De Toekomst van het Nederlands Verdienmodel prof.dr. Hans Strikwerda
Met reviews door: prof. dr. Arnoud Boot mr. drs. Atzo Nicolaï drs. Michiel Muller prof. dr. Eric Claassen dr. René Kuijten prof. dr. Hans Adriaansens dr. Koen Wiedhaup
Colofon
DIT IS EEN UITGAVE VAN Stichting Maatschappij en Onderneming Lange Voorhout 92 2514 EJ Den Haag Telefoon: +31(0)70 3528 528 Email:
[email protected] Tekst: T. van Zijl en J. Strikwerda SMO-begeleider: M. de Rooij Omslag ontwerp: Thomasbijen.com DTP en illustraties: Thomasbijen.com Druk: Ten Brink B.V., Meppel ISBN: 978-90-6962-246-0 Bestelnummer: 0362 SMO-2014/1 © Stichting Maatschappij en Onderneming 2014 Niets van deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden verveelvoudigd zonder de voorafgaande toestemming van de uitgever en andere auteursrechthebbenden. SMO is niet aansprakelijk voor gegevens die door derden werden verstrekt.
SMO COMMUNITY LID Wij nodigen u graag uit om SMO community lid te worden voor € 49,50 per jaar. U ontvangt dan automatisch reeds verschenen publicaties uit het kalenderjaar en de nieuwste publicatie, evenals de uitnodigingen voor door SMO georganiseerde bijeenkomsten. Als SMO community lid bent u sterk betrokken bij onze stichting en blijft u op de hoogte van ontwikkelingen in maatschappij en bedrijfsleven. Voor studenten hanteert SMO een aangepast tarief van € 39,50 per jaar. Aanmelden kan op de website www.smo.nl of u kunt bellen met de ledenadministratie: +31(0)70 3528 528. SMO publiceert gefundeerde analyses, bundelingen en reviews op het raakvlak van maatschappij en onderneming, onder de pijlers: Zorg & Welzijn, Innovatie & Ondernemerschap, Onderwijs & Wetenschap, en Arbeidsmarkt. Deze review-publicatie valt onder de pijler Onderwijs & Wetenschap.
Inhoudsopgave
TEN GELEIDE
5
Hendrik Halbe 1. INLEIDING
7
Ondernemerschap, samenleving en een lerende economie Hans Strikwerda 2. REVIEWS
29
REVIEW 1: ARNOUD BOOT
30
REVIEW 2: ATZO NICOLAÏ
34
REVIEW 3: MICHIEL MULLER
38
REVIEW 4: ERIC CLAASSEN
42
REVIEW 5: RENÉ KUIJTEN
46
REVIEW 6: HANS ADRIAANSENS
50
REVIEW 7: KOEN WIEDHAUP
54
3. CONCLUSIE
59
Hans Strikwerda LITERATUUR
67
OVER SMO
71
SMO-PUBLICATIES
72
De Toekomst van het Nederlands Verdienmodel Ondernemers en wetenschappers over de lerende economie
Ten geleide Hendrik Halbe
Verandering is de enige zekerheid. Dat geldt zonder meer voor de Nederlandse economie. Garanties over groei, het toekomstig welvaartspeil en de kwaliteit van ons onderwijs zijn niet te geven in een snel veranderende wereld en waarin Nederland niet langer vanzelfsprekend een dominante positie inneemt. In haar rapport Naar een lerende economie concludeert de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) dan ook dat een afwachtende houding in de comfort zone niet langer voldoende is om bij te blijven. De WRR pleit voor meer responsiviteit van de economie, oftewel meer vermogen om in te spelen op nieuwe omstandigheden. Het kabinet is het daarmee eens en liet in een officiële reactie onlangs weten de studie van de WRR op te vatten als een krachtig signaal om niet achterover te leunen. De kwaliteit van de Nederlandse scholen en universiteiten staat onder druk, net als de beschikbare budgetten voor academisch onderzoek – ondanks de uitgesproken ambitie te komen tot een kenniseconomie. De WRR kraakt daarnaast harde noten over het topsectorenbeleid dat vorm zou moeten geven aan een florerend innovatiebeleid, maar in de praktijk gevestigde belangen behartigt en drempels opwerpt voor vernieuwers binnen het MKB. In deze reviewpublicatie van de Stichting Maatschappij en Onderneming (SMO) treft u, naast een korte samenvatting van het rapport, reacties van wetenschappers en ondernemers aan. Op deze manier wil SMO de discussie rondom het belangrijke rapport onder een breed publiek stimuleren. In navolging van de WRR laten in deze publicatie ondernemers en wetenschappers hun licht schijnen over een nieuwe inrichting van de Nederlandse economie. Dat daar een indringend samenspel van overheden, instituties en bedrijfsleven voor nodig is, staat vast. Minder duidelijk is welke richting het kompas aangeeft en wie het in handen zou moeten houden. Er heerst echter eensgezindheid over het feit dat ondernemers ruimte nodig hebben om tot radicale innovatie te komen, dat bij werkgevers de taak ligt om het ‘leven lang leren’ te verwezenlijken en dat wetenschappers gebaat zijn bij voldoende gelden en mogelijkheden om hun kennis vooral buiten de academie in klinkende munt om te zetten. Kennis is immers de enige grondstof die nooit uitgeput raakt. Laten we er dan ook in de toekomst voor zorgen dat we die zonder onnodige belemmeringen kunnen aanboren. Met die gedachte in het achterhoofd hoop ik dat deze publicatie u aanzet tot denken en doen. Hendrik Halbe Directeur Instituut SMO Den Haag, april 2014 5
De Toekomst van het Nederlands Verdienmodel Ondernemers en wetenschappers over de lerende economie
6
1
INLEIDING
Over de auteur
OVER DE AUTEUR
Hans Strikwerda Prof. dr. Hans Strikwerda CMC is hoogleraar aan de Amsterdam Business school –Universiteit van Amsterdam in organization and organizational change. Daarbij publiceert hij over thema’s als new developments in the field of new organizations, governance, strategy en management consulting. Ook is hij curator bij SMO, en daarmee medeverantwoordelijk voor de wetenschappelijke kwaliteit van de SMOpublicaties.
1. Inleiding Hans Strikwerda
ONDERNEMERSCHAP, SAMENLEVING EN EEN LERENDE ECONOMIE De Stichting Maatschappij en Onderneming is uitermate ingenomen met het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid Naar een lerende economie. Het rapport introduceert twee belangrijke elementen in de maatschappelijke discussie. Het eerste element is dat door het rapport wordt onderkend dat Nederland, ook in de Europese context, eigen sociaal-economische doelstellingen dient te formuleren voor het behoud en de ontwikkeling van de welvaart in Nederland. Na de Tweede Wereldoorlog kende Nederland in de sociaaleconomische besturing de zes sociaal-economische doelstellingen, met als eerste een evenwichtige economische groei. Het hanteren van die doelstelling heeft in die periode voortreffelijk gewerkt. Het belang van een nationale agenda voor economische groei is in de jaren negentig van de vorige eeuw uit het oog verloren in de euforie van marktliberalisatie en een opleving van de economische groei in die periode. Het tweede element dat het rapport introduceert is dat economische groei in de huidige economie vooral wordt bepaald door een complementaire organisatie van menselijk kapitaal, instituties en infrastructuren. Daarmee wordt impliciet erkend dat voor de waardecreatie door de onderneming de laatste decennia immateriële activa van meer belang zijn dan materiële activa. Het WRR-rapport spreekt over responsiviteit als sleutelbegrip voor economische groei, bestaande uit veerkracht, adaptatie en een proactieve houding. De ondernemer hanteert die begrippen ook, maar dan in de volgorde proactieve houding, adaptatie en veerkracht. Die responsiviteit zal volgens het WRR-rapport gerealiseerd moeten worden via het doen groeien van de productiviteit, het inspelen op een toenemende internationale verwevenheid en hedendaagse innovatieprocessen. Het WRR-rapport stelt dat de belangrijkste manier om aan de drie dimensies van responsiviteit invulling te geven, het stimuleren van kenniscirculatie is. Dit is het beter gebruikmaken van bestaande kennis. Daartoe formuleert het WRR-rapport een vijftal opdrachten waarvan er vier op het maatschappelijk-institutioneel niveau liggen van onderzoeksinstellingen en onderwijs en de vijfde betrekking heeft op de arbeidsorganisatie. In dit hoofdstuk wordt een nadere uitwerking gegeven over wat er speelt rondom het idee van de lerende organisatie op het niveau van de onderneming om dit een 9