Peru 2006
Inca trail - Machu Picchu
De stenen komen tot leven Jan-Willem Verhulst
1ed za 8 april 2006 Vertrek KL 741 om 11.05 uur. Schiphol-Bonaire-Lima J.Chavez Int Airport. Aankomst lok 18.45. Boeing (Douglas) MD-11. Vluchtduur totaal 14.40 uur. Tijdverschil 7 uur. Lima (Miraflores) Hotel Monte Real, calle 27 de Noviembre 169/189, tel.0051-12414100. Jopie, Arne en ik komen na een voorspoedige treinreis in Duivendrecht aan. Mijn vraag aan een bekende persoon op het perron "Moet u toevallig ook naar Schiphol" wordt spontaan verrast beantwoord met "Hé, Jean Guillaume". Heerlijk meteen weer die vertrouwde sfeer met Peter. Op Schiphol is de groep met Sonja, Frans en Willem compleet voor de lange vlucht. Vertrek volgens plan en Bonaire komt dan toch eigenlijk snel in zicht. Mijn buurman/ reisgenoot zal daar ook wel debet aan zijn geweest. Laat dat nou ook een technicus zijn en nog wel een Engelse vliegtuigbouwkundige. Voor de landing even van plaats geruild zodat ik een mooi plaatje kon maken van het eiland. Landing op mijn horloge om 20.47. Lekker even de benen strekken en om 22.15 weer in de lucht. Een paar uur later om 25.45 aankomst in Lima. Nu word het toch wel tijd om mijn horloge 7 uur terug te zetten zodat het weer 18.45 is. Raar toch eigenlijk die tijd. Einstein had daar ook al iets mee. Voor de landing in Lima konden we genieten van de prachtige zonsondergang omlijst door de donkere wolken. Het hotel Monte Real ziet er goed uit. En daar de eerste kennismaking met wie anders dan Loes en Tjeu. In de open lucht met verrassend mooie weelderig begroeide en sfeervol verlichte binnentuin, de eerste alcoholische versnapering genoten na de lange reis. En dan toch maar toegeven aan de wat zware ogen. Want het is eigenlijk al zes uur in de ochtend. 2ed zo 9 april 2006 Een dag om bij te komen van de lange reis naar Peru. Beetje rondkijken in de nieuwe omgeving. ’s Avonds lekker dineren. Als een blok geslapen en weer fit aan het ontbijt in de binnentuin bij daglicht. Het ontbijt is even wennen. Niet zozeer voor ons, maar wel voor de keuken. De acht lekkere warme broodjes zijn voor die Hollanders toch wel wat weinig. Maar alles komt op gang na een bezoekje aan de keuken, waar ik wat moeizaam in het Engels met de eigenaar kan converseren (blijkt later dat hij, als Zwitser, vloeiend Duits spreekt). Toen aan "Pan"en 'Keso" geen gebrek meer. Het hotel ligt in de wijk Miraflores. Deze chique wijk is bekend om de mooie ligging aan de Stille Oceaan met mooie stranden en goed onderhouden parken. Verder hotels, winkels, theater, pubs en restaurants. De eerste ronde voor de presidentsverkiezingen begint vandaag en in de school tegenover het hotel is een goed bewaakt stembureau. Het is spannend want wat gaat er gebeuren? Een draai naar links of toch naar rechts. Humala wint eerste rond presidentsverkiezingen Peru AYACUCHO - In Peru is de nationalist en voormalig luitenant-kolonel Ollanta Humala als winnaar van de presidentsverkiezingen uit de bus gekomen. Hij haalde evenwel niet genoeg stemmen voor een volstrekte meerderheid, waardoor een tweede stemronde noodzakelijk is. Daarin zal hij het moeten opnemen tegen de vroegere centrumlinkse president Alan Garcia of het voormalige centrumrechtse Congreslid Lourdes Flores. Beiden haalden 24 procent, Humala kwam uit op ruim 30 procent. Een overwinning voor Humala zou Peru op een linkse koers kunnen zetten, maar het is voorlopig onduidelijk hoever Humala zou gaan en wat dit voor het land zou betekenen. Humala heeft gezegd dat hij het particuliere bezit en de burgerrechten zal respecteren, maar heeft ook verklaard dat hij een einde wil maken aan een, fascistische dictatuur van de economisch machtigen’’. De middenklasse en alles wat daarboven zit maken zich zorgen over de opkomst van de ex-militair, die uit hetzelfde hout gesneden lijkt als de militante Venezolaans president Hugo Chavez en de Boliviaanse indianenleider en president Evo Morales. In de opiniepeilingen gingen Humala, Flores en Garcia vrijwel gelijk op. Flores (46) is de eerste vrouw die een serieuze gooi naar het Peruaanse presidentschap doet. Garcia (56) was in de jaren '80 president, met vooral op economisch gebied niet bijster veel succes. Omdat het er op lijkt dat geen van de in totaal twintig kandidaten meer dan 50 procent zal behalen, zal een tweede stemronde tussen de twee kandidaten met de meeste stemmen eind mei of begin juni de beslissing moeten brengen. Lima, 6 juni. De sociaal-democraat Alan García heeft afgelopen zondag de presidentsverkiezingen van Peru gewonnen. De man die eerder als jongste president uit de geschiedenis van 1985 tot 1990 op rampzalige wijze het land bestuurde, wist in de tweede ronde tegenstrever en nationalistisch populist Ollanta Humala royaal te verslaan. García kreeg ruim 53 procent van de stemmen en Ollanta bijna 47. Ondanks ongekend felle politieke campagnes waarbij aanhangers soms op elkaar schoten, zijn de verkiezingen in het algemeen rustig verlopen. Alleen in de zuidelijke stad Arequipa moest de politie na het sluiten van de stembus met traangas de orde herstellen omdat aanhangers van Humala, supporters van de tegenpartij en journalisten te lijf gingen. Uit de uitslagen blijkt dat het 28 miljoen inwoners tellende land sterk verdeeld is. In het arme zuiden van Peru behaalde Humala soms tachtig procent van de stemmen. García scoorde vooral goed in het noorden en in hoofdstad Lima, waar eenderde van het electoraat woont. De partij van Humala is wel de grootste in het 120 zetels tellende parlement geworden. Zijn Unie voor Peru heeft 45 zetels. De APRA van García heeft er 36. García noemde zijn overwinning een zege op de president van Venezuela, Hugo Chávez. Die had zich uitgesproken vóór de kandidatuur van Humala. Chávez hoopte dat Peru zich zou aansluiten bij de linkse alliantie die zijn land samen met Bolivia en Cuba heeft gevormd. García zal aansluiting zoeken bij meer gematigd linkse landen als Chili en Brazilië. Latijns-Amerika raakt daarmee verder in twee blokken verdeeld.
Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 1 van 20
Met de taxi naar de Plaza Mayor. Vooraf de prijs afspreken. Dat is dan met z'n vieren een bedrag van $3 voor een flinke rit vanaf de meer toeristische wijk Miraflores naar het Historische centrum. Gewoon maar wat rustig lopen, rondkijken en alles maar op je af laten komen. De eerste zeer gevarieerde indrukken van een stukje Peru. Van kleine zeer vertederende straatventertjes de eerste gelukspoppetjes gekocht. Of de aanblik van de machtige kathedraal in 1625 gebouwd in renaissance barokstijl. Arne en ik gaan op zoek naar een Internetcafé om het thuisfront even te berichten, dat het prima gaat. En na dat alles smaken een paar pizza's prima. We krijgen er een glas met een lekkere gele drank bij. Al gauw komen we er achter dat we Inca cola drinken. Dat zal zeker niet het laatste glas zijn op deze vakantie. Wat verder van Plaza naar Plaza lopend staan we voor de San Pedros kerk. Eigenlijk ook gesloten in verband met de verkiezingen. Maar we zien Loes, Tjeu, Frans en Willem op de hoek van de straat staan en met z'n zessen krijgen we een uitgebreide privé rondleiding van een zeer vriendelijke Peruaan. We vallen van de ene verbazing in de andere. Een kleurrijke, uitbundig versierde kerk met zijkapellen. Prachtige schilderijen, kunstige houtsnijwerken bij de vele altaars. En niet te vergeten de zetel waar paus Johannes XXIII bij zijn bezoek aan deze kerk, gewijd aan Petrus, heeft gezeten. Natuurlijk laten we ons de kans niet ontgaan om, door plaats te nemen in die zetel, iets van de pauselijke heerlijkheid te ervaren. Terug naar Plaza Mayor. Toen we net, wat rondkijkend, op de trappen van de kathedraal zaten werd het hele plein op een vriendelijke en rustige manier door de "Policia Nacional Del Peru" schoongeveegd. Deze maatregel was uit voorzorg voor eventuele acties naar aanleiding van de verkiezingsuitslag omstreeks vier uur. Alles bleef rustig. Een unieke kans om het plein een keer overdag helemaal leeg te fotograferen, maar dan moet je natuurlijk wel een fototoestel meenemen. Weer voor $ 3 terug naar het hotel. In een winkeltje tegenover het hotel vast wat flessen water gekocht voor de rit van morgen. Maar zover is het nog niet. Want een klein stukje lopen en voor onze ogen ontrolt zich het weidse panorama van de Stille Oceaan. Magnifiek om de eindeloos aanrollende golven van deze grote waterplas voor het eerst te zien. Met z'n vieren (Sonja, Willem, Arne en ik) natuurlijk met de trap de 75 m. naar het strand afgedaald. Lekker over het zand en de kiezels tot aan het water lopen en net geen natte voeten krijgen. Het was druk met surfers. Langzaam komt de mist opzetten en tussen de wolken daalt de zon met een kleurrijke pracht in de oceaan. Dan weer een lekkere klim naar boven. De eerste training voor de trekking! Volledig uitgehongerd, hebben we ons het heerlijke eten in het hotel goed laten smaken. Lekker omlijst met een koude "Cerveza" of vers sinaasappelsap. Niet te laat naar bed, want morgen moeten we vroeg op voor het begin van onze reis. Lima: een grote, drukke, moderne stad met behoorlijk chaotisch verkeer. Alles was behoorlijk schoon en regelmatig zagen we straatvegers, met stofkapjes voor de neus en mond, hun werk doen. Een indruk van een kort bezoek in een klein deel van de stad. Het armere deel gelegen aan de andere kant van de rivier Rio Romac hebben we niet gezien. Toeristen wordt geadviseerd daar niet naar toe te gaan omdat het er niet veilig zou zijn. Dat hebben we maar niet uitgeprobeerd. 3ed ma 10 april 2006 Vertrek per privé bus richting Nazca De bus neemt de Panamericana weg richting Zuid via Pisco en Ica en komt na zo’n 6 uur in Nazca aan. Nazca is de plaats waar zich in de woestijn mysterieuze tekeningen bevinden, die uitgegroeid zijn tot een van de grootste wetenschappelijke mysteries van de wereld. Het zijn tekeningen, nogmaals in de woestijn, van vogels, dieren en geometrische figuren. Sommige wel zo’n 300 m in doorsnee. We maken een rondvlucht per klein éénmotorig vliegtuig boven de tekeningen, want vanaf de grond is het niet te zien. Hotel Alegria, Jiron Lima 166, tel.0051-56522702, voor overnachting en diner. Vrije tijd in de namiddag. Planetarium bezoek in Nasca? Ontbijt om zes uur en om kwart voor acht zit al onze bagage in de bus. Wat een zooitje tassen voor acht personen. Het zal wel nodig zijn en mijn tas is zeker niet de lichtste. We zitten lekker ruim in de bus met 14 plaatsen voor acht globetrotters. Dat zit bij die Schoorstra altijd weer goed. Op weg naar Nasca volgen we de kustweg en zien de uitgestrekte vlakke woestijn met hier en daar wat bebouwing. En dan duikt ineens weer een boeiend uitzicht over de oceaan op. We schieten lekker op en om kwart over tien rijden we Chincha Alta binnen. Omstreeks kwart voor elf stoppen we, na ongeveer 230 km, voor een blaasontspanningsoefening in San Clemente. Doorrijden tot PISco was toch net iets teveel geworden. Bij de redelijk ogende toiletten was het toch wel grappig om te zien hoe de producten van onze oefening weer onder het gebouwtje door in de open lucht hun weg zochten. Dan nog 75 km. te rijden naar Ica voor de lunch in een fraai bij een park gelegen restaurant. Het streven was om te proberen in ca. 40 min. te lunchen. Een nobel streven natuurlijk, maar de praktijk blijkt toch anders. Gezellig met elkaar eten kost nu eenmaal meer tijd. En als je dan pakweg kwart over twaalf begint met bestellen geeft het horloge onverbiddelijk half twee aan als alles onder het genot van enige "Cerveza" naar binnen is gewerkt. Mijn keus van een specialiteit van rauwe vis in citroensap, met daarbij Inca cola, heb ik smakelijk verorberd. De spijsvertering wordt daarbij bevorderd door het muzikale enthousiasme van de vier muzikanten van de groep "Tankar" met natuurlijk ook het bekende "El Condor Pasa". De eerste CD wisselt van eigenaar voor de prijs van $10. Dan verder de laatste 140 km. via Palpa naar Nasca. De weg gaat wat verder landinwaarts. De droge kale woestijn en landbouwvelden, waar wel water is, wisselen elkaar af. Dan de ene kippenfokkerij na de andere. Ook in Peru staat kip vaak op het menu. Bij de fokkerijen staan voedersilo's en propaantanks voor de verwarming van de stallen. Omstreeks half vier komen we bij het vliegveld aan. Een belevenis op zich in zo'n klein ding te zitten. Dat is nou echt vliegen. Iedere windvlaag voel je en moet de piloot corrigeren. Heerlijk. De vliegsnelheid was ongeveer 100 km/u bij een hoogte tussen de 250 en 280 m. en een motortoerental van 20-25.000 omw/min. Sonja, Frans en ik in Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 2 van 20
een vierpersoons toestel. De vierde persoon was gelukkig de piloot. Ik zat naast de piloot en kon alles ook goed op de instrumenten volgen. Peter, Willem, Loes, Tjeu en Arne in een iets groter toestel. En dan de eerste tekening in de rotsen. Heel indrukwekkend en duidelijk te zien. De piloot doet erg zijn best om ons zo goed mogelijk zicht te geven en foto's te kunnen laten maken. Doordat we wat later in de middag vlogen (van 16.15.tot 16.45) geeft de zon een mooi strijklicht waardoor alle figuren fraai uitkomen. En dan te bedenken dat de figuren en lijnen, ook wel "Inca trails" genoemd, gemaakt zijn tussen 300 b.C. en 800 a.C. Ik noem er een paar: Spider, Condor, Monkey, Dog, en voor mij de mooiste de Humming Bird. Na de landing heb ik in de shop natuurlijk het boek "Nasca Lines, secrets en mysteries" gekocht om alles van deze aparte plaats nog eens op mijn gemak te kunnen nalezen. Hebben professor Kosok en Maria Reiche het bij het rechte eind als ze zeggen dat het de grootste astronomische kalender ter wereld is? Aangekomen in het hotel Alegria (Ora Vieja) in Nasca even plat, lekker eten en tenslotte pitten. 4ed di 11 april 2006 Privé-busreis Nazca/Arequipa. Het gaat verder via de Panamericana Zuid naar Arequipa, gelegen aan de voet van de vulkaan Misti. In deze stad zijn de gebouwen opgetrokken in witte vulkanische tufsteen. De reis duurt ca. 9 uur. Overnachting en diner in hotel La Plazuela (HP), Plaza Juan Manuel Polar, Vallecito, tel. 0051-54222624. Redelijk vroeg uit de veren voor het heerlijke ontbijtbuffet om zeven uur. Dan om acht uur verder naar Arequipa, ongeveer 480 km. na het nodige water te hebben ingeslagen. Onze rit gaat verder door een immense vlakte van de droge woestijn. Soms weer een wat lager gelegen deel bij een rivier zoals de Rio Acari of de Rio Yauca (half tien). De rivieren vloeien door de woestijn naar de oceaan als een lint omzoomd door een groene oase. De imposante rotspartijen wisselen af met de golven van de oceaan. Een sanitaire stop om half elf in Chala. We kijken hier vanaf een hoger gelegen punt naar de rusteloos op de rotsige kust aanrollende golven. Wel uitkijken hier als je naar beneden zou gaan voor plotseling boven de rotsen uit kolkende golven, die je een onvrijwillige duik geven. Onze fruitvoorraad natuurlijk even aangevuld (na betaling) uit de bakfiets met fruit. Relaxt in de bus genieten van het steeds wisselde uitzicht tot het langzamerhand wel tijd wordt voor een lunchstop. Het is twee uur als we een leuk tentje in Camana binnenvallen. We zijn niet de enige toeristen. Maar geen probleem. De vriendelijke eigenaar wil deze omzet niet mislopen en heeft met zijn hulptroepen snel een lange tafel voor ons klaar staan. Het eten moet toch nog klaar gemaakt worden en ik ga even naar buiten, want aan de overkant van de straat zit een vrouw met leuke gebreide vingerpopjes in heldere kleuren. Twee leuke kindersnoetjes staan al gauw op de foto en er volgen er nog meer. Weer terug in het restaurantje worden Loes, Tjeu en Frans al snel door de leuke popjes naar buiten gelokt. Extra popjes verkoop en foto's en iedereen vrolijk. Ook in Peru zijn de kinderen gek op snoep. De vis en biefstuk smaken heerlijk. Goed gespijsd en gelaafd gaan we om drie uur weer verder. De ogen vallen hier en daar wat dicht. Hierdoor is het wellicht wat minder opgevallen dat landinwaarts het landschap wat vlakker en veel groener wordt. De gewassen worden bevloeid met opgepompt water en er graast zelfs het erg Nederlands aandoend zwart bont vee. Net na de zonsondergang bereiken we om iets over zessen hotel La Plazuela in Arequipa. Loes, Willem en ik maken bij het eten een fles rode wijn soldaat. Ook op 2300 m. smaakt dat prima 5ed wo 12 april 2006 Stadsbezoek + klooster Santa Catalina+momia Juanita+vrije tijd in de namiddag. We maken in een city-tour kennis met de charme van deze stad. Ook een bezoek aan het klooster Santa Catalina, een miniatuurstadje binnen de stad, staat op het programma, evenals het museum waar "Juanita" te vinden is, een jong meisje die ongeveer 500 jaren geleden aan de "apu" (heilige berg) Ampato werd geofferd. We kunnen ook de Vulkaan El Misti beklimmen of voor hen die dat willen rondwandelen in de stad. Excursie naar de rotstekeningen van El Toro, de stad bewonderen vanaf uitkijktoren van Yanahuara of een excursie ondernemen naar de molen van Sabandia. Vandaag moeten we erg lang op het ontbijt wachten. Wel tot acht uur. Vandaar dat Frans en ik een rondje in de wijk hebben gelopen, de straatvegers begroet en water gekocht. De kinderen zien we al naar school gaan. Een onafgebroken stroom gele taxi's komt op gang en ronkt al walmend over de rotonde voor het hotel. Prachtig om te zien. De geur is wat minder, maar heeft mijn eetlust niet bedorven. Daar is trouwens veel meer voor nodig! Omstreeks kwart over negen is onze gids Patricia gearriveerd. Ze vertelt onderweg dat de voornaamste bronnen van inkomsten voor Arequipa, de kopermijnen, de landbouw en vervaardigen van textiel zijn. Aangekomen bij een magnifiek uitzichtpunt liggen de vallei en de vulkanen voor ons. Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 3 van 20
De toppen van de Misti en voor de kijker links daarvan de Chachani glinsteren in de opkomende zon. Meer naar rechts moet ook nog de Pichu Pichu (slapende indiaan) vulkaan te zien zijn. Het verbouwen van gewassen op terrassen is al lang voor de Inca tijd begonnen. De tuin bij dit uitzichtpunt herbergt een grote variatie aan kruiden en planten en vlakbij staan de eerst lama's. Tenminste voor ons dan de eerste. De bevloeiing gaat met smeltwater uit de bergen dat met een kanalensysteem naar beneden wordt gebracht. In het winkeltje de eerste coca snoepjes gekocht en meteen wat dollars in sols gewisseld. Tien $ = 33 Sol of 3 Sol in 1$. Dat is gemakkelijk te onthouden. Verder naar de kerk van de Jezuïeten. Werd er net een beeld op een sokkel versjouwd. Gelukkig lieten de dragers het geheel tijdig zakken toen ze weer naar binnen moesten, want anders was deze heilige misschien wel voor de tweede keer onthoofd. De Jezuïetenkerk werd gebouwd tussen 1595 en 1698. Het zeer rijke, uit hout gesneden, hoofdaltaar (1698) is met bladgoud bedekt en bevat een mooie afbeelding van "Virgen con Nino". Geschilderd door de Italiaan Bernardo Bitti. Maar dan naar de St. Ignatius kapel, in de oude sacristie. De veelkleurige muren met de levendige afbeelding van tropische flora en dieren, laten een overweldigende indruk op het netvlies achter. In de kathedraal, fraai gelegen aan de Plaza de Armas is een dienst aan de gang. Evenals bij de San Pedros in Lima is ook hier de inrichting uitbundig en fraai. Gebouwd in 1621, afgebrand in 1844 en weer opgebouwd in neorenaissance stijl. Het is altaar ontworpen door de Italiaan Filippo Moratilla en uitgevoerd in Carrara marmer. Het machtige orgel komt uit België en de preekstoel getuigt van een vakkundig stuk houtsnijwerk uit Frankrijk. En verder is er een zeer imposante lamp aanwezig. Hoe prachtig de kerken ook zijn en een overdadige getuigenis van het rijke Roomse leven zijn, hoe veel indrukwekkender is voor mij, in al zijn eenvoud, het Museo Santuarios Andonos. Een rondleiding door de Duitssprekende gids brengt ons tenslotte bij de vitrine met het geofferde Inca meisje Juanita. In verband met onderzoek ligt er nu tijdelijk een ander meisje in de glazen gekoelde (ca. -250C) vitrine. Maar ook hier is het heel bijzonder om te zien hoe gaaf het haar en de kleuren van de kleding van dat mooie meisje nog zijn na zo lange tijd. Wat was er gebeurd? Omstreeks 1400 a.C. kwam de vulkaan Nevado (besneeuwd) Sabancaya (5980 m.) tot een grote eruptie. De goden waren duidelijk zeer vertoornd. Door de uitbarstingen smolt het ijs van de op ca. 10 km. afstand gelegen vulkaan Nevado Ampato (6380 m.). Zoiets gebeurde bij grote uitzondering. Op de toppen van bergen vereerden de Inca's de goden. Op de top van de Nevado Ampato kon, nu het ijs gesmolten was, aan Apu Ampato een offer gebracht worden. In een dergelijke ernstige situatie brachten de Inca priesters bij uitzondering een mensenoffer. Daarbij werden er ook tweetallen van mooie dieren geofferd, zoals gebruikelijk was. Aldus werd hier om de goden gunstig te stemmen, zodat de uitbarstingen op zouden houden, een mooi en ongerept meisje vrijwillig uitverkoren. In de hoofdstad van het rijk droeg de Inca zelf zijn goddelijkheid aan haar over, zodat ze met de goden kon communiceren. Met veel ceremonieel is Juanita tenslotte op de top van berg geofferd en begraven. De uitbarstingen hielden op en het ijs bedekte weer eeuwenlang de top met haar graf. En dan zijn we in 1995 aanbeland. Het ijs is na eeuwen weer Aerial view of the active Volcan Sabancaya gesmolten door een aantal erupties van de Nevado Sabancaya. Antropoloog Dr. Johan Reinhard vindt dan samen met Dr. Jose Antonio (foreground) and dormant Nevado Ampato (background) from the northeast Chavez dit schitterende 13 of 14 jaar oude meisje. Ze leefde en stierf in het tijdperk van de Inca's. Nu we haar hebben teruggevonden verdient ze ons aller respect, om wie ze is en wat ze vertegenwoordigt. Het was goed om na deze ervaring in het klooster Santa Catalina, gesticht in 1579, te treden. En om dat te kunnen doen met onze mooie, springlevende en donker ogende gids (Elena)! Heel apart! Het klooster beslaat een oppervlak van meer dan 20.000 m2 en is een dorpje op zichzelf, kompleet met een bakkerij, wasserij e.d. Er valt heel wat te vertellen over de wederwaardigheden van de overwegend rijke, veelal adellijke, jonge dames die hier intraden. Ze waren non, maar kwamen aan luxe en bediening niets te kort. De kostbare serviezen en het zilveren bestek staan als stille getuigen nu in het kleine museum. Na een aantal eeuwen maakte de paus hier een einde aan, omdat zoiets toch niet erg strookte met de gelofte van armoede. De oudere nonnen liepen meestal krom van de reumatiek na een jarenlang verblijf in de vochtige kloostergebouwen, ondanks de kleine kacheltjes in de cellen. Aan zuster Ana de los Angeles Montuagudo werden talrijke wonderen en profetieën toegeschreven. Zij was abdis van het klooster en stierf in 1686. In 1985 verklaarde paus Johannes Paulus II haar zalig. Na deze afwisselende en enerverende ochtend met ontelbare indrukken kon de lunch in restaurant La Pontezuela, met een fraai uitzicht op de kathedraal, niet anders dan heerlijk smaken. Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 4 van 20
Nog wat in de stad rondgelopen. Erg vertederend is het kleine Peruaantje dat op de Plaza de duiven voert. Tenslotte met de taxi naar het hotel terug. Peter kwam wat later terug na een extra rondje langs de plaatselijke VVV met een behulpzame dame, Maria genaamd. Die avond is het eten in het hotel wat apart. De keuken wist dit na een tijdje toch wel op te lossen. 6ed do 13 april 2006 Binnenlandse vlucht Arequipa/Cuzco+vrij voor hoogte aanpassing. Transfer naar de luchthaven voor de vlucht naar Cuzco (ca. 30 minuten en ca. 340 km), de oude hoofdstad van het Incarijk. Arequipa/Cusco - LanPeru LP 051 - 13u00/13u55. We zijn nu op ca. 3400 meter hoogte, waar we even aan zullen moeten wennen. Overnachting in Cuzco: Hotel Marani, Carmen Alto 194 San Blas Cuzco, tel/fax 0051-84249462. Onderweg naar Cuzco hebben we een prachtig uitzicht over de besneeuwde bergen van de Andes, waarvan de hoogste toppen boven de 6000 meter uitsteken. Met een mooie boog komen we in een dal terecht, voor ons ligt Cuzco tussen de bergen. Cuzco heeft 300.000 inwoners en ziet er met haar 16e eeuwse huizen, oude straten pleinen heel gezellig uit. Onze gids voor de komende 12 dagen is Ricardo. Hij en z’n team zullen ons ook gedurende de trekking over Salkantaypampa begeleiden. Om acht uur weer ontbijt. Dan met de taxi naar de volledig gerestaureerde watermolen "Molino de Sabandia" op ongeveer 8 km. afstand van de stad gelegen. En daar bij die molen, die mooie molen vinden we een prachtige verstilde omgeving. Mannen en vrouwen die op het land werken, paarden die werden klaargemaakt voor een rit in de omgeving en drie grazende lama's. De molen zelf werd in de 18e eeuw gebruikt voor het malen van graan, maar is in onbruik geraakt en vervallen. De architect die opdracht voor de restauratie kreeg was tenslotte zo gehecht aan "zijn" molen dat hij deze kocht en er ging wonen. De beide maalstenen kunnen nu weer door middel van twee waterinlaten in werking worden gesteld. Heerlijk om dit plekje beleefd te hebben. Dan de check in voor Lan Peru. Om kwart over één de lucht in richting Cuzco. Maar voor dat daar de landing wordt ingezet krijgen we een adembenemend uitzicht te zien van een aantal toppen van de Andes. De bergen fris groen door de vele regens van de afgelopen weken. Even een binnenlands vluchtje, maar natuurlijk wel met dezelfde strenge veiligheidscheck als een intercontinentale vlucht. Bij het "poortje" hangt mijn leatherman nog aan mijn riem. Vergeten, stom, stom! Wel de eerste keer na jaren vliegen, maar toch. Brengt u hem maar even terug naar de incheckbalie. Daar aangekomen liet een charmante, vriendelijke en behulpzame dame de lopende band even terugdraaien tot mijn tas er weer is. Leatherman in de tas en opgelost. Dan zijn we om tien voor twee echt in Cuzco. Hoofdstad destijds van het machtige Incarijk. Voor de eerste keer Plaza de Armas met natuurlijk als grote blikvanger de kathedraal, maar ook de huizen met de kunstig bewerkte houten balustrades. En dan links om de kathedraal door een paar pittoreske straatjes (Triunfo, Hatunrumiyoc en San Blas) naar de Plazuela San Blas. Dan nog even linksaf de Carmen Alto in naar hotel Marani. Achter de blauwe deur in de aaneengesloten gevelwand ligt de gezellige binnenplaats als een oase. Eigenaresse Tineke Griffioen ontvangt ons hartelijk. Die middag eerst twee paar stokken voor Arne en mij gereserveerd. Vergde enig overleg, maar dan zou zaterdag alles prima verlopen. Vervolgens wat rondslenteren in het gezellige en meteen vertrouwd aandoend centrum van Cuzco. Er is een grote variatie aan winkels, waar in alle prijsklassen “Mitbringsels” kleurrijk uitgestald staan. Rustig binnenlopen, wat vragen, vriendelijk geholpen worden en gewoon ook weer rustig even verder kunnen snuffelen zonder opdringerig gedoe. Op straat lopen vrouwen en kinderen die vingerpopjes, kalebassen en vele ander huisvlijtproducten willen verkopen. En niet te vergeten het vrouwtje met haar onafscheidelijke lama, die heel graag wil poseren voor een foto. Het vrouwtje neemt dan 1 sol als betaling in ontvangst. Die avond de kennismaking met Ricardo, onze gids. Een spontane, hartelijke kennismaking die veel goeds beloofd voor de rest van de vakantie. Maar wat is er gezelliger om onder het genot van een kennismaking met Pisco sour, een heerlijk stuk mals en sappig lamsvlees te proeven en genieten van de eerste verhalen van Ricardo. Niets toch!!! Het restaurant? Pacha Papas. Dan voldaan terug naar Marani. Op weg naar het restaurant heb ik niet zo gemerkt dat de Carmen Alto nogal hellend omhoog liep. Maar terug is even anders. Ik merk dat, ondanks een bereconditie, binnen een dag van 2300 m. naar 3400 m gaan wat doet met je body. Maar gewoon zoals in Afrika: pole, pole! 7ed vrij 14 april 2006 Cuzco: We verkennen de stad te voet, door de smalle straatjes met de oude Inca-muren, de Plaza de Armas, de kathedraal, de artisanale wijk San Blas, de Coricancha of Zonnetempel. ‘s Morgens bezoeken we met de bus 4 bezienswaardigheden in de onmiddellijke omgeving van Cuzco: Tambo Machay (Inca-baden), Puca Pucara (de kleine rode vesting), K'enko (het labyrint) en Sacsayhuaman (het hoofd van de puma die het grondplan van de stad vormt). Overnachting te Cuzco. Het ontbijt om acht uur heeft alles wat je maar kunt wensen. Het verse papajasap, de eieren, de yoghurt met of zonder muesli en niet te vergeten mucho pan. Om negen uur stappen we in de bus op de Plazuela San Blas om te beginnen aan een eerste verkenning van de omgeving van Cuzco. Zeer belangrijk hierbij is het officiële "Certifica" met fraaie afbeeldingen van de bezienswaardigheden "la ciudad del Cuzco, Capital Arqueológica de Sud América". Ieder wordt geacht dit certificaat te koesteren als een paspoort (dus ook altijd meenemen). Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 5 van 20
Even later ligt Cuzco aan onze voeten. Een magnifiek panorama. De stad ingebed tussen de bergen met daarboven een blauwe lucht met witte wolken. Een van Peru's belangrijkste toeristische attracties. Door de Inca's "Home of Gods" genoemd. In de oorspronkelijke Quechua taal was het Qosqo ofwel "Navel of the world". Als vanuit het midden van het web van een spin, het centrum van een netwerk van wegen die van het zuiden van het huidige Colombia tot aan het noorden van Argentinië liepen. Toen de Spanjaarden in 1533 Cuzco veroverden zijn veel gebouwen verwoest en op de fundamenten nieuwe gebouwd. Vandaag en de komende dagen gaan we de uitgestrekte landschappen, de rijke historie en betoverende geografie zelf beleven. Ricardo vertelt, onderweg naar ons eerste doel, over de drie heilige dieren van Peru. De puma staat voor kracht, de slang voor kennis en de condor voor de verbinding met de goden. En dan niet ver van de stad, gebouwd voor de beveiliging hiervan: Saqsaywaman (satisfied head). Spreek uit als sexy woman. Elke gelijkenis berust overigens op louter toeval. Het machtige fort vormt een indrukwekkend voorbeeld van de militaire Inca architectuur. De drie niveaus zijn ring na ring opgebouwd met tonnen zware stenen aangevoerd uit de omgeving. Het geheel werd destijds bekroond met drie grote torens. Om deze voldoende stabiliteit te geven paste men een constructie toe van drie elkaar omringende en met elkaar verbonden wanden. De binnenste helde naar buiten en de buitenste naar binnen. De fundamenten hiervan zijn nog goed te herkennen. In de verslagen van de Spanjaarden wordt vermeld dat de Inca's tot boven in de torens een toevoer van water voor de soldaten hadden. Waarschijnlijk kregen ze dit voor elkaar met behulp van een zorgvuldig volledig waterdicht uitgevoerd buizenstelsel en gebruik makend van de hydraulische werking van water. De Spanjaarden moesten drie maanden vechten om dit fort, niveau na niveau te veroveren. Tenslotte kregen zo ook de torens in handen, die ze dan ook meteen sloopten, om zo te laten zien wie de overwinnaars waren. En dan is hier Ricardo's verhaal van de vermoeide steen. Een grote steen wilde naar het fort. Iedereen raadde het hem af. Doe dat niet, de weg er naar toe is erg moeilijk en zwaar. Maar de steen ging ondanks alle waarschuwingen toch op weg. En het was zwaar, heel erg zwaar. De heuvel stukje bij beetje omhoog en aan de ander kant schoof hij veel te snel naar beneden door de gladde modder. Over de rivier en door ravijnen. Door dat alles was de steen moe, heel erg moe geworden. Hij keek even niet goed uit en viel in een groot diep gat. Wat hij ook deed het lukte niet om er uit te komen. Hij was zo bedroefd dat hij zelfs bloed huilde. Het verhaal van de steen is een metafoor voor het jarenlange werk aan het fort Saqsaywaman. Ook dat was heel erg zwaar en er vloeide bloed van de door de stenen verpletterde arbeiders.
Resteert nog de ingenieuze vorm en stapeling van de wanden van het fort. Stenen in de vereiste hoek gehakt en als een puzzel gestapeld, zodat er een optimale horizontale en verticale krachtenverdeling en verankering werd bereikt gecombineerd met een ingenieus stelsel van regenwaterafvoeropeningen. Een paar kilometer verder ligt: Tambomachay (Baños del Inca). De bron bij deze gebouwen bestaat al sedert eeuwen en geeft nog steeds dezelfde hoeveelheid water. Het was een van de vele pleisterplaatsen gelegen aan de Incatrails. Deze trails waren een logistiek vereiste om het grote rijk te kunnen besturen. Boodschappers, soldaten en karavanen met goederen konden zich snel verplaatsen. Terug naar: Qénqo, een rituele site op 3700 m. Het labyrint is op een natuurlijke wijze in de kalksteen gevormd. Het diende voor begrafenisrituelen. Afhankelijk van de rijkdom kon er uitgebreid gemummificeerd worden of eenvoudig gedroogd in de zon (vergelijkbaar met Egypte). Vandaag zal dat laatste niet zo goed lukken gezien de nu gestaag neervallende regen. Uitkijken want alles is nogal nat en glad. Ons "Certifica" is vandaag driemaal van een knip voorzien. Terug in Cuzco bleken de kerken gesloten. Het is vandaag Goede vrijdag en de voorbereidingen voor het Paasfeest zijn in volle gang. De lunch, die weer prima smaakte, wordt omlijst door een optreden van de groep "Qeuna" Ik geniet van de muziek en het professionele en enthousiaste optreden. Op een meeslepende manier spelen ze ook "El Condor Pasa". Twee van de vijf muzikanten bliezen hierbij samen elk op een grote panfluit. Als je dit alleen moet doen kom je lucht te kort. Een paar uur lekker in Cuzco gewandeld en de zon die scheen weer. Weer geld gewisseld, want de sollen die blijven rollen. Weer eens terug naar de juweliers van gisteren. Een keuze gemaakt en nu serieus over de prijs onderhandeld. Tenslotte, na wat heen en weer pendelen tussen een paar winkels, helemaal tevreden met onze aankopen. Frans koestert zijn zilveren lama en verheugt zich al op het verraste gezicht van Ali. Met z'n allen gezellig wat gedronken in een klein cafeetje en een stuk taart ging er ook wel in. Rumoer op straat. Een flinke groep soldaten loopt voorbij. Afrekenen en naar buiten waar het een drukte van belang is bij de La Merced kerk. Er is bijna geen doorkomen aan. Natuurlijk, de processie voor Goede vrijdag! Dan komt majestueus het grote Mariabeeld, compleet met baldakijn en verlichting en gedragen door 20 mannen, door de grote kerkpoort naar buiten. De stoet vormt zich met de bisschop en ander geestelijken, notabelen, gewapende garde, muziekkorps en een grote schare gelovigen. Een waar religieus spektakel dat mij toch even in de tijd doet teruggaan naar het rijke Roomsche leven in Brabant. Bij ons historie, maar hier nog springlevend. Het wordt al donker. Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 6 van 20
Deze avond is het goed verpozen in het restaurant Retana met eten, muziek en dans. 8ed za 15 april 2006 We bezoeken na het ontbijt Pickillacta (een zeer grote ruïne-stad uit de Huaricultuur) en de Inca-ruïnes van Tipon. Overnachting in Cuzco. (HP ) Om vast te wennen om zeven uur ontbijt en om acht uur op weg. Een eenvoudig weggetje voert ons omhoog. De bewoners van het dorpje zijn al op weg naar het werk met hun vee en landbouwgereedschap. Een klein meiske, rijdend op haar ezel, kijkt ons nieuwsgierig en verbaasd aan. Onze weg slingert zich als een rood lint door het indrukwekkende landschap naar: Tipón, ongeveer 20 km zuidelijk van Cuzco op 3385 m. Een ingenieus stelsel van terrassen, trappen en stenen watertoevoer kanalen ontvouwt zich voor ons oog. Boiling water? Het neerstromende water lijkt te koken zo wit en helder bruist het. De koning Jawarwaked (bloedende tranen) voelde zich erg ziek en wilde zijn einde op een mooie plaats beleven. En deze plaats was rustig, vredig en weg van de beslommeringen van het regeringscentrum. De zonen van de koning legden de terrassen aan en zorgden ervoor dat een ware lusthof van bloeiende planten de laatste dagen van hun vader zouden mogen verzachten. Maar de kracht van de natuur was zo groot dat de koning wonderwel herstelde. Men ging in de koninklijke "tuin" ook experimenteren met diverse soorten grond en gewassen, maar dit ook in combinatie met naar het noordoosten oplopende terrassen, waardoor de bezonning varieerde. Daarbij werd ook de hoeveelheid water gereguleerd. Hiervoor kwam een geavanceerd kanalenstelsel tot stand, met onder meer twee-, drie- of viervoudige, afzonderlijk te openen, aftakkingen. Elk terras kon zo de gewenste hoeveelheid water ontvangen. Met de aldus opgedane ervaringen werden aanwijzingen aan de boeren gegeven, zodat ze in staat waren om optimale opbrengsten van de akkers te halen. De bergen geven heden ten dage nog water. Aldus gehoord van een enthousiast vertellende Ricardo, die ook even met eigen lijf de wasplaats voor de werkers demonstreert. Wat kilometers verder: Pikillacta (pre Inca site). Van ca. 500 tot 900 a.C. bestond het grote Wari (of Huari) koninkrijk. Ayacucho was het centrum van de Waricultuur. Ze veroverden onder meer de Nascacultuur en brachten steeds een vermenging van eigen ervaringen en die van de veroverde volken tot stand. Vanaf ca. 1100 a.C. zetten de Inca's dit beleid ook voort. De Wari's beschikten over een uitgebreid wegennet, wat de basis heeft gevormd voor de Incatrails. Pikillacta is waarschijnlijk de grootste stad in dit gebied uit de periode voorafgaand aan de Incacultuur (opp. ca. 2 km2). De gebouwen en straten zijn met een strak en rechthoekig plan uitgevoerd. De huizen waren voorzien van ventilatie en ook aardbeving bestendig. Prachtig gelegen tussen de groene, glooiende heuvels. Goed voorbereid en gedocumenteerd legt Ricardo, mede aan de hand van tekeningen, de bouwconstructie van de huizen uit. Het is rustig en we lopen in de straten van een meer dan 1500 jaar oude stad, zoals destijds de bewoners. In één ochtend maken we een sprong in de geschiedenis van 500 jaar. Twee boeiende sites, tot leven gebracht door de enthousiaste beschrijving van Ricardo. Evenals 500 of 1500 jaar geleden moeten wij stervelingen ons ook laven en spijzigen. Waar zou dat beter kunnen dan in het Quinta Restaurant Traditionel "Don Tomás". De soep laten we ons goed smaken. De rest overigens ook. Gelukkig was er ook hier "Cerveza" en "Inca cola" onbeperkt voorradig. Dan terug naar Cuzco. Ricardo leidt ons rond door de kathedraal. Gebouwd tussen 1560 en 1664 waarbij het rode graniet van het fort Saqsaywaman is gebruikt. Architect is Juan Miguel de Veramendi. De gevel in renaissancestijl staat in contrast met het overdadige interieur van zilver en de barokstijl. De kathedraal van Cuzco is zonder twijfel een van de meest bekende koloniale monumenten in Amerika. Er zijn twee zij-kerken. De linker, aan de westkant, van de heilige familie. Hier zien we het altaar van Jezus en Maria. Een fraai stukje houtsnijwerk met bladgoud bedekt. Dan de immense ruimte van de hoofdkerk. Achter het hoofdaltaar staat het oorspronkelijke St. Petrus hoofdaltaar. Het ook hier indrukwekkende roodbruine houtsnijwerk van de elzeboom, is niet met bladgoud bedekt en bevat rococo elementen. De in het altaar geplaatste kleurrijke beelden komen fraai uit tegen het hout. Maar er kwam een ander hoofdaltaar in neoklassieke stijl uit cederhout gesneden en met goud bedekt. Later heeft men de voorkant bekleed met uit zilver gedreven platen. Mooi of niet, in elk geval indrukwekkend. De kleinere zijkapellen in de kerkruimte zijn stuk voor stuk ook kunstwerken op zich. Dan valt nog te vermelden de koor- of kanunnikenbanken. Ook hier snijwerk van cederhout in barokstijl en meters hoog met 48 mannelijke heiligen en 38 vrouwelijke heiligen en maagden. Zoals in de meeste kerken werden er door de makers ondeugende dingen in verwerkt. Bijvoorbeeld onder de omhoog te klappen zetels, duivelfiguren met een duidelijk herkenbaar gezicht van minder geliefde lokaal bekende personen. In deze kathedraal heeft men in de leuningen mooie vrouwen met inheemse gelaatstrekken afgebeeld als een verwijzing naar "Pacha Mama". Alleen zijn deze bevallige figuren "toevallig" zo geplaatst dat de geestelijken, als ze met de armen op de leuning leunden, met hun vingers de blote borsten konden strelen. Door een grote deur rechts komen we in de sacristie met een altaar met gedraaide kolommen in barokstijl en het "Retablo del Calvario". Een groot schilderij van de gekruisigde Christus dat wordt toegeschreven aan Van Dijk. Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 7 van 20
Apart hierbij is dat het lichaam op een vrouwenfiguur lijkt. Mogelijk heeft een vrouw model gestaan. Verder de schilderijen van de bisschoppen van Cuzco. Ook hangt hier een schilderij van "Het Laatste Avondmaal" van Marcos Zapata uit Cuzco. Bijzonder is hier de geroosterde cavia op tafel (inheems gerecht in Peru, wordt platgeslagen voor het roosteren). Dan staat hier de mostrans met een gewicht van 22 kilo goud en 5 kilo zilver en versierd met meer dan duizend parels, diamanten en smaragden. En dan de kapel van "Christo de los Tremblores" een donkere gekruisigde Christus (materiaal Amerikaanse agave). Het beeld is in de loop der tijden bruin geworden. Het is een van de rijkste Christussen in Peru vanwege de massief gouden kroon en nagels bezet met honderden kostbare juwelen. In 1650 hield een aardbeving direct op toen dit beeld in processie werd rondgedragen. Zo zie je maar weer. De wonderen zijn de wereld niet uit. En dan verder naar de rechter zij-kerk, aan de oostkant, "Templo del Triunfo". Dit was de eerste kathedraal van Cuzco en gebouwd op het paleis van Inca Wiracocha. Het hoofdaltaar hier heeft een strak neoklassieke stijl en hierin staat het "Cruz de la Conquista". Dit houten kruis was het eerste Christelijke kruis dat Vicente Valverde van Spanje meebracht naar het land van de Inca's. In de catacomben van deze kerk is een crypte die de helft van de as bevat van Garcilaso Inka de la Vega Chimpu Oqllo. Hij was de zoon van een Spaanse kapitein (Suarez de Figueroa) en een Inca prinses (Chimpu Oqllo) en is vermoedelijk in 1560 geboren. Door zijn historische beschrijvingen is een schat aan gegevens opgetekend en gelukkig bewaard gebleven. Door zijn gemengde afkomst kon hij zowel de Spaanse, maar ook de Inca kant behoorlijk objectief weergeven. Zijn as is in 1978 door de Spaanse koning vanuit de kathedraal van Cordoba naar Cuzco gebracht. Met alle kunstschatten hier aanwezig zou een aardig museum te vullen zijn. Zei ik eerder iets over het rijke Roomsche leven? En na al die indrukken naar: Koricancha en Klooster van Santo Domingo. De belangrijkste tempel was de Koricancha (plaats van goud/ zonnetempel) gewijd aan de aanbidding van de zon. De muren waren met gouden platen bedekt en er was een nauwkeurig gepositioneerd waarneempunt voor de zon. Het was een heilige plaats, waar de belangrijkste god "Inti" werd vereerd. Over deze tempel bouwde men de Christelijke kerk. Tengevolge van een aardbeving in 1950 stortte de kerk deels in en kwamen de muren van de oorspronkelijke tempel te voorschijn. De eeuwen oude muren met een stukje schildering zijn nu in volle glorie weer te zien. Het is prachtig om uitingen van twee culturen zo verenigd te zien. Zie verder voor een uitgebreide beschrijving van dit magnifieke heiligdom bijlage 4. Het is nu afgelopen met de cultuurpret en het wordt werken! Arne en ik hebben de stokken opgehaald voor morgen. Dat gaf enige discussie over de afgesproken hoogte van de borg ($100 of $150), maar tenslotte kwam alles weer goed. Daarna een tijdje op het Internet verpoost. Vandaag naar het Inca restaurant, waar de bediening geheel in moderne historische gewaden rondloopt en we het ons wederom goed laten smaken. Terug naar Marani en konden we nog een keertje met bewondering in de Hatun Rumiyoc straat de indrukwekkende stenen zien die eens deel uitmaakten van het paleis van Inca Roca. Dan door het San Blas stadsdeel met al die pittoreske winkeltjes. Eigenlijk wel apart dat het oude stadsdeel van Cuzco nog steeds dezelfde indeling heeft als in de Inca tijd. Die avond hebben we de tassen voor de eerste trekkingdag ingepakt. Even goed nadenken. Dat is op zich toch weer een logistieke prestatie, maar een goede oefening voor de dagen na morgen. Verder heb ik (goeie tip van Peter) alles uit mijn fototas gehaald wat niet absoluut noodzakelijk is. Scheelt mooi een kilo minder te dragen. 9ed zo 16 april 2006 Transfer naar Chinchero en verder met paarden of te voet (ca. 5 uur) tot de archeologische site van Huchuy Qosqo (zeer mooi landschap) + picnic vlakbij de ruïnes. Bezoek van de ruïnes, daarna gaat het verder met paarden of te voet naar beneden tot het dorpje van Lamay in de Heilige Vallei (ong. 2 uren). Overnachting in de Heilige Vallei in het hotel San Agustin Urubamba, Valle Urubamba s/n km 9 (Urumbamba), tel. 0051-84201025. Het vroege tijdstip van het ontbijt (vijf uur) werd enigszins verzacht door de verrassing van paashaas Peter. Heerlijke chocolade eieren op 1e paasdag. Wel wat discussie over de staplengte. Was het nu van hiel tot neus of toch niet? Laat Willem nu deze keer gelijk hebben. Jammer Tjeu, maar gisteren met de Gamaches een punt voor jou. Om zes uur in de bus en op weg naar Chinchero op 28 km. van Cuzco. Ricardo vertelt onderweg over de trek van de mensen uit het gebergte naar de stad. Ze bouwden echter hun huizen zoals ze in de bergen gewend waren. Daar was geen behoefte aan waterleiding, riolering en stevige fundering. Ging ook heel goed zonder. In de stad ligt dat toch wat moeilijker zonder riolering. Ook schuiven daar de huizen, gebouwd op de slappe ondergrond, de afgrond in bij een hevige regenval. De paardenmenners staan al klaar en wij na het omhangen van de rugzakken en dergelijke ook. Maar dan brengt Tjeu, zij het niet geheel vrijwillig, een bloedoffer voor "Pacha Mama". Later op de dag vertelt Ricardo ons hierover. Volledigheidshalve moet ik er wel bij vertellen dat mijn zakmes, vlijmscherp aangezet voor de vakantie, in mijn hand een duidelijke rol speelde bij dat bloedoffer. En vervolgens de ehbo tas van Peter. Kwart voor acht zetten we de eerste stappen. We genieten gaandeweg steeds meer van de indrukwekkende schoonheid van de bergen. Wijds en ruig en verder niemand te zien. Een pittige tocht, maar goed te doen en geen problemen met de Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 8 van 20
ademhaling. We stijgen verder tot 4200 m. Hier bedanken we "Pacha Mama" (moeder aarde) voor haar goede gaven. Ricardo heeft cocabladeren meegenomen. Ieder van ons zoekt drie mooie gave blaadjes uit en we lopen driemaal rond het uit bergstenen opgerichte monument terwijl we zeggen "Salute Pacha Mama". Daarna geven we de bladeren op een mooi plekje aan haar terug. Na de lunch vertel ik het verhaal van de schilpad en de puma met de trom van het leven en de trom van de dood. Dan liggen de ruines van Huchuy Qosqo aan onze voeten. Dat betekent klein Cuzco. De Spanjaarden spraken over Cuzco en niet zoals de Inca's over Qosqo. Deze plaats was een belangrijke locatie aan de Incatrail en er zijn vele tonnen aan goederen uitgewisseld en vervoerd. Er stonden op strategische punten uitkijkposten om tijdig te kunnen waarschuwen als er goederen in aantocht waren. De karavanen bestonden uit lama's met drijvers. Er werden lama's gebruikt omdat die meer kunnen dragen dan alpaca's. Deze laatste zorgden als huisdier voor wol en vlees. Even een overzicht: De lama (Lama glama) is lid van de camelidae-familie en komt uit Zuid-Amerika. De term lama (ook wel schaapskameel genoemd) wordt soms breder gebruikt om de vier sterk gerelateerde dieren aan te duiden. De Zuid-Amerikaanse tak van de familie omvat de volgende soorten: lama, vicuña, alpaca en guanaco Een lama staat bekend om zijn typische reactie tegenover (vermeend) gevaar, namelijk spuwen.Dit heeft al in menig dierentuin voor de nodige hilariteit gezorgd. De alpaca (Vicugna pacos) is ook lid van de familie Camelidae (kameelachtigen) uit Zuid-Amerika. Soms wordt hij incorrect aangeduid als lama en tot voor kort werd er gedacht dat de alpaca hieraan verwant is. Recent onderzoek toont aan dat hij verwant is aan de vicuña en dus in het geslacht Vicugna hoort. Schofthoogte ca. 90 cm. De Inca's zagen de vicuña als een hoog dier en het werd daarom ook beschermd. Op de dieren mocht geen jacht gemaakt worden. Alleen wanneer de priesters het aangaven mochten de dieren voorzichtig opgedreven worden om ze te kunnen scheren. De vicuña’s waren bijna uitgestorven. Dit was begonnen tijdens de conquista, met de komst van de Spanjaarden. De wol van deze dieren was zeer gewild en behoorde tot een van de waardevolste ter wereld. In tegenstelling tot de Inca’s, die hun wol ook waardeerden, maakte de Spanjaarden jacht op de dieren. Dit leverde bijna een uitgestorven soort op. In 1825 werd het dier officieel beschermd door een wet van Simon Bolivar. Dit was de eerste soort die in Zuid-Amerika officieel werd beschermd. Tegenwoordig worden de dieren beschermd in een aantal reservaten in Peru en Bolivia. Hier wordt ook weer de oude methode van de Inca’s gebruikt om hun (nog steeds) kostbare wol te winnen. De guanaco (Lama guanicoe) is een wilde lama uit de familie der kameelachtigen (Camelidae). Het is een karakteristieke bewoner van de Zuid-Amerikaanse hoogvlakten. De guanaco is de grootste van de twee wilde lamasoorten. De guanaco heeft een rossig bruine vacht op de rugzijde, de buikzijde is wit. De wol van de guanaco is grover dan dat van de vicuña en bestaat uit twee lagen. De bovenlaag is ruw, de onderlaag is fijn en zacht. De kop is grijs van kleur, met vuilwitte oren, wangen en lippen. De bruine ogen zijn opvallend groot. Op de flanken bevinden zich kale plekken, waardoor de guanaco warmte verliest. Aan de binnenkant van de voorpoten bevinden zich karakteristieke eeltplekken. Hij weegt 100 tot 200 kilogram en wordt 110 tot 115 centimeter hoog.
De huizen zijn deels in steen gebouwd, maar ook met de sneller te maken bricks (klei in vormen en drogen). De verbouw van groenten en fruit gebeurde op de horizontale terrassen, die door middel van afsluitbare goten te bevloeien waren. De plaats is door de bewoners verlaten en vergeten. En dan stroomt daar heel diep in de Heilige Vallei de Rio Urubamba omzoomd door de huizen van Lamay als speelgoedhuisjes. We dalen af en maken goed gebruik van onze stokken. Want het ziet er niet aanlokkelijk uit om, vanaf het twee schoenen brede paadje, een paar honderd meter de grinthelling af te glijden. Om vijf uur zijn we beneden. De imposante pieken van de Vilcanota bergketen domineren de vallei. Deze is al sedert de Inca tijd, door de zegen van de goden (=heilig), de overvloedige voorraadschuur van landbouwproducten voor de wijde omgeving. De klim was pittig, maar de afdaling zeker niet minder. Iedereen is voldaan en goed moe. Dat zal morgen wel aan de spieren te voelen zijn. De bus staat klaar en na een korte stop voor een foto van de puma uit het verhaal van vanmiddag, komt om kwart voor zes het hotel San Agustin in Urubamba in zicht. Lekker de benen strekken en diner. 10ed ma 17 april 2006 Heilige Vallei. Bezoek aan de zoutmijnen van Maras en de indrukwekkende site van Ollantaytambo. Aan het eind van de dag bezoeken we de ruïnes van Pisac. Overnachting Cusco. Al met al geslaagde en enerverende dagen. Vroeg naar bed, want morgen gaat het beginnen: de Inca Trail naar Machu Picchu. De trail volgt een pad dat tot en met de 4de dag tussen de 3400 en 4460 meter loopt. Daarna gaat het onder de 3000 meter verder. Na het ontbijt op weg naar Maras op ca 5 km. van Urubamba. Onderweg vertelt Ricardo over El Niño (het Kerstkind). Eenvoudig gezegd gebeurt er het volgende. Elk jaar rond Kerstmis warmt zich het water voor de ZuidAmerikaanse westkust op. Deze laag "drijft" op een koudere laag die zich tot de andere kant van de Stille Oceaan kan uitstrekken. Dit duurt een paar maanden en de opwarming kan behoorlijk variëren. Dit heeft weer grote gevolgen voor het klimaat op grote delen van de wereld. Wat betekent dit voor Peru? Warm water bevat minder voedingsstoffen en dan ook minder en andere soorten vis, zodat er een direct gevolg is voor de visvangst. Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 9 van 20
Daarnaast geeft het warme water meer verdamping en vallen de regens ook achter de bergen. Bij minder opwarming regent het voornamelijk voor de bergen en blijven de akkers te droog en dan minder of slechte oogst. In dit geval spreekt men van La Niña (de zuster van El Niño). Dan ligt het indrukwekkende panorama van Maras beneden ons. Gelegen op 40 km. vanaf Cuzco. De zoutmijnen zijn al in gebruik sedert de pre-Inca tijd. Het water stroomt door de bergen en neemt via deze weg zouten op uit de berg. Men laat het zoute water met een ingenieus kanalensysteem in de talrijke bekkens stromen. Het water verdampt in ongeveer zeven dagen, waarbij een laag zout achterblijft. Dit wordt verkocht en gebruikt voor het vee. Lopend terug naar Urumbamba en dan met de bus 21 km. verder naar Ollataytambo op 2800m. Deze plaats is zo genoemd als eerbetoon aan kapitein Ollanta, de held van de verdediging van het grote fort. Dit fort is op een strategische plaats gebouwd bij een samenkomst van drie wegen door de valleien en was gericht op een verdediging tegen aanvallen uit het noorden. Het blijft onvoorstelbaar hoe dit machtige bouwwerk steen voor steen tot stand is gekomen. Het was nog niet helemaal klaar. Daardoor is nu nog goed te zien hoe de tientallen tonnen zware stenen via een hellingbaan omhoog werden gebracht. Waarom was het fort niet klaar? Door de burgeroorlog om de erfopvolging tussen de twee zonen Huascar en Atahualpa, na het sterven in 1529 van hun vader Huayna Capac, werden alle arbeiders als soldaten ingezet en stagneerde de bouw. Huascar zat met zijn leger in Cuzco en werd gevangen genomen door Atahualpa. Ondertussen was Francisco Pizarro, een Spaanse conquistador, in het noorden geland. Hij nam Atahualpa met een list gevangen. De Inca had Pizarro in zijn hoofdstad uitgenodigd. Hij nam de Spanjaarden als mogelijke bedreiging niet serieus, onderschatte hen en verwachtte geen aanval omdat hij wel 1000 keer zoveel soldaten had. Deze misrekening kwam hem duur te staan. Tienduizenden soldaten werden afgeslacht. Atahualpa liet zijn broer vermoorden. Hiervoor veroordeelden de Pizarro hem ter dood. De Spanjaarden stootte door naar Cuzco en konden toen het fort Ollataytambo van de zuidzijde aanvallen. Daarbij was deze kant nog niet klaar. Kapitein Ollanta verdedigde het fort tot het uiterste en de koninklijke familie kreeg daardoor tijd om te ontsnappen. In 1532 had Pizarro het gehele koninkrijk in zijn macht en maakte het tot een Spaanse kolonie. Had Atahualpa de Spanjaarden niet onderschat en was het rijk niet verzwakt en verdeeld geweest door de burgeroorlog, dan hadden zeker de gezamenlijk legers van Atahualpa en Huascar de Spanjaarden zo gevangen kunnen nemen. Hoe was dan de geschiedenis van de Andes gelopen? Vanaf 1600 werd er minder geplunderd omdat na de conquistadores (goud- en gelukzoekers) er ook Spanjaarden met meer begrip voor de cultuur van de Inca's naar het land kwamen. Eerder toonden Garcilaso en zijn vader al veel meer begrip ten opzichte van de Inca's, maar dat was toen een uitzondering. Het is een stevige klim helemaal naar het hoogste punt van het fort. Het uitzicht is magnifiek. Dan terug richting Cuzco komt Pisac in zicht. Hier ligt een archeologische site, waar we door kleurrijk geklede vrouwen met kinderen worden verwelkomd. Natuurlijk hopen ze de enige producten van huisvlijt te verkopen. Ricardo spreekt met ze af dat ze eerst een traditioneel lied zingen. Daarna wisselen sols van eigenaar en koop ik ook een mooie ketting. Wat verder ligt het kerkhof, waarvan de grafopeningen duidelijk in de rotsen te zien zijn. Alle tombes zijn door de Spanjaarden, op zoek naar goud, geplunderd. De Inca's geloofden dat als het eerste leven hier op aarde goed geleefd was, er daarna een tweede leven in een andere ruimte kwam en daarna nog een derde. Ricardo vertelde verder dat uit onderzoek is gebleken dat men zo'n 35 jaar oud werd. Leef- en eetgedrag was meer op de natuur gericht dan in Europa in die tijd. Er kwamen minder ziekten voor en ook de pest was onbekend. Alle steden werden in harmonie en met eerbied voor de natuur gebouwd. Daarom vertonen alle steden een andere bouw afhankelijk van de omgeving. Om half zes weer terug in Cuzco, hotel Marani. Om kwart voor zeven geeft Ricardo ons tijdens de briefing de plattegrond van de route die we de komende dagen gaan lopen en de nodige uitleg hierover. We vertrekken om half zeven. Het begint nu echt. 11ed di 18 april 2006 Cuzco/Mollepata/Cruzpata/Chalacancha/Soraypampa (VP) 1e dag trekking Over eeuwenoude Inca-paden op pad met liters water en veel chocola. Cuzco – Mollepata. Het begin van de wandeltocht: Mollepata – Cruzpata. Alles gaat mee: tenten, voedsel en kooktoestellen. De muildieren hebben het niet gemakkelijk, behalve onze rugzak dragen zij ook nog alle equipement. Zelf dragen we onze zogenaamde “dagrugzak” met voedsel, drankjes, regenkleding, kortom de spulletjes die we die dag zelf nodig hebben. De Peruaanse begeleiders lopen met ogenschijnlijk groot gemak, maar ja die zijn er ook aan gewend, want het is een zeer ervaren begeleiding die met ons meegaat, bestaande uit een hoofdgids, 2 assistent gidsen, een kok en een aantal paardenmenners. Bij ca. 15 deelnemers gaan wel zo’n 20 muildieren voor de bagage en 5 paarden voor eventuele uitvallers in de groep mee. Daar er totaal geen elektriciteit is komt een hoofdlampje goed van pas. Vertrek vanuit Cuzco (3400 m) met een privé vervoer die ons via Mollepata (2985 m) tot Cruzpata brengt. Na een rit van ongeveer 2 uur komen we in Cruzpata aan. Nadien beginnen we aan onze avontuurlijke wandeltocht die ons in ca. 2 uur naar Chalacancha brengt voor de lunch, om vervolgens de tocht ca. 2 uur voort te zetten naar Soraypampa. Kamperen. De wekker piept om half vijf en half zes glijdt het ontbijt naar binnen. De berg bagage op en in de bus en karren maar op de geplande tijd van half zeven naar Mollepata. We maken een tussenstop bij een overdekte markt. Hier is letterlijk alles te koop. Kippen, groente, fruit, vlees, vis, kruiden enz. enz. De lange tafel midden in de markt zit vol met mensen die heerlijk zitten te smullen. Het zien bewerken van het vlees en de vis heeft bij enkel van ons de eetlust wat getemperd, hoewel bij de fruitkraam er toch behoorlijk wordt ingeslagen. We hebben dan ook heel wat voor de boeg. In Mollepata is op een pleintje en eenvoudige doch praktische open lucht keuken ingericht. Ik denk Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 10 van 20
voor de mannen die daar aan het werk zijn. Een vrouwtje staat op een houtvuurtje in een grote soepketel een voedzame maaltijdsoep te bereiden. Brokken vlees sudderen heerlijk gaar in het hete water. In de kruiwagen daarnaast zit in pannen, keurig afgedekt met doeken, de rest van de ingrediënten voor de vlees/groentesoep. Loes assisteert met een bevallige gratie in de "keuken" en jaagt iedereen weg uit haar domein. Onze bus vertrekt verder naar Cruzpata. Dat is tenminste de bedoeling. Het gaat een hele tijd goed ondanks de wisselende conditie van het wegdek. En ook overwint de chauffeur driemaal de asdiepe doorwaadbare bruine moddersporen tengevolge van de overvloedige regen. Enig slip en duwwerk hoort er nu eenmaal bij. En dan is het over. Iedereen eruit en verder lopen. Het eerste stukje van onze Salcantaypamparoute. De menners gaan nu met de paarden en muilezels terug naar de bus om de spullen op te halen. Om twaalf uur staan we boven op een wei met een mooi uitzicht over het dal. Het is een tijdje wachten tot alle spullen er ook zijn en de lunch kan worden klaargemaakt. Smaakt prima zo in het zonnetje. Arne fotografeert hier zijn eerste en laatste condor van de reis. We gaan op weg. Het uitzicht op de besneeuwde bergen is prachtig. Maar ook de kleinere dingen, zoals een tere begonia of de purperblauwe bessen van de pernethia vragen om even bij stil te staan en te fotograferen. Frans weet alle namen als rechtgeaard hovenier en met het kijken en foto's maken raken we wat achter. Geen probleem Mario, onze assistent gids, is bij ons. Frans en ik lopen wat stevig door en Mario weet twee doorsteken. Dat was wel pittig klimmen, maar dan halen we de rest van de groep wel in. Na een uur nog niemand te zien. Om tien voor vijf roept Ricardo met de portofoon Mario op en vraagt waar we ergens zitten. Blijkt dat we met de doorsteken al een half uur voorlopen op de rest. Gewacht en weer gezamenlijk naar het kamp op 3740 m. (according to Casio). nabij Salcantay, waar onze tenten al netjes klaar staan. Aankomst kwart over zes. Even inrichten met opblaasmatje, slaapzakken en wat opruimen. In de eettent schuiven we aan en de kok met assistent toveren op de twee propaanbranders een compleet maal op tafel. Dan vertelt Ricardo het verhaal van kapitein Ollanta van het fort van gisteren. Dat verhaal zit als bijlage 2 bij het verslag. 12ed wo 19 april 2006 Soraypampa/Salkantaypampa/Padrechayoc (VP) 2e dag trekking De Inca Trail startte vanaf Mollepata naar Cruzpata. Het gaat verder met de tocht van Soraypampa (3900 m) en Salkantaypampa naar Padrechayoc. Zeer mooie zicht op de Nevados Humantay (5459 m) en Salkantay (6264 m). Vandaag zullen we in 2 etappes ca. 6 uur lopen. Lunch wordt gebruikt bij een meer in de vallei. Kamperen Prima geslapen, om zes uur op, zeven uur ontbijt. De slaapzakken en matjes, voor het ontbijt, met de andere spullen in de waterdichte tassen gedaan. Even goed checken of er niks vergeten is in de dagrugzak. De paardenmenners zijn al druk in de weer met het opladen van de dieren. Bij het op- en afladen worden ze geblinddoekt zodat ze rustig blijven staan. Om kwart voor acht de start van de zware etappe. Het weer is goed en bij de stortbui vannacht is alles droog gebleven. Onderweg helpen we een andere groep met adviezen en diamox. Met een van de vrouwelijke leden gaat het echt slecht. Volledig onvoorbereid en na één dag Cuzco, even een trekking doen boven de 4000 m. Ook geen idee ervan hebben dat veel drinken van "levens"belang is. We stellen een van onze paarden voor haar beschikbaar. Ook nu weer een prachtig uitzicht op de bergen waar ik me heel rijk voel en daarbij toch ook heel klein in die imposante natuur. De lunch smaakt om twaalf uur, op 4350 m. (a.t. Casio) ook lekker. We stijgen verder met gaandeweg minder zuurstof. Stap en stok, stap en stok. Het gaat goed. En dan staan we toch weer verrassend snel op het hoogste punt: 4500 m. Het is tegen tweeën en we brengen met cocabladeren een dankbaarheidsloffer aan de goden. "Salute Pacha Mama". Om ons heen de imposante besneeuwde pieken. Toen de afdaling. Dat ging aanvankelijk wel goed, maar na een uur zit ik er compleet doorheen. Maar gewoon doorgaan. Ik zou niet anders willen. En dan komt er ook nog hagel en regen. Met het naar beneden vallen daarvan zakte mijn humeur in gelijke mate. Op vakantie en dan regen. Als ik ergens de pest aan heb. Heb ik toch niet genoeg geofferd? Wat later weten Loes en Peter mij weer volledig op te beuren met hun grappige opmerking. "Je lijkt wel een pater met die regencape tot over je schoenen". Om kwart voor vijf is het kamp bij Padrechayoc bereikt op 3800 m. Lekker thee gedronken en in de tent een uurtje plat voor het eten. Dat smaakt weer heerlijk. Maar tijdens het eten wordt de grote tent stevig getest op wind en regenbestendigheid. Een onweer barst los. De grote tent blijft overeind, maar hoe treffen we dadelijk de kleine tenten aan. Hier en daar zijn bij gebrek aan stalen haringen ook takken gebruikt. Het onweer gaat weg en komt even later weer terug met de nodige regen en rukwinden. De ononderbroken flitsen van de bliksem scheuren de hemel naar alle kanten open. Het lijkt wel of alles verpletterd wordt onder het daverende geraas van donderslagen. De schade valt mee. Alleen de tent van Willem is in elkaar gestuikt en dat is toch wat lastig om zo te slapen. Geen nood. De eettent wordt ontruimd en Willem z'n tent er compleet in gezet. Er kan geslapen worden en dat doen we na zo'n tocht. 13ed do 20 april 2006 Padrechayoc/Wayrajmachay/Colcapampa (VP) 3e dag trekking We vertrekken van Padrechayoc in een ca. 2 uur durende wandeling. Mooie zicht op de Nevado Atun Kasa en de bergpas Inka Chiriasca (de rustplaats van de Inka) (5017 m). Na de lunch in Rayampata lopen we nog 3 uur naar Colcapampa, waar we ons kamp opslaan. Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 11 van 20
Herhaling van eerdere dagen. Zes uur op en inpakken, zeven uur ontbijt en acht uur wegwezen. Maar niet voordat ik genoten heb van het opgaande zonlicht dat de toppen van de omringende bergen in een betoverende witte gloed zet. We dalen naar ongeveer 2600 m. en stap voor stap veranderen de bergen in de "high jungle". De plantengroei wordt uitbundiger evenals de muggen. Maar die verwen je met deet. Onderweg staan opeens in de middle of nowhere een groepje hutten. Wat verder een mooie begonia, een zeldzame berg orchidee en prachtige gele iris. Een apart gevoel om zelf over een trail te lopen en dan te bedenken dat meer dan 600 jaar geleden hier drijvers met karavanen van honderden lama's liepen om goederen te vervoeren. Of regimenten soldaten in het grote Incarijk. En nu nog lopen hier paardenmenners met landbouwproducten van plaats naar plaats. Het is bijna drie uur en in de diepte is de hangbrug te zien over de bruisende Colcapampa rivier. Colcapampa betekent: place to take and store food en pampa is een vlak stuk land. De licht schommelende brug geeft een mooi uitzicht op de wild kolkende rivier. Even later het kamp bij Colcapampa, volgens Casio 2810 m. Mario vertelt mij dat Ricardo vandaag jarig is. Onze gids wilde dat een beetje stil houden en ik beloof hem niemand wat te vertellen (tenminste de eerste vijf minuten). Loes en ik gaan een fraai boeket bloemen snijden. Dat kan dadelijk met een leuke felicitatie op tafel. Daarbij zien we dat een paar mensen, die daar wonen, net een schaap hebben geslacht . Dat ligt, keurig gevild, onder een stuk plastic ligt te besterven. Dat kan toch niet voor ons zijn? Aan tafel is Ricardo blij verrast met de bloemen en felicitaties. Natuurlijk zingen we hem ook uitbundig toe. Vandaag 32 jaar jong. Na de soep neemt Ricardo ons mee naar buiten omdat de paardenmenners een verrassing voor ons hebben. Aangekomen bij een heuveltje wordt dit besprenkeld met bier om "La Pacha Mama" te bedanken. Dan wordt het zand voorzichtig weg gegraven en komen, er keurig afgedekt met karton en plastic, het in stukken gehakte schaap en de aardappelen tussen gloeiend heet gestookte stenen te voorschijn. Even later komt het heerlijk gaar gestoofde en botermalse vlees op tafel. Om een puntje aan te zuigen zo lekker. De spontaan opkomende wat pikante moppen zijn als een pittige saus over deze overvloedige schranspartij. Voldaan rits ik mijn slaapzak dicht. Ik vergeet bijna nog te zeggen dat ook Tjeu, hoewel niet jarig, ook een mooi rond, bruin en geurig cadeau in zijn schoen kreeg van Willem. Had ie nog te goed. Willem lag met ontbloot (boven)lijf even lekker te zonnen. Gooit Loes, opgestookt door Tjeu, de snoodaard, koud water over hem heen. Loes kon deze verleiding niet weerstaan, maar het verhaal vertelt niet wat haar beloning was. 14ed vrij21 april 2006 Colcapampa/Winaypoqo/La playa (VP) 4e dag trekking Een nieuwe dag van in 2 etappes (resp. 2.5 en 3.5 uur) totaal ca.6 uur wandelen wacht ons vandaag. Het gaat bergaf in Colcapampa waar we even pauze maken Daarna lopen wij nog tot Winaypoqo. Voor een lunch in Lluscamayu. Vanaf campingplaats prachtige zicht vallei. Ook vandaag zes, zeven en acht uur ritme. Alleen vreemd dat Casio nu 20 m. lager aangeeft. Vastgesteld is dat Peter deze hoogte heeft vastgesteld nadat hij de wc tent bezocht had. Hoogteverschil tengevolge van drukverschil? De pikante saus van gisteren echode bij het ontbijt ook nog wat na. Wat eerder had Tjeu ook uitgelegd waarom hij al jaren de heerlijke eieren overslaat. Het bevreemdde ons al een tijdje, maar nu is dat volkomen duidelijk. Onderweg is het weer genieten van de overdadige en ruige natuur. De Colcapampa rivier komt met enkele kleinere stromen samen en vormt zo al bulderend de Salcantay rivier. Vervolgens komt er twee keer een oversteek van een waterval, waarbij de stokken een uitkomst zijn. Op twee poten over die spekgladde stenen stappen is niet aan te raden. Ricardo knapt even een uiltje tijdens de lunchstop. De prachtige natuur met de wilde rivier zorgt voor steeds weer wisselende uitzichten. Het blijft steeds weer boeien. Dan staan we om vier uur in het kamp La Playa aan de Salcantay rivier. In de rivier is het heerlijk om een bad te nemen. De kracht van het water spoelt alle aangekoekte vuil wel los. Niet te ver van de kant want dan sleurt de rivier je mee en wordt het meer een stone wash en dat is alleen goed voor spijkerbroeken. Na het eten verteld Ricardo een mooie Inca legende. Zie bijlage 3. En verder horen we nog het verhaal van "Dientje en de weerwolf" van Jan-Willem en Roodkapje op z'n Peruaans van Ricardo. Dan is het wel weer mooi voor vandaag. Het is heerlijk om met het geruis van het wild stromende water op de achtergrond, in mijn slaapzak te kruipen. Binnen vijf minuten in dromenland. 15ed za 22 april 2006 La Playa/Santa Teresa (VP) 5e dag trekking We trekken verder gedurende 7 uur, onderbroken door een lunch tot Rio Sirkay. Daarna gaat het omhoog naar het uitzichtpunt (mirador) van Llactapata. Omringd door Coca plantages waarover de gids het nodige zal vertellen (mooi uitzicht). Vandaag voor de laatste keer het zes, zeven en acht uur ritme. Gaan we nog behoorlijk missen! De kampeerplaats ligt vlak bij een klein dorpje. Wel erg klein vandaar klein en dorpje. Er is alleen wat meer te koop omdat aanvoer met een vrachtauto mogelijk is. Er is dus ook Cerveza. Maar ook hier vragen de leuke kinderkopjes om een foto. De kinderen zijn spontaan leuk en gaan graag op de foto. Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 12 van 20
Na drie uur lopen even een tussenstop. Daarna voor de liefhebbers het laatste uur op een paard. Frans, Loes, Sonja, Tjeu en Arne wagen deze uitdaging. Een stuk verder ligt een stevige brug over de nog steeds woeste Salcantay en het te paard passeren hiervan gaat vlekkeloos. Onderweg nog een kerkhof en Willem heeft in z'n beste Spaans daar wat meer informatie over losgepeuterd. Boven in de berg achter het kerkhof is een grote opening, de Puerte Pedro genaamd. Na de dood gaat ieder daardoor naar Petrus en de hemel. De ruiters hebben het zo naar hun zin dat ze eigenlijk, als we onze lunchplek naderen, zelfs wel te paard zouden willen lunchen. We lunchen op het grasveld naast de school Virgen del Carmen in Santa Teresa op 1600 m. De school gaat uit en een grote stroom kinderen komt even kijken wat er aan de hand is. En zoals overal gaan koekjes en snoepjes er wel in. Vertederende, brutale, lachende smoeltjes. Ricardo vertelt dat na een school zoals hier, de high school mogelijk is en daarna de universiteit. Ook met een high school diploma wordt er toch nog een toelatingsexamen geëist. De studieduur in normaal vijf jaar en voor medicijnen zes. Er staan onder andere in Lima, Cuzco en Tacna universiteiten. Alle docenten komen uit Peru. Er is een uitwisselingsprogramma met andere universiteiten zoals uit de U.S.A. Archeologen komen bijvoorbeeld voor onderzoek naar Peru. Om half drie op weg naar de Baños Termales Cocalmayo, dus geen terminale baden. Gewoon een extra onderbroek meegenomen. Die stinkt toch al na de trekking en is dan meteen schoon. Na 50 minuten een koude douche om alle vuil van dagen wandelen af te spoelen en dan. . . .? Heerlijk zalig het warme water in. Wat een genot met een Cerveza in je hand. Een klein jongetje komt meteen naar me toe en het noemt me papa, hetgeen natuurlijk wel enige vragen oproept bij mijn reisgenoten. Toch maar volgehouden dat ik voor de eerst keer in Peru ben en leuk met het manneke gespeeld. Van het bad op de foto naar het nog warmere tweede bad. Het hete water loopt uit een bergspeet in dit bekken. Ik zou er wel uren in willen zitten en gewoon genieten. Op de terug weg is een man tot aan zijn knieën in de modder gezakt en zit behoorlijk vast. Mario trekt hem eruit. Gelukkig dat we net langskwamen. Gezellig Duits pratend lopen we terug. Hij heet Francisco, heeft Spaanse ouders en woont in Barcelona. Hij studeert nu voor leraar Duits. In verband met vestigingen van Duitse bedrijven in Spanje is daar behoefte aan. In 1988 is een groot stuk sneeuw met ijs afgebroken en in de Urumbamba rivier gestort. Binnen enkel minuten steeg het water razendsnel en werden de huizen van Santa Teresa en een deel van de spoorlijn door het water met rotsblokken weggevaagd. De huizen zijn op een hoger gelegen plaats opnieuw gebouwd. Na deze verkwikkende badmiddag, eten en slapen we op het grasveld bij de school. 16ed zo 23 april 2006 Santa Teresa/Hydroelectrica/Aguas Calientes (VP) 6e dag trekking We lopen gedurende 4 uur bergaf tot Hydroelectrica (1990 m) waar we de lokale trein nemen die ons in 40 minuten tot het dorpje van Aguas Calientes brengt (2060 m). Hier overnachten we. Voor de afwisseling is vandaag het schema vijf, zes en zeven uur. De kok is weg? en de assistent kok heeft z'n best gedaan voor het ontbijt. Het ziet er in elk geval kleurrijk uit. Dan het betalen, bedanken en afscheid nemen van de paardenmenners. De vriendelijk behulpzame mannen zijn dagenlang met ons meegetrokken, hebben geholpen, tenten opgebouwd en weer afgebroken. Zij gaan weer naar huis en staan dan weer klaar voor een volgende trip, behalve als er op het land gewerkt moet worden. Wij staan bij de dikke staalkabel waaraan een bakje hangt om de brede, woest om de rotsblokken kolkende, Urumbamba rivier over te steken. Rafting in deze rivier lijkt me een poging tot zelfmoord. Het is een prachtige ervaring om met zo'n bakje, waar net plaats is voor twee personen, de rivier over te steken. Na een uurtje staan alle spullen met onszelf aan de overkant. Iedereen beleefde het als een prachtige ervaring. Peter kreeg een extra rit heen en terug omdat het touw waarmee het bakje heen en weer wordt getrokken, in de knoop raakte. Onderweg staat er een boerderijtje langs het pad. Een ouder echtpaar verkoopt heerlijk kleine tomaten en vruchten (grenadines?) En ook frisdranken. Binnen ziet het er nogal eenvoudig uit. De avocado's liggen in de slaapkamer en aan het bed te zien is er vrijwel zeker geen wasmachine in het huisje aanwezig. Dan komen de buizen van de Hydroelectrica centrale in zicht. Hoe werkt het? De Urumbamba rivier loopt met een bocht om de berg en daalt hierbij van 3150 naar 3000 m. Er staat een stuwdam op 3150 m. Vanaf dat punt is er een boring door de berg gemaakt en het water loopt in twee buizen 150 m. omlaag. Door het hoogte(=druk)verschil en de stroomsnelheid kunnen waterturbines worden aangedreven, die dan weer generatoren laten draaien voor de elektriciteitsopwekking. Het overtollige water spuit langs de bergflank in een machtige waterval omlaag. Zie schets hieronder. Om twaalf uur zitten we heerlijk te lunchen in een restaurantje aan de spoorlijn. We hebben de trekking prima volbracht. Geeft een heerlijk gevoel. Daarna klimmen we met Mario naar een Inca offersteen en vanaf die plek is in de verte goed Machu Picchu te zien. Nog één dag wachten!!! De treinfluit gilt en het onmiskenbare geluid van een zware dieselloc van Perurail wordt hoorbaar. De trein rijdt met twee grote bogen uit de bergen omlaag. Beneden gekomen wordt de locomotief losgekoppeld om weer terug te kunnen rijden naar Aguas Calientes. Langs de rails is het een gezellige drukte van alle zakken, tassen en dergelijke wat straks allemaal mee moet in de trein. Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 13 van 20
boring
waterval
stuwdam 3150m
Urumbamba
buizen turbines 3000m
Langs de rails staan de nodige kleine zelfstandigen die goede zaken doen met de wachtenden die netjes op een rijtje op het vertrek wachten dat om 15.25 gepland is. Drank, fruit en andere lekkere dingen verwisselen van eigenaar voor enkele tientallen sols. We zitten net in de trein en wie komt met twee grote zakken de trein in? Het oude vrouwtje van het boerderijtje, waar we vanmorgen langsliepen. Avocado's en fruit. Nog maar wat ingeslagen voor de treinreis. Kwart over vier stopt de trein in Aguas Calientes bijna voor het hotel. De rails loopt dwars door de stad. Heerlijk gedoucht, geschoren en de tas weer opgeruimd. Om negen uur uit eten. Morgen vroeg op voor de eerste bus naar Machu Picchu. 17ed ma 24 april 2006 Aguas Calientes/Machu Picchu/Cuzco (HP) 7e dag trekking Uitgebreid bezoek aan het einddoel van deze tocht: Machupicchu. Stempels in paspoort in Machu Picchu. In de morgen stijgen we tot de deuren van Machupicchu (2430 m) via het kleine pad die vanaf Puente Ruinas begint (ca. anderhalf uur). Het kan ook zijn dat we dit traject per lokale bus afleggen. Na het bezoek krijgt iedereen voldoende vrije tijd om op zijn gemak door de ruïnes te lopen en in de middag gaat het per bus naar beneden tot Aguas Calientes waar we de trein ("backpacker") nemen voor de terugreis naar Cuzco (ca.3 ½ u.). Terug naar Cuzco dus. Met de trein, getrokken door een diesellok, gaan we naar Cuzco terug. Zo nu en dan zijn er heuse vlammen zichtbaar die de pijp verlaten bij het nemen van een helling. Binnen in de trein is het “ietwat rommelig”. Enorme hoeveelheden bagage in de vorm van balen liggen her en der verspreid in het gangpad. In Cuzco kunnen we echter weer bijkomen van de inspanningen, bijvoorbeeld door ’s avonds enkele of één lokaliteit te bezoeken waar ze lokale muziek ten gehore brengen. Vijf uur op, kwart voor zes ontbijt een paar deuren verder in de straat en om half zeven de bus. Die slingert over de smalle weg omhoog en na een half uur is daar de poort naar Machu Picchu (Oude Piek, 2400 m.). De legendarische stad, mysterieus in de zonnestralen van de vroege ochtend. Ricardo vertelt dat de uitbreiding van het rijk verliep van noord naar zuid door middel van veroveringen, verdragen en handelscontacten. De Inca's wilden al eerder een sprong maken naar de jungle, maar dat lukte niet in één keer. Omstreeks 1350 maakte de grote Inca koning Pachacutec het steunpunt Machu Picchu. Vanuit die plaats was verder onderzoek van de gebruiksmogelijkheden van de jungle mogelijk. Ook hiervoor waren mensen benodigd. Zoals ik al eerder bij Juanita vertelde, brachten daarom de Inca's sporadisch mensenoffers. De mensen waren juist nodig voor verovering en verdediging, bouwen, handel, transport en onderzoek. Ook na gevechten probeerden de artsen de verwondingen te genezen, zelfs schedelbeschadigingen. Dit lukte wonderwel, zoals uit onderzoek van skeletten veel later is gebleken. Dieren werden wel geofferd. Bijvoorbeeld in de Highlands tijdens het offerfeest aan het begin van het jaar op 21 juni, twee stieren uit dankbaarheid voor de vruchtbare aarde. Het ploegen gebeurde meestal ook met twee dieren ieder aan een kant van de disselboom. In de steden staan tegenwoordig op de daken van de huizen twee dieren als symbool hiervan. Boeiend is om hierbij te beseffen dat omstreeks 1400 b.C. in India en Persië (Iran) een Mithras cultus bestond, die tot 2000 jaar later nog steeds door de Romeinen verder is verspreid. Het kenmerkende hierbij was dat Mithras een stier doodde, om als een gunst aan de mensheid, met diens bloed de aarde te bevruchten, zodat ze rijk vruchten zou dragen. Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 14 van 20
Op 24 juli 1911 ontdekte Yale university professor Hiram Bingham (1875-1956) Machu Picchu. Hij was met de kronieken van de Spanjaarden en cryptische aanwijzingen van een der laatste Inca's Manco Capac II, in de hand op zoek naar oude Inca stad Vilcabamba, de laatste schuilplaats van de Inca's. De boeren beneden in canyon van de Vilcanota rivier vertelden hem dat ze daarboven ruïnes hadden gevonden. Een tien jarige jongen gidste hem verder tot aan de ruïnes. Dit moest volgens Bingham, Vilcabamba zijn, maar tenslotte bleek het de verloren stad Machu Picchu te zijn. Later schreef hij in zijn boek "De ontdekking van Machu Picchu": 'Plots stond ik voor de muren van ruïnes en van huizen, de beste kwaliteit Incabouwkunst. De muren waren moeilijk te zien, daar ze in de loop der eeuwen gedeeltelijk waren overwoekerd door bomen en mos, maar in de schaduw van bamboebosjes en dicht vervlochten klimplanten waren hier en daar muren zichtbaar van witte granieten blokken, die met grote precisie waren uitgehouwen en waren samengevoegd. Er waren schitterende tempels en koninklijke huizen te zien, een groot plein en tientallen huizen. Het leek wel een droom'. Machu Picchu, met rechts de Wayna Picchu (hoge piek) en links de Huayna Picchu (jonge piek)
Terug naar het heden. In het door de wolken gefilterde ochtendlicht ligt de stad daar prachtig. De kleuren van de gebouwen, de bloemen, struiken en terrassen. Met daarbij nog niet veel ander toeristen. En over alles heen staat daar al eeuwenlang de bergpiek Wayna Picchu (hoge piek) op wacht. Indrukwekkend en uitdagend. Ik loop gewoon wat rond en fantaseer hoe hier meer dan 700 jaar geleden mensen geboren werden, woonden, werkten, liefhadden en weer doodgingen. En was dat nu ineens plotseling gestopt? Had iedereen Machu Picchu verlaten? Ricardo vertelt dat waarschijnlijk in 1530 alle mannen voor de gevechten tegen de Spanjaarden uit de stad vertrokken zijn, een deel van de bevolking is gevlucht en alleen de oudere vrouwen zijn achtergebleven en vergeten. Dat is mogelijk ook de reden dat de Spanjaarden de stad nooit hebben kunnen ontdekken. Er zijn namelijk mummies van mannen en vrouwen gevonden die omstreeks 1300 gedateerd kunnen worden. Van de periode na 1530 alleen maar skeletten van oudere vrouwen. We lopen langs de deels weer gerestaureerde gevels van een aantal huizen en Ricardo legt de constructie van de daken uit. Zodanig dat ze storm en regen konden verdragen. boomstam(bruin)
stenen oog
boomstam (beige) De boomstammen (bruin aangegeven) worden vastgebonden aan de stenen ogen en aan de boomstammen (beige aangegeven) die in de muren zijn ingemetseld. Over de hoofdbalken komen weer verticale stammen en vervolgens afgedekt met stro.
stenen gevel
Dan staan we bij de Intihuatana steen. Inti=zon en huatana=vasthouden of binden. De steen bindt de zon positie vast. Hoe die steen precies werd gebruikt is niet bekend. Wel dat de opstaande punt als zonnewijzer diende (de gnomon of stijl). Daarbij was hij precies op de Inti Punctu (zonnepoort opening) in de bergen gericht zodat het begin van de seizoenen kon worden bepaald. Dit was een belangrijk gegeven voor de landbouw. Er staat in de hele stad maar één gebouw met een ronde vorm. Alles heeft verder een rechthoekige vorm. Dit gebouw, De Torreón (Tempel van de zon) is opgetrokken uit hard graniet. De blokken passen, als gladgestreken, haarfijn op elkaar. In de tempel is een kleinere Intihuatana uit rots gehouwen die diende als solaire observatieplaats. Vermoedelijk had de tempel geen dak. De vensters zijn gericht naar de plaatsen waar respectievelijk de zon opkomt tijdens het zomer- en wintersolicticium. Dan vallen de eerste zonnestralen van de Inti Punctu door een van de ramen, zoals ook bij de zonnetempel in Cuzco Op een ander plaats ligt een steen die met houten wiggen is gespleten. Dit vergde een goede kennis van de structuur van het materiaal. In gleuven werden houten wiggen geslagen. Door ze steeds nat te houden zette het hout uit, waardoor de steen tenslotte spleet en men die verder kon bewerken. Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 15 van 20
Dan komt de uitdaging van de Wayna Picchu met een hoogte van 2665 m. Loes, Frans, Willem, Arne en ik nemen hem aan. Na een stevige klim langs steile trappen, met op diverse plaatsen een dikke staalkabel om je vast te houden, zijn we na 50 minuten om kwart voor elf boven. Ik heb geen droge draad meer aan m'n lijf. Maar het adembenemende uitzicht op Machu Picchu maakt dat alles meer dan goed. Wat een magnifiek zicht op de omringende bergen en daar tussen de stad met de gebouwen en terrassen als een parel ingebed. Wel om de beurt op het smalle hoogste punt gaan staan anders gaat de afdaling sneller dan gewenst. Ook bij de afdaling is het genieten van het wisselende uitzicht. De trein, die ons straks terugbrengt, lijkt wel een speelgoedtrein. Na de afdaling de altaarsteen van de condor en de offerplaats bezocht. Vijf uur in Machu Picchu doorgebracht. Ik zou er wel dagen kunnen ronddwalen. Maar aan alles komt een eind en om half twee staan we weer in Aguas Calientes. Met de bus naar boven en terug is toch wat comfortabeler dan twee en een half uur klimmen en ook weer dalen. Zeker met de ervaring van de voorgaande dagen en Wayna Picchu erbij Ik had al eerder wat verteld over de drie heilige dieren van Peru. De puma voor kracht, de slang voor kennis en de condor voor de verbinding met de goden. Uit het boek "The Sacred Valley of the Incas, Myths and Symbols" van Fernande E. Elorrieta Salazar en Edgar Elorrieta Salazar, uitg. Sociedad Pacaritanpu Hatha, Cusco Peru 1996) het volgende: De drie genoemde dieren komen terug in Machu Picchu. De Vilcanota-rivier slingert om de Heilige Stad heen als een Slang. Het dier dat men bij de bouw heeft verwerkt is de Puma, liggend op de grote afgrond achter de stad Machu Picchu. Zijn koninklijke vorm komt heel goed uit met zijn opgeheven hoofd westwaarts en het lichaam in een rustende positie. Het hoofd is gevormd uit de terrassen aan de voet van de Intihuatana, de heiligste tempel in Machu Picchu, waarvan de Intihuatana zelf de kroon vormt van de Poema, de kroon op het werk waaruit de Inca's hun astronomische observaties deden. De geniale ontwerpers hebben de Machu Picchu zo gebouwd dat vanuit de top van de Huayna Picchu een majestueuze oude Condor is te zien die naar het westen vliegt, naar de Melkweg en de Hanan Pacha (de bovenwereld). Hij draagt op zijn rug de belangrijkste religieuze symbolen van het volk van de Andes, zodat de Oude Vogel de boodschapper is van de mens naar het eeuwige, het oneindige. Alle plaatsen aldus beschreven zijn verenigd in een superieur geheel. Want is Machu Picchu werkelijk de naam van het heiligdom? Kon het zijn dat een veel oudere naam (in het Quechua) met de stad verbonden was, naar de vorm van de stad, een oude condor? Machu Picchu: oude vogel. Hierin lijkt de betekenis van de oude naam te schuilen en de naam gegeven aan de Heilige Stad, de Apu of de Geestelijke Vogel, nu nog aangeroepen door de lokale bevolking om raad en genezing en genoemd naar de hoogste bergtoppen in de buurt van de Heilige Vallei van de Urubamba. De Apu, die vrede bracht aan de mensen, die vliegend over de Heilige Vallei een spoor van licht achter zich liet, terwijl hij naar het westen vloog, naar de nacht waar de Melkweg te voorschijn komt en naar waar hij de Waarheid bracht, het Absolute, voorbij tijd en ruimte, naar het idee van God. Hieronder links mijn foto vanaf de Wayna Picchu. Op zichzelf een fraai plaatje al zeg ik het zelf. Rechts dezelfde foto, maar dan omgedraaid, met een contour erin getekend. Kijk zelf maar naar de condor?
Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 16 van 20
Het is duidelijk dat de Inca's deze plaats niet toevallig gekozen hebben maar dat ze het heiligdom plaatsten op basis van de elementen die er rondom te vinden waren die met de ideologie van hun kosmologische visie overeenstemmen. Als laatste over deze indrukwekkende plaats: De omgeving en de mystieke subtropische jungle in combinatie met de pracht van de stad maakt dit een der mooiste plaatsen op aarde. Vele boeken werden geschreven over Machu Picchu, maar niets gaat boven de sensatie de stad in eigen persoon te bezoeken, geen foto, geen film, geen beschrijving kan weergeven wat de plaats werkelijk betekent als één geheel. En bestaat er dan toeval? Lunchen is heerlijk na al die indrukken en inspanning. Bij het Pizzeria restaurant Hot Springs in de gezellige drukke straat en langs de spoorlijn. Wie komt daar aan? De vader van Ricardo. Net terug van zijn groep. De foto spreekt verder boekdelen. Er lopen veel dagloners rond, die bouwmaterialen en andere goederen op tweewielige karren of kruiwagens versjouwen. We hebben vriendelijke en behulpzame mensen ontmoet. De meeste klein van stuk en wat gezet rond het middel. De kleurrijke overdekte markt was zeker een bezoek waard en leverde de nodige leuke dingen op om als herinnering mee te nemen. Nog even naar het indrukwekkende standbeeld kijken van Pachacutec Inca en dan de spullen ophalen in het hotel. Een kruier brengt de complete berg bagage voor 10 Sol naar de trein, ticketcontrole en om vijf uur fluit de conducteur voor vertrek van Aguas Calientes naar Ollanta. We zitten samen met een groep Japanners in het rijtuig. Ze hebben een Peruaanse gids die vloeiend Japans spreekt. Dat lag voor ons wat lastiger en omgekeerd sprak niemand één woord Engels. Een Japanse vrouw vouwt van papier een mooie vogel. Applaus en iedereen lacht. Begint Ricardo ook wat te vouwen en niet alleen tot onze verwondering, maar zeker tot die van de Japanners. Drie fraaie dierfiguren, waaronder een wolf en een condor. Applaus en goedkeurend gelach van de Japanners en Ricardo's origami gaat het rijtuig rond. Snoep wordt uitgedeeld en een Japanner komt enkele goocheltrucks doen. Het treinbiljet is inclusief wat eten en drinken. De tijd vliegt en kwart voor zeven stopt de trein in Ollanta. Daar staat de eigen bus weer klaar en om acht uur doemen in het donker de bekende straatjes van Cuzco weer op. Hotel Marani voelt weer aan als vanouds. Begonnen we hier pas zeven dagen geleden aan onze tocht? Snel naar het restaurant, want het is al laat. Dat ziet er mooi uit en de muziek is ook goed. Was het eten ook maar op hetzelfde niveau geweest Al met al wat te massaal en te toeristisch. Ook maar goed dat Peter als ervaren hotelrot even de rekening controleert. 18ed di 25 april 2006 mogelijk.
Vrije dag in Cuzco. Een beetje shoppen of museum bezoek. Rafting op de Vilcanota
Half acht op (echt waar) en negen uur ontbijt. Daarna de stokken van Arne en mij samen met Peter terug gebracht. Het meisje, Judith, die ons de stokken heeft meegegeven helpt ons ook weer. De borg krijgen we natuurlijk terug. Alles is oké, maar ze kan alleen de sleutel van de kluis niet vinden. Of we wat later terug kunnen komen. Mooi niet. Nu afhandelen. Tenslotte wordt de baas zelf gehaald. Het geld lag allang klaar in een mapje in de kast, maar we moeten twee dagen extra huur betalen. Na enige uitleg excuses. Hij had zich twee dagen vergist. Terug in het hotel de tassen ingepakt en de kamer opgeruimd. Van rafting op de Vilcanota is niets meer gekomen. Het animo hiervoor, was gezien het kolkende water, toch al niet zo groot. 's-Middags via Internet een bericht naar huis gestuurd, nog wat dingetjes gekocht en lekker rondgewandeld in Cuzco. Het verschil in hoogte en temperatuur is goed merkbaar. De eerste dagen van de trekking was het behoorlijk fris. Naarmate we daalden naar de High Jungle werd het warmer. Van Aguas Calientes naar Cuzco is het weer wat frisser. Als de zon doorkomt, is het lekker warm en er is nu ook geen regen meer zoals voor de trekking. Dan nog wat meer over Peru. Niet zozeer een compleet beeld, maar dit is ook een stukje Peru. Van Tineke de gevraagde informatie gekregen van de Stichting HoPe (Holland Peru), opgericht door haar en Walter Meekes. HoPe werkt sedert 1991 in Peru en probeert via rechtstreekse ondersteuning van het basisonderwijs het leven van de indianen in de Andes te verbeteren. Dit gaat in samenwerking met het Ministerie van onderwijs. Inmiddels is er ook een indiaanse school voor middelbaar onderwijs bijgekomen in Patacancha. HoPe zorgt voor goede schoolgebouwen, meubilair, aangepaste leermaterialen en bijscholing voor de leerkrachten. De stichting werkt kleinschalig en heeft in Nederland in Sint Oedenrode een vestiging. De Stichting HoPe Nederland verzorgt de fondsenwerving in Nederland en het beheer en beschikbaar stellen van de gelden aan de organisatie in Peru. De Nederlandse stichting werkt uitsluitend met vrijwilligers. Daardoor zijn de kosten minimaal en komen de bijdragen van grote en vele kleine donateurs bijna helemaal ten goede aan de projecten in Peru. Hope start alleen projecten als de gemeenschappen het willen. Ze krijgen steun, maar moeten zelf hun lot in eigen hand kunnen nemen. In de laatste nieuwsbrief van HoPe lees ik dat ze in één jaar 42 scholen hebben opgeleverd. Dat is veel. Omdat het hoofddoel het verbeteren van het onderwijs is, wordt de doelstelling voor de komende tijd: "van bouwen naar beter onderwijs, van hard naar zacht". Ricardo vertelde eerder over de proefterrassen in Tipon. In de Incatijd experimenteerde men daar met gewassen. Nu staat er in Lima een Internationaal Aardappel Centrum, met aardappelproefvelden in Huancayo. HoPe heeft hier drie stageplaatsen kunnen verzorgen voor studenten uit Patacancha. Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 17 van 20
Als toerist zie je maar een deel van het land waar je kort verblijft. Tineke vertelt nog wat dingen vanuit haar jarenlange ervaring hier in Peru. Macro-economisch gaat het nu wel redelijk door het toerisme, de landbouw (groente en fruit) en de wol. Micro-economisch loopt het minder. Zoals we ook hebben gezien, hebben de vele kleine neringdoenden hun handeltje op straat met snoepkraampjes, limonade en diverse snuisterijen meestal van wol. Verder staan ze met kleine kraampjes op de markt. De prijzen variëren van enkele sols tot zo'n tien dollar. De "duurdere" juweliers-, wolzaken en restaurants liggen meestal rond het centrum, waar de meeste toeristen komen. Verder zijn er zoals in elke stad de nodige cafeetjes en eettentjes, die over het algemeen prima spullen verkopen. Ook 's-avonds zijn er nog jonge kinderen op straat die nog wat proberen te verkopen. "Please Amigo" of "Where are you from?" Wel heel aandoenlijk. Als je echt niets koopt lopen ze weer vriendelijk door. In portiekjes zitten vrouwen met hun handeltje en kinderen. Laat op de avond als er geen toeristen meer zijn, lopen ze naar huis. Tineke vertelde dat een uur lopen naar hun dorp geen uitzondering is. De volgende dag komen ze weer terug en proberen weer wat te verkopen. Voor al deze kleine handeltjes is het keihard werken om te overleven. Het "oude" vrouwtje met haar ijzeren snoep en limonade kar duwt al jaren 's-morgens haar zware kar naar haar plekje en 's-avonds weer terug. Als de kar over een aantal jaren voor haar te zwaar wordt dan is de handel afgelopen. Mannen en ook vrouwen werken in de horeca. Zoals ik al eerder vertelde werkten bijvoorbeeld in Aguas Calientes mannen als dagloner. En onze paardenmenners hebben hun paarden en hun lapjes grond. Als er geoogst is (het hele gezin werkt dan mee) brengen ze de producten kilometers ver naar de depothandelaren, die het risico van de opslag dragen, maar ook de grote winsten maken. De boeren krijgen weinig betaald en hebben nog niet echt een onderlinge organisatie om hier tegenwicht aan te kunnen bieden. De school en het schoolgeld zijn verplicht. We hebben heel wat kinderen, ook op de trail, naar school zien gaan. Maar als de oogsttijd aanbreekt moeten ze meehelpen. En als het Incatrail toerisme toeneemt, zullen ze ook minder komen omdat de kinderen aan de toeristen kunnen verkopen. Het schoolgeld kan niet altijd betaald worden en ook hierbij ondersteunt HoPe. Er bestaan nog grote verschillen tussen arm en rijk. De presidentskandidaat Ollanta Humala noemde dit zelfs in krasse bewoordingen: "Een fascistische dictatuur van de economisch machtigen’’. Daarbij is het toch ook een "macho"cultuur. De meeste meisjes trouwen en krijgen kinderen en dan verder geen baan meer. Nog een drietal anekdotes: -Hotel Marani had uitbreidingsplannen en vroeg bij drie aannemers een offerte. Twee ervan brachten geen offerte uit. De reden hiervan was dat een vrouw eigenaresse van het hotel was en samenwerken met een vrouw dat ging niet. De derde aannemer heeft de verbouwing prima en in goed overleg uitgevoerd. -In het hotel zijn meestal een paar meisjes in opleiding om het vak te leren. Een paar jaar geleden werkt er een meisje van 24 jaar dat prima in het team paste en het heel goed deed. Ze moest van haar vader naar huis komen omdat ze te mondig werd. Dat gaat problemen geven met een echtgenoot. -Een ander meisje werd ernstig ziek en naar het ziekenhuis gebracht. Tineke betaalde hiervoor, want anders komt ze er niet in. Het ging slechter en het meisje wilde voordat ze ging sterven de laatste sacramenten ontvangen. Een pater komt hiervoor op verzoek naar het ziekenhuis, maar draait zich om als hij het arme boerenmeisje ziet liggen. Geen laatste sacrament voor de armen. De volgende dag krijgt een boze Tineke, op haar vraag "waarom niet", van de bisschop te horen: "Daar kunnen we niet aan beginnen, maar ik zorg wel dat ze voldoende bijbels krijgen. Daar moeten ze het dan mee doen". Veranderingen zullen zeker nog een generatie duren en die komen of we nu willen of niet. We kunnen eraan werken dat de meeste dan ook als verbeteringen ervaren worden. Vandaag hoorden we van de evacuatie in Arequipa en omgeving in verband met de activiteiten van de vulkaan Ubinas. Wat meer hierover: Ubinas is de meest actieve vulkaan van Peru. De vulkaan is gelegen in het zuiden van Peru, zo'n 900 kilometer ten zuiden van Lima. Aan de voet ligt de stad Querapi. Vulkaan ligt ca. 70 km. ten oosten van Arequipa. De Ubinas heeft een hoogte van 5672 meter en de krater heeft een bijzonder grote omvang, namelijk circa 1,2 kilometer breed. De vulkaan is relatief jong. Het bijzondere aan Ubinas is dat het as uitspuugt en geen lava. Sinds kort is Ubinas weer actief en spuugt hij grote hoeveelheden as uit. Hij zorgt medio 2006 voor duizenden Peruanen, die in de buurt van de vulkaan wonen, voor problemen, met name gezondheidsproblemen.Tevens wordt het vliegverkeer ernstig gehinderd door de recente uitbarstingen. Op 15 april 2006 bereikte de aswolk zelfs een hoogte van 9 kilometer. De noodtoestand is uitgeroepen en mensen rondom de vulkaan worden geëvacueerd en het veilige gebied rondom de vulkaan wordt steeds kleiner. Toch wel fijn dat wij op 13 april van Arequipa naar Cuzco zijn gevlogen. 19ed wo 26 april 2006 Transfer naar het vliegveld voor de vlucht naar Lima (ca. 1 uur en ca.600 km). Cusco/Lima - Star Peru 2I 1118 - 10u55/12u00. Incheck in het hotel Monte Real en diner. Het begin van de dag, half zeven op, half acht ontbijt en half negen vertrek naar het vliegveld. Hier is dan het moment gekomen om afscheid van Ricardo te nemen. We stellen het zolang mogelijk uit, maar het moet toch natuurlijk. Snik, snik! We bedanken hem allemaal heel hartelijk voor zijn inzet en vooral voor de enthousiaste manier waarop hij de liefde voor zijn land en de mensen op ons wilde overbrengen. En dat, verzekeren we hem, is gelukt. De titel van mijn verslag "De stenen komen tot leven" had ik zonder hem zo niet gekozen. Om 10.55 vertrek van de vlucht naar Lima en om 12.05 de landing. Peter en Tjeu komen van "Lost and Found" terug met de achtergebleven slaapzak van Tjeu. Het transport met het busje verloopt lekker snel. We zijn om half Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 18 van 20
twee weer terug bij het begin van onze reis in hotel Monte Real in Miraflores. De zon schijnt en het is lekker warm en we hebben nog wat te doen. Een stukje cultuur. Wel het laatste van deze reis. De Iglesia de San Francisco met klooster en catacomben. Een complex ook uit de Spaanse koloniale tijd. Het begin van de catacomben dateert van ongeveer 800 a.C. Ze waren tot 1823 in gebruik als grafkelders voor de lijken van ca. 25.000 burgers en kloosterlingen. De meters diepe graven raakte vol in de loop der eeuwen. De oplossing kwam in de vorm van een grote ronde put van 10 m. diep. De botten uit de graven werden netjes hierin gelegd, zodat er weer ruimte vrij kwam voor nieuwe doden. Na 1823 mocht er eindelijk buiten de catacomben begraven worden. Nu is het een museum. Ze lopen onder het gehele klooster en de kerk door. Na een stukje rondleiding over de binnenplaats van het klooster en de kerk staan we weer buiten. Er is opvallend veel "Policia National del Peru" op de been. Weer verkiezingen. Nee, het is een drukte bij het Gouvernementspaleis gelegen aan de Plaza Major. Er staat een erewacht op het voorplein. De commandant met getrokken blanke sabel en de overigen in gevechtstenue en met speren voorzien van in de zon glinsterende gouden punten. Dan het grote moment. Er komt en wat kalende en ietwat stevige man naar buiten en de erewacht brengt de groet. Blijkbaar een hoge pief, want voor ons hebben ze dat niet gedaan, terwijl we er toch ook mogen zijn. Binnen 30 sec. is hij weer naar binnen. We mochten alles fotograferen als we het hek maar niet aanraakten. Van een commandant van de "Policia National del Peru" begrijp dat het een "Presidente" is, alleen kwam ik net iets Spaans te kort om te verstaan waarvan dan. We gaan naar een gezellig cafeetje om op de goede afloop wat te drinken en een pizza gaat er ook wel in. En dan de muts, die witte Alpaca muts, waar Loes helemaal weg van is. Terug naar Monte Real. Dat ging nog niet zo vlot als verwacht, omdat een van de taxichauffeurs de weg niet meer wist. Nou ja, Lima is een grote stad en het kwam allemaal weer goed. Die avond weer heerlijk gegeten. En stevig gedanst dat er werd! 20ed do 27 april 2006 Nog wat vrije tijd in Lima of in het kader van instandhouding van relaties het kopen van “Mitbringsels”. We sluiten deze bijzondere reis af en gaan richting vliegveld voor de KL 742, 20.25 uur lokale tijd. Lima-Bonaire-Schiphol. Boeing (Douglas) MD-11. Vluchtduur totaal 14.15 uur. Tijdverschil 7 uur. Lekker uitgeslapen en rustig aan. Acht uur op en negen uur ontbijt. Lekker even wandelen? Waarom niet. Even nog een blik op (dus niet in) de Stille oceaan werpen. Sonja, Frans, Peter, Arne en ik lopen langs de "Gaudi" promenade. Een heerlijke ontmoetingsplaats voor verliefde stelletjes met een inspirerend standbeeld daarbij. Wat verder ligt op een pier in de oceaan het paviljoen "La Rosa Nautica", waar we straks lekker gaan lunchen. Een stukje terug trakteert Peter op een lekker ijsje. De kiosk met de toepasselijke naam "El Kiosco del Amor" en twee charmante bedienende dames nodigde hiertoe ook wel uit. Met de bus om één uur naar de lunch. De locatie ligt prachtig. Een weids uitzicht over de oceaan en vanaf de pier ook weer leuk op de kust. En wat eet je anders dan vis en schaaldieren zo dicht bij het water. Het smaakt voortreffelijk en de schelpen waarin wordt opgediend hebben een onweerstaanbare aantrekkingskracht. Als aandenken aan dit laatste gezellige samen eten moet je maar denken. Glaasje wijn erbij en genieten. Peter hartstikke bedankt voor deze aangeboden lunch. Nog wat slenteren langs de winkeltjes op de pier. Arne koopt een zonnig en kleurrijk schilderij. Dan is het echt zover. Met de bus naar het vliegveld. De bekende incheck- en controleroute en om 20.40 weg uit Lima. Landing Bonaire 00.15 (Peru tijd) of 01.15 (Bonaire tijd) en 01.30 (Peru) of 02.30 (Bonaire) vertrek. Het is dan al wel 28 april en in Nederland al weer zes uur die datum. Dus naar de volgende dag in het verslag. Maar eerst nog twee plaatjes als . . . . . ? Vul zelf maar in.
Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 19 van 20
21ed vrij 28 april 2006 Aankomst op Schiphol om 17.40 uur. Negen uur later landing op Schiphol om 10.30. Laat ik nu maar weer onze Hollandse tijd gebruiken. Loopt anders toch een keertje mis. Dus 17.30 Schiphol. Begroeting van afhalende familieleden. Heerlijk om ze weer te zien. Afscheid van de groep. Maar we hebben een reünie datum. Zondag 16 juli in 's-Hertogenbosch. Een onvergetelijke reis. Weer heel anders dan de Meru en Kili. Veel gezien, veel gedaan en goed georganiseerd. Toch steeds weer "pole, pole" met daarbij "Never an dull moment". Het motto van Schoorstra Reizen. Peter bedankt !
Het managementteam van waarmee Schoorstra Reizen is samengegaan, bedankt Jan-Willem Verhulst voor dit uitgebreide dagboek en de mogelijkheid om het te publiceren via de website http://www.idtravel.nl
Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur
pagina 20 van 20
Bijlage 1,2,3,4
Inleiding:
De Amerikaanse professor Hiram Bingham was al enige tijd op zoek naar Vilcabamba, de laatste schuilplaats van de Inca's. Op 23 juli 1911 was hij weerom diep in de Andes voor een nieuwe poging, gesteund door cryptische aanwijzingen van een der laatste Inca Manco Capac II die vluchtte na de mislukte opstand tegen de Spanjaarden. Hoewel het weer bar slecht was, had een herbergier in wiens nederig optrekje ze terecht waren gekomen hun nieuwsgierigheid danig geprikkeld, dat ze besloten door de regen verder te gaan. Bingham beloofde de herbergier een zilveren dollar als hij hen daar kon brengen. 's Morgens (24 juli) hadden zijn medereizigers weinig zin om mee te gaan, dus trok hij met de herbergier en een vertegenwoordiger van de Peruaanse regering er op uit. Nadat ze met behulp van een gammele brug de wild stromende Vilcanota-rivier hadden overgestoken en 600 meter geklommen hadden, maakte de gids een even praatje met de eigenaar van een eenvoudige hut met strooien dak. Bingham wilde echter de tocht verder zetten en een jongen van 10 jaar gidste hem verder. Hogerop de berg moesten ze over Inca-terrassen klimmen en een weinig later werd hij voor zijn inspanningen beloofd. Hij stond aan de poorten van Machu Picchu! De foto links is de eerste foto ooit getrokken van de Heilige Stad. Volledig overwoekerd door tropische plantengroei, maar toch bijzonder goed bewaard gebleven. In totaal heeft Hiram Bingham in de komende jaren van zijn onderzoek 11.000 (!) foto getrokken van het complex.
Later schreef hij in zijn boek "De ontdekking van Machu Picchu": 'Plots stond ik voor de muren van ruïnes en van huizen, de beste kwaliteit Incabouwkunst. De muren waren moeilijk te zien, daar ze in de loop der eeuwen gedeeltelijk waren overwoekerd door bomen en mos, maar in de schaduw van bamboebosjes en dicht vervlochten klimplanten waren hier en daar muren zichtbaar van witte granieten blokken, die met grote precisie waren uitgehouwen en waren samengevoegd. Er waren schitterende tempels en koninklijke huizen te zien, een groot plein en tientallen huizen. Het leek wel een droom', alsnog professor Hiram Bingham.
Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur.
pagina 1 van 9
Bijlage 1,2,3,4
Ligging: Gelegen tussen steile bergen met toppen van boven de 6000 meter en de eeuwig woeste Vilcanota-rivier kon je enkel de Heilige Stad bereiken door het smalle pad aangelegd door de Inca's, de Incaweg (camino del Inca). Nu leggen duizenden toeristen jaarlijks het traject per trein af tot Aqua Calientes waar je een bus kunt nemen tot de ruïnes. Machu Picchu ligt op 2400m en ongeveer 100 km van Cusco.
Nu nog leggen velen de Incatrail af variërende van 9 tot 2 dagen. Je moet wel over een goede fysieke conditie beschikken. De tweede dag van de vierdagentrail gaat over een pas van 4300m met zicht op gletsjers, besneeuwde bergtoppen en de prachtige subtropische jungle. Ook passeer je een achttal andere prachtige bouwwerken van de Inca's. Links zie je de prachtige ruïne van Wiñawaña die vrijwel volledig uit terrassen bestaat. De Inca Trail passeert door deze plaats de dag voor aankomst in de Heilige Stad, die aan de andere kant van de berg ligt. De Heilige Stad ligt tussen twee scherpe pieken, in het zuiden de Machu Picchu (Oude Berg) en noordwaarts de lagere Huayna Picchu (Jonge Berg) en 800m lager kolkt de Urubamba door het steile rotsdal. De omgeving en de mystieke subtropische jungle in combinatie met de pracht van de stad maakt dit een der mooiste plaatsen op aarde.
Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur.
pagina 2 van 9
Bijlage 1,2,3,4
Een wonderlijk geheel: Naar schatting hebben er 1200 mensen gewoond. Eigenlijk kun je moeilijk van een stad spreken want in totaal zijn er nog geen 200 gebouwen. Er is een religieuze, een militaire en een woonzone met middenin het ruime en majestueuze religieuze plein. Het duurt een hele tijd om alle gebouwen van dichtbij te zien. In het religieuze gedeelte bevinden zich de tempels, de koninklijke sarcofaag, de Intihuatana en de woonplaatsen van de priesters. De Inca, zijn gemalin de Mama Oclla en het hof hadden hun eigen woonblok tussen de tempels in. Een tempelachtig gebouw met drie grote vensters opgetrokken uit granieten blokken zo groot als een mens die perfect in elkaar passen, deed Bingam vermoeden dat hij Tambo-toco had ontdekt. De beschrijving van de (nooit gevonden?) legendarische tempel met drie vensters als symbool van de grotten, naar het Huis waar de Vader van de eerste Inca woont, gelijkt inderdaad goed op de tempel met de drie vensters. Dit is echter bijlange niet zeker, aangezien een groot deel van de bouwkunst in Machu Picchu laat-inca is. Voor het binnengaan van het hoogste deel, de Intihuatana, is een vlak deel aangebracht met zicht op het binnenplein. De akoestiek is er zo goed dat een toespraak van een hoogwaardigheidsbekleder over het religieuze plein perfect te horen is. Rechts tegenover het plein is de woonzone en links, op een rotsige heuvel het militaire kwartier. De Intihuatana zelf is een zonnewijzer perfect gehouwen uit het hoogste punt van een natuurlijke steile rots (zie foto rechts, op de achtergrond zie je de Huayna Picchu). Inti is Zon en huatana vasthouden, een rots die de Zon bindt als het ware, een altaar om de positie van de Zon perfect te bepalen. Bij belangrijke gebeurtenissen als de Inti Raymi komen de mensen rond de rots bijeen om bloemen en gebeden te offeren. Dit gebeurt nog steeds door de lokale bevolking rond andere Intihuatana gelegen in en rond Cusco. Rots en Zon samengebracht: Eigenlijk werd Machu Picchu nooit helemaal verlaten. Is het de stad waar de Spanjaarden eeuwen naar gezocht hebben, het El Dorado? Er woonden een paar boerenfamilies, naar eigen zeggen om geen taksen te hoeven betalen en geen legerdienst te moeten doen. Verder heeft Hiram Bingham graffiti gevonden op rotsblokken van eerdere bezoekers die er hun naam achterlieten. De stad werd vermoedelijk gebouwd in opdracht van de grote Inca Pachacuti als religieus retraite-oord omdat de bouwstijl uit zijn periode afkomstig is. Vele gebouwen zijn merkwaardig te noemen. Bijvoorbeeld de Torreón of de Tempel van de Zon (foto rechts, in het dal zie je de Vilcanota) werd vervaardigd bovenop een grot, een grote spelonk die diende om de gemummificeerde lichamen van de Inca-heersers in te bewaren of als ritueel offerplaats. De Torreón zelf is opgetrokken uit hard graniet die als gladgestreken blokken haarfijn op elkaar passen. In de tempel is een kleinere Intihuatana uit rots gehouwen die diende als solaire observatieplaats, zie ook op de foto. Vermoedelijk had de tempel geen dak. Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur.
pagina 3 van 9
Bijlage 1,2,3,4
De vensters zijn gericht naar de plaatsen waar respectievelijk de zon opkomt tijdens het zomer- en wintersolicticium. Dan vallen de eerste zonnestralen uit de Inti Punctu (Poort van de Zon) of door het dal van twee bergen tegenover de Vilcanota in een dezer ramen, afhankelijk van het solicticium. Er zijn meer merkwaardige dingen te zien in Machu Picchu. Machu Picchu vanuit de Inti Punctu met rechtsachter de Huayna Picchu en links de twee "Zonen". De bergen daarachter vormen een gordel rond de Heilige Stad.
Mystiek en symbolisme: Fernande E. Ellorrieta Salazar en Edgar Elorrieta Salazar hebben samen jaren werk geleverd om de mythes en de symboliek van de Inca's te toetsen met behulp van de vele bouwwerken die de Inca's hebben achtergelaten in de Heilige Vallei, het dal van de Urubamba tussen Cusco en Machu Picchu. Ze hebben daar een goed geïllustreerd boek over uitgegeven, "The Sacred Valley of the Incas, Myths and Symbols", uitg. in Cusco 1996. Laten we hun ontdekkingen nader beschouwen. Om te verduidelijken wat nu volgt, kun je hier de mythe van Chinpaccahua lezen. De broers Salazar hebben onderzocht waarom Machu Picchu op deze plaats ligt en zijn tot heldere en revolutionaire ontdekkingen gekomen. Laten we eerst de geografische omgeving beschouwen en het symbolisme dat terug te vinden is in de vele legendes bij de Inca's en overleveringen van de kroniekschrijvers. De Inca's hadden een kosmologische visie van het bestaan dat terug te vinden is in hun mythes en legendes en ook in al wat ze heilige beschouwden. Heilig werd met het woord Huaca geïdentificeerd en had een skale van betekenissen. Een Huaca kon een heilig iets zijn, een tempel, een gewijde plaats, dingen die uit hun natuurlijke orde schijnen te bestaan, opmerkelijke dingen door hun uitzonderlijke schoonheid of uitmuntendheid of dingen die geheiligd werden door te offeren aan de Krachten van de Natuur, zoals beelden van mensen, dieren, enz. Zo zagen de Inca's naast de Huaca een parallelle definitie, de Huauque of broer. Men zag bijvoorbeeld de Urubamba-vallei als een weerspiegeling van de Melkweg, de Mayu. De vele magische elementen die te vinden zijn in Machu Picchu bevestigd het vermoeden dat de Inca's het gebouwd hebben als een bedevaartsoord, een heiligdom. De route die de Inca's aanlegden die vandaag bekent staat als de Inca Trail was waarschijnlijk in chronologische volgorde de weg die ze gevolgd hebben om tot de plaats waar ze de Heilige Stad hebben gebouwd. Als een juweel ligt deze oude bergtop in het midden van de omliggende hogere bergen en omringt door een enorme slang, de rivier Vilcanota (zie tekening). De Machu Picchu (de berg, de stad ligt aan de voet) en de Huayna Picchu vormen een eerste gordel rond deze magische plaats. De hogere bergen daaromheen vormen een tweede gordel.
Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur.
pagina 4 van 9
Bijlage 1,2,3,4
De Inca's geloofden dat deze plaats werd uitverkoren door de Cosmos om er een heilige stad te bouwen. Bij zonsopgang op de Inti Raymi (24 juni) verschijnt op een figuur met twee concentrische cirkels die op de Intihuatana is aangebracht een lichtdriehoek die naar de Machu Picchu wijzen (zie foto, de concentrische cirkel zijn rechtsboven in de driehoek te zien).
Een driehoek verschijnt op de concentrische cirkels, foto salazar
Een andere foto van de driehoek tijdens het Inti Raymi feest
uit "The Sacred Valley of the Incas, Myths and Symbols" van Fernande E. Elorrieta Salazar en Edgar Elorrieta Salazar, uitg. Sociedad Pacaritanpu Hatha, Cusco Peru 1996)
Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur.
pagina 5 van 9
Bijlage 1,2,3,4
Bijlage 2 kapitein Ollanta De stormram dreunt tegen de machtige poort van het fort Ollataytambo en iedere stoot galmt door de gangen van het fort. Kapitein Ollanta kijkt van de borstwering omlaag en ziet de aanvallers steeds dichter bij komen. Hij dacht terug aan de tijd, vele jaren geleden, toen hij nog soldaat was. Toen zag hij op een dag in het gevolg van de generaal die de troepen inspecteerde, een prachtige jonge vrouw lopen in een sierlijke witte jurk. Ollanta was op slag verliefd. Zijn kameraden lachten hem uit en zeiden: "Zet haar toch uit je hoofd. Dat is de dochter van de generaal en een Inca prinses. Jij bent maar een gewone soldaat". Het kon Ollanta niets schelen, wat ze ook zeiden. In de gevechten was Ollanta altijd vooraan te vinden. Hij was dapper en sterk en veel vijanden werden door hem gedood. Maar hij was niet alleen dapper, hij had ook inzicht in het gevecht. Al gauw stonden zijn kameraden samen met hem te vechten. Ze wisten zo de belangrijkste krijgers van de vijand uit te schakelen. Ollanta onderscheidde zich keer op keer door zijn dapperheid en tactiek. Na een tijdje werd hij bevorderd tot Chunka Camayoq (bevel over 10 soldaten) en daarna Pachaq Camayoq (100 soldaten). De generaal riep hem bij zich en vroeg waarom hij zo goed en dapper vocht. "Omdat ik verliefd ben", antwoordde Ollanta. De generaal gaf hem glimlachend een kypos (onderscheiding?). Ollanta's ster steeg en hij werd Waranqa Camayoc (1000 soldaten) en tenslotte Apu (kapitein van 2500 soldaten). Nu was zijn rang en status hoog genoeg om aan een huwelijk met zijn geliefde prinses te kunnen denken. Bij een stafbespreking na een gewonnen veldslag, riep de generaal Ollanta weer bij zich en vroeg hem opnieuw waarom hij zo goed en dapper vocht. De generaal wist het antwoord al, maar wilde dat van Ollanta zelf horen. Ollanta gaf nu als antwoord: "Jaren geleden werd ik verliefd op uw dochter, maar ik was toen maar een gewone soldaat". De generaal antwoordde: "Jij bent de man waar ik jaren op heb gewacht voor mijn dochter". De dochter van de generaal had ook al eerder Ollanta gezien en was ook verliefd op hem. De generaal gaf Ollanta toestemming voor het huwelijk met prinses Cusycoyllor (Kusikoijor). Maar voordat hij met de voorbereiding van het huwelijk mocht beginnen kreeg hij nog een speciale opdracht. In het noorden van het grote Inca rijk waren vreemde wezens binnengedrongen. De mensen dachten dat het goden waren. Ze hadden twee hoofden en vier benen. Hun kleding schitterde in de zon. Als ze hun speren op de Inca soldaten richtten, kwam er een harde knal en ook rook uit en vielen de soldaten dood neer. Ollanta moest uitzoeken wat voor wezens het waren en dan zo snel mogelijk rapport uitbrengen. Hij ging op weg verkleed als boer en snel reizend over de Inca wegen zag hij de vreemde wezens. Maar de slimme Ollanta had al gauw in de gaten dat de wezens uit twee delen bestonden. Het deel met de vier benen leek op een grote lama en at en dronk gewoon hetzelfde. Het andere deel liep op dezelfde manier als de Inca's, gewoon op twee benen. Toen Ollanta ook nog had gezien dat ze hun blinkende kleding uittrokken, aten en dronken en in bad gingen, wist hij genoeg. Zo snel hij kon bracht Ollanta verslag uit aan de generaal. Die prees Ollanta omdat hij zijn opdracht zo goed en snel had uitgevoerd. Het leger werd klaargemaakt voor de strijd. Het waren dus geen goden, maar gewone mannen en daar konden ze wel tegen vechten. Het huwelijk met de prinses werd noodgedwongen uitgesteld tot na de gevechten. De Spanjaarden, want dat waren de vreemde wezens, rukten snel op naar het zuiden naar de hoofdstad Cuzco. Ondanks fel verzet veroverden ze het grote fort Saqsaywaman dat de stad Cuzco had moeten beschermen. De strijd had wel drie maanden geduurd, maar tenslotte veroverden de indringers de tweede grote toren. Beide torens sloopten ze tot op de grond als symbool van hun overwinning. Een hevige dreun van de stormram brengt Ollanta weer terug naar de werkelijkheid van nu. Hij moet het fort Ollataytambo verdedigen. De Spanjaarden voeren weer een nieuwe aanval uit. Bezorgd kijkt hij naar het verloop van het gevecht. Het grote en machtige fort was alleen nog niet helemaal klaar en gebouwd om een aanval vanuit het noorden tegen te houden. De vijanden hadden een omtrekkende beweging via Cuzco gemaakt en waren het fort vanuit het zuiden genaderd. Er wordt hevig gevochten. De Inca slingeraars met hun speren, de pijlwerpers en de boogschutters bestoken de vijand met een regen van projectielen. De brandbommen (gloeiende stenen, gewikkeld in een met brandbare vloeistof doordrenkte doek) maken de nodige slachtoffers en de bola's (2 of 3 stenen met koorden aan elkaar gebonden) veroorzaken gemene wonden aan de benen. Maar desondanks ziet Ollanta dat terras na terras wordt ingenomen en de stormram beukt maar door. Hoe lang kan hij de vijand nog tegenhouden? Wanneer zouden ze het fort binnendringen? Hij geeft opdracht om de koninklijke familie uit het fort te evacueren, via de noordelijke vluchtweg. Ook zijn toekomstige vrouw moet vluchten. De grote dikke deuren van de hoofdpoort geven bij elke stoot van de stormram steeds meer mee en beginnen te barsten. Het duurt nu niet lang meer of ze bezwijken. Ollanta verzamelt achter de poort de beste soldaten. Als de deuren tenslotte worden ingebeukt doet hij een uitval. Hij vecht als een puma en vele Spanjaarden vallen onder zijn feilloos flitsende zwaard. Hij hoort een commando schreeuwen en Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur.
pagina 6 van 9
Bijlage 1,2,3,4
een pijlenregen vliegt naar hem toe. Doorzeefd met pijlen en bloedend uit talloze wonden kijkt hij nog eenmaal om. In de verte en veilig voor de brute veroveraars, ziet hij zijn geliefde in haar witte jurk vluchten. Dan zakt Ollanta door zijn knieën en sterft.
Bijlage 3 Inca legende Icari is de zoon van vader zon (zonnegod Inti) en moeder maan (maangodin Quilla). Quilla is ook de zus van Inti. Moeder aarde is een dochter van Quilla. Suppai, de boze kracht vecht met zijn leger tegen het leger van vader zon. Er blijft steeds strijd omdat geen van beide kunnen winnen. Icari groeit op en als hij 17 jaar oud is gaat hij ook mee vechten. Suppai neemt de minder ervaren Icari gevangen en doodt hem door zijn keel open te snijden. Moeder aarde kan zijn dood niet accepteren en geeft al haar energie aan hem. Hij wordt herboren, maar niet meer in de gedaante die hij voordien had. Er vindt een metamorfose plaats. Icari's haren veranderen in de jungle, zijn botten in de bomen, zijn bloed in de rivieren en zijn huid in de grote vlakten op aarde. Vader zon vecht met hernieuwde kracht en boosheid omdat Suppai zijn zoon heeft gedood en het lukt nu om Suppai gevangen nemen. Moeder aarde opent zich, Suppai stort in de afgrond en ze sluit zich weer. Suppai zit nu goed opgesloten. Maar soms probeert hij toch eruit te komen. Dan beeft de aarde of komt er een vulkaanuitbarsting. De mensen zeggen dan: "Suppai is boos". Bijlage 4 Koricancha and the Convent of Santo Domingo. It was one of the most worshiped and respected temples of the city. "The gold precinct", as it was known, was a sacred place where people venerated the maximum Incan god: the INTI. For that reason, people could only get there fasting, barefooted and with some load on their backs as a sign of humility, in compliance with the indications of the main priest "Wilaq Umuo". According to the history, when the Spaniards broke into the temple, they did not respect any of the aforementioned rules. Description The front had a beautiful wall originating from the finest ashlars, simply decorated with a continuous gold band that was one palm high and was situated three meters from the floor, and a ceiling made of fine straw that was delicately cut. One of the blocks of the second course has three holes that could have been used to evacuate the rain water of the inner yard, or as a leak for the chicha of the offerings. According to the experiments of Augusto León Barandiarán, if you knock inside the holes you will be able to hear the musical notes re, la and mi. The stones that make up the temple have a slight boss in both sides, which show the sober aesthetics of the Incas. Formerly, the triangular atrium used as an entrance to the colonial temple did not exist and the wall rotated in right angle in the direction of Ahuacpinta, a street that still keeps a section of the original wall, which is almost sixty meters long. In the opposite side of this street, the wall forms a curve rotating more than 90 degrees and it continues with a soft curve that was cut during the construction of the temple. The Coricancha wall crowned a system of cultivation terraces that descended to the river. Constitution of the Coricancha The base of the Incan constitution, for the construction of the temple, was an open space. The first one, which was next to Intipampa, comprised the main buildings to worship the Sun and other gods of the Incan pantheon, whereas the shed located in front of that square was used to venerate Punchao (a representation of the Sun that consisted of a pure-gold statue that was as high as a ten-year old kid), which remained there during the day and in the night was taken to the square to be worshiped; the idol "slept" accompanied by many ñustas in a close shed, outside the ground, and then it was returned to its original place in the morning. According to Juan Diez de Betanzos, the chronicler biographer of the Inca Pachacutec, who "…measured with the cord and designed the house of the Sun", at least two squares were constructed at the bottom of the plot, one behind the other, and maybe they also constructed other squares that were much smaller and had service functions, which had disappeared. It is worth highlighting that at the western side of the main square there were two medium buildings with hip roofs and, at the western side, there are two smaller buildings with the same roof type. The stone carving of these buildings or, the remains of them after the construction of the colonial convent, the earthquakes and reconstructions, is still very fine. The "rooms" The rooms (called "aposentos" by Garcilaso) were destined to the meetings of the religious hierarchy and they were also the places in where the Wilaq Umo or main priest was attended. At the bottom of the yard we could find the main room, of which there are only some remains currently. Some investigations about this place state that it as a wide space with two bays made up by a central wall that supported the ridge. They were composed of six arranged in the central yard, always isolated Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur.
pagina 7 van 9
Bijlage 1,2,3,4
and free from dividing walls. The gable ends or crests were made of adobe, just like in all the Incan buildings, and the roofing was carried out with wood structures and straw covers. The garden The famous garden inside the Coricancha was "hand-watered with the water brought on the backs" of the acllas and decorated three times during the year with corn cobs and gold fruits that the ñustas themselves placed during the periods of sowing, harvesting or when young men became warriors in the Huarachicuy festivity. The temple for gods and granting geographic spaces a sacred character As we mentioned before, not only they worshiped the Sun inside the temple, but also other gods such as the Moon and Venus. According to the Inca Garcilaso de la Vega, the medium place located at the northwest side of the temple was dedicated to worship the Moon, and the next one was devoted to Venus, the Pleiades and other constellations. On the other side of the yard, in two smaller precincts, people worshiped the lightning, Illapa, and the rainbow, Cuichu. On the façade there was an altar, which supported the gold sheet that reflected the sun at dawn. Nowadays, it has been partially destroyed by colonial works that were reconstructed later on. Coricancha not only housed the main gods of the Incan pantheon, but it also had a magical-religious projection arranged in order to grant the Tawantinsuyo geography a sacred character. Therefore, the centre of the main square, Inticancha, constitutes the departure point for the ceques, which are the virtual lines that communicated the temple with the spirits that lived in the mountains (Apus), before whom, even the powerful Incas inclined their heads. They were also linked to the summits, creeks, springs, rocky peaks, astronomic indicators and the main points of Cusco's landscape. Up to now, we know 327 ceques, 21 of which were located on the perimetric wall of the temple or on the fronts of close streets. A large number of Indian tombs, which also served to get in contact with the Apus, were placed on the ceques, which could reach a 20-meter extension, with a meticulous accuracy regarding the alignment. It had its walls covered with gold, a place of unimaginable wealth and a reason of deep respect and veneration. That was "Koricancha" of the Incas, a luxurious temple built to honour the Inti or Sun God, their maximum divinity. Only those people doing abstinence or bringing heavy load over their shoulders as a sign of humility could enter. The first Incas, inheritors of Manco Capac, were the ones who claimed the Sun as their Supreme God, and ordered the quick construction of an austere temple to adore it. It was Pachacutec ("the one who change the land" as it is translated) who ordered its remodelling and called it Koricancha (enclosure of golden), giving it refined finish and the magnificent wealth described by the Spanish. A story based on the information provided by a historian as Cieza de Leon who went along Cusco between 1547 and 1550 collecting the information about the Inca Culture from the same "Panacas" or royal families. On his stories, he described the Koricancha as one of the richest houses in Cusco, the Sacred Capital of Tawantinsuyo. In its interior, says Cieza who has also been a soldier, it sheltered the mythic figure of the Sun made all in gold, and it was so big that it covered its walls from side to side. Another historian, Garcilazo de la Vega, who was not a soldier nor Spanish but a student and Hybrid, referred to this sumptuous image as a great gold disk that was two times bigger than any other vestige. The God had the rounded face with thunders and flame of fire. The Sun God was not the only one living in the temple but also the mummies, wealthy decorated, of some governing Incas that were taken out in procession by different points in the Imperial City during the days of celebration. During the Prehispanic period, the mummies of the Incas were venerated as much as or maybe more than when they were alive. In the Koricancha, they would live with the Gods or "huacas" of the defeated towns by the Children of Sun. On this way, they controlled them making them unable to rebel because of what could have happened to their divinities. A change of divinity The harmony of a religion in this sacred place was broken in the morning of 15th November in 1533 when Francisco Pizarro entered Cusco leading his troops. Then a new God arrived at the "Center of the Inca World". A God who would bring disaster and death to the Sun worshippers. It did not pass too long before the "Sacred Inca City" was plundered when the Spanish arrived. Spanish hands, greedy for gold, took the endless and exquisite treasures of temples and palaces, including those from the Koricancha. Dreams of wealth became true in the capital of Tawantinsuyo. The west men did not leave anything. The plunder was complete and the Koricancha that had huge quantities of gold was the ideal target for the Spaniards. All the venerated images including the respectful mummies of the Incas were taken out as ordinary spoils of war, without respecting anything in front of the indignant powerlessness of the devotees. But the disassembling of the Temple had started before that, when part of its treasures were sent to Cajamarca in order to pay the rescue that meant the freedom of Atahualpa who was captured by Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur.
pagina 8 van 9
Bijlage 1,2,3,4
Pizarro. Freedom that never came. The Spanish did not keep their promise. The Inca was death punished and he died broken into pieces. A legend begins This was such a famous sanctuary that, for a long time even after its plunder, the Spanish wishing to find any hidden treasure, visited it. A piece of gold to fill their pockets and satisfy their desires of wealth. They continued digging around it because they were motivated by their greed. They believed that the Incas had hidden good part of the gold images, as they may have preferred to lose them instead of seeing them in foreign hands. The supposed existence of these lost goods caused the beginning of a series of amazing stories. There is one that says about an entrance called "the great Chingana" that lead to Sacsayhuaman: an amazing Inca building to the north of Cusco, and the "Gran Paitití: the city of wealth hidden behind the heavy forest. According to the myth, the Prince Choque Auqui or "golden prince", brother of Huascar and Atahualpa, took this way when running away from the palace of Amarucancha and before the beginning of the war for the succession of his Father Huayna Capac. He took the mummy of his progenitor, the gold estatute and the Sacred Sun Image. His retinue was formed by the "Amautas" (teachers), the quipucamayocs (the accountants of the Empire), the "Ajllas" ( the Sun's virgins), the priest and part of the Quechua royalty. All were going to the mysterious Paititi. Fact or fiction? Nobody knows so far. We do know that after the arrival of those strange barbarian men, the Spanish houses and churches were built over the Inca temples and palaces not only to use their strong stone walls but to take advantage of their sacred aura in order to catechise to the "Pagans of the new world". And the Church and convent of Santo Domingo was built over the Koricancha. We can still admire the beautiful stone blocks of the Inca Temple finely carved and contrasting the baroque style of the Spanish construction. This is a perfect example of the cultural merge between two worlds that after the brutal contact let the beginning of a particular hybrid city. Despite all, the Andean citizens never forgot their divinities. They always remember them and renovate their believes during the famous Inti Raymi or Sun Party that starts in Koricancha, the enclosure that is not made in gold anymore but it still preserves the greatness of its stone walls. Algemene info
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Peter Schoorstra, 08-03-1946 Best Jan-Willem Verhulst, 29-01-1945, 's Hertogenbosch Arne Verhulst, 31-05-1977, ’s Hertogenbosch Sonja van As, 22-05-1939, ’s Gravenhage Willem de Jong, 21-06-1939, Oss Frans Dute, 04-09-1932, Hoogland Tjeu van Kimmenade, 28-03-1942, Loes Demelinne, 21-03-1945, Weert
5000 4000 3000 Reeks1
2000 1000 0 1
3
5
7
9 11 13 15
1. Cuzco – 2. Mollepata – 3. Chalacancha - 4 Soraypampa 4. Soraypampa – 5. Salkantaypampa – 6 Padrechayoc 6. Padrechayoc – 7. Wayrajmachay – 8 Colcapampa 8. Colcapampa – 9. Winaypoqo – 10 La Playa 10. La Playa – 11. Santa Teresa 11. Santa Teresa – 12. Hydroelectrica – 13. Aquas Calientes 13. Aquas Calientes – 14. Machu Picchu – 15. Cuzco
Copyright Jan-Willem Verhulst. Gepubliceerd door ID Travel met toestemming van de auteur.
pagina 9 van 9