Verslag kennissessie Buurtenergie – Hier Opgewekt
Het verdienmodel van een LDEB bestaat (niet?) Woensdag 10 oktober 2012 Doepark Nooterhof, Zwolle
Met dank aan de gemeente Zwolle en de Provincie Overijssel voor het mogelijk maken van deze bijeenkomst.
Verslag kennissessie LDEB – Woensdag 10/10/12
1
Plenair gedeelte De avond begon met een plenair gedeelte, waarin Michael Boddeke en Floris van der Veen verschillende facetten van het verdienmodel belichtten. Presentatie Michael Boddeke Michael Boddeke, directeur van de duurzame energiecoöperatie Apeldoorn (de-A), gaf als eerste een presentatie over de kosten (waaronder loon-, huisvestings- en accountantskosten) en opbrengsten (marge op in- en verkoop) van energie coöperatie deA. Aan de hand van verschillende simpele illustraties liet hij zien dat een energie coöperatie volhoudbaar kan zijn. Hiervoor gaf hij verschillende suggesties en tips voor startende en gevorderde bedrijven; 1. Inventariseer welke groene energie in de regio al wordt opgewekt, en probeer deze aan te wenden voor jouw bedrijf. Dat scheelt een hoop benodigde investeringen – je hoeft alleen maar goede afspraken te maken met partijen die de groene stroom opwekken. 2. Zoek de gratis middelen op binnen en buiten je netwerk. Kijk of er mensen, organisaties en bedrijven zijn die met kennis, tijd en andere middelen willen investeren in jouw bedrijf. Zo kan je zonder een euro uit te geven, veel realiseren. Voor de Energiecoöperatie Apeldoorn heeft dit het volgende opgeleverd; - Een notaris heeft gratis de statuten laten opmaken van deA - Een bedrijf heeft 3 werkplekken gratis ter beschikking gesteld - Een accountant heeft een jaar lang gratis de financiën gecontroleerd - een marketingbureau heeft gratis geholpen bij de marketing (er waren 5 aangeschreven en twee waren bereid gratis te helpen)) 3. Hierop aansluitend; gebruik je netwerk (en bijvoorbeeld je ledenbestand) om feedback en input te vragen. Het kan niet alleen een hoop nieuwe kennis en inzichten generen, maar het draagt ook bij aan de waardevolle relatie met leden. Voor deA werden de leden benaderd om mee te schrijven aan het businessplan. Met behulp van de Delphi-methode hebben uiteindelijk 60 leden meegeschreven aan het businessplan. 4. Voor deA is er bewust voor gekozen een aspirant-lidmaatschap in te voeren, waar een contributiebedrag van 25,- euro aan werd gekoppeld. Het aantal aspirant-leden was een indicatie voor het draagvlak met €25,- zorg je ervoor dat sprake is van echt commitment. Nadat de deA als coöperatie opgericht was, gold de €25,- die de aspirant-leden al betaald hadden als contributie voor het eerste jaar lidmaatschap. Vragen uit de zaal V: Aan hoeveel huishoudens denken jullie te gaan leveren om break even te draaien? A: Rond de 2000 huishoudens. Op de lange termijn willen we 10% (= 6000 huishoudens) bereiken, 100% is niet de doelstelling. 10% schatten we in als ontvankelijk voor geld in gemeenschap, duurzaam, etc. We richten ons niet alleen op bewoners maar ook op bedrijven waarbij een verbintenis met deA hun groene imago verstrekt V: Werken jullie momenteel met een energieleverancier? A: Wij zijn in zee gegaan met Trianel, na keuze tussen ook Qwint en Greenchoice. Alle partijen boden Verslag kennissessie LDEB – Woensdag 10/10/12
2
concurrerende prijzen aan. Met Trianel kunnen we op termijn ook gebruik maken van een white label constructie. V: Wat is de rol van de gemeente Apeldoorn? A: In begin beetje moeizaam, nu genormaliseerd. De wethouder duurzaamheid is lid. De gemeente bezuinigt op duurzaamheid, het is geen kerntaak meer. Dus wordt de A er al snel bij betrokken, maar financieel gezien is er geen verband. Er zijn genoeg mensen in de gemeente die iets willen met duurzaamheid, en voor hen werken we samen met de gemeente. V: Wat is de consumentenprijs die jullie vragen? A: Duurzaam is niet duur. We zijn echter geen prijsvechter en gaan niet voor de laagste prijs. Onze prijs is wel concurrerend. Presentatie Floris van der Veen Floris van der Veen, adviseur energie en economie bij RebelGroup, nam daarna het stokje over. Zijn presentatie belichtte meer de theoretische kant van ‘het verdienmodel’ en ontwikkelingen in de huidige energiemarkt. Huidige energiemaatschappijen zijn in twee segmenten te verdelen; zij die energie inkopen en leveren, en zij die energie produceren en leveren. Een brede verschuiving naar de tweede segment is langzaam zichtbaar; als je zelf produceert én levert, zijn bijvoorbeeld de risico’s inzake afhankelijkheid en internationale ontwikkelingen lager. Er zijn drie grote risico’s waar je op moet letten als energieleverancier; allereerst de prijs/inkoopstrategie, die onder druk staat door snelle marktontwikkelingen. Een tweede risico zijn wanbetalers, en als derde de onbalans en boeteregimes (je moet de hoeveelheid stroom verkopen die je hebt ingekocht, anders krijg je een boete). Voor kleinere spelers is dit vooral lastig. Voor de energieproducent zijn er andere dominante risico’s; allereerst is er de ontwikkeling van de productieprijs versus de verkoopprijs. Daarnaast moet je als energieproducent veel meer rekening houden met technische risico’s. Als volwaardige coöperatie kan je zowel voor als achter de meter een functie vervullen. Voor de meter kan je energie gaan produceren en leveren, bijvoorbeeld door middel van een windmolen, zonnepanelenveld of biomassavergister. Het is belangrijk om als energieproducent zowel over geld als locatie te beschikken. Achter te meter zijn er nog steeds mogelijkheden, bijvoorbeeld door energiebesparende producten te leveren of in te zetten op zonnepanelen. Deze kunnen dan bijvoorbeeld middels een ESCO (Energy Service Company) constructie geleased worden aan burgers. Een dergelijke constructie neemt de investering weg bij de burger; die betaalt met wat hij/zij minder kwijt is aan energie. In Overijssel kunnen burgers echter zelf een duurzame lening aanvragen, en is dus deze optie minder interessant. Floris sluit af met de suggestie om in verschillende trappen toe te werken naar een duurzame energiecoöperatie. Voor de korte termijn kan je beginnen met energielevering (verkoopkantoor). Vanuit die positie kan je uitbreiden – schaal creëren, kennis en competenties opbouwen, vermogen opbouwen. Op de lange termijn kan je dan energieleverancier- en producent worden. Verslag kennissessie LDEB – Woensdag 10/10/12
3
Vragen uit de zaal V: Zijn naar jouw mening zonneparken interessant? A: Probleem is dat zonneparken financieel niet haalbaar zijn, tenzij je een hele lage lening (bijv. 2%van de provincie) en op termijn betere panelen hebt. Maar het kan soms wel; zonder saldering en zonder subsidies wordt er nu bijvoorbeeld een zonnepark in Overijssel ontwikkeld. V: Waarom geld via de coöperatie in windmolen stoppen? A: De coöperatie initieert het project. Aandeel in coöperatie is aantrekkelijker dan zomaar aandeel in een windmolen. Het eigendom kan beter wel bij de coöperatie liggen, want toekomstige inkomsten horen bij de maatschappij en de coöperatie is daarvoor het vehikel. Je hebt tijd nodig als coöperatie en voorfinanciering kan een handje helpen. 100% eigendom niet nodig, maar wel meerderheid. V: Probleem is startkapitaal; hoe rijm je aantrekken van kapitaal met zeggenschap in coöperatie? A: Belangrijk is dat grote kapitaalverstrekkers de coöperatiegedachte omarmen, of dat er een aparte constructie is voor project, waarbij de coöperatie één van de investeerders is. Je kunt bijvoorbeeld een werkmaatschappij, project BV, onder de coöperatie hangen. V: Waarom geef je als advies mee te beginnen met een verkoopkantoor? A: Eigenlijk ’t liefst met productie beginnen, maar is lastig om dat meteen van de grond te krijgen. Achterliggende gedachte van een coöperatie is het realiseren van eigen duurzame energie-opwekking. Een verkoopkantoor kan eerste stap zijn en eigen productie kost meestal gewoon een aantal jaren.
Tafelgesprekken Tijdens het tweede gedeelte van de kennissessie gingen de deelnemers verder over successen en leermomenten van verschillende lokale duurzame energie initiatieven. Er waren in totaal 5 tafels, en van elke tafel is hieronder een klein verslag gemaakt. Tafel van Jurgen van der Heijden (AT Osborne) In de eerste ronde spitste het gesprek zich toe op het verschil tussen ‘deA’ en BEB-Stadshagen. In grote lijnen wil deA met zijn molen geld verdienen op de markt en de winst gebruiken voor duurzame projecten in Apeldoorn. Dat is goed voor Apeldoorn, maar de klant deelt niet in de winst en betaalt in feite een soort belasting voor het algemeen belang van Apeldoorn. Nu is bekend dat er klanten zijn die daarmee geen probleem hebben, maar naarmate de marktprijs stijgt, kunnen zij daarmee toch problemen krijgen. Dan haken zij misschien af, omdat zonnepanelen goedkoper zijn. In Zwolle is het streven om een molen neer te zetten en een prijs te hanteren die voorziet in aanschaf, onderhoud en vervanging. Deze molen verkoopt net als in Apeldoorn zijn elektriciteit op de markt en vangt daar een prijs. Daarmee wordt de klant terugbetaald, maar dan blijft er wat over. Wat de klant betaalt aan aanschaf, onderhoud en vervanging is minder dan wat Verslag kennissessie LDEB – Woensdag 10/10/12
4
de molen opbrengt, zeker naarmate de marktprijs stijgt. Er wordt dus winst gemaakt. Gaat die winst ook naar de klant, dan wint het algemeen belang van Zwolle niet. Gaat die winst naar Zwolle, dan wint dat belang wel. Vraag is welk model het beste is. In de 2e ronde kwam Jurgen met een model met 2 takken: een coöperatie als handelshuis en een coöperatie met eigen opwek. Zijn stelling was dat een handelshuis op zich een mooi initiatief is, maar dat de stroomprijs uiteindelijk gewoon de marktprijs volgt en “dus” omhoog blijft gaan. Allerlei sociale voordelen (b.v. energiekostenbeheersing voor minima) gaat dat niet opleveren. Food for thought? Tafel van Hùber Buijsman (Marknesse Duurzaam) Marknesse Duurzaam is klein initiatief uit Marknesse. In korte tijd zijn we gegroeid van 8 naar 30 deelnemers. Uit deze groep zijn 5 mensen opgestaan, die met het thema nu concrete stappen willen maken. De focus ligt op zonnepanelen. Uit 30 deelnemers hebben er 22 aangegeven hier iets mee te willen doen. Momenteel wordt er gewerkt aan o.a. de website en mogelijkheden om collectief zonnepanelen in te kopen. Ook wordt er gekeken naar mogelijkheid om zonnepark te realiseren. Probleem van een zonnepark is echter het huidige salderingsverhaal. Als je met zonnepanelen verzameld in een zonnepark energie gaat leveren, mag je slechts een beperkt deel daarvan salderen met jouw eigen energierekening. Met andere woorden, slechts voor een klein deel van de opgewekte energie krijg je een behoorlijke prijs. Dit tast de terugverdientijd van de zonnepanelen aan. Tafel van Kees de Vries (Koos Schoe & Marcel Rooij) (Buurt Energie Bedrijf Stadshagen) Inmiddels 1 ½ jaar geleden kregen wij de oproep ‘wie wil er een energie coöperatie/energie bedrijf beginnen?’ In verschillende Zwolse wijken, waaronder Stadshagen, werd daar heel enthousiast op gereageerd. Aan de hand van verschillende bijeenkomsten is er een groep ontstaan die twee kennisdocumenten heeft geproduceerd. Een over wind en een over zonnepanelen. Aangezien wind het hoogste rendement gaf, zijn we hier mee verder gegaan. Het plan is nu om 5 molens te plaatsen van ieder 3,5 MW vermogen. Elke windmolen kan aan 2000 huishoudens energie leveren. Het hele project kost ongeveer 25 miljoen. Het komt neer op slechts 2500 euro per huishouden. Dit geeft ons een interessant verhaal om te verkopen aan potentiele klanten. De businesscase is dus op orde. We hebben een verzoek ingediend voor een locatieverkenning bij de gemeente. De gemeente heeft daarop gereageerd met het ontwikkelen van een windbeleidsplan waar een locatieverkenning deel van uit maakt. Het is goed om iemand in je team te hebben met politieke kennis; dit maakt het proces gemakkelijker en efficiënter. Tafel van Michael Boddeke & Floris van der Veen Beide tafelheren hebben al hun verhaal gedaan en daarom wordt er meer gesproken over tips voor andere initiatieven. Namens Buurt Energie Bedrijf Stadshagen (BEBS) wordt bijvoorbeeld de vraag gesteld waarom energiecoöperatie Apeldoorn (deA) niet heeft gekozen om gelijk aan de slag te gaan met energieproductie. BEBS is dat namelijk wel van plan. Michael Boddeke geeft aan dat het belangrijk is om eerst draagvlak te Verslag kennissessie LDEB – Woensdag 10/10/12
5
genereren zodat je leden kunt werven. DeA heeft ook partners erbij betrokken die ergens goed in zijn/die bereid zijn om de eerste uren die ze erin steken gratis te geven. Michael Boddeke geeft ook aan dat de realisatie van een windmolen wel een langdurig proces is. De procedure alleen al duurt circa 7 jaar. Kun je zo lang de leden vast blijven houden? Je moet er voor zorgen dat het goed wordt ontvangen in de samenleving en deze aandacht weten vast te houden. De belangrijkste boodschap voor burgers is dat ze het in eigen hand hebben, niet afhankelijk zijn van grote energiemaatschappijen. Het tastbaar is. Ze kunnen zien wat er gebeurd. En dat ze niet meer gaan betalen voor duurzame energie. Tafel van Wim Diepeveen (Reggestroom) ReggeStroom opereert sinds 01-01-2012 als duurzaam energiebedrijf. ReggeStroom levert duurzame energie en heeft daarnaast een grote actie ZonneStroom opgezet, in samenwerking met een negental installatiebedrijven door heel Overijssel. Aan tafel spitst het gesprek zich toe op de manier waarop ReggeStroom, of welk duurzaam energiebedrijf dan ook, geld kan verdienen aan het leveren van energie. Er zijn nogal wat misverstanden: over de administratieve last, over het incassorisico, over het inkopen en doorverkopen van energie. Al die dingen spelen niet voor ReggeStroom. Toch is ReggeStroom een duurzaam energiebedrijf. Hoe zit dat? Zonder leveringsvergunning kun je je alleen maar op de markt begeven als ‘bemiddelaar’ in de levering van energie. Dat doet ReggeStroom dus. Factureren doet de contractpartner Qwint. Bij Qwint ligt de administratieve plicht, bij Qwint ligt het incassorisico. Voor ReggeStroom was het belangrijk de klanteigendom goed te regelen en een goede business-case te ontwikkelen. ReggeStroom draait nu, ziet de omzetten maandelijks stijgen en lijkt op weg een commercieel succes te worden. Tegelijk waarschuwt ReggeStroom: dit succes is lastig te kopiëren. Wil je meer weten? Bel of mail ReggeStroom.
Loopt uw lokaal duurzaam energie bedrijf tegen problemen aan of zit uw initiatief met een vraag? Neem dan contact op met het Hier Opgewekt Servicepunt Overijssel: Wijnand Jonkers
[email protected] Tel: 038-425 09 66 HIER opgewekt is een gezamenlijk project van de Natuur- en Milieufederaties en de HIER Klimaatcampagne. Hier opgewekt wordt mede mogelijk gemaakt door het Droomfonds van de Nationale Postcode Loterij en Qurrent.
Verslag kennissessie LDEB – Woensdag 10/10/12
6