2e openbaar verslag ex art. 73a Faillissementswet in het faillissement van
Stichting Grand Theatre gevestigd te 9711 LV Groningen, aan de Grote Markt 35
Faillissementsnummer: Uitspraak faillissement: Rechter-commissaris: Curator: Datum verslag:
C/08/15/171 F 18 maart 2015 mr A.E. Zweers mr S.J. de Vries te Zwolle 9 juli 2015
Voor zover de tekst in dit 2e verslag afwijkt van die in het 1e verslag, is de tekst cursief en vetgedrukt! I.
Inventarisatie
1.0 algemeen Bij vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, d.d. 18 maart 2015 is op eigen aangifte het faillissement uitgesproken van Stichting Grand Theatre te Groningen. De stichting Grand Theatre hield zich blijkens de omschrijving in het Handelsregister bezig met “Het produceren van podiumkunsten”. De stichting is op 31 december 1992 opgericht. In de statuten is het doel van de stichting als volgt verwoord: De stichting heeft ten doel het bevorderen van culturele activiteiten in het algemeen en podiumkunsten in het bijzonder, en al hetgeen daarmee verband houdt of bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords. De Stichting tracht haar doel te bereiken door: a. het optreden als ontwikkelaar en producent van de hedendaags(e) theater, dans en muziek al of niet in onderlinge combinatie en met oog voor nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot bijvoorbeeld media en technologie; b. het accommoderen van, en presentatiegelegenheid bieden aan (podium)kunstenaars; c. het organiseren van festivals; d. het verzorgen van lezingen, publicaties en audiovisuele uitgaven; e. alle overige wettige toegestane middelen. Volgens de stichting zelf hield zij zich bezig met – kort samengevat – activiteiten als productiehuis en presentatieplek voor eigenzinnig en jong talent op het gebied van muziek, dans en theater. Voor de uitvoering van die activiteiten kon de stichting op basis van huurovereenkomsten beschikken over de schouwburg genaamd “Grand Theatre” aan de Grote Markt 35 te Groningen,
e
blad 2 – 2 verslag inzake Stichting Grand Theatre -faillissement
over een loods/werkplaats aan de Koningsweg 9 te Groningen en een gastenverblijf aan de Oosterstraat 14a te Groningen. De curator heeft op de dag dat het faillissement is uitgesproken in het theater gesproken met mevrouw L.R. Waale, interim-manager bij de gefailleerde stichting. Daarnaast is op latere momenten gesproken met medewerkers van de stichting. Door de stichting waren de activiteiten de facto gestaakt op de dag van faillietverklaring en een persbericht met die strekking was ook uitgegeven, terwijl daarnaast soortgelijke informatie werd verstrekt via de website van de stichting. De medewerkers waren nog wel werkzaam/aanwezig. De medewerkers zijn daags na het faillissement door de curator geïnformeerd over de gevolgen van het faillissement.
1.1 Directie en organisatie Als bestuurder staat bij de Kamer van Koophandel sinds 1 maart 2013 ingeschreven de heer P. Smelt te Groningen. Feitelijk zou de heer Smelt al sinds 2012 in dienst zijn als bestuurder/directeur. Tussen de stichting en de heer Smelt is op 2 januari 2015 een beëindigingsovereenkomst gesloten, op grond waarvan het dienstverband per 1 juli 2015 zou worden beëindigd en op grond waarvan de heer Smelt per 1 februari 2015 als bestuurder/directeur van de stichting zou terugtreden. Per 1 februari 2015 is mevrouw L.R. Waale aangetreden als interim-manager. Zij is niet ingeschreven als bestuurder, terwijl op de dag van faillissement de heer Smelt ook (nog) niet als bestuurder was uitgeschreven. Bij de stichting fungeerde een Raad van Toezicht, bestaande uit: Mevrouw G.N. Klaassen-Prinsen, voorzitter De heer P.J. Duinkerken, secretaris De heer O. van de Klok, lid Mevrouw S.M. Bak, lid De heer H.L. Hofstra, lid
1.2 Omzet, winst/verlies Zoals aangekondigd in het 1e verslag, zou de informatie uit de jaarrekening in het 2e verslag worden opgenomen. Uit de jaarrekening 2012, 2013 en een conceptjaarrekening over 2014 blijken de volgende gegevens over omzet en winst/verlies: omzet 2012 2013 2014
€ € €
winst/verlies 2.310.695 1.656.044 1.807.249
€ € €
- 83.285 - 78.357 - 235.228
e
blad 3 – 2 verslag inzake Stichting Grand Theatre -faillissement
1.3
Balanstotaal
Uit de jaarrekening 2012, 2013 en een conceptjaarrekening over 2014 blijkt het volgende over het balanstotaal : 2012 2013 2014
€ € €
659.106 474.481 356.720
1.4 Lopende procedures De curator is niet bekend met door of tegen de vennootschap aanhangig gemaakte procedures en hiervan is tot dusver ook niet gebleken. 1.5 Verzekeringen Er werden diverse reguliere bedrijfsverzekeringen aangehouden. Voor zover mogelijk zonder risico’s zijn die direct na het faillissement geroyeerd. De brand- en inboedelverzekering zijn na verkoop van de activa beëindigd. Aan de verzekeraars is verzocht de premierestituties als gevolg van de beëindiging over te boeken op de faillissementsrekening. In totaal is uit dien hoofde aan premierestituties op de faillissementsrekening € 5.543,03 betaald. 1.6 Huur Er werd (bedrijfs-)ruimte gehuurd op drie locaties, te weten de schouwburg genaamd “Grand Theatre” aan de Grote Markt 35 te Groningen, een loods/werkplaats aan de Koningsweg 9 te Groningen en een gastenverblijf aan de Oosterstraat 14a te Groningen. De verhuurder van deze objecten is Stichting Grote Markt 35, die de huurovereenkomsten heeft opgezegd en als gevolg hiervan zullen de huurovereenkomsten eindigen per 30 juni 2015. 1.7 Oorzaak faillissement Het faillissement is volgens de door de interim bestuurster gegeven toelichting veroorzaakt door een aantal factoren. Als eerste factor speelt daarbij een rol dat met ingang van de cultuurnota 2013-2016 de rijkssubsidie is vervallen, waarmee een inkomstenbron ter grootte van de helft van het jaarlijkse budget is weggevallen. Achteraf is er destijds vermoedelijk te beperkt gereorganiseerd waarbij de ontstane financiële situatie onvoldoende is bewaakt. Daarbij speelde volgens de interim-bestuurster een rol dat bij de door het Grand Theater uitgevoerde projecten niet voldoende is bewaakt wat de inkomsten en uitgaven per project zouden mogen zijn en uiteindelijk bleken te zijn. Het gehanteerde bestuursmodel (Raad van Toezicht en een directeur-bestuurder) zou onvoldoende waarborg hebben geboden voor checks and balances.
De werkzaamheden in het kader van de inventarisatie zijn afgerond en dit onderdeel zal in latere verslagen dan ook niet meer worden opgenomen.
e
blad 4 – 2 verslag inzake Stichting Grand Theatre -faillissement
II.
Personeel
2.1 aantal werknemers ten tijde van faillissement Ten tijde van het faillissement waren er volgens de door de curator ontvangen informatie 22 werknemers in dienst, terwijl daarnaast nog sprake was van oproepkrachten met een mogelijk beperkt dienstverband en een stagiair. Alle werknemers is door de curator ontslag aangezegd bij brieven d.d. 20 maart 2015, waarna er op 26 maart 2015 een collectieve intake door het UWV heeft plaatsgevonden op de locatie van de schouwburg. 2.2 aantal werknemers in jaar voorafgaand aan faillissement: Het aantal werknemers was in 2014 hetzelfde. 2.3 datum ontslagaanzegging: Twintig maart 2015. De werkzaamheden ten aanzien van personeel zijn afgerond en dit onderdeel zal in latere verslagen dan ook niet terug keren.
III. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Activa onroerende zaken taxaties verkoopopbrengst hoogte hypotheek boedelbijdrage
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
3.6 bedrijfsmiddelen De bedrijfsmiddelen bestaan uit inventaris en inrichting van een werkplaats, een beperkte inrichting van het gastenverblijf en kantoorinrichting, kantine inrichting en inventaris/materiaal ten behoeve van de schouwburg en oefen- en montageruimtes. Daarnaast is sprake van een aanhangwagen die voor het theater werd gebruikt. Onder de inrichting van de schouwburg valt een vaste tribune en een elektrisch inschuifbare tribune. De curator is vooralsnog van oordeel dat deze zaken in de faillissementsboedel vallen, nu deze zaken door de gefailleerde stichting zijn aangeschaft/betaald en zonder aanmerkelijke schade gedemonteerd en elders opgebouwd zou kunnen worden. Door de verhuurder is het standpunt ingenomen dat deze zaken bij het onroerend goed behoren. De verdere discussie over de eigendom van deze zaken is via de onder “verkoopopbrengst” verder te noemen overeenkomst feitelijk verschoven naar de koper van de bedrijfsmiddelen. 3.7 Taxaties De zaken zijn getaxeerd op 23 maart 2015 door C. Lubbers/H. van den Brink van Cees Lubbers Taxaties. 3.8 Verkoopopbrengst De bedrijfsmiddelen zijn samen met de ‘goodwill’ van de gefailleerde stichting (de handelsnaam, de domeinnaam www.grandtheatregroningen.nl, de website, klantenbestanden en divers archief-materiaal) verkocht aan de Gemeente Groningen.
e
blad 5 – 2 verslag inzake Stichting Grand Theatre -faillissement
In de overeenkomst is opgenomen dat de tribunes aan de gemeente Groningen worden verkocht onder de voorwaarde dat deze eigendom zijn van Stichting Grand Theatre, waarbij is overeengekomen dat de gemeente Groningen de discussie over de eigendomsvraag verder zelf met verhuurder zal voeren en de curator vrijwaart voor aanspraken van verhuurder. Door de Gemeente Groningen is voor de goodwill een koopsom betaald van € 15.000,- terwijl voor de roerende zaken een koopsom is betaald van € 49.005,-. De totale koopsom ad € 64.005,is in de 2e verslagperiode betaald. De koopsom valt volledig in de boedel nu geen sprake is van zekerheidsrechten van derden. 3.9 Boedelbijdrage Niet van toepassing, omdat geen sprake is van zekerheidsrechten van derden. 3.10 bodemrecht fiscus Er is geen sprake van bodemzaken. 3.11 andere activa Aan kasgeld is na aftrek van € 3,96 aan kosten voor het storten van munten een bedrag van € 2.558,09 op de faillissementsrekening gestort. Aan banksaldi is in de 1e verslagperiode € 73.342,30 op de faillissementsrekening overgeboekt. In de 2e verslagperiode is door de Rabobank aanvullend een saldo per 24 april 2015 overgeboekt van € 11.193,90. In deze latere overboeking zijn betalingen na faillissementsdatum begrepen. Hierbij gaat het om betalingen door boedeldebiteuren voor € 902,86 en betalingen door debiteuren voor € 4.641,50. Die betalingen worden ook onder die rubriek verantwoord. Dat betekent dat aan banksaldi in de 2e verslagperiode aanvullend € 5.649,54 wordt verantwoord waarmee het totaal aan op de faillissementsrekening bijgeschreven banksaldi € 78.991,84 bedraagt. Aan premierestituties wegens geroyeerde verzekeringen is in de 1e verslagperiode € 404,11 op de faillissementsrekening bijgeschreven. In de 2e verslagperiode is aanvullend € 5.138,92 ontvangen waarmee het totaal aan premierestituties komt op € 5.543,03. Door Koninklijke Post NL is uit hoofde van een eindafrekening € 570,- op de faillissementsrekening overgeboekt. Door de Belastingdienst is op de faillissementsrekening een belastingteruggave uitbetaald ad € 3.603,-. Aan het rente is op de faillissementsrekening tot en met het 2e verslag € 213,48 bijgeschreven.
IV.
Eigendomsvoorbehoud
Door Pinlinq Networks BV is aanspraak gemaakt op de eigendom van een betaalterminal. Door Coca Cola is aanspraak gemaakt op de eigendom van een tweetal frisdrank-/koelautomaten. Laatstgenoemde zaken zijn niet in de boedel aangetroffen. De eigendom van de betaalterminal is door de curator erkend en Pinlinq Networks is in de gelegenheid gesteld deze op te halen. De curator gaat er van uit dat de werkzaamheden in dit kader zijn afgerond. Dit onderdeel zal in latere verslagen dan ook niet meer worden opgenomen.
e
blad 6 – 2 verslag inzake Stichting Grand Theatre -faillissement
V. Debiteuren 5.1 omvang debiteuren Volgens de van stichting informatie was per faillissementsdatum sprake van een van debiteuren te vorderen bedrag ad totaal € 81.915,07. Nadere inventarisatie leverde echter op dat in dit saldo voor een bedrag ad € 11.156,29 kort voor faillissement gedane betalingen niet was verwerkt, zodat na correctie hiervoor sprake was van een te vorderen debiteurensaldo ad € 70.758,78. Daarnaast is in de 1e verslagperiode nog voor € 1.187,26 aan facturen uitgedaan na datum faillissement voor al verrichte werkzaamheden c.q. nog te verrichten werkzaamheden. In de 2e verslagperiode is nog een factuur verzonden voor € 750,- in verband met gebruik van de gastenruimte en van € 2.400,- voor de verhuur van een café in de hal van het theater. 5.2 inschatting incasso Door boedeldebiteuren is € 2.072,86 betaald. Van de hiervoor genoemde factuur ad € 2.400,- is een bedrag van € 400,- voldaan terwijl huurder voor het resterende bedrag zich heeft beroepen op verrekening met de voor faillissement betaalde borgsom van € 2.000,-. Verdere betaling op de boedelvorderingen is niet te verwachten. Enkele kleinere facturen zijn niet voldaan. De faillissementsdebiteuren zijn door de curator inmiddels meermalen aangeschreven, ook nadat ingekomen reacties met de boekhoudster van het theater waren besproken. Hierbij bleek dat in diverse gevallen sprake is van oude vorderingen die vermoedelijk niet kunnen worden geïncasseerd (debiteur bijvoorbeeld niet te traceren), dat in enkele gevallen sprake is van een toezegging tot creditering die niet is uitgevoerd en dat in diverse gevallen door crediteuren een terecht beroep op verrekening kan worden gedaan voor een tegenvordering. De (na verrekeningen of wegens oninbaarheid) af te boeken vorderingen en de inmiddels betaalde vorderingen nog resterende vorderingen betreffen een viertal debiteuren, waarvan met één debiteur een betalingsregeling is getroffen waarop nog € 296,45 dient te worden betaald. Door de andere drie debiteuren dient in totaal nog € 13.789,07 te worden betaald en de curator beraadt zich op verdere stappen ter zake. 5.3 opbrengst Tot dusver is voor € 17.144,23 door faillissementsdebiteuren betaald op de faillissementsrekening. Op de na datum faillissement verzonden facturen is € 2.072,86,- betaald. 5.4 boedelbijdrage Niet van toepassing, omdat geen sprake is van zekerheidsrechten van derden.
VI.
Bank/financiers
6.1 Vordering van de bank Er is geen sprake van een vordering van een bank of financier. Bij de Rabobank Groningen werd een betaal- en een spaarrekening aangehouden, terwijl verder een rekening werd aangehouden bij de ING Bank.
e
blad 7 – 2 verslag inzake Stichting Grand Theatre -faillissement
De saldi zijn inmiddels overgeboekt op de faillissementsrekening, zoals ook onder par. III beschreven. 6.2 Lease Er is sprake van een lopende leaseovereenkomst voor een Copier bij Vendorlease. De curator heeft Vendorlease in de gelegenheid gesteld deze terug te halen en dat is op 6 mei 2015 inmiddels gebeurd. 6.3 Beschrijving zekerheden Niet van toepassing. 6.4
Afwikkeling separatistenpositie: n.v.t.
6.5
Bedongen boedelbijdragen: n.v.t.
De werkzaamheden in dit kader zijn afgerond en dit onderslag zal in latere verslagen dan ook niet meer worden opgenomen.
VII.
Doorstart/voortzetten
Niet van toepassing. De activiteiten waren feitelijk per faillissementsdatum al gestaakt. Slechts enkele verblijven in het gastenverblijf vonden/vinden nog doorgang. De werkzaamheden in dit kader zijn afgerond. In latere verslagen zal dit onderdeel niet meer worden opgenomen.
VIII.
Administratie
8.1 toestand administratie De administratie werd fysiek en digitaal bijgehouden. Of deze voldoet aan de daaraan te stellen eisen kan de curator nog niet beoordelen. Door de curator is aan de accountant verzocht om nog een concept jaarrekening over 2014 op te maken en om een rapport van feitelijke bevindingen op te stellen over de administraties die voor de uitgevoerde projecten zijn gevoerd. De curator heeft inmiddels de conceptjaarrekening ontvangen, die echter nog vanuit de Stichting is opgesteld. Verder is door de accountant een rapport van feitelijke bevindingen opgesteld omtrent de projectadministratie. Dit rapport wordt door de curator meegenomen in het verder nog te verrichten onderzoek naar mogelijke bestuurdersaansprakelijkheid. 8.2 goedkeurende verklaring accountant De curator heeft inmiddels van de accountant de accountantsverslagen van 2012 en 2013 ontvangen. Er is sprake van een goedkeurende controleverklaring.
IX.
Pauliana/verrekening
9.1 verdachte transacties De curator heeft geen aanwijzingen voor verdachte transacties. 9.2 Maatregelen: n.v.t.
e
blad 8 – 2 verslag inzake Stichting Grand Theatre -faillissement
X.
Bestuurdersaansprakelijkheid
10.1 Boekhoudplicht Er werd een administratie gevoerd, maar de curator kan nog niet beoordelen of deze voldoet aan de daaraan te stellen eisen. 10.2 depot jaarrekeningen Er zijn geen jaarrekening gedeponeerd. 10.3 stortingsverplichting aandelen Niet van toepassing. 10.4 onbehoorlijk bestuur De curator heeft inmiddels een rapport van feitelijke bevindingen ontvangen over de door gefailleerde gevoerde projectadministratie. De curator wil mee op basis hiervan nog nader onderzoek naar de vraag of mogelijk sprake is geweest van onbehoorlijk bestuur. 10.5 Maatregelen: Niet van toepassing.
XI. Boedelschulden/fiscus/bedrijfsvereniging 11.0 boedelschulden De tot dusver betaalde boedelschulden zijn de volgende: Taxatiekosten € Kosten energie (GDF Suez, Enexis, Essent) Accountantskosten Kosten Gloss Computers (back-ups) -
1.694,== 6.927,56 3.630,== 290,40
De boedelschulden bestaan verder uit de bij de curator gemelde vordering van verhuurder voor de huur vanaf faillissementsdatum ad € 20.570,-. De boedelschulden zullen tot slot in ieder geval bestaan uit de door het UWV overgenomen loonverplichtingen vanaf datum faillissement en salaris/verschotten curator . 11.1 vordering van de fiscus Door de Belastingdienst is tot dusver geen vordering aangemeld. 11.2 vordering van de UWV Door het UWV is nog geen vordering aangemeld. 11.3 overige preferente vorderingen Er zijn nog geen overige preferente vorderingen aangemeld.
XII. Crediteuren 12.1 aantal concurrente crediteuren De uit de administratie van de vennootschap blijkende crediteuren zijn door de curator over het faillissement geïnformeerd. Tot dusver is van 118 concurrente crediteuren een vordering door de curator voorlopig beoordeeld.
e
blad 9 – 2 verslag inzake Stichting Grand Theatre -faillissement
12.2 bedrag concurrente crediteuren Van 117 crediteuren die zich inmiddels hebben gemeld en waarvan de vordering door de curator voorlopig is beoordeeld is tot dusver voor € 448.593,99 aan vorderingen op de lijst van voorlopig erkende concurrente crediteuren geplaatst. Van 1 crediteur is de vordering voorlopig betwist. Dit betreft een vordering van € 2.178,-. Als bijlage is aan dit verslag een voorlopige crediteurenlijst gehecht – productie 1. 12.3 wordt het eigenlijke opheffer De curator kan nog niet beoordelen op welke wijze het faillissement dient te worden afgewikkeld, nu de boedelvordering van het UWV nog niet is aangemeld. 12.4 een vereenvoudigde afwikkeling Zie 12.3 12.5 wordt aan concurrente crediteuren uitgedeeld? Zie 12.3
XIII. 13.1 13.2 13.3 13.4 13.5 13.6 13.7
Rechtbank toestemming afkoelingsperiode toestemming voortzetting bedrijf toestemming ontslag toestemming opzegging/beëindiging huur toestemming activatransacties toestemming procederen anderszins
13.8 13.9
termijn afwikkeling faillissement plan van aanpak
13.10 indiening volgend verslag
n.v.t. n.v.t. 20 maart 2015 n.v.t. n.v.t. n.v.t. accountantsonderzoek : 23 maart 2015 doorlevering energie: 23/30 maart 2015 automatiseringswerk: 24 maart 2015 n.n.b. incasso debiteuren, onderzoek onregelmatigheden 9 oktober 2015
XIV. Overig Als bijlage is aan dit verslag een staat van baten en lasten en een print van de mutaties op de faillissementsrekening gehecht – productie 2. Het saldo op de faillissementsrekening bedraagt per de datum van dit verslag € 162.159,57. Aan dit verslag is verder een specificatie van de in deze verslagperiode verrichte werkzaamheden gehecht - productie 3. Door de curator en kantoorgenoten is in deze verslagperiode aan de afwikkeling 35,65 uur besteed waarmee het totaal aantal aan de afwikkeling bestede uren komt op 100,05.
e
blad 10 – 2 verslag inzake Stichting Grand Theatre -faillissement
Zwolle, 9 juli 2015
mr S.J. de Vries, curator
Dit faillissement is in behandeling bij: mr S.J. de Vries Postbus 289 8000 AG ZWOLLE telefoon: 038 – 4238348 telefax: 038 – 4238349 email:
[email protected]