KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN FACULTEIT LETTEREN
De toekomst van het muziekalbum
Esther Artois
Onderzoekspaper
Schakelprogramma Culturele Studies
Professor Jan Baetens
Academiejaar 2013 - 2014
Inhoudstafel 1.
Inleiding
2.
p. 3
Van langspeelplaat tot cassette
p. 4
3.
Compact disk
p. 5
4.
MP3
p. 6
5.
Veranderingen in het muzieklandschap
p. 6
5.1.
p. 7
5.2.
iTunes Store
p. 8
5.3.
Streaming services
p. 8
5.4.
p. 8
6.
Debat: ‘Van digitaal naar illegaal‘
p. 9 - 10
7.
Het fysieke muziekalbum: met uitsterven bedreigd?
p. 11 - 12
8.
Het conceptalbum
p. 13
9.
Conclusie
p. 14 - 15
10.
Bronnen
p. 16 - 17
Napster
Waarom platenmaatschappijen zullen blijven bestaan
2
1. Inleiding Sociale media als iTunes, Spotify, YouTube en Deezer zorgen ervoor dat onze muzikale ervaring mobieler wordt dan ooit. We zijn geëvolueerd naar mensen die altijd en overal muziek willen downloaden, kopen, streamen en beluisteren. Het gaat niet goed met de fysieke muziekverkoop, wat duidelijk merkbaar is bij de traditionele muziekwinkels die één voor één uit de winkelstraten aan het verdwijnen zijn. Technologische innovaties als Napster, peer-to-peer services en MP3 zorgden ervoor dat de muziekindustrie moest reageren om te kunnen blijven bestaan. In de loop van de jaren negentig diende het internet zich aan als een digitaal distributiekanaal dat door iedereen gebruikt kon worden. Artiesten konden plots kiezen waar en wanneer ze iets uitbrachten. Omdat iemands muziek via het internet direct beschikbaar is voor de consument, lijken platenmaatschappijen dan ook minder nodig. Maar is dat wel zo? Ik heb gekozen voor dit onderzoek omwille van mijn passie voor muziek. Na verschillende jaren ervaring als artieste, heb ik gemerkt dat de muziekwereld een enorme transformatie heeft doorgemaakt en nog steeds aan het doormaken is. Deze onderzoekspaper geeft een overzicht van de evoluties die in het muzieklandschap spelen. Zal het fysieke muziekalbum verdwijnen? Is streaming dé redding van alles? Hoe moeten de platenmaatschappijen reageren op de komst van het internet? En zullen de platenmaatschappijen überhaupt blijven bestaan? Om een antwoord te geven op de onderzoeksvragen is deze paper opgedeeld in drie delen. Het eerste hoofdstuk geeft de nodige voorgeschiedenis weer. Het tweede deel focust zich op de veranderende aspecten van het muzieklandschap en het derde deel behandelt de toekomstperspectieven.
3
2. Van langspeelplaat tot cassette De introductie van het muziekalbum vond plaats na de Tweede Wereldoorlog, in 1948. Het platenlabel Columbia Records bracht dan de langspeelplaat, LP of elpee op de markt. Daarvoor waren alle opnames singles op een grammofoonplaat met één nummer per kant: één op de A-kant en één op de B-kant. In eerste instantie waren deze langspeelplaten bedoeld voor de zogenaamde ‘goede’ muziek zoals jazz- en klassieke muziek (De Meyer, G.). De langspeelplaat bestond nog niet als een compleet concept zoals wij het vandaag kennen. Pas in de jaren zestig ontstond het idee om pop- en rockmuziek op een langspeelplaat te plaatsen. Met de release van onderandere het Beatles-album ‘Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band’ in 1967 werd het product langspeelplaat volwassen. Dit muziekalbum was niet langer een verzameling van nummers en wordt beschouwd als één van de eerste conceptalbums. Volgens muziekjournalist Steve Thomas Erlewine is er tot op heden geen enkel muziekalbum dat historisch zo belangrijk is als ‘Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band’. In zijn betoog stelt hij dat deze plaat “tot één van de meest invloedrijke albums aller tijden behoort, omdat het één van de eerste langspeelplaten was die zich meer neerzette als een artistiek werk dan als een verzameling liedjes” (Erlewine, S.T.). De langspeelplaat zou in de komende jaren de belangrijkste muziekdrager zijn tot deze verstoten werd door compactere en meer hanteerbare mediums (Vanoppen, M.). In 1963 bracht Philips de compactcassette op de markt. Lang duurde het niet vooraleer deze compacte cassette een ware concurrent werd voor de langspeelplaat. Deze audiocassette bracht echter enkele problemen voor de muziekindustrie met zich mee. Deze kon niet enkel muziek afspelen, maar ook opnemen. Hierdoor dook al snel het probleem op van de thuiskopie. Bovendien bleken er ook belangen binnen de grote technologiebedrijven tegenstrijdig te worden. Enerzijds wilden zij veel hardware verkopen zoals cassetterecorders en lege cassettes, maar anderzijds wilden ze ook veel software zoals grammofoonplaten en voorbespeelde muziekcassettes. Dit poogde men op te lossen door in kopieertoestellen een stoorcode in te bouwen, maar deze kon snel omzeild worden. Een interessante parallel die hier getrokken kan worden is die met de crisis die de muziekindustrie aan het begin van de jaren 2000 doormaakte met de komst van de cd-writer en de digitale muziekformatie (Clicq, H.) De cassettes waren betrekkelijk goedkoop, maar het was nog steeds goedkoper om grammofoonplaten in massa te kopiëren dan voorbespeelde compactcassettes. Verder werden de cassettes aan hoge snelheid gekopieerd en was hun geluidskwaliteit zeker niet beter dan die van de klassieke grammofoonplaat. De compactcassette is er bijgevolg nooit in geslaagd de langspeelplaat te verdringen. 4
3. Compact disk Het jaar 1982 luidt het digitale tijdperk in. Philips en Sony/CBS introduceerden toen de opvolger van de vinylplaat: de compact disk. Al snel wordt duidelijk dat het analoge tijdperk zijn tijd heeft gehad, want met de ontwikkeling van de compact disk wordt een totaal nieuw hoofdstuk geschreven in de geschiedenis van de geluidsregistratie- en productie. Voor het eerst in de geschiedenis is de digitale reproductie van een digitale opname identiek aan de originele uitvoering (De Meyer, G.). Doordat de consumenten zich eerst allemaal een cd-speler moesten aanschaffen, duurt het nog tot het einde van de jaren 80 voor de doorbraak van de compact disk compleet is (Clicq, H.). De prijzen van de CD’s liggen hoger dan die van LP’s. Maar vanaf 1987 treedt op dat vlak ook en zekere nivellering op, al blijven klachten gehoord worden over de kunstmatig hoog gehouden CD-prijs (De Meyer, G.). Professor David Fallows beschrijft in het artikel “Two Early Music Revolutions” drie kenmerken van de compact disk die ons leven veranderden. Eerst en vooral stelt hij dat de compact disk “een onwaarschijnlijke stimulans was voor de platenindustrie om nieuwe versies van oudere - reeds opgenomen - nummers op te nemen, zoals bijvoorbeeld klassieke muziek”. Fallows stelt dat dit een verdere groei stimuleerde in de industrie en deuren opende voor de uitwerking van meer obscure repertoires en symfonieën, zowel uit het ver verleden als uit deze eeuw. Ten tweede geeft Fallows aan dat het productieproces van de CD goedkoper werd waardoor er minder exemplaren verkocht moeten worden om de kost terug te verdienen. Dit stimuleerde de kleinere groepen om CD’s op te nemen. Ze moesten namelijk geen massahoeveelheden verkopen om uit de kosten te geraken. Ten slotte stelt Fallows dat er door de komst van de compact disk plaats was voor 75 minuten, bijna het dubbele van de LP (Fallows, D.). Doordat er op de CD nu meer plaats was, kon er plaats gemaakt worden voor kleinere creaties die voorheen het album niet zouden gehaald hebben. De CD en de daartoe bijdragende digitale techniek maakt in essentie slechts een akoestische verbetering mogelijk van de analoge techniek, zoals die toegepast werd op de grammofoonplaat. Bij de overgang van analoog naar digitaal wordt er niets gewijzigd aan de fundamentele eigenschappen van productie, opslaan, distributie en consumptie van muziek. Vanuit dat opzicht stelt Gust De Meyer dat een grammofoonplaat hetzelfde is als een CD: “een geluidsdrager, een fysisch product op de markt gebracht door de muziekindustrie” (Demeyer, G.).
5
4. MP3 “Met de komst van het internet in 1994 begint een tweede groot hoofdstuk in de geschiedenis van de muziekindustrie: de digitale telematische transmissie van muziek wordt een complement van de fysieke distributie van geluidsdragers.” (De Meyer, G., Trappeniers, A.) De interactieve online mogelijkheden luiden een compleet nieuw tijdperk in. De komst van de MP3-files zorgen voor een ware uitdaging voor de traditionele, op geluidsdragers afgestemde muziekindustrie. MP3-files zijn digitale opnamen die (vaak zonder toestemming van de producenten) gratis op het internet worden aangeboden. Deze files hebben voor veel opwinding gezorgd vanwege de hoge kwaliteit en de geringe bestandsgrootte. MP3 maakt het mogelijk muziek van CD’s, grammofoonplaten en internet digitaal op te slaan zonder al te veel ruimte in beslag te nemen en de files over te zetten naar de CD. Op deze manier kan men een (zelf samengestelde) audio-CD verkrijgen zonder gebruik te maken van het traditionele verkoopkanaal. MP3 op zich is niet illegaal, maar toch kent het verhaal van de MP3 een keerzijde. Het speelde zich namelijk af buiten de wil en controle van de muziekindustrie om. MP3-files zorgden voor een inbreuk op de auteursrechtelijk beschermde muziekwerken en dus ook voor dalende opbrengsten voor de industrie omdat kopiëren en downloaden van MP3’s zeer eenvoudig was. De MP3’s omzeilden de platenmaatschappijen en maakten een adequaat businessmodel onmogelijk. (Delaruelle, P.) 5. Veranderingen in het muzieklandschap Tot in 2003 hadden de vier grote platenmaatschappijen Universal, Sony, EMI en Warner Music Group het voor het zeggen in de muziekindustrie. Deze platenlabels noemt men doorgaans de grote vier. Zij hadden het geld om artiesten groot te maken, werkten met enorme promotiebudgetten en hadden distributiekanalen om de muziek in de winkels te krijgen. De major labels hoefden zich niet bezig te houden met de klant. De Amerikaanse journalist Steve Knopper beschrijft in zijn boek ‘Appetite For Destruction’ elke verkeerde beslissing die de hoogste bazen bij de vier major labels de afgelopen dertig jaar maakten. Knopper haalt twee cruciale namen aan: Shawn Fanning en Steve Jobs.
6
5.1. Napster Shawn Fanning is de bedenker van Napster. Napster zag het levenslicht in 1999 en was het eerste wereldwijd gebruikte peer-to-peer netwerk. Bij peer-to-peer netwerken is elke computer zowel klant als aanbieder van informatie voor andere computers in een bepaald peer-to-peer netwerk. Zo kunnen muziek, films en series snel uitgewisseld worden. Ter verduidelijking een illustratie:
Bron: Jalilifiard, 2014 Wat Napster zo populair maakte, is dat mensen nummers konden verkrijgen zonder ervoor te moeten betalen zoals bij een volledig album. Met de bestanden die door het gebruik van Napster werden verkregen, kon men eigen compilatie-albums maken, zonder enige betaling aan de artiest of componist. Andere bekende voorbeelden van peer-to-peer netwerken zijn LimeWire, BearShare en Kazaa. De muziekindustrie en vooral de majors, volledig opgebouwd in een offline wereld met een strakke structuur, hadden niet meteen een antwoord op dit online gebeuren (De Meyer, 2010). De groei van de peer-to-peer netwerken wakkerde angst aan bij de platenlabels. Knopper stelt dat de platenindustrie de kans heeft laten liggen een deal te sluiten met Napster of zelf met een goed plan te komen (Devrieze, A.) Hij vindt daarbij aansluiting bij Gust De Meyer die in ‘Sprekende machines’ schrijft dat de muziekindustrie een grote fout maakte door het internet te zien als gevaar en concurrent van de platenmaatschappijen. In de plaats daarvan moest de muziekindustrie het internet zien als “een nieuwe markt waar de major labels op een nieuwe manier marketing en promotie kunnen voeren voor hun online en offline producten”. (De Meyer, 2007) Volgens De Meyer betekent het internet extra mogelijkheden qua voorbeluistering, informatieverschaffing, promotie en verkoop. 7
Vanaf 2000 vormt (illegale) peer-to-peer uitwisseling een uitdaging voor de muziekindustrie. Een jaar later, in 2001, kondigt een nieuwe crisis zich aan in de verkoop van de geluidsdragers met als oorzaak het illegaal downloaden (De Meyer, G. Trappeniers, A.). 5.2. iTunes Store De topman van Apple Steve Jobs wilde één alomvattende music store openen en introduceerde in 2003 de iTunes Store. Via de iTunes Store kunnen muziekalbums of nummers legaal gedownload worden. Knopper stelt dat Steve Jobs “een briljante deal” sloot met de grote major labels (Devrieze, A.) Hij kreeg ze zover om nummers beschikbaar te stellen en gaf ze een relatief groot aandeel van de opbrengsten uit de iTunes Store, namelijk 70 procent van de prijs. Hij gaf ze echter geen cent uit de opbrengst van de iPod, die onlosmakelijk verbonden was met de iTunes Store. Knopper zegt dat de iTunes Store hét middel was voor Apple om te voorkomen dat de iPod uitsluitend een apparaat werd dat gelinkt werd aan muziekpiraterij. (De Vrieze, A.). 5.3 Streaming services Waar iTunes het pad heeft geëffend en de ban heeft gebroken, zijn de streaming services de volgende stap (Vrijens, J.). In 2006 breekt online streaming door en worden er wereldwijd platforms ontwikkeld waarbij het mogelijk wordt muziek af te spelen die je streamt. Via streaming wordt het mogelijk voor de gebruiker om muziek te beluisteren zonder de songs te hoeven downloaden. De bekendste
streaming
programma’s
zijn
Spotify
en
Deezer.
De
platenlabels
hebben
samenwerkingsverbanden met deze streaming services. Met streamingsites lijkt de muzieksector wel zijn antwoord op piraterij en illegaal downloaden gevonden te hebben. In Groot-Brittanië stelde telecomregulator Ofcom vast dat het aantal inbreuken in verband met muziekpiraterij het laatste jaar consistent per kwartaal afnam: van 301 miljoen naar 297 miljoen en van 280 miljoen uiteindelijk naar 199 miljoen (Feys, S.). In het deel ‘Debat: ‘Van digitaal naar illegaal’ wordt er dieper ingegaan op de streaming services. 5.4. Waarom platenmaatschappijen zullen blijven bestaan Knopper is niet echt hoopvol over de toekomst van de major labels. Al denkt hij wel dat de major labels de komende jaren nog zullen bestaan, want tot op de dag van vandaag is tekenen bij een major de beste optie als je wilt door breken als artiest. Platenmaatschappijen hebben namelijk nog altijd de connecties om bijvoorbeeld op de radio te komen. Maar op het eerste zicht lijkt marketing minder nodig omdat iemands muziek via het internet direct beschikbaar is voor de consument (Devrieze, A.). Patrick Burkart en Tom McCourt stellen in hun boek ‘Digital Music Wars’ dat platenmaatschappijen broodnodig zullen blijven. Precies omdat de toegangsbarrières lijken te 8
vervagen en het muziekaanbod zo groot is, zullen marketing en promotie alleen maar belangrijker worden. In ‘Lexicon van de muziekindustrie’ schrijven De Meyer en Trappeniers dat platenmaatschappijen zelf stellen dat ze onmisbaar geworden zijn omwille van hun “knowhow op vlak van A&R (de afdeling van een platenmaatschappij die de muzikanten in hun artistieke ontwikkeling begeleidt), productie, promotie, marketing en distributie van de muziek” (De Meyer, Trappeniers, 2003). Door de komst van peer-to-peer service, iTunes Store en streaming services wordt het steeds eenvoudiger
om
nummers
te
beluisteren.
Maar
er
ontstaat
een
veranderend
muziekconsumptiepatroon: consumenten willen steeds meer één nummer en minder hele albums van dezelfde artiest. Herman Clicq beschrijft in ‘De crisis in de muziekindustrie’ welke verschillende systemen er ontwikkeld werden om tegemoet te komen aan het veranderde consumptiepatroon. Zo werden er compilatiecd’s op maat van de klant gemaakt (Clicq, H.). De klant kon in de winkel aan een computerterminal zelf de nummers kunnen kiezen die hij wou en deze werden dan op een CD of andere drager gebrand. 6. Debat ‘Van digitaal naar illegaal’ Op 15 mei 2014 organiseerde muziekcentrum Het Depot in Leuven het debat ‘Van digitaal tot illegaal. De muzikant en zijn/haar rechten’. Dit debat ging over digitale en technologische evoluties die een spanningsveld veroorzaken in de muziekwereld. Enerzijds is er het verspreiden en beluisteren van de muziek op de meest praktische en hedendaagse manier. Maar anderzijds heeft het dalen van inkomsten uit muziek en verkoop volgens sommigen “een alarmerend dieptepunt bereikt waardoor het heel lastig wordt om nog degelijk en kwaliteitsvol te werk te gaan in elke stap van het proces”. Eén van de centrale gasten op het debat is Kris Wauters, die als lid van Clouseau naast het schrijven en zingen, ook de productie van Clouseau voor zijn rekening neemt. Volgens Wauters is de platenverkoop gedaald doordat er de afgelopen vijftien jaar “een omwenteling is geweest in de manier waarop jonge mensen muziek beleven”. Hij stelt dat, met al de nieuwe technologieën die zich hebben aangediend, de bereidheid om voor een muziekalbum te betalen bij de jongere generatie bijna helemaal is verdwenen. Het gratis (en dus illegaal) downloaden van muziek, werd als eerste opgepikt door de jongere generatie die het minst kapitaalkrachtige publiek zijn. Volgens Wauters heeft dit de daling van de inkomsten ingeleid: het muziekalbum als fysiek product is bijna verdwenen. Verder stelt hij dat de illegale downloads intussen voorbijgestreefd zijn door streaming services als Spotify en Deezer. Het grote verschil tussen streaming en illegaal downloaden zit in het 9
feit dat de streaming services betalen voor de auteursrechten, wat niet gebeurt bij illegale downloads waarbij de auteur in feite bestolen wordt. Er ontstond op het debat een consensus over het feit dat streaming toch al een stuk van het illegaal downloaden heeft opgevangen. Het is natuurlijk maar de vraag hoe de muziekindustrie moet inspelen op het veranderend luistergedrag van de consument. Een groot deel van het debat was gewijd aan de opkomst van streaming. Muziekproducer en filmmuziek componist Hans Helewaut stelt dat de muziekindustrie veel te lang krampachtig is blijven vasthouden aan het oude businessmodel waar het belangrijkste de fysieke verkoop van de CD was. Hij pleit voor een nieuw businessmodel inzake streaming. Hoewel hij een grote toekomst ziet in het streamen, is dit voor de auteur als componist geen redding, want als je als auteur of componist muziek en tekst hebt geschreven en dit één keer wordt beluisterd op Spotify, kom je hier niet ver mee. Het effectieve bedrag dat artiesten uitbetaald krijgen bedraagt 0,4 dollarcent per play. Johan Van Roy, Marketing Manager Benelux bij streaming service Deezer, stelt dat er heel veel concurrentie is binnen de streaming business en Deezer het verschil probeert te maken door een heel grote catalogus aan te bieden. Daarvoor betaalt Deezer licenties als rechtstreeks antwoord op het illegaal downloaden. Deezer-gebruikers kunnen op die manier op een legale manier naar muziek luisteren. Daarnaast vergoedt Deezer de artiesten. Dit is een belangrijk voordeel voor online streaming in vergelijking met illegaal downloaden. Tenslotte verwijst Van Roy naar een extra voordeel voor marketing en promotie. Bij Deezer is het mogelijk om een artiest of groep in de spotlight te zetten met een release. Zo kan bijvoorbeeld het muziekalbum drie weken voor de fysieke release gestreamd worden op Deezer. Online services kunnen zo als promotietool gebruikt worden. Zijn streamingservices als Deezer dan de redding? Tom Kestens, zanger van Lalalover en UNIZOadviseur, vindt van niet. 70 procent van wat binnenkomt bij Deezer uit reclame inkomsten en betalende klanten wordt doorgestuurd naar de rechthebbenden. Kestens stelt dat de muzikanten amper iets verdienen aan streams. Voor 1000 streams krijgt een muzikant namelijk één euro. Kestens wijst vervolgens op het feit dat het geld meestal wordt doorgesluisd naar labels die een licentie geven om een bepaald repertoire te mogen aanbieden in de bibliotheek. De artiest wordt er bijgevolg dus niet beter van. Al heeft de opkomst van streaming platforms de illegale downloads doen dalen, ze brachten op hun manier een pak nieuwe problemen met zich mee. Kestens stelt dat zolang een duidelijk verdienmodel uitblijft, de toekomst op lange termijn uiterst onzeker blijft. Volgens Johan Van Roy is de beweging van streaming echter niet te stoppen. 10
7. Fysieke muziekalbum met uitsterven bedreigd? Er heerst een algemeen idee dat het (fysieke) muziekalbum zal uitsterven. Een bevestiging van dit oordeel wordt echter niet gevonden. In de jaren 90 kwam er al een eerste lichte heropleving van de vinylplaat. (Bots, M.) Vanaf 2007 kent de langspeelplaat een tweede wedergeboorte. Uit de cijfers aangeleverd door Nielsen Soundscan kan vastgesteld worden dat de verkoop van vinyl in de Verenigde Staten steeg met 32 % in 2013. In 2012 verkocht men nog 4,5 miljoen stuks, terwijl er in 2013 zo’n zes miljoen over de toonbank gingen.
Richter Felix, 2014 In de scriptie ‘De heropleving van een oud medium: het vinyl’ beschrijft Marijn Bots dat de tweede heropleving gekenmerkt wordt door de fascinatie voor het rockgenre. Hij stelt dat in 2011 de top tien van beste verkochte vinyls werd gevormd door muziekgroepen als Wilco, Bon Iver, Mumford & Sons en The Black Keys. Bots haalt enkele commerciële nieuwigheden aan die een sterke indicatie geven voor het bestaan van de heropleving. Zo wordt er een MP3-file van het album gratis bij de vinylplaat geleverd of zelfs de CD van het album als bonus bij de vinylplaat gestopt. Ook andere initiatieven stimuleren de vinylverkoop. Zo beschrijft Bots dat er sinds 2008 wereldwijd Record Store Day wordt georganiseerd. Iedere derde zaterdag van april bundelen onafhankelijke platenwinkels hun krachten om de vinylplaat in de spotlight te zetten. Bots concludeert dat de fysieke verkoop zijn complete ondergang nog steeds niet bereikt heeft. Hij voorspelt dat fysieke CD’s niet zullen verdwijnen, maar evolueren naar een nichemarkt. Digitale verkoop zal dan het overgrote deel van de inkomsten voor zich nemen.
11
Volgens Kris Wauters heeft de daling van de fysieke muziekverkoop te maken met een mentaliteitswijziging. Volgens hem heeft het internet en het digitaal beschikbaar zijn van muziek een enorme impact gehad op hoe muziekliefhebbers muziek percipiëren. Hij stelt dat muziek steeds meer wordt gezien als iets wat je regelmatig moet vervangen door iets nieuws. Als er gratis toegang wordt geboden tot muziek, wordt er bijgevolg ook sneller (nieuwe) muziek gevonden. De beschikbaarheid van gratis muziek maakt mogelijk dat we kritischer kunnen zijn. Vroeger werden er meer platen gekocht op goed geluk, vandaag kan je vooraleer je het muziekalbum als fysiek product zou kopen, eerst een gewogen oordeel vellen. Vele muziekalbums zijn gemaakt als een op zich staand kunstwerk. De artiest wil de luisteraar meenemen in ‘het verhaal’, de sfeer van de nummers. Het artwork, de volgorde van de songs en een zo goed mogelijke geluidskwaliteit zijn hierbij van cruciaal belang. Zoals reeds beschreven, heeft de komst van het internet, peer-to-peer services en muziekpiraterij het muziekconsumptiepatroon grondig veranderd: het belang van het full album of CD ten koste van het individuele nummer is sterk afgenomen. De luisteraar downloadt of streamt zijn/haar favoriete nummers. Peter Deckers van Ancienne Belgique stelt dat, naast de vele voordelen dat dit biedt, deze evolutie echter ook een minder positieve kant heeft: de (klank)kwaliteit van de muziek neemt af. De muziek moet namelijk snel kunnen verspreid worden en dus gecomprimeerd worden tot kleine muziekbestanden zoals bijvoorbeeld MP3. Door deze compressie gaat er heel wat van de eigenheid van de ‘sound’ verloren. Ancienne Belgique wilt tegengewicht bieden aan deze manier van muziekbeleving en organiseert maandelijks ‘Album Listening Sessions’ waarbij het in groep een album integraal en zonder onderbreking beluistert. Op die manier beleeft ieder “het album zoals oorspronkelijk de intentie was bij de opnames, mastering en het uitbrengen ervan”. (Deckers, P., 2012) In het werk ‘Online streaming: de redding van alles?’ stelt Joke Vrijens dat de fysieke markt niet zal verdwijnen, maar complementair blijft met digitale muziek. Daarnaast schrijft Vrijens dat vroeger de opname veel centraler stond dan vandaag en het album vandaag meer als promotiemiddel geldt. Vroeger was het muziekalbum nodig voor een artiest om op tournee te kunnen gaan, vandaag dient het album als promotiemiddel voor de tour (Vrijens, J., 2013). Er kan vastgesteld worden dat we in een nieuwe realiteit leven waarin publishing, reclame, goede liveshows en online aanwezigheid even belangrijk zijn als het muziekalbum. Het muziekalbum is maar een puzzelstukje in het hele verhaal van de artiest.
12
8. Het conceptalbum Het ene muziekalbum is het andere niet. Zo verschillen conceptalbums van standaardalbums. In zowel het kritische als academische discours wordt de term concept album gebruikt om langspeelplaten of CD’s te beschrijven die worden gekenmerkt door hun narratieve eenheid of muzikale structuur. Lieven van Damme, de auteur van de scriptie ‘Pop inferieur aan klassiek?’ stelt dat “conceptalbums veelal worden gekenmerkt door een zekere rationaliteit en structurele opbouw die van de toehoorder een andere manier van oordeelsvorming vergen dan bij de zogeheten ‘autonome’ popliederen. Niet de momentane beoordeling van de liederen staat daarbij centraal, maar wel de situering ervan in het ruimere geheel van het concept dat aan het album ten grondslag ligt.” (Lieven van Damme, 2007). Het tegenovergestelde van het conceptalbum is het standaardalbum, dat uit onsamenhangende nummers bestaat. Vanaf de jaren 60 en 70 waren er veel rockartiesten die de compositorische mogelijkheden van het conceptalbum onderzochten. Er zijn echter twee genres van conceptalbums te onderscheiden. Enerzijds heb je albums waarvan de nummers een verhaal vertellen, zoals het album ‘Tommy’ van The Who. Anderzijds zijn er albums die voornamelijk nummers bevatten die thematisch sterk eenduidig zijn, zoals ‘Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band’ van The Beatles. Ook vandaag worden er nog conceptalbums gemaakt. Een voorbeeld van een hedendaags conceptalbum is ‘Once I Was An Eagle’ van de Britse singer-songwriter Laura Marling. Vanaf de jaren ‘90 verloor het conceptalbum aan populariteit. Kunstjournaliste Fiona Sturges pleit in het artikel ‘The Return of Concept Album’ voor conceptalbums en wil dat ze terug aan populariteit
winnen.
In
haar
theorie
trekt
ze
een
parallel
met
het
veranderd
muziekconsumptiepatroon. Zoals reeds beschreven, willen consumenten sinds de digitale revolutie steeds meer één nummer en minder hele albums van dezelfde artiest. Sturges stelt dat popsterren die drie-minuten-nummers schrijven complexe formats (en dus langere nummers) schuwen. Ten slotte stelt ze dat kunstzinnige artiesten het muziekalbum als stervend format een nieuw leven in willen blazen en een nieuwe manier van vertellen pogen uit te vinden. Ze pleit voor een aanvaarding van nummers die langer dan drie minuten duren (Sturges, F.). Vastgesteld kan worden dat de makers van conceptalbums in zekere zin pleiten voor het behouden van een muziekalbum als geheel en geen onsamenhangendheid of compilatiealbum waar het eenvoudiger is één nummer te kunnen uitpikken. Op die manier kunnen conceptalbums bijdragen tot het behoud van muziekalbums en eventueel de stijging van fysieke platenverkoop. 13
9. Conclusie Deze onderzoekspaper tracht een antwoord te geven op de vraag of het fysieke muziekalbum zal verdwijnen. Door de komst van peer-to-peer netwerken, illegaal downloaden en streaming services heerst er namelijk een algemeen idee dat het fysieke muziekalbum zal uitsterven. Nergens wordt deze opvatting echter bevestigd. Marijn Bots stelt dat de fysieke CD niet zal verdwijnen, maar evolueren naar een nichemarkt. Digitale verkoop zal dan het overgrote deel van de inkomsten voor zich nemen. De positie van het muziekalbum kent een omwenteling: vroeger was het album broodnodig voor een artiest om op tournee te kunnen gaan, vandaag dient het album als promomiddel voor de tournee. Er is dus in het muzieklandschap een nieuwe realiteit ontstaan waarin het muziekalbum slechts een puzzelstukje is in het hele verhaal. Publishing, reclame, goede liveshows en online aanwezigheid zijn even belangrijk. Het belang van het full album ten koste van het individuele nummer is sterk afgenomen. Een evenement als ‘Album Listening Sessions’ wil hier een antwoord op bieden. Maandelijks worden er in de Ancienne Belgique muziekalbums integraal en zonder onderbreking beluisterd. Ook de conceptalbums, die stammen uit de jaren ’60, blijven bestaan en dragen ook bij aan het behouden van muziekalbums als ‘geheel’ en eventueel de stijging van fysieke platenverkoop. Een opvallende vaststelling is dat vinyl weer aan populariteit wint. Hier draagt een initiatief als Record Store Day, dat het fysieke product in de spotlight zet, ongetwijfeld toe bij. Hoe moeten de platenmaatschappijen reageren op de komst van het internet? Volgens Gust De Meyer heeft de muziekindustrie een grote fout gemaakt door het internet te zien als een gevaar voor de platenmaatschappijen. In plaats daarvan moet het internet gepercipieerd worden als een nieuwe markt waar de platenmaatschappijen op een nieuwe manier marketing en promotie kunnen voeren voor hun online en offline producten. Internet kan extra mogelijkheden qua voorbeluistering, informatieverschaffing, promotie en verkoop betekenen. Doordat muziek via het internet direct beschikbaar is voor de consument, lijkt de functie van platenmaatschappijen onder druk te staan. Volgens Patrick Burkart en Tom McCourt is dit achterhaald. Precies omdat de toegangsbarrières lijken te vervagen en het muziekaanbod zo groot is, zullen marketing en promotie van de platenmaatschappijen alleen maar belangrijker worden. Peer-to-peer uitwisseling en illegaal downloaden vormen vanaf 2000 een uitdaging voor de muziekindustrie. Steve Jobs, de topman van Apple, geeft hier een antwoord op door één alomvattende en digitale muziekwinkel te openen: de iTunes Store, waaruit muziekalbums of 14
nummers legaal gedownload kunnen worden. Deze deal is revolutionair omdat Jobs de platenmaatschappijen zover krijgt om nummers beschikbaar te stellen. In 2006 breekt online streaming door waarbij je nummers kan beluisteren zonder ze te downloaden. Juist zoals de iTunes Store hebben de platenmaatschappijen samenwerkingsverbanden met deze streaming services. Johan Van Roy, de Marketing Manager Benelux van Deezer, stelt dat de muzieksector met streaming services een antwoord heeft gevonden op piraterij en illegaal downloaden. Tom Kestens stelt echter dat, zolang een duidelijk verdienmodel uitblijft, de toekomst van de streaming services op lange termijn onzeker blijft. Er kan vastgesteld worden dat we zijn geëvolueerd van een ‘music download war’ naar een ‘music streaming war’. Streaming services zijn een stap in de goede richting, maar er moet nog een verdienstelijk model gecreëerd worden. Een betere afstemming van streaming diensten van artiesten is een mogelijke optie, maar een duidelijk businessplan is nog niet voorgesteld. Deze onderzoekspaper kan aanzet geven tot verder onderzoek hiernaar.
15
10. Bronnen - Bots, M. (2012). De hergeboorte van een oud medium: het vinyl. Kenmerken en consumentenpsychologie van de twee heropleving van de vinylplaat. Leuven: KUL. - Bries, F. (1998). De heropleving van het vinyl. Leuven: KUL. - Burkart, P., McCourt, T. Digital Music Wars: Ownership and Control of the Celestial Jukebox (Critical Media Studies: Institutions, Politics and Culture). Lanham: Rowman & Littlefield Publisher. - Clicq, H. (2004). De crisis in de muziekindustrie. Leuven: KUL. - Cross, Alan. (15.07.2012). Life After the Album Is Going to Get Weird. [17.04.2014, Archief van A Journal of Musical Things: www.ajournalofmusicalthings.com/life-after-the-album-is-going-toget-weird] - Cross, Alan. (14.12.2013). The Hidden Cost of MP3s. It’s Worse Than You Might Think. [17.04.2014, Archief van A Journal of Musical Things: www.ajournalofmusicalthings.com/thehidden-cost-of-mp3s-its-worse-than-you-might-think] - Deckers, P. (11.01.2012) Huis 33 1/3: Album Listening Sessions. [05.04.2014, http:// www.abconcerts.be/nl/over-ab/ab-blogt/p/detail/huis-33-13-album-listening-sessions] - Delaruelle, P. (2009). Onderzoek naar het verschuivend businessmodel in de muziekindustrie: het 360 gradencontract, ook voor artiesten een redding? Brussel: VUB. - De Meyer, Gust. (2007). Sprekende machines. De geschiedenis van de fonografie en van de muziekindustrie. Leuven: Acco. - De Meyer, G., Trappeniers, A. (2003) Lexicon van de muziekindustrie. Leuven: Acco. - Erlewine, S.T. Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band. Review by Stephen Thomas Erlewine. [08.05.2014,
AllMusic:
www.allmusic.com/album/sgt-peppers-lonely-hearts-club-band-
mw0000649874] - De Vrieze, A. (16.10.2010). Steve Knopper: “Platenindustrie heeft de controle verloren”. Boek over de opkomst en ondergang van de platenindustrie in het digitale tijdperk. [25.05.2014, Archief van 3VOOR12: http://3voor12.vpro.nl/nieuws/2010/januari/steve-knopper-platenindustrie-heeftde-controle-verloren.html] - Fallows, David. (1997). Two Early Music Revolutions. [18.04.2014, Oxford University Press: www.jstor.org.stable/3128399]
16
- Feys, S. (15.11.2013) 2 jaar Spotify in België: hoelang blijft het liedje nog duren? [27.05.2014, Archief
van
De
Morgen:
www.demorgen.be/dm/nl/5403/Internet/article/detail/
1741096/2013/11/15/2-jaar-Spotify-in-Belgie-hoelang-blijft-het-liedje-nog-duren.dhtml] - Kenney,
K.
The
History
of
CD
Player.
[05.04.2014,
http://www.ehow.com/
about_5454147_history-cd-player.html] - Peetermans, J. (14.01.2014) Muziekaal koopgedrag Belgische dj’s. Deel 3: CD- en platenwinkels in België [27.05.2014, Archief van Fuzz, http://fuzz-mag.be/nieuws/6152/muzikaal-koopgedragbelgische-djs-deel-3-cd-en-platenwinkels-in-belgi] - Sturges, F. (02.01.2009). The Return of Concept Album. [25.05.2014, Archief van Independent: www.independent.co.uk/arts-entertainment/music/features/the-return-of-conceptalbum-1796064.html] - Van Damme, L.( (2007). Pop inferieur aan klassiek? Een onderzoek aan de hand van het conceptalbum in de populaire muziek. Gent: Universiteit Gent - Vanoppen, M. (2013). The Future of Music Retailing. Limburg: Provinciale Hogeschool Limburg. - Vrijens, J. (2013) Online streaming: de redding van de muziekindustrie? Leuven: KULeuven.
17