal de rechter op basis van objectieve bewijsmiddelen overtuigd moeten worden van de duurzame en onherstelbare ontwrichting van het huwelijk. 65 Er zijn situaties te bedenken waarin een verzoek afgewezen zal worden. Uit de jurisprudentie volgen deze voorbeelden: - Een spelverslaving lever niet per direct een grond tot scheiding. De verslaving dient een negatieve uitwerking te hebben op het huwelijk. Dit betekent dat de echtgenoot als gevolg van de verslaving zijn/haar huwelijksverplichtingen niet nakomt of dat de verslaving negatieve gevolgen heeft voor de huishoudelijke financiën. 66 - Mond- en/of lichaamsgeuren kunnen niet leiden tot een grond voor echtscheiding. Van belang in de beoordeling is of de verweerder bereid is in behandeling te gaan en of behandeling van de klachten überhaupt mogelijk is. Daarnaast moet er geen twijfel over bestaan dat de klachten over de mond- en/of lichaamsgeuren de enige reden voor ontwrichting van het huwelijk zijn.67 - Gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan voor het huwelijk, kunnen nadat men in het huwelijk is getreden niet leiden tot het uitspreken van de echtscheiding. 68 - Indien de ene echtgenoot jegens de ander wegens diens handelingen een aanklacht heeft ingediend, deze klachten heeft ingetrokken en de ander vervolgens heeft vergeven, kunnen diezelfde handelingen op een later tijdstip niet meer gelden als een grond voor echtscheiding. 69
58
Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 18.03.2004 gün ve 2001-3479 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 25.06.2003 gün ve 8534-9491 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 02.06.2003 gün ve 7228-8048 61 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 20.03.2003 gün ve 2785-3900 62 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 18.02.2003 gün ve 669-2009 63 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 27.02.2003 gün ve 1310-2568 64 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 24.03.2003 gün ve 2609-4066 65 Bulut, H. (2007), p. 47 66 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 23.10.1990 gün ve 7962-5801 67 Yargitay Hukuk Genel Kurumu’nun 13.04.2005 gün ve 208-262; Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 12.02.2004 gün ve 477-1542 68 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 06.07.2004 gün ve 6238-9050 69 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 14.02.2005 gün ve 17021-1915 59 60
22
3.1.8 Duurzame ontwrichting in de rechtspraak: Vroeger en nu Om een volledig beeld te kunnen vormen over de houding en beoordeling van rechters in echtscheidingsprocedures ten opzichte van artikel 166 TBW (artikel 134 oud) acht ik het van belang te kijken naar het verleden. Dit levert inzichten in de beoordeling van de algemene echtscheidingsgrond in de rechtspraak in de voorgaande jaren. Hiertoe heb ik een uitspraak uit 1978 geanalyseerd.
3.1.8.1 Het Hof van Cassatie over schuld in 1978 Zoals uit hoofdstuk 4 zal blijken is de Algemene Vergadering van het Hof van Cassatie belast met de taak uniformiteit te creëren in de uitspraken van het hof waarvan de uitkomsten niet met elkaar in overeenstemming zijn. Hiermee wordt getracht rechtsgelijkheid en rechtszekerheid te scheppen. In deze zaak uit 1978 geeft de Algemene Vergadering een antwoord op de vraag hoe men het vraagstuk van de mate van schuld aan de echtscheiding moet benaderen en welke gevolgen dit heeft voor het verzoeken om echtscheiding. Aanleiding hiervoor was dat er twee uitspraken van het hof waren die deze vragen totaal verschillend benaderden. Het was aan de Algemene Vergadering om hierover duidelijkheid te scheppen en handvaten te bieden voor de rechtspraak die zij in de toekomst in vergelijkbare gevallen zouden kunnen toepassen. Het ging om vergelijkbare casus die zich afspelen tussen echtparen waarvan de man om echtscheiding verzoekt op grond van artikel 134 (oud), het huidige artikel 166, en de vrouw in reactie hierop door zeer slechte behandeling (uit de casus blijkt niet welke handelingen hier precies onder vallen) de eer van haar echtgenoot aantast. Hieruit volgt de vraag welk der partijen meer schuld heeft aan de duurzame ontwrichting van het huwelijk. Nu blijken er op dit punt twee verschillende uitspraken te zijn. De ene uitspraak gaat er van uit dat de man meer schuld heeft aan de ontwrichting van het huwelijk. In het andere geval wordt geoordeeld dat het juist de vrouw is die door haar handelingen er voor heeft gezorgd dat het huwelijk uiteindelijk duurzaam is ontwricht. De Algemene Vergadering geeft uitleg over hoe dergelijke vraagstukken door rechters benaderd dienen te worden. Zij stelt dat de vraag welk der echtgenoten meer schuldig is aan de ontwrichting van het huwelijk, steeds beantwoord moet worden in het licht van de sociale en culturele context van het desbetreffende echtpaar. Schuld is volgens de Algemene Vergadering een begrip waarvan de invulling relatief en veranderlijk is naar tijd, plaats en persoon. Daarom kan niet van te voren vastgesteld worden welke gedragingen een kleine, dan wel een grotere mate van schuld aan de ontwrichting van het huwelijk opleveren. Het is om deze reden dat in echtscheidingsprocedures op grond van duurzame ontwrichting de bepaling van de mate van schuld van de echtgenoten, onderworpen is aan het oordeel van de rechter. Deze dient dit in het licht van de omstandigheden van het geval te beoordelen. Het van te voren vaststellen van vaste regels voor de rechtspraak zal de beoordelingsruimte van de rechter die het in dergelijke casus nodig heeft, onnodig beperken. Per omstandigheden van het geval en per echtpaar moet beoordeeld worden of de huwelijksband zo ernstig ontwricht is dat voortzetting van de samenleving van de echtgenoten niet meer gevraagd kan worden, en welke mate van schuld ieder der echtgenoten hierin heeft. Daarom is het mogelijk dat, in op het eerste oog vergelijkbare situaties, het hof verschillende uitspraken doet, aldus de Algemene Vergadering van het Hof van Cassatie. 70
70
Yargitay Ictihadi Birlestirme Buyuk Genel Kurulu’nun 07.03.1978 gün ve 5-6 s
23
In de bovenstaande uitleg van het hof betreffende de manier waarop de mate van schuld benadert dient te worden in echtscheidingsprocedures op grond van duurzame ontwrichting, blijk dat als uitgangspunt geldt dat er geen vooraf vaststaande richtlijnen gelden. Met de duidelijkheid verschaffende uitleg van de Algemene Vergadering hebben rechters de ruimte om per geval, afhankelijk van de omstandigheden en de sociale en culturele contexten van het echtpaar, een oordeel te geven over de verdeling van de schuld. Hoewel deze houding van de rechtspraak ten opzichte van schuld reeds in 1978 bekend is gemaakt, blijkt uit de recente rechtspraak dat deze houding onveranderd is gebleven. Ook tegenwoordig oordeelt de rechter van geval tot geval en is de verdeling van de schuld afhankelijk van de situatie, het feitencomplex en de casuïstische omstandigheden. Aldus wordt er in elke echtscheidingsprocedure door de rechter maatwerk geleverd. Geconcludeerd kan worden dat de rechtspraak in Turkije op dit gebied sinds jaren consistentie vertoont.
3.2 Bijzondere echtscheidingsgronden Naast de algemene echtscheidingsgrond van ‘duurzame ontwrichting’ kent het Turkse echtscheidingsrecht een vijftal bijzondere gronden. De vijf gronden staan in deze paragraaf centraal. Zij zullen uiteen worden gezet en zo nodig aan de hand van jurisprudentie van het Turkse Hof van Cassatie worden geïllustreerd.
3.2.1 Ontwrichting van echtscheidingsgronden
de
huwelijksband
in
samenhang
met
de
bijzondere
In de jurisprudentie komt het vaak voor dat de echtscheiding wordt uitgesproken zowel op basis van een bijzondere als op basis van de algemene echtscheidingsgrond. Het verzoek wordt dan op meerdere gronden gebaseerd. In rechterlijke uitspraken sluiten de verschillende echtscheidingsgronden naadloos op elkaar aan. Voorbeelden hiervan zijn vaak terug te lezen in de motivatie van het hof waarin het een het logische gevolg is van het ander. Zo kunnen beledigende opmerkingen en huiselijk geweld – die in principe onder de bijzondere echtscheidingsgrond vallen van artikel 162 (levensbedreiging, slechte behandeling en aantasting van de eer) – er uiteindelijk toe leiden dat de huwelijksband zo ernstig is ontwricht dat voortzetting van de samenleving niet meer gevraagd kan worden (artikel 166, eerste alinea). 71
3.2.2 Overspel (artikel 161 TBW) De eerste in de reeks van bijzondere echtscheidingsgronden is het plegen van overspel. Deze grond is gecodificeerd in artikel 161. Overspel wordt aangemerkt als een schending van de echtelijke plicht om elkaar trouw te blijven en brengt tevens een schending van artikel 185 TBW met zich mee. 72 Indien een der echtgenoten overspel pleegt, kan de ander echtscheiding verzoeken. Het indienen van dit verzoek is gebonden aan een termijn van zes maanden. Deze vervalt zes maanden na de dag waarop de echtgenoot met het overspel van zijn/haar partner bekend is geworden. De verjaringstermijn verloopt in ieder geval na het verstrijken van vijf jaar na de dag waarop het overspel heeft plaatsgevonden en hiermee vervalt het recht op echtscheiding. Indien een echtgenoot de overspelige partner vergeeft, kan een verzoek op basis van artikel 161 niet meer worden ingesteld. Wanneer een verzoek tot echtscheiding op basis van overspel wordt gedaan, kijkt de rechter niet naar de gevolgen die dit heeft op het huwelijk. In de beslissing wordt alleen meegewogen of overspel überhaupt heeft plaatsgevonden.
71 72
Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 06.10.2005 gün ve Esas no.: 2005/11079, Karar no.: 2005/13638 Örücü, E., J. Mair (eds.) (2007), p. 190
24
De wet geeft geen definitie van overspel. In de jurisprudentie wordt hier invulling aan gegeven. Overspel omvat de geslachtsgemeenschap. Al hetgeen dat hier niet onder valt te scharen valt niet onder overspel. Zodoende valt orale of anale seks onder deze echtscheidingsgrond. Evenmin valt kunstmatige bevruchting van de vrouw met het zaad van een ander dan haar echtgenoot, al dan niet met zijn toestemming, onder deze grond. 73 Het komt niet vaak voor dat overspel op heterdaad wordt betrapt. Daarom moet het geleverde bewijs zo min mogelijk ruimte bieden voor twijfel. De conclusie dat overspel daadwerkelijk heeft plaatsgevonden is doorgaans gebaseerd op beeldmateriaal. Daarnaast kan er een DNA-onderzoek afgenomen worden indien blijkt dat uit de overspelige handeling een kind is geboren. Het bewijsmateriaal moet leiden tot een beslissing die niet is gebaseerd op verdenkingen, daar een huwelijk niet kan eindigen op basis van onzekere gebeurtenissen. 74 Hier volgt een greep uit de jurisprudentie waarin echtscheiding op grond van overspel werd aangenomen: - De man dient op grond van duurzame ontwrichting een verzoek tot echtscheiding in. Tevens verzoekt hij om echtscheiding op grond van overspel. Allereerst moet de rechter beoordelen of overspel een grond levert voor echtscheiding. Pas indien dit niet het geval is kan men overgaan tot beoordeling van de algemene echtscheidingsgrond. Aldus heeft de bijzondere echtscheidingsgrond in deze zaak voorrang op de algemene grond. 75 - De termijn voor het starten van een rechterlijke procedure op grond van overspel begint te lopen vanaf de dag dat het overspel bekend is geworden bij de andere echtgenoot. Ingeval het overspel blijft voortduren, kan de eiser op grond van voldoende bewijs een procedure starten en kan de rechter overgaan tot het uitspreken van de echtscheiding. 76 - Telefoongesprekken met een mannelijke collega, het verzenden van berichten en het instappen in andermans auto leveren geen bewijs, of het aannemen van overspel. 77
3.2.3 Levensbedreiging, slechte behandeling en aantasting van de eer (artikel 162 TBW) Artikel 185, tweede alinea gebiedt de echtgenoten zich in te spannen voor ieders geluk en een gelukkig huwelijk. Hieruit vloeit voort dat negatieve attitudes en gedragingen vermeden worden. Zo niet, dan kan dit reden voor echtscheiding opleveren. Dit staat in relatie met de tweede echtscheidingsgrond die te vinden is in artikel 162. Op grond van dit artikel kan echtscheiding worden verzocht indien sprake is van levensbedreiging, slechte behandeling of ernstige eeraantasting. Er zijn geen juridische bezwaren tegen het indienen van een verzoek tot echtscheiding op basis van artikel 162 samen met de algemene echtscheidingsgrond van de duurzame ontwrichting ex artikel 166. 78 Artikel 162 is in twee onderdelen te verdelen, namelijk levensbedreiging enerzijds en slechte behandeling of ernstige eeraantasting anderzijds. Bij dit artikel geldt dezelfde verjaringstermijn als bij overspel. Een andere overeenkomst is, dat het recht op echtscheiding komt te vervallen indien de echtscheidingsgerechtigde echtgenoot de ander vergeeft om zijn/haar daden. 79
73
Van der Velden, F.J.A., Ibili, F. (2011), p. 43-44 Köseoglu, B. en Kocaaga, K. (2011), p. 21-22 75 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 03.03.2011 gün ve Esas no.: 2010/1651, Karar no.: 2011/3217 76 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 21.12.2010 gün ve Esas no: 2009/17433, Karar no.: 2010/21602 77 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin Esas no.: 2008/20278, Karar no.: 2010/1423 78 Bulut, H. (2007), p. 15 79 Van der Velden, F.J.A., Ibili, F. (2011), p. 44 74
25
3.2.3.1 Levensbedreiging Bij levensbedreiging moet men denken aan moord, de poging om de echtgenoot te vermoorden of het aanzetten tot zelfmoord. Het niet voltooien of mislukken van de poging tot moord worden eveneens onder dit artikel geschaard. Een opzettelijke blootstelling aan levensbedreigende situaties kan hier tevens onder vallen. Echter, voorbereidende handelingen zijn uitgesloten bij de echtscheidingsgrond van artikel 162.80 Voorwaarde is dat de handeling direct is gericht jegens de echtgenoot. Handelingen verricht door de ene echtgenoot jegens familieleden van de andere echtgenoot vallen buiten artikel 162. Onopzettelijke handelingen zoals onvoorzichtigheid of onoplettendheid met als gevolg dat de echtgenoot letsel oploopt, vallen hier niet onder. Elk voorval dient per omstandigheden van het desbetreffende geval te worden beoordeeld. 81 Deze echtscheidingsgrond is nauw verbonden met het strafrecht. Het kan zich voordoen dat de handeling die heeft geleid tot het indienen van een echtscheidingsverzoek op grond van artikel 162 tevens aan de strafrechter is voorgelegd. In dergelijke gevallen dient de familierechtbank (Aile Mahkemesi), die het echtscheidingsverzoek in eerste aanleg beoordeelt, tevens het bij de strafrechter geleverde bewijs te beoordelen. Daarnaast dient de familierechtbank altijd de uitspraak van de strafrechter af te wachten alvorens zij kan overgaan tot het uitspreken van een beslissing over de echtscheiding. Dit omdat de familierechtbanken gebonden zijn aan de uitspraak van de strafrechter. 82
3.2.3.2 Slechte behandeling en aantasting van de eer Een slechte behandeling weegt minder zwaar in vergelijking tot levensbedreiging. Het is een opzettelijke handeling gericht tegen de integriteit van het lichaam van de andere echtgenoot. Voorbeelden hiervan zijn huiselijk geweld, het mishandelen en vervolgens uit huis zetten van de echtgenoot, langdurige mishandeling, opsluiting en verhongering van de echtgenoot. 83 Zo wordt verkrachting binnen het huwelijk aangemerkt als een vorm van zeer ernstige behandeling. Het komt voor dat het Hof van Cassatie deze vorm van mishandeling bestraft met een gevangenisstraf.84 Indien het slachtoffer na het plaatsvinden van de slechte behandeling afziet van zijn/haar klacht, levert dit geen reden tot het annuleren van het reeds ingediende verzoek tot echtscheiding. 85 Aantasting van de eer kan plaatsvinden door middel van schriftelijke of mondelinge uitlatingen. Deze uitlatingen kunnen gedaan worden in aanwezigheid of afwezigheid van de andere echtgenoot. Beide kunnen vallen onder artikel 162. De uitlatingen dienen de eer, persoon of reputatie van de echtgenoot direct aan te tasten. Dit kan bestaan uit het verspreiden van roddels of onwaarheden. Welke uitlatingen precies een aantasting van de eer leveren, zal worden beoordeeld in het licht van de heersende normen en waarden waarin de echtgenoten zich bevinden en de specifieke omstandigheden van het geval.86 Een aantal voorbeelden uit de jurisprudentie waarin het echtscheidingsverzoek op basis van artikel 162 is gehonoreerd: - Het plegen van huiselijk geweld waardoor het slachtoffer lichamelijk letsel oploopt.87
80
Köseoglu, B. en Kocaaga, K. (2011), p. 23 Van der Velden, F.J.A., Ibili, F. (2011), p. 44 82 Köseoglu, B. en Kocaaga, K. (2011), p. 23 83 Bulut, H. (2007), p. 16 84 Örücü, E., J. Mair (eds.) (2007), p. 191 85 Bulut, H. (2007), p. 16 86 Bulut, H. (2007), p. 16 87 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 26.05.2009 gün, Esas no.: 2008/3919, Karar no.: 2009/9983 81
26
-
-
Kleinerende opmerkingen jegens de andere echtgenoot en het kleineren binnen de gemeenschap. 88 In het bijzijn van anderen ernstige beledigende opmerkingen plaatsen jegens de echtgenoot.89 De eigen echtgenoot uitmaken voor onwetend, dom, minderwaardig, zoon van een ezel en zijn/haar schoonmoeder uitmaken voor hoer.90 De echtgenoot beschuldigen van het plegen van overspel en beweren dat het gezamenlijke kind uit hun huwelijk eigenlijk verwekt is door een ander. De beschuldigingen werden gedaan door de andere echtgenoot en diens familieleden.91 De situatie waarin de vrouw haar echtgenoot ernstige beledigd, en de man op zijn beurt zijn echtgenoot mishandeld. 92 Het langdurig mishandelen van zijn/haar echtgenoot.93
3.2.4 Plegen van een onterend strafbaar feit en leiden van een eerloos leven (artikel 163 TBW) Een derde echtscheidingsgrond is artikel 163. Hierin is bepaald dat het plegen van een onterend strafbaar feit of het leiden van een eerloos leven een bijzondere echtscheidingsgrond oplevert. Het kan de morele basis van het huwelijk aantasten. 94 Aangezien de wet geen definitie geeft is het aan de rechter om per casus vast te stellen wat als onterend dan wel eerloos aangemerkt dient te worden. Onterende strafbare feiten zijn bijvoorbeeld diefstal, moord, omkoping, spionage jegens de staat, het runnen van een bordeel, behulpzaam zijn bij illegale abortussen en heling. Een alcohol- of gokverslaving, homoseksualiteit, anale seks met personen buiten het huwelijk kan worden aangemerkt als ‘eerloos leven’. 95 Zowel het plegen van een strafbaar feit als het leiden van een eerloos leven, moeten ertoe leiden dat voorzetting van het huwelijk voor de echtgenoot die het verzoek tot echtscheiding indient ondraaglijk is en dat verdere voortzetting niet verwacht kan worden. Voor deze echtgenoot staat het recht om echtscheiding te verzoeken op grond van artikel 163 op elk moment open. 96 Het kan per persoon verschillen wat hij/zij als ondraaglijk acht en wat diegene er uiteindelijk toe zet om een echtscheidingsprocedure te starten.97 Deze echtscheidingsgrond kan in de praktijk op de volgende wijze voorkomen: - Het begaan van een onterend strafbaar feit levert op zichzelf geen grond voor echtscheiding voor de andere echtgenoot. Het gepleegde feit moet tot gevolg hebben dat voortzetting van het huwelijk onmogelijk is gebleken en dat verdere voortzetting niet gevergd kan worden van de andere echtgenoot. 98 - Verdachte E. is door de strafrechter in eerste aanleg wegens vervalsing veroordeeld. Uit onderzoek blijkt dat E. gebruik heeft gemaakt van een valse identiteit en een buitenechtelijke affaire heeft gehad. Hiermee heeft verdachte een eerloos leven geleidt en is het voor zijn/haar echtgenoot onmogelijk het huwelijk voort te zetten. Het onder deze omstandigheden verwerpen
88
Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 05.07.1993 gün ve 6391-6920 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 24.02.2003 gün ve 771-2348 90 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 11.06.2003 gün ve 7622-8658 91 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 19.03.2003 gün ve 2497-3830 92 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 06.10.2005 gün, Esas no.: 2005/11079, Karar no.: 2005/13638 93 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 13.06.2005 gün, Esas no.: 2005/7570, Karar no.: 2005/9019 94 Örücü, E., J. Mair (eds.) (2007), p. 191 95 Van der Velden, F.J.A., Ibili, F. (2011), p. 44-45 96 Örücü, E., J. Mair (eds.) (2007), p. 191 97 Köseoglu, B. en Kocaaga, K. (2011), p. 24 98 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 21.10.2010 gün ve Esas no.: 2009/16080, Karar no.: 2010/17409 89
27
-
van een verzoek op grond van artikel 163 is ongegrond. De echtscheiding wordt alsnog uitgesproken. 99 Artikel 163 van het TBW rechtvaardigt een verzoek tot echtscheiding wegens het begaan van een onterend strafbaar feit en het leiden van een eerloos leven. Deze omstandigheden moeten het voor de andere echtgenoot ondragelijk maken om met zijn/haar echtgenoot een huwelijk in stand te houden. Echter, de andere echtgenoot moet de ondraaglijkheid van een huwelijk onder deze omstandigheden bewijzen. 100
3.2.5 Verlating (artikel 164 TBW) Een vierde bijzondere echtscheidingsgrond is verlating (artikel 164). Verlating levert de mogelijkheid om tot een echtscheiding te verzoeken. Indien een der echtgenoten de ander verlaat met de bedoeling zich aan de uit de huwelijksband (zie artikel 185) voortvloeiende verplichtingen te onttrekken, of zonder gerechtvaardigde reden niet terugkeert naar de gezamenlijke woning, en die situatie ten minste zes maanden heeft geduurd en blijft voortduren, terwijl een vermaning van de rechter op verzoek van de andere echtgenoot geen resultaat heeft gehad.101 Dit betekent dat een echtgenoot die de echtelijke woning langer dan zes maanden verlaat om in het buitenland te werken, niet voldoet aan de definitie van verlating ex artikel 164. Hetzelfde geldt voor de dienstplichtige echtgenoot. Eveneens is er geen sprake van verlating indien de vrouw het huis van haar schoonouders (waar zij met haar echtgenoot woonde) verlaat omdat haar man haar geen zelfstandige woning kan bieden. 102 Een andere vorm van verlating is de situatie waarin de echtgenoot de ander dwingt de gezamenlijke woning te verlaten of de terugkeer van de ander naar de echtelijke woning zonder een gerechtvaardigde reden belet, zie artikel 164, eerste alinea, slot. Verlating is gebonden aan termijnen. De afwezigheid van de echtgenoot moet ten minste zes maanden geduurd hebben. Na vier maanden van afwezigheid kan de achtergebleven echtgenoot de rechter vragen de andere echtgenoot zonder inhoudelijk onderzoek van de redenen te vermanen om binnen twee maanden naar de gezamenlijke woning terug te keren. De vermaning wordt gedaan door de familierechtbank. Deze bevat de gevolgen van het niet terugkeren naar de gezamenlijke woning. Zo nodig wordt deze vermaning gepubliceerd. Het verzoek tot vermaning kan niet eerder worden ingediend dan na het verstrijken van de vierde maand van de termijn (zes maanden) die geldt om echtscheiding in te kunnen stellen nog niet is geëindigd. Een echtscheiding kan worden verzocht wanneer twee maanden na de vermaning zijn verlopen, aldus artikel 164, tweede alinea, slot. Van deze termijnen kan niet worden afgeweken. De termijn van zes maanden betreft een onafgebroken periode. Een tijdelijk afwezigheid of verlating van kortere duur levert geen legitieme grond voor echtscheiding. 103 Een aantal voorbeelden uit de jurisprudentie waarin het echtscheidingsverzoek op basis van artikel 164 is gehonoreerd, zijn: - Indien de vermaning niet in overeenstemming is met de wet, dient zonder enig nader onderzoek dit verzoek te worden afgewezen. Indien de vermaning voldoet aan de wettelijke eisen en de verweerder de echtelijke woning heeft verlaten zonder legitieme reden, kan een verzoek tot 99
Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 09.11.2009 gün ve Esas no.: 2009/16450, Karar no.: 2009/19112 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 01.12.2004 gün ve Esas no.: 2004/13099, Karar no.: 2004/14288 101 Artikel 164, eerste alinea 102 Van der Velden, F.J.A., Ibili, F. (2011), p. 45 103 Köseoglu, B. en Kocaaga, (2011), p. 29 100
28
-
-
-
-
-
echtscheiding in behandeling genomen worden. Het verzoek van de eiser dient te berusten op gerechtvaardigde gronden. De reden voor verlating moet gerechtvaardigd kunnen worden.104 Beide echtgenoten hebben verzuimd hun wettelijke verplichtingen uit het huwelijk te vervullen. Daarnaast is gebleken dat de man de echtelijke woning heeft verlaten en uitspraken heeft gedaan waaruit blijkt dat de wil om de samenleving te hervatten ontbreekt. Ondanks het feit dat de man de echtelijke woning heeft verlaten wordt de echtscheidingsgrond uitgesproken op grond van duurzame ontwrichting (artikel 166) aangezien beide echtgenoten in verzuim zijn en schuld hebben aan de ontwrichting. 105 Door de echtelijke woning te verlaten voldoet de verlatende echtgenoot niet aan de eisen die de huwelijkseenheid aan hem/haar oplegt. Dit kan een grond opleveren voor het toewijzen van schadevergoeding aan de achterblijvende echtgenoot. 106 De gedaagde vrouw heeft na het verlaten van de echtelijke woning herhaaldelijk uitgesproken dat zij haar echtgenoot mist en graag met hem herenigd wilt worden. Daarnaast verklaart ze alle fouten van de man - die reden zijn geweest om de woning te verlaten – te vergeven. Dit leidt ertoe dat het recht van de vrouw op schadevergoeding niet meer bestaat. Ondanks dat zij de minder schuldige partij is. 107 De vrouw verzoekt op 26.01.2006 om een vermaning door de rechter. Op 21.03.2006 dient zij een verzoek tot echtscheiding in op grond van verlating (artikel 164). Gezien het feit dat de wettelijke termijn om echtscheiding in te kunnen stellen niet verlopen is, moet het verzoek worden afgewezen. 108 Het instemmen van de verweerder met een echtscheidingsprocedure op grond van verlating, levert geen resultaat. Om te kunnen spreken van een geldige vermaning moet de verweerder gedurende de termijn van vier maanden, vanuit een eigen vrije keuze, afwezig zijn geweest zonder enige legitieme reden. Pas dan kan er een verzoek tot echtscheiding worden ingediend.109
Van belang bij verlating is dat bij het verzoeken van echtscheiding op basis van deze grond gelet moet worden dat er geen rechtsmisbuik plaatsvindt. Verlating en duurzame ontwrichting kunnen nooit tegelijk behandeld worden als echtscheidingsgrond binnen een en dezelfde procedure. Bijzonder aan de grond van verlating is, dat de achterblijvende echtgenoot middels een vermaning van de rechter de andere echtgenoot verzoekt terug te keren naar de echtelijke woning. Pas indien hier geen gehoor aan wordt gegeven door de verlatende echtgenoot, ontstaat er een grond voor echtscheiding wegens verlating. Door een vermaning van de rechter te verzoeken, laat de achterblijvende echtgenoot zien de intentie te hebben alle negatieve uitlatingen en gedragingen van de verlatende echtgenoot te vergeven. En tevens dat door deze vergiffenis geen sprake [meer] is van een duurzame ontwrichting van het huwelijk. Alle handelingen die worden vergeven, kunnen naderhand niet alsnog worden aangevoerd als reden voor duurzame ontwrichting ex artikel 166. A contrario betekent dit dat indien een partij stelt niet meer samen te kunnen leven met zijn/haar echtgenoot en tegelijkertijd de rechter verzoekt om een vermaning, dit geldt als misbruik van recht (artikel 2 TBW) omdat sprake is van kwader trouw. Zolang rechten ter kwader trouw
104
Yargitay Hukuk Genel Kurulu’nun 16.01.2013 gün ve Esas no.:2012/2-686, Karar no.: 2013/67 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 28.11.2012 gün ve Esas no.: 2012/8977, Karar no.: 2012/28582 Yargitay 3. Hukuk Dairesi’nin 10.09.2012 gün ve Esas no.: 2012/12540, Karar no.: 2012/18375 107 Yargitay 2.Hukuk Dairesi’nin 14.11.2011 gün ve Esas no.: 2010/18272, Karar no.: 2011/18292 108 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 24.05.2007 gün ve 2006/19867 – 2007/8714 109 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 01.05.2007 gün ve 2006/11958 – 2007/7198 105 106
29
worden aangewend, kunnen zij niet leiden tot een geslaagd beroep en zal een verzoek tot echtscheiding worden afgewezen. 110 111
3.2.6 Geestelijke stoornis (artikel 165 TBW) De laatste bijzondere echtscheidingsgrond die de wet noemt is de geestelijke stoornis (artikel 165). Dit is de enige ziekte die in de wet wordt aangenomen als grond voor echtscheiding. Voorheen kende de wet een termijn van drie jaar.112 De geestelijke stoornis van een der echtgenoten kan alleen een grond voor echtscheiding opleveren indien de samenleving voor de andere echtgenoot ondragelijk wordt. De andere echtgenoot kan dit verzoek doen mits uit een verklaring van een erkende medische instelling blijkt dat de geestelijke stoornis ongeneselijk is, zo stelt artikel 165. Een huwelijk dat tot stand is gekomen terwijl een van de echtgenoten een geestelijke stoornis had ten tijde van het sluiten ervan, maakt het huwelijk nietig. In zulke gevallen kan geen echtscheiding worden uitgesproken. 113 Aangezien de geestelijke stoornis ertoe leidt dat de desbetreffende persoon wilsonbekwaam is en de negatieve gevolgen die dit heeft op het huwelijk buiten zijn/haar wil ontstaan, is het onmogelijk beroep te doen op een andere echtscheidingsgrond dan die van artikel 165. Het verzoek zal te alle tijden gedaan moeten worden op basis van de geestelijke stoornis. Een beroep op de duurzame ontwrichting als vastgelegd in artikel 166 staat niet open. 114 Het door de lagere rechtbank in behandeling nemen van een verzoek tot echtscheiding dat door de geestelijke stoornis niet gestoeld kan worden op de duurzame ontwrichting, wordt volgens het hof geacht in strijd te zijn met de procedurele richtlijnen aangaande de rechtspraak en de wet.115 Aldus moet de stoornis zich voordoen na het sluiten van het huwelijk, moet het ongeneselijk zijn en het samenleven ondragelijk maken voor de andere partner. Pas dan is een verzoek tot echtscheiding op grond van artikel 165 gegrond. In de rechtspraak kan echtscheiding op grond van een geestelijke stoornis als volgt voorkomen: - Een verzoek tot echtscheiding wordt gedaan door de partner met een geestelijke stoornis. De andere echtgenoot stemt hiermee in. Echter, vanwege de geestelijke beperkingen van de vrouw is zij niet procesbevoegd. Zij zal vertegenwoordigd worden in het proces door een gemachtigde (kanuni temsilci (vasi)). De desbetreffende autoriteiten dienen hiertoe toestemming te verlenen. Zolang deze toestemming niet is verleend kan er in de echtscheidingsprocedure geen uitspraak worden geveld. 116 - Het is gebleken dat de gedaagde een geestelijke stoornis heeft en door een ander vertegenwoordigd dient te worden in de echtscheidingsprocedure. Verweerder heeft de handelingen die tot het verzoek om echtscheiding hebben geresulteerd niet vanuit haar vrije wil verricht. Daar het verzoek tot echtscheiding niet is gedaan op grond van een geestelijke stoornis, is het onmogelijk gehoor te geven aan het verzoek van de eiser. Aldus, gaat het Hof van Cassatie over tot afwijzing van het verzoek. 117
110
Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 05.10.2011 gün ve Esas no.: 2010/13905, Karar no.: 2011/14908 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 13.06.2005 gün ve Esas no.: 2005/7570, Karar no.: 2005/9019 112 Örücü, E., J. Mair (eds.) (2007), p. 192 113 Van der Velden, F.J.A., Ibili, F. (2011), p. 45 114 Bulut, H. (2007), p. 36-37 115 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 12.03.2008 gün ve Esas no.: 2007/3512, Karar no.: 2008/3245 116 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 02.05.2012 gün ve Esas no.: 2012/4824, Karar no.: 2012/11556 117 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 20.06.2011 gün ve Esas no.: 2010/9592, Karar no.: 2011/10891 111
30
Hoofdstuk 4 Turkse rechterlijke uitspraken en echtscheidingsprocesrecht Inleiding De Turkse rechtspraktijk is in voortdurende ontwikkeling en modernisering. In 2003 zijn de familierechtbanken in het leven geroepen. Deze nieuwe rechtbanken dienen bijzondere procesregels in acht te nemen bij het behandelen van een echtscheidingszaak. Het is van groot belang om de wijze van procedure van deze rechtbanken bij echtscheiding in kaart te brengen zodat er begrip ontstaat over hun werkwijze. Dit verschaft inzicht over de totstandkoming van uitspraken tot echtscheiding. Een ander belangrijk aspect binnen de rechtspraak is het gewicht dat in het Turkse recht gegeven wordt aan jurisprudentie en de precedentwerking van rechterlijke uitspraken. Deze vergt enige uitleg en bevat een aantal aandachtspunten waar de Nederlandse rechtspraktijk alert op dient te zijn. Bij al deze onderwerpen wordt in dit hoofdstuk stilgestaan.
4.1 Het gewicht van rechterlijke uitspraken 4.1.1 Rechterlijke uitspraken In Turkije zijn de rechters gehouden hun uitspraken te doen in overeenstemming met de wet. De functie van de rechtspraak is – grofweg – het interpreteren en toepassen van het geschreven recht. Indien een casus niet past binnen de door de wet voorgeschreven gevallen, is de Turkse rechter bevoegd op basis van het gewoonterecht een beslissing te vellen. Indien ook het gewoonterecht ontoereikend blijkt, kan de rechter nieuw recht scheppen. Dit moet echter gedaan worden binnen het raamwerk van de algemene principes en uitgangspunten van het geldende recht. Indien de wet niet voorziet in een bepaling die toepasselijk is in een specifiek geval, kan de rechter gebruik maken van het gewoonterecht en heersende normen en waarden binnen de samenleving. Mocht ook dit geen uitweg bieden, dan dient de rechter zich te verplaatsen in de geest van de wetgever en op basis hiervan een uitspraak te doen. De rechter maakt hierbij gebruik van wetenschappelijke opinies en jurisprudentie, aldus artikel 1 TBW. 118
4.1.2 Het Hof van Cassatie, oftewel ‘Yargitay’ Turkije kent een civil law systeem. In civil law systemen worden rechterlijke uitspraken als bron gebruikt. Ondanks dat Turkije een civil law systeem kent, hebben niet alle rechterlijke uitspraken per definitie een precedentwerking. 119 Een ander opmerkelijk punt betreft de uitspraken van het Hof van Cassatie. Indien er sprake is van tegenstrijdigheid tussen de verschillende uitspraken van het hof, moeten deze met elkaar in overeenstemming worden gebracht. Dit wordt gedaan door de Algemene Vergadering van het Hof van Cassatie. Om deze overeenstemming te bereiken wordt er door de Algemene Vergadering een ‘Içtihadı Birleştirme Kurulu Kararı’ gegeven. Dit is een beslissing die genomen wordt door de Algemene Vergadering met als doel eenheid te brengen in de uitspraken en voor uniformiteit zorgen. Het zijn deze uitspraken die als bindend worden aangemerkt en een precedentwerking hebben. Alle Hoven der Cassatie en ook de Algemene Vergadering zelf zijn hieraan gebonden. Overige uitspraken, dus die niet door de Algemene Vergadering als zodanig zijn beoordeeld, van het hof zijn niet bindend en hebben geen precedentwerking tegenover de lagere rechtbanken. Dit betekent niet dat lagere rechtbanken de nietbindende uitspraken niet in acht nemen. Ondanks het gegeven dat niet alle uitspraken van het Hof van 118 119
Ansay, T., Wallace, Jr, D. (1996), p. 13-14 Ansay, T., Wallace, Jr, D. (1996), p. 14
31
Cassatie juridisch bindend zijn, respecteren de lagere rechtbanken deze uitspraken bij het nemen van een beslissing in vergelijkbare gevallen. Rechters van lagere rechtbanken geven over het algemeen gehoor aan de uitspraken van hogere hoven en er wordt getracht echtscheidingszaken volgens diezelfde lijn te behandelen. 120
4.2 De Familierechtbank, oftewel ‘Aile Mahkemesi’ De Turkse rechtsmacht heeft te lijden onder een hoge werkdruk en gerechtelijke procedures vergen veel tijd. Dit stond op gespannen voet met familierechtelijke geschillen, omdat dergelijke casus een bijzondere en uitgebreide aanpak vergen. Vanuit artikel 195, tweede alinea TBW bezien, waarin staat dat deskundigen een bijdrage dienen te leveren aan de bescherming van het gezin en het huwelijk, bleek de oprichting van familierechtbanken een noodzakelijkheid. De vraag naar gespecialiseerde rechtbanken bestond reeds langer en toen zij op 09.01.2003 werden geïntroduceerd werden deze rechtbanken dan ook positief ontvangen. Het doel van de wetgever bij de invoering van de familierechtbanken leest men terug in de Wet op de Familierechtbanken (Aile mahkemelerinin kurulus, görev ve yargilama usullerine dair kanun). Het doel is geweest, dat deze rechtbanken belast zijn met het doen van uitspraken in eerste aanleg omtrent conflicten die uit het familierecht rijzen. Het verschil tussen familierechtbanken en civiele rechtbanken is, dat eerstgenoemde gespecialiseerd is in conflicten die voortvloeien uit het familierecht. Dit staat tevens in artikel 1 van de Wet op de Familierechtbanken.121 Dezelfde wet noemt in algemene lijnen de bevoegdheden en procedureregels die de familierechtbanken in acht moeten nemen. Om de huwelijkseenheid te kunnen beschermen moet de rechtbank over bijzondere bevoegdheden beschikken die de civiele rechter niet heeft. Uit de praktijk is gebleken dat er omtrent de gehanteerde procedure en bevoegdheden nog geen sprake is van uniformiteit tussen de verschillende familierechtbanken. 122
4.3 Bijzondere procesregels en procedure bij echtscheiding (artikel 184 TBW) Naast de algemene uitgangspunten uit het Wetboek van Rechtsvordering gelden er bij echtscheiding een aantal bijzondere bepalingen omtrent de wijze van procederen. In artikel 184 TBW worden deze bijzondere bepalingen genoemd. Om te voorkomen dat er al te gemakkelijk door partijen wordt overgegaan tot echtscheiding, heeft de wetgever ervoor gekozen de procedure van echtscheiding te binden aan bijzondere regels. Het is om deze reden dat echtscheiding altijd gepaard gaat met rechterlijke tussenkomst. 123 Artikel 184 bepaalt dat 1) indien de rechter van het bestaan van een van de in een echtscheidingsprocedure of een procedure tot scheiding van tafel en bed aangevoerde feiten niet in gemoede overtuigd is, kan hij deze niet bewezen achten, 2) de rechter kan omtrent deze feiten noch ambtshalve noch op verzoek aan partijen voorstellen de eed af te leggen, 3) de rechter is op dit punt niet gebonden aan welke gerechtelijke erkentenissen van partijen dan ook, 4) de rechter is vrij in het beoordelen van het bewijs, 5) de overeenkomsten inzake de gevolgen van de echtscheiding of scheiding van tafel en bed zijn alleen rechtsgeldig wanneer de rechter deze heeft goedgekeurd en tot slot 6) de rechter kan op verzoek van een der partijen beslissen dat de procedure niet in het openbaar plaatsvindt. Een aantal van deze punten wordt in het navolgende verduidelijkt in de jurisprudentie.
120
Ansay, T., Wallace, Jr., D. (1996), p. 15 Koseoglu, B. en Kocaaga, K., (2011), p. 320-321 122 Aras, B. (2007), p. 158 123 Aras, B. (2007), p. 161-162 121
32
4.3.1 Bewijsvoering Het bewijs speelt een centrale en onmisbare rol binnen echtscheidingsprocedures. Voor de beoordeling van de bewijsmiddelen staat de rechter in artikel 184 TBW een aantal bijzondere bevoegdheden ter beschikking. Indien de rechter van het bestaan van een van de aangevoerde feiten niet in gemoede overtuigd is, kan hij deze feiten niet bewezen achten, aldus artikel 184 sub 1 TBW. Indien de vermeende gevallen wel bewezen zijn, maar niet naar tevredenheid van de rechter aangetoond kunnen worden, kan de rechter overgaan tot verwerping van de aangevoerde bewijsmiddelen. Deze mogelijkheid bestaat zodat ook valse schriftelijke bewijsstukken, ook al kunnen deze op papier getoond worden aan de rechtbank, door de rechter verworpen kunnen worden. Indien sub één in samenhang wordt gelezen met de overige onderdelen van artikel 184, blijkt dat er voor echtscheidingsprocedures een apart bewijssysteem geldt. Dit systeem is gebaseerd op de innerlijke overtuiging van de rechter. De ruimte voor de rechter om zijn overweging te maken en tot een beslissing te komen met betrekking tot de waardering van het bewijs is hierdoor groot. Het is de rechter toegestaan ambtshalve het bewijs te beoordelen. 124 Naast het uitgangspunt van de innerlijke overtuiging van de rechter ten aanzien van het bewijs, is het in echtscheidingsprocedures van belang dat de rechter de bewijsstukken beoordeelt zonder tussenkomst van een derde (‘doğrudanlık ilkesi’). Dit uitgangspunt verplicht de rechter om de partijen persoonlijk te horen. Het wordt in strijd met de procedurele regels van echtscheiding en de wet geacht indien partijen niet persoonlijk gehoord worden door de rechter. Dit is een wettelijke verplichting die tevens volgt uit artikel 166, derde alinea TWB. Zelfs indien wordt voldaan aan alle voorwaarden van artikel 166, derde alinea, te weten dat het huwelijk ten minste één jaar heeft geduurd en de echtgenoten gezamenlijk een verzoek tot echtscheiding hebben gedaan of de een instemt met het verzoek van de ander, dienen partijen in persoon voor de rechter te verschijnen. Zij zullen de rechter er van moeten overtuigen dat ieder van hen uit vrije wil tot echtscheiding heeft besloten of ingestemd. Tevens moet de rechter (indien hiervan sprake is) in deze gevallen de regeling inzake de financiële gevolgen van de echtscheiding en de positie van de kinderen, waarmee de echtgenoten hebben ingestemd, passend te achten. Wanneer de verklaringen van partijen ontoereikend zijn gebleken om de rechter van de duurzame ontwrichting van het huwelijk te overtuigen, kan deze de partijen verzoeken aanvullend bewijs aan te leveren. Deze bevoegdheid wordt de rechter geboden in artikel 184 TBW, sub drie waarin wordt bepaald dat de rechter op dit punt niet gebonden is aan welke gerechtelijke erkentenissen125 van partijen dan ook. Dus kan er gevraagd worden om meer bewijs. Zolang er geen gegronde reden en goedkeuring voor is, kunnen partijen in vergelijkbare zaken niet door anderen vertegenwoordigd worden in de zittingszaal. Het niet in persoon verschijnen en afleggen van een verklaring kan leiden tot verwerping van het echtscheidingsverzoek. 126 Gezegd kan worden dat het ‘in gemoede overtuigd zijn’ van de rechter wat tevens in artikel 184 TWB genoemd wordt, een grote rol speelt in de gehele echtscheidingsprocedure. Hetzelfde geldt voor partijen die besloten hebben met wederzijdse instemming tot een echtscheiding te komen. Ook zij dienen voor de rechter te verschijnen en gehoord te worden zodat de rechtbank ervan overtuigd is dat elk der partijen uit vrije wil tot echtscheiding heeft besloten.127
124
Aras, B. (2007), p. 162-163 Een gerechtelijke erkentenis is het in een aanhangig geding door een partij uitdrukkelijk erkennen van de waarheid van een of meer stellingen van de wederpartij. 126 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 09.03.2009 gün ve Esas no.: 2008/1912, Karar no.: 2009/4076 127 Aras, B. (2007), p. 163 125
33
4.3.1.1 Voorbeelden uit de jurisprudentie De uitspraken van het Hof van Cassatie sluiten aan bij de tekst van artikel 184 TBW. Op bepaalde punten levert de jurisprudentie duidelijkheid over onderwerpen die niet genoemd worden in dit wetsartikel. In dit artikel wordt niet gesproken over welke stukken in een echtscheidingsprocedure kunnen dienen als bewijsstuk. Volgens de jurisprudentie kunnen diverse stukken als bewijsmiddel functioneren voor het aantonen van de duurzame ontwrichting van het huwelijk. In recente uitspraken wordt aansluiting gevonden bij de moderne technologie. Zo kunnen sms-berichten dienen als bewijsmiddel. Indien de inhoud van deze berichten er ondubbelzinnig op wijst dat partijen niet meer met elkaar wensen samen te leven, of indien de inhoud ervan beledigingen en/of bedreigingen omvat, heeft dit tot gevolg dat de duurzame ontwrichting van het huwelijk is vast komen te staan. In zo een geval kan volgens het hof voorzetting van de samenleving aan de echtgenoten niet meer gevraagd worden. Zodra met ondersteunend en geldig bewijs de aanwezigheid van de elementen uit artikel 166 bewezen kan worden, kan de echtscheiding worden uitgesproken. 128 129 Per casus kan het verschillen op welke manier de duurzame ontwrichting van de huwelijksband wordt bewezen. Naast het bovengenoemde geval kan het bewijs bijvoorbeeld bestaan uit getuigenverklaringen. Deze verklaringen moeten onderbouwen dat is voldaan aan de elementen van artikel 166, eerste alinea. Echter, indien de verklaring niet overtuigend zijn, vaagheden bevatten en onvoldoende bewijs leveren, kan het hof geen beslissing tot echtscheiding wegens duurzame ontwrichting nemen. 130 Een ander bewijsstuk dat in echtscheidingsprocedures mogelijk is, is bijvoorbeeld het doktersrapport om aan te tonen dat er sprake is geweest van fysiek geweld met lichamelijk letsel tot gevolg. 131
4.3.2 Onvoldoende gronden Wanneer er sprake is van huiselijk geweld, beledigingen en schulden en dit allemaal te wijten is aan één partij en dit tevens door middel van verklaringen en bewijsstukken aannemelijk is gemaakt ten overstaan van de rechter, dient deze het verzoek tot echtscheiding op grond van artikel 166 te honoreren. De beslissing van een lagere instantie waarin in een dergelijke casus niet werd overgegaan tot honorering van zulks een verzoek tot echtscheiding, is volgens het hof een onjuiste rechtsopvatting. De motivatie dat de duurzame ontwrichting van het huwelijk in een dergelijk geval onvoldoende aannemelijk is gemaakt daar er te weinig gronden aanwezig zouden zijn voor echtscheiding, is onjuist. Indien er binnen een huwelijk sprake is van geweld, beledigingen en voortdurende schulden, kan volgens het hof van de echtgenoten niet meer gevraagd worden de samenleving voort te zetten en is voldaan aan de elementen van artikel 166, eerste alinea.132
4.3.3 Oude en nieuwe omstandigheden Uit de rechtspraak van het hof blijkt dat alle echtscheidingsverzoeken ingediend vóór de inwerkingtreding van het nieuwe Turkse BW met nummer 4721 op 22.11.2001, beoordeelt dienen te worden aan de hand van de bepalingen uit de oude wet van vóór deze datum. Elke echtscheidingsprocedure zal aan de hand van de op dat tijdstip geldende wettelijke uitgangspunten behandeld moeten worden. Daarnaast kunnen gebeurtenissen die zich voordoen nadat er reeds een beslissing is genomen in een 128
Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 02.05.2011 gün ve Esas no.: 2010/6907, Karar no.: 2011/7439 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 07.07.2009 gün ve Esas no.: 2008/10823, Karar no.: 2009/13449 130 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 02.10.2006 gün ve Esas no.: 2006/13382, Karar no.: 2006/12971 131 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 26.05.2009 gün ve Esas no.: 2008/3919, Karar no.: 2009/9983 132 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 07.05.2009 gün ve Esas no.: 2008/6387, Karar no.: 2009/8980 129
34
echtscheidingsprocedure niet meer met terugwerkende kracht worden meegewogen en de beslissing doen veranderen. Het hof geeft als duidelijk uitgangspunt dat zij een beslissing neemt op basis van de wettelijke bepalingen en omstandigheden die gelden ten tijde van het indienen van het verzoek tot echtscheiding. 133
133
Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 06.10.2005 gün ve Esas no.: 2005/11078, Karar no.: 2005/13637
35
Hoofdstuk 5 Conclusie en aandachtspunten voor de Nederlandse rechtspraktijk Inleiding Krachtens de regels van het Nederlandse internationaal privaatrecht kan de Nederlandse rechtspraktijk zich geconfronteerd zien met vragen over de toepassing van de Turkse echtscheidingsgronden. Een voorbeeld hiervan deed zich voor in een zaak van de Rechtbank Haarlem waarvan de uitspraak gedaan werd op 03.05.2005. In deze zaak werd op het verzoek tot echtscheiding Turks recht van toepassing geacht. De vrouw had een onweersproken keuze gedaan voor toepassing van het Turkse echtscheidingsrecht. Daarnaast hadden de man en de vrouw ieder afzonderlijk van elkaar tijdens de zitting verklaard dat zij wensten dat hun huwelijk door echtscheiding werd ontbonden en dat zij uit vrije wil tot echtscheiding hadden besloten. 134 Sinds 1 januari 2012 wordt in Boek 10 van het BW het Nederlandse internationaal privaatrecht geregeld. 135 Artikel 56 Boek 10 BW bepaalt in het eerste lid dat door het Nederlandse recht wordt bepaald of ontbinding van het huwelijk of scheiding van tafel en bed kan worden uitgesproken en op welke gronden. Het tweede lid van hetzelfde artikel maakt hier een uitzondering op; in sommige gedingen kan het recht van de staat van een gemeenschappelijke vreemde nationaliteit van de echtgenoten worden toegepast. Hiervoor gelden twee voorwaarden te weten: a) de keuze voor dit recht moet een gezamenlijke keuze zijn of een dergelijke keuze van een van de echtgenoten is onweersproken gebleven of b) door een van de echtgenoten is een keuze voor dit recht gedaan en beide echtgenoten hebben een werkelijke maatschappelijke band met het land van die gemeenschappelijke nationaliteit. Tot slot bepaalt het derde lid dat de rechtskeuze uitdrukkelijk moet zijn gedaan of dit anderszins voldoende duidelijk moet blijken uit de in het verzoekschrift of verweerschrift gebruikte bewoordingen. In de praktijk van het Turkse echtscheidingsrecht komt een beroep op de algemene echtscheidingsgrond (artikel 166) het meest voor. Als men kijkt naar deze algemene echtscheidingsgrond van de duurzame ontwrichting en de toepassing hiervan in de Turkse rechtspraak, zijn er een aantal aandachtspunten te noemen die de Nederlandse rechtspraktijk in acht moet nemen wanneer zij zichzelf geconfronteerd ziet met dergelijke procedures. Dit is van belang voor de erkenning van de echtscheidingsbeschikking in Turkije. Van de Nederlandse rechtspraktijk vergt dit een juiste uitleg en interpretatie van het echtscheidingsrecht. Thans zijn in de vorige hoofdstukken de historische ontwikkeling van de echtscheidingsgronden, de huidige echtscheidingsgronden in het Turkse echtscheidingsrecht, het Turkse echtscheidingsprocesrecht in het bijzonder in relatie tot artikel 166 TBW en de uitleg en toepassing van de algemene echtscheidingsgrond aan bod gekomen. Dit hoofdstuk is gewijd aan de beantwoording van de hoofdvraag van dit onderzoek. Uit het onderzoek en de belangrijkste conclusies volgen in het tweede deel van dit hoofdstuk de aandachtspunten die de Nederlandse rechter in acht moet nemen bij de toepassing van de Turkse algemene echtscheidingsgrond ex artikel 166 TBW, de duurzame ontwrichting van de huwelijksband. Hiermee wordt er een antwoord gegeven op de centrale vraag van deze scriptie.
5.1 Belangrijkste conclusies Uit de bestudering van het Turkse echtscheidingsrecht blijkt dat het gezin in de Turkse samenleving een bijzondere en belangrijke plaats inneemt. Al ten tijde van het Ottomaanse Rijk werd de familie-eenheid
134 135
Rb. Haarlem 3 mei 2005, LJN AT 6861 Wet van 19 mei 2011, Stb. 272
36
gezien als de meest primaire eenheid binnen de samenleving. Dit heeft later zijn weerklank gevonden in de Turkse constitutie, waarin de staat belast is met het beschermen van de familie-eenheid, met speciale aandacht voor de positie van de moeder en het kind. Maar ook in lagere wetgeving zijn bepalingen omtrent het gezin te vinden. Ondanks dat er steeds meer ontwikkelingen zijn in de Turkse samenleving waarin de rol van de vrouw gelijk is aan die van de man, blijft het een masculien land. Het is dan ook een goede zaak dat beschermende bepalingen ten behoeve van de vrouw verankerd zijn in de wetgeving. Het Turkse echtscheidingsrecht heeft sinds het Ottomaanse recht veel hervormingen hebben doorgemaakt. Na de val van het Ottomaanse Rijk werden islamitische elementen in de loop van tijd uit het recht geëlimineerd. Gelijkheid tussen de echtgenoten werd een centraal punt in het moderne echtscheidingsrecht. Bij de laatste hervormingen in 2002 vond een herschikking van het Turkse Burgerlijk Wetboek plaats. Daarvoor werden in 1988 de duurzame ontwrichting en echtscheiding op basis van wederzijdse instemming geïntroduceerd. Hiermee werd door de wetgever een antwoord gegeven op de vraag van de Turkse gemeenschap in het buitenland, die problemen ondervonden met de erkenning van hun buitenlandse echtscheidingsbeschikkingen in Turkije. Met deze aanpassingen werd de mogelijkheid voor echtscheiding vergemakkelijkt en het beroep op schuld te verkleind. De eis dat een verzoek tot echtscheiding alleen open stond voor de schuldloze echtgenoot werd opgeheven. De vraag naar de mate van schuld speelt een rol in de hedendaagse Turkse echtscheidingsprocedures op grond van artikel 166 TBW. Indien een der echtgenoten een grotere mate van schuld aan de ontwrichting kan worden verweten en hiermee de persoonlijkheidsrechten van de andere echtgenoot zijn aangetast, kan dit op basis van artikel 174 TBW een grond leveren voor het toekennen van een immateriële schadevergoeding. De Turkse wetgever heeft samen met de invoering van de duurzame ontwrichting als echtscheidingsgrond de discretionaire ruimte van de rechter beoogd in te perken. Daar waar een beoordeling en invulling over het vermoeden van de duurzame ontwrichting voorheen aan de rechter toe kwam, wordt deze beoordeling tegenwoordig overgelaten aan de echtgenoten. Hiermee heeft er een verschuiving plaatsgevonden van een objectieve invulling door de rechter naar een subjectieve invulling van het begrip duurzame ontwrichting door de partijen. In de rechterlijke uitspraken verschilt het per casus wat er verstaan wordt onder een duurzame ontwrichting van het huwelijk. De kern is dat indien een echtgenoot of beide echtgenoten het huwelijk ondraaglijk acht (subjectief), de duurzaamheid van de ontwrichting met behulp van ondersteunend bewijs (objectief) moet worden aangetoond. Ondanks de beperking van de discretionaire ruimte van de rechter ten aanzien van het vermoeden van duurzame ontwrichting, komt het in de jurisprudentie geregeld voor dat een echtscheidingsverzoek wordt afgewezen met de motivering dat de duurzame ontwrichting onvoldoende is aangetoond. De toets die de duurzame ontwrichting van de huwelijksband moet doorstaan is zwaar. Dit blijkt tevens uit het feit dat de rechter in gemoede overtuigd moet zijn van de duurzame ontwrichting. Dit brengt eisen met zich mee voor de bewijsvoering. In artikel 184 TBW beschikt de rechter over een aantal bijzondere bevoegdheden ten aanzien van de aangevoerde bewijsmiddelen in een echtscheidingsprocedure. Tegelijk met de invoering van de duurzame ontwrichting als algemene echtscheidingsgrond werd in de derde alinea van hetzelfde wetsartikel echtscheiding op basis van wederzijdse instemming mogelijk. De 37
wet noemt de verplichtingen waaraan moet worden voldaan wil er een echtscheiding op basis van wederzijdse instemming uitgesproken kunnen worden. De rechter speelt een grote rol bij deze vormen van echtscheiding. Vereist is dat de rechter de partijen hoort teneinde de vrije wil tot echtscheiding vast te stellen. Het is niet geoorloofd tot een echtscheiding te komen indien partijen niet voldoen aan de wettelijke verplichtingen of wanneer de rechter de partijen niet op de juiste manier persoonlijk gehoord heeft. Mocht dit toch het geval zijn, dan zullen buitenlandse echtscheidingsbeschikkingen die op deze manier tot stand zijn gekomen problemen ondervinden bij de erkenning in Turkije. De wetgever had voor ogen dat het afzonderlijk in persoon horen van de partijen moest uitsluiten dat de vrouw door de man gedwongen werd tot echtscheiding op basis van een wederzijdse instemming. De algemene echtscheidingsgrond en de bijzondere echtscheidingsgronden zijn in de jurisprudentie nauw met elkaar verbonden. Wanneer de algemene echtscheidingsgrond wordt aangevoerd in samenhang met een van de bijzondere echtscheidingsgronden, levert dit in de rechtspraak in principe geen bezwaren op. Een bijzondere echtscheidingsgrond kan leiden tot duurzame ontwrichting waardoor een verzoek tot echtscheiding op basis van artikel 166 mogelijk is. Hierop worden twee uitzonderingen gemaakt. De eerste uitzondering betreft de bijzondere echtscheidingsgrond van verlating (artikel 164 TBW). Hierbij is vooral van belang dat er geen misbruik van recht wordt gemaakt. Om deze reden is het niet mogelijk echtscheiding te verzoeken op grond van verlating in samenhang met de duurzame ontwrichting (artikel 166 TBW). Een andere uitzondering is artikel 165 TBW, de geestelijke stoornis. Indien er sprake is van een geestelijke stoornis bij een van de echtgenoten kan de echtscheiding alleen uitgesproken worden op grond van artikel 165 TBW. Een echtscheidingsverzoek op grond van de duurzame ontwrichting is in deze gevallen onmogelijk. Tot slot blijkt zowel uit de literatuur als de jurisprudentie dat artikel 166 TBW nauw verbonden is met artikel 185 TBW. De ratio is, dat het niet naleven van artikel 185 TBW kan leiden tot een ongelukkig huwelijk en daarmee een duurzame ontwrichting tot gevolg kan hebben. In de rechtspraak wordt aangenomen dat het huwelijk duurzaam ontwricht kan raken door de niet-nakoming van de verplichtingen die ontstaan door het aangaan van een huwelijk. Dit betekent dat een schending van artikel 185 TBW kan leiden tot een gegrond verzoek tot echtscheiding op basis van artikel 166. En gezegd kan worden dat in deze gevallen artikel 166 en artikel 185 in elkaars verlengde liggen en met elkaar verbonden zijn.
5.2 Beantwoording van de hoofdvraag en aandachtspunten voor de Nederlandse rechter Naar de beantwoording van de centrale vraag: ‘Welke punten dient de Nederlandse rechter in acht te nemen bij toepassing van de Turkse algemene echtscheidingsgrond van de duurzame ontwrichting van de huwelijksband ex artikel 166 TBW?’ is in dit onderzoek stapsgewijs toegewerkt. Voor een juiste toepassing en interpretatie van het Turkse echtscheidingsrecht is in deze scriptie een beeld geschetst van de historische ontwikkelingen en hervormingen die de echtscheidingsgronden hebben doorgemaakt tot een weergave van het huidige Turkse echtscheidingsrecht in ‘the books’ en ‘the law in action’. Hieronder volgen per onderwerp de belangrijkste aandachtspunten waar de Nederlandse rechter op dient te letten bij de toepassing van de algemene echtscheidingsgrond, de duurzame ontwrichting.
5.2.1 Belemmeringen voor erkenning Voor een geldige echtscheidingsbeschikking naar Turks echtscheidingsrecht is het vereist dat deze in overeenstemming is met de wet. Daarom dient de rechter de partijen persoonlijk te horen. De Turkse 38
jurisprudentie beschikt over voorbeelden waarin partijen vertegenwoordigd werden door een derde, en het echtscheidingsverzoek van partijen om deze reden werd afgewezen. Met betrekking tot een echtscheidingsverzoek op grond van de duurzame ontwrichting van de huwelijksband op basis van een wederzijdse instemming tussen partijen speelt het persoonlijke horen en verschijnen van de partijen een belangrijke rol. Het persoonlijk horen is een wettelijke verplichting die zowel uit artikel 184 als uit artikel 166 TBW volgt. Daarnaast heeft het persoonlijk horen en verschijnen tijdens de zitting en de rechterlijke tussenkomst tevens een beschermende functie. Tijdens het horen dient de rechter zich er van te vergewissen dat er door de man geen druk op de vrouw is uitgeoefend om tegen haar wil akkoord te gaan met een echtscheiding op basis van wederzijdse instemming. De rechter moet alert zijn op misbruik van de wederzijdse instemming. Indien er geen sprake blijkt te zijn van een wederzijdse instemming blijft de mogelijkheid tot echtscheiding op grond van duurzame ontwrichting van de huwelijksband ontstaan, daar een dergelijk verzoek ook eenzijdig ingediend kan worden. Uiteraard dient dan op een andere wijze, middels bewijsstukken, aangetoond te worden dat de huwelijksband zo ernstig is ontwricht dat voortzetting van de samenleving van de echtgenoten niet meer gevraagd kan worden.
5.2.2 Gevolgen van de echtscheiding Met betrekking tot een echtscheiding op grond van duurzame ontwrichting waarin sprake is van een wederzijdse instemming, staat de rechter bijzondere bevoegdheden ter beschikking. In de wet wordt op een heldere wijze de voorwaarden genoemd waaraan partijen dienen te voldoen. Een van de voorwaarden is, dat de echtgenoten in onderling overleg en overeenstemming regelingen treffen over de financiële gevolgen van hun echtscheiding en de gevolgen hiervan voor hun eventuele kinderen. De rechter moet er op toezien dat de echtgenoten uitdrukkelijk en onweerlegbaar instemmen met de gehele inhoud van het opgestelde protocol en/of convenant. Daarnaast moet de rechter oordelen of de getroffen regelingen uit het convenant passend zijn. Indien dit niet zo is, kan de rechter wijzigingen aanbrengen of de partijen voorzien van advies. Met de wijzigingen moeten de partijen uitdrukkelijk en onweerlegbaar instemmen. Overeenkomsten inzake de gevolgen van de echtscheiding in een echtscheidingsprocedure zijn alleen rechtsgeldig wanneer de rechter deze heeft goedgekeurd. Indien er sprake is van een echtscheiding op basis van een wederzijdse instemming komt de rechter aldus veel beoordelingsvrijheid- en ruimte toe. Uit de tekst komt naar voren dat met de actieve inmenging van de rechter bij de inhoud van de getroffen regelingen, zwakkere partijen zoals de vrouw en minderjarige kinderen door de rechter beschermt dienen te worden. Aldus dient de rechter deze bevoegdheden mede aan te wenden om er op toe te zien dat er sprake is van een evenredige en evenwichtige situatie in de overeengekomen regelingen. De rechter dient bij de beoordeling van de inhoud van de regelingen in ieder geval aansluiting te vinden bij de artikelen 174 tot en met 182 TBW die geweid is aan ‘schadevergoeding en levensonderhoud bij echtscheiding’.
5.2.3 Duurzame ontwrichting van de huwelijksband De huidige tekst van artikel 166 TBW is helder geformuleerd, maar een concrete invulling over welke gedragingen en handelingen de duurzame ontwrichting van de huwelijksband tot gevolg hebben ontbreekt. De rechter moet bij het beoordelen of er daadwerkelijk sprake is van een duurzame ontwrichting, rekening houden met de sociale en culturele context van het echtpaar. Wat binnen het ene huwelijk een duurzame ontwrichting tot gevolg kan hebben, hoeft niet in dezelfde mate te gelden voor een ander huwelijk. De invulling ervan is sterk casuïstisch bepaald. Bij de beoordeling dient de rechter 39
rekening te houden met de persoonlijk, culturele en religieuze opvattingen van de partijen. Tevens kunnen opvattingen uit de gemeenschap waarvan het echtpaar deel uitmaakt beslissend zijn voor de beantwoording van de vraag of er in een casus al dan niet gesproken kan worden van een duurzame ontwrichting. Wegens deze reden is het onmogelijk vooraf een vaste invulling van dit begrip vast te stellen, omdat dit in de praktijk ontoereikend zal blijken. Een ander belangrijk punt is, dat het in Turkse rechterlijke uitspraken niet ongebruikelijk is dat een echtscheidingsverzoek op grond van duurzame ontwrichting geweigerd worden. De rechter dient te toetsen of in geval van gezondheidsproblemen of andere klachten met betrekking tot het lichaam van de partner er een bereidheid is voor behandeling. En of behandeling van de klachten überhaupt mogelijk is. Daarnaast mag er geen twijfel over bestaan dat deze klachten de enige reden zijn voor de duurzame ontwrichting van het huwelijk. Het is de rechter toegestaan partijen een bedenktijd (scheiding van tafel en bed) te gunnen indien hij van mening is dat er een kans op verzoening bestaat en het huwelijk niet duurzaam is ontwricht. Uit de verklaringen van de partijen en alle aangevoerde bewijsstukken moet immers volgen dat de ontwrichting van de huwelijksband zo ernstig is, dat herstel ervan niet meer mogelijk is en een voortzetting van de samenleving van partijen niet langer gevraagd kan worden. Dus de rechter moet er zeker van zijn dat geen enkele mogelijkheid meer openstaat alvorens te oordelen dat er sprake is van een duurzame ontwrichting. Is dit niet het geval, dan vergt het Turkse echtscheidingsrecht van de Nederlandse rechter dat deze niet overgaat tot het toekennen van het echtscheidingsverzoek.
5.2.4 Actieve houding Sinds de hervormingen van de wetgever in 1988 heeft men een actieve rol van de rechter in de echtscheidingsprocedures voor ogen gehad. De discretionaire ruimte met betrekking tot het beslissen over het vermoeden van duurzame ontwrichting is dan wel afgenomen, maar het enkele oordeel van de echtgenoten dat het huwelijk duurzaam is ontwricht op grond van artikel 166 is onvoldoende om over te kunnen gaan tot echtscheiding. Middels verklaringen van partijen en het aanleveren van bewijsmiddelen tijdens de zitting dient de duurzame ontwrichting aan de rechter bewezen te worden. De rechter moet er van overtuigd zijn dat voortzetting van de samenleving niet langer van de echtgenoten gevraagd kan worden. De rechter is daarom vrij in het beoordelen van het bewijs. De rechter moet in gemoede overtuigd zijn van de aangevoerde feiten. Indien dit niet het geval is kan hij de duurzame ontwrichting niet bewezen achten en moet het verzoek tot echtscheiding afgewezen worden. De actieve houding van de rechter geldt niet alleen ten aanzien van het bewezen achten van de duurzame ontwrichting. Het geldt tevens voor het bepalen van de mate van de schuld van de partijen aan de ontwrichting van het huwelijk.
5.2.5 Immateriële schadevergoeding In veel rechterlijke uitspraken wordt samen met het beslissen over de echtscheiding op grond van duurzame ontwrichting een beslissing gegeven over het toekennen van een immateriële schadevergoeding. Het is aan de rechter om te bepalen welke van de partijen meer schuld heeft aan de duurzame ontwrichting van het huwelijk. De rechter moet toetsen of er zaken zijn die de verdeling van de schuld tussen de echtgenoten kan beïnvloeden. De aanwezigheid van een bijzondere echtscheidingsgrond beïnvloedt de verdeling. De achterliggende vraag hierbij is, welk aandeel hebben de echtgenoten gehad op het ontstaan van de duurzame ontwrichting van het huwelijk. Vervolgens moeten de gedragingen van de meer schuldige echtgenoot de andere echtgenoot in zijn/haar persoonlijkheidsrechten hebben geschaad (artikel 174 TBW). Dit is een verplichte eis om aanspraak te kunnen maken op immateriële 40
schadevergoeding. Een punt in dit geheel die van belang is voor de Nederlandse rechter is, dat van oudsher in de uitspraken van het Turkse Hof van Cassatie een lijn te herkennen is waaruit blijkt dat er voor de verdeling van de schuld een aantal algemene aanknopingspunten gelden. De Turkse jurisprudentie vergt van de Nederlandse rechter rekening te houden met de sociale en culturele omgeving waarin het echtpaar verkeert. Handelingen die in strijd zijn met de regels die in het maatschappelijke verkeer gelden, kunnen de mate van schuld beïnvloeden. Aldus is de schuld een open norm waarover de rechter zich per casus dient te buigen en de invulling afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. Naast het bovenstaande komt tevens de vaststelling van de hoogte van de schadevergoeding aan bod bij de behandeling van het verzoek tot echtscheiding. Voor dit onderdeel gelden een aantal algemene uitgangspunten uit de rechtspraak die de Nederlandse rechter aan kan grijpen voor de vaststelling van de hoogte van de schadevergoeding. Door de rechter dient een berekening gemaakt te worden op basis van de socio-economische omstandigheden waarin de echtgenoten verkeren, het wel of niet hebben van een vast inkomen, het eventueel zorg dragen voor kinderen en het hebben van bezittingen zoals een woning of een stuk grond. De Turkse rechter hanteert geen transparant berekeningsmodel voor de toekenning van schadevergoeding. Dit maakt het voor de Nederlandse rechter onduidelijk hoe de hoogte van een dergelijke schadevergoeding vastgesteld wordt. In de praktijk kan dit leiden tot ongelijke uitkomsten. Wellicht kan ten behoeve van de Nederlandse en Turkse rechters een rekenprogramma ontwikkeld worden waaruit op een transparante wijze de hoogte van de schadevergoeding naar voren komt.
5.2.6 Onmogelijk herstel van de huwelijkseenheid Indien de bijzondere ontbinding van het huwelijk uit artikel 166, laatste alinea TBW zich voordoet gelden er afwijkende punten van aandacht voor de rechter. Deze verschilt van de manier waarop de rechter de duurzame ontwrichting gewoonlijk toetst. Wanneer de rechter zich geconfronteerd ziet met de situatie waarin een op grond van één van de echtscheidingsgronden ingesteld echtscheidingsverzoek is afgewezen en sinds het tijdstip waarop deze beslissing in kracht van gewijsde is gegaan een termijn van drie jaar verlopen is, en herleving van de samenleving [in die periode] om welke reden dan ook niet mogelijk is geweest, wordt de huwelijksband geacht duurzaam te zijn ontwricht. Vervolgens kan de rechter op verzoek van een der echtgenoten beslissen tot echtscheiding. Indien deze situatie zich voordoet, dient de rechter het bewijs van de duurzame ontwrichting van het huwelijk aan te merken als onweerlegbaar. Deze bijzondere mogelijkheid tot ontbinding van het huwelijk staat open voor beide echtgenoten. In dergelijke zaken kan de rechter het verzoek worden voorgelegd tot toekenning van een immateriële schadevergoeding. De rechter kan deze alleen toekennen indien er in de periode van drie jaar sprake is geweest van een aantasting van persoonlijkheidsrechten in de zin van artikel 174 TBW.
41
Bronnenlijst Literatuur Ansay, T., Wallace, Jr, D., Introduction to Turkish Law, Kluwer: 1996 Bulut, H., Aile Hukukunda Bosanma Davalari ve Yabanci Unsurlu Davalar, 2007 Gençcan, Ö.U., Aile Mahkemeleri Davalari, Yetkin Yayınları: 2012 Köseoglu, B. en Kocaaga, K., Aile Hukuku ve Uygulamasi, 2011 Örücü, E. en Coyle, S. (eds.), Turkey: change under pressure, in Legal Systems: Mixed and Mixing, Kluwer Law International, 1996 Van der Velden, F.J.A., Ibili, F., Turks personen- en familierecht in de Nederlandse rechtspraktijk; Verslag van het symposium gehouden op 16 december 2010, Kluwer 2011 Artikelen Aras, B., Aile Mahkemelerinde Yargilama Usulü, Ankara Barosu Dergisi, Yil: 65, Sayi:2, Bahar 2007, 158-178 Maydaer, S., Klâsik Dönem Osmanlı Toplumunda Boşanma (Bursa Şer’iyye Sicillerine Göre), T.C. ULUDAĞ ÜNİVERSİTESİ İLÂHİYAT FAKÜLTESİ DERGİSİ (Universiteitstijdschrift van de Uludag Universiteit te Turkije), Jaargang: 16, Nummer: 1, 2007 Örücü, E., J. Mair (eds.), Turkish Family Law facing the principles of European Family Law, Juxtaposing Legal Systems and the Principles of European Family Law on Divorce and Maintenance, Series: European Family Law (17) , 2007 Örücü, E., TURKEY; Family law enters the new century, Uit: A. Bainham (ed), The International Survey of Family Law (2004) Örücü, E., Recent developments in Turkish family law, Recht van de Islam 21 (2004) Örücü, E., Turkish divorce law, Migrantenrecht 1996/2 Örücü, E., Turkish Family Law: A New Phase, Journal of Family Law, Volume 30, Number 2, 1991-92 Pamuk, B., Conditional Divorce in Ottoman society: A case from seventeeth-centuy Erzurum, Winter / 2008, Number 44 van der Velden, F.J.A., & Ibili, F., Turks echtscheidingsrecht, EB 2009, p. 46-52
42
Yildirim, S., Aftermath of a Revolution: A case study of Turkish Family Law, Westlaw, 17 Pace International Law Review 347, Fall 2005
Onderzoeksrapporten Battal, A., Bosanma Sebepleri; Bilimsel Arastirma Projesi Uygulama Sonuclari, Akademik Dayanisma Arastirma ve Gelistirme Vakfi, Basi: Oktober 2008 T.C. Basbakanlik Aile ve Sosyal Arastirmalar Genel Mudurlugu, Bosanma Nedenleri Arastirmasi, Ankara, Maart 2009
Yargitay (Hof van Cassatie) uitspraken 2013 Yargitay Hukuk Genel Kurulu’nun 16.01.2013 gün ve Esas no.:2012/2-686, Karar no.: 2013/67 2012 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 28.11.2012 gün ve Esas no.: 2012/8977, Karar no.: 2012/28582 Yargitay 3. Hukuk Dairesi’nin 10.09.2012 gün ve Esas no.: 2012/12540, Karar no.: 2012/18375 Yargitay Hukuk Genel Kurulu’nun 04.07.2012 gün ve Esas no.: 2012/117, Karar no.: 2012/445 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 02.05.2012 gün ve Esas no.: 2012/4824, Karar no.: 2012/11556 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 04.04.2012 gün ve Esas no.:2011/12515, Karar no.: 2012/8283 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 12.03.2012 gün ve Esas no.: 2011/7001, Karar no.: 2012/5380 2011 Yargitay 2.Hukuk Dairesi’nin 14.11.2011 gün ve Esas no.: 2010/18272, Karar no.: 2011/18292 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 05.10.2011 gün ve Esas no.: 2010/13905, Karar no.: 2011/14908 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 20.06.2011 gün ve Esas no.: 2010/9592, Karar no.: 2011/10891 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 02.05.2011 gün ve Esas no.: 2010/6907, Karar no.: 2011/7439 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 03.03.2011 gün ve Esas no.: 2010/1651, Karar no.: 2011/3217 2010 Yargitay Hukuk Genel Kurulu’nun 22.12.2010 gün ve Esas no.: 2010/636, Karar no.: 2010/680 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 21.12.2010 gün ve Esas no: 2009/17433, Karar no.: 2010/21602 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 21.10.2010 gün ve Esas no.: 2009/16080, Karar no.: 2010/17409 2009 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 09.11.2009 gün ve Esas no.: 2009/16450, Karar no.: 2009/19112 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 07.07.2009 gün ve Esas no.: 2008/10823, Karar no.: 2009/13449 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 26.05.2009 gün ve Esas no.: 2008/3919, Karar no.: 2009/9983 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 07.05.2009 gün ve Esas no.: 2008/6387, Karar no.: 2009/8980 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 09.03.2009 gün ve Esas no.: 2008/1912, Karar no.: 2009/4076
43
2008 Yargitay Hukuk Genel Kurulu’nun 15.07.2008 gün ve Esas no.: 2008/9911, Karar no.: 2008/10567 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 12.03.2008 gün ve Esas no.: 2007/3512, Karar no.: 2008/3245 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin Esas no.: 2008/20278, Karar no.: 2010/1423 2007 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 24.05.2007 gün ve 2006/19867 – 2007/8714 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 01.05.2007 gün ve 2006/11958 – 2007/7198 2006 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 02.10.2006 gün ve Esas no.: 2006/13382, Karar no.: 2006/12971 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 27.03.2006 gün ve 2005/19608-4172 2005 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 06.10.2005 gün ve Esas no.: 2005/11078, Karar no.: 2005/13637 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 13.06.2005 gün ve Esas no.: 2005/7570, Karar no.: 2005/9019 Yargitay Hukuk Genel Kurumu’nun 13.04.2005 gün ve 208-262 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 14.02.2005 gün ve 17021-1915 2004 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 01.12.2004 gün ve Esas no.: 2004/13099, Karar no.: 2004/14288 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 06.07.2004 gün ve 6238-9050 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 19.04.2004 gün ve 3976-4994 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 08.04.2004 gün ve 3628-4542 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 18.03.2004 gün ve 2001-3479 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 19.02.2004 gün ve 1034-1881 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 12.02.2004 gün ve 477-1542 2003 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 25.06.2003 gün ve 8534-9491 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 11.06.2003 gün ve 7622-8658 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 02.06.2003 gün ve 7228-8048 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 10.04.2003 gün ve 4227-5189 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 24.03.2003 gün ve 2609-4066 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 20.03.2003 gün ve 2785-3900 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 19.03.2003 gün ve 2497-3830 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 27.02.2003 gün ve 1310-2568 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 24.02.2003 gün ve 771-2348 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 20.02.2003 gün ve 2002/2193-573 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 18.02.2003 gün ve 669-2009 1993 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 05.07.1993 gün ve 6391-6920
44
1990 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 23.10.1990 gün ve 7962-5801 1989 Yargitay 2. Hukuk Dairesi, 02.11.1989 gün ve 6979/8890 1988 Yargitay 4. Hukuk Dairesinin 13.09.1988 gün ve 4147 – 7408 1985 Yargitay 4. Hukuk Dairesi’nin 14.11.1985 gün ve 7369 – 9399 1984 Yargitay 4. Hukuk Dairesi’nin 02.10.1984 gün ve 6238 – 7225 1978 Yargitay Ictihadi Birlestirme Buyuk Genel Kurulu’nun 07.03.1978 gün ve 5-6 s 1976 Yargitay 2. Hukuk Dairesi’nin 01.03.1976 gün ve 1414-1767 1971 Yargitay Hukuk Genel Kurumu’nun 15.12.1971 gün ve 26-746
Rechtbank Rb. Haarlem 3 mei 2005, LJN AT 6861
Wetteksten Boek 10 Burgerlijk Wetboek Wet van 19 mei 2011, Staatsblad 272 Nederlandse vertaling van het Turks Burgerlijk Wetboek van F.J.A.van der Velden & F. Ibili, Kluwer 2010 T.C. Anayasasi (Turkse Grondwet) Turk Medeni Kanunu (Turkse BW) Aile Mahkemelerinin Kurulus, Görev ve Yargilama Usullerine Dair Kanun (Wet op de Familierechtbanken)
45
Websites http://www.turksrecht.org/ Officiële website van het Turkse parlement: http://www.tbmm.gov.tr/develop/owa/tbmm_internet.anasayfa Turkse tegenhanger van de Staatscourant, ‘Resmi Gazete’: http://www.resmigazete.gov.tr
Overige Landelijke werkgroep Mudawannah, Türk Medeni Kanunu: Informatie over het Turks en Nederlands (familie)recht, Van de Garde/Jémé, Eindhoven: Augustus 2009 Vindplaats: http://www.steunremigranten.nl/art/uploads/files/Turk%20Medeni339TNL.pdf
46