Stad Komen-Waasten
Algemeen politiereglement « Aangenaam leven in Komen-Waasten »
INHOUDSTAFEL VOORWOORD HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN Art. 1 - Doelstellingen, toepassingsveld en gemachtigde agenten Art. 2 - Definities Art. 3 - Toelatingsstelsel
HOOFDSTUK 2 - OVER DE VEILIGHEID EN HET GEMAK VAN DOORGANG IN DE OPENBARE RUIMTE AFDELING 1 - PRIVATIEF GEBRUIK VAN DE OPENBARE RUIMTE Art. 4 - Privatief gebruik van de openbare ruimte Art. 5 - Verkoop in de openbare ruimte Art. 6 - Reclame in de openbare ruimte Art. 7 - Verkoopautomaten Art. 8 - Verkoop van loterij - of tombolabiljetten in de openbare ruimte Art. 9 - Kelderingangen en ondergrondse toegangen Art. 10- Beeld- of klankopname met winstgevend oogmerk in de openbare ruimte Art. 11 - Betogingen en samenscholingen in de openbare ruimte Art. 12 - Gemeenschappelijke bepaling voor deze afdeling
AFDELING 2 - WOONWAGENS, CARAVANS EN ANDERE AMBULANTE WOONGELEGENHEDEN Art. 13 - Stationneren van zigeuners, woonwagenbewoners en kampeerders
AFDELING 3 - TERRASSEN Art. 14 - Toepassingsveld Art. 15 - Toelating Art. 16 - Advies omtrent de toelatingsaanvraag Art. 17 - Bestemming, structuur en fixatie Art. 18 - Vrije doorgang Art. 19 - Uurrooster van de uitbating en vrijwaring van de rust in de buurt Art. 20 - Netheid en onderhoud van het terras Art. 21 - Veiligheid Art. 22 - Gemeentelijke retributie Art. 23 - Uitbater en verandering van uitbater
2
Art. 24 - Controle en uithanging van de toelating Art. 25 - Plaatsing in de openbare ruimte Art. 26 - Herstel
AFDELING 4 - GEVAARLIJKE OF HINDERLIJKE SITUATIES Art. 27 - Voorwerpen die door hun val schade kunnen veroorzaken Art. 28 - Veiligheid van de voorbijgangers Art. 29 - Uitkloppen van tapijten en van andere voorwerpen
AFDELING 5 - VERPLICHTINGEN IN GEVAL VAN VORST OF SNEEUWVAL Art. 30 - Verbod op het laten stromen van water Art. 31 - Verplichting een doorgang voor voetgangers te verzekeren Art. 32 - Verplichting ijsstalactieten te verwijderen
AFDELING 6 - TOEGANG TOT BRANDKRANEN - SIGNALISATIE Art. 33 - Brandkranen
AFDELING 7 - BEZETTINGEN, LADEN EN LOSSEN, VERHUIZINGEN EN LEVERINGEN, ENZ. Art. 34 - Voorwaarden en signalisatie Art. 35 - Herstel
AFDELING 8 - UITVOERING VAN WERKZAAMHEDEN Art. 36 - Uitvoering van werkzaamheden in de openbare ruimte Art. 37 - Plaatsing van buizen en kabels die de openbare weg doorkruisen Art. 38 - Verplichting werven te signaleren Art. 39 - Plaatsbeschrijving en herstel Art. 40 - Specifieke verplichting voor werkzaamheden die stof of ander afval verspreiden Art. 41 - Signalisatie van containers, stellingen, ladders of elk ander werfmateriaal Art. 42 - Gemeenschappelijke bepalingen voor deze afdeling
AFDELING 9 - ONDERHOUD, SNOEIEN EN UITDUNNEN VAN PLANTSOENEN DIE OVER DE OPENBARE WEG GROEIEN Art. 43 - Onderhoud, snoeien en uitdunnen van plantsoenen die over de openbare ruimte groeien
AFDELING 10 - AANDUIDING VAN DE STRAATNAMEN, SIGNALISATIE EN NUMMERING VAN DE HUIZEN Art. 44 - Straatborden, signalisatie Art. 45 - Nummering van de huizen Art. 46 - Signalisaties
3
AFDELING 11 - IN DE OPENBARE RUIMTE RONDLOPENDE EN ZWERVENDE DIEREN Art. 47 - Rondlopen en zwerven van dieren
HOOFDSTUK 3 - OVER DE OPENBARE RUST EN VEILIGHEID AFDELING 1 - GEBOUWEN WAARVAN DE STAAT DE OPENBARE VEILIGHEID IN HET GEDRANG BRENGT Art. 48 - Maatregelen te nemen in geval van gevaar
AFDELING 2 - KINDERSPELEN IN DE OPENBARE RUIMTE Art. 49 - Spelen in de openbare ruimte
AFDELING 3 - OPENBARE MANIFESTATIES Art. 50 - Openluchtmanifestaties Art. 51 - Manifestaties in een gesloten en overdekte ruimte Art. 52 - Rave parties
AFDELING 4 - VALSE MELDINGEN VAN GEVAAR Art. 53 - Onrechtmatige en ontijdige meldingen
AFDELING 5 - FEESTEN EN VERMAKELIJKHEDEN - WAPENGESCHUT Art. 54 - Vreugdevuren, vuurwerken - Geweer -, pistool- en revolverschoten Voetzoekers Art. 55 - Gebruik en afgifte van speelgoed en voorwerpen die de openbare orde kunnen verstoren Art. 56 - Verkoop van voetzoekers en vuurwerkstukken Art. 57 - Voor publiek toegankelijke feesten en vermakelijkheden Art. 58 - Mask, vermomming en dragen van wapens of stokken Art. 59 - Werpen van confetti, slingerpapier of andere voorwerpen Art. 60 - Gebruik van spuitbuizen en sprays Art. 61 - Straatartiesten en stuntmannen Art. 62 - Kermissen en foorinrichtingen op privé-terreinen
AFDELING 6 - LUDIEKE ANIMATIES EN EXTREME SPORTEN 4
Art. 63 - Spelen in de openbare ruimte Art. 64 - Elastiekspringen Art. 65 - Gebruik van openbare speelruimtes
AFDELING 7 - INZAMELINGEN EN VERKOOP IN DE OPENBARE RUIMTE BEDELARIJ - NODELOOS AANBELLEN Art. 66 - Verkoop in de openbare ruimte Art. 67 - Inzamelingen Art. 68 - Bedelarij Art. 69 - Nodeloos aanbellen of - kloppen aan deuren en vensters
AFDELING 8 - AL DAN NIET BEBOUWDE, VERLATEN OF ONBEWOONDE TERREINEN EN GEBOUWEN PUTTEN - UITGRAVINGEN Art. 70 - Beheer van gebouwen Art. 71 - Putten en uitgravingen Art. 72 - Gemeenschappelijke bepaling voor deze afdeling
AFDELING 9 - OPENBARE SPEKTAKELS Art. 73 - Toegang tot het podium Art. 74 - Verstoren van spektakels Art. 75 - Verdeling of verkoop van gevaarlijke producten
AFDELING 10 - BESCHADIGINGEN - PUBLIEKE VERSTORINGEN Art. 76 - Beklauteren Art. 77 - Beschadiging van omheiningen en gewassen Art. 78 - Toestellen voor geluidsseinen Art. 79 - Onrechtmatig gebruik van in de openbare ruimte geplaatste voorzieningen Art. 80 - Beschadigen van de openbare ruimte, de gebouwen, monumenten en voorwerpen van openbaar nut Art. 81 - Graffiti Art. 82 - Verkoopautomaten Art. 83 - Verbod op het gebruik van alcoholhoudende dranken in de openbare ruimte Art. 84 - Beschadiging van in de openbare ruimte geplaatste roerende goederen of toestellen
AFDELING 11 - RUST IN DE OPENBARE RUIMTE Art. 85 - Toepasselijke voorschriften en bevelen Art. 86 - Kwaadwillig en onburgerlijk gedrag
AFDELING 12 - BESTRIJDING VAN DE GELUIDSHINDER Art. 87 - Algemene bepalingen
5
Art. 88 - Motortuigen Art. 89 - Alarmkanonnen en andere knalapparaten Art. 90 - Luidruchtige werkzaamheden Art. 91 - Modelbouw Art. 92 - Geluidsalarmen voor voertuigen Art. 93 - Geluidsalarmen voor woningen Art. 94 - Verspreiden van geluiden in de openbare ruimte Art. 95 - Verspreiden van geluiden door ambulante handelaars Art. 96 - Kermisfeesten en lokale feesten Art. 97 - Door dieren veroorzaakte geluiden Art. 98 - Politiemaatregelen
AFDELING 13 - UITBATING VAN DRANKSLIJTERIJEN EN VAN DE VOOR HET PUBLIEK TOEGANKELIJKE PLAATSEN Art. 99 - Algemeenheden Art. 100 - Beheer van de geluidshinder. Verbodsbepalingen voorzien krachtens de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van de geluidshinder Art. 101 - Muziekinstallaties en volumeregelaar Art. 102 - Toegankelijkheid van vestigingen Art. 103 - Evacuatie en sluiting Art. 104 - Toegang van dieren
AFDELING 14 - HET HOUDEN VAN DIEREN EN VAN AGRESSIEVE, BOOSAARDIGE OF GEVAARLIJKE DIEREN Art. 105 - Algemene bepalingen betreffende de dieren Art. 106 - Zwervende of wilde dieren Art. 107 - Boosaardige of wrede dieren Art. 108 - Algemene bepalingen betreffende de honden Art. 109 - Zwervende honden Art. 110 - Agressieve of mogelijk agressieve honden Art. 111 - Gevaarlijk geachte honden Art. 112 - Gemeenschappelijke bepalingen voor deze afdeling
AFDELING 15 - GEDRAGINGEN DIE HET RESPECT VAN DE WETGEVINGEN INZAKE MILIEU IN HET GEDRANG BRENGEN Art. 113 - Verbodsbepalingen voorzien door het Waterwetboek inzake water bestemd voor menselijke consumptie Art. 114 - Verbodsbepalingen voorzien door het Waterwetboek inzake de niet bevaarbare waterwegen (derde categorie) Art. 115 - Verbodsbepalingen voorzien door het Waterwetboek inzake de niet bevaarbare waterwegen (vierde categorie) Art. 116 - Verbodsbepalingen voorzien krachtens de wetgeving inzake de ingedeelde inrichtingen Art. 117 - Verbodsbepalingen voorzien krachtens de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud Art. 118 - Verbodsbepalingen voorzien krachtens het Leefmilieuwetboek inzake de modaliteiten van de openbare onderzoeken Art. 119 - Bescherming van de flora - Algemeenheden Art. 120 - Dierenwelzijn - Algemeenheden
6
AFDELING 16 - VERBRANDINGSOPERATIES Art. 121 - In open lucht aangestoken vuren Art. 122 - Beheersing van en toezicht op de in open lucht aangestoken vuren
HOOFDSTUK 4 - OPENBARE REINHEID EN SALUBRITEIT AFDELING 1 - REINHEID EN REINIGEN VAN DE OPENBARE WEG EN RUIMTE Art. 123 - Algemeenheden Art. 124 - Verdeling van niet nominatief geadresseerde drukwerken en geschriften Art. 125 - Reinigen van de wegen Art. 126 - Reinheid van de voetpaden en van de directe omgeving Art. 127 - Straatkolken en bermen Art. 128 - Verbod op plassen, spuwen, braken en achterlaten van uitwerpselen in de openbare ruimte Art. 129 - Autowrakken Art. 130 - Onderhoud en reinigen van voertuigen Art. 131 - Aanplakken Art. 132 - Occasionele bewegwijzering
AFDELING 2 - SLUIKSTORTEN IN DE OPENBARE RUIMTE Art. 133 - Storten of weggooien van afval Art. 134 - Vervoer van beer of andere stoffen
AFDELING 3 - AFVOER VAN REGENWATER EN VAN HUISHOUDELIJK OF ANDER AFVALWATER Art. 135 - Verbodsbepalingen voorzien in het Waterwetboek inzake het oppervlaktewater Art. 136 - Lozing van afvalwater Art. 137 - Andere verbodsbepalingen of verplichtingen betreffende de riolen Art. 138 - Verbodsbepaling op het gieten van producten in de riolen Art. 139 - Verstoppen van sloten en buizen bestemd voor de afvoer van regen- en afvalwater
AFDELING 4 - HET OPHALEN VAN HUISHOUDELIJK AFVAL EN GELIJKGESTELD HUISHOUDELIJK AFVAL Art. 140 - Algemeenheden en definities Art. 141 - Voor de periodische ophaling uitgesloten afval Art. 142 - Gebruik van reglementaire vuilniszakken Art. 143 - Praktische modaliteiten voor het ophalen van vuilniszakken Art. 144 - Gebruik van containers en ophaling via een privé-overeenkomst
7
Art. 145 - Doorzoeken van vuilnisbakken Art. 146 - Gebruik van andermans vuilnisbakken Art. 147 - Openbare vuilnisbakken
AFDELING 5 - SELECTIEVE OPHALINGEN EN ANDERE SOORTEN AFVAL Art. 148 - Van deur tot deur selectieve ophalingen van afval - Definities Art. 149 - Specifieke modaliteiten voor de ophaling van papier en karton Art. 150 - Specifieke modaliteiten voor de ophaling van PMD-afval Art. 151 - Van deur tot deur ophaling van kleren Art. 152 - Modaliteiten voor de ophaling van glasrecipiënten Art. 153 - Resten van direct verbruikbare producten in de openbare ruimte Art. 154 - Landbouwafval Art. 155 - Compostering en groenafval Art. 156 - Gebruik van de containerparken Art. 157 - Evacuatie van dierenkrengen Art. 158 - Verbranden en achterlaten van afval
AFDELING 6 - NETHEID VAN PRIVE-EIGENDOMMEN Art. 159 - Stockeren van afval door particulieren Art. 160 - Onderhoud van al dan niet bebouwde terreinen Art. 161 - Gebouwen die de openbare salubriteit in het gedrang brengen
AFDELING 7 - BEERPUTEN Art. 162 - Onderhoud van beerputten
AFDELING 8 - NETHEID IN VERBAND MET HET HOUDEN VAN DIEREN Art. 163 - Algemene bepaling Art. 164 - Onderhoud van kweekplaatsen Art. 165 - Maatregelen in geval van epidemie of epizoötie.
HOOFDSTUK 5 - SANCTIES EN ALGEMENE BEPALINGEN AFDELING 1 - ADMINISTRATIEVE SANCTIES Art. 166 - Sancties voor meerderjarigen Art. 167 - Sancties voor minderjarigen vanaf 16 jaar Art. 168 - Procedure voor de feiten opgesomd in artikel 166 § 1 van onderhavig reglement Art. 169 - Procedure voor de feiten opgesomd in artikel 166 § 2 van onderhavig reglement
AFDELING 2 - UITVOERBARE MAATREGELEN VAN ADMINISTRATIEVE POLITIE
8
Art. 170 - Schorsing, intrekking en sluiting
AFDELING 3 - ALGEMENE BEPALINGEN Art. 171 - Algemene bepalingen Art. 172 - Misbruikelijke melding
HOOFDSTUK 6 - SLOT-,OPHEFFINGS- EN ALLERLEI BEPALINGEN Art. 173 à 178 Art. 179 - Opheffing van de vorige reglementen en verordeningen Art. 180 - Uitvoering van het reglement Art. 181 - Mededeling Art. 182 - Inwerkingtreding
9
VOORWOORD In uitvoering van artikel 135, § 2 van de Nieuwe Gemeentewet hebben de gemeenten als taak hun inwoners te laten genieten van de voordelen van een goede politie, met name van de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op de openbare wegen en plaatsen, alsook in de openbare gebouwen. Het betreft namelijk de volgende aangelegenheden : 1° alles wat verband houdt met een veilig en vlot verkeer op openbare wegen, straten, kaden en pleinen; dit omvat de reiniging, de verlichting, de opruiming van hindernissen, het slopen of herstellen van bouwvallige gebouwen, het verbod om aan ramen of andere delen van gebouwen enig voorwerp te plaatsen dat door zijn val schade kan berokkenen, of om wat dan ook te werpen dat voorbijgangers verwondingen of schade kan toebrengen of dat schadelijke uitwasemingen kan veroorzaken. Voor zover ze betrekking heeft op blijvende of periodieke toestanden, valt de politie over het wegverkeer niet onder de toepassing van dit artikel; 2° het tegengaan van inbreuken op de openbare rust, zoals vechtpartijen en twisten met volksoploop op straat, tumult verwekt in plaatsen van openbare vergadering, nachtgerucht en nachtelijke samenscholingen die de rust van de inwoners verstoren; 3° het handhaven van de orde op plaatsen waar veel mensen samenkomen, zoals op jaarmarkten en markten, bij openbare vermakelijkheden en plechtigheden, vertoningen en spelen, in drankgelegenheden, kerken en andere openbare plaatsen; 4° het toezicht op een juiste toemeting bij het slijten van waren (waarvoor meeteenheden of meetwerktuigen gebruikt worden) en op de hygiëne van openbaar te koop gestelde eetwaren; 5° het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden; 6° het verhelpen van hinderlijke voorvallen waartoe rondzwervende kwaadaardige of woeste dieren aanleiding kunnen geven; 7° het nemen van de nodige maatregelen, inclusief politieverordeninngen, voor het tegengaan van alle vormen van openbare overlast1. Rekening houdende met deze opsomming, bevat onderhavig Algemeen Politiereglement de concrete voorschriften die dienen nageleefd te worden om zo goed mogelijk de openbare rust, veiligheid en gezondheid in onze gemeente te vrijwaren. Het gaat hieronder dus om een echte gedragscode die op ons samenleven van toepassing is. Die "code" reglementeert, voor de aangelegenheden die verband houden met de gemeentelijke bevoegdheden, de relaties tussen de burgers, alsook die tussen diezelfde burgers en de overheid in het algemeen. Dit reglement bestraft een aantal publieke verstoringen door middel van verschillende administratieve sancties. De administratieve sancties zijn van viererlei aard : − 1
de schorsing van een vergunning of een toelating afgeleverd door de gemeente;
Volledige tekst van de tot op heden gewijzigde Nieuwe Gemeentewet
10
− − −
de intrekking van een vergunning of een toelating afgeleverd door de gemeente; de sluiting van een instelling ten voorlopige of definitieve titel; de administratieve geldboete.
Deze sancties worden toegepast op basis van proces-verbalen opgesteld door vertegenwoordigers van de ordediensten, belast met het vaststellen van tekortkomingen aan of inbreuken op onderhavig reglement. De schorsing en de intrekking van een toelating of een vergunning zullen plaatsvinden indien hun voorwaarden niet worden nageleefd. De sluiting van een instelling (drankslijterij, spektakelzaal, …) kan worden bevolen in geval van onrust, wanorde of niet-naleving van reglementaire bepalingen, in of rond de instelling. De administratieve boete is de sanctie die in de meeste gevallen van inbreuken op onderhavig Algemeen politiereglement van toepassing is. Deze sommen kunnen in geval van herhaling verdubbeld worden. Voor wat betreft de voorwerpen die verband houden met de inbreuken op het reglement, voorziet de wet op het politieambt, in artikel 30, dat de voorwerpen en dieren die een gevaar betekenen voor het leven en de lichamelijke integriteit van de personen en de veiligheid van de goederen, in een voor het publiek toegankelijke plaats, door een politieambtenaar onttrokken kunnen worden aan de eigenaar, de bezitter of de houder, die er niet langer vrij over kan beschikken, zolang zulks met het oog op de handhaving van de openbare rust vereist is, overeenkomstig de richtlijnen en onder de verantwoordelijkheid van een officier van bestuurlijke politie. De voorwerpen in beslag genomen bij wijze van bestuurlijke maatregel worden gedurende zes maanden ter beschikking gehouden van de houder, bezitter of eigenaar, tenzij het om dwingende redenen van openbare veiligheid gerechtvaardigd is om ze onmiddelijk te vernietigen. Dit wordt dan beslist door de bevoegde administratieve overheid (minister, gouverneur of burgemeester). ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------Anderzijds integreert dit reglement sommige bepalingen die gedragingen bestraffen die het naleven van de wetgeving inzake leefmilieu in het gedrang brengen. Het Waals decreet van 5 juni 2008 (decreet betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake leefmilieu) laat de gemeenten inderdaad toe bepaalde normovertredende gedragingen inzake leefmilieu aan te klagen. Het decreet laat vooral toe deze gedragingen te bestraffen met administratieve boetes tussen 1 en 10.000 euro. Het betreft hier vooral overtredingen voorzien in de wetgevingen inzake onbevaarbare waterlopen, lawaaibestrijding, afval en milieuvergunningen. De gemeente Komen-Waasten heeft beslist deze milieuovertredingen te integreren in onderhavig algemeen politiereglement, teneinde een enkele gecoördineerde tekst aan de burgers te kunnen voorleggen. De toepassing van de maatregelen die het bevat zal dusdanig vergemakkelijkt worden.
HOOFSTUK EEN - ALGEMENE BEPALINGEN 11
Artikel 1 - Doelstellingen, toepassingsveld en gemachtigde agenten Onderhavig reglement betreft de aangelegenheden die verband houden met de opdrachten van de gemeente, zoals bepaald in de Nieuwe Gemeentewet, met als doel haar inwoners te laten genieten van de voordelen van een goede politie, en met name van de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en rust in de openbare straten, plaatsen en gebouwen. Onderhavig reglement doet ook geen afbreuk aan de toepassing van de van kracht zijnde wettelijke, decretale en bestuurrechtelijke bepalingen, alsook aan de machten en bevoegdheden die door de wet aan de Burgemeester worden toevertrouwd om met name besluiten te nemen. Elk persoon die zich op de openbare weg, in de openbare ruimte of in een voor het publiek toegankelijk plaats bevindt, dient zich onmiddellijk te schikken naar ieder uitdrukkelijk bevel of vordering van de ordevertegenwoordigers, uitgevaardigd om : − − −
de wetten, decreten, besluiten en reglementen te doen naleven; de veiligheid en het gemak van doorgang op de openbare weg te vrijwaren; de opdracht van de hulpdiensten en de hulp aan mensen in nood te vergemakkelijken.
Onderhavige verplichting is ook van toepassing op personen die zich in een privé-eigendom bevinden wanneer een lid van de ordediensten er is binnengedrongen in het kader van zijn verplichtingen of tengevolge een ramp, in geval van brand, overstroming, hulpgeroep of in geval van op de heterdaad betrapte misdaad of wanbedrijf. Binnen de perken van de wettelijke bepalingen hebben de daartoe gemachtigde gemeenteagenten dezelfde voorrechten als de ordevertegenwoordigers, voor wat de toepassing van onderhavig reglement betreft.
Artikel 2 - Definities Voor de toepassing van onderhavig reglement, bedoelt men onder :
-
Aanwonende : Iedere natuurlijke of rechterlijke persoon, bewoner, bezetter, eigenaar, huurder of bewaker van een woning of een gedeelte van een woning. In een gebouw met veelvoudige bezettingen wordt de persoon die de gelijkvloers bezet als aanwonende beschouwd. Bij gebrek aan bezetting van de gelijkvloers zal of zullen de bewoner (s) van de eerste verdieping als aanwonende(n) worden beschouwd. Bij gebrek aan bezetting van de lagere verdiepingen, zal de persoon die de verdieping boven de onbewoonde bezet als aanwonende worden beschouwd.
-
Openbare ruimte : de openbare weg, met inbegrip van verhoogde bermen en voetpaden, elke voor het publiek toegankelijke openbare of privé-plaats zonder onderscheid, de parken, plantsoenen, kerkhoven, speelterreinen en speelruimtes.
-
Openbare weg : Het gedeelte van het gemeentelijke grondgebied dat in hoofdorde voor het verkeer van de personen of voertuigen bestemd is en dat voor iedereen toegankelijk is binnen de door de wetten, besluiten en reglementen bepaalde perken . Bovendien omvat hij, binnen dezelfde wettelijke en reglementaire perken, de installaties voorzien voor het vervoer en de bedeling van goederen, energie en signalen.
12
Hij omvat onder andere : a) de verkeerswegen, met inbegrip van de verhoogde bermen en voetpaden ; b) de openbare ruimten, aangelegd als aanhorigheden van de verkeerswegen en voornamelijk bestemd voor het parkeren van voertuigen, voor tuinen, wandelplaatsen en markten.
-
Niet getemde dieren : Dieren die niet beantwoorden aan de kenmerken van een huisdier (dier waarvan het soort sinds lang getemd is).
-
Goede staat van bewaar en netheid : Begrip in ontwikkeling dat verwijst naar het gebruik en het onderhoud "als goede huisvader"
-
Wrak : Elk vervoermiddel ingeschreven of niet, buiten gebruik of verlaten, alsook de en stacaravans in dezelfde staat.
-
Agressieve hond : Iedere hond, die door de wil van zijn bas, door het gebrek aan toezicht of om het even welke andere reden personen intimideert, verstoort, uitdaagt of de openbare veiligheid, het gemak van doorgang of het goede nabuurschap schaadt.
-
Honden van openbaar nut : Honden speciaal afgericht en officiëel erkend om bepaalde categorieën van personen te helpen.
-
Landbouwafval : Verpakkingen voor dierenvoedsel, verpakkingen voor fytosanitaire producten, plastic van dekzeilen, silo's of kleine balen.
-
Huishoudelijke afval : Afval voortkomende uit de dagelijkse activiteit van de gezinnen.
-
Gevaarlijk afval : Elk gevaarlijk afval in de zin van de afvalcatalogus, elke gevaarlijke verpakking, namelijk de verpakkingen die gevaarlijk afval hebben bevat in de zin van afvalcatalogus, elk ziekenhuis- en gezondheidszorgenafval van klasse B2 in de zin van het besluit van 30/06/1994.
-
Grofvuil : Dagelijks afval voortkomend uit de activiteit van de gezinnen dat door zijn grootte niet in een vuilniszak van 60 l kan, met uitzondering van papier en karton, auto-accu's, gevaarlijk afval, groenafval (grasmaaisel, haag - en boomsnoeisel), oude banden met of zonder velgen, inert afval (bouwafval zoals bakstenen, zand, aarde; meer dan één sanitair zoals een toilet, een lavabo…), afval voortkomend uit een zelfstandige activiteit, ramen, volledig of gebroken glas, geneeskundig afval, chemische producten (verven, oplosmiddelen, fytoproducten zoals pesticiden), gasflessen, blusapparaten, elektrisch en elektronisch afval, alsook van elektrische huishoudapparatuur.
-
Net van grote verbindingswegen : Benaming voor zowel het gewestelijk wegennet, vroeger toebehorend aan de Staat en overgedragen aan de Gewesten door de wetgeving betreffende de institutionele hervormingen, alsook voor het provinciale wegennet.
-
Openbare plaats : Iedere voor het publiek toegankelijke plaats.
-
"Baas" : De eigenaar of de houder van het dier, d.w.z deze die het dier onder zijn bewaking of toezicht heeft.
13
caravans
-
Openbare manifestie : Iedere aangelegenheid die een belangrijk aantal personen in de openbare ruimte verzamelt en die desgevallend enige onrust of stoornis van de openbare orde kan veroorzaken, zoals bepaald in onderhavig reglement.
-
Openbare orde : begrip dat de veiligheid, de gezondheid en de rust in de openbare ruimte omvat.
-
Ordevertegenwoordigers : Alle personen behoorlijk gemachtigd om de openbare orde te doen naleven. In onderhavig reglement, worden de door de Gemeenteraad behoorlijk gemachtigde personen hiermee gelijkgesteld.
-
Privatief gebruik : Het gebruik van iets voor eigen rekening.
-
"Glas" : Voorwerpen uit hol glas, hetzij flessen en bokalen zonder deksel, sluiting of kurk. Met uitzondering van voorwerpen uit vlak glas, plastic flessen en flacons, porselein, kopjes, borden, terracotta, bloempotten, spiegels, kathodestraalbuizen, lampen, medische flacons en flesjes parfum.
De termen die niet door onderhavig reglement specifiek worden bepaald, dienen in hun doorgaanse zin in acht te worden genomen.
Artikel 3 - Toelatingsstelsel Onverminderd de toepassing van andere wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen, behoudens andersluidende specificatie in het desbetreffende artikel, dient elke aanvraag tot toelating van om het even welke activiteit of handelingen die het onderhavig reglement betreffen, bij de Burgemeester, ten laatste 20 dagen vóór het houden van de genoemde activiteit, te worden ontvangen. De Burgemeester kan een buiten termijn ingediende aanvraag in behoorlijk gemotiveerde spoedgevallen in overweging nemen. Deze aanvraag moet de volgende elementen bevatten2 : −
− − − − − − − 2
de namen, adressen, fax- en telefoonnummers, en eventueel e-mailadressen van de organisatoren. De ondertekenaar van de aanvraag moet meerderjarig zijn en niet uit zijn burgerrechten onzet zijn. Indien de organisator een rechtspersoon is of voor rekening van een rechtspersoon of van een feitelijke vereniging handelt, dienen de benaming, de rechtskundige vorm, het adres van de maatschappelijke zetel te worden vermeld en een uittreksel van de statuten voorgelegd die de ondertekenaar machtigt haar te vertegenwoordigen ; het nauwkeurig voorwerp, de datum en het aanvangs- en slotuur van de voorziene activiteit ; de weg die eventueel zal worden gevolgd ; voor betogingen, desgevallend het houden van een meeting erna of een mogelijke verlenging ervan ; desgevallend, de schatting van het aantal deelnemers, de vervoermiddelen en de eventuele tijdelijke structuren (tenten, circustenten, podiums, …) ; in voorkomend geval, de door de organisatoren voorziene orde-en veiligheidsmaatregelen (bewakingsdienst, nooduitgangen, medische dienst, alternatieve reisweg, …) ; eventueel een plan of een schets. voor de tijdelijke structuren, is het nodig de vestigingen, de toegangen en de uitrustingen die zich er bevinden, te vermelden.
Gebruik met het oog hierop het document in bijlage nummer 1
14
Na onderzoek van de aanvraag zal de Burgemeester het verlenen van de toelating kunnen koppelen aan de organisatie van een coördinatievergadering die de organisator, de verantwoordelijken van de politie- en hulpdiensten, alsook alle personen of instanties die nodig worden geacht met het oog op het nemen van maatregelen om de openbare orde te vrijwaren, bijeenbrengt. De door onderhavig reglement beoogde toelatingen worden precair en herroepbaar verleend, onder de vorm van een persoonlijke en onoverdraagbare titel. De gemeente is niet verantwoordelijk voor de schade die zou kunnen voortvloeien uit het - al dan niet foutieve -verloop, van de bij toelating, vergunning of afwijking beoogde activiteit. Ze kunnen door de Burgemeester worden geschorst of ingetrokken, indien hun titularis een overtreding begaat op onderhavig reglement, overeenkomstig de in artikel 119 bis van de Nieuwe Gemeentewet voorziene procedure. De begunstigde van een vergunning, van een toelating of eventueel van afwijking, verleend overeenkomstig onderhavig reglement, is ertoe gehouden de voorwaarden ervan strikt na te leven en ervoor te zorgen dat het voorwerp ervan anderen niet kan schaden, noch de openbare veiligheid, rust, zindelijkheid of netheid in het gedrang brengen. De toelatingen kunnen van rechtswege worden ingetrokken, zonder opzeg noch vergoeding, indien het algemeen belang het vereist of in geval van niet-naleving van de in de bedoelde toelating opgelegde voorwaarden. Wanneer de toelatingsacte betrekking heeft op een activiteit of een evenement in een voor het publiek toegankelijke plaats, moet deze acte zich op de plaats in kwestie bevinden. Wanneer de acte betrekking heeft op een activiteit in de openbare ruimte of op een bezetting ervan, moet de begunstigde deze bij zich hebben tot het einde van deze activiteit of bezetting. In de beide gevallen dient de acte op elk verzoek van de ordevertegenwoordigers te worden voorgelegd. Naar gelang de omstandigheden zal deze toelating op een voor alle personen zichtbare en toegankelijke plaats worden aangeplakt om zodoende het nazien door de ordevertegenwoordigers te vergemakkelijken en de inlichting van de burgers te verzekeren. De vorm en de modaliteiten van deze vermelding zullen in de toelatingsacte worden voorzien. Bovendien dient, voor elke openbare manifestatie en voor elke grote verzameling van personen, een veiligheidsplan opgesteld en samen met de toelatingsaanvraag ingediend te worden. Worden als dusdanig beschouwd : − de meerdaagse wielerwedstrijden of toegankelijk voor beroepswielrenners "elite met contract". − de organisaties die een groot aantal personen verzamelen of die in verschillende straten of wijken van de deelgemeenten plaatsvinden. − de concerten, de feesten, de voorstellingen georganiseerd in al dan niet permanente infrastructuren of in openlucht en die meer dan 300 personen verzamelen, met uitzondering van infrastructuren die over hun eigen veiligheidsplan beschikken. − De organisaties die plaatsvinden op een gesloten parcours , dat mogelijk de toegang van interventie - of hulpdiensten tot sommige zones zou bemoeilijken. − De manifestaties die mogelijk een publiek waarvan het aantal 75 % van de capaciteit van de infrastructuur overschrijdt, verzamelen of de zogenaamde "risico-manifestaties". − Elke andere manifestatie waarvoor de Burgemeester beslist over de noodzaak een veiligheidsplan op te stellen.
15
HOOFDSTUK 2 - OVER DE VEILIGHEID EN HET GEMAK VAN DOORGANG IN DE OPENBARE RUIMTE AFDELING 1- PRIVATIEF GEBRUIK VAN DE OPENBARE RUIMTE Artikel 4 - Privatief gebruik van de openbare ruimte Is verboden, behalve mits voorafgaandelijke en schriftelijke toelating 4 afgeleverd door het Schepencollege, elk privatief gebruik van de openbare weg, ter hoogte van de grond, erboven of eronder. Ieder gebruiker, al dan niet behoorlijk gemachtigd, zal de gevolgen dragen van de incidenten of ongevallen, al dan niet foutief, die voortvloeien uit het privatieve gebruik van de openbare ruimte.
Artikel 5 - Verkoop in de openbare ruimte De ambulante verkoop van allerlei voorwerpen op de openbare weg is verboden. De handelaars, kooplieden en standwerkers mogen, mits voorafgaandelijke en schriftelijke toelating van het Schepencollege geen roerende voorwerpen, de goederen en de reklamepanelen of uithangborden inbegrepen, bestemd of aangeboden voor de verkoop, in de openbare ruimte voorstellen, uitstallen of laten hangen. In geval van bezetting van het voetpad voor handelsdoeleinden, zal een doorgang van 1,50 m, te allen tijde, vrij gelaten moeten worden. Onderhavige bepaling beoogt de overtredingen op de wet op de ambulante handel niet. In geval van verlening van een toelating kan de Burgemeester, tijdelijk, gedurende openbare feesten en openbare ceremoniëen of in alle andere omstandigheden, de ambulante handel en de leurhandel in de openbare ruimte verbieden als hij van oordeel is dat het uitoefenen van deze beroepen de activiteiten en het verkeer kan hinderen of belemmeren.
Artikel 6 - Reclame in de openbare ruimte Men mag, zonder voorafgaandelijke en schriftelijke toelating 6 van het Schepencollege in de openbare ruimte, noch rijden noch stationneren met een reklamevoertuig, noch er met een publicitair oogmerk een aanhangwagen, voertuig, tafel, werkbank, al dan niet afneembaar paneel, draaiend paneel of elk voorwerp neerzetten dat het verkeer zou hinderen of de veiligheid of het gemak van doorgang zou bedreigen. In geval van bezetting van het voetpad met een publicitair oogmerk zal te allen tijde een doorgang van 1,50 m moeten worden vrij gelaten. Wordt door dit artikel niet beoogd de reklame op voertuigen die dienen voor het vervoer van personen of van goederen en die verband houden met de normale handels- of industriële activiteit van het voertuig. Bovendien is dit artikel niet van toepassing op de voertuigen van TEC, DE LIJN, TRANSPOLE of op ieder ander voertuig van de diensten van het openbaar vervoer, van de spoorwegen, van de Staat, van de Provincies, van de gemeenten of van andere openbare instellingen of inrichtingen.
16
Artikel 7 - Verkoopautomaten Behalve mits voorafgaandelijke en schriftelijke toelating 7 van het Gemeentecollege mogen de verkoopautomaten van dranken of van andere producten niet in de openbare ruimte worden geplaatst. In geval van bezetting van het voetpad zal, te allen tijde, een doorgang moeten worden vrij gelaten.
Artikel 8 - Verkoop van loterij - of tombolabiljetten in de openbare ruimte Onverminderd de wettelijke bepalingen terzake, voor wat betreft de verkoop van loterij - of tombolabiljetten die in de openbare ruimte plaatsvindt, zal de uitgifte van biljetten alleen maar op het grondgebied van de gemeente gebeuren en worden aangekondigd. De winst van de tombola zal uitsluitend bestemd zijn voor het in de aanvraag vermelde doel. De geldprijzen of de onmiddellijk in geld converteerbare prijzen zijn verboden. Tijdens de uitvoering zal geen andere benaming dan degene die werd goedgekeurd, mogen worden gebruikt. De loterijbiljetten zullen verplicht de naam van de organiserende onderneming, alsook haar volledig adres, het nummer en de datum van de toelating en het beoogde doel dragen. De verrichtingen omtrent de loterij of de tombola moeten uiterlijk tegen de laatste dag van de maand na de trekking beëindigd zijn.
Artikel 9 - Kelderingangen en ondergrondse toegangen De kelderingangen en ondergrondse toegangen in de openbare ruimte kunnen alleen worden geopend gedurende de tijd die strikt noodzakelijk is voor de verrichtingen die hun opening noodzaken en mits naleving van alle maatregelen die de veiligheid van de voorbijganger waarborgen.
Artikel 10 - Beeld - of klankopname met winstgevend oogmerk in de openbare ruimte Onverminderd de wetten en reglementen betreffende de persvrijheid en de bescherming van het privé-leven, van het imago of de personen dient het gebruik van toestellen om personen te fotograferen of te filmen, en/of geluidsopnamen te verrichten, in de openbare ruimte of op een plaats die uitzicht biedt op de openbare ruimte, voor lucratieve of beroepsdoeleinden, te worden onderworpen aan de voorafgaandelijke en schriftelijke toelating 8 van het Schepencollege, dat de toegelaten plaatsen bepaalt.
Artikel 11 - Betogingen en samenscholingen in de openbare ruimte Behoudens voorafgaandelijke en schriftelijke toelating van de Burgemeester is het organiseren van iedere manifestatie, samenscholing, happening, ronddeling of levering die, met of zonder voertuig,in de openbare ruimte, wordt georganiseerd, en die van aard is de openbare weg te belemmeren of het gemak en veiligheid van doorgang te verminderen verboden.
17
De toelatingsaanvraag 9dient minstens dertig werkdagen vóór de voorziene datum van de betoging of van de samenscholing te worden ingediend.
Artikel 12 - Gemeenschappelijke bepalingen voor deze afdeling De Burgemeester mag, in het kader van de administratieve politie, ambshalve op de kosten en op eigen risico van de overtreder overgaan tot het weghalen van elk voorwerp dat in overtreding met onderhavig reglement wordt geplaatst of dat een hinder of een gevaar in de openbare ruimte betekent. Hij zal er de betrokken wegbeheerder kennis van geven. Deze maatregel is namelijk van toepassing op de voertuigen, aanhangwagens, reklamepanelen en andere diverse tuigen die de openbare veiligheid en het gemak van de doorgang van de gebruikers in gevaar brengen of die de normale toegang tot de openbare weg en / of tot een privéeigendom verhinderen.
AFDELING 2 - WOONWAGENS, CARAVANS EN ANDERE AMBULANTE WOONGELEGENHEDEN Artikel 13 - Stationneren van zigeuners, woonwagenbewoners en kampeerders Onverminderd de wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen mogen de personen die gewoonlijk in ambulante schuilplaatsen (woonwagens, caravans, motor-home, …) verblijven die als woning dienst doen, niet meer dan 24 uur op het grondgebied van de Stad stationneren, behalve mits voorafgaandelijke en schriftelijke toelating van de Burgemeester. De kermiskramers of circusuitbaters die zich op het grondgebied van de Stad vestigen ter gelegenheid van kermissen of andere festiviteiten en daartoe behoorlijk gemachtigd zijn, dienen ook de wettelijke bepalingen en de reglementen die hierop van toepassing zijn na te leven. Ze moeten ervoor zorgen dat de instructies van de brandweerdienst inzake de vestiging, de toegang tot het kermisterrein en de ligging van de technische inrichtingen, zoals brandstoffen, electrogeengroepen, enz., worden nageleefd. Wildkamperen is verboden. De kampeerders mogen alleen, mits uitdrukkelijke toelating van de eigenaar en naleving van de geldende reglementaire bepalingen, op openbare- of privé-terreinen parkeren. De politie heeft te allen tijde toegang tot de terreinen waar de door deze afdeling beoogde personen zich bevinden. De Burgemeester mag de uitzetting bevelen van degenen die de openbare veiligheid, rust of gezondheid in gevaar brengen.
AFDELING 3 - TERRASSEN Artikel 14 - Toepassingveld De bepalingen van deze afdeling zijn niet van toepassing noch op openbare markten, noch op kermissen, noch op rommelmarkten. Ze betreffen specifiek de bezettingen van de openbare ruimte door al dan niet aanwonende handelaars, met het oog op het vergroten van hun verkoopoppervlakte.
18
Artikel 15 - Toelating De toelating tot plaatsing van elk terras (café, frietkraam, enz.), permanent of tijdelijk, dient jaarlijks vóór 31 januari van het lopende jaar bij het Schepencollege te worden aangevraagd. Een plattegrond -tekening van dit terras zal bij de toelatingsaanvraag worden gevoegd. De openbare ruimte zal, tijdelijk, voor de periode van 1 maart tot 31 oktober mogen worden bezet. Buiten deze periode en op straffe van het uitbetalen van een vergunning vastgelegd door de Gemeenteraad zullen de terrassen slechts occasionneel mogen zijn en hun aanvragen geval per geval worden behandeld. Het terras zal, in principe, in het gedeelte van de openbare ruimte dat de gevel van het uitbatingsgebouw van de handel loodrecht verlengt, worden ingericht en zal, in de specifieke breedte, de fictieve grenzen vastgelegd voor deze gevel niet mogen overschrijden. Een afwijking op dit principe mag door het Schepencollege worden toegestaan, na advies en akkoord van de betrokken aanwonende en dit uitsluitend voor terrassen die op de voetpad worden geplaatst. Het Schepencollege zal aanvullende specifieke voorwaarden mogen opleggen naargelang de vestigingsplaats of andere dwingende redenen van openbaar nut. Het terras zal, in geen geval, het verkeer van de voetgangers, de fietsen of bromfietsen en de motorvoertuigen mogen belemmeren. Op eenvoudig uitdrukkelijk bevel van de gemeentelijke of van een andere overheid zal het terras worden verplaatst, gewijzigd of weggenomen. In geen enkel geval zal de Stad Komen-Waasten aansprakkelijk kunnen worden gesteld voor een ongeval ; de aanvrager dient met het oog hierop een verzekering inzake wettelijke aansprakelijkheid te onderschrijven.
Artikel 16 - Advies omtrent de toelatingsaanvraag Voorafgaandelijk aan de toekenning of aan de weigering van de toelating om een terras te plaatsen zal het Schepencollege om de mening van de diensten van de Lokale Politie vragen. Indien het terras langs een gewestweg wordt voorzien, zal ook om de mening van de diensten van het Waals Gewest worden gevraagd.
Artikel 17 - Bestemming, structuur en fixatie De toelating tot bezetting van de beoogde ruimte wordt enkel voor het plaatsen van tafels en stoelen toegekend. Er mag geen schade aan het wegennet en/of de goot worden berokkend. De goot dient vrij te blijven om zodoende de lozing van het water toe te laten. De plaatsing van de plankenvloer, windschermen, relingen, tongewelven en / of zonnetenten of meubilair is verboden behalve mits uitzonderlijke toelating in functie van de ligging. De daken worden niet toegelaten. De parasols dienen volledig in de voor het terras bepaalde zone te worden geplaatst en zullen in geen geval over het wegdek mogen uitsteken.
19
Artikel 18 - Vrije doorgang In geval van de bezetting van het voetpad zal een doorgang van 1,5m te allen tijde moeten worden vrij gelaten, namelijk voor de doorgang van de voetgangers en rolstoelen. Deze doorgang mag eventueel dwars door het terras lopen.
Artikel 19 - Uurrooster van de uitbating en vrijwaren van de rust in de buurt De terrassen kunnen alléén tussen 9 uur en 24 uur worden geplaatst of uitgebaat. De houder van een inrichting die aan de toegelaten terras paalt, is er, te allen tijde, toe gehouden de openbare rust te doen naleven. Er mogen geen externe luidsprekers worden aangebracht. Het meubilair van de terrassen moet na het einde van de dagelijkse activiteiten worden verwijderd. Als het buiten de inrichting blijft, moet het langs de gevel opgestapeld en met een hangslot afgesloten worden. Dezelfde voorschriften zijn tijdens de sluitingsdagen en de dagen met slecht weer van toepassing.
Artikel 20 - Netheid en onderhoud van het terras Het terras en diens omgeving moet dagelijks worden gereinigd. De intrekking van de toelating zal, in geval van onzindelijkheid van het terras of van diens omgeving, worden bevolen. Restafval en elk ander soort afval afkomstig van het terras moeten door de uitbater worden opgeruimd. In geen geval zal dit afval in de goten of in de rioolroosters worden neergezet of verzameld.
Artikel 21 - Veiligheid Elke behoorlijk toegelaten uitsprong op de openbare weg, de overlangse en andere parkings inbegrepen (met uitzondering van de voetpaden), dient correct te worden aangekondigd en zichtbaar te zijn. Reflecterend materiaal zal dus op alle randen van het terras worden aangebracht en de uiteinden zullen zowel overdag als 's nachts worden verlicht Desnoods zal een bijzondere voorwaarde de noodzaak opleggen om bijkomende veiligheidsmaatregelen in bepaalde bijzondere omstandigheden te treffen met aanvullende schikkingen (panelen, andere …).
Artikel 22 - Gemeentelijke retributie Iedere persoon die een terras in de openbare ruimte aanlegt wordt onderworpen aan de betaling van een retributie, geïnd volgens de modaliteiten bepaald in het vergoedingsreglement.
Artikel 23 - Uitbater en verandering van uitbater De terras zal alléén door de begunstigde van de toelating mogen worden uitgebaat. De toelating is persoonlijk en onoverdraagbaar. Indien, gedurende de periode van de toegelaten uitbating, de begunstigde aan een derde afstand van zijn rechten doet, mag de nieuwe uitbater, in afwijking op artikel 15, een toelatingsaanvraag op eigen naam bij het Schepencollege indienen. Om geldig te zijn, dient de aanvraag te zijn vergezeld van een afschrift van het betalingsbewijs van de gemeentelijke vergoeding door de overdragende uitbater.
20
Artikel 24 - Controle en uithanging van de toelating De toelating zal op ieder verzoek van een vertegenwoordiger van de ordediensten moeten worden vertoond. De toelating zal, op een plaats zichtbaar vanaf de openbare weg en volgens de modaliteiten voorzien in de voornoemde toelating, door de uitbater moeten worden uitgehangen.
Artikel 25 - Plaatsing in de openbare ruimte De terrassen zullen op het niveau van de grond worden aangelegd. De terrassen waarvan de plaatsing op de openbare weg of op parkeerplaatsen, gelegen voor de begunstigde instellingen, wordt toegelaten, zullen aan de volgende bijzondere voorschriften moeten voldoen : − − − −
De basis zal mogen bestaan uit een plankenvloer waarvan de afmetingen en kenmerken in de toelating zullen worden bepaald. Het peil van de plankenvloer zal met 15 centimeter mogen worden verhoogd tegenover de openbare weg en een ruimte zal moeten worden aangelegd en toegangelijk zijn voor personen met een beperkte mobiliteit. Het terras langs de straatkant en de laterale kanten zal met een hek samengesteld uit gladde houten paaltjes waarvan de maximale hoogte een meter bedraagt, worden afgebakend. Om redenen van gemak en veiligheid zal het Schepencollege voor de afbakening van het terras langs de drie kanten, de plaatsing van de "windscherm" -panelen met een gedeelte in hout (maximum één meter) en van een doorschijnend gedeelte waarvan de maximale hoogte 1,50 meter bedraagt, toelaten.
Artikel 26 - Herstel Onverminderd de bepalingen voorzien in artikel 20, is de uitbater, bij het verstrijken van de door de toelating vastgestelde duur, ertoe gehouden de ruimte die voor het terras werd gebruikt, in haar oorspronkelijke staat en in een staat van perfecte netheid te herstellen.
AFDELING 4 - GEVAARLIJKE OF HINDERLIJKE SITUATIES Artikel 27 - Voorwerpen die door hun val schade kunnen veroorzaken De eigenaar en/of de bewoner en/of de bewaarder krachtens een mandaat van een gebouw is ertoe gehouden alle nodige maatregelen te treffen om de op/aan een venster of op/aan het even welk ander deel van het gebouw waarop hij zijn rechten uitoefent, neergezette of hangende voorwerpen uit te rusten met een hechtingsysteem die hun val voorkomt. Onverminderd de wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen, is het, zonder voorafgaandelijke en schriftelijke toelating 13 van het Schepencollege, verboden spandoeken, emblemen en andere versieringen op de gevels of dwars over de openbare weg te plaatsen, met
21
uitzondering van de nationale, gewestelijke, gemeentelijke of plaatselijke vlaggen tijdens nationale, gewestelijke, gemeentelijke, provinciale of plaatselijke feesten of sportieve manifestaties. Elk voorwerp dat in overtreding met onderhavig artikel wordt geplaatst, dient op het eerste verzoek van een vertegenwoordiger van de ordediensten te worden verwijderd. Zoniet gaan de gemeentediensten ambtshalve over tot de verwijdering ervan, op kosten, risico's en gevaren van de overtreder. Elk werk of gebouw dat al dan niet over de openbare ruimte uitsteekt en dat van aard is het gemak van doorgang of de veiligheid van de voorbijgangers te schaden, dient onderhouden en dag en nacht op een zichtbare en duidelijke wijze te worden aangekondigd.
Artikel 28 - Veiligheid van de voorbijgangers Het is verboden lange en omvangrijke voorwerpen van de binnenkant van een gebouw op de openbare weg te laten uitsteken zonder de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om het gemak en de veiligheid van de voorbijgangers te waarborgen. Dezelfde voorzorgsmaatregelen dienen in acht te worden genomen bij het openen van buitenblinden, luiken of garagedeuren die de openbare weg kunnen hinderen of een gevaar voor de voorbijgangers betekenen. De buitenblinden en luiken worden met pallen of haken vastgehecht. Deze worden zodanig gehecht dat ze geen hinder voor het gemak of de veiligheid van de voorbijgangers betekenen en die ook niet kunnen verwonden. De luifels of zonneschermen die in de openbare ruimte worden geplaatst, mogen niet op de openbare weg uitsteken en dienen, te allen tijde, de doorgang voor de voetgangers toe te laten, door een minimale hoogte van 2,10 m vanaf de grond te waarborgen. Bovendien mag, buiten elk toegelaten publicitair voorwerp, geen enkel roerend goed, tijdelijk of definitief, op een deel van de openbare weg op een zodanige manier worden geplaatst, dat er om het even welk gevaar voor de gebruikers (voetgangers, fietsers, bromfietsrijders, enz …) uit voortvloeit.
Artikel 29 - Uitkloppen van tapijten en andere voorwerpen Het is verboden tapijten of om het even welk ander voorwerp uit te kloppen of uit te schudden op een balkon of aan een venster dat op de openbare weg geeft.
AFDELING 5 - VERPLICHTIGINGEN IN GEVAL VAN VORST OF SNEEUWVAL Artikel 30 - Verbod op het laten stromen van water Bij vriesweer is het verboden, water op de openbare weg te gieten of te laten stromen, er glijbanen aan te leggen en sneeuw of er ijs dat afkomstig is van privé-eigendommen te storten.
Atikel 31 - Verplichting een doorgang voor de voetgangers te verzekeren
22
De met sneeuw of ijzel bedekte voetpaden dienen onmiddellijk geruimd en slipvrij te worden gemaakt over gans hun breedte, voor voetpaden die minder dan 1,5 meter breed zijn en over een minimale breedte van 1,5 meter, voor bredere voetpaden. Deze verplichtigen berusten : −
− − −
voor flatgebouwen : bij de conciërge, syndicus, de voorzitter van de beheerraad, de personen met name belast met het dagelijks onderhoud of naar wie in het inwendig ordereglement wordt verwezen en, bij gebrek aan deze, solidair bij het geheel van de bewoners ; voor de ééngezinswoningen : bij de inwoner ; voor de gebouwen die niet bestemd zijn om te worden bewoond : bij de eigenaar, conciërge, portier, bewaarder of de persoon die met het dagelijks onderhoud is belast ; voor de onbezette gebouwen of de ongebouwde terreinen : bij iedere houder van een werkelijk recht op het gebouw of bij de huurders.
De sneeuw - of ijsmassa dient, na het opruimen ervan, aan de rand van het voetpad te worden opgehoopt en mag niet op de rioolkolken, rioolroosters of in de straatgoten, noch de wegen worden verzameld, wat het verkeer van de voorbijgangers zou bemoeilijken of in gevaar brengen.
Artikel 32 - Verplichting ijsstalactieten te verwijderen Ijskegels die zich vormen aan verheven delen van gebouwen die op de openbare weg uitsteken, dienen te worden verwijderd, zodra ze een gevaar betekenen voor de voorbijgangers. In afwachting van hun verwijdering van het gebouw moet de eigenaar en/of de bewoner en/of de bewaarder krachtens een mandaat alle maatregelen treffen om elk gevaar voor de personen of hun goederen te voorkomen en om de veiligheid van de gebruikers op de gevaarlijke plekken te vrijwaren.
AFDELING 6 - TOEGANG TOT BRANDKRANEN. SIGNALISATIE Artikel 33 - Brandkranen Worden verboden in de openbare ruimte en in de voor het publiek toegankelijke plaatsen, het stationneren van voertuigen en het plaatsen, zelfs tijdelijk, van voorwerpen die het vinden, de toegang tot of het gebruik van waterbronnen voor het blussen van branden kunnen hinderen of storen. De brandkranen, deksels of luiken die de kamers met brandkranen afgrendelen, alsook de opvangbakken, moeten steeds vrij, goed zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar blijven. Een perimeter van 50 centimeter rond de brandmond zal steeds vrij behouden blijven. Het is verboden de signalen voor de identificatie of het vinden van waterbronnen voor het uitdoven van branden te beschadigen, te verbergen of te laten verbergen, te verplaatsen of te doen verdwijnen. De privé-plantsoenen mogen de toegang tot en het goede gebruik van de brandkraan niet verbergen of hinderen.
23
De in onderhavig reglement voorziene verplichtingen berusten bij de bewoner van het gebouw of bij degene die er krachtens een mandaat toezicht op heeft of bij de eigenaar, indien het gebouw onbezet is.
AFDELING 7 - BEZETTING, LADEN EN LOSSEN, VERHUIZING EN LEVERING, ENZ, … Artikel 34 - Voorwaarden en signalisatie De kortstondige bezetting van een gedeelte van de openbare ruimte om reden van verplaatsing van meubilair, verhuizing, levering van lange duur, plaatsing van een container, enz, …wordt aan de voorafgaandelijke en schriftelijke toelating 14 van de Burgemeester onderworpen. Deze bezetting zal moeten worden gemeld door middel van regelgevende panelen, geplaatst op kosten van de aanvrager, met uitsluiting van uiteenlopende voorwerpen zoals stoelen, krukjes, bakken, kegels, schragen, paletten, houten planken, enz, …,. De bevolking mag gratis over deze regelgevende panelen beschikken, mits voorafgaandelijke aanvraag bij het gemeentebestuur en betaling van een waarborgsom 15 van 5 euro per paneel. Deze panelen zullen aan de gemeentebestuur worden terugbezorgd zodra de activiteiten in de openbare ruimte beëindigd zijn. Er mag, tussen 22 en 6 uur, in de openbare ruimte niet worden geladen of gelost. Bij het vervoer, de hantering, en het laden en lossen van voorwerpen in de openbare ruimte moet erop worden gelet dat de voetgangers niet verplicht worden het trottoir te verlaten, dat ze zich niet stoten of worden verwond, alsook dat noch het gemak, noch de veiligheid van de doorgang van andere voorbijgangers, noch de openbare rust in het gedrang komen. De administratieve schorsing of de administratieve intrekking van de vergunning zal mogen worden uitgesproken, indien zijn houder de voorwaarden niet naleeft.
Artikel 35 - Herstel In geval van laden of lossen in de openbare ruimte zal de persoon of het bedrijf die deze activiteit uitvoert, onmiddellijk daarop het deel van de openbare weg waar afval afkomstig van deze activiteit zou overblijven, reinigen of laten reinigen en overgaan tot de ophaling van de afval afkomstig van deze activiteit. Wanneer de openbare weg bezoedeld is naar aanleiding van deze werken, is de persoon of het bedrijf gehouden dagdagelijks, op het einde van de werkdag, de openbare weg in goede staat van netheid te herstellen.
AFDELING 8 - UITVOERING VAN WERKZAAMHEDEN Artikel 36 - Uitvoering van werkzaamheden in de openbare ruimte Onverminderd de toepassing van andere geldende wetten en reglementen is de uitvoering van werken in de openbare ruimte aan de voorafgaandelijke en schriftelijke toelating van de
24
Burgemeester onderworpen, overeenkomstig artikel 3 van onderhavig reglement. Deze aanvraag moet tenminste twintig werkdagen voor de aanvang van de werken worden ingediend. Bovendien dient eenieder die de openbare ruimte wenst te bezetten om werken uit te voeren, ook de voorafgaandelijke en schrijftelijke toelating van de beheerder van de openbare weg of van de plaats verkrijgen. Voor de instellingen waaraan het recht om de werken uit te voeren op de openbare weg werd toegekend krachtens de wet of een concessie, beoogt de vergunning de praktische modaliteiten van de uitoefening van dit recht. De schriftelijke vergunningen dienen zich op de plaatsen waar de werken worden uitgevoerd, te bevinden om ze zodoende op elk verzoek van de vertegenwoordigers van de ordediensten te kunnen laten zien. De vergunningen worden voor de duur van de werken toegekend. Ze mogen te allen tijde worden ingetrokken, in geval van verlengde en niet gemotiveerde onderbreking van de werkzaamheden. Wanneer de bezetting van de openbare ruimte van aard is het verkeer van de weggebruikers te hinderen en dat het aangewezen is maatregelen te treffen om van de gewone verkeersregels af te wijken, dient de gemeente daarvan in de oorspronkelijke aanvraag te worden gewaarschuwd. De aanwonenden die door de maatregelen die afwijken van de gewone verkeersregels zijn betrokken, moeten tenminste 5 werkdagen vóór de inwerkingtreding ervan door de aanvrager van de vergunning worden verwittigen. Dit schrijven is in het Frans en het Nederlands opgesteld en bevat de precieze omschrijving van de werkzaamheden, de duur ervan, alsook de precieze gegevens van de houder van de vergunning.
Artikel 37 - Plaatsing van buizen en kabels die de openbare weg doorkruisen Behalve mits voorafgaandelijke en schrijftelijke toelating van het Schepencollege is het verboden, op de openbare weg, elk toestel of installatie, buis, kabel, enz., dat namelijk de elektriciteit - of watervoorziening van een werf of van een gebouw beoogt, te plaatsen of vast te hechten. Hetzelfde geldt voor de tellers. Deze toestellen, installaties, buizen of kabels dienen te worden beschermd of gevestigd door middel van werktuigen of van een passend materieel, teneinde de veiligheid en het gemak van de doorgang te verzekeren.
Artikel 38 - Verplichting werven te signaleren Indien de uitvoering van werken de reservering door de aannemer of de bouwheer van een plaats op de openbare weg langs het werf vereist, dienen de gepaste door de Wegcode voorziene borden door de verzoeker, op zijn kosten en risico's, te worden geplaatst, overeenkomstig de bepalingen van de wetten, decreten, reglementen, besluiten en overeenkomstig de door de Burgemeester voorafgaandelijk verleende vergunning.
Artikel 39 - Plaatsbeschrijving en herstel
25
Eenieder die werken in de openbare ruimte heeft uitgevoerd, uitvoert of laat uitvoeren, is ertoe gehouden deze in haar oorspronkelijke staat te herstellen of in de staat vermeld in de verleende vergunning. Het opmaken van de plaatsbeschrijving zal ten laste van de vergunninghouder vallen en zal op contradictoire manier gebeuren. Indien dat niet binnen de door de vergunning vastgestelde termijn gebeurt, wordt er ertoe ambsthalve op kosten van de overtreder overgegaan. Deze plaatsbeshrijving zal aan de aanvrager worden overgezonden.
Artikel 40 - Specifieke verplichting voor werkzaamheden die stof of ander afval verspreiden. De aannemer en de bouwheer van de werken die stof of ander afval verspreiden, moeten zich schikken aan de specifieke voorwaarden die in de vergunning worden vastgesteld, om het gemak en de veiligheid van doorgang op de aangrenzende weg te vrijwaren. De werken die stof of afval, restafval, puin, wrakstukken en resten, op de omringende eigendommen of in de openbare ruimte kunnen verspreiden, mogen slechts na het aanbrengen van ondoordringbare schermen worden aangevat. De aannemer of de bouwheer is verplicht de afbraakwerken en het puin voordurend vochtig te houden, om het aanmaken van stof maximaal te beperken. Bij ontstentenis en onverminderd de toepassing van de boete zullen de nodige schikkingen worden getroffen om de overtreding stop te zetten op kosten van de overtreder.
Artikel 41 - Signalisatie van containers, stellingen, ladders of elk ander werfmateriaal De containers, stellingen, ladders of elk ander werfmateriaal die in de openbare ruimte worden geplaatst of erboven worden gehangen, moeten het voorwerp uitmaken van een voorafgaande en schriftelijke vergunning van de Burgemeester. Deze toelating is niet noodzakelijk voor ladders die minder dan een half uur in de openbare ruimte worden geplaatst om reinigings - of herstelwerken uit te voeren. Bovendien moeten deze tuigen zodanig geplaatst dat ze het gemak van de doorgang of het verkeer 19 van de weggebruikers niet hinderen en dat alle schade aan personen en goederen wordt voorkomen. De containers, stellingen, ladders, omheiningen of andere hindernissen in de openbare ruimte zullen dag en nacht moeten worden gesignaleerd, overeenkomstig de wettelijke bepalingen die het wegverkeer regelen.
Artikel 42 - Gemeenschappelijke bepalingen voor deze afdeling De aannemer of de bouwheer moet zich schikken aan de specifieke voorwaarden die in de vergunning worden bepaald op het gemak en de veiligheid van doorgang op de aangrenzende weg te vrijwaren en dient namelijk de begindatum van het bouwwerf, vijf werkdagen op voorhand, te melden aan de gemeentelijke technische dienst en aan de beheerder van het wegnet. Bovendien heeft de houder van de vergunning de verplichting deze uit te hangen.
AFDELING 9 - ONDERHOUD, SNOEIEN EN UITDUNNEN VAN PLANTSOENEN DIE OVER DE OPENBARE WEG GROEIEN
26
Artikel 43 - Onderhoud, snoeien en uitdunnen van plantsoenen die over de openbare weg groeien De aanwonenden zullen de bomen die over hun eigendom groeien, dienen te onderhouden en te snoeien en : − − −
De hoge bomen toppen of snoeien opdat geen enkele tak op minder 4,5 meter van de grond boven de openbare weg hangt; De hagen en de struiken snoeien zodat zij buiten de perken van de openbare ruimte blijven; Ervoor zorgen dat de plantsoenen de intensiteit van de openbare verlichting niet verminderen.
In geen geval mogen de plantsoenen, wat hun hoogte ook moge zijn, de verkeersborden verbergen of de zichtbaarheid voor het verkeer op de openbare weg verminderen. De voornoemde aanwonenden zijn ertoe gehouden de eventuele bijkomende maatregelen of de uitdrukkelijke bevelen van de vertegenwoordigers van de ordediensten na te leven. Wanneer dit niet het geval is, gebeurt het ambshalve op kosten en op risico's van de overtreder.
AFDELING 10 - AANDUIDING VAN DE STRAATNAMEN, SIGNALISATIE EN NUMMERING VAN DE HUIZEN Artikel 44 - Straatborden, signalisatie De eigenaar en/of de bewoner en/of de bewaarder krachtens een mandaat van een gebouw is ertoe gehouden, zonder dat leidt tot enige schadevergoeding, op de gevel of de puntgevel van zijn gebouw, zelfs als het zich niet langs de rioollijn bevindt, het aanbrengen te dulden van : − − − −
straatnaamborden (in twee talen), alle verkeersborden of spiegels om het wegverkeer te vergemakkelijken, platen voor de identificatie van brandkranen, kabels, zelfs tijdelijk, namelijk bestemd voor de gemeentelijke signalisatie of voor een wijkanimatie.
Artikel 45 - Nummering van huizen Elke persoon is verplicht, op een vanaf de openbare weg zichtbare wijze, de door het gemeentebestuur opgelegde nummering(en) te plaatsen, alsook een bruikbaar oproepapparaat (van het type "bel" ). In geval van verdwijning van een nummer moeten de in vorig artikel beoogde personen, zo spoedig mogelijk, op eigen kosten, over gaan tot de vervanging van dit nummer volgens de aanwijzingen die door het gemeentebestuur worden gegeven. Deze verplichtingen betreffen ook de bedrijven die over een goed zichtbaar brievenbusnummer en benaming moeten beschikken. Als het gebouw zich niet langs de rioollijn bevindt, is de vermelding van het (de) nummer(s) langs de openbare weg verplicht.
27
Bovendien is elke persoon ertoe gehouden haar gebouw uit te rusten met een brievenbus die aan de wettelijke en reglementaire normen beantwoordt.
Artikel 46 - Signalisaties Het is verboden reglementaire verkeersborden te verwijderen, te beschadigen, te wijzigen, te verbergen, te doen verdwijnen of te verplaatsen. Als de apparatuur verwijderd, beschadigd, uitgewist of verplaatst werd, dient ze binnen de kortste termijn te worden hersteld. Indien dit niet het geval is, gebeurt het op kosten en risico's van de verantwoordelijke van de daad . Zonder voorafgaande en schriftelijke toelating 21 van de Burgemeester en, desgevallend van de wegbeheerder(s), is het aanbrengen of het plaatsen van privé-signalisatie (borden, kartonnen, wegbewijzeringen, …) of van een niet door een besluit of een reglement toegelaten signalisatie in de openbare ruimte, alsook het aanbrengen van opschriften, ongeacht het daartoe gebruikte produkt, verboden. De Stad laat de in overtreding aangebrachte voorwerpen en opschriften verwijderen en herstelt de openbare ruimte in haar oorspronkelijke staat, op kosten en risico's van de overtreders.
AFDELING 11 - IN DE OPENBARE RUIMTE RONDLOPENDE EN ZWERVENDE DIEREN Artikel 47 - Rondlopen en zwerven van dieren Het is de eigenaars, de houders, bewakers of bewaarders van dieren verboden deze in de openbare ruimte vrij te laten rondlopen. Het is, in de openbare ruimte, verboden de africhting van om het even welk dier, met uitzondering van honden van algemeen nut, uit te voeren. Met uitzondering van honden van algemeen nut is het verboden om het even welk dier binnen te brengen in de voor het publiek toegankelijke inrichtingen, waarvan de toegang hen wordt ontzegd, hetzij op basis van een intern reglement dat aan de ingang uithangt, hetzij door borden of pictogrammen die van buitenuit zichtbaar zijn. Het is verboden met dieren op de openbare weg rond te lopen zonder de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen, om hen te verhinderen het gemak van doorgang, de gezondheid en de openbare veiligheid te beschadigen. Zonder voorafgaande en schriftelijke toelating van de Burgemeester is het verboden niet getemde dieren te laten rondlopen in de openbare ruimte. In alle omstandigheden dienen de nodige maatregelen te worden genomen om het meesterschap over de genoemde dieren te behouden en ongevallen of elke andere overlast te vermijden.
28
Het is verboden eten in de openbare ruimte te verdelen wanneer deze gewoonte de vestiging van dierenkolonies, alsook hun vermeningvuldiging, in de hand werkt. Het is verboden rondzwervende of geringde duiven te vangen, behalve als dit gebeurt door tussenkomst van door de Burgemeester gemachtigde personen of instellingen. De vertegenwoordigers van de ordediensten geven de uitdrukkelijke bevelen om aan de in onderhavig artikel vermelde overtredingen een einde te stellen en om, indien nodig, de dieren te vangen en onder te brengen in een asiel, tot ze op kosten van de overtreder worden teruggehaald.
HOOFDSTUK 3 - OVER DE OPENBARE RUST EN VEILIGHEID AFDELING 1 - GEBOUWEN WAARVAN DE STAAT DE OPENBARE VEILIGHEID IN GEVAAR BRENGT Artikel 48 - Maatregelen te nemen in geval van gevaar Wanneer de staat van de gebouwen en van de voorwerpen die erin vervat zijn, gevaar opleveren voor de openbare veiligheid, neemt de Burgemeester de volgende maatregelen :
-
Wanneer er geen onmiddellijk gevaar dreigt, laat hij het vaststellen door een brandpreventieofficier van de bevoegde brandweerdienst of door elke andere deskundige die hij aanstelt en geeft hij kennis van het verslag aan de eigenaar en/of de bewoner en/of de bewaarder krachtens een mandaat van het gebouw. Samen met de aangetekende kennisgeving van de vaststelling beveelt de Burgemeester de betrokkene onmiddellijk de nodige maatregelen te treffen om de ongevalrisico's uit te schakelen. Binnen de opgelegde termijn laat de betrokkene zijn opmerkingen omtrent de kennisgeving aan de Burgemeester geworden en omschrijft hij de maatregelen die hij van plan is te nemen om het gevaar uit te schakelen. Bij ontstentenis ervan of indien de voorgestelde maatregelen onvoldoende zijn geacht, beveelt de Burgemeester de nodige maatregelen en legt hij de termijn voor de uitvoering ervan vast.
-
Wanneer er onmiddellijk gevaar dreigt, schrijft hij ambtshalve de maatregelen voor om de openbare veiligheid te vrijwaren en geeft hij er kennis van aan de eigenaar en/of de bewoner en/of de bewaarder krachtens een mandaat van het gebouw. In geval van afwezigheid van de eigenaar en/of de bewoner en/of de bewaarder krachtens een mandaat van een gebouw of bij gebrek aan reactie en in functie van de situatie en de omstandigheden, wordt er ambsthalve overgegaan, op kosten en risico's van de eigenaar en/of de bewoner en/of de bewaarder krachtens een mandaat van het gebouw, tot de uitvoering van bovenvermelde maatregelen.
29
AFDELING 2 - KINDERSPELEN IN DE OPENBARE RUIMTE Artikel 49 - Spelen in de openbare ruimte De kinderspelen op de openbare ruimte zijn uitsluitend toegelaten op : − − − − −
de verkeersaders die door de gemeentelijke overheid tijdelijk aan het verkeer van de voertuigen worden onttrokken en op voorwaarde dat het geen gevaar oplevert voor de andere gebruikers, de in de openbare parken of tuinen ingerichte speelterreinen, speelpleinen, de gedeelten van de openbare weg waar reglementair is vermeld dat kinderen mogen spelen, elke andere door het Schepencollege behoorlijk toegelaten plaats.
In elk geval mogen de kinderen het verkeer van de voetgangers en voertuigen niet in gevaar brengen of het gebruik van de openbare weg en toebehorende belemmeren. In de voor het publiek toegankelijke gemeentelijke eigendommen worden de kinderspelen enkel op daartoe voorziene plaatsen onder de verantwoordelijkheid van een volwassene of onder de waakzaamheid van een gediplomeerde of een in opleiding zijnde jeugdwerker toegelaten. De aard van kinderspelen dient overeen te stemmen met de specifieke inrichtingen die ter beschikking van het publiek zijn. Het gebruik van steps, rolschaatsen of skateboards wordt enkel toegelaten op voorwaarde dat de veiligheid of het gemak van de doorgang niet in het gedrang komt en voor zover daar geen beschadiging uit voortvloeit. De uitoefening ervan mag nochtans op sommige plaatsen door een aangepaste signalisatie worden verboden.
AFDELING 3 - OPENBARE MANIFESTATIES Artikel 50 - Openluchtmanifestaties De voor het publiek toegankelijke openbare manifestaties, feesten of vermakelijkheden , in open lucht, zowel op een privé- als op een openbaar terrein, zijn onderworpen aan de voorafgaande en schriftelijke toelating 23 van de Burgemeester. Bij gebrek aan toelating zal het evenement als verboden worden beschouwd. Als het ondanks het verbod plaatsvindt, zal er onmiddellijk een einde aan worden gemaakt door de ordevertegenwoordigers volgens de richtlijnen van een Officier van bestuurlijke politie, onverminderd de toepassing van bestuurlijke sancties.
Artikel 51 - Manifestaties in een gesloten en overdekte ruimte Elke voor het publiek toegankelijke openbare manifestatie, feest of vermakelijkheid, die in een gesloten en overdekte ruimte plaatsvindt, in tenten en feesttenten inbegrepen, zal het voorwerp
30
moeten uitmaken van een toelating 24 van de Burgemeester, na advies van de brandpreventiedienst. De toelating zal rekening houden met de door de brandweerdienst bepaalde veiligheidsmaatregelen.
Artikel 52 - Rave parties Zijn verboden de openbare manifestaties die aan de hierna vermelde kenmerken voldoen :
− feesten met een musicaal karakter ; − georganiseerd in plaatsen die hiertoe niet voorafgaand werden ingericht en zonder van de eigenaar of de houder van het gebruiksrecht de uitdrukkelijke toelating te hebben verkregen om ze te bezetten ; − die aan uitzending van versterkte muziek aanleiding geven ; − die niet werden voorafgegaan door een overleg met gunstig advies met de lokale hulp -en politiediensten teneinde de openbare veiligheid, rust en gezondheid te vrijwaren ; − die mogelijk, namelijk rekening houdende met de oppervlakte van de plaats waar ze zijn voorzien, een potentieel aantal personen hoger dan 100, deelnemers en organisatiepersoneel inbegrepen, zullen verzamelen.
AFDELING 4 - VALSE MELDINGEN VAN GEVAAR Artikel 53 - Onrechtmatige en ontijdige meldingen Elke melding aan de hulpdiensten en aan de ordediensten die niet gemotiveerd is door een werkelijk gevaar voor de openbare orde, gezondheid of veiligheid zal als onrechtmatig worden beschouwd.
AFDELING 5 - FEESTEN EN VERMAKELIJKHEDEN -WAPENGESCHUT Artikel 54 - Vreugdevuren, vuurwerk - Geweer-, pistool- en revolverschoten - Voetzoekers Onverminderd de wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen en zonder voorafgaande en schriftelijke toelating van de Burgemeester, is het verboden vreugdevuren en vuurwerk af te schieten, geweer-, pistool- en revolverschoten of schoten met andere vuurwapens te lossen of gebruik te maken van tuigen die voor zichzelf of voor anderen, voor de goederen en voor de dieren, een gevaar opleveren, voetzoekers en ander vuurwerk te doen ontploffen en op de openbare weg met aangestoken toortsen of stoklantaarns rond te lopen. Tijdens de jachtperiode is het verboden in de richting van de woningen en de openbare wegen te schieten. In geval van overtreding zullen de wapens, tuigen, stukken of voorwerpen in een privé-plaats worden geruimd, zodat de openbare orde niet meer wordt verstoord.
31
Het bovengenoemde verbod slaat noch op de schietoefeningen georganiseerd in toegelaten standen of in kermiskramen, onderworpen aan de bepalingen van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming of aan specifieke reglementen, noch op het gebruik van een dienstwapen door een agent van de openbare macht in de uitoefening van zijn ambt.
Artikel 55 - Gebruik en afgifte van speelgoed of voorwerpen die de openbare orde kunnen verstoren Onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen, is zelfs buiten de kermisfeesten, de afgifte of het gebruik van revolvers, zoals luchtdrukgeweren of -pistolen, van blaaspijpen, slingers of werpwapens verboden, behalve mits de uitdrukkelijke toelating van de Burgemeester.
Artikel 56 - Verkoop van voetzoekers en vuurwerkstukken Onverminderd de bepalingen inzake de milieuvergunning en de wetgeving in verband met springstoffen, is het verboden, in de openbare ruimte of in de voor het publiek toegankelijke inrichtingen, voetzoekers of vuurwerkstukken te koop te stellen, te bezitten en te verdelen, behalve mits voorafgaande en schriftelijke toelating van het Schepencollege.
Artikel 57 - Voor het publiek toegankelijke feesten en vermakelijkheden De feesten en vermakelijkheden, zoals theatervoorstellingen, bals, dansavonden, vocale of instrumentale uitvoeringen, vertoningen, wedstrijden,competities, verlichtingen, pyrotechnische spektakels, grote vuren, enz…, mogen in de openbare ruimte of in de voor het publiek toegangelijke plaatsen niet plaatsvinden, zonder voorafgaandelijke en schriftelijke toelating van het Schepencollege.
Artikel 58 - Mask, vermomming en dragen van wapens of stokken Zonder voorafgaande en schriftelijke toelating 28 van het Schepencollege is het iedereen verboden zich vermomd en/of verkleed in de openbare ruimte of in voor het publiek toegankelijke plaatsen te vertonen. Dit verbod is niet van toepassing op de activiteiten die, in het kader van hun educatieve projecten, door de vakantiepleinen, jeugdorganisaties of andere opvangcentra voor kinderen, worden voorgesteld, voor zover de politiediensten werden verwittigd. Gedurende de Karnaval - en Halloweenfeesten is het dragen van een masker of van een vermomming toegelaten, behalve indien dat de openbare orde in gevaar brengt. Buiten de bovenvermelde feesten is het dragen van een masker door kinderen onder de 12 jaar toegelaten. De Burgemeester kan gemaskerde en/of gekostumeerde bals toelaten. Het dragen van een masker is dan enkel toegelaten in de zaal waar het bal plaatsvindt. De personen die, in toepassing van onderhavig artikel, worden toegelaten zich vermomd en/of gemaskerd in de openbare ruimte of in voor het publiek toegangelijke plaatsen te vertonen, mogen geen stokken of om het even welk wapen dragen en het is hen ook verboden andere personen door het werpen van bepaalde stoffen lastig te vallen of te bevuilen, of hun veiligheid in gevaar te brengen.
32
Dit verbod op het dragen van wapens of stokken is niet van toepassing op de door de overheden erkende folkloristische groepen, voor zover die voorwerpen noodzakelijk van hun uitrusting deel uitmaken. In ieder geval zijn de gemaskerde of vermomde personen ertoe gehouden hun masker of vermomming uit te trekken, op elk uitdrukkelijk bevel van de vertegenwoordigers van de ordediensten.
Artikel 59 - Werpen van confetti, slingerpapier en andere voorwerpen Het is verboden confetti en slingerpapier in de openbare ruimte te gooien, behalve op carnavaldag en tijdens lokale of wijkfeesten. Enkel de leden van de door de overheden erkende folkloristische groepen die aan een toegelaten stoet deelnemen, mogen voorwerpen of voedsel van folkloristische aard gooien. Het werpen moet dusdanig gebeuren dat het zowel aan personen als aan dieren en goederen geen wonden, ongevallen of schade, veroorzaakt.
Artikel 60 - Gebruik van spuitbuizen en sprays Het is in de openbare ruimte te allen tijde verboden spuitbussen of sprays of gelijkaardige voorwerpen (traangasbom, verf, schuimslingers, rookbom, deodorants, enz, …) te gebruiken en te verkopen.
Artikel 61 - Straatartiesten en stuntmannen De straatartiesten, stuntmannen en alle andere gelijkgestelde personen mogen in de openbare ruimte hun kunst niet uitoefenen noch parkeren, zonder voorafgaande en schriftelijke toelating 29 van de Burgemeester. Het verzoek dient minstens zestig dagen vóór de voorziene datum van de voorstelling(en) te worden ingediend.
Artikel 62 - Kermissen en foorinrichtingen op privé-terreinen Het is verboden een kermis te organiseren of een kermisberoep te drijven op een privé- terrein, zonder voorafgaande en schriftelijke vergunning van het Schepencollege. Deze toelating moet minstens zestig dagen vóór de opening worden ingediend.
AFDELING 6 - LUDIEKE ANIMATIES EN EXTREME SPORTEN Artikel 63 - Spelen in de openbare ruimte Zonder voorafgaande en schriftelijke toelating 31 van de Burgemeester is het in de openbare ruimte verboden spelen te organiseren, behalve in het kader van de activiteiten voorgesteld door de vakantiepleinen, jeugdorganisaties of andere opvangcentra voor kinderen, in het kader van hun educatieve projecten.
33
Onverminderd de wetten, decreten, ordonnanties en in het bijzonder de bepalingen van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming en het welzijn op het werk of de bepalingen betreffende de schietstanden of andere spelen, is het verboden op privé- of openbare plaatsen spelen te bedrijven die van die aard zijn de openbare veiligheid of rust te schaden.
Artikel 64 - Elastiekspringen Onverminderd de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen, is het organiseren van "elastiekspringen", soms ook "bungee" genoemd, alléén mits voorafgaandelijke en schriftelijke vergunning van de Burgemeester toegelaten.
Artikel 65 - Gebruik van openbare speelruimtes De speeltuigen die in de openbare ruimtes ter beschikking van het publiek worden gesteld, dienen te worden gebruikt op een manier die de openbare veiligheid of rust niet schaadt. Onverminderd de toepassing van bijzondere reglementen, zijn deze speelruimtes alléén tussen 7 uur en 22 uur toegankelijk. Kinderen van minder dan 7 jaar moeten noodzakelijkerwijze worden vergezeld door hun vader, moeder, voogd, gediplomeerde of in opleiding zijnde leider of door een meerderjarige die instaat voor hun toezicht.
AFDELING 7 - INZAMELINGEN EN VERKOOP IN DE OPENBARE RUIMTE BEDELARIJ - BELLEN AAN DEUREN Artikel 66 - Verkoop in de openbare ruimte Het verkoop of het voorstel van verkoop van voorwerpen, produkten of diensten in de openbare ruimte of in de voor het publiek toegankelijke plaatsen is verboden, behalve mits voorafgaandelijke en schriftelijke toelating 32 van de Burgemeester en onverminderd de wettelijke bepalingen betreffende de ambulante handel. De Burgemeester kan, tijdelijk, gedurende feesten en openbare ceremonieën of in alle andere omstandigheden, de ambulante handel en de leurhandel in de openbare ruimte verbieden, indien hij van oordeel is dat de uitoefening van deze beroepen de openbare orde of veiligheid in gevaar kan brengen. Het is straatventers, verkopers of verdelers van om het even welke kranten, drukwerken of reklame verboden voorbijgangers in de openbare ruimte aan te klampen of lastig te vallen.
Artikel 67 - Inzamelingen Elke in de openbare ruimte uitgevoerde inzameling van geld of van voorwerpen, alsook elke demarche die in de naam van de veiligheidskorpsen (d.w.z in naam van de lokale politie, de federale politie of de brandweerdienst) plaatsvindt, wordt aan de voorafgaande en schriftelijke toelating 33 van de Burgemeester onderworpen.
34
De vergunning en een officieel identificatiedocument dienen ambtshalve door de inzamelaar aan de personen die erom verzoeken, te worden vertoond. Elke demarche die wordt ondernomen, in tegenspraak met de voorwaarden van de afgeleverde vergunning of zonder dat deze werd aangevraagd en afgeleverd, zal op het eerste bevel van vertegenwoordigers van de ordediensten moeten worden stopgezet.
Artikel 68 - Bedelarij Het is verboden de openbare orde, veiligheid of gezondheid te verstoren, door zich op bedelarij toe te leggen in de openbare ruimte of in de voor het publiek toegankelijke plaatsen en door de voorbijgangers of de automobilisten lastig te vallen. De bedelende persoon mag niet worden vergezeld door een agressief of vuil dier. Hij mag geen enkel voorwerp vertonen met de bedoeling de aangesproken personen te intimideren. Het gebruik van minderjarigen om medelijden op te wekken bij de aangesproken personen is eveneens strikt verboden.
Artikel 69 - Bellen of kloppen aan deuren en vensters Het is verboden, op een wilde manier, met als bedoeling de bewoners lastig te vallen, aan deuren of vensters te kloppen of te bellen.
AFDELING 8 - AL DAN NIET BEBOUWDE, VERLATEN OF ONBEWOONDE TERREINEN EN GEBOUWEN - PUTTEN - UITGRAVINGEN Artikel 70 - Beheer van gebouwen De eigenaars en/of de bewoners en/of de bewaarders krachtens een mandaat van een bebouwd, onbebouwd, verlaten of onbewoond gebouw dienen alle maatregelen te treffen om te vermijden dat hun bezit een gevaar of een risico oplevert voor de openbare veiligheid, rust en gezondheid.
Artikel 71 - Putten en uitgravingen Onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen en voor zover de in bovenvermelde bepalingen voorziene bijzondere ontginningsvoorwaarden niet werden genomen, is het verboden waterputten en uitgravingen dusdanig open te laten dat ze gevaar opleveren voor zowel de personen als de dieren.
Artikel 72 - Gemeenschappelijke bepaling voor deze afdeling De Burgemeester mag de eigenaars en/of de bewoners en/of de bewaarders krachtens een mandaat van de in onderhavige afdeling beoogde bezittingen opleggen maatregelen te treffen om de toegang ertoe te ontzeggen.
35
Indien dit niet gebeurt binnen de opgelegde termijn, wordt er ambsthalve toe overgegaan door de Stad op hun eigen kosten en risico's, onverminderd de administratieve sancties die door onderhavig reglement worden voorzien.
AFDELING 9 - OPENBARE SPEKTAKELS Artikel 73 - Toegang tot het podium De toegang tot het podium en tot de technische installaties is verboden voor iedere persoon die er niet voor dienstredenen wordt geroepen.
Artikel 74 - Verstoren van spektakels Het is verboden het zicht van de toeschouwers opzettelijk te belemmeren of het spektakel, op om het even welke manier te verstoren, namelijk door om het even welk voorwerp te gooien. De politie mag iedere verstoorder verdrijven.
Artikel 75 - Verdeling of verkoop van gevaarlijke produkten Tijdens spektakels is het verboden tot de ronddeling of tot de verkoop van produkten of stoffen over te gaan, indien hun gebruik of hun hantering de openbare orde in gevaar kan brengen.
AFDELING 10 - BESCHADIGINGEN - PUBLIEKE VERSTORINGEN Artikel 76 - Beklauteren Het is verboden gevels, palen, straatlantaarns en andere monumenten en straatmeubilair, die van openbaar nut zijn of als publieke versiering dienen, alsook muren en omheiningen te beklauteren. Deze bepaling is niet van toepassing in het kader van beroepsactiviteiten, noch op de hulpdiensten.
Artikel 77 - Beschadigen van omheiningen en gewassen De beschadiging van stedelijke of landelijke omheiningen, van een openbare of een privé -eigendom en van land -of tuinbouwgewassen is verboden.
Artikel 78 - Geluidstoestellen Het is verboden de voertuigen uit te rusten met een bitonaal geluidstoestel of met elke andere gelijksoortige uitrusting, die een verwarring met de tussenkomst van de hulpdiensten (brandweer, ziekenwagens, polities, …) zouden scheppen.
36
Het is eveneens verboden, door welk middel dan ook, de bovenvermelde geluiden uit te zenden.
Artikel 79 - Onrechtmatig gebruik van in de openbare ruimte geplaatste voorzieningen. Het is iedere niet door de Stad aangestelde of toegelaten persoon verboden het drijfwerk van buizen en leidingen van om het even welke aard te bedienen, alsook van openbare verlichtingtoestellen en klokken, seintoestellen en in het algemeen van alle voorwerpen en installaties van algemeen nut geplaatst in, onder of boven de openbare ruimte door de openbare diensten of door gemandateerde van openbaar nut erkende instellingen of door de concessiehouders van het openbaar domein, behoorlijk toegelaten door de bevoegde overheid. Deze bepaling betreft namelijk de installaties voor water-, gas- en electriciteitsvoorziening, alsook die voor vaste en mobiele telefonie en voor toegang tot internet.
Artikel 80 - Beschadigen van de openbare ruimte, gebouwen, monumenten en voorwerpen van openbaar nut Het is verboden door een of ander voorwerp of middel, de openbare ruimte, de gebouwen, monumenten en voorwerpen van openbaar nut of die dienen voor de openbare versiering zoals standbeelden, borstbeelden, plantenbakken, straatlantaarns, klokken, snoeren, pompen, fonteinen, watertoestellen en - leidingen, palen en seinpalen, vuilnisbakken, banken, enz…, te beschadigen of te bezoedelen.
Artikel 81 - Graffiti Het is verboden graffiti, tags en opschriften zowel op openbare als op privé-gebouwen en infrastructuurvoorzieningen aan te brengen. Onverminderd andere vervolgingen kan de gemeente ambsthalve tot het herstel, op kosten en risico's van de overtreder, overgaan.
Artikel 82 - Verkoopautomaten Onverminderd de toepassing van artikel 7, mogen drankautomaten of verkoopautomaten voor andere producten, geplaatst in de openbare ruimte of in een voor het publiek toegankelijke privéeigendom, geen alcoholhoudende of door de huidige wetgeving verboden dranken te koop stellen, noch de openbare orde verstoren.
Artikel 83 - Verbod op het verbruik van alcoholhoudende dranken in de openbare ruimte Het is verboden alcoholhoudende dranken in de openbare ruimte te verbruiken, buiten de terrassen en andere toegelaten plaatsen, speciaal daartoe bestemd of naar aanleiding van behoorlijk toegelaten plaatselijke activiteiten. Het bezit van geopende recipiënten die alcoholhoudende dranken bevatten, wordt gelijkgesteld met het in onderhavig artikel beoogd verbruik. In geval van verbruik in groep worden het verbruik en het bezit van geopende recipiënten die alcoholhoudende dranken bevatten aan ieder lid van de groep toegerekend. Elke gepaste maatregel mag door de politieambtenaren worden genomen om de overtredingen op dit artikel te doen ophouden.
37
Artikel 84 - Beschadiging van in de openbare ruimte geplaatste roerende goederen of toestellen Het is verboden de in de openbare ruimte geplaatste roerende goederen die iemand anders toebehoren, te beschadigen. Deze bepaling betreft de goederen die een natuurlijke of een rechtspersoon, een openbare of een privé-persoon toebehoren, voertuigen inbegrepen. Anderzijds is het verboden in de openbare ruimte geplaatste automatische toestellen zoals automatische loketten en verkoopautomaten, parkeer - en betaalautomaten, namelijk door het inbrengen van om het even welke stof of voorwerp buiten de penningen, de muntstukken, de bankbiljetten of de betalingskaarten die daarvoor worden gebruikt, te beschadigen.
AFDELING 11 - RUST IN DE OPENBARE RUIMTE Artikel 85 - Toepasselijke voorschriften en bevelen Onderhavig artikel is van toepassing op de openbare plantsoenen, parken, tuinen, op de speelruimtes, kerkhoven, vijvers, waterlopen of andere gemeentelijke eigendommen. Op de in onderhavig artikel beoogde plaatsen dient het publiek zich te schikken aan : − −
de voorschriften of verbodsbepalingen opgenomen in de bijzondere reglementen en opgelegd via gevestigde berichten of pictogrammen; de bevelen gegeven door de bewakers, toezichthouders en in het algemeen door elke persoon behoorlijk gemachtigd om de bovenvermelde voorschriften of verbodsbepalingen, alsook deze die in dit artikel voorkomen, te doen naleven.
De toegang tot de gemeentelijke eigendommen is door om het even welke andere ingang dan deze door het reglement vastgesteld, verboden. In dezelfde eigendommen wordt iedere persoon die zich op een met de goede zeden, de openbare orde en rust strijdige manier gedraagt, tot de orde geroepen en, indien hij/zij schandaal of wanorde blijft veroorzaken, wordt hij/zij voorlopig door de bewaker, de toezichter en/of in het algemeen door elke behoorlijk gemachtigde persoon verwijderd. Onverminderd de door onderhavig reglement voorziene straffen kan de toegang hem definitief worden ontzegd of slechts worden toegelaten onder de door de bevoegde overheid opgelegde voorwaarden. Meer specifiek, is het op de gemeentelijke kerkhoven verboden om : − − − − −
op het even welke manier, de doortocht van lijkstoeten te belemmeren zonder de voorafgaande toestemming van de Burgemeester of zijn afgevaardigde te spelen, te zingen, muziek te maken of allerlei ceremoniën of opkomsten te organiseren ; in het kerkhof drager van andere dan voor graven bestemde voorwerpen binnen te dringen of er zonder de toelating van de familie op de graven neergelegde voorwerpen (bloemen, struiken, kransen, platen, …) te verplaatsen of mee te nemen het kerkhof met een ander voertuig (auto, bromfiets, fiets, …) dan de lijkwagen binnen te rijden, behalve mits de uitdrukkelijke toestemming van de burgemeester of van zijn afgevaardigde ; de hekken, muren, latwerken of hagen die het kerkhof omringen, te beklauteren, op de monumenten of graven te treden en de grond die er bijhoort, te beschadigen ;
38
−
de grasperken te betreden en te maaien, bloemen en struiken af te snijden of op de graven en de grasperken te gaan liggen of zitten.
Artikel 86 - Kwaadwillig en onburgerlijk gedrag Onverminderd de bepalingen vervat in artikel 80, is het op het stedelijk grondgebied verboden : -
1. grasperken en hellingen te beschadigen of te vernielen, omheiningen en traliewerken open te breken en te passeren, grasperken te beschadigen, vogels te vangen of hun nesten te vernietigen, om het even iets in bekkens, vijvers of watervlakken te lozen of er te vissen zonder toelating van de bevoegde overheid;
-
2. dor hout en andere stoffen in de openbare ruimte te sprokkelen, zonder voorafgaandelijke toelating van de bevoegde overheid;
-
3. merktekens, insnijdingen of beschadigingen op bomen of op straatmeubilair, aan te brengen ;
-
4. bomen en struiken te schudden of erin te klauteren, alsook planten en bloemen te verwijderen , plat te trappen of af te snijden;
-
5. op de openbare banken te liggen;
-
6. de kinderen zonder toezicht te laten;
-
7. te rijden op plaatsen waar het verbod op vrij verkeer op borden wordt vermeld ;
-
8. te picknicken, behalve op daartoe voorziene plaatsen. Na gebruik ervan, moet de gebruiker de plaatsen in hun oorspronkelijke staat en in goede staat van netheid herstellen;
-
9. zich te gedragen op een manier strijdig met de openbare orde of rust;
-
10. te spelen, te schaatsen of zich te begeven op waterlopen en vijvers, wanneer deze bevroren zijn;
-
11. om het even welk dier binnen te laten : a) op speelpleinen of vakantiepleinen b) in openbare parken en tuinen, met uitzondering van honden en andere huisdieren mits naleving van de op hen toepasselijke bepalingen van onderhavig reglement.
AFDELING 12 - BESTRIJDING VAN DE GELUIDSHINDER Artikel 87 - Algemene bepalingen Onverminderd de wetgeving betreffende de bestrijding van het lawaai (onder andere het K.B. van 24.02.1977 houdende vaststelling van geluidsnormen in openbare en private instellingen) is
39
elk lawaai, overdags of nachtelijk rumoer en elke geluidsuitzending afkomstig van een voertuig en die de openbare rust zou kunnen verstoren, verboden.
Artikel 88 - Motortuigen Op het stedelijk grondgebied, is het gebruik van pompen, kettingzagen, sproeimachines, grasmachines, motorploegen, motorapparaten of -werktuigen (zoals graskantensnijders, enz…) en speelgoed (aangedreven door een brandstofmotor) of dergelijke alleen van maandag tot zaterdag, tussen 7 uur en 20 uur toegelaten. Op zon - en feestdagen wordt het gebruik van deze tuigen tussen 15 uur en 18 uur toegestaan. De boeren die van landbouwtuigen gebruik maken en de diensten van openbaar nut worden door onderhavige bepaling niet beoogd.
Artikel 89 - Alarmkanonnen en andere knalapparaten Het is op het stedelijk grondgebied verboden alarmkanonnen of knalapparaten op minder dan 150 meter van een woning te plaatsen. Tussen 20 uur en 7 uur is het verboden deze tuigen in werking te stellen. Gedurende de toegelaten tijdruimte moet men tussen iedere knal minstens twee minuten laten verlopen. Afwijkingen inzake de uurregeling kunnen door de Burgemeester tussen 1 maart en 1 oktober worden toegestaan. De begunstigde van deze afwijking dient deze op ieder verzoek van een vertegenwoordiger van de ordediensten voor te leggen.
Artikel 90 - Luidruchtige werken. Behalve mits toelating van de bevoegde overheid is het, tussen 20 uur en 7 uur 's morgens, verboden luidruchtige werken uit te voeren, die de openbare rust van de buurt zouden kunnen verstoren. De werken die door de diensten van openbaar nut en die verband houden met de seizoengebonden oogsten van de landbouwers, worden door deze bepaling niet beoogd.
Artikel 91 - Modelbouw Onverminderd de wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen zijn het gebruik van op afstand gestuurde modelvliegtuigen, -boten of - wagens toegelaten, op voorwaarde dat het in toegelaten zones gebeurt en dat die toestellen uitgerust zijn met een geluidsdemper die het voortgebrachte geluid tot de door de wetten en decrete opgelegde maximale drempel beperkt.
Artikel 92 - Geluidalarmen voor voertuigen
40
Iedere eigenaar van een voertuig of van elk mobiel tuig dat met een geluidalarmsysteem wordt uitgerust moet te allen tijde voor de goede werking van dit alarm instaan, om zodoende de openbare rust niet nodeloos te verstoren. De opzettelijke en onrechtmatige inwerkingstelling van deze geluidsalarmen is verboden. Als het geluidsalarm van een voertuig ontijdig in werking treedt, dient de eigenaar, de gebruiker of de aangewezen contactpersoon daar zo snel mogelijk een einde aan te brengen. Vijf minuten na de aankomst van de politiediensten zullen deze de nodige maatregelen mogen treffen om het geluidsalarm te doen stoppen. Indien nodig zullen de politieagenten het voertuig, op kosten en risico's van de eigenaar, mogen laten verplaatsen.
Artikel 93 - Geluidsalarmen voor woningen Iedere eigenaar van een gebouw dat met een geluidsalarmsysteem is uitgerust, moet te allen tijde voor de goede werking van het systeem instaan, om zodoende de openbare rust niet onnodig te verstoren. De opzettelijke en onrechtmatige inwerkstelling van dit geluidsalarm is verboden. De onmogelijkheid om het systeem omwille van de gelijktijdige afwezigheid van de gebruiker en van de daartoe in de verklaring aangewezen contactpersoon, spoedig te neutraliseren zal als onrechtmatige inwerkingstelling worden beschouwd. Iedere eigenaar van een gebouw waarvan het geluidsalarm in werking is getreden, dient er binnen de dertig minuten die het ogenblik volgen waarop de politiediensten van de inwerkingtreding van een geluidsalarmsysteem worden gewaarschuwd, een einde aan te maken. Indien de eigenaar of de door hem aangewezen persoon niet kan worden bereikt of indien binnen de 30 minuten die het moment volgen waarop deze persoon werd verwittigd, het geluidsalarmsysteem niet wordt geneutraliseerd, zal elke politieambtenaar dat met alle middelen mogen doen. De tussenkomst van de hulpdiensten zal aan de bewuste eigenaar worden gefactureerd.
Artikel 94 - Verspreiden van geluiden in de openbare ruimte Onverminderd de toepassing van artikel 74 en zonder voorafgaande en schriftelijke toelating 35 van het Schepencollege is het verboden : − −
reclame te maken met (een) luidspreker(s) hoorbaar vanaf de openbare weg ; gebruik te maken van radio's, megafoons of om het even welk toestel of apparaat dat geluid verspreidt in de openbare ruimte.
Onderhavige bepaling is niet van toepassing op radio's, bandopnemers of andere middelen die worden gebruikt met individuele koptelefoons en volgens hun normale werkingswijze.
Artikel 95 - Verspreiden van geluiden door ambulante handelaars Onverminderd de geldende reglementaire bepalingen en zonder toelating36 van de Burgemeester, die de voorwaarden en plaatsen oplegt, is het de ambulante handelaars, colporteurs, kopers van antieke of van nieuwe voorwerpen en dienstverleners, op de openbare weg, verboden hun
41
aanwezigheid te melden door te schreeuwen of door middel van hoorns, kornetten, bellen, microfoons of ieder ander instrument.
Artikel 96 - Kermisfeesten en lokale feesten Behalve mits voorafgaandelijke toelating 37 van de Burgemeester, minstens twintig werkdagen voor de voorziene datum aangevraagd, is het gebruik, tijdens kermissen, van luidsprekers, sirenes, fluitjes, hoorns en andere gelijkaardige instrumenten, alsook de verspreiding van muziek afkomstig uit kermisinrichtingen, verboden. Deze toelating wordt slechts verleend aan de behoorlijk toegelaten kermisuitbaters en feestorganisatoren.
Artikel 97 - Door dieren veroorzaakte geluiden Het geblaf, gebrul,gehuil, geschreeuw en ander vocaal geluid van dieren in aan- of afwezigheid van hun eigenaar dat de openbare rust verstoort is verboden. Deze verstoringen worden op hun eigenaar, bewaker of houder teruggevoerd. Deze moeten de nodige maatregelen treffen om aan de verstoring een einde te maken.
Artikel 98 - Politiemaatregelen In geval van verstoring van de openbare rust of misbruik van de uitoefening van de toelating mogen de ordevertegenwoordigers, op elk moment, het volume van de uitzending van de lawaaihinder laten verminderen of indien nodig, de uitzending zelfs laten stopzetten.
AFDELING 13 - UITBATING VAN DRANKSLIJTERIJEN EN DE VOOR HET PUBLIEK TOEGANKELIJKE PLAATSEN Artikel 99 - Algemeenheden Onverminderd de toepassing van de wettelijke of reglementaire bepalingen moeten de eigenaars, directeurs of beheerders en uitbaters van zelfs toevallige drankslijterijen, danszalen, zalen voor vermakelijkheden en spektakels, cabaretten, dancings, privé-clubs, restaurants, winkels en meer in het algemeen, van alle inrichtingen hoofdzakelijk of bijkomstig voor het publiek toegankelijk, welke hun benaming of aard ook moge zijn, de openbare veiligheid en rust vrijwaren en geen aanleiding geven tot samenscholingen die hinder in de openbare ruimte veroorzaken. Hetzelfde geldt tijdens de privé-manifestaties die in deze inrichtingen worden georganiseerd. De uitbaters van de door onderhavige afdeling beoogde instellingen zijn ertoe gehouden alle door de bevoegde overheden vereiste toelatingen voorafgaandelijk aan de opening en de uitbating van hun instelling te hebben verkregen. Zolang niet alle vereiste toelatingen zullen worden verleend, mogen de uitbaters het publiek in hun inrichting niet toelaten.
42
Onderhavig artikel is ook van toepassing op de rechtspersonen die bovenvernoemde inrichtingen wensen uit te baten . De door deze rechtspersonen aangevraagde toelatingen moeten door hun statutaire vertegenwoordiger (s) worden ingediend . Een afschrift van de statuten zal bij de toelatingsaanvraag worden gevoegd. Alle personen die in deze instellingen zullen werken, zijn ertoe gehouden van de bevoegde overheden de juiste en vereiste toelatingen te verkrijgen, voorafgaand aan elke al dan niet betaalde prestatie. Minstens dertig dagen voor de manifestatie dienen de organisatoren van feesten en vermakelijkheden, die plaatsvinden in voor dit soort activiteiten voor het publiek gewoonlijk niet toegankelijke inrichtingen, bij de Burgemeester een voorafgaande en schriftelijke toelating 38 aan te vragen.
Artikel 100 - Beheer van de geluidshinder - Verbodsbepalingen voorzien krachtens de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van de geluidshinder. Krachtens onderhavig reglement, zijn strafbaar met een administratieve geldboete van 50 tot 10.000 €, overeenkomstig artikel D.160 § 2 van het decreet dd. 5 juni 2008 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van de milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake leefmilieu, degenen die een in artikel 11 van de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van de lawaaihinder bedoelde overtreding plegen, met name : − − −
het feit voor de houder van de toestellen of installaties die, ten gevolge een eigen verwaarlozing of gebrek aan voorziening, aanleiding geven tot een vorm van een door de Koning verboden geluidshinder ; het feit de bepalingen van koninklijke besluiten genomen in uitvoering van de wet van 18 juli 1973 te overtreden ; het feit zich tegen bezoeken, testen of in de wet van 18 juli 1973 voorziene maatregelen te verzetten of deze te weigeren.
Deze feiten vormen overtredingen van derde categorie in de zin van het decreet van 5 juni 2008. Voor de toepassing van onderhavig artikel wordt verwezen naar de bepalingen vervat in het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private instellingen. Het betreft namelijk de volgende bepalingen : −
In de openbare inrichtingen, mag het maximum geluidsniveau voortgebracht door de muziek 90 dB (A) niet overschrijden. Dit geluidsniveau wordt gemeten op gelijk welke plaats in de inrichting waar zich in normale omstandigheden personen kunnen bevinden.
−
De openbare en private inrichtingen waar muziek wordt geproduceerd, moeten zodanig zijn ingericht dat het geluidsniveau gemeten in de buurt : • • •
1° niet hoger is dan 5 dB(A) boven het achtergrondgeluidsniveau, indien dit lager is dan 30 dB (A); 2° niet hoger is dan 35 dB (A), indien het achtergrondgeluidsniveau tussen 30 en 35 dB(A) ligt ; 3° niet hoger is dan het achtergrondgeluidsniveau, indien dit hoger is dan 35 dB(A).
43
Dit geluidsniveau wordt gemeten in het lokaal of gebouw, met gesloten deuren en vensters. De microfoon wordt geplaatst op minstens 1m afstand van de muren en op een hoogte van 1,20 m boven de vloer. −
Het geluidsniveau in dB(A) wordt gemeten met een geluidsmeter, die minstens voldoet aan de nauwkeurigheidseisen bepaald in de Belgische vorm NBN 576.80 (e), met instelling van de "trage" dynamische karakteristiek. Vóór elke meting of reeks van metingen tot een zelfde geluidsbron wordt de geluidsmeter afgesteld met behulp van een akoestische ijkbron.
Artikel 101 - Muziekinstallatie en volumeregelaar De in artikel 99 beoogde eigenaars, directeurs of beheerders van inrichtingen bedoeld zijn verplicht alle passende maatregelen te treffen om te vermijden dat de verspreide muziek of om het even welk lawaai in hun inrichting van buiten of door de omwonenden wordt gehoord, opdat dat deze er niet door worden gestoord. De muziekinstallaties van de beoogde inrichtingen moeten daarvoor worden uitgerust, op kosten van de uitbater, met een volumeregelaar verzegeld gedurende de ganse duur van de uitbating, in uitstekende staat en die een regeling van het geluidspeil toelaat. De bevoegde politiedienst zal overgaan tot de controle van de muziekinstallaties van deze inrichtingen en zal schriftelijk, aan de beheerders of uitbaters, het maximum toegelaten geluidsniveau, alsook het conformiteitadvies van de muziekinstallaties mededelen. Het naleven van deze maatregelen vormt een voorafgaandelijke voorwaarde voor de afgifte door de Burgemeester van de toelating voor het openen en het uitbaten van de inrichting. Iedere weigering om deze controle te laten uitvoeren of elke hinder om hem te beperken of te beletten, alsook de aanwending van listen om de effecten van de door de politie eventueel geplaatste zegels te ontduiken, net zoals de verbreking ervan, is verboden. De verspreiding van muziek naar buiten toe is verboden.
Artikel 102 - Toegankelijkheid van de inrichting De houders van de in onderhavige afdeling bedoelde plaatsen zijn ertoe gehouden iedere politieambtenaar in de voornoemde plaatsen te laten binnenkomen, bij het eerste uitdrukkelijke bevel, om er desgevallend overtredingen vast te stellen. Het is verboden de toegang van politieagenten tot een inrichting te vertragen of te weigeren, om dusdanig eenieder, klant of niet, de tijd te geven om te vluchten. Onverminderd de geldende reglementaire bepalingen is het de uitbaters of houders verboden aan de ingang van hun inrichting een installatie te plaatsen die de contrôle op afstand van de toegang tot deze inrichting toelaat. Het is de uitbaters of houders van deze inrichtingen verboden die te sluiten of de onmiddellijke toegang van de leden van de ordediensten onmogelijk te maken, te doen geloven dat die gesloten zijn door de vensters af te sluiten, lichten te doven of te bedekken (op om het even welke manier), zolang een of meerdere klanten er nog aanwezig zijn.
Artikel 103 - Evacuatie en sluiting
44
In geval van niet-naleving van de bepalingen van onderhavige afdeling mogen de politieambtenaren de activiteit die de hinder of een verstoring van de openbare orde heeft veroorzaakt, onmiddellijk laten stopzetten. Desnoods, laten ze de inrichting ontruimen. In dit geval zullen de personen die zich in de inrichting of vlakbij bevinden, op het bevel van de politieambtenaren ingaan door de plaats te verlaten. Niemand zal mogen proberen in de inrichting binnen te dringen gedurende of na de evacuatie. Behalve in geval van bijzondere maatregel genomen door de Burgemeester zal een ontruimde inrichting slechts na een termijn van 12 uur opnieuw publiek mogen ontvangen. In geval van de niet-naleving van de bepalingen van onderhavige afdeling en om de openbare orde te handhaven of te herstellen, mag de Burgemeester de sluiting van zo'n inrichting bevelen.
Artikel 104 - Toegang van dieren Het is verboden om het even welk dier binnen te leiden in de voor het publiek toegankelijke inrichtingen waar de toegang hen wordt ontzegd, hetzij door een reglement van inwendige orde aangeplakt aan de ingang, hetzij via uithangborden of pictogrammen. Dit verbod is niet van toepassing op honden van openbaar nut.
AFDELING 14 - HET HOUDEN VAN DIEREN, VAN AGRESSIEVE, BOOSARDIGE OF GEVAARLIJKE DIEREN Artikel 105 - Algemene bepalingen betreffende de dieren. Het is verboden met dieren in de openbare ruimte rond te lopen, zonder de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om hen te beletten de openbare rust, gezondheid en veiligheid, het gemak van doorgang en het goede nabuurschap te verstoren. Het is eigenaars, bewakers of houders van dieren verboden hen te laten rondzwerven of dwalen. Het is verboden dieren in een voertuig achter te laten, indien dat een gevaar of een ongemak kan opleveren voor personen of voor de dieren zelf. In de openbare ruimte en door de openbare orde te verstoren is het verboden om het even welk dier af te richten, met uitzondering van honden van openbaar nut. Anderzijds is het verboden op om het even welke plaats dierengevechten uit te lokken of te organiseren, een dier te trainen of af te richten voor agressieve gedragingen. De eigenaars, bewakers of houders van dieren zijn ertoe gehouden hen te beletten : − − −
muren, gevels, uitstallingen, terrassen, voertuigen, verhoogde bermen en voetpaden te bezoedelen ; plantsoenen of om het even welk ander voorwerp dat zich in de openbare ruimte bevindt, te beschadigen ; zich in de openbare ruimte, elders dan op de daartoe speciaal voorziene plaatsen, van hun uitwerpselen te laten ontdoen.
45
Onverminderd de vervolging waarvan ze het voorwerp kunnen uitmaken, zijn de overtreders ertoe gehouden de bezoedelde plaats onmiddellijk in staat van netheid te herstellen.
Artikel 106 - Zwervende of wilde dieren. Elk dier waarvan de eigenaar, bewaker of houder niet kan worden geïdentificeerd wordt als zwervend of wild beschouwd. Het is verboden rondzwervende of wilde, gewonde of gezonde dieren, zoals katten, honden, duiven of andere aan te lokken en te onderhouden, door hen eten te geven, op een dusdanige manier dat de openbare orde wordt geschaad.
Artikel 107 - Boosaardige of wrede dieren. Onverminderd de wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen is het, op het stedelijk grondgebied, verboden dieren waarvan de soort, de familie of het type als wreed of wild wordt beschouwd en die de openbare rust of gezondheid kunnen schaden, aan te lokken en te onderhouden.
Artikel 108 - Algemene bepalingen betreffende de honden. Het dragen van de leiband is voor alle honden verplicht in de openbare ruimte of in elk private voor het publiek toegankelijke plaats. De baas moet in alle omstandigheden over zijn dier meester blijven. In dit opzicht zal de lengte van de leiband 2 meter niet overschrijden. Het is verboden de honden op een herhaalde en verstorende wijze, zowel overdag als 's nachts te laten blaffen. De eigenaars, houders of bewakers van honden zullen daartoe de nodige maatregelen treffen.
Artikel 109 - Rondzwervende of dwalende honden. Elke hond die niet door een elektronische chip of een tatoeage kan worden geïdentificeerd, zal als een rondzwervende hond worden beschouwd. Elke zwervende hond zal in beslag worden genomen en naar een asiel of naar om het even welk voor diens onthaal geschikte plaats worden gestuurd. Als binnen de vijftien dagen van het beslag de eigenaar, bewaker of houder zich niet bij het asiel meldt, zal de hond als verlaten worden beschouwd en naar een opvangcentrum worden gebracht. Na betaling van de schuthok- en verblijfkosten, is de terughaling van de hond door de baas slechts mits voorafgaandelijke identificatie door middel van een electronische chip of tatoeage, toegelaten, overeenkomstig het ministerieel besluit van 2 maart 1998. Voor de honden geboren na 07/06/2004, zal het ophalen van de hond slechts mogelijk zijn, via het voorleggen van een Europees paspoort dat de registratie van de hond bij de BVIRH (Belgische Vereniging voor Identificatie en Registratie van Honden) toelaat. Bovendien, voor elke rondzwervende hond, zal de eigenaar hem slechts na het voorleggen van het bewijs dat een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid voor deze hond bestaat, mogen ophalen.
Artikel 110 - Agressieve of potentieel agressieve honden. 46
De honden waarvan het intimiderend of provocerend gedrag de openbare rust of veiligheid verstoort, worden als agressieve of potentieel agressieve honden beschouwd. Het is verboden een agressieve of potentieel agressieve hond onder het enige toezicht van een minderjarige te laten. De agressieve of potentieel agressieve honden mogen op conservatoire wijze en op kosten van de baas in beslag worden genomen. Deze honden zullen vervolgens naar een asiel of naar om het even welke voor dit onthaal geschikte plaats worden gestuurd. Het ophalen door de eigenaar van de agressieve of potentieel agressieve hond is slechts toegelaten mits : − − −
de voorafgaandelijke identificatie van de hond via electronische chip, tatoeage of adres op de ketting ; het gunstig advies van de dierenarts of van een daartoe aangewezen gedragsexpert ; de betaling van de schuthok-, verblijf- en dierenartskosten.
Op basis van het advies van de aangewezen expert omtrent het agressief karakter van de hond zullen de locale overheden over de te nemen maatregelen beslissen. De agressieve of potentieel agressieve hond zal namelijk aan zijn eigenaar kunnen worden overhandigd mits het naleven van bepaalde voorwaarden (bijvoorbeeld : een daartoe speciaal ingerichte omheinde ruimte), aan het opvangcentrum kunnen worden overhandigd, verplicht worden een muilkorf te dragen als hij zich in de openbare ruimte of in een voor het publiek toegangelijke privé-plaats bevindt, of, op kosten van de eigenaar, om reden van zijn agressiviteit worden geëuthanasieerd. De hond die aan de oorzaak ligt van een ongeval van het type "beet" wordt als agressief beschouwd. Het ongeval van het type "beet" betreft de ongevallen tussen een hond en een mens, met honden onderling met honden tegenover huis-en fokdieren. De hond moet dan op een conservatoire wijze in beslag worden genomen, zoals voorafgaandelijk voorzien, en dient onmiddellijk op de consultatie van een aangewezen deskundige voorgelegd te worden, om de plaatselijke overheid toe te laten over de nodige maatregelen te beslissen en zodoende elke herhaling te vermijden.
Artikel 111 - Gevaarlijk geachte honden Voor de rashonden, waarvan de lijst volgt, alsook voor honden van om het even welk ras die worden getraind om te bijten, die zich in de openbare ruimte of in voor het publiek toegankelijke private plaatsen bevinden of rondlopen, is het dragen van de muilkorf boven dat van de leiband verplicht, Deze honden moeten door een meerderjarige persoon aan de leiband worden gehouden. Hun baas, eigenaar of houder is bovendien verplicht deze honden bij de diensten van de Lokale Politie, Waastenstraat 13, te Komen te verklaren. De eigenaars, houders of bewakers van deze honden moeten zich naar de door de politie voorgeschreven aanbevelingen inzake omheinde ruimte en africhting schikken, om zodoende het rondzwerven en ongevallen te vermijden. De honden van openbaar nut worden van deze verplichtingen vrijgesteld. Deze verklaring beïnvloedt geenszins de verplichting deze dieren bij de bevoegde instellingen in te schrijven. Lijst van de betrokken rassen :
Akita Inu
47
American Staffordshire Terriër Band dog Bull Terriër Dogo Argentino Bordelese Dog Engelse Terriër (Stafforshire bull-terriër) Fila Brasiliero Mastiff (van om het even welke oorsprong) Pitbull Terriër Rhodesische Ridgeback Rottweiler Tosa Inu,
alsook al de honden geboren uit een kruising tussen de voornoemde rassen of tussen de voornoemde rassen en om het even welk ras. Voor de andere rashonden waarvan de schofthoogte meer dan veertig centimeter en/of het gewicht meer dan twintig kilo bedraagt, wordt het dragen van de muilkorf overgelaten aan het oordeel van eigenaren of bewakers, die hoe dan ook de gevolgen van hun keuze dragen. De aanwezigheid van de gevaarlijk geachte honden en van honden die om te bijten worden afgericht, is verboden in openbare of voor het publiek toegankelijke inrichtingen (bijgebouwen en terrassen inbegrepen), alsook gedurende de organisatie van openbare markten en manifestaties in de openbare ruimte, met uitzondering van de bewakingsondernemingen die van zulke honden in de uitoefening van hun activiteiten gebruik maken en naar gelang de overeenkomst die met hun klanten werd aangegaan. Deze bewakingsondernemingen zijn er nochtans toe gehouden voor het gebruik van zulke honden inlichtingen te verstrekken en een afschrift van de overeenkomst aan de lokale politie af te leveren. In geval van tussenkomst van de politie, dienen de hondenleiders van deze bewakingsondernemingen hun honden ver van de plaats van de interventie van de politie te houden.
Artikel 112 - Gemeenschappelijke bepalingen voor deze afdeling De rondzwervende of wilde dieren mogen op een conservatoire wijze in beslag worden genomen. Ze worden naar de plaatselijke dierenbescherming gebracht. Indien de eigenaar, de houder of de bewaker zich meldt, mag hij zijn dier mits opheffing van het beslag opgelegd door de politie en terugbetaling van de schuthok- en verblijfkosten terughalen. In geval van bewarend beslag op de dieren op de woonplaats, indien de politiediensten van mening zijn dat de eigenaar niet in staat is de bewaking van het dier zonder gevaar te waarborgen, zal het dier naar een schuthok worden gebracht en worden overgebracht naar de plaatselijke dierenbescherming. De na beslag naar de dierenbescherming gebrachte dieren kunnen worden teruggehaald binnen een termijn van vijftien werkdagen en tijdens de openingsuren voor het publiek door de eigenaar, bewaker of houder, in het bezit van de opheffing van het beslag opgesteld door de politiedienst en tegen betaling van de veroorzaakte kosten. Indien de eigenaar, bewaker of houder van deze honden zich, bij het verstrijken van de termijn, niet bij de plaatselijke dierenbescherming in het bezit van de opheffing van het beslag meldt,
48
zullen de dieren ter plaatse blijven en zullen ze vanaf dat moment als doelbewust verlaten worden beschouwd.
AFDELING 15 - GEDRAGINGEN DIE HET NALEVEN VAN DE WETGEVINGEN INZAKE MILIEU IN HET GEDRANG BRENGEN Artikel 113 - Verbodsbepalingen voorzien door het Waterwetboek inzake water bestemd voor menselijke consumptie Krachtens onderhavig reglement, kan worden bestraft met een administratieve geldboete van 1 tot 1000 €, overeenkomstig artikel D.160 § 2 van het decreet van 5 juni 2008 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake milieu, degene die een in artikel D.401 van het Waterwetboek bedoelde overtreding pleegt. Worden namelijk beoogd : − − − −
het feit, voor de eigenaar van een private installatie voor waterdistributie, de krachtens de wetgeving vereiste certificatie niet te hebben ontvangen ; het feit, voor een geabonneerde die zich door middel van een alternatief of aanvullend hulpmiddel bevoorraadt, geen volledige scheiding tussen dit netwerk en dat van de waterdistributie te hebben verzekerd ; het feit, voor een particulier, de toegang tot zijn private installatie aan de aangestelden van de leverancier te ontzeggen, voor zover de opgelegde voorwaarden door het artikel D.189 van het Waterwetboek werden nageleefd ; het feit op het openbare distributienetwerk water op te nemen buiten gevallen voorzien door het Waterwetboek of zonder de toestemming van de verdeler.
Alle deze gedragingen vormen overtredingen van vierde categorie in de zin van het decreet van 5 juni 2008.
Artikel 114 - Verbodsbepalingen voorzien door het Waterwetboek inzake de onbevaarbare waterwegen - (derde categorie) Krachtens onderhavig reglement kan worden bestraft met een administratieve geldboete van 50 tot 10.000 €, overeenkomstig artikel D.160 § 2 van het decreet van 5 juni 2008 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake milieu, degene die verhindert dat de uit de rivierbedding verwijderde stoffen, alsook de materialen, het gereedschap en de tuigen die nodig zijn voor de uitvoering van de werken op hun grond of eigendom worder opgeslagen. Deze overtreding wordt beoogd in artikel 17 van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterwegen. Deze gedraging vormt een overtreding van derde categorie in de zin van het decreet van 5 juni 2008.
Artikel 115 - Verbodsbepalingen voorzien door het Waterwetboek inzake de onbevaarbare waterwegen - (vierde categorie) 49
Krachtens onderhavig reglement kan worden bestraft met een administratieve geldboete van 1 tot 1000 €, overeenkomstig het artikel D.160 § 2 van het decreet van 5 juni 2008 voor wat betreft de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van de milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake milieu, degene die een overtreding beoogd in artikel 17 van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterwegen of in artikel D.408 van het Waterwetboek, wanneer het in werking zal zijn getreden, begaat, meer in het bijzonder : 1° de gebruiker of de eigenaar van een op een onbevaarbare waterloop gevestigd kunstwerk, die er niet voor zorgt dat dit kunstwerk functioneert overeenkomstig de voorschriften van de beheerder en, hoe dan ook, op zodanige wijze dat de wateren in de waterloop nooit tegenhouden worden boven het niveau aangegeven door middel van de peilnagel aangebracht overeenkomstig de onderrichtingen van de beheerder, en die zich, in noodgeval, niet houdt aan de bevelen van de beheerder van de waterloop ; 2° degene die niet zorgt voor de afsluiting van zijn gronden die langs een waterloop in de openlucht liggen en als weiland dienen opdat het vee binnen de weide gehouden zou worden, en dat overeenkomstig de eisen van afstand en van doorgang bedoeld in artikel D.408 van het Waterwetboek, onder voorbehoud van het bestaan van een besluit waarbij het hele grondgebied van een gemeente aan de toepassing van deze maatregel wordt onttrokken; 3° degene die de oevers, de bedding of de dijken van een waterloop beschadigt of afzwakt, de waterloop belemmert of er voorwerpen of stoffen in brengt die de vlotte afvloeiing van de wateren kunnen verhinderen, die de 0,50 meter brede strook land, landinwaarts gemeten vanaf de bovenste rand van de oever van de waterloop, op een andere wijze omploegt, egt, omspit of omwerkt, die de peilschalen, de peilnagels of elk ander op verzoek van een afgevaardigde van de beheerder aangebracht positiebepalend systeem wegneemt, onherkenbaar maakt of wat dan ook wijzigt aan de schikking of plaatsing ervan, die de door voornoemde handelingen veroorzaakte toestanden laat voorbestaan ; 4° degene die verzuimt te voldoen aan de voorschriften van de beheerder van de waterloop : • • •
door geen peilschalen of peilnagels op eigen kosten in de bedding van de waterloop te plaatsen of door er de plaats of schikking van te wijzigen ; door de door de beheerder van de waterloop opgelegde werken niet binnen de vastgelegde termijn of onder de gestelde voorwaarden uit te voeren ; door zich niet te houden aan het door de beheerder van de waterloop opgelegd verbod waarbij gedurende een periode van het jaar geen gebruik van sommige vaartuigen mag worden gemaakt op bepaalde delen van onbevaarbare waterlopen.
5° degene die verzuimt de nodige onderhouds- of herstellingswerken waarvoor hij verantwoordelijk is uit te voeren voor wat betreft de bruggen en private werken waarvan hij eigenaar is. Alle deze gedragingen vormen overtredingen van vierde categorie in de zin van het decreet van 5 juni 2008.
Artikel 116 - Verbodsbepalingen voorzien krachtens de wetgeving inzake ingedeelde inrichtingen Krachtens onderhavig reglement kan worden bestraft met een administrieve geldboete van 1 tot 10.000 €, overeenkomstig artikel D.160 § 2 van het decreet van 5 juni 2008 betreffende de
50
opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van de milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake leefmilieu, degene die een overtreding bedoeld in artikel 77, alinea 2, van het decreet van 11 maart 1999 inzake leefmilieu begaat, meer in het bijzonder : •
het gebrek aan inbewaringgeving in een register van elke verandering of uitbreiding van een inrichting van klasse 1 of 2 wanneer om de inbewaringgeving in een register wordt verzocht ; • het feit het uitvoeren van de milieuvergunning of enige vergunning niet ter kennis van de betrokken overheden te hebben gebracht ; • het feit niet alle nodige voorzorgen te nemen om de gevaren, hinder, bezwaren te vermijden, te verminderen of eraan te verhelpen ; het feit aan de bevoegde overheid niet onmiddellijk elk ongeval of incident van aard de mens of het milieu te schaden, te melden ; het feit de bevoegde overheid en de technische ambtenaar niet op de hoogte te brengen van iedere stopzetting van activiteiten minstens 10 dagen vóór ze aanvangt, uitgenomen in geval van overmacht ; • het feit, op de plaats van de inrichting of op elk andere met de bevoegde overheid overeengekomen plaats, de nodige lopende toelatingen niet te bewaren. Alle deze feiten vormen overtredingen van derde categorie in de zin van het decreet van 5 juni 2008.
Artikel 117 - Verbodsbepalingen voorzien krachtens de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud § 1. Krachtens onderhavig reglement, kan worden bestraft met een administratieve geldboete van 50 tot 10.000 €, overeenkomstig artikel D.160 § 2 van het decreet van 5 juni 2008 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake milieu, degene die een in artikel 63 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud beoogde overtreding pleegt. Worden namelijk beoogd de volgende gedragingen : •
• •
• • •
elk feit dat mogelijk vogels die toebehoren aan één van de op het Europese grondgebied natuurlijk in het wild levende vogelsoorten, met inbegrip van de ondersoorten, rassen of variëteiten, ongeacht hun geografische oorsprong, alsook de vogels gekruist met een individu van die vogelsoorten, zou storen, en ook de handel op het gebruik ervan (W.12.7.1973, art. 2, par 2); elk feit dat mogelijk bepaalde bedreigde soorten zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen en ongewervelden zou verstoren, alsook elk al dan niet commercieel gebruik ervan (W. 12.7.1973, art. 2 bis); het in bezit hebben, de verkoop, de ruil, de koop of het te koop aanbieden van bepaalde gedeeltelijk beschermde Waalse soorten zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen en ongewervelden, alsook het vangen, het doden en het bewust verstoren van deze soorten en van hun eieren, met uitzondering van het tijdelijk in bezit hebben van amfibieën of van hun eieren tot pedagogische of wetenschappelijke doeleinden (W. 12.07.1963, art. 2 ter); het gebruik van verboden vangst - en doodmiddelen, als de vangst of het doden is toegelaten (W. 12.7.1973, art. 2 quinquies); de introductie van niet-inheemse dierstammen of -soorten, met uitzondering van de soorten die in het bos - en landbouwbedrijf worden gebruikt (W. 12.7.1973, art. 5 ter); het feit soorten in natuurreservaten te doden, te jagen, te strikken of te verstoren (W. 12.7.1973, art. 11, al. 1);
51
• •
elk feit dat mogelijk bepaalde plantensoorten, alsook hun habitat, opzettelijk zou aantasten, alsook de handel of elk ander gebruik van die soorten (W. 12.7.1973, art. 3, par. 2); het feit bomen of struiken te snijden, te ontwortelen of te verminken en in natuurreservaten te beschadigen, behalve indien dat door een beheerplan is voorzien (W. 12.7.1973, art. 11, al. 2).
Alle deze feiten vormen overtredingen van derde categorie in de zin van het decreet van 5 juni 2008. § 2. Krachtens onderhavig reglement, kan worden bestraft met een administratieve geldboete van 1 tot 1000 €, overeenkomstig artikel D.160 § 2 van het decreet van 5 juni 2008 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van milieu- overtredingen en de herstelmaatregelen inzake leefmilieu, degene die een in artikel 63, alinea 2 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud beoogde overtreding pleegt. Wordt namelijk beoogd het feit naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dans zes meter van een waterloop (W. 12.7.1973, art. 56, par. 1 en 2). Dit feit vormt een overtreding van vierde categorie in de zin van het decreet van 5 juni 2008.
Artikel 118 : Verbodsbepalingen voorzien krachtens het Leefmilieuwetboek voor wat betreft de modaliteiten van de openbare onderzoeken Krachtens onderhavig reglement, kan worden bestraft met een administratieve geldboete van 1 tot 1000 €, overeenkomstig artikel D.160 § 2 van het decreet van 5 juni 2008 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van milieu- overtredingen en de herstelmaatregelen inzake leefmilieu, degene die een in artikel D. 29-28 van het Leefmilieuwetboek beoogde overtreding pleegt, zijnde degene die het openbaar onderzoek belemmert of stukken van het aan een openbaar onderzoek onderworpen dossier aan de ter inzagelegging van het publiek onttrekt. Dit feit vormt een overtreding van vierde categorie in de zin van het decreet van 5 juni 2008.
Artikel 119 - Bescherming van de flora - Algemeenheden Het is verboden de wilde planten en paddestoelen die van biologische belang zijn te vernietigen, uit te trekken of te verkopen.
Artikel 120 - Dierenwelzijn - Algemeenheden Het is verboden wilde dieren, zonder vergunning of toelating, te verkopen, doden, strikken, vervoeren of gevangen te houden. Bovendien dient iedereen die een verwond dier vindt de plaatselijke dierenbescherming ervan te verwittigen. Het is verboden de wilde natuur, alsook de dieren die er leven, door een onverantwoord gedrag te storen. Onder "onverantwoord gedrag" verstaat men elk feit of daad die een redelijke persoon in dezelfde omstandigheden niet plegen. Het is verboden van teelt afkomstige dieren of niet - inheemse dieren uit te zetten.
AFDELING 16 - VERBRANDINGOPERATIES 52
Artikel 121 - In open lucht aangestoken vuren Onverminderd de wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen zijn enkel de verbrandingen en het verbranden van groenafval toegelaten. Deze in open lucht aangestoken vuren moeten zich op meer dan 100 meter van de woningen, gebouwen, wouden, heiden, bossen, boomgaarden, beplantingen, hagen, mijten, graanhopen, stro, hooi, voeder of om het even welk andere opslagplaats van ontvlambare of brandbare stoffen bevinden. Deze vuren kunnen slechts tussen 8 uur en 11 uur of tussen 14 uur en 18 uur worden aangestoken. Het uitdoven zal, naargelang het geval, om 11 en om 18 uur volledig moeten zijn verlopen. Deze vuren zijn op zaterdag vanaf 11 uur, alsook op zon- en feestdagen verboden.
Artikel 122 - Beheersing en toezicht op de in open lucht aangestoken vuren De intensiteit van de vuren moet worden behouden op een niveau dat het beheersen ervan door de personen die ze hebben aangestoken, mogelijk blijft. Bij zware wind zijn de vuren verboden. De barbecues worden door onderhavige bepaling niet beoogd. Tijdens het branden moeten de vuren het voorwerp uitmaken van een voordurend toezicht vanwege een volwassen persoon.
HOOFDSTUK 4 OPENBARE REINHEID EN SALUBRITEIT Afdeling 1 - Reinheid en reinigen van de openbare weg en ruimte Artikel 123 - Algemeenheden. Het is verboden, op welke manier dan ook, door eigen toedoen of door toedoen van personen, dieren of zaken waarover men het toezicht heeft : -
elk voorwerp van openbaar nut, elke plaats in de openbare ruimte (squares, tuinen, parken, bermen, enz.) de voor het publiek toegankelijke galerijen en doorgangen gevestigd op privé-gebied, alle openbare en privé-plaatsen, in het algemeen, te bevuilen.
Het is verboden voorwerpen die schade kunnen berokkenen door hun aanwezigheid, val of ongezonde uitwasemingen, op de openbare weg te werpen, tentoon te stellen of achter te laten.
53
Eenieder die deze bepalingen niet naleeft dient de zaken onmiddellijk in staat van netheid te herstellen, zoniet zullen de gemeentelijke diensten ertoe op kosten en risico's van de overtreder overgaan.
Artikel 124 - Verdeling van niet nominatief geadresseerde drukwerken en geschriften Teneinde de netheid van de straten te vrijwaren dient iedere persoon die drukwerken, documenten, prenten en aankondigingen op de openbare weg verdeelt, erop te letten dat er geen papier op de openbare weg rondslingert. Elk document zal verplichtend het opschrift "Mag niet op de openbare weg worden gegooid" dragen. Het is verboden elk drukwerk, document, prent, aankondiging, enz…, op stilstaande voertuigen te plaatsen, wat aanleiding zou kunnen geven tot een oncontroleerbare onreinheid van de straten. Die bepaling geldt niet voor de publieke overheden in het kader van de uitvoering van hun opdrachten.
Artikel 125 - Reinigen van de wegen Wanneer het wegdek door werkzaamheden of het verkeer van landbouwvoertuigen of werfvoertuigen wordt bevuild, is de bouwheer, de landbouwer of de aannemer ertoe gehouden het wegdek onverwijld en in ieder geval dagdagelijks, in goede staat van netheid te herstellen. Gedurende de werkzaamheden zal de bouwheer, de landbouwer of de aannemer een verwittigingssignalisatie ter attentie van de weggebruikers aanbrengen. Bij gebrek hieraan zullen de reinigingsoperaties, mits het voorleggen van een gedetailleerde kostennota, op kosten en risico's van de overtreder worden ondernomen.
Artikel 126 - Netheid van de voetpaden en van de toegang De aanwonenden zijn ertoe gehouden te zorgen van de goede staat van behoud en van netheid van het voetpad, van de ruimte voorbehouden voor het wegennet of voor het voetpad, van de goten, alsook van de verhoogde bermen, aangelegd voor hun al dan niet bebouwde eigendom. Bij gebrek hieraan wordt ertoe, op hun kosten en risico's, ambsthalve overgegaan. Voor de goten en duurzaam aangelegde voetpaden dient het reinigen met water te gebeuren telkens het nodig is, onverminderd de andere bepalingen voorzien in onderhavig reglement. Deze verplichtingen houden namelijk in : het reinigen van de goten, alsook het vernietigen van onkruid, zoals netels, distels, wilde kamille, paardebloemen, hondgras, haagwinde en andere parasietplanten, die zich kunnen vermenigvuldigen en aan het wegdek, alsook aan de buurt, schade kunnen berokkenen.
Artikel 127 - Straatkolken en bermen Het is verboden iets anders dan huishoudelijk afvalwater afkomstig van het reinigen, zoals opgelegd in vorig artikel, in de straatkolken en in de bermen te gieten of te gooien.
Artikel 128 - Verbod op plassen, spuwen, braken en achterlaten van uitwerpselen in de openbare ruimte 54
Uitgezonderd op de daartoe speciaal voorziene plaatsen, is het iedereen verboden in de openbare ruimte, alsook op en tegen privé-eigendommen te plassen. Het is er ook verboden te spuwen, te braken of uitwerpselen achter te laten.
Artikel 129 - Autowrakken De eigenaars of houders van autowrakken mogen deze niet in de openbare ruimte stallen. Onverminderd de toepassing van de van kracht zijnde wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen zijn de eigenaars, in geval van stalling op een privé-eigendom, ertoe gehouden de wrakken vanaf de openbare weg onzichtbaar te maken en ze zodanig te behandelen dat ze noch de buurt noch het milieu schade zouden kunnen berokkenen. Het onzichtbaar maken kan niet gebeuren via het aanbrengen op het wrak van een dekzeil, een stuk stof of een laken en dat zodoende een deel van het voertuig zou laten zien of raden. Autowrakken die op een niet toegelaten manier worden gestald, zullen binnen de tien werkdagen na de vaststelling van de overtreding dienen te worden weggetakeld. Indien dit niet gebeurt en onverminderd de taksreglementen, zal er ambtshalve worden overgegaan tot de verwijdering op kosten en risico's van de eigenaar of desgevallend van de eigenaar van het terrein waarop de wrakken worden gestald.
Artikel 130 - Onderhoud en reinigen van voertuigen Het is verboden in de openbare ruimte werken uit te voeren die verband houden met het onderhouden, smeren, verversen van olie of herstellen van voertuigen, met uitzondering van depannages die onmiddellijk na het voorkomen van een defekt worden uitgevoerd, voor zover het om beperkte interventies gaat die het voertuig toelaten zijn weg verder te zetten of te worden weggesleept. Behalve in geval van watertekort is het reinigen van voertuigen in de openbare ruimte toegelaten, voor zover het geen gevaar oplevert voor de openbare veiligheid en het de openbare rust en het gemak van doorgang niet verstoort.
Artikel 131 - Aanplakking Behoudens mits toelating van het Schepencollege, is het aanplakken van reklame in de openbare ruimte of op privé - eigendom verboden, buiten de daartoe voorziene plaatsen of panelen. In geval van plaatsing op een privé -eigendom, is de toestemming van de eigenaar vereist. De aanplakkers of bij onstentenis, de eigenaars van publicitaire installaties zijn ertoe gehouden deze in perfekt staat van netheid te bewaren, de affiches regelmatig te vervangen en het reclamemateriaal en diens toebehoren weg te nemen, wanneer zij de installaties verlaten. De aan punctuele activiteiten (circus, vertoningen, enz.) verbonden aanplakkingen worden aan de schriftelijke en voorafgaandelijke toelating van het Schepencollege onderworpen. Elke toegelaten aanplakking dient binnen twee kalenderdagen die de aangekondigde gebeurtenis volgen, te worden verwijderd. De aanplakking die zonder toelating gebeurt, dient onverwijld door de daarvoor verantwoordelijke persoon te worden verwijderd. Bij ontstentenis, wordt ertoe ambtshalve overgegaan op kosten en op risico's van de verantwoordelijke.
55
Het is verboden mits toelating aangebrachte affiches te verwijderen, te verscheuren of te overplakken. Het aanbrengen van stickers, panelen, affiches in de openbare ruimte is, behoudens toelating van het Schepencollege, verboden. Bovendien worden de verwijderingskosten door de aanplakker of bij ontstentenis, door de verantwoordelijke uitgever gedragen. In de openbare ruimte mogen, onverminderd de van kracht zijnde reglementen, affiches met electorale inhoud slechts op de door het Schepencollege vastgelegde plaatsen en onder diens voorwaarden worden aangebracht.
Artikel 132 - Occasionele bewegwijzering De aan punctuele activiteiten (trouwfeest, bal, verjaardag, tentoonstelling, tocht, animaties, sportwedstrijden, enz…) verbonden bewijzering van een traject in de openbare ruimte wordt aan de toelating van de Burgemeester of van de beheerder van het wegnet onderworpen, onder de volgende voorwaarden : − −
de bewegwijzering mag niet op de reglementaire verkeerspalen worden aangebracht en mag ook niet met deze worden verward ; de borden, panelen of palen zullen door middel van koord of elastieken worden aangebracht (geen nagels, nietjes, …) ;
Bij gebrek aan toelating zal de bewijzering onverwijld door de verantwoordelijke of door deze die hij voor de plaatsing ervan heeft gemachtigd, worden verwijderd of desgevallend, door het gemeentepersoneel op kosten van de verantwoordelijke. Na het einde van de activiteit zal de toegelaten bewijzering door de organisator ten laatste binnen de twee dagen worden verwijderd. Bij ontstentenis wordt de toegelaten bewijzering op kosten van de organisator van de activiteit verwijderd.
AFDELING 2 - SLUIKSTORTEN IN DE OPENBARE RUIMTE Artikel 133 - Storten of gooien van afval Onverminderd de toepassing van de wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen is het storten of gooien van afval van welke aard dan ook, in de openbare ruimte verboden. De volgende gedragingen worden namelijk beoogd : − − − −
het storten of gooien van afval door de inzittenden van een voertuig, het storten of gooien van afval door iedere gebruiker van de openbare weg, het storten of gooien van afval vanuit een al dan niet stilstaand voertuig. het storten, gieten, onderploegen, achterlaten of behouden in de openbare ruimte, in een al dan niet bebouwd onroerend goed, in sloten en beken, van afval of van iedere organische of niet organische stof die van aard is schade te berokkenen aan de openbare netheid, gezondheid, veiligheid of reinheid.
56
In geval van al dan niet toevallige val van afval of van verlies van lading tijdens een vervoer is de bestuurder van het voertuig ertoe gehouden de openbare ruimte in de oorspronkelijke staat van netheid te herstellen. Het is verboden, zelfs op ongewilde en/of onvoorzichtige manier, op een persoon met om het even wat te gooien of te spatten dat hem/haar zou kunnen hinderen of besmeuren. Het is eveneens verboden om het even wat te gooien dat andermans huizen, gebouwen, sluitingen, tuinen of omheiningen zou versperren, besmeuren of beschadigen. Meer specifiek is het in de gemeentelijke kerkhoven verboden : − − −
om het even welk opschrift op monumenten aan te brengen of te verwijderen, alsook affiches, borden, geschriften of andere aankondigingstekens, officiële berichten uitgezonderd, hetzij binnen, hetzij op deuren, hetzij op de buitenmuren, aan te brengen ; afval te storten.
Deze bepalingen zijn van toepassing onverminderd het taksreglement aangenomen door de gemeenteraad, dat, in geval van sluikstorten, het innen van de volgende bedragen voorziet : − − −
50 euro voor het ophalen van kleinafval (hondenpoep, flessen, conservenblikken, enz.) ; 250 euro voor het ophalen van een middelgrote hoeveelheid afval (vuilniszakken, grote kartonnen dozen, kleine huishoudelijke apparaten, enz.) ; 400 euro voor het ophalen van een grote hoeveelheid afval (grote huishoudelijke apparaten, TV- toestellen, koelkasten, matrassen, enz.).
Mits het voorleggen van een afrekening van de werkelijk betaalde kosten kan een bedrag dat hoger ligt dan 400 euro worden gevorderd.
Artikel 134 - Vervoer van ruiming van beerputten of van andere stoffen Het vervoer van de ruiming van beerputten of van elke andere stof die de openbare ruimte zou kunnen besmeuren, mag slechts gebeuren door middel van perfect afgesloten en waterdichte containers, tonnen of tanks en van een daartoe specifiek aangepast voertuig.
AFDELING 3 - AFVOER VAN REGENWATER EN VAN HUISHOUDELIJK OF ANDER AFVALWATER Artikel 135 - Verbodsbepalingen voorzien in het Waterwetboek voor wat betreft het oppervlaktewater Krachtens onderhavig reglement kan worden bestraft met een administratieve geldboete van 50 tot 10.000 euro, overeenkomstig artikel D.160 § 2 van het decreet van 5 juni 2008 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake leefmilieu : 1° degene die een in artikel D 393 van het Waterwetboek bedoelde overtreding pleegt. De volgende gedragingen worden namelijk in dit artikel beoogd :
57
• •
•
•
het feit van bij derden septische en verliesputten te ledigen en er het slijk van in te zamelen, hetzij zonder over de vereiste vergunning te beschikken, hetzij door het slijk op een verboden wijze weg te werken ; het feit van zonder de vereiste milieuvergunning een motorvoertuig, een machine of andere gelijksoortige tuigen in gewoon oppervlaktewater of op minder dan tien meter ervan schoon te maken, terwijl het schoonmaakproduct erin kan wegvloeien ; het feit sommige bepalingen die door de Regering zijn aangenomen met het oog op de uitvoering van de bescherming van de oppervlaktewateren en op de bestrijding van de verontreiniging van de grondwateren vanaf oppervlaktewateren, te overtreden ; het feit een van de volgende gedragingen te trachten te plegen : verontreinigende gassen, door de Regering verboden vloeistoffen, vast afval dat voorafgaandelijk aan een mecanische verbrijzeling werd onderworpen of wateren die de voorgenoemde stoffen bevatten in de openbare riolen, de collectoren, de oppervlaktewateren en de kunstmatige afvloeingswegen inbrengen ; voorwerpen gooien of plaatsen, andere stoffen dan afvalwater in de openbare riolen, de collectoren en de oppervlaktewateren inbrengen.
2° degene die, voor wat betreft de afvoer van afvalwater : • • • •
•
• •
•
zijn langs een weg gelegen woning niet op de bestaande riolering heeft aangesloten : tijdens de rioleringswerken zijn woning, gelegen langs een weg die zopas van rioleringen werd voorzien, niet heeft aangesloten ; niet heeft verzocht om de geschreven voorafgaandelijke toestemming van het Schepencollege om zijn woning aan te sluiten ; het geheel van het regenwater en het helder parasietwater heeft geloosd in de scheidingsriolering op de gedeelten van de aldus uitgeruste weg of het regenwater niet afvoert via verliesputten, draineerbuizen, kunstmatige afvloeiingswegen of oppervlaktewateren, voor zover zulks niet bij of krachtens een andere wetgeving is verboden ; een nieuwe woning niet heeft uitgerust met een systeem dat het gezamenlijke regenwater van het afvalwater scheidt, door niet te voorzien in een uitrusting overeenkomstig de door de Regering bepaalde modaliteiten wanneer het geloosde afvalwater niet wordt behandeld door een zuiveringstation, door het stedelijk afvalwater niet uitsluitend via het afwateringsnetwerk af te voeren bij de inbedrijfstelling van het zuiveringsstation, door de septische put niet buiten bedrijf te stellen na advies van de erkende saneringsinstelling of door de septische slijkput niet door een erkende ruimer te laten ledigen ; zich niet heeft aangesloten binnen de honderdtachtig dagen na de kennisgeving van de beslissing tot weigering van een vergunning voor de installatie van een individueel zuiveringssysteem in de plaats van de aansluiting op de riolering ; elke nieuwe woning, gebouwd in een zone onderworpen aan het gemeenschappelijk saneringssysteem langs een weg die nog niet van een riolering is voorzien, oorspronkelijk niet heeft voorzien van een individueel saneringssysteem dat voldoet aan de voorwaarden gesteld ter uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, indien het vaststaat dat de aansluiting op een toekomstige riolering te duur zou zijn ; elke nieuwe woning of groep nieuwe woningen waarop het autonome saneringsstelsel van toepassing is, niet heeft uitgerust met een individueel zuiveringssysteem ;
58
•
•
er niet voor zorgt dat de riolering het helder parasietwater niet opvangt door de woning niet aan te sluiten op het rioleringsnetwerk zodra het in bedrijf wordt gesteld, door een nieuwe woning, in afwachting van de inbedrijfstelling van het voorziene zuiveringssysteem, niet uit te rusten met een septische put met bypass en, desgevallend ontvetter, en uitgerust met afzonderlijke leidingen voor de opvang van het regenwater en het huishoudelijk afvalwater ; de woning waarop het autonome saneringsstelsel van toepassing is, niet conform heeft gebracht, indien geen gegroepeerd autonoom saneringsstelsel tot stand is gebracht.
Al deze gedragingen vormen overtredingen van derde categorie in de zin van het decreet van 5 juni 2008.
Artikel 136 - Lozing van het afvalwater Onverminderd de bepalingen voorzien in onderhavig reglement mag niemand huishoudelijk afvalwater komende van binnenin de woningen in de openbare ruimte laten vloeien of gooien.
Artikel 137 - Andere verbodsbepalingen of verplichtigen betreffende riolen Behalve mits voorafgaandelijke en schriftelijke toelating 41 van het Schepencollege is het verboden de openbare riolen te herstellen en aansluitingswerken op de openbare weg te verrichten. De aanwonende eigenaars zijn ertoe gehouden de duikers die ze hebben geplaatst of op hun vraag hebben laten plaatsen, te ontstoppen en te reinigen. Dit werk wordt door de aanwonende op eigen kosten uitgevoerd.
Artikel 138 - Verbodsbepaling op het gieten van producten in riolen Onverminderd andere wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen, is het verboden in de riool of op welke plaats dan ook, stoffen en voorbereidingen achter te laten, te gooien of te gieten, die de openbare veiligheid, netheid of gezondheid, en/of het milieu, op welke manier dan ook, in het gedrang zouden brengen door : -
schadelijke stralingen uit te zenden, toxische uitwasemingen te veroorzaken, een explosief mengsel te vormen, verstoppingen te veroorzaken, te vervuilen.
Het is ondernemers, alsook iedere ruimer van beerputten, van septische putten, van zinkputten, enz. verboden de inhoud van hun tanken in de openbare riolen, waterlopen, sloten, poelen, vijvers of waterpartijen te ledigen.
Artikel 139 - Verstoppen van sloten en buizen bestemd voor de afvoer van regen - of afvalwater 59
Onverminderd de wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen is het verboden wat van aard is ze te verstoppen of te vervuilen, te plaatsen, te gieten, te gooien of te laten stromen in sloten of in buizen bestemd voor de afvoer van regen - of afvalwater.
AFDELING 4 - OPHALEN VAN HUISHOUDELIJK AFVAL EN GELIJKGESTELD HUISHOUDELIJK AFVAL Artikel 140 - Algemeenheden en definities De gemeente organiseert het periodisch ophalen van huishoudelijk en gelijkgesteld huishoudelijk afval van elke gebruiker. In de zin van onderhavige afdeling, dient te worden verstaan onder : 1° "Decreet" : het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen 2° "afvalcatalogus" : de afvalcatalogus opgenomen in de kolonnen 1 en 2 van het tabel als bijlage I van het Besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot opstelling van een afvalcatalogus, o.a. gewijzigd door het Besluit van de Waalse Regering van 24 januari 2002 ; 3° "huishoudelijk afval" : afval voortkomend uit de dagelijkse activiteit van de gezinnen met uitzondering van de gevaarlijke afvalstoffen zoals gedefinieerd in het decreet ; 4° "gelijkgesteld huishoudelijk afval" : de afval bedoeld in kolon 5 van tabel opgenomen als bijlage I in het Besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997.
Artikel 141 - Voor het periodisch ophalen uitgesloten afval De volgende afval komt niet in aanmerking voor het door de Gemeente georganiseerd periodisch ophalen : 1° Gevaarlijke afvalstoffen zijn deze die een gevaar betekenen voor de mens of het milieu omdat ze uit een of meerdere componenten zijn samengesteld en een of meerdere in de afvalcatalogus opgesomde karakteristieken bezitten. bijvoorbeeld : specifieke risico-afvalstoffen of besmette afvalstoffen afkomstig uit hospitalen, klinieken of zorginstellingen (spuiten, medicamenten, verbanden, labo-afval), radioactieve afvalstoffen, … en andere afvalstoffen opgenomen in de afvalcatalogus. Overeenkomstig artikel 10,2°, van het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2008 tot toekenning van toelagen voor afvalpreventie en -beheer aan de ondergeschikte besturen, is het de landbouwers en uitbaters van landbouwbedrijven verboden hun gevaarlijke verpakkingen voor de gemeentelijke periodische ophaal aan te bieden. Onder gevaarlijke verpakkingen dient te worden verstaan, verpakkingen die gevaarlijke afvalstoffen in de zin van de afvalcatalogus hebben bevat (verpakkingen besmet door gevaarlijke stoffen zoals meststoffen en pesticides (insecticides, fungicides) ).
60
Overeenkomstig artikel 10,3° van het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2008 tot toekenning van toelagen van afvalpreventie en - beheer aan de ondergeschikte besturen, is het de geneesheren, tandartsen, veeartsen en thuiszorgverleners verboden ziekenhuisafval en zorgafval van klasse B2, in de zin van het besluit van 30 juni 1994, voor de periodische ophaal aan te bieden. 2° de afvalstoffen die, alhoewel afkomstig van kleine handels, administraties, kantoren, enz (afvalcatalogus, nr 2097), niet worden opgenomen in een van de nomenclaturen nrs 209793 tot 209798 van de afvalcatalogus ; 3° de industriële afvalstoffen (waaronder commerciële afvalstoffen) die door de afvalcatalogus niet met huishoudelijk afval worden gelijkgesteld ; 4° met huishoudelijk afval gelijkgesteld afval, afkomstig uit ambulante handel (markten, mobiele frietkramen, …). Deze afvalstoffen dienen door erkende ophalers te worden afgevoerd of naar daartoe voorziene inzamelpunten te worden gebracht. Het is strikt verboden bijtende, ontvlambare, toxische of voor het milieu of voor de menselijke gezondheid gevaarlijke stoffen of voorwerpen voor de ophaal aan te bieden. Daartoe zullen behoorlijk vergunde inzamelingsinfrastructuren dienen te worden gebruikt.
Artikel 142 - Gebruik van reglementaire zakken voor de periodische ophaal Huishoudelijk en gelijkgesteld afval dienen, met het oog op hun ophaling, in genormaliseerde polyethyleenzakken of in zakken uit een andere resistente stof die op initiatief van de Stad ter beschikking van de inwoners worden gesteld en die haar wapenschild dragen, te worden aangeboden. Deze zakken worden zorgvuldig gesloten opdat zij de openbare ruimte niet zouden bezoedelen. Het gewicht van elke zak die manueel wordt opgetild, mag 20 kg niet overschrijden. Deze zakken worden door de Stad of door een door de Stad aangewezen organisme opgehaald. De in onderhavig artikel beoogde vuilniszakken dienen luchtdicht te worden gesloten en mogen niet gescheurd of gesneden zijn, om zodoende de bezoedeling van de openbare ruimte te vermijden. Ze mogen tijdens hun behandeling geen gevaar opleveren. Snijdende, scherpe of gevaarlijke voorwerpen mogen evenmin in de zakken worden geplaatst. Deze voorwerpen dienen in het containerpark uitgebaat door de door Stad aangewezen instantie te worden afgegeven. Het is verboden huishoudelijk afval naast af of op de ophaalrecipiënten te plaatsen. Indien de vuilniszakken worden opengescheurd en dat het afval dusdanig op de openbare weg wordt verpreid, dienen hun eigenaars het op te rapen en in gesloten zakken te steken.
Artikel 143 - Praktische modaliteiten voor de ophaling van reglementaire zakken Alleen de in het vorig artikel bedoelde zakken mogen voor de ophaling worden aangeboden, de dag zelf vóór zes uur 's morgens en, ten vroegste, de dag voordien vanaf 17 uur. Alle voorzorgen dienen te worden genomen, rekening houdende met de omstandigheden en de weervoorspellingen, tendeinde te vermijden dat de geplaatste zakken enige hinder voor de gebruikers van de openbare ruimte veroorzaken.
61
De aanwonenden moeten de zakken plaatsen voor het gebouw dat ze bezetten, langsheen de rioollijn van de eigendommen, op een zodanige manier dat het verkeer niet wordt verstoord en dat ze vanaf de straat perfect zichtbaar zijn. De inwoners die in stegen en doodlopende straten wonen, moeten hun zakken langs de openbare weg die het dichtst bij hun woning gelegen is en voor het verkeer van de voertuigen van de ophaaldienst toegankelijk is, plaatsen. Wanneer, door om het even welke reden, de ophaling georganiseerd door de Stad of door het door haar daartoe vergunde organisme niet heeft kunnen plaatsvinden volgens de kalender, moeten de aanwonenden de geplaatste zakken en hun inhoud ten laatste twee dagen na deze die voor de ophaling is voorzien (ten laatste om 20 uur), wegnemen. Tot hun aanbieding voor de volgende ophaling, worden de zakken en hun inhoud door hun eigenaar bewaard in het gebouw dat hij bezet. Het bewaren wordt zodoende georganiseerd dat de nabijheid niet wordt gehinderd en dat de openbare gezondheid niet wordt geschaad. De laattijdige aanbieding, dit wil zeggen deze die na ophaalbeurt van de ophaaldiensten plaatsvindt, is verboden.
Artikel 144 - Gebruik van containers en ophaling via een privé-overeenkomst Het gebruik van privé-containers die voor het ophalen van afvalstoffen zijn bestemd, is toegelaten mits het sluiten van een geschreven overeenkomst met een erkend of vergund bedrijf. De openbare en privé-instellingen en diensten, de industriëlen en de handelaars of de gezinnen die afvalstoffen produceren, die volgens de ophaalmodaliteiten ingesteld door de gemeente niet worden opgehaald, dienen een overeenkomst af te sluiten met een vergunde of erkende ophaler. De gebruikers die over een privé-ophaalovereenkomst beschikken, zijn ertoe gehouden o.a. hun ophaalrecipiënten in het private domein te bewaren en ze slechts voor de tijd nodig voor de ophaling op de openbare weg te plaatsen. Deze ophaling mag enkel op werkdagen, tussen 6 en 19 uur, plaatsvinden. De Burgemeester mag kopie opvorderen van de privé-overeenkomst die de gebruiker met de erkende of vergunde ophaler verbindt. Elke weigering tot voorleggen van dit document vormt een overtreding in de zin van onderhavig reglement.
Artikel 145 - Doorzoeken van vuilnisbakken Met uitzondering van de openbare diensten, gemachtigde ophaaldiensten en politiediensten is het verboden vuilnisbakken te doorzoeken, te verplaatsen, mee te nemen, bewust te beschadigen of ze geheel of gedeeltelijk in de openbare ruimte te ledigen. Het is de door de Stad niet gemachtigde personen verboden het in reglementaire zakken voor de ophaling aangeboden huisafval, alsook elk voorwerp of stof neergezet in de openbare ruimte met het oog op de door de Stad of door een daartoe vergund organisme georganiseerde selectieve ophaling, mee te nemen.
Artikel 146 - Gebruik van andermans vuilnisbakken Zonder diens uitdrukkelijke toestemming is het verboden afval of detritus te gooien in vuilnisbakken of containers die iemand anders toebehoren.
62
Artikel 147 - Openbare vuilnisbakken De openbare vuilnisbakken dienen uitsluitend voor gebruikers die zich in de openbare ruimte bevinden, om er de verpakkingen of de resten van ter plaatse gebruikte producten, alsook hondendrollen, in te gooien. Het is dus strikt verboden er huisafval in te gooien.
AFDELING 5 - SELECTIEVE OPHALINGEN EN ANDERE SOORTEN AFVAL Artikel 148 - Van deur tot deur selectieve ophalingen - Definitie De gemeente organiseert selectieve ophalingen van deur tot deur voor afval van het type "PMD" en "papier en karton". Worden als papier en karton beschouwd : verpakkingen volledig uit papier en karton, namelijk kartonnen dozen, papierzaken, kranten en tijdschriften, reclamefolders, boeken, telefoongidsen, schrijfmachinepapier met uitzondering van geolied papier en karton, papier met een waslaag, carbonpapier, beplakt papier, kaarten met magneetbanden, behangpapier, ringmappen, dundrukpapier, zelfklevend papier, thermisch faxpapier, bevuild papier en cementzakken. Dit papier en karton dient uit het normaal gebruik van een huishouding voort te komen. Worden als PMD beschouwd -
-
-
P : alleen plastic flessen en flacons : water, limonade, melk, fruit- en groentesap, afwas- en onderhoudsprodukten (vloeibaar of onder de vorm van poeder), wasprodukten en verzachters, douche- en badprodukten, gedistilleerd water, bleekmiddelen… M : metalen verpakkingen : blikjes, conserveblikjes, aluminiumschotels, -schaaltjes en -bakjes, schroefkurken, deksels en doppen van bokalen en flessen, dozen en bussen (sigaren, koeken, chocolade, olie…), spuitbussen van voedingswaren en cosmetica. D : drankkartons, iedere gelamineerde verpakking (bv. van het type drankbrikken) die vloeistoffen heeft bevat. met uitzondering van yoghurtpotjes, boter- en margarineschoteltjes, verpakkingen die giftige, bijtende of gevaarlijke producten hebben bevat, plasticzakken en -bladen, aluminiumzakken en -folie, bloempotten, plastic speelgoed en accu's Al die verpakkingen dienen uit het normaal gebruik van een huishoudig voort te komen.
Artikel 149 - Specifieke modaliteiten voor de ophaling van papier en karton Papier- en kartonafval dient opgestapeld, per pakket verzameld en in karton ingepakt of gebundeld te worden, om zodoende de openbare ruimte niet te bevuilen. Het gewicht van elk pakket mag 15 kg of het volume van 1m3 niet overschrijden. Papier en karton mogen niet aan een andere dan de hierboven beschreven ophaling worden aangeboden. Papier en karton aangeboden voor een ophaling georganiseerd onder toezicht van het openbaar organisme belast met het afvalbeheer, dienen door de aanwonenden voor het gebouw dat ze bezetten, te worden geplaatst, ten vroegste om 17 uur de dag vòòr de ophaling, op een zodanige
63
manier dat het zich niet in de openbare ruimte verspreidt en dat het verkeer niet wordt belemmerd. Er dient er steeds op te worden gelet dat het papier / karton snel en proper genoeg door de ophalers kan worden meegenomen. Degene die het papier / karton ter ophaling aanbiedt, is verantwoordelijk voor het eventuel verspreiden of wegvliegen van het papier / karton en zal zelf voor de opruiming instaan. Kunnen niet tijdens de selectieve ophaling worden aanvaard : geolied papier en karton, papier met een waslaag, carbonpapier, beplakt papier, papieren voorwerpen die plastieken of andere stoffen bevatten, kaarten met magneetbanden, behangpapier, ringmappen, dundrukpapier, zelfklevend papier, thermisch faxpapier, bevuilde papieren, zakdoeken, handdoeken, servietten, cementzakken, frigoliet, … Papier en karton dat wegens niet-conformiteit (aanbrengen van een rode hand) of laattijdige plaatsing of gewicht hoger of volume groter dans hierboven vermeld, niet werd opgehaald, dient de avond zelf van de ophaling door de aanwonenden uit de openbare ruimte te worden verwijderd.
Artikel 150 - Specifieke modaliteiten voor de ophaling van P.M.D. De ophalingen van specifiek afval van het type PMD (Plastic flessen en flacons, Metalen verpakkingen en Drankkartons) gebeuren door middel van genormaliseerde blauwe zakken, die de naam van het openbaar organisme belast met het afvalbeheer vermelden. Dit organisme informeert de burgers van de ophaaldata. De aanwezigheid van elk niet-conform voorwerp in de zak veroorzaakt een weigering tot ophalen van deze. De P.M.D. mogen niet worden aangeboden in het kader van een ophaalmethode die verschillend is van hierboven beschreven. De PMD-zakken aangeboden voor de ophaling voor de ophaling 44 georganiseerd door het openbaar organisme belast met het afvalbeheer, dienen door de aanwonenden voor het gebouw dat ze bezetten, ten vroegste om 17 uur de dag vóór de ophaling te worden geplaatst, op een zodanige manier dat ze zich niet in de openbare ruimte verspreiden en dat ze het verkeer niet belemmeren. Degene die een zak ter ophaling aanbiedt, is verantwoordellijk voor het eventueel verspreiden, wegvliegen of meenemen door dieren van de PMD en zal zelf voor de opruiming instaan. De PMD die op een met de bepalingen van onderhavig reglement strijdige manier worden aangeboden, worden niet opgehaald en worden door de ophaler gemerkt (bv. door middel van een sticker). De wegens niet-conformiteit (aanbrengen van een rode hand) of laattijdige plaatsing niet opopgehaalde blauwe zakken dienen door de aanwonenden de avond van de ophaling (vòòr 20 uur) te worden verwijderd.
Artikel 151 - Van deur tot deur ophaling van kleren De ophaling van kleren gebeurt, via plastic zakken, door de bevoegde overheid erkende en bij de gemeentelijke overheid behoorlijk aangegeven ophalers. De voornoemde aangifte van de erkende ophalers gebeurt schriftelijk één keer per jaar, bij het Schepencollege en vermeldt het adres, de naam van de verantwoordelijke personen, de plaatsen, de agenda, het tijdschema, alsook de ophaalmethodes.
64
De ophaler is ertoe gehouden de bevolking van de organisatie en het houden van de ophaling van kleren op de hoogte te brengen. De voor de ophaling in reglementaire plasticzakken aangeboden kleren moeten door de aanwonenden, ten vroegste de dag vóór de ophaling om 17 uur, voor het gebouw dat ze bezetten, worden neergezet, op een zodanige manier dat ze zich in de openbare ruimte niet verspreiden en het verkeer niet hinderen. De niet opgehaalde kleren of de laattijdige plaatsingen dienen door de aanwonenden de avond van de ophaling (ten laatste om 20 uur) te worden weggenomen.
Artikel 152 - Modaliteiten voor de ophaling van glasrecipiënten De ophaling van glasrecipiënten gebeurt, in vrijwillige aanvoerpunten (glascontainers die op het hele grondgebied van de gemeente worden verspreid) of in het containerpark. De inzameling gebeurt afzonderlijk voor wit en voor gekleurd glas. Het is verboden er andere voorwerpen of afval in te storten. Het storten van recipiënten in de glascontainers is tussen 22 uur en 7 uur verboden. Het storten van afval en glas rond glascontainers is verboden. Het is ook, behalve voor gemachtigde openbare diensten, verboden de ter beschikking van de bevolking gestelde containers (glas -, plastiek -, textielcontainers, …) te doorzoeken.
Artikel 153 - Resten van direct verbruikbare producten in de openbare ruimte De houders, uitbaters of beheerders van vaste of ambulante frituren, hamburger - en pitahandels, en meer in het algemeen al degenen die, zelfs toevallig, waren bestemd om ter plaatse in de openbare ruimte te worden verbruikt, verkopen, moeten zorgen voor de netheid van het openbaar domein en van de aan hun instellling grenzende nabijheid. In dit opzicht zullen ze er zorgen voor dat : − − −
een voldoende aantal afneembare vuilnisbakken ter beschikking van hun klanten wordt gesteld, die regelmatig door hun zorgen zullen worden geledigd, hun klanten worden uitgenodigd de voornoemde vuilnisbakken te gebruiken, door middel van een uitdrukkelijke aanplakking, zichtbaar vanaf de openbare ruimte, al de afval wordt geloosd en dat alle bezoedellingen voortkomend uit hun handelsactiviteit worden verwijderd.
Artikel 154 - Landbouwafval Het is verboden landbouwafval te verbranden. Het mag slechts via de officieel erkende ophalingssystemen worden afgevoerd. Het spoel-, reinigings - of ruimwater van al dan niet industriële landbouwkuipen moet naar daartoe speciaal ingerichte putten worden gebracht. In geen geval zal dit water naar de riool, de waterlopen, de sloten, de poelen, de vijvers of waterstukken worden geleid.
65
Artikel 155 - Compostering en groenafval De compostering mag door de eigenaar op zijn eigen grond of door de bezetter op de grond die hij bezet, op een manier die geen visuele of olfactorische hinder voor derden veroorzaakt, worden georganiseerd. Behalve voor compostering, mag niemand groenafval op zijn eigen grond of op andere private of openbare gronden opslaan of storten, zelf mits toestemming van de eigenaar van de voornoemde gronden.
Artikel 156 - Gebruik van de containerparken De containerparken ontvangen huisafval of gelijkgestelde huisafval die, na sortering aan de bron, bestaat uit inerte afval, grof huisvuil, afval van elektrische of elektronische uitrustingen, groenafval, houtafval, papier en karton, PMD's, glas, textiel, metalen, afgewerkte spijsoliën en vetten, afgewerkte oliën en vetten die niet voor de voeding zijn bestemd, afval van cementasbest, banden voor personenwagens of moto's met of zonder velg, kurkstoppen, TL- lampen, gasontladingslampen, rookdetectoren, KCA (Klein Chemisch Afval) of BHA (Bijzonder HuisAfval). In de containerparken moet het publiek zich schikken aan de voorschriften of verbodsbepalingen opgelegd door de bijzondere reglementen van inwendige orde en waarvan het in kennis wordt gesteld door daartoe gevestigde pictogrammen of berichten, alsook aan de aanmaningen van de opzichters en in het algemeen van om het even welke officieel gemachtigde persoon om de van kracht zijnde voorschriften of verbodsbepalingen te doen naleven.
Artikel 157 - Evacuatie van dierenkrengen Onverminderd de wettelijk geldende bepalingen, zullen de dierenkreng waarvan het vlees niet voor het verbruik is bestemd onverwijld : -
hetzij aan een ophaler of een voor dit soort afval gemachtigde vervoerder worden toevertrouwd, hetzij aan een inzamel-, voorbehandelings-, waarderings- of verwijderingsinstallatie worden toevertrouwd, hetzij aan een dierenarts die zich er overeenkomstig de voornoemde bepalingen zal van ontdoen, worden toevertrouwd.
Artikel 158 - Verbranden en achterlaten van afval Zijn verboden : 1° het verbranden van huishoudelijk afval in openlucht of in inrichtingen die strijdig zijn met de bepalingen van het decreet van 27 juni 1996 inzake afval, met uitzondering van het verbranden van droge natuurlijke afval afkomstig van wouden, velden en tuinen, zoals geregeld door het Veldwetboek en het Boswetboek. 2° het achterlaten van afval, zoals verboden krachtens het decreet van 27 juni 1996 inzake afval, met inbegrip van lozingen die de waterlopen bezoedelen.
66
Deze onrechtmatige gedragingen kunnen worden bestraft met een administratieve geldboete van 50 tot 100.000 €, overeenkomstig artikel D.160 § 2 van het decreet van 5 juni betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van de milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake leefmilieu. Het betreft hier effectief overtredingen van tweede categorie in de zin van het voornoemde decreet van 5 juni 2008.
AFDELING 6 - NETHEID VAN PRIVE-EIGENDOMMEN Artikel 159 - Stockeren van afval door particulieren De eigenaar en/of de bewoner en/of de bewaker krachtens een mandaat van een al dan niet bebouwd gebouw mag er geen afval neerzetten noch er een afvalstock aanleggen. De eigenaar en/of de bewoner en/of de bewaker krachtens een mandaat van een al dan niet bebouwd gebouw, waarin een stortplaats voor afval of voor elk voorwerp of al dan niet organische stof die van aard is de openbare netheid, gezondheid of salubriteit te schaden, is ertoe gehouden alles te verwijderen en alle nodige maatregelen te treffen opdat geen nieuwe stortplaats zou worden aangelegd. Wanneer deze maatregelen niet worden getroffen of als ze onvoldoende blijken en indien een nieuwe stortplaats wordt aangelegd, legt de lokale politie de geïnteresseerden, binnen de termijn die ze vaststelt, de te treffen maatregelen om het aanleggen van een nieuwe stortplaats te vermijden, op.
Artikel 160 - Onderhoud van al dan niet bebouwde terreinen Elk al dan niet bebouwd terrein dient minstens twee keer par jaar, een maal vóór 15 juni en een maal vóór 15 september, door de eigenaar, verhuurder of aangewezen beheerder te worden onderhouden. Het onderhoud bestaat er in het bijzonder in de door de wettelijke of decretale bepalingen schadelijk verklaarde soorten, waaronder namelijk de distels, te vernietigen en te verwijderen. De bermen en de greppels die de percelen van de openbare weg scheiden dienen ook te worden vrijgemaakt en onderhouden.
Artikel 161 - Gebouwen die de openbare salubriteit in het gedrang brengen Onverminderd de door onderhavige afdeling voorziene bepalingen en los van om het even welke opslag beoogd in onderhavig reglement, dient wanneer de onzindelijkheid van de bebouwde of onbebouwde gebouwen de openbare gezondheid in gevaar brengt, de eigenaar, en/of de bewoner en/of de bewaker ervan krachtens een mandaat zich binnen de toegestane termijn te schikken aan de door de Burgemeester opgelegde maatregelen. Wanneer er een gevaar voor de openbare gezondheid dreigt, beveelt de Burgemeester de ontruiming van de plaats. De bezetting van plaatsen waarvan de Burgemeester de ontruiming heeft bevolen is verboden.
67
AFDELING 7 - BEERPUTTEN Artikel 162 - Onderhoud van beerputten Onverminderd de geldende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen moeten de beerputten in perfecte staat van onderhoud worden gehouden. Elke doorsijpeling van hun inhoud, hetzij door de muren, hetzij door de bodem, verplicht de eigenaar en/of de bewoner en/of de bewaker krachtens een mandaat van het gebouw ertoe binnen de kortste termijnen de nodige herstellingen uit te voeren.
AFDELING 8 - NETHEID IN VERBAND MET HET HOUDEN VAN DIEREN Artikel 163 - Algemene bepaling Het is verboden zich , in de openbare ruimte, te bevinden met dieren waarvan het aantal, het gedrag of de gezondheids -of netheidstoestand de openbare orde in het gedrang brengt. De eigenaar, bewaker of houder van een dier dient ter allen tijde de nodige maatregelen te treffen voor het naleven van de reinheid in de openbare ruimte, alsook in de voor het publiek toegankelijke privé-ruimtes waar hij zich met zijn dier begeeft. Indien het dier, buiten de voor uitwerpselen eventueel voorbehouden plaatsen, de openbare of privé-ruimte heeft bezoedeld, is de eigenaar, de bewaker of de houder ertoe gehouden de uitwerpselen op te ruimen en de bezoedelde plaats onmiddellijk in staat van netheid te herstellen. Daartoe dient de eigenaar, de bewaker of de houder van honden die in de openbare ruimte wandelen, voortdurend in het bezit te zijn van een aantal speciale zakjes, minstens gelijk aan het aantal wandelende honden of van om het even welk aangepast middel dat toelaat de uitwerpselen van de honden op te rapen en weg te ruimen.
Artikel 164 - Onderhoud van kweekplaatsen Onverminderd de wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen betreffende namelijk de uitbating van geklasseerde inrichtingen dienen paarden- en veestallen en, in het algemeen, alle plaatsen waar kippen, duiven, geiten, katten, honden en andere al dan niet tamme dieren gehouden worden, in staat van keurige netheid te worden gehouden.
Artikel 165 - Maatregelen in geval van epidemie of epizoötie In geval van gevaar, epidemie of epizoötie en onverminderd andere wettelijke bepalingen is de eigenaar en/of de bewoner en/of de bewaker krachtens een mandaat van het met ongedierte of andere gewassen, planten, schadelijke dieren, besmet of geteisterd huis ertoe gehouden alle nodige reinigings-en ontsmettingswerken, alsook de parasietenverdelging, uit te voeren, op basis van het verslag van een door de Burgemeester of door elke andere bevoegde overheid gevorderde geneesheer of dierenarts, naar gelang hun bevoegdheden.
68
HOOFDSTUK 5 : SANCTIES EN ALGEMENE BEPALINGEN Afdeling 1 - ADMINISTRATIEVE SANCTIES Artikel 166 - Geldboetes voor meerderjarigen § 1. Krachtens artikel 119 bis van de Nieuwe Gemeentewet, nu artikel L 1122-23 van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie geworden : 1°) Kunnen met een administratieve geldboete van 25 tot 250 euro worden bestraft, de overtredingen op de hieronder opgenomen artikelen : Art. 1, art. 3, art. 8, al.2, art. 8, al.4, art. 24, art. 27,al.2, art. 29, art. 36, al.4, art. 44, art. 45, art. 46, al. 4, art. 47,al.6, art. 53, art. 59, art. 69, art. 73, art. 74, art. 75, art. 85, art. 86, art. 92, art. 93, art. 104, art. 106, art. 113, art. 119, art. 131, al. 4, art. 136, art. 146, art. 147,art. 151, art. 162, art. 163, al. 3 en art. 172 ; 2°) Kunnen met een administratieve geldboete van 50 tot 250 euro worden bestraft, de overtredingen op de hierdonder opgenomen artikelen : Art. 4, art. 5, art. 6, al. 2, art. 7, al.2, art. 9, art. 10, art. 15, art. 17, art. 18, art; 19, art. 20, art. 21, art. 27, al. 1, art. 27, al. 4, art. 28, art. 36, al. 1,2,6 en 7, art. 37, art. 40, al.1, art. 42, art. 43, art. 47, al. 5, art. 49, art. 54, art. 55, art. 56, art. 57, art. 58, al. 1,3,4, 5 en 7, art. 60, art. 65, art. 66, art. 67, art. 68, art. 76, art. 77, art. 78, art. 79, art. 80, art. 81, art. 83, art. 84, art. 87, art. 88, art. 89, art. 90, art. 91, art. 94, art. 95, art. 96, art. 97, art. 101, art. 102, art. 105, al. 1,2, 3, 5 en 6, art. 107, art. 108, art. 110, al. 2, art. 111, al. 8, art. 120, art. 121, art. 122, art. 123, art. 124, art. 125, al. 2, art. 126, art. 127, art. 128, art. 129, art. 130, art. 131, al. 1, 2, 3, 5 en 6, art. 132, art. 133, art. 134, art. 137, art. 142, art. 143, art. 144, art. 145, art. 148, art. 149, art. 150, art. 152, art. 153, art. 154, art. 155, art. 156, art. 157, art. 159, art. 160, art.163, al. 1 en 2, art. 164 en art.165 ; 3°) Kunnen met een administratieve geldboete van 100 tot 250 euro worden bestraft, de overtredingen op de hieronder opgenomen artikelen : Art. 6, al. 1, art. 7, al. 1, art. 8, al. 3, art. 11, art. 13, art. 23, art. 26, art. 30, art. 31, art. 32, art. 33, art. 34, al. 2, 3 en 4, art. 35, art. 38, art. 39, art. 40, al. 2, art. 41, art. 46, al. 1, art. 47, al. 1,2, 3 en 4, art. 50, art. 51, art. 52, art. 61, art. 62, art. 63, art. 64, art. 70, art. 71, art. 72, art. 82, art. 99, art. 103, art. 105, al. 4, art. 111, al. 1,2 en 7, art. 125, al. 1, art. 138, art. 139, art. 141 en art. 161 ; § 2. Krachtens de specifieke bepalingen waarin het decreet van het Waalse Gewest van 5 juni 2008 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake leefmilieu, voorziet : 1°) Kunnen met een geldboete van 50 tot 100.000 euro worden bestraft, de overtredingen bedoeld in artikel 158 van onderhavig reglement, volgens de procedure voorzien voor de overtredingen van "tweede categorie". 2°) Kunnen met een geldboete van 50 tot 10.000 euro worden bestraft, de overtredingen bedoeld in de artikelen 100, 114, 116, 117 en 135 van onderhavig reglement, volgens de procedure voorzien van de overtredingen van "derde categorie".
69
3°) Kunnen met een geldboete van 1 tot 1000 euro worden bestraft, de overtredingen bedoeld in de artikelen 113, 115 en 118 van onderhavig reglement, volgens de procedure voorzien voor de overtredingen van "vierde categorie".
Artikel 167 - Geldboetes voor minderjarigen van minstens 16 jaar Krachtens artikel 119 bis van de Nieuwe Gemeentewet, nu artikel L 1122-33 van het Wetboek voor Plaatselijke Democratie en Decentralisatie geworden, indien de dader van een door onderhavig reglement bestrafte overtreding minderjarig is, maar, op het moment dat de overtreding wordt gepleegd, minstens 16 jaar oud is, zullen de administratieve geldboetes, voorzien in artikel 166 § 1, tegen hem kunnen worden uitgesproken. De boete zal evenwel op maximum 125 euro worden vastgesteld. Krachtens de specifieke bepalingen waarin het decreet van 5 juni 2008 betreffende de opsporing, de vastelling, de vervolging en de beteugeling van milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake leefmilieu, en meer in het bijzonder artikel D 169, voorziet, is het regime van de administratieve geldboetes, voorzien in artikel 166 § 2, niet van toepassing op de minderjarigen maar op de houders van het ouderlijk gezag.
Artikel 168 - Procedure voor de feiten opgesomd in artikel 166 § 1 van onderhavig reglement § 1. Van de aangewezen ambtenaar zal de overtreder, na vaststelling van het strafbaar feit, een per post aangetekend schrijven ontvangen dat zal bevatten : een omschrijving van de verweten feiten; de rechten waarover hij beschikt, zijnde : het recht te vragen om te mogen genieten van een bemiddelingsprocedure, overeenkomstig artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet het recht zijn verweermiddelen schriftelijk uiteen te zetten en de mondelinge voorstelling van zijn verdediging te vragen. Indien de geldboete echter minder dan 60 euro bedraagt, zal hij om deze mondelijke voorstelling niet kunnen verzoeken; het recht zijn dossier in te kijken; het recht zich te laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman. een kopie van het proces-verbaal in bijlage. een kopie van de brief die de stafhouder van de orde der advocaten inlicht, indien de overtreder minder dan achttien jaar oud is. Vanaf de kennisgeving van het aangetekende brief van de aangewezen ambtenaar, beschikt de overtreder over een termijn van 15 dagen om zijn opmerkingen te laten gelden. § 2. De vaststelling van meerdere gelijktijdige overtredingen op onderhavig reglement zal aanleiding geven tot één enkele administratieve sanctie, proportioneel in functie van de zwaarte van de feiten. § 3. Indien een overtredingsgedrag zowel strafrechterlijk als bestuurlijk strafbaar is, wordt het origineel van het proces-verbaal overgemaakt aan de Procureur des Konings, alsook een kopie aan de aangewezen ambtenaar. De Procureur des Konings beschikt over een termijn van één maand vanaf de dag van de ontvangst van het proces-verbaal om de aangewezen ambtenaar in te lichten dat een opsporingsonderzoek of een gerechtelijk onderzoek werd opgestart of een strafrechtelijke vervolging werd ingesteld of dat hij van mening is dat het dossier bij gebrek aan voldoende bezwaren dient te worden geklasseerd. Deze termijn wordt op 2 maanden gebracht, indien de overtreding kan worden bestraft met een straf voorzien in de artikelen 327, 328, 329, 330, 398,
70
448, 461 en 463 van het Strafwetboek. Voor het verstrijken van deze termijnen, kan de ambtenaar geen administratieve geldboete opleggen. § 4. Wanneer bovendien een persoon beneden de achttien jaar ervan wordt verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd dat wordt bestraft met een administratieve geldboete, geeft de ambtenaar ervan kennis aan de Stafhouder van de orde van advocaten, zodat ervoor wordt gezorgd dat betrokkene kan worden bijgestaan door een een advocaat, overeenkomstig artikel 119 bis van de Nieuwe Gemeentewet. Indien deze persoon op het tijdstip ven de feiten de volle leeftijd van zestien jaar heeft bereikt, is de bemiddelingsprocedure voorzien in artikel 119 ter van de Gemeentewet verplicht. § 5. De toepassing van de administratieve sancties gebeurt altijd onverminderd de teruggaven en de schadevergoedingen die de partijen zouden kunnen zijn verschuldigd en schaadt het recht niet waarover de Burgemeester beschikt om ambtshalve over te gaan op kosten en risico's van de overtreder tot het treffen van de noodzakelijke maatregelen om de materiële uitvoering van onderhavig reglement te vrijwaren.
Artikel 169 - Procedure voor de feiten opgesomd in artikel 166 § 2 van onderhavig reglement De procedure die, voor de feiten opgesomd in artikel 166 § 2 van onderhavig reglement, van toepassing is, wordt geregeld door de artikelen D 163 tot D 166 van het decreet van het Waalse Gewest van 6 juni 2008 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake leefmilieu.
AFDELING 2 - UITVOERINGSMAATREGELEN VAN BESTUURLIJKE POLITIE Artikel 170 - Schorsing, intrekking en sluiting. § 1. Het Schepencollege mag los van de administratieve boete die zal kunnen worden opgelegd, de administratieve opschorting of intrekking van de vergunning of van de toelating die werd verleend, alsook de administratieve sluiting, ten verlopige of definitieve titel, van de betrokken inrichting, opleggen. § 2. Overeenkomstig artikel 134 ter van de Nieuwe Gemeentewet, indien elke vertraging ernstige schade zou kunnen berokkenen en teneinde de vormen van gevaar, hinder of ongemak, voorzien in de bepalingen van artikel 2 van het decreet van het Waalse Geweste betreffende de milieuovertredingen te vermijden of te verminderen, kan de Burgemeester bij gemotiveerde beslissing de tijdelijke administratieve sluiting van een inrichting of de tijdelijke administratieve opschorting van een vergunning of een toelating uitspreken, wanneer de uitbatingsvoorwaarden van de inrichting of van de vergunning niet worden nageleefd en nadat de overtreder zijn verweermiddelen heeft laten gelden. § 3. Wanneer de openbare orde rond een voor het publiek toegankelijke inrichting wordt verstoord door gedragingen die in de inrichting voorkomen, mag de Burgmeester beslissen, overeenkomstig artikel 134 quater van de Nieuwe Gemeentewet en bij gemotiveerde beslissing, de inrichting te sluiten voor de duur die hij zelf bepaalt en nadat de overtreder zijn verweermiddelen heeft laten gelden.
71
§ 4. De beslissingen in § 2 en § 3 zijn van voorlopige aard en gelden voor een maximumduur van drie maanden. Ze moeten door het Schepencollege op diens eerstvolgende zitting worden bevestigd.
AFDELING 3 - ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 171 - Algemene bepalingen De in onderhavig reglement bedoelde verbodsbepalingen of verplichtingen zijn niet van toepassing op de veiligheidsdiensten, in het kader van de uitvoering van hun opdrachten.
Artikel 172 - Misbruikelijke melding Elke melding van niet-naleving van een voorschrift van onderhavig algemeen politiereglement die niet op een gevaar voor de openbare rust, netheid of veiligheid berust, zal als misbruikelijk worden beschouwd en vormt een overeenkomstig de artikelen 166 § 1 en 167 al. 1 van onderhavig reglement bestrafte overtreding.
HOOFDSTUK 6 : OPHEFFINGS - EN ALLERLEI SLOTBEPALINGEN Artikel 173 De toepassing van de administratieve sancties beknot geenszins het recht voor de bevoegde overheden om op kosten en risico's van de overtreder over te gaan tot het treffen van ambtshalve maatregelen die noodzakelijk zijn voor de materiële toepassing van onderhavig reglement. De toepassing van de administratieve sancties gebeurt altijd onverminderd de teruggave van schadevergoeding die de partijen in een rechtszaak elkaar zouden zijn verschuldigd.
Artikel 174 Onverminderd de straffen voorzien bij wetten, decreten, besluiten of algemene, gewestelijke of provinciale bestuursreglementen worden de overtredingen op de bepalingen van onderhavig reglement die niet administratief worden bestraft, met gewone politiestraffen bestraft.
Artikel 175 Een informatie omtrent onderhavig reglement wordt aan de burgers verstrekt.
72
Artikel 176 Jaarlijks zal een evaluatie van onderhavig reglement worden opgemaakt.
Artikel 177 Onderhavig reglement zal overeenkomstig de bepalingen van de wet worden gepubliceerd.
Artikel 178 De beraadslaging van de Gemeenteraad dd. 26/09/2005 (32ste onderwerp) die de politieverordening betreffende het verbod op alcoholverbruik op de openbare weg vastlegt, wordt opgeheven.
Artikel 179 - Opheffing van de vorige reglementen en verordeningen Op de datum van inwerkingtreding van onderhavig reglement worden alle voorgaande verordeningen en politiereglementen, waarvan het voorwerp door de bepalingen van onderhavig reglement wordt geregeld, van rechtswege opgeheven.
Artikel 180 - Uitvoering van het reglement De Burgemeester en het College van Burgemeester en Schepenen zijn belast, in het kader van hun respectievelijke bevoegdheden, met het toezicht op de uitvoering van dit reglement.
Artikel 181 - Mededeling Onderhavig reglement zal worden medegedeeld : -
in drie exemplaren, aan de Heer Gouverneur van de Provincie Henegouwen ; in één exemplaar, aan de Griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg en van de Politierechtbank te Doornik ; in één exemplaar, aan het Parket van Mevrouw de Procureur des Konings ; in één exemplaar, aan de Heer Zonechef van de Politiezone van Komen-Waasten ; in één exemplaar, aan de verantwoordelijke van de gemeentelijke technische dienst.
Artikel 182 - Inwerkingtreding Onderhavig reglement zal in werking treden vanaf diens goedkeuring door de voogdijoverheid.
73
74