De toekomst van online opvoedingsondersteuning Perspectieven vanuit de kenniskring
© 2013 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. Dit rapport werd (mede) mogelijk gemaakt door: Gerco Buijk Adviseur bij Alares Annelies Cozijnsen Senior adviseur bij Spectrum, partner met elan Anouk Jocker Regio coördinator Public Health opvoedingsondersteuning bij GGD Twente Christa Nieuwboer Docent/onderzoeker Fontys Hogeschool Pedagogiek Promovenda Universiteit van Amsterdam Annemiek Postma Programmamanager Jeugd NIM Maatschappelijk Werk Kelly de Vries Jeugdzorgwerker, expert op het gebied van sociale media. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Bureau Jeugdzorg Limburg Janni Zopfi Combinatie Jeugdzorg Auteur(s) Mieke Vergeer en Niels Zwikker
Nederlands Jeugdinstituut Catharijnesingel 47 Postbus 19221 3501 DE Utrecht Telefoon 030 - 230 63 44 Website www.nji.nl E-mail
[email protected] en
[email protected]
2
Inhoudsopgave Inleiding: waarom dit document?.............................................................................................................. 4 1. Verkenning van de toekomst via instellingen........................................................................................ 5 Stelling 1: Actief oppakken ..................................................................................................................... 5 Stelling 2: Booming online ondersteuning ............................................................................................ 5 Stelling 3: Professioneler en methodischer ........................................................................................... 6 Stelling 4: Uitwisseling tussen ouders ................................................................................................... 6 Stelling 5: Online ondersteuning als vast onderdeel van opvoedondersteuning ................................ 7 2. Wat brengt online opvoedingsondersteuning? ..................................................................................... 8 Aansprekende vormen ............................................................................................................................ 8 Eigen kracht en preventief...................................................................................................................... 8 Eigen regie ............................................................................................................................................... 9 Efficiënter: meer met minder ................................................................................................................. 9 3. Wat is er nodig om online opvoedingsondersteuning goed vorm te geven? ...................................... 11 Professioneel ..........................................................................................................................................11 De juiste benadering .............................................................................................................................. 11 Samenhang tussen de online initiatieven ............................................................................................ 12 Kennis delen .......................................................................................................................................... 12 Implementatie van online opvoedingsondersteuning ........................................................................ 13
3
Inleiding: waarom dit document? Centra voor Jeugd en Gezin, GGD-en, instellingen voor Jeugd & Opvoedhulp en jeugd-GGZinstellingen maken al enkele jaren gebruik van online opvoedingsondersteuning: het ondersteunen van ouders met digitale middelen. Via online communicatiemiddelen brengen opvoedondersteuners opvoedvragen in kaart en bieden informatie, advies en ondersteuning. Denk daarbij aan mail, chat, videobellen, online trainingen, fora, Apps en Serious Games. Naarmate steeds meer organisaties met online opvoedingsondersteuning aan de slag gaan, neemt de verspreiding en (door)ontwikkeling toe. Hoogste tijd om pas op de plaats te maken: waar staan we nu en waar willen we naar toe? Om hier een antwoord op te geven heeft het Nederlands Jeugdinstituut in het najaar van 2013, zes deskundigen, vanuit onderwijs, advies en praktijk, uit de Kenniskring Online opvoedingsondersteuning geïnterviewd. Deze notitie brengt hun beelden over de toekomst van online opvoedingsondersteuning samen. Bij elke nieuwe ontwikkeling bestaat nog geen vastomlijnd idee of visie over wat de juiste koers is. De meningen van de geïnterviewde deskundigen verschillen dan ook af en toe van elkaar. In deze notitie geven we een overzicht van de verschillende perspectieven. Met deze publicatie hopen we een eerste aanzet te geven tot het nadenken over een algemeen en gedragen visie op de toekomst van online opvoedingsondersteuning in Nederland. Deze notitie bestaat uit drie delen. We beginnen met het verkennen van de toekomst van online opvoedingsondersteuning aan de hand van kritische stellingen. Daarna gaan we in op de huidige overwegingen om voor online opvoedingsondersteuning te kiezen en tot slot benoemen we wat er (nog) nodig is om online opvoedingsondersteuning een blijvende plek te geven in het hulpverleningsaanbod. Over de Kenniskring Online Opvoedingsondersteuning De Kenniskring Opvoedingsondersteuning richt zich op het delen, expliciet omschrijven, ontwikkelen en verspreiden van kennis op het brede terrein van opvoedingsondersteuning. Op die manier hopen wij de kennis en competenties van professionals en beleidsmakers te vergroten, zodat de kwaliteit van online opvoedingsondersteuning verder toeneemt. Online opvoedingsondersteuning is een van de onderwerpen die regelmatig op de agenda staat. In 2011 legde de kenniskring zich voor het eerst toe op de online mogelijkheden voor het bieden van opvoedingsondersteuning. Dit heeft geresulteerd in de notitie: Competenties en randvoorwaarden voor online opvoedingsondersteuning (2011) en een checklist competenties online opvoedondersteuning. De Kenniskring heeft 12. leden, afkomstig vanuit beleid, onderzoek, advies en praktijk.
4
1. Verkenning van de toekomst via instellingen Om zicht te krijgen op de kansen voor het verbeteren van online opvoedingsondersteuning heeft het Nederlands Jeugdinstituut de zes deskundigen gevraagd een stelling te formuleren. De afzonderlijke stellingen zijn becommentarieerd door de andere leden van de Kenniskring Online opvoedingsondersteuning.
Stelling 1: Actief oppakken Online opvoedingsondersteuning moeten we in 2014 (en verder) actief aanpakken, anders sterft het een zachte dood. Het merendeel van de deskundigen verwacht niet dat online opvoedingsondersteuning een zachte dood gaat sterven. De meningen lopen echter uiteen over waarom dit niet het geval zal zijn. “Nee, online opvoedingsondersteuning zal nooit een zachte dood sterven. De professionele online ondersteuning wordt gewoon ingehaald door commerciële initiatieven. Urgentie en verantwoordelijkheid pakken horen eigenlijk bij elkaar.” “Tja, op zich is de urgentie er wel: zowel opvoedingsondersteuning als een veel sterkere eerstelijns advisering staat op het programma van instellingen. Het is alleen net alsof het ontbreekt aan de fantasie om daar dan ook echt werk van te maken. Er wordt enorm zwaar ingezet op de vorm (bijv. het Centrum voor Jeugd en Gezin) en niet op de inhoud. Toch zijn er wel veel stemmen die opgaan voor een transformatie parallel aan de transitie en dat is hoopvol. Innovators moeten laten zien welke tools er voor online opvoedingsondersteuners al echt zijn en direct gebruikt kunnen worden.” “De kracht van online opvoedingsondersteuning in brede zin is dat ouders en opvoeders er zelf actief naar op zoek kunnen gaan, zonder er een professional (in de eerste fase) bij te betrekken. Vragen over opvoeden zijn van alle tijden en blijven bestaan. Maar hoe zoeken ouders naar antwoorden en waarop wil de professionele ondersteuning gevonden worden? Een blended benadering, waarin online en offline activiteiten elkaar aanvullen, is dan het meest kansrijk.”
Stelling 2: Booming online ondersteuning Online opvoedingsondersteuning wordt in 2014 booming omdat de samenleving vraagt om eigen kracht en ICT-toepassingen dit steeds beter mogelijk maken. Op deze stelling lopen de meningen uiteen. In de toekomst zal ondersteuning steeds meer ingericht worden om de eigen kracht van mensen te versterken. Gelijktijdig komen er steeds meer handige en leuke tools en Apps om online de eigen zorg vorm te geven. Alle deskundigen verwachten wel een toename van online opvoedingsondersteuning, maar of er sprake van een explosieve groei zal zijn, is nog niet zeker. “Het is de vraag of online opvoedingsondersteuning booming gaat worden. We ontkomen er niet aan om de ondersteuning online aan te bieden. Daarnaast blijft het reguliere “face-to-face” contact natuurlijk ook belangrijk. Er zullen allerlei middelen beschikbaar zijn en als je online opvoedingsondersteuning heel breed opvat dan zullen ook allerlei commerciële partijen online diensten gaan aanbieden aan ouders. Het gevaar is dat de professionele opvoedingsondersteuning hier een paar jaar achteraan hobbelt.”
5
“Online opvoedingsondersteuning zal zeker toenemen, net zoals de verschillende online mogelijkheden die GGZ-instellingen in de loop der jaren hebben geboden. De vrees is wel dat de methode ook ingezet gaat worden als besparingsmethode (zeker gezien de transities). Dat is de verkeerde insteek: online hulpverlening vraagt om investering. In elk geval zal blijken dat hoe langer we ermee bezig zijn hoe gewoner het wordt. Dat vraagt dus om goede profilering en vindbaarheid van online ondersteuning. Dit is wel een uitdaging. “
Stelling 3: Professioneler en methodischer Online opvoedingsondersteuning voeren we in 2014 professioneler en methodischer uit. Alle deskundigen zijn het hier wel over eens: professionaliseren het meer methodische uitvoeren van online opvoedondersteuning heeft de voorkeur. Organisaties en opleidingen moeten kennis over online ondersteuning verankeren in methodes en scholing. “Ja, helemaal mee eens. Sterker nog er mag geen pedagoog meer afstuderen zonder kennis over online methoden en voor iedere hulpverlener moet bijscholing beschikbaar zijn. Ook voor de jeugdzorgwerkers geldt deze stelling.” “Er valt een wereld te winnen om een structureel online aanbod binnen de zorgverleningsinstanties tot stand te brengen en dit vervolgens te verankeren in de methodes en scholing. Alleen op die manier kunnen we de slag naar blended hulpverlening maken.”
Stelling 4: Uitwisseling tussen ouders In 2014 maken organisaties het voor elke ouder mogelijk om online opvoedingsproblematiek uit te wisselen met andere ouders. Over het algemeen zijn de deskundigen voorstander van het faciliteren van uitwisseling tussen ouders. Over de manier waarop dit tot stand dient te komen zijn de meningen nog verdeeld. “Er zijn vele vormen van onderlinge ondersteuning of “peer-support” te organiseren. Dat is zeker een meerwaarde en is ook logisch als je gericht bent op het inschakelen van eigen kracht etc. Deze vormen kan je dan begeleiden vanuit een professionele organisatie. We mogen nog wel meer out of the box denken en integrale programma’s maken. Het liefst samen met ouders, en/of waarin elke ouder zijn eigen "blokken" kan kiezen: multimediaal (zowel video als tekst); op meerdere niveaus; 1op-1 of via een groep; ervaringsdeskundige en een professional; chatgesprekken en een training en zo verder.” “Eigen kracht, participatiesamenleving. Hoe we het ook noemen, het is wel iets wat aangeboord wordt door online contact tussen ouders mogelijk te maken. Niets is zo effectief als een ouder die van een andere ouder tips en adviezen krijgt hoe om te gaan met een probleem, waarvan hij of zij in eerste instantie dacht er alleen mee te zitten. In de dagelijkse praktijk zou het mooi zijn om ouders aan elkaar te 'koppelen', omdat ze vaak worstelen met hetzelfde probleem en denken daar alleen in te zijn. Door te ervaren dat er meerdere mensen met hetzelfde probleem kampen, ontstaat er alweer ruimte om naar een oplossing te zoeken. En dat kan natuurlijk óók online.” “Uitwisseling tussen ouders voorziet vaak in een behoefte bij ouders. Tegelijkertijd vraagt het bewustwording bij professionals: 'Ga ik me erin mengen of niet? Wat doe ik als ouders elkaar iets aanraden waar ik het niet mee eens ben? Ga ik mijn (CJG) aanbod onder de aandacht brengen of niet?' Daar moeten professionals wel mee aan de slag.”
6
Stelling 5: Online ondersteuning als vast onderdeel van opvoedondersteuning Online opvoedondersteuning zou een integraal onderdeel moeten zijn van het hulpverleningspalet in de opvoedondersteuning. De deskundigen zien digitale middelen om online ondersteuning te bieden als een logische toevoeging op face to face en telefonisch contact. Het is een extra toevoeging waarmee mensen (professionals en ouders) met elkaar ondersteuning kunnen organiseren. Volgens enkele biedt online ondersteuning mogelijkheden om eerder in beeld te zijn en opvoedvragen eerder bespreekbaar te maken waardoor zwaardere problemen zijn te voorkomen. “Blenden en een goede focus op eerstelijns hulp/lichte advisering. Urgentie ontstaat als er een doelstelling wordt geformuleerd: een derde van de gezinnen uit de tweedelijns zien te krijgen vóór... 2016? Laten we ons dan ook echt verdiepen in wat eerstelijns advisering sterker maakt, waar zijn mensen echt mee geholpen? Goed luisteren naar ouders en gezinnen! De conclusie is: nu gewoon doen. Online is een middel om hulpverlening te verbeteren en te vergemakkelijken, het face-to-face gesprek vervangt het nooit.” “Doet iedereen maar wat? Dat is de vraag. We moeten met elkaar zorgdragen voor de veiligheid en betrouwbaarheid van online opvoedinitiatieven. Het landelijk monitoren van de verschillende initiatieven is bijvoorbeeld een optie. Het is belangrijk om zowel inzicht als overzicht te hebben wat organisaties en opleidingen tot nu toe ontwikkeld hebben aan scholing en methodische aanpak.”
7
2. Wat brengt online opvoedingsondersteuning? Wat brengt online opvoedingsondersteuning? 1. Het helpt ouders door aansprekende vormen en flexibiliteit in plaats en tijd; 2. Het is in te zetten om de eigen kracht van de ouders te versterken; 3. Het zorgt voor meer en betere eigen regie in de aanpak van hulp, de ouder kent geen schotten; 4. Het geeft ouders creatieve tools om problemen meer zelf op te lossen.
Aansprekende vormen “Online opvoedingsondersteuning past heel goed bij de doelstelling van opvoedingsondersteuning: informatie en advies luchtig en laagdrempelig bij ouders laten aankomen. Het anonieme karakter en de mogelijkheid tot beelden en andere aansprekende vormen bieden hier veel mogelijkheden voor. Ouders kunnen zelf het tijdstip en de vorm kiezen die hun aanspreekt. Zeker voor ‘druk bezette’ ouders is online ondersteuning een ultieme oplossing. Online en op elk moment van de dag opvoedingsondersteuning te raadplegen. Daarmee is ondersteuning laagdrempelig.” “Online opvoedondersteuning sluit aan bij de ontwikkelingen in de samenleving. Tegenwoordig is het vanzelfsprekend om allerlei zaken online te doen. Ouders gaan online zoeken naar informatie, gewoon via Google. Tegelijkertijd merken de Centra voor Jeugd en Gezin dat het moeilijk is om mensen fysiek binnen te krijgen. De waarde van online opvoedingsondersteuning is in onze ogen dan ook de mogelijkheid om meer te bieden dan alleen maar informatie.” “De wereld is al voor een belangrijk deel online. Als je als professional hier niet aan mee doet, mis je de realiteit. Uiteraard is er sprake van koudwatervrees, maar concreet laat je gewoon een communicatiemiddel liggen als je het niet doet. We gebruiken online middelen allemaal privé, maar niet professioneel. Dat is vreemd.”
Eigen kracht en preventief “Met online opvoedingsondersteuning is het heel goed mogelijk om ouders instrumenten aan te bieden die hun eigen kracht stimuleren. Ouders kiezen zelf welke ondersteuning bij hen past. Zo vinden veel ouders het prettig om in contact te staan met ouders die over bepaalde zaken hetzelfde denken. Dan ontstaat er al gauw het gevoel dat ouders serieus genomen worden. Zeker als het ouders de mogelijkheid geeft om met ouders uit hun eigen cultuur te communiceren. De professional kan dan altijd nog een gesprek met ouders aangaan, online of fysiek.” “Online ondersteuning geeft een andere ingang en meer mogelijkheden voor ouders om problemen of vragen bespreekbaar te maken. Wat je nu hoort is dat mensen zich niet mogen bemoeien met elkaars opvoeding en niet open durven te zijn. Door digitaal anoniem te communiceren kunnen de mensen heel open zijn. Het blijft gaan om mensen te stimuleren om contact te maken. Ouders moeten natuurlijk ook blijven participeren en zich bewegen in een netwerk. De professional blijft in contact met ouders.” “Online opvoedingsondersteuning heeft ook als voordeel dat je de doelgroep met thema’s bereikt waar ouders niet zo mee te koop lopen, zoals verslaving, geweld of andere zaken. Online kunnen ouders hier in de anonimiteit makkelijker over beginnen dan als ze aan het bureau zitten bij de hulpverlener. Overigens is dit voor professionals niet altijd even eenvoudig. Veel professionals in de
8
opvoedingsondersteuning zijn nog onvoldoende toegerust voor deze manier van werken en daardoor hebben ze enige angst tegenover de online ondersteuning.” “Voor ouders is de juiste informatie niet goed te onderscheiden van de onjuiste informatie. Pedagogen en professionals zijn nu niet online om hun daarbij te helpen. Na zo’n 20 jaar aan internet wordt al veel informatie en ondersteuning over opvoeden gedeeld op internet. Zowel door ouders onderling als organisaties (publiek en commercieel). Gelijktijdig is nog veel onbekend over de kwaliteit. Nu wordt het tijd om verantwoordelijk hier mee om te gaan.”
Eigen regie Het uitgangspunt dat ouders de regie moeten hebben over de ondersteuning die zij zich wensen valt binnen online ondersteuning goed vorm te geven. Ouders vinden de ondersteuning op hun voorwaarden. De ouders kiezen de omgeving waarin zij de ondersteuning willen, anoniem indien zij dit wensen. “De vraag van de ouder staat centraal. Die bepaalt van achter de laptop hoe hij of zij de situatie beschrijft. Voorbeeld: een ouder vertelde: dan kan je niet gezien hebben dat ik aan het huilen was. Ik wil niet dat jij mijn tranen ziet want dan ga jij doorvragen. Dat is wat de ouder op dat moment belangrijk vindt. Oplossingsgericht werken past erin, de hulpverlening is dan ondersteunend aan ouders. De professional kan terugkomen op dat wat je ziet en de klant bepaalt wat voor ondersteuning het meeste aanspreekt.” “In een chat kiezen ouders zelf waar ze het over willen hebben. Zodra ze hun probleem hebben besproken kunnen ze zelf bepalen wanneer ze weg gaan bij het gesprek. Het gaat dan om het hart te kunnen luchten en zelf de regie te houden. Zeker in de beginfase van ondersteuning is dat voor ouders prettig.” “Ouders krijgen de keuzevrijheid om zelf te bepalen wanneer je wat wilt doen. Wat dat betreft is het oppassen met inlog-vereisten en gegevens achterlaten, die je bij andere vormen van online hulp wel soms ziet. Daarmee verhoog je de drempel. Uitleggen waarom een aparte inlog nodig is, is dan erg belangrijk.” “Het vragen om hulp bij opvoeden, ligt bij ouders vaak erg gevoelig. Het is niet prettig om uit te spreken dat je het moeilijk vindt. Er is wel veel informatie over opvoeden, maar dat hoeft niet te helpen in het dagelijkse leven. Je kunt bijvoorbeeld wel weten dat je negatief gedrag moet negeren, maar in de gang van alledag is dat niet altijd even makkelijk om uit te voeren. Als ouder sta je regelmatig onder druk tussen weten hoe het zou moeten en wat er kan. Het is dus fijn om je gehoord te voelen.” “Dit sluit aan op wat professionals willen: goede informatie geven en positieve ondersteuning bieden. Met uitgebreidere vormen van online opvoedingsondersteuning kun je ouders professionele informatie op maat bieden, wat veel prettiger is dan alle algemene informatie die je kunt vinden.”
Efficiënter: meer met minder De deskundigen geven aan dat online opvoedingsondersteuning een belangrijke stap kan maken in het efficiënter organiseren van de hulpverlening. Niet alleen organisatorisch, maar ook door de eigen kracht van ouders te versterken.
9
“Online opvoedingsondersteuning biedt mogelijkheden om hulp af te schalen. Dat wil zeggen dat het mogelijk is om ouders die een hulpverleningstraject hebben gevolgd zijn daarna nog met lichte online ondersteuning verder te begeleiden. De hulp stopt niet zodra het traject of programma is afgelopen, maar wordt afgeschaald tot lichtere ondersteuning via online middelen. Wat dat betreft kun je online opvoedingsondersteuning ook als iets anders zien dan de standaard online hulp. Bij online hulp kun je denken aan problemen waar mensen langere tijd, methodisch aan hun problemen kunnen werken. Online opvoedingsondersteuning is meer gericht op preventie, informatie en advies. Met online opvoedingsondersteuning is ondersteuning voor een deel efficiënter en goedkoper te organiseren.” “De inzet van online opvoedingsondersteuning (en meer) zorgt voor een slimmere en efficiëntere manier om de zorg te organiseren. Hierdoor kunnen de gelden die ‘uitgespaard’ worden, richting de mensen gaan die écht zorg nodig hebben.” “Online opvoedingsondersteuning kan helpen met de kracht van het ‘niet alleen zijn’. Ouders ondervinden al veel steun op het moment dat ze ontdekken dat ze niet de enige zijn die met een bepaald probleem worstelen. Online opvoedingsondersteuning waarbij ouders gebruik kunnen maken van de kennis van ervaringsdeskundigen past hierbij. Regie terug geven en de ouder laten bepalen wat er gaat gebeuren. Met online hulpmiddelen geef je ze de regie terug.” “Professionals kunnen via online ondersteuning goed informatie verzamelen over de vragen van ouders en signaleren wat er het meeste speelt. Hoe eerder ondersteuning in beeld is bij iets waar een ouder moeite mee heeft, hoe beter je problemen voorkomt. Preventie moet op die manier in de transformatie terugkomen. De vraag is wel hoe je goede data kunt verzamelen om van daaruit activiteiten te organiseren en te faciliteren zodat je meer aan preventie kunt doen.”
10
3. Wat is er nodig om online opvoedingsondersteuning goed vorm te geven? De deskundigen zien verschillende mogelijkheden om online opvoedingsondersteuning goed vorm te geven. Geef de mensen die online willen werken de mogelijkheid en investeer daardoor in preventie: • Maak het professioneel: train hulpverleners in online hulp en het inzetten van online tools; • Besef dat het niet allemaal online hoeft: het gaat om de juiste benadering; • Zorg voor samenhang in het aanbod; • Deel kennis en ervaring: zeker rondom risico’s en oplossingen; • Implementeer online hulp zorgvuldig en niet alleen omdat het technisch mogelijk is.
Professioneel Bijna alle deskundigen zijn het er over eens. De basis voor goede online opvoedingsondersteuning zijn de professionals. “Een voorwaarde voor het online vormgeven van de ondersteuning zijn goed getrainde professionals. Het vraagt bepaalde vaardigheden. Hoe praat je met ouders online? Hoe beantwoord je digitale vragen? Het moet een onderdeel worden van de opleiding en de deskundigheidsbevordering van professionals.” “Online opvoedingsondersteuning werkt alleen als professionals het gaan herkennen als een goed en bruikbaar hulpmiddel. Een groep die ermee experimenteert is prima en moet gestimuleerd worden, maar professionals die er echt niet mee aan de slag willen moeten niet gedwongen worden.” “Een landelijke campagne of actieplan om online opvoedingsondersteuning meer in het werkveld te krijgen is dan ook wel interessant, maar dan vooral voor opleidingen. Studenten van nu zullen over een paar jaar hier als gewone dienstverlening mee te maken krijgen. Je moet het niet het hele werkveld opleggen. Er zijn mensen die echt veel beter zijn in face-to-face gesprekken dan in mailen of chatten en dat moet je respecteren.”
De juiste benadering De meningen zijn verdeeld over de manier waarop ouders moeten worden benaderd. Online kan, maar het is belangrijker om aan te sluiten bij de behoeften van ouders. “Ouders kunnen wanhopig worden van alle online filmpjes, testjes en adviezen. Je kunt er soms wel moedeloos van worden als je al die voorbeelden ziet en in de praktijk thuis lukt het niet. Dat is wel een gevaar. Als er geen interactie, feedback (en misschien ook lichaamstaal) van een hulpverlener is, dan kan het voor ouders moeilijk zijn om zich gesterkt te voelen in hun opvoedaanpak. Het kan je dan bevestigen in je fouten. Daar moet online opvoedingsondersteuning wel alert op zijn.” “Het risico bestaat dat het gebruik van online opvoedingsondersteuning niet versterkend, maar verzwakkend werkt. Als ouders al een heel schraal sociaal netwerk hebben en weinig sociale vaardigheden, dan kan online ondersteuning dit terugtrekkend gedrag wellicht verder in de hand werken. Chat-groepen kunnen bijvoorbeeld wel het netwerk vergroten, maar als dit alleen online is, is het onduidelijk of het wel bijdraagt aan verbetering. Dit is echter slechts een aanname. Er is onderzoek voor nodig om dit te bevestigen of te ontkrachten.”
11
“Blended hulp kan goed werken. Er kan heel veel in het face-to-face contact. Zo kunnen professionals op een I-pad of tablet voorbeelden laten zien van opvoedstijlen. Ook zijn er initiatieven om mensen in de wijken actief te maken: participeren is het woord. Niet alle hulp komt vanachter de computer. Als er gerichte hulp nodig is dan is dat extra. Online is onderdeel van de rest van de hulpverlening. Blended is én én. We moeten digitale mogelijkheden gebruiken als vast onderdeel van de ondersteuning aan ouders.“
Samenhang tussen de online initiatieven Er is al veel ontwikkeld op het terrein van online opvoedingsondersteuning. Verschillende deskundigen ervaren dat meer samenhang tussen deze ontwikkelingen welkom zou zijn. “De samenhang in online initiatieven in opvoedondersteuning blijft voor ouders op dit moment beperkt. Ouders kunnen heel veel informatie, ervaringsverhalen, forums vinden over opvoeden. Het is zo veel, ze zien door de bomen het bos niet meer. Vragen kunnen overal gesteld worden en er zijn zoveel antwoorden mogelijk waar ouders wel of niet mee vooruit kunnen.” “Er is in principe al genoeg aanbod van online opvoedingsondersteuning. Professionals en instellingen moeten hier goed over na denken. Ze moeten niet meer toevoegen van wat er al is. Wellicht zijn er zaken te verbeteren, maar er hoeft niet weer wat nieuws bij te komen. Onderzoekers kunnen nu voor het eerst naar de kwaliteit kijken en dan gaan er wel wat alarmbellen af. Er is te weinig kennis over wat de kwaliteit van de huidige informatie en begeleiding is.” “Ook als je na de online opvoedingsondersteuning toch verder hulp zoekt, dan vraagt dat nog steeds extra inzet. Stel je opvoedvraag is via de mail van advies voorzien, maar het lukt je toch niet om het voor elkaar te krijgen. In dat soort gevallen moeten ouders alsnog extra moeite doen om een verdieping in de hulpverlening te krijgen. De vraag is of ze dat dan wel lukt en of ze dan nog terugkeren naar de organisatie waar ze de online ondersteuning van kregen.”
Kennis delen Niet alleen om ontwikkelingskosten en inzet te reduceren is het delen van kennis bruikbaar. Ook om gezamenlijk te leren werken in deze nieuwe omgeving. “Kennis delen: het vraagt (technische) kennis om online opvoedingsondersteuning door te ontwikkelen. Er wordt veel ontwikkeld in het land. Het zou mooi zijn wanneer dat gebundeld zou worden. Het kost nu tijd en geld voor elke organisatie apart van elkaar. Het gaat dan niet alleen om de kennis van wat er op dit moment gebeurt, maar ook kennis over: Waar gaan we met online opvoedingsondersteuning naar toe? Dat soort kennis moet verzameld worden en geborgd in de verschillende initiatieven.” “Bij elke werkvorm zijn er bepaalde risico’s, zo ook bij online opvoedingsondersteuning. Online opvoedingsondersteuning in het anonieme kader biedt bijvoorbeeld een hulpverlener weinig tot geen mogelijkheden om in te grijpen als het nodig is om de veiligheid van het kind te waarborgen. Bij een face-to-face contact heeft de professional net wat meer informatie om een inschatting te maken en in te grijpen.”
12
“Anoniem chatten moeten professionals bijvoorbeeld leren: je weet niet wat er aan de andere kant gebeurt. Van belang is om goed voor jezelf te zorgen als hulpverlener, zeker bij gevoelige zaken. Wat doe je bij een crisismelding online? Vaak schieten hulpverleners dan in de stress.” “Online opvoedingsondersteuning is niet voldoende daar waar de problematiek zo ernstig is, dat de ontwikkeling van het kind bedreigd wordt. Dan is het belangrijk om ook veiligheidschecks te doen om te weten hoe het thuis gaat.” “Opdrachten geven heel veel informatie over de klant aan de professional zoals in welke omgeving ze zich bevinden of ze heel veel woorden of weinig gebruiken woorden. Huiswerk en opdrachten kunnen beladen overkomen. Soms komt naar voren dat de klant geen zin heeft of dat ze het niet snappen. Als klanten hun online opdrachten niet uitvoeren moet er (via fysiek contact) na gevraagd kunnen worden wat de reden is.” “Bij diverse initiatieven is al ervaring opgedaan met dit soort vraagstukken. Het ontsluiten en delen van deze kennis kan bijdragen aan een goede verspreiding van online opvoedingsondersteuning.”
Implementatie van online opvoedingsondersteuning “Chat of mail wordt soms te snel en te groot geïmplementeerd terwijl er nog onvoldoende kennis en ervaring is. Uit een onderzoek wat gedaan is rondom e-mailhulpverlening bleek dat klanten weliswaar tevreden waren, maar dat de professionals eigenlijk onvoldoende gebruik maakten van alle mogelijkheden die het e-mailen biedt. Als organisatie en professionals online opvoedingsondersteuning oppakken in de zin van: “we doen het er gewoon bij of proberen het gewoon uit”, dan werkt het niet.” “Er is meer scholing nodig en als die er niet is, dan is het misschien beter er niet aan te beginnen. Het is namelijk moeilijk om dezelfde pedagogische doelen te bereiken als in de reguliere zorg. Het heeft weinig zin als het online gedeelte niet meer wordt dan een digitaal doorgeefloket. Daar zijn er al teveel van in de opvoedingsondersteuning. De online ondersteuning moet inhoudelijk kloppen.” “Organisaties en professionals moeten methodisch werken en dit verankeren in het middel. Ze moeten goed leren het middel te gebruiken.”
Conclusie De geïnterviewde deskundigen zijn het er over eens: Online opvoedingsondersteuning is de realiteit. Het moet nu professioneler worden vormgegeven. Door initiatieven op de werkvloer, door scholing en door onderzoek. Daar is concrete inzet voor nodig. Wilt u hieraan bijdragen? Meld uw initiatief en deel uw kennis met de kenniskring Online Opvoedondersteuning.
13