DE STICHTING KUWAIT PETROLEUM PENSIOENFONDS NEDERLAND
Jaarrapport 2014
INHOUDSOPGAVE Pagina
A B C D E
Kerncijfers Bestuur en organisatie Verslag van de visitatiecommissie Verslag van het verantwoordingsorgaan Bestuursverslag Governance Kernthema's Ontwikkelingen in de sector Pensioenparagraaf Beleggingenparagraaf Financiële paragraaf Risicoparagraaf Verwacht en gepland voor 2015
3 6 11 14 17 18 22 31 35 36 38 39 40
JAARREKENING 1 2 3 4 5 6
Balans per 31 december Staat van baten en lasten Kasstroomoverzicht Algemene toelichting Toelichting op de balans Toelichting op de staat van baten en lasten
43 44 45 46 53 70
OVERIGE GEGEVENS 1 2 3 4
Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum Resultaatverdeling Actuariële verklaring Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
76 77 78 80
BIJLAGEN 1 2
Verloopstaat deelnemers Verklaring van afkortingen
83 84
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 2
A
KERNCIJFERS
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 3
KERNCIJFERS (Alle bedragen zijn in duizenden euro's tenzij nadrukkelijk anders vermeld.) Deelnemers, gewezen deelnemers en pensioentrekkenden 2014 Aantal Deelnemers Gewezen deelnemers Pensioentrekkenden
2013 %
Aantal
2012 %
Aantal
2011 %
Aantal
2010 %
Aantal
%
545
31,2
568
32,4
567
33,1
537
32,0
528
32,0
400 803
22,9 45,9
384 803
21,9 45,7
360 788
21,0 45,9
364 778
21,7 46,3
362 762
21,9 46,1
1.748
100,0
1.755
100,0
1.715
100,0
1.679
100,0
1.652
100,0
Premiebijdragen, saldo overdrachten van rechten, pensioenuitkeringen en pensioenuitvoerings- en administratiekosten (x € 1.000) 2014
Premiebijdragen van werkgevers Premiebijdragen van werknemers
Saldo overdrachten van rechten risico pensioenfonds Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
2013
2012
2011
2010
75.178
18.442
16.056
15.998
15.574
1.298
1.326
1.235
-
-
76.476
19.768
17.291
15.998
15.574
-41
-
-
613
335
16.757
16.908
16.888
16.967
17.089
1.300
857
963
805
873
Technische voorzieningen, stichtingskapitaal en reserves, aanwezig vermogen (x € 1.000) en dekkingsgraad (%) 31-12-2014
Technische voorzieningen
31-12-2013
31-12-2012
31-12-2011
31-12-2010
491.804
417.887
433.020
401.001
354.816
38.043
-12.111
-27.734
-33.164
21.010
Belegd vermogen Overige activa Saldo overige activa en passiva
528.076 1.604 167
404.355 3.209 -1.788
404.247 1.983 -944
371.303 1.655 -5.121
383.972 2.645 -10.791
Totaal aanwezig vermogen
529.847
405.776
405.286
367.837
375.826
107,7
97,1
93,6
91,7
105,9
Stichtingskapitaal en reserves
FTK-dekkingsgraad
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 4
Verdeling beleggingsportefeuille voor risico pensioenfonds (x € 1.000) 31-12-2014
31-12-2013
% Vastgoed beleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
Bij: Derivaten met een negatieve waarde
31-12-2012
%
31-12-2011
%
31-12-2010
%
%
31.879 138.142
6,1 26,3
34.163 92.619
8,5 22,9
35.932 80.925
8,9 20,0
19.105 91.938
5,2 25,1
18.971 98.601
5,1 26,3
306.603 33.954 13.921
58,4 6,5 2,7
252.491 3.766 21.226
62,4 0,9 5,3
270.665 1.594 15.022
67,0 0,4 3,7
237.318 -3.935 22.426
64,7 -1,1 6,1
237.700 8.120 10.929
63,5 2,2 2,9
524.499
100,0
404.265
100,0
404.138
100,0
366.852
100,0
374.321
100,0
3.577
90
-
4.451
9.651
528.076
404.355
404.247
371.303
383.972
Beleggingsopbrengsten en kosten vermogensbeheer 2014
Directe beleggingsopbrengsten Indirecte opbrengsten Kosten vermogensbeheer
2013
2012
2011
2010
7.019 60.898 -2.263
6.139 -5.872 -1.747
5.014 34.757 -1.555
4.112 -9.470 -1.413
15.358 19.658 -1.476
65.654
-1.480
38.216
-6.771
33.540
Beleggingsrendement voor risico pensioenfonds
Totaal rendement
2014
2013
2012
2011
2010
%
%
%
%
%
15,9
-0,1
10,7
-1,7
10,1
Toeslagen pensioenrechten
Vanaf 2010 zijn geen toeslagen toegekend voor zowel actieven als inactieven.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 5
B
BESTUUR EN ORGANISATIE
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 6
Organisatie van het pensioenfonds In dit hoofdstuk beschrijven wij de organisatie van ons fonds aan de hand van het onderstaande schema.
Bestuur
Beleggingscommissie Vermogensbeheerders: • Aberdeen Asset Managers • BlackRock Institutional Trust Company • Vanguard Group (Ireland) Bewaarder: • Kas Bank
Verantwoordingmedezeggenschap: • Verantwoordingsorgaan Intern toezicht: • Visitatiecommissie VCHolland Adviserend: • Actuaris - Mercer Certificerend: • Accountant - Deloitte • Actuaris - Mercer
Deelnemers- en financiële administratie: • Syntrus Achmea
Herverzekeraar: • AEGON
Bestuur Het bestuur is verantwoordelijk voor het beheer van het pensioenfonds en het uitvoeren van de door de werkgevers toegezegde pensioenregeling, waaronder het doen van pensioenuitkeringen aan pensioengerechtigden. Het bestuur heeft bevoegdheden krachtens de statuten en reglementen en de uitvoeringsovereenkomst tot het verrichten van betalingen en het aangaan van contractuele verplichtingen met derden. Het bestuur richt zich bij de vervulling van zijn taken naar de belangen van de bij het fonds betrokken deelnemers, gewezen deelnemers (slapers), andere aanspraak gerechtigden, de pensioengerechtigden en de werkgevers en het bestuur zorgt er daarbij voor dat de genoemde betrokkenen zich door het bestuur op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen. Het bestuursmodel is het paritaire model. Vanaf 1 juli 2014 bestaat het bestuur uit 6 leden: 3 werkgeversvertegenwoordigers, 2 werknemersvertegenwoordigers en 1 vertegenwoordiger van de gepensioneerden. Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de dagelijkse uitvoering van de benodigde activiteiten en voor de bewaking van de voortgang van de verschillende processen. Beleggingscommissie De beleggingscommissie toetst het door de vermogensbeheerder uitgevoerde beleggingsbeleid tegen de richtlijnen van het bestuur. Zij rapporteert over haar bevindingen aan het bestuur. Verder adviseert zij het bestuur over het te voeren beleggingsbeleid op strategisch en tactisch niveau en stelt jaarlijks een beleggingsplan voor. In 2014 heeft een werkgroep (bestaande uit de beleggingscommissie, het dagelijks bestuur en externe adviseurs) voorstellen ontwikkeld om het beleggingsbeleid aan te passen. De doelstelling was om tot een verbeterd beleggingsrendement te komen. Deze voorstellen zijn door het bestuur aangenomen en in 2014 grotendeels geïmplementeerd.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 7
Deelnemersraad De deelnemersraad is een deelnemersraad in de zin van de Pensioenwet en bestaat uit vertegenwoordigers van de werknemers en de gepensioneerden. De deelnemersraad kan gevraagd en ongevraagd advies geven aan het bestuur. De deelnemersraad is tot 1 juli 2014 actief geweest. Met de introductie van de wet versterking bestuur pensioenfondsen (1 juli 2014) is een deel van haar taken overgegaan naar het nieuwe verantwoordingsorgaan. Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan beoordeelt of het bestuur op evenwichtige wijze rekening houdt met de belangen van alle belanghebbenden (de deelnemers, de gewezen deelnemers, de pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden en de werkgevers) bij het fonds. Met de introductie van de wet versterking bestuur pensioenfondsen zijn de verantwoordelijkheden en taken van het verantwoordingsorgaan stevig uitgebreid. Vanaf 1 juli 2014 zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan daarom uitgebreid. Op basis van de door het bestuur verstrekte informatie adviseert het verantwoordingsorgaan o.a. over het intern toezicht, het jaarlijkse toeslagbeleid, de uitvoeringsovereenkomst, wijzigingen in de fonds rechtsvorm, keuze en samenstelling van de visitatiecommissie. Het verantwoordingsorgaan oordeelt over het handelen van het bestuur, het gevoerde beleid en de beleidskeuzes voor de toekomst. Het bestuur ziet in de samenstelling van het verantwoordingsorgaan de mogelijkheid om een "kweekvijver" te creëren voor toekomstige bestuurskandidaten om op deze manier een stuk noodzakelijke "training vooraf" te realiseren. Deskundigen Naast deze interne organen kent het fonds ook externe deskundigen. De adviserend actuaris (Mercer) ondersteunt het fonds in haar werkzaamheden en geeft advies over de toepassing van wet- en regelgeving in het beleid van het fonds. De certificerend actuaris (Mercer) rapporteert jaarlijks over de financiële positie van het fonds en geeft een actuariële verklaring af. De externe accountant (Deloitte) controleert de jaarrekening en de verslagstaten ten behoeve van DNB. Hij doet verslag van zijn werkzaamheden in de vorm van een controleverklaring en een verslag aan het bestuur. In dit verslag zijn opmerkingen en aanbevelingen opgenomen omtrent de administratieve organisatie en interne controle van het fonds. Daarnaast maakt het bestuur gebruik van deskundigen al naar behoefte. In 2014 werd deskundig advies aangetrokken i.v.m. de wijzigingen van het beleggingsbeleid (CPA). Daarnaast werd juridisch advies (Van Doorne) gebruikt in de discussies met de werkgevers over de bijstortingen. Visitatiecommissie Voor de inrichting van het intern toezicht heeft het bestuur gekozen voor intern toezicht door een visitatiecommissie. Vanaf 1 juli 2014 doet de visitatiecommissie elk jaar haar onderzoek. Het verantwoordingsorgaan heeft een voorstel (VCHolland) gemaakt m.b.t. de keuze van de externe specialisten die de visitatiecommissie vormen. Dit voorstel is door het bestuur overgenomen. In 2014 heeft VCHolland een nieuw onderzoek gestart. Een samenvatting van het verslag van de visitatiecommissie is in het jaarverslag opgenomen. In dit onderzoek heeft de visitatiecommissie zich gericht op het beoordelen van de procedures en processen ten aanzien van het beleid en het bestuur, de wijze waarop de regeling wordt uitgevoerd, de wijze waarop wordt omgegaan met de risico's voor het pensioenfonds en op de wijze waarop de Code Pensioenfondsen wordt nageleefd. Administrateur De uitvoering van de pensioenregeling is uitbesteed. Syntrus Achmea verzorgt zowel de deelnemers- als de financiële administratie van het pensioenfonds.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 8
Vermogensbeheerders Gedurende 2014 werd het beleggingsbeleid gewijzigd. Het actieve beleggingsbeleid werd vervangen door een "passief tenzij.." beleid. Daardoor wordt nu met meerdere vermogensbeheerders gewerkt. Aberdeen Asset Managers beheert een aantal fondsen actief. BlackRock Institutional Trust Company en Vanguard Group (Ireland) hebben fondsen in passief beheer. Daarnaast is er nog een Buy & Hold portefeuille ondergebracht bij Kas Bank. Deze wordt ook gebruikt voor het onderpand management. Het pensioenfonds heeft nu zelf een actievere rol in het uitvoeren van haar beleggingsbeleid. Bewaarder Kas Bank bewaart alle stukken m.b.t. de beleggingen. Verder verzorgt Kas Bank de algemene rapportage over de beleggingsresultaten alsook over de invloed die verschillende parameters op het risicoprofiel van het fonds hebben. Daarnaast verzorgt Kas Bank de valuta- en renterisicoafdekking in overeenstemming met het beleid van het pensioenfonds. Personalia Bestuur: Namens de werkgevers: R. de Graaf (tot 1 maart 2015) A.F. Meeusen P.M.J. Thomassen (voorzitter) Vacature (vanaf 1 maart 2015) Namens de deelnemers: E. Droste (vice-voorzitter) D.J. Kraan Namens de gepensioneerden: R.J. van der Velden Secretaris: H.G. Kleiss Dagelijks bestuur: P.M.J. Thomassen R.J. van der Velden Beleggingscommissie: E. Droste D.J. Kraan Dagelijks bestuur Externe adviseurs
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 9
Verantwoordingsorgaan: Namens de werkgevers: Vacature Namens de deelnemers: G.P.M. Pickkers (secretaris) M. Sihasale (voorzitter) A. Versteeg Namens de gepensioneerden: J.L. Brouwer A. Doves A.J. Willemsen P. van Woerkom Visitatiecommissie: VCHolland Adviserend Actuaris: Mercer (Nederland) B.V. Certificerend Actuaris: Mercer (Nederland) B.V. Accountant: Deloitte Accountants B.V. Vermogensbeheerders: Aberdeen Asset Managers Ltd. BlackRock Institutional Trust Company NA Vanguard Group (Ireland) Limited Bewaarder: Kas Bank N.V. Administrateur: Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 10
C
VERSLAG VAN DE VISITATIECOMMISSIE
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 11
Samenvatting van het Rapport 2014 bevindingen Visitatiecommissie Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland. Met de invoering van de Pensioenwet zijn nadere eisen gesteld aan het interne toezicht bij pensioenfondsen. Met de inwerkingtreding van de Code Pensioenfondsen (1 januari 2014) als vervanging voor de in 2005 geïntroduceerde Principes voor goed pensioenfondsbestuur en de Wet versterking bestuur pensioenfondsen (per 1 juli 2014) zijn voornoemde eisen op een aantal aandachtsgebieden nog nader aangescherpt, met name op het gebied van de governance van het Fonds. De naleving van de Code Pensioenfondsen maakt onderdeel uit van de visitatie. Het intern toezicht heeft betrekking op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken bij pensioenfondsen. Een adequate risicobeheersing en een evenwichtige belangenafweging door het bestuur staan daarbij centraal. In het algemeen beoordeelt de visitatiecommissie (wet- en regelgeving daarbij in aanmerking genomen) het functioneren van het bestuur, zowel met betrekking tot de processen en procedures, de risicobeheersing en de evenwichtige belangenafweging als goed. Het bestuur volgt de ontwikkelingen op de voet en heeft de nieuwe eisen inzake versterking bestuur pensioenfondsen, mede omvattende de Code Pensioenfondsen, op goede wijze geïmplementeerd. De visitatiecommissie heeft geconstateerd dat de bestaande governance structuur binnen het Fonds een goede aansturing van het Fonds mogelijk maakt. De oordeelsvorming en besluitvorming van het bestuur hebben op toereikende en evenwichtige wijze plaatsgevonden op grond van een goede voorbereiding en documentatie van de in de bestuursvergaderingen te behandelen onderwerpen. De door en ten behoeve van het Fonds gehanteerde processen/procedures zijn zodanig dat er naar de mening van de visitatiecommissie wordt voldaan aan een adequate inrichting in lijn met de wettelijke vereisten. Er is onder andere sprake van een geformaliseerde vastlegging inclusief de vereiste interne beheersingsmaatregelen (zoals het vier-ogen-principe) sprake van een periodieke toetsing van de toereikende werking van het interne beheersingsstelsel en er is sprake van een directe bijstelling op basis van opgedane ervaringen en/of veranderende omstandigheden. De visitatiecommissie heeft geconstateerd dat in algemene zin aan de (wettelijke) normen voor uitbesteding wordt voldaan. In het algemeen beoordeelt de visitatiecommissie (het wettelijk kader in aanmerking genomen) het functioneren van het bestuur qua werkwijze als qua eindresultaat als adequaat. Het bestuur heeft in juni 2014 een ontwerp voor een Integriteitsbeleid geformuleerd. In deze beleidsnota wordt een beleid uiteengezet dat een systematische, beleidsmatige beheersing van de risico's inzake integriteit (waaronder belangenverstrengeling) beoogt te borgen. De visitatiecommissie beveelt het bestuur aan het beleid vast te stellen en een compliance officer te belasten met toezicht op de uitvoering. Het bestuur van het Fonds heeft nog een geschil met de werkgevers met betrekking tot het bedrag van deze bijstorting door de werkgevers. Argumenten zijn tussen partijen gewisseld, maar hebben niet tot overeenstemming geleid. Daarom hebben partijen besloten het geschil voor een bindende uitspraak voor te leggen aan arbiters via het Nederlands Arbitrage Instituut. De visitatiecommissie brengt onder de aandacht dat de eisen die ook in formele zin gesteld worden aan geschiktheid en deskundigheid steeds belangrijker zijn geworden. Daarom beveelt de visitatiecommissie aan de toetsing daarvan ook met externe betrokkenheid in 2015 uit te voeren en aandacht te geven aan een adequate uitvoering van het actuele deskundigheids-/geschikheidsplan. De visitatiecommissie beveelt het bestuur voorts aan meer aandacht te geven aan mogelijkheden tot verruiming van de beschikbaarheid van bestuursleden voor het werk van het Fonds.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 12
Het Fonds heeft sinds de laatste algehele visitatie in 2012 veel werk besteed aan een meer transparante formulering van het beleggingsbeleid (in relatie tot de financiële risico's) en een verbetering van de beheers- en adviesstructuur met betrekking tot het vermogensbeheer. Daarbij is door het bestuur aandacht gegeven aan duidelijke rapportages die het voor het bestuur mogelijk maken om tot een eigen oordeelsvorming te komen. Tevens is sprake geweest van wisseling van de vermogensbeheerders. Beperking van de kosten, vereenvoudiging van de beleggingsportefeuille (van actief naar passief beheer) en een meer transparante rapportage-opzet waren daarbij belangrijke criteria. Met betrekking tot het beleggingsbeleid beveelt de visitatiecommissie aan (a) de discussies/besluitvorming in het bestuur over het beleggingsbeleid duidelijk vast te leggen en met name ook te relateren aan de investment beliefs van het Fonds en de operationele invulling van het beleid; (b) een set van criteria te formuleren op basis waarvan het beleid periodiek kan worden getoetst; (c) de taken en verantwoordelijkheden van de externe adviseurs op een transparante wijze vastleggen; en (d) criteria opstellen voor een periodieke evaluatie van de externe dienstverlening inclusief de beoordeling van de kwaliteit van de externe vermogensbeheerders. Inherent aan de door het Fonds genomen maatregelen op het gebied van vermogensbeheer heeft het bestuur ook veel aandacht gegeven aan (de verbetering van) de opzet van een integraal risico beleid. Dit heeft geleid tot een goed gedocumenteerd integraal risicomanagementsysteem. Met betrekking tot de beheersing van de risico's beveelt de visitatiecommissie aan (a) een procesbeschrijving te formuleren voor de behandeling van de risico's als onderdeel van de bestuurscyclus; (b) ook de niet-financiële risico's in de beheersingscyclus van de risico's te betrekken; (c) de discussies/besluitvorming over de risico's in het bestuur duidelijk vast te leggen; en (d) een duidelijke toeslagambitie voor actieve en passieve deelnemers te formuleren. Het Fonds besteedt veel aandacht aan de communicatie aan de deelnemers. Het bestuur heeft een grondig Communicatieplan 2013 vastgesteld, dat ook het jaar 2014 betreft. Het effect van de communicatie werd weliswaar niet structureel door het bestuur gemeten, maar door de korte lijnen in de organisatie wordt het ontvangen van feedback vergemakkelijkt. De visitatiecommissie
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 13
D
VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 14
RAPPORTAGE VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN VAN DE STICHTING KUWAIT PETROLEUM PENSIOENFONDS NEDERLAND (JAARVERSLAG 2014) Algemeen Door de Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen zijn met ingang van 1 juli 2014 het 'oude Verantwoordingsorgaan' en de Deelnemersraad opgeheven. Daar voor in de plaats is een 'nieuw Verantwoordingsorgaan' gekomen. Dit Verantwoordingsorgaan (VO) bestaat uit: drie vertegenwoordigers van de actieven en vier vertegenwoordigers van de gepensioneerden. Verder wacht het VO nog op een vertegenwoordiger van de werkgever. Tot op heden heeft de werkgever nog niemand gekandideerd voor deze functie. Het VO beoordeelt of het bestuur op evenwichtige wijze rekening houdt met de belangen van alle belanghebbenden (de deelnemers, de gewezen deelnemers, de pensioengerechtigden, werkgevers en andere aanspraakgerechtigden) bij het fonds. Met de introductie van de wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen zijn de verantwoordelijkheden en taken van het VO stevig uitgebreid. Op basis van de door het bestuur verstrekte informatie adviseert het VO o.a. over het intern toezicht, het jaarlijkse toeslagbeleid, de uitvoeringsovereenkomst, wijzigingen in de rechtsvorm van het fonds en keuze en samenstelling van de visitatiecommissie. Het VO oordeelt over het handelen van het bestuur, het gevoerde beleid en de beleidskeuzes voor de toekomst. Het VO is betrokken geweest bij het opstellen van Pensioenreglement 2015, het VPL reglement, de VPL overeenkomst, de vrijwaring m.b.t. de omzetting ouderdomspensioen van 65 naar 67 en de uitvoeringsovereenkomst behorende bij het Hoofdlijnenakkoord pensioenregeling 2015. Het oude VO heeft tweemaal vergaderd. Het nieuwe VO is ook tweemaal bij elkaar geweest en heeft zich na installatie voornamelijk beziggehouden met het screenen van documenten verband houdende met de Wet Versterking Bestuur, de verandering van het pensioenreglement en de uitvoeringsovereenkomst. Verslag en oordeel verantwoordingsorgaan Het VO heeft volledige inzage in de notulen, procedures en beleidstukken van het bestuur. Gebaseerd hierop en op het periodieke overleg met het bestuur is het VO van mening dat evenwichtige belangenafweging plaatsvindt en dat het bestuur ontwikkelingen nauwgezet volgt en daar adequaat op reageert. De beleggingsstrategie is aangepast door over te stappen van actief beleggen naar passief beleggen. Deze strategie moet resulteren in een vereenvoudiging van beleggen, een vermindering van kosten en ook in een beter financieel resultaat. De dekkingsgraad is in 2014 sterk verbeterd, door bijstorting werkgevers, door de behaalde beleggingsresultaten en door tijdige renteafdekking. Net als verleden jaar is de beschikbaarheid van vertegenwoordigers van de werkgevers in het bestuur (en ook in het VO) een punt van zorg. Ook een dispuut tussen bestuur en werkgevers over een bijstorting als compensatie voor de verhoging van de excassokosten wijst op een verharding van standpunten. Nu gesprekken tussen de partijen niet tot een oplossing hebben geleid is het geschil voorgelegd aan het Nederlands Arbitrage Instituut. Conclusie De communicatie tussen VO en bestuur is in vergelijking met voorgaande jaren aanzienlijk en tot tevredenheid verbeterd. Het VO concludeert dat het bestuur op voortvarende wijze heeft gewerkt aan een efficiënter en goedkoper beleggingsbeleid, aan de totstandkoming van het Hoofdlijnenakkoord en het voldoen aan de eisen van de Code Pensioenfondsen en Versterking Bestuur Pensioenfondsen.
Europoort,
A. Doves, Vicevoorzitter verantwoordingsorgaan
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 15
Reactie van het bestuur op het verslag van het verantwoordingsorgaan (VO) Het bestuur heeft kennis genomen van het verslag van het VO en is verheugd te constateren dat de vorig jaar door het bestuur ingezette weg op het gebied van communicatie met het VO (meer transparantie, volledige inzage in de notulen/ procedures/beleidsstukken middels toegang tot de bestuursportal, frequentere vergaderingen bestuur/VO, betrokkenheid bij visitatieproces) heeft geresulteerd in een positief verslag en oordeel. Het bestuur kan zich vinden in de door het VO gemaakte observaties en conclusie en deelt met het VO de zorg m.b.t. de beschikbaarheid van vertegenwoordigers van de werkgever in het bestuur en in het VO en m.b.t. de geconstateerde verharding van standpunten tussen werkgever en bestuur met o.a. als gevolg de noodzaak om het Nederlandse Arbitrage Instituut in te schakelen om het dispuut aangaande de excasso-opslag op te lossen. Het bestuur zegt toe zelf alles in het werk te stellen om deze zorgen zo spoedig mogelijk te laten verdwijnen. Het bestuur ziet terug op een prettige samenwerking met het (sinds 1 juli 2014) vernieuwde VO en gaat graag op de ingeslagen weg voort.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 16
E
BESTUURSVERSLAG
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 17
GOVERNANCE
Bestuur Bestuursvergaderingen In 2014 heeft het bestuur 14 maal vergaderd. De belangrijkste onderwerpen/besluiten waren: De implementatie van de organisatiestructuur en de nieuwe governance regels; t De aanpassing van fondsdocumenten; t Het evalueren van de criteria van de Code Pensioenfondsen; t Goedkeuring Jaarrapport 2013; t Het afzien van de toeslagverlening van de ingegane en premievrije rechten per 1 juli 2014; t Goedkeuring van de ABTN; t Vaststellen van de franchise en overige gegevens; t Het toepassen van de AG Prognosetafel 2014 per 1 december 2014; t Verlenging van het Contract voor de pensioenadministratie met Syntrus Achmea; t Het vaststellen van taken van CPA (beleggingsadviseur); t Het vaststellen van de verhoging van de voorziening voor de toekomstige uitvoeringskosten van 1,5% naar 2,5% in lijn t met de richtlijnen van DNB en de berekeningen van de adviserend actuaris; Het afsluiten van het herstelplan; t Het vaststellen van de benodigde bijstorting door de werkgevers om tot een dekkingsgraad van 104,2% op 31 juli t 2014 te komen; Het dispuut met de werkgevers over de kosten in de bijstorting m.b.t. de verhoging van de excasso voorziening; t Het inrichten van de werkgroep beleggingen met het doel het beleggingsbeleid te herzien; t Aanpassing beleggingsbeleid van "actief" naar "passief, tenzij"; t Keuzes van index trackers en bijbehorende benchmarks; t Het afdekken van het rente risico naar 50% op basis van de marktrente in juni; t Het afdekken van het rente risico van 50% naar 75% op basis van de markt rente in augustus; t Het opstellen van een rente risico beleid incl. een exit strategie; t Het inhuren van Mercer ter bewaking van de rente risico afdekking; t Het selecteren van externe adviseurs als lid van de beleggingscommissie; t Het besluiten tot verkoop van de aandelen in het vastgoed fonds "Aberdeen European Balanced Property fund"; t De toetsing op uitvoerbaarheid en financierbaarheid van de nieuwe pensioen regeling, daaronder begrepen de afkoop t van het vervallen van de bijstortingsregeling Het opstellen van Pensioenreglement 2015; t Het opstellen van het VPL reglement en de VPL overeenkomst; t Het aanpassen van de uitvoeringsovereenkomst m.b.t. het Hoofdlijnenakkoord pensioenregeling 2015; t Het omzetten van het ouderdomspensioen ingaande op 65 jaar naar ingaande 67 jaar en het tegelijkertijd niet t omzetten van het partnerpensioen omdat dat tot uitruil tussen ouderdoms- en partnerpensioen zou leiden; Het aanpassen van de vrijwaringsverklaring m.b.t. de ouderdomspensioen omzetting van 65 naar 67 jaar; t Het goedkeuren van het Beleggingsplan 2014; t Benoeming van de leden van het verantwoordingsorgaan; t Het goedkeuren van het Risico Handboek; t Vaststelling geschiktheidsplan; t Uitvoering ALM studie; t Opstarten risicobereidheidsonderzoek. t
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 18
Dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur heeft het afgelopen jaar deelgenomen aan de werkgroep beleggingen naast het uitvoeren van de acties die benodigd waren om het afgesproken beleid uit te voeren. Verder heeft het dagelijks bestuur tezamen met de secretaris gefunctioneerd als pensioenbureau om de benodigde documenten op te stellen of aan te passen. Daarnaast heeft het dagelijks bestuur de verantwoordelijkheid voor de communicatie en website op zich genomen. Regelmatig onderling overleg is gevoerd over mogelijke oplossingen voor de huidige financiële situatie, de bezetting van het bestuur, de relatie met de werkgevers en hun vertegenwoordigers, de toekomstbestendigheid van het fonds alsook het opstellen van de agenda voor de bestuursvergaderingen, inhoudelijke voorbereiding van de agendapunten, opvolging van de actiepuntenlijsten. Integriteitsbeleid Jaarlijks wordt door de leden van het bestuur de gedragscode getekend. Dit is ook dit verslagjaar gebeurd. Het integriteitsbeleid is verder uitgewerkt. Een interne evaluatie van mogelijke belangenverstrengeling is uitgevoerd. Op verzoek van DNB is deelgenomen aan de DNB studie over belangenverstrengeling. Beleggingscommissie Gezien de wens van het bestuur om te proberen het rendement van de beleggingen te verbeteren ( gebaseerd op het niet behalen van de gestelde doelstellingen door Aberdeen) is een werkgroep opgericht bestaande uit de beleggingscommissie, het dagelijks bestuur en externe adviseurs. Deze werkgroep heeft in 2014 de taken van de beleggingscommissie tijdelijk overgenomen en daarnaast een nieuw beleggingsbeleid ontwikkeld. Onderzocht werd of actief beleggen meer kans op beter resultaat geeft dan passief beleggen. Na grondig onderzoek is per beleggingscategorie bepaald of passief (in principe wordt altijd passief belegd vanwege de lagere kosten en minder vereiste kennis van de markt) of actief belegd zal worden. Dit heeft geleid tot een nieuw strategisch beleggingsbeleid. Over het beleggen in hypotheken is nog onderzoek gaande. Het bestuur heeft dit strategische beleggingsbeleid goedgekeurd. Een Asset Liability Management (ALM) studie is uitgevoerd om de mogelijke resultaten van dit beleid te toetsen. Vervolgens zijn index trackers en bijbehorende benchmarks geselecteerd. Vastrentende beleggingen zijn naar Vanguard overgebracht. Een kleinere vastrentende portefeuille is als "Buy & Hold" bij Kas Bank ondergebracht. Deze portefeuille kan als onderpand dienen bij de renteswaps (rente risico afdekking). De beleggingen in aandelen zijn overgebracht naar BlackRock. Eind 2014 waren de emerging market (opkomende markten) beleggingen en vastgoed beleggingen nog bij Aberdeen ondergebracht. De uiteindelijke bestemming van deze beleggingen zal in 2015 door de beleggingscommissie worden voorgesteld. Daarnaast heeft de werkgroep externe adviseurs geselecteerd als deelnemer in de beleggingscommissie. De werkgroep heeft een voorstel aan het bestuur gedaan voor het Beleggingsplan 2015. Het bestuur heeft deze voorstellen aangenomen. In februari 2015 heeft de werkgroep haar activiteiten aan de nieuwe beleggingscommissie overgedragen. Deelnemersraad Met de introductie van de wet versterking bestuur pensioenfondsen werden per 1 juli 2014 de taken van de deelnemersraad (DR) overgedragen aan het nieuwe verantwoordingsorgaan. De DR heeft het afgelopen jaar meegewerkt om een goede bezetting van het nieuwe verantwoordingsorgaan te verkrijgen. Een groot aantal deelnemers van de DR is benoemd in het verantwoordingsorgaan. Op die manier werd voor goede continuïteit en kennisborging gezorgd. In het boekjaar adviseerde de DR over de toeslagverlening per 1 juli 2014 en het jaarverslag 2013.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 19
Verantwoordingsorgaan In het afgelopen jaar heeft het bestuur een nieuw reglement voor het nieuwe verantwoordingsorgaan (VO) opgesteld. Kandidaten voor het VO hebben daartoe een goede bijdrage geleverd. Tot 1 juli 2014 heeft het oude VO een maal met het bestuur vergaderd waarbij de jaarcijfers 2013 zijn toegelicht en waarbij het bestuur het VO op de hoogte heeft gebracht van de voor het pensioenfonds relevante onderwerpen. Het nieuwe VO is vroegtijdig betrokken geweest bij het opstellen van Pensioenreglement 2015, het VPL reglement, de VPL overeenkomst, de vrijwaring m.b.t. de omzetting ouderdomspensioen van 65 naar 67 jaar en de uitvoeringsovereenkomst behorende bij het Hoofdlijnenakkoord pensioenregeling 2015. Het bestuur ziet in de samenstelling van het verantwoordingsorgaan de mogelijkheid om een "kweekvijver" te creëren voor toekomstige bestuurskandidaten om op deze manier een stuk noodzakelijke "training vooraf" te realiseren. In dit jaarverslag wordt separaat verslag gedaan van de bevindingen van het nieuwe VO ten aanzien van het gevoerde beleid. Intern toezicht Tezamen met het verantwoordingsorgaan heeft een hernieuwd kennismakingsgesprek met VCHolland plaatsgevonden. De visitatiecommissie (VCHolland) is in 2014 een nieuw uitgebreid onderzoek begonnen. De samenvatting van haar verslag is in dit jaarverslag opgenomen. De visitatie commissie was positief over het functioneren van het bestuur. Haar aanbevelingen zullen door het bestuur worden opgevolgd. Maatschappelijk verantwoord beleggen Het pensioenfonds voert geen specifiek beleid met betrekking tot verantwoord beleggen maar conformeert zich aan de Nederlandse wetgeving op dit gebied zoals beschreven in het Wijzigingsbesluit financiële markten 2013 betreffende clusterbommen. UITBESTEDING Administrateur Het bestuur heeft het pensioenbeheer uitbesteed aan de administrateur, Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. In de SLA-rapportage wordt per kwartaal inzicht gegeven in de dienstverlening van Syntrus Achmea, zodat het fonds in staat is inhoudelijk en gestructureerd te sturen. Daarnaast vindt elk kwartaal overleg plaats om de voortgang en ontwikkelingen in de dienstverlening te borgen. Het kwartaaloverleg is uiterst nuttig omdat ondanks goede prestaties zoals gerapporteerd in de SLA er toch steeds problemen voorkomen. In goed overleg worden deze dan aangepakt en opgelost. Vanaf 2014 moest een eindloonregeling met pensioenleeftijd 67 jaar uitgevoerd worden. Deze aanpassing heeft tot aanzienlijke problemen in de administratie geleid. Het bestuur heeft daarover een klacht bij Syntrus Achmea ingediend. Uiteindelijk zijn de aanpassingen correct verwerkt en zijn er door Syntrus Achmea extra "interne" audits uitgevoerd op de verschillende systemen van Syntrus Achmea. Deze audits zijn met het pensioenfonds besproken. Door deze problemen kon de eindevaluatie rapportage van het herstelplan niet tijdig aan DNB gestuurd worden. In goed overleg met DNB mocht het bestuur de rapportage later indienen. Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. is voor de uitvoering van de werkzaamheden van het pensioenfonds in het bezit van een ISAE 3402 type II rapportage. Deze rapportage is gecontroleerd door de accountant (EY) van Syntrus Achmea. In deze rapportage wordt geconcludeerd dat de beschreven bedrijfsprocessen bestaan en functioneerden gedurende de verslagperiode. Het bestuur heeft kennis genomen van deze rapportage waarin ook mogelijke verbeterpunten zijn opgenomen. Actuarissen en accountant De actuarissen en de accountant zijn op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen bij het fonds. Op verzoek van de certificerend actuaris in mei 2014 is een studie naar de hoogte van de voorziening voor toekomstige uitvoeringskosten uitgevoerd. De adviserend actuaris heeft berekend dat een verhoging van 1,5% naar 2,5% noodzakelijk was.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 20
Vermogensbeheers De wijziging in het beleggingsbeleid van "actief" naar "passief, tenzij…" heeft ertoe geleid dat het fonds met meerdere vermogensbeheerders werkt. Aberdeen Assets Managers beheert een aantal fondsen actief (voornamelijk in de emerging markets en high yield categorieën). Vanguard Group (Ireland) beheert 2 vastrentende fondsen. BlackRock Institutional Trust Company beheert een aandelenfonds. De drie laatst genoemde fondsen zijn zogenaamde index-trackers (passief beleggingsbeheer). Het streven is hier om met laagst mogelijke kosten de prestatie van de benchmark te behalen. Bewaarder Als gevolg van het gewijzigde beleggingsbeleid en het renterisico afdekkingsbeleid is de rol van Kas Bank uitgebreid. Kas Bank is bewaarder van de stukken van het fonds. Daarnaast verzorgt Kas Bank de rapportage van de beleggingsresultaten en het risicoprofiel van het fonds. Zij voeren het valuta afdekkingsbeleid uit. Verder assisteren zij het fonds bij het beheersen van het renterisico. Kas Bank koopt en verkoopt de renteswaps op aangeven van het fonds. Zij zorgt voor de "best deal" in de markt en rapporteert over het gehele aan- en verkoopproces.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 21
KERNTHEMA'S
Dekkingsgraad De dekkingsgraad bedroeg per 31 december 2014: 107,7% (per 31 december 2013: 97,1%). De stijging van de dekkingsgraad is het resultaat van een combinatie van verschillende factoren.
Dekkingsgraad per 1 januari 2014
97,1%
M1 Premie M2 Uitkeringen M4 RTS M5 Rendement M6 Overigen
15,7% -0,1% -15,5% 15,0% -4,5%
Dekkingsgraad per 31 december 2014
107,7%
De premie bevat zowel de jaarlijkse werkgevers en werknemers bijdragen alsook de extra bijstortingen door de werkgever. Als gevolg van de dalende rente (RTS) zijn de verplichtingen toegenomen. Hierdoor neemt de dekkingsgraad af. Het resultaat van de beleggingen inclusief de valuta afdekking en rente risico afdekking was niet voldoende om dit te compenseren. Bij de berekening van de dekkingsgraad op 31 december werden de aangepaste overlevingstafels (AG2014) gebruikt. Herstelplan Op 31 juli 2014 liep het herstelplan af. Berekend is dat een bijstorting van de werkgevers nodig was van € 25,7 miljoen om aan het einde van het herstelplan (31 juli 2014) op het minimum vereiste dekkingsgraadniveau van 104,2% te komen. Dit bedrag is in de voorziening per die datum en dus ook per ultimo 2014 opgenomen ondanks het feit dat de werkgevers van mening zijn dat zij het gedeelte van dat bedrag veroorzaakt door de verhoging van de excasso voorziening niet hoeven te voldoen. De verhoogde excasso voorziening is in de eindevaluatie van het herstelplan meegenomen. Dit betreft een bedrag van € 4,4 miljoen. In overleg met de werkgevers is in 2015 een arbitrage gestart. Hoofdlijnenakkoord pensioenregeling 2015 In augustus 2014 hebben werkgevers en werknemersvertegenwoordigers overeenstemming bereikt over een nieuwe pensioenregeling. Het pensioenfonds heeft bij deze onderhandelingen een adviserende en ondersteunende rol gespeeld. Ook heeft het fonds de nieuwe regeling op uitvoerbaarheid en financierbaarheid getoetst. Naast de voorwaarden voor een nieuwe pensioenregeling zijn afspraken gemaakt ter verbetering van de financiële situatie van het fonds, dit deels als afkoop van de geldende bijstortingsregeling. Verder heeft de werkgever een storting van € 19,6 miljoen toegezegd om een door het fonds aangehouden toeslagdepot voor de actieven (die op 1 maart 2015 in dienst zijn) op te richten. Vanuit dit depot zal indexatie van de opgebouwde aanspraken van deze werknemers kunnen worden gefinancierd indien het fonds onvoldoende middelen heeft. De grootte van het depot is berekend op een indexatie van 2,2% voor 5 jaren. De betaling in het depot door de werkgever vindt gespreid over 5 jaren plaats. Als gevolg van deze afspraken moesten een nieuw pensioenreglement en een nieuwe uitvoeringsovereenkomst opgesteld worden. Het pensioenfonds heeft de werkgevers verder ondersteund in de communicatiesessies die gehouden werden om alle betrokken medewerkers van de werkgevers over de nieuwe pensioenregeling te informeren.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 22
Uitvoerings- en financieringsovereenkomst met de werkgevers De geldende uitvoeringsovereenkomst en de daarbij behorende financieringsovereenkomst bleven in 2014 onverminderd van kracht. Vanaf 1 januari 2015 is de nieuwe uitvoeringsovereenkomst van toepassing die in overeenstemming is met de afspraken gemaakt in het Hoofdlijnenakkoord pensioenregeling 2015. De uitvoeringsovereenkomst is op 31 maart 2015 door alle partijen geaccordeerd. Pensioenreglement 2015 Een nieuw pensioenreglement is ontwikkeld waarin de afspraken van het Hoofdlijnenakkoord pensioenregeling 2015 zijn verwerkt. Verder zijn aanpassingen in het reglement gemaakt in lijn met gewijzigde wetgeving. Hierdoor wordt rekening gehouden met de bewegende AOW leeftijd, mogelijke leeftijdsdiscriminatie en een aanpassing in de wet verevening pensioen bij echtscheiding. Alle opgebouwde ouderdomspensioenaanspraken zullen actuarieel gelijkwaardig worden omgerekend naar een pensioenleeftijd van 67 jaar. Daarom mogen nu ook alle slapers hun pensioen vervroegen en gebruik maken van de fexibiliseringsmogelijkheden. Om de leesbaarheid van het reglement te verbeteren is gekozen voor een concept ontwikkeld door Syntrus Achmea. Hierbij worden vragen gesteld waarop dan antwoorden worden gegeven. Het was een bijzonder grote uitdaging om leesbaarheid en juridisch correct taalgebruik te combineren. Het pensioenfonds hoopt op feedback van de deelnemers om de leesbaarheid verder te verbeteren. Gezien de gemaakte wijzigingen is dit reglement voor iedereen in het pensioenfonds van toepassing. Hierbij dient opgemerkt te worden dat voor slapers, aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden geen nieuw pensioen meer opgebouwd wordt anders dan door eventuele toeslagen (maar ook verminderd kan worden door kortingen). Het pensioenreglement is op 31 maart 2015 door alle partijen geaccordeerd. VPL reglement en overeenkomst Een van de afspraken in het Hoofdlijnenakkoord pensioenregeling 2015 is dat de regeling CDC IFRS proof moest zijn. Dat betekent dat de regeling aan de strenge eisen van IFRS (International Financial Reporting Standards) moet voldoen om er voor te zorgen dat de verplichtingen van het pensioenfonds niet meer op de balans van de werkgever moeten worden opgevoerd. In 2006 werd als gevolg van wijzigingen in de wet VUT, Pre-pensioen en Levensloop de pensioenleeftijd verhoogd van 60 naar 65 jaar. Ter compensatie werd de franchise met terugwerkende kracht verlaagd. De premie voor deze voorwaardelijke toezegging (geldt alleen indien de werknemer vanuit de werkrelatie met de aangesloten ondernemingen direct met - al dan niet vervroegd - pensioen gaat; vanaf 2020 is dit een onvoorwaardelijke toezegging) moet echter nog door de werkgevers worden betaald. In artikel 29 van Pensioenreglement III is dit beschreven. Echter deze verplichting zal tot eind 2020 op de balans van de werkgever blijven staan. Om te vermijden dat de gehele pensioenregeling niet aan de IFRS-eisen zou voldoen is een apart VPL-reglement en VPL-overeenkomst gemaakt. Het VPL-reglement en de VPL-overeenkomst zijn op 31 maart 2015 door alle partijen geaccordeerd. Toeslagenbeleid Het toeslagenbeleid is gebaseerd op de dekkingsgraad van het fonds, aangezien er geen premies betaald worden voor de financiering van de toeslagen. Het bestuur besluit in mei/juni of er toeslag kan worden verleend, op dat moment was de dekkingsgraad kleiner dan 104,2% (de minimaal vereiste dekkingsgraad). Daarom is in 2014 geen toeslag verleend.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 23
Premies Over 2014 bedroeg de totaal betaalde premie (werkgevers- en werknemersdeel) € 76,476 miljoen. De kostendekkende premie, dit wil zeggen de actuarieel benodigde premie inclusief solvabiliteitsopslag, bedroeg € 10,816 miljoen. Het verschil bestaat uit: de bijstortingen van € 58,383 miljoen, koopsommen voor de franchisereparatie, premie voor vrijwillige verzekeringen en een bedrag, aangewend ter versterking van het eigen vermogen. Documentatie Documentatie (procedures, reglementen etc.) wordt regelmatig beoordeeld en waar nodig aangepast aan de bestaande wet- en regelgeving. Met het tempo van wetswijzigingen neemt de last van het opstellen en bijhouden van procedures en beleidsdocumenten alleen maar toe. 2015 zal nog een verdere verzwaring van de documentatielast laten zien. Het fonds heeft geen pensioenbureau. Het dagelijks bestuur samen met de secretaris hebben de taak op zich genomen om de documentatie te maken die voor het bestuur noodzakelijk is om aan de doelstellingen van het fonds te kunnen voldoen. Gezien de hoeveelheid is dat echter niet helemaal gelukt. Communicatiebeleid Evenals vorig jaar is in 2014 een verkort jaarverslag (over 2013) opgesteld en aan deelnemers en gepensioneerden toegezonden. Daarnaast zijn drie nieuwsbrieven uitgegeven die met name handelden over de financiële situatie van het fonds en de wijzigingen in de wet- en regelgeving. Nieuwsbrieven en jaarverslagen worden eveneens op de website gepubliceerd. De website, die in eigen beheer is, geeft onder meer informatie over onze pensioenregeling en over bijzondere situaties, die voor deelnemers en gepensioneerden van belang kunnen zijn. De zogenaamde pensioenplanner, door middel waarvan deelnemers via het web toegang krijgen tot hun persoonlijke pensioengegevens, biedt deelnemers de mogelijkheid berekeningen te maken voor hun persoonlijke situatie. Voor 2014, een overgangsjaar waar het de pensioenregeling betreft, is de planner niet aangepast voor het nieuwe opbouwpercentage van 1,9% (was: 2%) en de verhoogde pensioenrichtleeftijd van 67 (was: 65 jaar). Het bestuurdersportaal is ingericht. Hierin worden alle belangrijke documenten gezet die vervolgens toegankelijk zijn voor het bestuur, het verantwoordingsorgaan en de visitatiecommissie. Excasso voorziening In januari 2014 maakte de DNB het resultaat van haar onderzoek naar excasso voorziening (opslag op VPV voor toekomstige uitvoeringskosten) bekend. De meeste fondsen bleken een te lage voorziening te hanteren. Op verzoek van de certificerend actuaris in mei 2014 is een studie naar de hoogte van de voorziening voor toekomstige uitvoeringskosten uitgevoerd. Daarom werd in juni aan de adviserend actuaris de opdracht gegeven de vereiste excasso voorziening te berekenen. Uitkomst daarvan is geweest dat het fonds naar het oordeel van de adviserend actuaris diende te rekenen met een voorziening van 2,5%. De verhoogde voorziening is in de eindevaluatie van het herstelplan meegenomen. Daardoor werd de vereiste bijstorting € 25,7 miljoen. De werkgevers hebben dit bedrag vooralsnog niet volledig voldaan. Inmiddels is ter zake het restant van € 4,4 miljoen een arbitrage aanhangig. DNB was, desgevraagd, van mening dat het fonds prudent heeft gehandeld. Naar mening van het fonds is de vordering op de werkgever ad € 4,4 miljoen courant. Renterisico beheersing In 2014 is op twee tijdstippen door het bestuur besloten het renterisico verder af te dekken. Aanleiding was de beslissing van de Europese Centrale Bank om steeds verdergaande maatregelen te treffen die zouden moeten leiden tot een stimuleren van de Europese economie. De verwachting was dat dit tevens zou leiden tot een verdere daling van de rente. Een procentpunt rentedaling zou ongeveer 14% daling van de dekkingsgraad tot gevolg hebben. In juni werd daarom besloten de rente tot 50% op marktwaarde op basis van de matching portefeuille door middel van renteswaps af te dekken. In augustus werd de renterisico afdekking verder verhoogd naar 75% middels het aankopen van renteswaps met verschillende looptijden. Op deze manier kan de renterisico afdekking afgestemd worden op de verplichtingen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 24
Tijdens de discussies over de renterisico afdekking is advies gevraagd aan externe specialisten. De keuze van de rente swaps is bepaald om een renterisico afdekking over de totale omvang van de verplichtingen te verkrijgen. Met Kas Bank zijn contracten afgesloten over het afsluiten van de renteswaps. Het actuele renterisico afdekkingspercentage en de matching ten opzichte van de verplichtingen wordt regelmatig door Kas Bank gerapporteerd. Vervolgens is Mercer ingehuurd om te helpen bij het opzetten van een monitoring- en exit-beleid. De ECB wordt nauwlettend in het oog gehouden aangezien deze een grote invloed heeft op de economische- en rentesituatie. Eind 2014 hadden de renteswaps een gezamenlijke waarde van € 36,5 miljoen. Valutarisico beheersing Het beleid van de ECB heeft ook invloed op de waarde van de Euro. Deze is in 2014 fors gedaald t.o.v. de onder andere de USD. De valuta afdekkingen t.o.v. de Australische dollar, Canadese dollar en Noorse kroon zijn in november afgebouwd aangezien de beleggingen in die landen verkocht zijn. Echter de afwaardering van de Euro t.o.v. de USD heeft, binnen het bestaande valutarisico beleid, tot een fors negatief resultaat geleid. De beleggingscommissie zal in 2015 onderzoeken hoe het valutarisico beleid beter afgestemd kan worden op de huidige economische situatie. Code Pensioenfondsen Per 1 januari 2014 is de Code Pensioenfondsen in werking getreden. Doel van de Code is dat pensioenfondsen hun functioneren verbeteren én dit inzichtelijker maken. De Code moet ertoe bijdragen dat belanghebbenden er vertrouwen in hebben dat de pensioenfondsen het aan hen toevertrouwde geld goed beheren en de belangen van alle betrokkenen evenwichtig afwegen. De pensioenfondsen leven de Code na volgens het "pas-toe-of-leg-uit"-beginsel. Afwijken van de norm is mogelijk mits daar een goede reden voor is. De Code gaat in op de rol van het bestuur, het Verantwoordingsorgaan (VO) en het intern toezicht (Visitatiecommissie -VC). De Code bevat thema's zoals beloningsbeleid, diversiteit, verantwoord beleggen en geeft aan hoe benoeming, ontslag en zittingstermijnen van bestuursleden en andere organen geregeld worden. Tegen de achtergrond van de Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen heeft het bestuur per 1 juli 2014 gekozen voor het paritaire bestuursmodel met in het bestuur vertegenwoordigers van de werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden inclusief de mogelijkheid om (max.2) externen in het bestuur op te nemen om het bestuur te ondersteunen. Met betrekking tot het intern toezicht is gekozen voor een (jaarlijkse) visitatie. Het bestuur legt verantwoording af aan het Verantwoordingsorgaan. Nieuwe reglementen zijn uitgewerkt voor de Visitatiecommissie en het Verantwoordingsorgaan (waarin o.a. de medezeggenschapsrechten zijn vastgelegd). De Code bestaat uit 83 normen. Afwijken van de norm is mogelijk maar alleen als daar een goede reden voor is. In het jaarverslag dient gemotiveerd aangegeven te worden als een norm niet (volledig) wordt toegepast. De normen zijn verdeeld over de volgende thema's: Verantwoording afleggen; t Integraal risicomanagement; t Communicatie en transparantie; t Verantwoord beleggen; t Uitvoering, uitbesteding en kosten; t Rol accountant en actuaris; t Klachten en geschillen; t Melding onregelmatigheden; t Benoeming, ontslag en schorsing; t Geschiktheid; t Diversiteit; t Integer handelen; t Beloningsbeleid. t
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 25
Een aantal normen heeft betrekking op het Belanghebbenden Orgaan. Door te kiezen voor jaarlijkse visitatie i.p.v. het instellen van een Belanghebbenden Orgaan zijn deze normen niet van toepassing. In 2014 is het bestuur aan de hand van een uitgebreide checklist voor alle normen van de Code nagegaan of aan de betreffende norm voldaan werd of kon gaan worden. Dit blijkt voor vrijwel alle normen het geval te zijn. Hierbij kunnen, per thema, de volgende kanttekeningen gemaakt worden: Verantwoording afleggen Het bestuur voert voor alle belanghebbenden van het pensioenfonds als "goed huisvader" de pensioenregeling uit; In de nieuwe statuten, opgesteld per 8 juli 2014, is in Hoofdstuk II - Art.3 aandacht besteed aan de normen voor dit thema. Om het belang van deze normen extra te benadrukken is door het bestuur tevens in 2014 een Missie Statement opgesteld. Zowel de nieuwe Statuten als het Missie Statement zijn op de website van het pensioenfonds gepubliceerd. Het bestuur zorgt voor een noodprocedure om in spoedeisende situaties te kunnen handelen; De Noodprocedure is in concept vorm gemaakt maar in 2014 nog niet formeel bekrachtigd door het bestuur Sinds de instelling per 1 juli 2014 heeft het dagelijks bestuur periodiek overleg met het verantwoordingsorgaan. Het bestuur streeft hierbij naar een transparante manier van communiceren waarbij de leden van het verantwoordingsorgaan leesrecht hebben voor alle documenten die door het bestuur op de bestuursportaal van de website worden geplaatst. Integraal risicomanagement Het bestuur heeft eind 2014 bij de werknemers en pensioengerechtigden een risicobereidheidsonderzoek laten uitvoeren. In 2015 zullen de resultaten van dit onderzoek gebruikt worden om de bestaande risico strategie en het bestaande risico beleid te actualiseren. Beleid voor het afdekken van het renterisico is in 2014 aangescherpt waarbij tevens een exit strategie is ontwikkeld die periodiek wordt getoetst. Besluiten worden genomen in de bestuursvergaderingen. Vastlegging gebeurt via notulen en actie/besluitenlijsten. Het risico management systeem is samengevat in het risico handboek. Hierin zijn de potentiele risico's beschreven. Communicatie en transparantie Het fonds heeft in 2014 extra aandacht besteed aan dit thema. De website is geactualiseerd en wordt, naast periodieke nieuwsbrieven, gebruikt om in duidelijke taal te communiceren met de belanghebbenden. M.b.t. de persoonlijke pensioeninformatie dient de pensioenplanner op de site nog aangepast te worden op basis van het nieuwe Pensioenreglement 2015. Daarnaast heeft het fonds actief ondersteuning verleend bij het geven van extensieve communicatie sessies die aan de werknemers van de werkmaatschappijen zijn gegeven in het kader van de voorlichting over de nieuwe pensioenregeling die per 1 januari 2015 van kracht is geworden. Verantwoord beleggen De "Verklaring inzake beleggingsbeginselen" is in 2014 uitgebreid met een gedeelte "Investment beliefs". In het eerder genoemde risico bereidheidsonderzoek is een vraag gesteld over het draagvlak onder belanghebbenden voor de keuzes over verantwoord beleggen. Vooralsnog heeft het bestuur vastgelegd dat voldaan dient te worden aan nationale- en internationale wetgeving op dit gebied zoals beschreven in het Wijzigingsbesluit financiële markten 2013 betreffende clusterbommen. Uitvoering, uitbesteding en kosten Eisen die het fonds stelt aan uitvoerende partijen zijn vastgelegd in de contracten en Service Level Agreements maar vooralsnog bevatten deze agreements geen eisen op het gebied van beloningsbeleid en het hebben van een klokkenluiders regeling. Rol accountant en actuaris Het beleid ten aanzien van het periodiek evalueren van de accountant en actuaris dient nog nader uitgewerkt te worden.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 26
Klachten en geschillen Via uitvoerder Syntrus Achmea beschikt het fonds over een helpdesk waar deelnemers terecht kunnen met vragen en klachten. Het fonds heeft een klachten- en geschillenregeling. Melding onregelmatigheden Bestuursleden en leden van het verantwoordingsorgaan hebben geen nevenfuncties. Het fonds kent geen klokkenluidersregeling. Benoeming, ontslag en schorsing Datgene wat over dit thema is opgenomen in de nieuwe statuten is volledig in overeenstemming met de normen van de code. In de statuten van het fonds en het reglement van het verantwoordingsorgaan is expliciet vastgelegd dat leden van de visitatiecommissie worden benoemd door het bestuur na bindende voordracht van het verantwoordingsorgaan en worden ontslagen door het bestuur na bindend advies van het verantwoordingsorgaan. Geschiktheid In 2014 is het geschiktheidsplan inclusief de profielen voor de verschillende bestuursleden voor het laatst geactualiseerd. In dit plan is o.a. de competentievisie voor het verantwoordingsorgaan opgenomen. Het fonds voert een "ruimhartig" beleid uit voor het volgen van trainingen en het bijwonen van relevante seminars. Dit geldt niet alleen voor bestuursleden maar ook voor de leden van het VO. Er wordt een trainingsregister bijgehouden. Diversiteit M.b.t. de samenstelling van bestuur en verantwoordingsorgaan streeft de code diversiteit na m.b.t. leeftijd en geslacht. Dit streven is in de nieuwe statuten onverkort overgenomen. De praktijk op dit terrein is echter weerbarstig. Bij toekomstige vacatures zal met dit aspect zoveel als mogelijk rekening gehouden worden. Het streven naar diversiteit is vooralsnog niet opgenomen in het geschiktheidsplan en functieprofielen. Integer handelen Het fonds kent een Gedragscode voor bestuursleden die jaarlijks wordt ondertekend. Voor leden van het verantwoordingsorgaan en visitatiecommissie bestaat geen gedragscode. Zoals al eerder is opgemerkt vervullen leden van het bestuur en verantwoordingsorgaan geen nevenfuncties waardoor van eventuele belangenconflicten geen sprake is. Beloningsbeleid Het fonds heeft in 2014 een concept beloningsbeleid voor bestuurders, leden verantwoordingsorgaan en beleggingscommissie opgesteld. In dit beleid is zeker gesteld dat de beloningen beheerst zijn en in redelijke verhouding staan tot de gedragen verantwoordelijkheden, de aan de functie gestelde eisen en het tijdsbeslag. Prestatiegerelateerde beloningen en ontslagvergoedingen vinden niet plaats.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 27
Pensioenuitvoeringskosten De pensioenuitvoeringskosten bedroegen in 2014 € 1.300 (2013: €857). De toename van de kosten wordt hierna toegelicht. Het aantal deelnemers en gepensioneerden per 31 december 2014 bedraagt 1.348 (2013: 1.371). De kosten per verzekerde deelnemer plus gepensioneerden bedragen in 2014 € 964 (2013: €625). Specificatie Rekening van baten en lasten Pensioenuitkeringen Periodieke pensioenuitkeringen Afkoop Overige pensioenuitkeringen Totaal
Brutouitkering € 16.757 € € € 16.757
Kosten (exclusief kosten vermogensb eheer) Bestuurskosten Administratiekosten Advies- en controlekosten Totaal
€ € € €
Interne kosten 415 415
Frequentie
Inkoop bij derden € € 527 € 358 € 885
€ € € €
Totaal 415 527 358 1.300
In 2014 zijn de uitvoeringskosten hoger dan in 2013. Dit wordt veroorzaakt door hogere bestuurskosten en hogere advieskosten. De bestuurskosten zijn toegenomen onder meer door de gewijzigde houding van de werkgevers waardoor bestuursleden, die niet voor de werkgever werkzaam zijn, via een uitzendbureau betaald moeten worden. Daarnaast dient over deze vergoedingen BTW betaald te worden. De activiteiten van bestuursleden zijn in 2014 ook nog eens sterk toegenomen. Het bestuur is naast de reguliere agenda betrokken geweest bij veel eenmalige activiteiten zoals: de onderhandelingen die geleid hebben tot het Hoofdlijnenakkoord pensioenregeling 2015; l het opstellen van het nieuwe pensioenreglement; l het opstellen van de VPL reglement/overeenkomst; l de bijstortingen om het herstelplan uit te voeren; l communicatie sessies op de bedrijven om de nieuwe pensioenregeling toe te lichten aan de werknemer; l het wijzigingen van het beleggingsbeleid. l Het bestuur heeft daarom meer werkzaamheden (en dus uren) uitgevoerd dan in 2013. De advieskosten zijn o.a. toegenomen vanwege de juridische bijstand die noodzakelijk was in de discussies omtrent de bijstortingen. De verwachting voor de uitvoeringskosten voor 2015 is dat deze lager zullen zijn dan in 2014, maar nog steeds ca. € 400 hoger dan in 2013. De invoering van de nieuwe pensioenregeling was eind 2014 nog niet klaar. De benodigde documenten waren nog onder discussie met werkgevers en werknemers vertegenwoordigers. Het nieuwe Financiële Toetsingskader vereist een grondige herziening van veel beleidsdocumenten en procedures. Juridisch advies zal nog noodzakelijk zijn in elk geval zolang de arbitrage met de werkgevers nog loopt. Verder zal het bestuur extern advies gebruiken bij het onderzoek naar de toekomstbestendige uitvoering van de pensioenregeling.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 28
Kosten vermogensbeheer Waar mogelijk rapporteert het pensioenfonds de werkelijke, betaalde kosten voor het vermogensbeheer. Indien deze gegevens niet beschikbaar zijn, bijvoorbeeld omdat voor de betreffende beleggingscategorie de kosten niet rechtstreeks in rekening worden gebracht, wordt gebruik gemaakt van de kosten van de betreffende beleggingsfondsen voor zover zij bekend zijn. Als er geen gegevens bekend zijn over de beheerkosten, wordt gebruik gemaakt van de zgn. Total Expense Ratio's (TER). Werkelijke kosten Voor de categorieën aandelen en vastrentende waarden worden de werkelijke, in rekening gebrachte, kosten vermeld. Ook voor de verschillende categorieën overige vermogensbeheerkosten wordt gebruik gemaakt van de werkelijke, in rekening gebrachte, kosten. Bij die beleggingscategorieën, waarbij de kosten voor het vermogensbeheer niet rechtstreeks bij het pensioenfonds in rekening worden gebracht, wordt gebruikt gemaakt van TER-informatie van de betreffende fondsen. In het geval dat ook deze gegevens niet beschikbaar zijn wordt gebruikt gemaakt van schattingsmethodieken volgens de richtlijnen van de Pensioenfederatie. De beheerkosten van vastgoed en hedgefunds zijn vastgesteld op basis van de beschikbare TER-informatie. De transactiekosten zijn in alle gevallen geschat op basis van de richtlijnen van de Pensioenfederatie. Het totaal gemiddeld belegd vermogen bedroeg in 2014 € 416.215. De kosten van het vermogensbeheer bedroegen in 2014 gemiddeld 83 bp van het totaal gemiddeld belegd vermogen. Performance gerelateerde kosten Het pensioenfonds heeft in 2014 geen performance gerelateerde vergoedingen betaald. Kosten per beleggingscategorie (sluitend met baten en lasten)
Vastgoed Aandelen Vastrentende waarden Hedgefunds Overige beleggingen Totale kosten toe te wijzen aan categoriën excl. overlay Kosten overlay beleggingen Totaal kosten toe te wijzen aan categoriën incl. overlay Overige vermogensbeheerkosten Kosten vermogensbeheer en bestuursbureau Kosten fiduciair beheer Bewaarloon Advieskosten vermogensbeheer Overige kosten Totaal overige vermogensbeheerkosten Totaal kosten vermogensbeheer
Beheerkosten € € 607 € 691 € € € 1.298 € € 1.298
€ € € € € €
54 297 82 455 9 897
Performance gerelateerde Transactie kosten kosten Totaal € - € - € € - € 22 € 629 € - € 4 € 695 € - € - € € - € 11 € 11 € - € 37 € 1.335 € - € 31 € 31 € - € 68 € 1.366
€ € € € € €
-
€ € € € € €
-
€ € € € € € €
54 297 82 455 9 897 2.263
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 29
Kosten per beleggingscategorie (aanvullende geschatte kosten)
Vastgoed Aandelen Vastrentende waarden Hedgefunds Overige beleggingen Totale kosten toe te wijzen aan categoriën excl. overlay Kosten overlay beleggingen Totaal kosten toe te wijzen aan categoriën incl. overlay Overige vermogensbeheerkosten Kosten vermogensbeheer en bestuursbureau Kosten fiduciair beheer Bewaarloon Advieskosten vermogensbeheer Overige kosten Totaal overige vermogensbeheerkosten Totaal kosten vermogensbeheer
Beheerkosten € 253 € € € € € 253 € € 253
€ € € € € €
-
Kosten per beleggingscategorie (TOTAAL)
Vastgoed Aandelen Vastrentende waarden Hedgefunds Overige beleggingen Totale kosten toe te wijzen aan categoriën excl. overlay Kosten overlay beleggingen Totaal kosten toe te wijzen aan categoriën incl. overlay Overige vermogensbeheerkosten Kosten vermogensbeheer en bestuursbureau Kosten fiduciair beheer Bewaarloon Advieskosten vermogensbeheer Overige kosten Totaal overige vermogensbeheerkosten Totaal kosten vermogensbeheer
Beheerkosten € 253 € 607 € 691 € € € 1.551 € € 1.551
€ € € € € €
54 297 82 455 9 897
Performance gerelateerde Transactie kosten kosten Totaal € - € - € 253 € - € - € € - € 893 € 893 € - € - € € - € - € € - € 893 € 1.146 € - € - € € - € 893 € 1.146
€ € € € € €
-
€ € € € € €
31 31
€ € € € € € €
31 31 1.177
Performance gerelateerde Transactie kosten kosten Totaal € - € - € 253 € - € 22 € 629 € - € 897 € 1.588 € - € - € € - € 11 € 11 € - € 930 € 2.481 € - € 31 € 31 € - € 961 € 2.512
€ € € € € €
-
€ € € € € €
31 31
€ € € € € € €
54 297 82 455 40 928 3.440
De transactiekosten vastrentend zijn berekende kosten gebaseerd op de TER. De toename van de transactiekosten vastrentend is veroorzaakt door de kosten voor de rente swaps en het toegenomen aantal transacties. De transitie van vastrentend naar Vanguard heeft geen noemenswaardige kosten veroorzaakt. De toename van de overige vermogensbeheerkosten wordt veroorzaakt door de (eenmalige) kosten voor de wijziging van het beleggingsbeleid en de implementatie hiervan. Hierbij werd gebruik gemaakt van externe consultants.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 30
ONTWIKKELINGEN IN DE SECTOR Governance Wet versterking bestuur pensioenfondsen De Wet versterking bestuur pensioenfondsen is een integrale herziening van de governance en medezeggenschap bij pensioenfondsen. Bedoeling van de wet is een verbetering van de kwaliteit van het pensioenfondsbestuur. De wet is van kracht vanaf 9 augustus 2013. De bepalingen over het verantwoorden van beleggingsbeleid en over geschiktheid en tijdsbeslag waren meteen van kracht. Ook verwante wijzigingen traden in werking. Zo zijn in het Besluit FTK regels over het beloningsbeleid vastgelegd en in het Besluit uitvoering PW regels over geschiktheid, betrouwbaarheid en tijdsbeslag. Een deel van de wet is van kracht vanaf 1 juli 2014, toen de nieuwe bestuursmodellen in werking zijn getreden. Een pensioenfonds kon kiezen uit vijf bestuursmodellen. De paritaire modellen (model 1, 2 en 3) kennen een verantwoordingsorgaan (VO), waarin de deelnemers en pensioengerechtigden naar evenredigheid zijn vertegenwoordigd. Naar keuze kan de werkgever worden vertegenwoordigd. De onafhankelijke modellen (model 4 en 5) kennen een belanghebbendenorgaan (BO), waarin de drie geledingen zijn vertegenwoordigd. Het pensioenfonds heeft voor het paritaire model gekozen met een verantwoordingsorgaan. Het intern toezicht is verstevigd doordat ondernemingspensioenfondsen met een paritair of onafhankelijk bestuur de keuze kregen tussen een permanente raad van toezicht of een visitatiecommissie die jaarlijks visiteert (in plaats van minimaal driejaarlijks). Het pensioenfonds heeft voor jaarlijks onderzoek door een visitatiecommissie gekozen. Code Pensioenfondsen in 2014 in werking Tijdens de ontwikkeling van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen stelden de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid de Code Pensioenfondsen (de Code) op. Doel van de Code is de verhoudingen binnen het pensioenfonds transparanter te maken. Ook de communicatie met de belanghebbenden zoals werkgevers, deelnemers en gepensioneerden, moet door de Code transparanter worden. Tot slot moet de Code bijdragen aan het versterken van 'goed pensioenfondsbestuur'. De Code trad op 1 januari 2014 in werking. De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verankerde de Code per 1 juli 2014 wettelijk. De Monitoringcommissie Code Pensioenfondsen ziet toe op de naleving van de Code. De Code vervangt de Principes voor goed pensioenfondsbestuur uit 2005. De Code legt de nadruk op het beïnvloeden van het gedrag van bestuurders, intern toezichthouders en belanghebbenden in de verantwoordingsfunctie. Per orgaan zijn normen opgenomen over taak en werkwijze, samenstelling en zittingsduur, geschiktheid, benoeming, schorsing en ontslag. Daarnaast zijn overkoepelende thema's opgenomen. De thema's gaan zowel over het eigen functioneren van het fonds als van dienstverleners. Voorbeelden hiervan zijn integraal risicomanagement, communicatie en transparantie, verantwoord beleggen, kosten, uitvoering en uitbesteding, geschiktheid, diversiteit, integer handelen en beloningsbeleid. Pensioenfondsen leven de Code na op basis van het pas toe of leg uit-beginsel. Een pensioenfonds past de normen van de Code toe of zet in het jaarverslag gemotiveerd uiteen waarom een norm niet (volledig) is toegepast. Het pensioenfonds legt in het huidige bestuursverslag voor het eerst verantwoording af m.b.t. de opvolging van de Code Pensioenfondsen. Pensioenstelsel AOW-leeftijd in stappen omhoog De AOW-leeftijd gaat in stappen omhoog naar 67 jaar. Dit is al in wetgeving vastgelegd. Een versnelling van de verhoging van de AOW-leeftijd tot 67 jaar in 2021 is de gecombineerde uitkomst van afspraken uit het Herfstakkoord en het Regeerakkoord van oktober 2012. Eerder was besloten dat de AOW-leeftijd in 2023 67 jaar zou zijn. In november 2014 is het wetsvoorstel voor versnelde verhoging van de AOW-leeftijd bij de Tweede Kamer uiteindelijk ingediend.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 31
Opbouwpercentage omlaag Op 1 januari 2014 gingen de maximale opbouwpercentages met 0,1% omlaag. Voor middelloon geldt een maximaal opbouwpercentage van 2,15% en voor eindloon 1,9%. De opbouwpercentages gingen met ingang van 1 januari 2015 nog verder omlaag. Vanaf 2015 wordt het fiscaal maximale opbouwpercentage 1,875% voor middelloonregelingen en 1,657% voor eindloonregelingen. De bovengrens tot waar pensioenopbouw fiscaal ondersteund wordt is € 100.000. Boven € 100.000 netto pensioenregeling Voor deelnemers met een inkomen boven € 100.000 komt er een mogelijkheid voor een netto pensioen. Voorwaarde is dat deelnemers vrijwillig kunnen deelnemen. Het geld in de voorziening voor de netto regeling mag niet mengen met de voorziening voor de regeling van het fonds waarvoor een fiscale omkeerregeling geldt. De netto pensioenregeling kan onder de verplichtstelling van een bedrijfstakpensioenfonds vallen. Dan kan de werkgever niet kiezen of hij een regeling aan wil bieden. De betrokken werknemers mogen wel zelf kiezen of ze meedoen met de regeling. Voor pensioenfondsen gelden aanvullende regels voor fiscale hygiëne voor de uitvoering van een netto regeling. Die regels gelden niet als een verzekeraar of een PPI een netto pensioenregeling uitvoert. Al met al is het voor pensioenfondsen als gevolg van de fiscale hygiëne pas verantwoord om een netto pensioenregeling aan te bieden als er naar verwachting een relatief grote groep deelnemers is die er gebruik van maakt. Vandaar dat deze optie voor slechts een beperkt aantal fondsen realistisch uitvoerbaar is. Het bestuur heeft besloten geen netto pensioenregeling binnen het pensioenfonds aan te bieden gezien het vrijwillige karakter van zo'n regeling en het beperkt aan potentiele deelnemers. Verwacht wordt dat in de markt gunstigere regelingen zullen worden aangeboden. Nieuw FTK met ingang van 1 januari 2015 van kracht Bescherming nominale pensioen uitgangspunt Het nieuwe financieel toetsingskader (nFTK) voor pensioenfondsen is per 1 januari 2015 van kracht. Het nFTK is bedoeld om nominale pensioenen te beschermen. De "beleidsdekkingsgraad" is de belangrijkste maatstaf voor de financiële gezondheid van een pensioenfonds. De beleidsdekkingsgraad is de twaalfmaandsgemiddelde dekkingsgraad. Als de beleidsdekkingsgraad op kwartaalbasis lager is dan de vereiste dekkingsgraad, dan moet het fonds een herstelplan maken. De eisen aan het vereist eigen vermogen zijn strenger, omdat fondsen met de vorige financiële eisen de wettelijke zekerheidsmaat niet meer haalden. Daarom moeten veel pensioenfondsen direct bij ingang van het nFTK een herstelplan maken. Ook de regels voor indexatie zijn strenger dan in het vorige financieel toetsingskader. In combinatie met de financiële positie van veel fondsen, maakt het nFTK de kans zeer klein dat pensioenfondsen de komende jaren volledig kunnen indexeren. Fondsen mogen eenmalig het strategisch beleggingsbeleid in lijn brengen met de actuele situatie, de ambities en risicohouding van het pensioenfonds. Het gaat dan om fondsen die wel een reservetekort, maar geen dekkingstekort hebben. Bij het nFTK hoort een haalbaarheidstoets. Deze toets geeft inzicht in de gevolgen van de financiële opzet van de pensioenregeling en de daarbij gekozen risicohouding. Sturen op nominaal, maar ook reëel rapporteren Het pensioenfonds moet jaarlijks aan de toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) rapporteren wat de stand van de reële dekkingsgraad is. DNB kan dan toetsen in hoeverre de reële ambities haalbaar zijn. En het pensioenfonds moet de reële dekkingsgraad ook in het jaarverslag rapporteren. In 2015 nog door met oude UFR De Ultimate Forward Rate (UFR) is een rente die gebruikt wordt omdat er geen adequate marktrentes zijn voor zeer lange looptijden. In Europa is er een akkoord over de manier waarop de UFR voor verzekeraars bepaald wordt. In februari 2015 wordt deze UFR waarschijnlijk voor het eerst gepubliceerd. De Eerste Kamer vroeg of fondsen vooralsnog de UFR van 2014 kunnen blijven gebruiken. DNB ging daar op verzoek van staatssecretaris Klijnsma mee akkoord.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 32
Nieuwe Wet Pensioencommunicatie Het kabinet wilde bij de start van het nieuwe financieel toetsingskader (nFTK) ook nieuwe regels voor pensioencommunicatie laten gelden. Het doel van de nieuwe regels voor communicatie is deelnemers meer inzicht geven in hun pensioensituatie. En daarmee handelingsperspectief te bieden. Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) stuurde op 2 september het wetsvoorstel Wet Pensioencommunicatie aan de Tweede Kamer. Op 19 december volgden wijzigingen op het wetsvoorstel. Ook kwam er een concept van de lagere regelgeving. Hierdoor zijn de regels voor pensioencommunicatie verder tot in detail uitgewerkt. De geplande ingangsdatum is verschoven naar 1 juli 2015. Het wetsvoorstel biedt meer ruimte voor digitale communicatie. De informatie loopt via drie kanalen. Die bevatten elk informatie van andere aard. Ten eerste komt er het Pensioen 1-2-3. Het Pensioen 1-2-3 bevat algemene informatie over de pensioenregeling (in drie lagen). Ten tweede is er het UPO dat persoonlijke informatie bevat over het bij één pensioenuitvoerder opgebouwde pensioen. Op het UPO kan ook het te bereiken pensioen staan. Tot slot is er het pensioenregister. Het pensioenregister geeft een totaaloverzicht van het te bereiken pensioen, zowel AOW als aanvullend pensioen. Het register rekent met een optimistisch, neutraal en een pessimistisch economisch scenario. Over de uitvoerbaarheid van de rekenmethodiek overlegt de regering nog met pensioenuitvoerders en toezichthouders. Het pensioenregister gaat daarnaast in drie jaar stapsgewijs uitbreiden. Het pensioenregister gaat inzicht geven in de toereikendheid van het pensioen in relatie tot de uitgaven. Ook wordt het mogelijk om het pensioeninkomen op huishoudniveau zichtbaar te maken. Voor toekomstige pensioengerechtigden verandert dat zij straks informatie krijgen die specifiek in het kader van de pensioeningang van belang is. Pensioengerechtigden krijgen later toegang tot het pensioenregister. Dat is als met de rekenmethodiek en economische scenario's gerekend kan worden. Nog open staat hoe de inhoudelijke afbakening is tussen fonds en pensioenregister. En ten tweede een goede uitleg aan deelnemers over eventuele verschillen in de uitkomsten. Nieuw type pensioenfonds APF In het palet aan pensioenuitvoerders komt er een nieuw type pensioenfonds bij: het algemeen pensioenfonds (APF). Op 19 december diende staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een wetsvoorstel hiervoor in. Het APF is bedoeld om de samenvoeging van pensioenfondsen gemakkelijker te maken. Anders dan bestaande pensioenfondsen is het APF niet beperkt tot gebruik door een of meer specifieke doelgroepen. Kleine pensioenfondsen die niet zelfstandig verder willen of kunnen, krijgen met het APF een alternatief voor de route naar een verzekeraar. Voor wat grotere ondernemingspensioenfondsen biedt het APF expansiemogelijkheden. Een APF mag ook verplichtgestelde beroepspensioenregelingen uitvoeren. Maar een APF mag niet de regeling uitvoeren van verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen. Het is mogelijk om een pensioenfonds om te vormen tot APF en om een nieuw (leeg) APF op te richten. De geplande uitvoeringsdatum is verschoven naar 1 januari 2016. Europa Lidstaten akkoord met nieuwe IORP richtlijn Op 4 december stuurde staatssecretaris Klijnsma een brief aan de Tweede Kamer over de nieuwe Europese pensioenrichtlijn (IORP-richtlijn). Doel van deze richtlijn is te komen tot een Europese interne markt voor pensioenen. Het eerdere voorstel van de Europese Commissie van maart 2014 is grondig aangepast. Daardoor kan Nederland zijn eigen pensioenbeleid blijven bepalen. Ook de regels voor communicatie zijn nu globaler. Op 9 december gaf de Tweede Kamer het kabinet groen licht om in te stemmen met het gewijzigde voorstel. Op 10 december gingen de EU-lidstaten akkoord met het voorstel voor de herziening van de Europese richtlijn. De volgende stap is dat de richtlijn naar het Europees Parlement gaat.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 33
Financial Transaction Tax (FTT) De Europese Commissie wil een financiële transactiebelasting (FTT) om de financiële sector te dwingen bij te dragen aan het herstel van een nieuwe crisis. Nederland doet vooralsnog hieraan niet mee. Een groep van 11 landen heeft ervoor gekozen om via de weg van "enhanced cooperation" een FTT in te voeren. Ze willen uiterlijk per 1 januari 2016 een FTT te hebben. Nederland heeft zich niet bij de groep van 11 aangesloten, omdat Nederland wil dat pensioenfondsen vrijgesteld zijn van de FTT. Verder vindt Nederland belangrijk dat er geen disproportionele samenloop is met de huidige bankbelasting en dat de inkomsten terugvloeien naar de lidstaten. Diverse onderwerpen Toezichtthema's 2014 van DNB en AFM De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) houden toezicht op pensioenfondsen. DNB beoordeelt de financiële aspecten. De AFM ziet toe op gedrag en communicatie. Voor DNB was één van de belangrijkste toezichtthema's in 2014 de toekomstbestendigheid van de pensioensector. Zijn er signalen die duiden op een kwetsbaar bedrijfsmodel? Kunnen pensioenfondsen schokken opvangen? Het gaat dan met name om liquiditeit in periode van stress. DNB verwacht verder dat pensioenfondsen hun risico's kennen, begrijpen en beheersen. Belangrijke risico's voor pensioenfondsen zijn het renterisico en het marktrisico. Maar ook informatiebeveiliging en cybercrime zijn belangrijk. Fondsen moeten voldoen aan (inter)nationale wet- en regelgeving zoals de Wet versterking bestuur pensioenfondsen en het nieuw financieel toetsingskader. Pensioenfondsen moeten een sterke reputatie hebben en het vertrouwen van de consument genieten. Verder let DNB voor de gehele financiële sector inclusief pensioenfondsen op manipulatie bij prijszetting in markten, gedrag en cultuur, belangenverstrengeling, transacties hoog risicolanden en nieuwe betaalmethoden. Een speerpunt van zowel de AFM als DNB was het ambitieniveau van pensioenfondsen. Veel pensioenfondsen hebben de ambitie van een nominaal pensioen en een voorwaardelijke indexatie. Kunnen de fondsen dat waarmaken? Daarbij kijkt de AFM vooral naar de communicatie over de ambitie en kijkt DNB naar de financiële opzet om deze ambitie waar te maken. De AFM onderzocht in 2014 de kwaliteit van de informatie die pensioenfondsen aan deelnemers verstrekken over de aanstaande pensioenuitkering. Ook onderzocht de AFM of pensioenfondsen al hun kosten rapporteren. Dat is nodig omdat er zonder een overzicht van de kosten ook geen inzicht mogelijk is. BTW-koepelvrijstelling vervalt In juli besloot staatssecretaris Wiebes van Financiën om de btw-koepelvrijstelling voor pensioenadministratie per 1 januari 2015 af te schaffen. In de toelichting bij het besluit gaf hij aan welke werkzaamheden niet meer onder de btwkoepelvrijstelling vallen. Op 13 maart stelde het Hof van Justitie van de Europese Unie in het ATP-arrest vast dat pensioenuitvoering voor pensioenfondsen met een DC-regeling onder voorwaarden is vrijgesteld van btw. De Tweede Kamer vroeg om een analyse over de gevolgen van dit arrest. Volgens dat arrest zou de btw-vrijstelling gelden als het beleggingsrisico bij de deelnemer ligt. Wiebes interpreteert het ATP arrest echter heel nauw. Defined benefit en collectieve beschikbare premieregelingen vallen volgens hem niet onder de vrijstelling. Uit een uitspraak van het Hof Den Haag van 9 december blijkt dat de rechter ook vindt dat defined benefit regelingen niet onder de btw-vrijstelling vallen. Waardeoverdracht Het kabinet wil een fundamentele discussie over waardeoverdracht voeren. Bij de uitvoering van waardeoverdracht doen zich namelijk problemen voor. Meest opvallend daarvan zijn de problemen die er zijn als werkgevers met verzekerde regelingen bij waardeoverdracht geld moeten bijbetalen. Staatssecretaris Klijnsma heeft in 2014 echter geen nieuwe opzet voor het systeem van waardeoverdracht voorgesteld. Wel is er door de Tweede Kamer geregeld dat de termijn van 6 maanden vervalt waarbinnen een opgave voor waardeoverdracht moet worden aangevraagd.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 34
PENSIOENPARAGRAAF Beschrijving van de pensioenreglementen Sinds 2006 kende het pensioenfonds drie reglementen. Pensioenreglement I is per eind 2013 gesloten, toen de laatste deelnemer in deze regeling met pensioen ging. Pensioenreglement II is per eind 2008 gesloten. De laatste deelnemer in deze regeling is in dat jaar met pensioen gegaan. Pensioenreglement III is de huidige regeling waarin alle nieuwe werknemers toetreden. Alle reglementen hebben of hadden betrekking op eindloonregelingen. Reglement I: De deelnemers in reglement I waren op 31 december 2005 al deelnemer en zijn geboren vóór 1 januari 1950. Binnen deze regeling bouwen de deelnemers een levenslang ouderdomspensioen op en een tijdelijk ouderdomspensioen tot 65 jaar, beiden ingaand op 60-jarige leeftijd. Daarnaast bouwen de deelnemers partnerpensioen op. De som van het levenslang en het tijdelijk ouderdomspensioen is gelijk aan 70% van het laatst verdiende salaris plus compensatie voor de premies volksverzekering tussen 60 en 65 jaar, dus onafhankelijk van de diensttijd. In deze regeling vindt geen toetreding meer plaats. Reglement III: Alle actieve deelnemers die op 31 december 2005 deelnemer waren in het toen geldende reglement I of II en die geboren waren na 31 december 1949 zijn overgegaan naar reglement III. De pensioenleeftijd van reglement III is 65 jaar. De op 31 december 2005 opgebouwde rechten op een uitkering tussen 60 en 65 jaar zijn per 31 december 2005 premievrij gemaakt en na instemming van de deelnemer omgezet in premievrije rechten op 65 jaar. De regeling kent een lagere franchise dan de twee voorgaande regelingen. Alle nieuwe toetredingen vinden plaats in reglement III. Per 1 januari 2014 is de regeling aangepast, om te blijven voldoen aan de door de fiscus gestelde voorwaarden voor een eindloonregeling. De aanpassing heeft betrekking op een verlaging van het opbouwpercentage van 2,0% naar 1,9% en een verhoging van de pensioenleeftijd van 65 jaar naar 67 jaar. Deze regeling geldt in principe alleen voor de opbouw in 2014. De werkgevers hebben een voorwaardelijke pensioentoezegging gedaan aan de deelnemers in pensioenreglement III die op 31 december 2005 deelnemer waren in pensioenreglement I of II. De toezegging omvat een voorwaardelijk recht op ouderdomspensioen over de verstreken deelnemerstijd inclusief de extra deelnemerstijd, die uit een inkomende waardeoverdracht is toegekend. Het toegekende voorwaardelijk ouderdomspensioen wordt berekend over het verschil in franchise van de vorige regeling waarin de deelnemer rechten had opgebouwd en de franchise van pensioenreglement III, voor beide franchises geldt het bedrag per 31 december 2005. De rechten worden omgezet van een voorwaardelijk naar een onvoorwaardelijk recht op de pensioendatum, doch uiterlijk 31 december 2020. Bij ontslag voor 1 januari 2021 vervalt de aanspraak op het voorwaardelijk ouderdomspensioen. De werkgevers hebben zich bereid verklaard de benodigde koopsom op het moment van de onvoorwaardelijke toekenning aan het pensioenfonds te zullen betalen. Om deze reden is de voorwaardelijke toezegging niet opgenomen in de technische voorziening van het pensioenfonds, noch heeft het pensioenfonds dus voor deze koopsom een reservering opgenomen. Vanaf 1 januari 2015 gaat Pensioenreglement 2015 in werking en wel voor alle deelnemers van het fonds. In dit pensioenreglement zijn de afspraken van het Hoofdlijnenakkoord pensioenregeling 2015 verwerkt. Verder zijn aanpassingen gemaakt in lijn met gewijzigde wetgeving. Hierdoor wordt rekening gehouden met de bewegende AOW leeftijd, mogelijke leeftijdsdiscriminatie en een aanpassing in de wet verevening pensioen bij echtscheiding.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 35
BELEGGINGENPARAGRAAF Algemeen Performance-overzicht 2014
YTD % 15,88 19,28 7,52 10,79
Totaal incl. rente hedge & incl. valuta hedge Totaal incl. rente hedge & excl.valuta hedge Totaal excl. rente hedge & incl. valuta hedge Totaal excl. rente hedge & excl. valuta hedge Totaal benchmark Benchmark excl. rente hedge & excl. valuta hedge *) t.o.v. totaal inclusief hedging
Benchmark Total
Weights 100.0%
Fixed Income Euro Gov't Bonds EM Gov't Bonds
67.3% 40.0% 10.4%
+/-*) -3,40 8,35 5,09
18,01 12,93
Weights KUWAIT BM
Citigroup EGBI
59.4% 7.6% 7.9% 21.7% 3.9%
Euro Corp Bonds Global High Yield Corp Bonds
14.6% 2.6%
Citigroup WGBI USA (Unhdg) + 1.5% JP Morgan GBI - EM Global Diversified BC Euro Aggregate Corp Index CSFB Global High Yield Index (EUR Hdg)
Equity Global Developed Emerging markets
26.7% 21.0% 5.3%
MSCI World TR ($,¥,£ 80% Hdg) MSCI Emerging Markets Free Index
78.7% 19.9%
Alternatives Hedged Fund Real Estate Cash
6.0% 0.1% 5.0% 1.0%
HFRI Fund of Funds Composite Index Hdg 6% per annum Euribor 1 month
1.7% 83.3% 16.7%
Het rendement van de beleggingen van de Stichting is uitgekomen op 15,88%. Dit is het totaal van direct rendement (rente en dividend) en (al dan niet gerealiseerde) koersresultaten. Het afdekken van het valutarisico (op USD, AUD, CAD, NOK en GBP) beïnvloedde het resultaat negatief met 3,40%. Het netto rendement op de beleggingen was dus 10,79% en was daarmee 2,14% slechter dan de benchmark (12,93%). Het beleggingsresultaat over 2014 heeft geleid tot een stijging van de waarde van de beleggingsportefeuille (exclusief liquide middelen) van € 404,4 mln. ultimo 2013 tot € 528,1 mln. ultimo 2014. De vastrentende portefeuille liet een positief resultaat zien van 12,75% (voor valuta afdekking), veroorzaakt door de gedaalde rente Aandelen "global" lieten een zeer goed, positief resultaat zien. Dit resultaat bleef echter achter bij de benchmark. Het rendement op aandelen opkomende markten was ook vrij hoog. Het rendement op onroerend goed was negatief. Beleggingsbeleid De algemene doelstelling van de Stichting is om te voldoen aan de toekomstige pensioenverplichtingen. Het beleid is gericht op het behalen van een bevredigend rendement, rekening houdend met de risico's verbonden aan de diverse beleggingscategorieën. De middelen van de Stichting worden verkregen uit de financiering door de aangesloten ondernemingen en door deelnemers (premie-inkomsten) en uit de inkomsten uit beleggingen. In 2014 is het beleggingsbeleid gewijzigd actief naar "passief, tenzij".. Het gaat daarbij om de afweging tussen rendement en risico. Daarnaast beheert een van de vermogensbeheerders een vastgoedportefeuille, bestaande uit drie vastgoedfondsen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 36
Onderstaand schema toont de samenstelling van de portefeuille per eind 2014 en 2013 inclusief liquide middelen, zowel in bedragen als in percentages. (Bedragen in miljoenen €)
2014
2013
€ Vastgoed beleggingen
%
€
%
31,9
6,1
34,2
8,5
Aandelen
138,1
26,3
92,6
22,9
Vastrentende waarden
306,6
58,4
252,5
62,4
Derivaten (activa)
37,6
7,2
3,8
0,9
Overige beleggingen
13,9
2,7
21,3
5,3
Subtotaal beleggingen
528,1
404,4
Derivaten (passiva)
-3,6
-0,7
-0,1
-
Totaal beleggingen
524,5
100,0
404,3
100,0
Liquide middelen pensioenrekening Totaal
1,6
3,2
526,1
407,5
Het onderstaande schema toont het rendement per beleggingscategorie ten opzichte van het benchmark rendement. Portefeuille
Benchmark
2014
2014
Aandelen Global
18,0%
20,2%
Aandelen Emerging markets
12,1%
11,7%
Vastrentende waarden
10,1%
11,6%
Vastgoed
-1,2%
6,0% *)
Hedgefondsen
6,7%
4,6%
Totale portefeuille
15,9%
18,0%
Excl. valutahedge en rentehedge
10,8%
12,9%
Gemiddeld totaal rendement
*) Streefrendement
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 37
FINANCIËLE PARAGRAAF De actuaris concludeert in zijn rapport, dat de Stichting bij toetsing aan het FTK een reservetekort heeft. De dekkingsgraad op basis van het FTK is gestegen van 97,1% ultimo 2013 naar 107,7% ultimo 2014. Actuariële analyse van het resultaat De samenstelling van het resultaat over 2014 en 2013 blijkt uit het volgende overzicht (x € 1.000):
2014 Resultaat op beleggingen (incl. wijziging rentetermijnstructuur) Resultaat premies en koopsommen Resultaat op risicoherverzekering Resultaat op sterfte Resultaat op arbeidsongeschiktheid Resultaat op mutaties/diversen Aanpassing overlevingstafels Aanpassen ervaringscijfers Overige mutaties technische voorzieningen Resultaat *) verhoging excasso voorziening
-15.205 66.799 -27 1.638 264 142 1.269 -4.726 50.154
2013
*
9.827 6.508 -27 -315 190 330 -884 -6 15.623
Bespreking resultaat Beleggingen In het resultaat op beleggingen zijn enerzijds de directe en indirecte beleggingsopbrengsten opgenomen. Anderzijds is opgenomen de benodigde interest op de technische voorzieningen, waarbij van de éénjaarsrente in de rentetermijnstructuur per 31 december 2014 is uitgegaan (0,379%). Onder dit resultaat is het effect opgenomen van de wijziging van de rentetermijnstructuur van 31 december 2013 naar 31 december 2014. Dit betreft de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur ultimo boekjaar op basis van een driemaandsgemiddelde met toepassing van de Ultimate Forward Rate. Premies en koopsommen Het resultaat op premiebijdragen is het verschil tussen aan de ene kant de bijdragen zoals deze van de werkgevers en werknemers in het boekjaar zijn ontvangen en aan de andere kant het voor de opbouw van de pensioenaanspraken en pensioenrechten benodigde bedrag. Dit heeft geleid tot een positief resultaat op premies en koopsommen. Risicoherverzekering Het kortlevenrisico (ook wel overlijdensrisico genoemd) betreft het risico dat de totale schade (in de vorm van nieuw uit te keren nabestaandenpensioenen en wezenpensioenen) als gevolg van het overlijden van deelnemers meer bedraagt dan de verwachte schade, uitgaande van de overlevingsgrondslagen van het fonds. Het fonds heeft een deel van het overlijdensrisico door middel van een zogenaamd stop-loss contract herverzekerd bij AEGON. Conform het herverzekeringscontract dekt de verzekeringsmaatschappij de schade die uitkomt boven een bepaalde grens (eigen behoud). Tot die grens is de schade voor rekening van het fonds. De grens is vastgesteld op 200% van de verwachte schade. Sterfte Het sterfteresultaat bestaat uit het saldo van de op basis van de door het fonds gehanteerde sterftegrondslagen verwachte wijziging van de technische voorzieningen en de feitelijk waargenomen wijziging van de technische voorzieningen uit hoofde van sterfte. Dit heeft geleid tot een positief resultaat op sterfte in het boekjaar.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 38
Arbeidsongeschiktheid De in verband met het arbeidsongeschiktheidsrisico vastgestelde risicopremie is toegevoegd aan de voorziening invaliditeitsrisico's. De mutaties in de technische voorzieningen voor risico van het fonds door invalidering en revalidering worden gesaldeerd met de voorziening invaliditeitsrisico's. De voorziening invaliditeitsrisico's is gemaximeerd op 5% van de totale loonsom van de deelnemers. De voorziening zal minimaal gelijkgesteld worden aan tweemaal de risicopremie voor invaliditeitsrisico's. Mutaties/diversen Het resultaat op mutaties/diversen bestaat met name uit de resultaten op uitkeringen en correcties. Aanpassing overlevingstafels Vanaf boekjaar 2014 is de grondslag voor overlevingskansen gebaseerd op de Prognosetafel AG2014 zoals gepubliceerd door het Actuarieel Genootschap (AG). De algemene sterftekansen die volgen uit de tafel worden voor het fonds gecorrigeerd in verband met ervaringssterfte. Dit resultaat is via de staat van baten en lasten als wijziging overige actuariële uitgangspunten in het verslagjaar verantwoord. Toeslagverlening De door de aangesloten ondernemingen verschuldigde totale werkgeversbijdrage aan de pensioenregeling bevat geen component voor toeslagverlening. De kosten van een mogelijke toeslagverlening komen geheel ten laste van het fonds. In 2014 is geen toeslag verleend.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 39
VERWACHT EN GEPLAND VOOR 2015 Nieuwe Financiele Toetsingskader Vanaf 1 januari 2015 is het nieuwe Financiële Toetsingskader van toepassing. De beleidsdekkingsgraad (zijnde de gemiddelde dekkingsgraad van de 12 maanden voorafgaand aan het moment van vaststelling) wordt dan een belangrijke parameter. Op 1 januari 2015 bedroeg de beleidsdekkingsgraad 101,3%. Deze was berekend als gemiddelde van de dekkingsgraden die per kwartaal aan DNB in 2014 gerapporteerd waren. De feitelijke dekkingsgraad bedroeg 103,4%. Een reductie van 4,3% t.o.v. de stand van 31 december 2014 als gevolg van de gewijzigde rekenmethodiek op basis van de actuele rente i.p.v. driemaandsgemiddelde rente. Door wijzigingen in de berekening van het risicoprofiel wijzigt ook het vereist vermogen. Dit neemt toe van 111,7% naar 116,9%. Het minimaal vereist vermogen blijft gelijk met 104,2%. De mogelijkheid bestaat om eenmalig het risicoprofiel te verhogen terwijl een fonds in een herstelplan zit. Het fonds zal deze mogelijkheid onderzoeken aangezien dit invloed kan hebben op zowel mogelijk hogere beleggingsresultaten (meer aandelen), lagere rente risico afdekking maar tevens herstel naar een hoger vereist vermogen vraagt. Een hoger vereist vermogen heeft een nadelige invloed op de toeslagcapaciteit van het fonds. De toeslagcapaciteit wordt inzichtelijk gemaakt middels de haalbaarheidstoets. In oktober zal deze toets voor de eerste keer bij DNB gerapporteerd moeten worden. Deze toets komt in de plaats van de continuiteitsanalyse. Herstelplan Aangezien de beleidsdekkingsgraad lager is dan vereist zal het pensioenfonds in het kader van het nieuwe Financiële Toetsingskader een herstelplan moeten indienen bij DNB. Dit plan beschrijft hoe het fonds tot het vereist eigen vermogen zal groeien binnen een periode van 10 jaren. Het herstelplan zal voor 1 juli 2015 bij DNB ingediend worden. Toeslagbeleid Als gevolg van de introductie van het nieuwe FTK zal het toeslagbeleid van het fonds aangepast moeten worden. De beleidsdekkingsgraad wordt hierbij maatgevend. Het fonds mag alleen maar toeslag verlenen als de beleidsdekkingsgraad groter is dan 110%. De benodigde beleidsdekkingsgraad om volledige toeslag (100% van de toeslagambitie) te kunnen geven bedraagt 126,8%. Effectief betekent deze wijziging dat het moeilijker wordt om te indexeren. Beleggingsbeleid In 2015 zal het nieuwe beleggingsbeleid verder worden uitgerold. In een situatie van passief beleggen kan meer rendement verkregen worden door een actief tactisch allocatie beleid. De beleggingscommissie zal zelf aanpassingen binnen de grenzen van het tactische beleid kunnen doorvoeren. Daartoe is de beleggingscommissie met externe specialisten uitgebreid. Daarnaast zal mogelijk in hypotheken worden geïnvesteerd. Ontwikkeling financiële positie Indexatie (toeslag) is altijd al belangrijk geweest voor de waardevastheid van het pensioen. Na de invoering van de middelloonregeling is de toeslag ook belangrijk voor het waardevast houden van de opgebouwde aanspraken van medewerkers. Het toeslagdepot is een tijdelijk middel (voor deelnemers die op 1 maart 2015 in deelnemer waren) om toeslag te kunnen verlenen terwijl het fonds haar financiële positie versterkt. Gestreefd zal moeten worden naar een beleidsdekkingsgraad die groter is dan 127% (stand ultimo 2014. Dit percentage moet jaarlijks berekend worden). Bij een beleidsdekkingsgraad van 127% mag 100% van de toeslagambitie toegekend worden. Dit betekent dat het fonds een lange weg voor zich heeft. Gestreefd zal moeten worden voldoende beleggingsrendement te behalen om te vermijden dat het toeslagdepot negatief wordt. Op deze manier wordt toeslag van de opgebouwde aanspraken van de medewerkers zeker gesteld. Pensioengerechtigden en slapers profiteren ook door de verbetering van de beleidsdekkingsgraad. Ook voor hen neemt de kans op - alsook de hoogte van de - toeslag toe. Terugkijkend naar de resultaten van het fonds in het verleden kan men zien dat dit wel mogelijk is maar tevens een grote uitdaging vormt.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 40
Governance Het bestuur zal in 2015 invulling geven aan de eisen die het nieuwe Financiële Toetsingskader zal gaan stellen. Dit betekent dat een nieuw premiebeleid en toeslagbeleid zal worden vastgesteld. Vele documenten zullen weer aangepast moeten worden om aan de eisen van de gewijzigde wetgeving en van de toezichthouders te blijven voldoen. Door de toegenomen eisen aan geschiktheid van besturen en bestuursleden zullen trainingen gevolgd gaan door leden van het nieuwe verantwoordingsorgaan en het bestuur. De trainingen zullen door Towers Watson worden verzorgd. Afspraken hierover zijn reeds gemaakt. De betrokkenheid van de werkgevers is en blijft een belangrijk punt van aandacht. Pogingen zullen ondernomen worden om de werkgever bewuster te maken van verplichtingen en belangen binnen het pensioenfonds. Naleving van de Code Pensioenfondsen zal verder worden uitgewerkt. Aanpassen pensioenregeling Het nieuwe pensioenreglement en de uitvoeringsovereenkomst alsook het VPL-reglement en de VPL-overeenkomst zullen verder uitgewerkt worden. Met Syntrus Achmea zal overleg gepleegd worden om de nieuwe regeling met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2015 in te voeren in hun administratie. Toekomstbestendige uitvoering van de pensioenregeling De toenemende complexiteit in de wet- en regelgeving vereist steeds meer van de bestuurders. Het wordt in een paritair model dan ook steeds moeilijker om goede bestuurders te vinden die ook nog eens voldoende tijd aan bestuurswerkzaamheden kunnen besteden. Dit is reeds zichtbaar door de werkgeversvertegenwoordigersvacatures in het bestuur en het verantwoordingorgaan. Het fonds is een relatief klein fonds. Een groot deel van de kosten zijn voor een groot fonds hetzelfde als voor een klein fonds. Schaalvergroting verlaagt daarom de kosten per deelnemer. In 2015 zal onderzocht worden op welke manier toekomstbestendig uitvoering gegeven kan worden aan de pensioenregeling. Daarbij wordt naar elke mogelijke vorm van uitvoering gekeken. In het onderzoek zullen vertegenwoordigers van de werkgevers, werknemers en gepensioneerden betrokken worden. 's Gravenhage, 26 mei 2015.
P.M.J. Thomassen (namens de werkgevers) voorzitter Overige bestuursleden: namens de werkgevers: A.F. Meeusen namens de deelnemers: E. Droste D.J. Kraan namens de gepensioneerden: R.J. van der Velden
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 41
JAARREKENING
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 42
1 BALANS PER 31 DECEMBER (na voorgestelde bestemming van het saldo van baten en lasten) (x € 1.000) 2014
2013
ACTIVA Beleggingen voor risico fonds
(1)
528.076
404.355
Vorderingen en overlopende activa
(2)
4.771
5
Overige activa
(3)
1.604
3.209
534.451
407.569
PASSIVA Stichtingskapitaal en reserves
(4)
38.043
-12.111
Technische voorzieningen
(5)
491.804
417.887
Overige schulden en overlopende passiva
(6)
4.604
1.793
534.451
407.569
107,7 103,4
97,1 -
(*) De nummering verwijst naar de toelichting.
Dekkingsgraad op basis van FTK (in%) Nominaal nFTK
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 43
STAAT VAN BATEN EN LASTEN (x € 1.000) 2014
2013
BATEN Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers) risico pensioenfonds
(7)
76.476
19.768
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds
(8)
65.654
-1.480
Overige baten
(9)
66
-
142.196
18.288
LASTEN Pensioenuitkeringen
(10)
16.757
16.908
Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
(11)
1.300
857
Mutatie technische voorzieningen
(12)
Pensioenopbouw Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Wijziging marktrente Wijziging overige actuariële uitgangspunten Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen Mutatie overige technische voorzieningen
8.513 1.563 -16.792 -136
12.178 1.512 -16.935 -75
-39 79.289 3.523
-12.826 884
-1.986
12
73.935 -18
-15.250 117 73.917
-15.133
Saldo overdrachten van rechten risico (13) pensioenfonds
41
-
Herverzekeringen
(14)
27
27
Overige lasten
(15)
-
6
92.042
2.665
50.154
15.623
50.154
15.623
Saldo van baten en lasten Bestemming van het saldo van baten en lasten Mutatie solvabiliteitsreserve
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 44
3
KASSTROOMOVERZICHT
(x € 1.000) Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. 2014
2013
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premiebijdragen risico fonds Betaalde pensioenuitkeringen Herverzekeringen Betaalde waardeoverdrachten risico pensioenfonds Betaalde pensioenuitvoeringskosten Diverse baten (en lasten)
71.683 -16.767 -956 -44 -877 51
Netto-ontvangst /
19.934 -16.882 870 -849 -187 53.090
2.886
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Ontvangen inzake verkopen beleggingen Betaald inzake aankopen beleggingen Ontvangen directe beleggingsopbrengsten Overige mutaties beleggingen (incl. derivaten) Kosten vermogensbeheer
544.125 -613.412 7.019 9.951 -2.378
214.941 -215.906 6.139 -5.034 -1.800
Netto-ontvangst /
-54.695
-1.660
Per saldo betaald / ontvangen
-1.605
1.226
Samenstelling geldmiddelen 2014
Liquide middelen per 1 januari Mutatie liquide middelen Liquide middelen per 31 december
2013
3.209
1.983
-1.605
1.226
1.604
3.209
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 45
4
ALGEMENE TOELICHTING
Inleiding Het doel van De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland, statutair gevestigd te 's-Gravenhage, is het nu en in de toekomst uitvoeren van de pensioenovereenkomst op basis van de uitvoeringsovereenkomst en de daarvan deel uitmakende pensioenreglementen, waaronder het doen van opgave van pensioenaanspraken aan deelnemers en andere aanspraakgerechtigden en het verstrekken van uitkeringen aan pensioengerechtigden, zijnde gepensioneerden en nabestaanden ter zake van ouderdom en overlijden; en arbeidsongeschikte deelnemers. Deze doelstelling is nader uitgewerkt in onder andere de statuten, het pensioenreglement, de uitvoeringsovereenkomst en de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota van De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland. De activiteiten van De Stichting betreffen het uitvoeren van de regeling ouderdomspensioen, partnerpensioen, wezenpensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen voor haar deelnemers en pensioengerechtigden en andere aanspraakgerechtigden. Deelnemers van De Stichting betreffen de daarvoor in aanmerking komende werknemers van de in Nederland gevestigde ondernemingen van Kuwait Petroleum Corporation en daaraan gelieerde ondernemingen, voor zover door het pensioenreglement toegelaten en voor zover tussen deze ondernemingen en de Stichting een uitvoeringsovereenkomst is gesloten. Het kortlevenrisico is op stop-loss basis in herverzekering gegeven. De overige risico’s worden in eigen beheer gehouden. Voor de verklaring van de afkortingen wordt verwezen naar bijlage 2. Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving in het bijzonder Richtlijn 610. De bedragen opgenomen in de jaarrekening zijn vermeld in duizenden euro's, tenzij anders is aangegeven. Het bestuur heeft op 26 mei 2015 de jaarrekening opgemaakt. Schattingswijziging technische voorzieningen De actuariële grondslagen en/of methoden worden periodiek beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen voor zowel de gehele bevolking als specifiek voor de populatie van het fonds. Vanaf boekjaar 2014 is de grondslag voor overlevingskansen gebaseerd op de Prognosetafel AG2014 zoals gepubliceerd door het Actuarieel Genootschap (AG). De algemene sterftekansen die volgen uit de tafel worden voor het fonds gecorrigeerd in verband met ervaringssterfte. Dit heeft geleid tot een verlaging van de voorziening pensioenverplichting van € 1,3 miljoen. Verder is de toeslag voor toekomstige uitvoeringskosten op advies van de adviserend actuaris verhoogd van 1,5% naar 2,5%. Dit heeft geleid tot een verhoging van de voorziening pensioenverplichting van € 4,8 miljoen. De aanvullende verhoging is bepaald per 31 december 2014. Dit resultaat is via de staat van baten en lasten als wijziging overige actuariële uitgangspunten in het verslagjaar verantwoord.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 46
ALGEMENE GRONDSLAGEN Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het fonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Verantwoording van baten en lasten Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico's met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post "nog af te wikkelen transacties". Deze post kan zowel een actief als een passief zijn. Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen. Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 47
Securities lending Het fonds neemt deel aan een securities lending programma, waarbij bepaalde effecten voor een korte periode worden uitgeleend aan andere marktpartijen. Beleggingen die in het kader van een securities lending contract worden uitgeleend, blijven deel uitmaken van de balans en worden gewaardeerd conform de grondslag voor waardering en resultaatbepaling zoals die geldt voor beleggingen. De beurswaarde van de door Kasbank gestelde zekerheid, in de vorm van pandrecht op daartoe aangewezen effecten is tenminste gelijk aan de beurswaarde van de uitgeleende effecten vermeerderd met een bepaalde marge. De marge bestaat uit 5% voor zover de zekerheid bestaat uit aandelen en 2,5% voor zover de zekerheid bestaat uit obligaties. De vergoeding ontvangen voor securities lending wordt volgens het toerekenbeginsel over de looptijd van de desbetreffende transacties verantwoord en in de rentebaten of -lasten verwerkt. Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief transactiekosten, provisies, valutakoersverschillen e.d., worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro's tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta's worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. Alle valutakoersverschillen zijn verwerkt in de staat van baten en lasten. De belangrijkste vreemde valuta en hun koersen ten opzichte van de Euro zijn: 31-12-2014
US dollar Britse pond Japanse yen Zweedse kroon Mexicaanse peso Australische dollar Canadese dollar Zwitserse frank Zuid-Afrikaanse rand Noorse kroon
31-12-2013
1,21 0,78 145,08 9,47 17,84 1,48 1,40 1,20 14,00 9,07
1,38 0,83 144,83 8,85 18,05 1,54 1,46 1,23 14,43 8,36
Beleggingen Algemeen De beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde. Slechts indien de reële waarde van een belegging niet betrouwbaar kan worden vastgesteld vindt waardering plaats op rekenmodellen. Participaties in beleggingsinstellingen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen van dat soort beleggingen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 48
Reële waarde De beleggingen van het fonds worden gewaardeerd tegen de reële waarde per balansdatum. Voor de meerderheid van de financiële instrumenten van het fonds kan gebruik worden gemaakt van genoteerde marktprijzen. Derivaten worden gewaardeerd door gebruik te maken van netto contante waardeberekeningen. Bepaalde instrumenten, zoals participaties in beleggingsfondsen worden gewaardeerd door gebruik te maken van de intrinsieke waarde. Het is gebruikelijk en mogelijk om de reële waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Slechts indien de reële waarde van een beleggingen niet betrouwbaar kan worden vastgesteld, vindt waardering plaats op basis van geamortiseerde kostprijs. Voor financiële instrumenten zoals beleggingsvorderingen en -schulden geldt dat de boekwaarde de reële waarde benadert als gevolg van het korte termijn karakter van de vorderingen en schulden. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de reële waarde. Vastgoedbeleggingen De (niet-beursgenoteerde, indirecte) vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde welke is bepaald op basis van de door de vermogensbeheerder van het fonds afgegevens intrinsieke waarde, zijnde een benadering van de actuele waarde. Aandelen Aandelen worden gewaardeerd tegen reële waarde. Voor beursgenoteerde aandelen is dit de beurswaarde. Voor niet beursgenoteerde participaties in aandelenfondsen is dit de intrinsieke waarde, die de reële waarde van de onderliggende beleggingen representeert. Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers, verhoogd met lopende intrest. Niet aan de beurs genoteerde fondsen zijn gewaardeerd tegen de reële waarde op basis van de door de vermogensbeheerder van het fonds laatste afgegeven intrinsieke waarde. Derivaten Derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde, te weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Derivaatcontracten met een negatieve waarde worden in de balans onder de overige schulden en overlopende passiva verantwoord. Overige beleggingen Onder overige beleggingen worden opgenomen die beleggingen die niet als een van de hiervoor opgesomde beleggingen geclassificeerd kunnen worden, dit zijn de hedge funds. Tevens worden onder de overige beleggingen opgenomen nog af te wikkelen beleggingstransacties en liquide middelen die beheerd worden door de vermogensbeheerder. De overige beleggingen worden gewaardeerd tegen intrinsieke waarde zijnde een benadering van de marktwaarde. De liquide middelen, beleggingsvorderingen en schulden worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd.
Vorderingen en overlopende activa Vorderingen worden opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 49
Overige activa Onder meer worden hieronder de liquide middelen opgenomen voor zover dit banktegoeden betreft welke onmiddellijk opeisbaar zijn. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Zij worden onderscheiden van tegoeden in verband met beleggingstransacties. Liquide middelen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de beleggingen. Stichtingskapitaal en reserves Solvabiliteitsreserve De solvabiliteitsreserve houdt rekening met de financiële positie en de aard en omvang van de risico’s die het fonds loopt. Deze reserve is bedoeld voor het opvangen van de verzekeringstechnische risico’s en beleggingsrisico’s. De solvabiliteitsreserve is gerelateerd aan de grens van het vereist eigen vermogen dat wordt bepaald onder de solvabiliteitseisen. Het jaarresultaat zal toegevoegd of onttrokken worden aan de solvabiliteitsreserve zolang het vereist eigen vermogen niet bereikt is. Vrije reserve De vrije reserve geeft het deel van de reserve weer dat boven de grens ligt van het vereist eigen vermogen. Deze reserve is bestemd voor het waarborgen van een structurele gezonde financiële positie en deze is bestemd, daar waar het bestuur (jaarlijks) besluit, voor het waarborgen van eventuele toekomstige toeslagen. Het totale jaarlijkse resultaat wordt na aftrek van de benodigde toevoeging aan de solvabiliteitsreserve toegevoegd aan de vrije reserve.
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds De voorziening pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (toezeggingen tot) toeslagen. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor de toezichthouder acceptabele grondslagen, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen per 31 december 2014: Rekenrente De door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur ultimo boekjaar. Overlevingsgrondslagen Prognosetafel AG2014 (2013: Conform de AG Prognosetafel 2012-2062, startjaar 2014), met toepassing van leeftijds- en geslachtsafhankelijke correctiefactoren die zijn gebaseerd op Mercer inkomensklasse 'Hoog' volgens het Mercer-model 2012 en zijn afgeleid van de door het CBS gepubliceerde levensverwachting naar inkomensklasse. Leeftijdsverschil man-vrouw Om de voorziening te berekenen wordt de man verondersteld drie jaar ouder te zijn dan de vrouw. Excasso voorziening In de technische voorzieningen is een excasso voorziening opgenomen van 2,5% (2013: 1,5%). Latent wezenpensioen De technische voorziening voor het latente wezenpensioen bedraagt 5% van de technische voorziening voor het latente partnerpensioen van de actieve en gewezen deelnemers.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 50
Overige technische voorzieningen Voorziening Invaliditeitsrisico's De voorziening invaliditeitsrisico’s is een voorziening voor de dekking van het premievrijstellingsrisico bij arbeidsongeschiktheid en de verzekering van het arbeidsongeschiktheidspensioen. Bij invalidering van een deelnemer wordt de contante waarde van de premievrijstelling en het arbeidsongeschiktheidspensioen aan deze voorziening onttrokken en toegevoegd aan de voorziening pensioenverplichtingen. De voorziening invaliditeitsrisico is gemaximeerd op 5% van de totale loonsom. Overige schulden en overlopende passiva Overige schulden en overlopende passiva worden bij de eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na de eerste verwerking worden schulden gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten). Dekkingsgraad De (nominale) dekkingsgraad van het fonds wordt berekend door op balansdatum het balanstotaal minus de kortlopende schulden te delen op de technische voorzieningen zoals opgenomen in de balans.
GRONDSLAGEN VOOR DE RESULTAATBEPALING Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. De in de staat van baten en lasten opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen en de voorzieningen pensioenverplichtingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat. Premiebijdragen van (werkgevers en werknemers) Onder premiebijdragen wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen onder aftrek van kortingen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Beleggingsresultaten (In)directe beleggingsresultaten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Indirecte beleggingsopbrengsten Onder de indirecte beleggingsopbrengsten worden verstaan de gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen en valutaresultaten. In de jaarrekening wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waarde-veranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als indirecte beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. Aankoopkosten zijn verwerkt in de reële waarde van de beleggingen. Verkoopkosten worden verantwoord als onderdeel van de gerealiseerde herwaarderingen. Directe beleggingsopbrengsten Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt in dit verband verstaan rentebaten en -lasten, dividenden, huuropbrengsten en soortgelijke opbrengsten. Dividend wordt verantwoord op het moment van betaalbaarstelling.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 51
Kosten van vermogensbeheer Onder kosten van vermogensbeheer worden de externe en de daaraan toegerekende interne kosten verstaan. Verrekening van kosten Met de directe en indirecte beleggingsopbrengsten zijn verrekend de aan de opbrengsten gerelateerde transactiekosten, provisies, valutaverschillen e.d. Pensioenuitkeringen De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen zijn berekend op actuariële grondslagen en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Pensioenuitvoeringskosten De pensioenuitvoeringskosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Saldo overdrachten van rechten risico pensioenfonds De post saldo overdrachten van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen. Premies herverzekering Het fonds heeft een deel van het kortlevenrisico herverzekerd bij een verzekeringsmaatschappij. Het kortlevenrisico (ook wel overlijdensrisico genoemd) betreft het risico dat de totale schade (in de vorm van nieuw uit te keren nabestaandenpensioenen en wezenpensioenen) als gevolg van het overlijden van deelnemers meer bedraagt dan de verwachte schade, uitgaande van de overlevingsgrondslagen van het fonds. Het fonds heeft een deel van het overlijdensrisico door middel van een zogenaamd stop-loss contract herverzekerd bij een verzekeringsmaatschappij. Conform het herverzekeringscontract dekt de verzekeringsmaatschappij de schade die uitkomt boven een bepaalde grens (eigen behoud). Tot die grens is de schade voor rekening van het fonds. De grens is vastgesteld op 200% van de verwachte schade. Overige baten De overige baten worden opgenomen voor de aan het verslagjaar toe te rekenen bedragen. Overige lasten De overige baten en lasten worden opgenomen voor de aan het verslagjaar toe te rekenen bedragen.
GRONDSLAGEN KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht is conform de directe methode opgesteld. Er is onderscheid gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en beleggingsactiviteiten.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 52
5
TOELICHTING OP DE BALANS
(x € 1.000)
ACTIVA 1. Beleggingen voor risico fonds Verloopoverzicht per beleggingscategorie Vastgoed beleggingen
Aandelen
Vastrentende waarden
Derivaten
Overige beleggingen
Totaal
Stand per 1 januari 2014 Aankopen Verkopen Overige mutaties Waardemutaties
34.163 -898 -1.386
92.619 117.460 -88.213 16.276
252.491 495.952 -466.737 -1.290 26.187
3.766 11.782 -1.397 19.803
21.226 -59 -7.264 18
404.265 613.412 -544.125 -9.951 60.898
Stand per 31 december 2014
31.879
138.142
306.603
33.954
13.921
524.499
Bij: Derivaten met een negatieve waarde
3.577 528.076
Vastgoed beleggingen
Aandelen
Vastrentende waarden
Derivaten
Overige beleggingen
Totaal
Stand per 1 januari 2013 Aankopen Verkopen Overige mutaties Waardemutaties
35.932 -1.769
80.925 20.319 -12.075 -331 3.781
270.665 195.546 -195.415 -979 -17.326
1.594 41 -7.317 9.448
15.022 -134 6.344 -6
404.138 215.906 -214.941 5.034 -5.872
Stand per 31 december 2013
34.163
92.619
252.491
3.766
21.226
404.265
Bij: Derivaten met een negatieve waarde
90 404.355
Negatieve derivatenposities worden opgenomen onder de overige schulden en overlopende passiva. Het pensioenfonds belegt niet in ondernemingen van Kuwait Petroleum Corporation.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 53
Securities lending Het fonds stelt een deel van de obligatiebeleggingen beschikbaar voor het in bruikleen geven van effecten. Het fonds behoudt het economisch eigendom. Per balansdatum is een bedrag van € 7,6 miljoen (2013: € 32,0 miljoen) aan vastrentende waarden uitgeleend. Er is een waarborg in de vorm van aandelen ontvangen die een waarde vertegenwoordigt van € 7,9 miljoen (2013: € 33,6 miljoen). Reële waarde De waardering van de beleggingen vindt plaats tegen reële waarde. Afgezien van de beleggingsvorderingen en -schulden zijn de beleggingen van het fonds gewaardeerd tegen reële waarde per balansdatum. Het is over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de reële waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de reële waarde. Voor het bepalen van de reële waarde van de financiële instrumenten van het fonds kan gebruik worden gemaakt van marktnoteringen. Echter, bepaalde financiële instrumenten, zoals bijvoorbeeld derivaten zijn gewaardeerd door middel van gebruikmaking van waarderingsmodellen en -technieken, inclusief verwijzing naar de huidige reële waarde van vergelijkbare instrumenten. Directe marktnotering: De waarde van de belegging is gebaseerd op direct waarneembare marktnoteringen van identieke beleggingen in een actieve markt. Afgeleide marktnotering: Actuele waarde wordt vastgesteld aan de hand van waarderingsmodellen waarin gebruik is gemaakt van waarneembare marktdata. Waarderingsmodellen en -technieken: De waarde wordt vastgesteld met waarderingsmodellen waarin geen gebruik is gemaakt van waarneembare marktdata. Op basis van deze indeling kan het volgende onderscheid worden gemaakt: Directe marktnotering
Afgeleide marktnotering
Waarderingsmodellen en technieken
Totaal
Per 31 december 2014 Vastgoed beleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
35.990 13.618
22.613 270.613 33.954 -
31.879 115.529 303
31.879 138.142 306.603 33.954 13.921
Totaal
49.608
327.180
147.711
524.499
Vastgoed beleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
112.687 20.883
92.619 139.804 3.766 -
34.163 343
34.163 92.619 252.491 3.766 21.226
Totaal
133.570
236.189
34.506
404.265
Per 31 december 2013
Vastgoedbeleggingen De vastgoed beleggingen betreffen participaties in beleggingsinstellingen van de vermogensbeheerder. Per balansdatum zijn geen participaties uitgeleend.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 54
Aandelen 31-12-2014
31-12-2013 In %
In %
Specificatie naar sector: Basismaterialen Communicatie diensten Cyclische consumptiegoederen Defensieve consumptiegoederen Gezondheidszorg Vastgoed Energie Financiele dienstverlening Industrie Nutsbedrijven Technologie
7.958 6.469 16.303 13.096 14.938 4.358 12.363 29.887 12.281 3.812 16.677
5,8 4,7 11,8 9,5 10,8 3,2 8,8 21,6 8,9 2,8 12,1
10.426 4.656 5.114 12.071 12.085 2.395 9.327 17.997 9.839 8.709
11,3 5,0 5,5 13,0 13,1 2,6 10,1 19,4 10,6 9,4
138.142
100,0
92.619
100,0
Per balansdatum zijn geen participaties uitgeleend.
Derivaten Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruikgemaakt van financiële derivaten. Als hoofdregel geldt dat derivaten uitsluitend worden gebruikt voor zover dit passend is binnen het algemene beleggingsbeleid. De portefeuillestructuur en het risicoprofiel, berekend inclusief de economische effecten van derivaten, dienen zich binnen de door het bestuur vastgestelde grenzen (limieten) te bevinden. Het fonds gebruikt derivaten voornamelijk om het valutarisico en het renterisico af te dekken. Eén van de belangrijkste risico's bij derivaten is het kredietrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Kasbank is de enige tegenpartij. Als onderpand worden staatsobligaties gebruikt. Het fonds maakt gebruik van de volgende instrumenten: Valutatermijncontracten: dit zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt t aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Een groot gedeelte van de valutatermijncontracten wordt gebruikt om de valutarisico’s af te dekken. Renteswaps: dit betreft met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het t uitwisselen van rentebetalingen over een nominale hoofdsom waarbij langetermijnrente wordt ontvangen en kortetermijnrente wordt betaald. Het bestuur heeft in 2014 in twee stappen de rente risico afdekking verhoogd van 20% naar 75%. Dit gezien het ECB beleid dat sinds juni er duidelijk naar streeft de inflatie weer naar 2% te brengen. Dit gebeurt door opkopen van staatobligaties en het verlagen van de rente.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 55
Onderstaande tabel geeft inzicht in de contractomvang van de derivaten en de reële waarde per 31 december 2014: Type contract
Forward EUR-GBP Forward EUR-CAD Forward EUR-USD Forward EUR-AUD Interest Rate Swaps
Contractomvang
21.968 53.537 84.064 40.900 253.000
Activa
Passiva
231 227 568 36.505
163 234 2.545 635 -
37.531
3.577
De valutatermijncontracten die op de balansdatum openstaan, hebben uitsluitend als doel het afdekken van het valutarisico. Deze contracten kunnen op ieder moment worden aangepast. De derivaten in de beleggingsfondsen zijn niet in de bovenstaande tabel opgenomen. De actuele waarde is de waarde als het contract ultimo jaar zou worden verkocht of teruggedraaid. De onder de passiva opgenomen derivatenposities zijn verwerkt onder de overige schulden en overlopende passiva. Onderstaande tabel geeft inzicht in de contractomvang van de derivaten en de reële waarde per 31 december 2013: Type contract
Forward EUR-NOK Forward EUR-GBP Forward EUR-CAD Forward EUR-USD Forward EUR-AUD
Contractomvang
26.339 9.906 22.344 55.168 25.224
Activa
Passiva
48 830 1.442 1.536
90 -
3.856
90
31-12-2014
31-12-2013
Overige beleggingen Hedge funds Liquide middelen Beleggingsdebiteuren en -crediteuren
303 13.587 31
342 20.852 32
13.921
21.226
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 56
31-12-2014
31-12-2013
2. Vorderingen en overlopende activa Vordering op werkgevers Waardeoverdrachten Nog te ontvangen bijstorting door werkgever *
332 3 4.436
5 -
4.771
5
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. * De verhoogde excasso voorziening is in de eindevaluatie van het herstelplan meegenomen. Dit betreft een bedrag van € 4,4 miljoen. In overleg met de werkgevers is in 2015 een arbitrage gestart. Naar mening van het fonds is de vordering op de werkgever ad € 4,4 miljoen courant. 3. Overige activa De liquide middelen betreffen banken in rekening-courant. Bankrekeningen die beheerd worden door vermogensbeheerders zijn opgenomen onder de overige beleggingen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 57
PASSIVA 4. Stichtingskapitaal en reserves Mutatieoverzicht eigen vermogen Solvabiliteitsreserve
Stand per 1 januari 2014 Saldo van baten en lasten
-12.111 50.154
Stand per 31 december 2014
38.043 Solvabiliteitsreserve
Stand per 1 januari 2013 Saldo van baten en lasten
-27.734 15.623
Stand per 31 december 2013
-12.111
De solvabiliteitsreserve wordt gerelateerd aan de grens van het vereist eigen vermogen. Het meerdere boven deze grens wordt toegevoegd aan de vrije reserve. Het vereist eigen vermogen bedraagt 111,7%. Daarom is de vrije reserve nihil. 31-12-2014
31-12-2013 In %
In %
Solvabiliteit Aanwezig vermogen Af: technische voorziening
529.847 491.804
107,7 100,0
405.776 417.887
97,1 100,0
Eigen vermogen Af: vereist eigen vermogen
38.043 57.663
7,7 11,7
-12.111 72.233
-2,9 17,3
-19.620
-4,0
-84.344
-20,2
20.818
4,2
17.596
4,2
Vrij vermogen Minimaal vereist eigen vermogen Dekkingsgraad
107,7
97,1
Het verloop van de nominale dekkingsgraad kan als volgt worden gespecificeerd: 2014
2013
%
%
Dekkingsgraad per 1 januari M1 Premie M2 Uitkeringen M3 Toeslagen M4 RTS M5 Rendement M6 Overigen
97,1 15,7 -0,1 -15,5 15,0 -4,5
93,6 1,7 -0,3 2,9 -0,4 -0,4
Dekkingsgraad per 31 december
107,7
97,1
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 58
Herstelplan Het korte termijn herstelplan is op 31 juli 2014 afgesloten. 5. Technische voorzieningen
Pensioenverplichting
Overige technische voorzieningen
Totaal
Stand per 1 januari 2013 Mutatie technische voorzieningen
431.174 -15.250
1.846 117
433.020 -15.133
Stand per 31 december 2013 Mutatie technische voorzieningen
415.924 73.935
1.963 -18
417.887 73.917
Stand per 31 december 2014
489.859
1.945
491.804
Mutatie technische voorzieningen 2014
Pensioenopbouw Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Wijziging marktrente Wijziging overige actuariële uitgangspunten Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen Mutatie boekjaar
2013
8.513 1.563 -16.792 -136 -39 79.289 3.523 -1.986
12.178 1.512 -16.935 -75 -12.826 884 12
73.935
-15.250
Voor de toelichting op de verschillende posten wordt verwezen naar de toelichting in de staat van baten en lasten.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 59
Specificatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds: 31-12-2014
31-12-2013
Aantal Actieve deelnemers Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden
Aantal 545 400 803
178.895 52.027 258.937
568 384 803
140.095 38.877 236.952
1.748
489.859
1.755
415.924
De methode voor de berekening van de pensioenverplichtingen is zodanig toegepast dat er geen sprake is van een financieringsachterstand. Dit betekent dat alle opgebouwde aanspraken zijn opgenomen in de technische voorzieningen. Naar hun aard hebben de technische voorzieningen in het algemeen een langlopend karakter. Overige technische voorzieningen Invaliditeitsrisico Stand per 1 januari 2013 Overige mutaties
1.846 117
Stand per 31 december 2013 Overige mutaties
1.963 -18
Stand per 31 december 2014
1.945
Korte beschrijving van de pensioenregeling Sinds 2006 kende het fonds drie reglementen. Pensioenreglement I is per eind 2013 gesloten, toen de laatste deelnemer in deze regeling met pensioen ging. Pensioenreglement II is per eind 2008 gesloten. De laatste deelnemer in deze regeling is in dat jaar met pensioen gegaan. Pensioenreglement III is de huidige regeling waarin alle nieuwe werknemers toetreden. Alle reglementen hebben of hadden betrekking op eindloonregelingen. Reglement I: De deelnemers in reglement I waren op 31 december 2005 al deelnemer en zijn geboren vóór 1 januari 1950. Binnen deze regeling bouwen de deelnemers een levenslang ouderdomspensioen op en een tijdelijk ouderdomspensioen tot 65 jaar, beiden ingaand op 60-jarige leeftijd. Daarnaast bouwen de deelnemers partnerpensioen op. De som van het levenslang en het tijdelijk ouderdomspensioen is gelijk aan 70% van het laatst verdiende salaris plus compensatie voor de premies volksverzekering tussen 60 en 65 jaar, dus onafhankelijk van de diensttijd. In deze regeling vindt geen toetreding meer plaats. Reglement III: Alle actieve deelnemers die op 31 december 2005 deelnemer waren in het toen geldende reglement I of II en die geboren waren na 31 december 1949 zijn overgegaan naar reglement III. De pensioenleeftijd van reglement III is 65 jaar. De op 31 december 2005 opgebouwde rechten op een uitkering tussen 60 en 65 jaar zijn per 31 december 2005 premievrij gemaakt en na instemming van de deelnemer omgezet in premievrije rechten op 65 jaar. De regeling kent een lagere franchise dan de twee voorgaande regelingen. Alle nieuwe toetredingen vinden plaats in reglement III. Per 1 januari 2014 is de regeling aangepast, om te blijven voldoen aan de door de fiscus gestelde voorwaarden voor een eindloonregeling. De aanpassing heeft betrekking op een verlaging van het opbouwpercentage van 2,0% naar 1,9% en een verhoging van de pensioenleeftijd van 65 jaar naar 67 jaar. Deze regeling geldt in principe alleen voor de opbouw in 2014.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 60
De werkgevers hebben een voorwaardelijke pensioentoezegging gedaan aan de deelnemers in pensioenreglement III die op 31 december 2005 deelnemer waren in pensioenreglement I of II. De toezegging omvat een voorwaardelijk recht op ouderdomspensioen over de verstreken deelnemerstijd inclusief de extra deelnemerstijd, die uit een inkomende waardeoverdracht is toegekend. Het toegekende voorwaardelijk ouderdomspensioen wordt berekend over het verschil in franchise van de vorige regeling waarin de deelnemer rechten had opgebouwd en de franchise van pensioenreglement III, voor beide franchises geldt het bedrag per 31 december 2005. De rechten worden omgezet van een voorwaardelijk naar een onvoorwaardelijk recht op de pensioendatum, doch uiterlijk 31 december 2020. Bij ontslag voor 1 januari 2021 vervalt de aanspraak op het voorwaardelijk ouderdomspensioen. De werkgevers hebben zich bereid verklaard de benodigde koopsom op het moment van de onvoorwaardelijke toekenning aan het fonds te zullen betalen. Om deze reden is de voorwaardelijke toezegging niet opgenomen in de technische voorziening van het fonds, noch heeft het fonds dus voor deze koopsom een reservering opgenomen. Vanaf 1 januari 2015 gaat Pensioenreglement 2015 in werking en wel voor alle deelnemers van het fonds. In dit pensioenreglement zijn de afspraken van het Hoofdlijnenakkoord pensioenregeling 2015 verwerkt. Verder zijn aanpassingen gemaakt in lijn met gewijzigde wetgeving. Hierdoor wordt rekening gehouden met de bewegende AOW leeftijd, mogelijke leeftijdsdiscriminatie en een aanpassing in de wet verevening pensioen bij echtscheiding. Toeslagverlening Op de pensioenrechten van gepensioneerden en de pensioenaanspraken van gewezen deelnemers wordt jaarlijks een toeslag verleend van maximaal het afgeleide Consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens en op de premievrije aanspraken van actieve deelnemers uit een vorig reglement wordt jaarlijks een toeslag verleend van maximaal het indexcijfer voor cao-lonen voor particuliere bedrijven. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd. Op grond van de financiële situatie van het fonds is in 2014 geen toeslag verleend. 31-12-2014
31-12-2013
6. Overige schulden en overlopende passiva Derivaten met negatieve waarde Uitkeringen Herverzekeringsmaatschappij Reservering omzetbelasting Loonheffing en premie zorgverzekering Vooruitontvangen koopsommen Te betalen kosten
3.577 33 28 15 412 20 519
90 31 957 30 424 50 211
4.604
1.793
In 2013 heeft de herverzekeraar ten onrechte een bedrag van 931 aan het pensioenfonds uitgekeerd. Dit bedrag is per 31 december 2013 opgenomen onder de schulden aan de herverzekeringsmaatschappij en is in 2014 terugbetaald. Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 61
Risicobeheer en derivaten Solvabiliteitsrisico Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico's. De belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. Het belangrijkste risico voor het fonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd.
31-12-2014
31-12-2013
Het surplus/tekort op FTK-grondslagen is als volgt: Technische voorziening (FTK-waardering) Buffers: S1 Renterisico S2 Risico zakelijke waarden S3 Valutarisico S4 Grondstoffenrisico S5 Kredietrisico S6 Verzekeringstechnisch risico S7 Liquiditeitsrisico S8 Concentratierisico S9 Operationeel risico en uitbestedingsrisico S10 Actief beheerrisico Diversificatie effect
491.804
417.887
875 43.935 27.566 8.461 15.575 3.844 -44.395
36.798 39.348 16.370 7.456 12.973 10.991 -51.703
55.861
72.233
Vereist vermogen Aanwezig vermogen
547.665 529.847
490.120 405.776
Tekort
-17.818
-84.344
Vereist eigen vermogen (vereiste buffers, artikel 132 Pensioenwet)
Het liquiditeitsrisico (S7), concentratierisico (S8) en operationele risico (S9) zijn op nihil gewaardeerd. Bij de berekening van de buffers past het pensioenfonds de standaardmethode toe aangevuld met het (beperkt) actief beheer. Bij de vaststelling van het vereist eigen vermogen is uitgegaan van de feitelijke beleggingen ultimo 2014. De feitelijke beleggingen leiden tot een hoger vereist eigen vermogen dan het strategische beleid ultimo 2014.
Beleid en risicobeheer Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van deze risico's. Deze beleidsinstrumenten betreffen: - beleggingsbeleid - premiebeleid - herverzekeringsbeleid - toeslagbeleid.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 62
De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij wordt onder meer gebruikgemaakt van ALMstudies. Een ALM-studie is een analyse van de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario's. De uitkomsten van deze analyses vinden hun weerslag in jaarlijks door het bestuur vast te stellen beleggingsrichtlijnen als basis voor het uit te voeren beleggingsbeleid. De beleggingsrichtlijnen geven normen en limieten aan waarbinnen de uitvoering van het beleggingsbeleid moet plaatsvinden. Ze zijn gericht op het beheersen van de volgende belangrijkste (beleggings)risico’s. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van derivaten. Marktrisico's (S1 - S4) Het marktrisico omvat het renterisico, het prijs(koers)risico en het valutarisico. Marktrisico omvat de mogelijkheden voor winst of verlies en door een verandering van marktfactoren. Marktfactoren kunnen bijvoorbeeld marktprijzen zijn van aandelen, grondstoffen, vastgoed en private equity (prijsrisico), maar ook valutakoersen (valutarisico) of rentes (renterisico). De strategie van het fonds met betrekking tot het beleggingsrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen. Het marktrisico wordt op dagelijkse basis beheerst in overeenstemming met de aanwezige beleidskaders en richtlijnen. De overallmarktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur. De mate waarin de beleggingsportefeuille van het fonds gevoelig is voor het prijs- en renterisico is in de volgende alinea weergegeven, vervolgens worden de risico's die het fonds loopt nader toegelicht. Renterisico (S1) Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen wijzigen als gevolg van veranderingen in de marktrente. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration geeft aan hoeveel procent bij benadering de reële waarde van een belegging of verplichting verandert bij een parallelle verschuiving van de rentecurve. Een hoge duration geeft een hoge gevoeligheid voor veranderingen in de rente weer. 31-12-2014 Balanswaarde
Duration van de vastrentende waarden (excl. derivaten) Duration van de vastrentende waarden (incl. derivaten) op UFR Technische voorziening (FTK-waardering)
31-12-2013
Duration
Balanswaarde
Duration
306.603
6,1
252.491
5,1
340.557 491.804
23,7 17,1
256.257 417.887
4,8 15,8
Op balansdatum is de duration van de beleggingen lager dan de duration van de verplichtingen. Er is derhalve sprake van een zogenaamde “duration-mismatch”. Dit betekent dat bij een rentestijging de waarde van beleggingen minder snel daalt dan de waarde van de verplichtingen. De dekkingsgraad zal dan stijgen. Bij een rentedaling zal de waarde van de beleggingen minder snel stijgen dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad daalt. De beoogde afdekking van het renterisico wordt, afhankelijk van de financiële positie van het fonds en van eventuele externe factoren (zoals rentevooruitzichten), elke bestuursvergadering door het bestuur vastgesteld. Het bestuur heeft gedurende 2014 besloten het renterisico af te dekken om, gezien de lage stand van de rente, de mogelijkheid open te houden te profiteren van een mogelijke stijging van de rente. Doordat in 2014 de rente per saldo is gedaald, nam de pensioenvoorziening daarom toe.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 63
De samenstelling van de vastrentende waarden naar looptijd is als volgt: 31-12-2014
31-12-2013 in %
Resterende looptijd > 1 en < 5 jaar Resterende looptijd > 5 jaar
in %
125.348 181.255
40,9 59,1
38.510 213.981
15,3 84,7
306.603
100,0
252.491
100,0
Prijsrisico Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling van marktprijzen, die wordt veroorzaakt door factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Omdat alle beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk in het saldo van baten en lasten worden verwerkt, zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat. Het prijsrisico wordt gemitigeerd door diversificatie. 31-12-2014
31-12-2013 In %
In %
Specificatie vastgoed beleggingen naar sector: Kantoren Winkels Participaties in vastgoedmaatschappijen
9.497 14.644 7.738
29,8 45,9 24,3
34.163
100,0
31.879
100,0
34.163
100,0
24.456 7.423
76,7 23,3
25.326 8.837
74,1 25,9
31.879
100,0
34.163
100,0
122.636 15.506
88,8 11,2
68.220 24.399
73,7 26,3
138.142
100,0
92.619
100,0
12.744 1.821 23.001 8.419 72.971 4.257 14.929
9,2 1,3 16,7 6,1 52,8 3,1 10,8
7.691 7.080 17.601 13.142 24.272 14.286 8.547
8,3 7,6 19,0 14,2 26,2 15,4 9,3
138.142
100,0
92.619
100,0
Specificatie vastgoed beleggingen naar regio: Europe EU Europe Non EU
Specificatie aandelen naar markten: Mature markets Emerging markets
Specificatie aandelen naar regio: Asia Central & South America Europe EU Europe Non EU North America Other Pacific
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 64
Valutarisico (S3) Het valutarisico betreft het risico op buiten de euro belegde bedragen. Ultimo 2014 betreft dit voor afdekking 191,6 mln. De belangrijkste valuta daarin zijn USD, GBP en JPY. De beleggingen in vreemde valuta kunnen per categorie als volgt worden gespecificeerd: 31-12-2014
Vastgoed beleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
31-12-2013
10.003 124.771 56.843 -86.605 -
8.922 89.985 107.297 -135.172 3.722
105.012
74.754
De vreemde valutapositie voor en na afdekking door valutaderivaten is als volgt weer te geven: Positie voor afdekking
GBP USD JPY TWD BRL CHF MYR SEK HKD NOK MXN ZAR KRW AUD CAD Overige
Valutaderivaten
Netto-positie na Netto-positie na afdekking 2014 afdekking 2013
9.999 103.181 9.223 1.035 4.734 4.099 2.403 6.609 4.267 2.790 5.324 3.887 1.328 3.262 4.604 24.872
-86.605 -
9.999 16.576 9.223 1.035 4.734 4.099 2.403 6.609 4.267 2.790 5.324 3.887 1.328 3.262 4.604 24.872
4.181 12.461 3.378 5.474 -2.403 -552 898 51.317
191.617
-86.605
105.012
74.754
De valutaderivaten voor hedging doeleinden zijn in dit overzicht opgenomen. De post 'Overige' bestaat eind 2014 uit 17 (2013: 18) valuta’s met een gemiddelde positie van 1,5 mln (2013: 0,8 mln).
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 65
Kredietrisico (S5) Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito's worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor het fonds financiële verliezen lijdt. Beheersing vindt plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft jegens het fonds; het vragen van extra zekerheden zoals onderpand en dergelijke bij hypothecaire geldleningen en het uitlenen van effecten; het hanteren van prudente verstrekkingnormen bij hypothecaire geld-leningen. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het fonds enkel belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. 31-12-2014
31-12-2013 In %
In %
Specificatie vastrentende waarden naar soort: Staatsobligaties Inflation linked bonds Bedrijfsobligaties Euro (Credit funds) Obligatiebeleggingsfondsen Geldmiddelen
236.796 67.213 2.594
77,2 21,9 0,9
77.603 35.084 139.804 -
30,7 13,9 55,4 -
306.603
100,0
252.491
100,0
227.987 25.966 5.458 2.773 15.570 9.925 18.924
74,4 8,5 1,8 0,9 5,1 3,2 6,1
136.590 29.641 27.650 26.360 5.952 4.827 21.471
54,1 11,7 11,0 10,4 2,4 1,9 8,5
306.603
100,0
252.491
100,0
Specificatie vastrentende waarden naar regio: Europa EU Noord-Amerika Europa niet-EU Pacific Centraal/Zuid Amerika Azië Overig
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 66
Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht worden gegeven: 31-12-2014
31-12-2013 In %
AAA AA A BBB lager dan BBB Geen rating
In %
70.968 74.414 28.935 87.956 19.051 25.279
23,2 24,3 9,4 28,7 6,2 8,2
86.560 47.288 24.633 71.285 18.151 4.574
34,3 18,7 9,8 28,2 7,2 1,8
306.603
100,0
252.491
100,0
In 2014 hebben kleine verschuivingen in kredietwaardigheid plaatsgevonden. Het aandeel in de categorie ‘AAA’ is afgenomen van 34,3% naar 23,2%, terwijl zowel de categorie ‘AA’ (van 18,7% naar 24,3%) als de categorie ‘Geen rating’ (van 1,8% naar 8,2%) zijn gestegen. De oorzaak van deze verschuivingen kan verklaard worden door verandering van de beleggingsportefeuille. Verzekeringtechnische risico (S6) De belangrijkste risico's zijn het langlevenrisico en het kortlevenrisico. Langlevenrisico Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de technische voorziening. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen niet voor de uitkering van de pensioenverplichting. Kortlevenrisico Het kortlevenrisico (ook wel overlijdensrisico genoemd) betreft het risico dat de totale schade (in de vorm van nieuw uit te keren nabestaandenpensioenen en wezenpensioenen) als gevolg van het overlijden van deelnemers meer bedraagt dan de verwachte schade, uitgaande van de overlevingsgrondslagen van het fonds. Het fonds heeft een deel van het overlijdensrisico door middel van een zogenaamd stop-loss contract herverzekerd bij Aegon. Conform het herverzekeringscontract dekt de verzekeringsmaatschappij de schade die uitkomt boven een bepaalde grens (eigen behoud). Tot die grens is de schade voor rekening van het fonds. De grens is vastgesteld op 200% van de verwachte schade. Liquiditeitsrisico (S7) Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen. Hierdoor kan het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico wordt beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities. Er wordt eveneens rekening gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. Inzake het liquiditeitsrisico wordt vermeld dat het fonds in haar beleggingsportefeuille over voldoende obligaties beschikt die onmiddellijk zonder waardeverlies te gelde kunnen worden gemaakt om eventuele onvoorziene uitstroom van geldmiddelen te financieren.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 67
Concentratierisico (S8) Grote posten zijn aan te duiden als een vorm van concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen, moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden gesommeerd. Als grote post wordt aangemerkt elke post die meer dan 2% van het balanstotaal uitmaakt. Concentratierisico is gemeten naar concentratie van een land of bij een tegenpartij. Overige niet-financiële risico's Operationeel risico en uitbestedingsrisico (S9) Het operationeel risico is het risico op de onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico's worden door het fonds beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles, kwaliteit geautomatiseerde systemen enzovoorts. Dit risico wordt gemitigeerd doordat het pensioenfonds een SLA met de uitvoerders heeft opgesteld waar het bestuur actief op stuurt. Het bestuur stelt zich jaarlijks op de hoogte van de risico's door de bestudering van de ISAE3402 type II-rapportage van de uitvoeringsorganisatie. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het fonds niet beheersbaar. Actief beheerrisico (S10) Onder actief beheer wordt verstaan het innemen van afwijkende posities ten opzichte van de strategische portefeuilles. De mate van actief beheer wordt doorgaans bepaald aan de hand van een tracking error. Deze tracking error meet de mate van afwijking tussen het rendement van een beleggingsportefeuille en het rendement op een benchmark portefeuille. Een lage tracking error impliceert dat het feitelijke rendement dicht bij de gekozen benchmark ligt, terwijl een hoge tracking error aangeeft dat het rendement duidelijk van de benchmark afwijkt. Een hogere tracking error impliceert daarmee een hogere mate van actiefbeheerrisico. In 2014 heeft het fonds haar beleid gewijzigd en belegd voor aandelen en vastrentend passief. Er wordt nog steeds actief belegd in emerging markets. Het vereist eigen vermogen stijgt met 0,1%-punt (2013: 0,7%-punt) wanneer rekening met het actiefbeheerrisico wordt gehouden.
Verbonden partijen Identiteit van verbonden partijen Er is sprake van een relatie tussen het fonds en de aangesloten ondernemingen en hun bestuurders. Transacties met bestuurders De bezoldiging van de bestuurders is in de jaarrekening toegelicht. Er zijn geen leningen verstrekt aan, noch is er sprake van vorderingen op, (voormalige) bestuurders.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 68
Overige transacties met verbonden partijen De geldende uitvoeringsovereenkomst en de daarbij behorende financieringsovereenkomst tussen fonds en werkgevers zijn onverminderd van kracht. Behoudens eventuele tussentijdse wijzigingen zullen deze overeenkomsten gelden tot en met 31 december 2014. Vanaf 1 januari 2015 zal een nieuwe uitvoeringsovereenkomst gelden zoals overeengekomen in het Hoofdlijnenakkoord pensioenregeling 2015.
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Langlopende contractuele verplichtingen Per 1 januari 2013 heeft het fonds een uitbestedingsovereenkomst voor de pensioenadministratie met een serviceorganisatie verlengd voor een periode van 3 jaar. De jaarlijks te betalen vergoeding bedraagt 250 (2013: 250). De toekomstige verplichting die hieruit voortvloeit is 250. Collateral Het fonds heeft eind 2014 € 35,8 miljoen aan onderpand ontvangen in de vorm van (staat) obligaties als gevolg van positieve waardeontwikkeling van de derivaten. Het ontvangen onderpand staat niet ter vrije beschikking.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 69
6
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
(in duizenden euro's) 2014
2013
7. Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers) risico pensioenfonds Premiebijdragen van werkgevers Premiebijdragen van werknemers Extra premiebijdragen werkgever uit hoofde van herstelplan Eenmalige koopsommen FVP-koopsommen
16.340 1.298 58.383 452 3
16.491 1.326 2.000 -49 -
76.476
19.768
In 2013 heeft er een marginale correctie plaatsgevonden op eenmalige koopsommen uit oude jaren. De totale bijdrage van werkgevers en werknemers bedraagt 45,3% (2013: 45,3%) van de loonsom. De kostendekkende en feitelijke premie zijn als volgt:
Kostendekkende premie Feitelijke premie (exclusief eenmalige koopsommen)
10.763 76.024
15.614 19.817
8.282 1.048 1.433
12.614 603 2.397
10.763
15.614
De samenstelling van de kostendekkende premie is als volgt: Actuarieel benodigde koopsom Opslag voor uitvoeringskosten Solvabiliteitsopslag (Vereist Eigen Vermogen)
De koopsommen in verband met de overgangsmaatregel franchisereparatie (€ 402) en de ontvangen FVP-bijdragen (€ 3) zijn geen onderdeel van de kostendekkende premie en om die reden ook niet meegenomen in de verschuldigde premie voor de (kostendekkende) premieanalyse. De overgangsregeling franchisereparatie en ontvangen FVP-bijdragen zijn wel onderdeel van de premiebijdragen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 70
8. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Directe beleggingsopbrengsten 2014
Vastgoed beleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen Overige opbrengsten en lasten
Kosten van vermogensbeheer 2014
Totaal 2014
993 378 3.309 2.202 137 -
-1.386 16.276 26.187 19.803 18 -
-629 -695 -42 -897
-393 16.025 28.801 22.005 113 -897
7.019
60.898
-2.263
65.654
Directe beleggingsopbrengsten 2013
Vastgoed beleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen Overige opbrengsten en lasten
Indirecte beleggingsopbrengsten 2014
Indirecte beleggingsopbrengsten 2013
Kosten van vermogensbeheer 2013
Totaal 2013
1.260 26 3.974 -21 900 -
-1.769 3.781 -17.326 9.448 -6 -
-502 -748 -497
-509 3.305 -14.100 9.427 894 -497
6.139
-5.872
-1.747
-1.480
Onder kosten van vermogensbeheer worden de externe en de daaraan toegerekende interne kosten verstaan. 2014
2013
9. Overige baten Teruggaaf omzetbelasting Overige
64 2
-
66
-
13.810 2.865 71 11 -
14.040 2.786 69 11 2
16.757
16.908
10. Pensioenuitkeringen Ouderdomspensioen Partnerpensioen Wezenpensioen Arbeidsongeschiktheidspensioen Afkopen
Het bestuur heeft besloten geen toeslag te verlenen op de uitkeringen per 1 januari 2013 en per 1 januari 2014. De post afkopen betreft de afkoop van pensioenen die lager zijn dan € 458,06 (2013: € 451,22) per jaar overeenkomstig de Pensioenwet (artikel 66).
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 71
2014
2013
11. Pensioenuitvoerings- en administratiekosten Administratiekosten Controle en advieskosten Bedrijfskosten Overige kosten
412 358 182 348
291 254 220 92
1.300
857
De accountantskosten voor de controle van de jaarrekening en de DNB verslagstaten bedragen in 2014 in totaal 38 (2013: 28). De vergoeding voor het onderhavige boekjaar is ongeacht het tijdstip waarop de werkzaamheden zijn verricht. In overeenstemming met artikel 96 van de Pensioenwet wordt vermeld dat het pensioenfonds in het afgelopen jaar geen dwangsommen en boetes zijn opgelegd, dat door de toezichthouder geen aanwijzingen zijn gegeven en dat geen bewindvoerder is aangesteld. Personeelsleden Bij het fonds zijn geen werknemers in dienst. Bezoldiging bestuurders De transacties met bestuurders hebben betrekking op de vergoedingen voor de werkzaamheden verband houdende met de bestuurs- en commissievergaderingen. De vergoedingen bestaan uit vacatiegeld, vergoeding van reis- en verblijfkosten, BTW en uitvoeringskosten van het uitzendbureau en overige kosten bestuur 2014: € 312 (2013:€ 71). Deze post is opgenomen bij de overige kosten onder de pensioenuitvoerings- en administratiekosten. Afgezien hiervan zijn geen bezoldigingen toegekend. 12. Mutatie technische voorzieningen Pensioenopbouw Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Wijziging marktrente Wijziging overige actuariële uitgangspunten Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen
8.513 1.563 -16.792 -136 -39 79.289 3.523 -1.986
12.178 1.512 -16.935 -75 -12.826 884 12
73.935
-15.250
Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is het bedrag opgenomen dat benodigd is voor de opbouw (comingservice en backservice) van de pensioenaanspraken op ouderdoms- en nabestaandenpensioen. Daarnaast zijn de risicokoopsommen voor overlijden en arbeidsongeschiktheid opgenomen. Rentetoevoeging De voorziening pensioenverplichtingen is in het boekjaar opgerent met 0,379% (2013: 0,351%). Dit is de éénjaarsrente uit de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur per 31 december 2013. Pensioenuitkeringen en afkopen In de voorziening pensioenverplichtingen zijn de actuarieel verwachte uitkeringen opgenomen gedurende het boekjaar. Onder deze post is de verwachte vrijval uit de voorziening pensioenverplichtingen uit hoofde van het doen van uitkeringen verantwoord. Daarnaast is hierin de afname van de technische voorzieningen uit hoofde van afkoop opgenomen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 72
Uitvoeringskosten Door het doen van uitkeringen valt de gereserveerde opslag voor excassokosten op deze uitkeringen vrij uit de technische voorziening. Wijziging rentetermijnstructuur Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van deze herrekening is onder deze post opgenomen. Wijziging actuariële uitgangspunten De actuariële grondslagen en/of methoden worden periodiek beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen voor zowel de gehele bevolking als specifiek voor de populatie van het fonds. De vaststelling van de toereikendheid van de voorziening voor pensioenverplichtingen is een inherent onzeker proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen door het bestuur van het fonds. Het effect van deze wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de actuariële uitgangspunten worden herzien. Vanaf boekjaar 2014 is de grondslag voor overlevingskansen gebaseerd op de Prognosetafel AG2014 van het Actuarieel Genootschap (AG). De algemene sterftekansen die volgen uit de tafel worden voor het fonds gecorrigeerd in verband met ervaringssterfte. Als gevolg van de invoering van de nieuwe AG-Prognosetafel is in het verslagjaar 2014 een bate verantwoord van € 1,3 miljoen. Overige wijzigingen 2014 Resultaat op kanssystemen: Resultaat op sterfte Resultaat op arbeidsongeschiktheid Resultaat op mutaties
2013
-1.638 -239 -109
315 -303
-1.986
12
-18
117
41
-
Mutatie overige technische voorzieningen Invaliditeitsrisico 13. Saldo overdrachten van rechten risico pensioenfonds Uitgaande waardeoverdrachten
Dit betreft de ontvangst van of betaling aan pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige of nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers die tot de ontslagdatum zijn opgebouwd. De afname van de technische voorziening uit hoofde van de overgedragen pensioenverplichtingen is in 2014 39 (2013: nihil). Het resultaat op de overgedragen pensioenverplichtingen is in 2014 -2 (2013: nihil). 14. Herverzekeringen Premies voor kortlevenrisico Administratiekosten
21 6
20 7
27
27
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 73
2014
2013
15. Overige lasten Dotatie voorziening omzetbelasting Overige
-
3 3
-
6
De voorziening omzetbelasting is een last inzake toekomstig te betalen BTW over de beheerkosten voor het vermogensbeheer. Belastingen De activiteiten van het fonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting. Vaststelling van de jaarrekening door het bestuur Het bestuur van De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland heeft de jaarrekening 2014 vastgesteld in de vergadering van 26 mei 2015. A.F. Meeusen P.M.J. Thomassen (voorzitter) E. Droste D.J. Kraan R.J. van der Velden
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 74
OVERIGE GEGEVENS
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 75
OVERIGE GEGEVENS 1
Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum
Nieuwe financieel toetsingskader Met ingang van 1 januari 2015 is het nieuwe financieel toetsingskader (hierna nFTK) ingegaan. Vanaf 2015 gelden andere eisen omtrent de waardering van de verplichtingen en de bepaling van de dekkingsgraad. Hieronder wordt aangegeven wat de impact is van de wijzigingen op het fonds per 31 december 2014. Waardering technische voorzieningen Voor de waardering van de technische voorziening wordt gebruik gemaakt van de actuele risicovrije rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB. Deze rentetermijnstructuur wordt gebaseerd op actuele marktrentes voor looptijden tot 20 jaar en groeit daarna richting een Ultimate Forward Rate (UFR). De UFR bedraagt 4,2%. De driemaandsmiddeling van de rente wordt niet meer toegepast vanaf 1 januari 2015. De impact van het niet meer toepassen van de driemaandsmiddeling op de technische voorziening van het fonds bedraagt 20.558 per eind december 2014, de technische voorziening stijgt hiermee van 491.804 naar 512.362. De dekkingsgraad daalt hierdoor van 107,7% naar 103,4%. Dekkingsgraad en beleidsdekkingsgraad De actuele dekkingsgraad wordt in 2015 berekend door de waarde van het vermogen te delen door de waarde van de technische voorziening. Aangezien de technische voorziening gewaardeerd wordt op basis van de actuele rentetermijnstructuur kan de dekkingsgraad sterk fluctueren met de dagkoersen op de financiële markten. Daarom wordt naast de actuele dekkingsgraad een meer stabiele dekkingsgraad geïntroduceerd, de beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad voor het fonds is het voortschrijdend gemiddelde van de laatste twaalf maanden van de actuele dekkingsgraad. In de middeling worden de aan DNB gerapporteerde dekkingsgraden meegenomen. De beleidsdekkingsgraad bedraagt 101,3% per eind december 2014. Vereiste dekkingsgraad (VDG) De rekenregels voor de vereiste dekkingsgraad worden aangepast. Deze wijziging is al in 2011 aangekondigd in het document "Uitwerking herziening berekeningssystematiek vereist eigen vermogen" van juni 2011. Naast de wijzigingen uit dit document in de rekenregels geldt dat ook voor de VDG de nieuwe UFR van toepassing is. Omdat alle dekkingsgraden die ten grondslag liggen aan de beleidsdekkingsgraad gebaseerd zijn op een rente met driemaandsmiddeling is het ook toegestaan om de VDG per 1-1-2015 te berekenen o.b.v. een rente met driemaandsmiddeling. De VDG wijzigt door de gewijzigde rekenregels en nieuwe UFR (zonder driemaandsmiddeling) van 111,7% naar 117,1%. Financiële positie De financiële positie van het fonds wordt bepaald aan de hand van de beleidsdekkingsgraad en de vereiste dekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad moet ten minste het niveau hebben van de vereiste dekkingsgraad. Als de beleidsdekkingsgraad van het fonds onder de vereiste dekkingsgraad ligt, is er sprake van een tekortsituatie en maakt het fonds een herstelplan. Op basis van het nFTK heeft het fonds tot 1 juli 2015 de tijd om een herstelplan in te dienen bij DNB.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 76
2
Resultaatverdeling
Het bestuur bepaalt jaarlijks de bestemming van het saldo van baten en lasten. Het bestuur heeft besloten om het positieve resultaat 50.154 toe te voegen aan de solvabiliteitsreserve.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 77
3
ACTUARIËLE VERKLARING
De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland
Opdracht Door Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland te 's-Gravenhage is aan Mercer (Nederland) B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een Actuariële Verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2014. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. De accountant van het pensioenfonds heeft mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeel van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: heb ik onder meer onderzocht of de technische voorzieningen, het Minimaal Vereist Eigen Vermogen en het Vereist l Eigen Vermogen toereikend zijn vastgesteld en heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. l Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. Mijn oordeel is gebaseerd op het Financieel Toetsingskader zoals dat op balansdatum van toepassing was. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Koninklijk Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk vereist eigen vermogen, maar niet lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een reservetekort. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet met uitzondering van artikel 132 lid 1 vanwege het reservetekort. De vermogenspositie van Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland is naar mijn mening niet voldoende, vanwege het reservetekort.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 78
Amstelveen, 26 mei 2015
Drs. E.L. van den Doel AAG verbonden aan Mercer (Nederland) B.V.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 79
4
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het bestuur van De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2014 van De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland te 's-Gravenhage gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de winst-enverliesrekening over 2014 met de toelichting, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als zij noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijking van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van het pensioenfonds. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de het pensioenfonds gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 80
Paragraaf ter benadrukking van aangelegenheden Wij vestigen de aandacht op de paragraaf "Ontwikkelingen in de sector" in het hoofdstuk "Bestuursverslag" van het jaarrapport 2014, alsmede op de in de Overige Gegevens bij de jaarrekening beschreven belangrijkse gebeurtenissen na balansdatum. Hierin wordt een toelichting gegeven op de invoering van het nieuw financieel toetsingskader en de gevolgen daarvan voor de financiële positie van het pensioenfonds. Deze situatie doet geen afbreuk aan ons oordeel. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Breda, 26 mei 2015 Deloitte Accountants B.V.
drs. A.N. Terstegen RA
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 81
rapport d.d.
BIJLAGEN
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 82
rapport d.d.
1
VERLOOPSTAAT DEELNEMERS 2014 Aantal
2013 Aantal
Aantal
Aantal
Deelnemers Stand vorig boekjaar Nieuwe toetredingen Ontslag met premievrije aanspraak Ingang pensioen Overlijden Andere oorzaken
568 19 -31 -6 -1 -4
Stand einde boekjaar
567 52 -46 -3 -2 -
-23
1
545
568
384
360
Gewezen deelnemers Stand vorig boekjaar Ontslag met premievrije aanspraak Waardeoverdrachten Ingang pensioen Overlijden Andere oorzaken
31 -1 -14 -
Stand einde boekjaar
46 -20 -1 -1 16
24
400
384
803
788
Pensioengerechtigden Stand vorig boekjaar Ingang ouderdomspensioen Ingang partner- en wezenpensioen Overlijden Afkoop Andere oorzaken
Stand einde boekjaar
20 11 -29 -2
23 19 -25 -1 -1 -
15
803
803
1.748
1.755
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 83
rapport d.d.
2
VERKLARING VAN AFKORTINGEN
ABTN
Actuariële en bedrijfstechnische nota
AFM
Autoriteit financiële markten
AG
Actuarieel genootschap
ALM
Asset liability management
DNB
De Nederlandsche Bank
ECB
Europese Centrale Bank
FIRM
Financiële instellingen risicoanalyse methode
FTK
Financieel toetsingkader
FVP
Financiering voortzetting pensioenverzekering
UFR
Ultimate Forward Rate
Vreemde valuta AUD
Australische dollar
BRL
Braziliaanse real
CAD
Canadese dollar
CHF
Zwitserse franc
DKK
Deense kroon
GBP
Britse pond
HKD
Hongkongse dollar
IDR
Indonesische roepia
INR
Indiase rupee
JPY
Japanse yen
KRW
Zuid-Koreaanse won
MXN
Mexicaanse peso
MYR
Maleisische ringgit
NOK
Noorse kroon
PLN
Poolse zloty
RUB
Russische roebel
SEK
Zweedse kroon
TRY
Turkse lira
TWD
Taiwanese dollar
USD
Amerikaanse dollar
ZAR
Zuid-Afrikaanse rand
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland 84