De statutair bestuurder Madeleine J.G.M Lamers
De statutair bestuurder 1.
de ‘statutair’ directeur
2.
benoeming en aanvaarding
3.
duale karakter rechtsbetrekking
4.
ontslag algemeen
5.
vennootschapsrechtelijk ontslag en arbeidsrechtelijk ontslag
6.
de statutair bestuurder en de management B.V.
7.
schorsing
8.
art. 30 WOR
9.
ontbindingsverzoek
10.
overgang van onderneming
11.
ontslagvergoeding
12.
WNT
13.
Wet Clawback
14.
jurisprudentie buiten de standaard arresten
2
De ‘statutair’ directeur •
Niet verwarren met de titulair directeur (CEO)
•
Klein gedeelte is ‘echte’ bestuurder
•
‘Echte’ bestuurder kan zowel in- als extern onvoorwaardelijk en onbeperkt rechtsgeldige besluiten nemen
•
Vennootschap als statutair bestuurder; géén rol voor het arbeidsrecht
3
Benoeming en aanvaarding •
Let op statuten; speciale artikelen over benoeming en aanvaarding
•
AVA; wettelijke basis art. 2:132 BW (NV) art. 2:242 BW (BV)
•
RVC bij structuurregime art. 2:133 BW (NV) art. 2:243 BW (BV)
4
Benoemingsbesluit •
Schriftelijk aantekening houden van ieder besluit (art. 2:133 resp. 243 BW)
•
Géén constitutief vereiste; wel van groot belang
•
HR van Ekelenburg / Squamish-arrest
•
Benoeming kan alleen door AVA niet door inschrijving in KvK door de directeur; beroep op vertrouwensleer werd verworpen
Hoofdregel: iemand die is ‘benoemd’ o.g.v. nietig of vernietigd besluit is geen bestuurder, ook niet als de vennootschap zich daar niet op zou beroepen. Een niet of ongeldig genomen besluit kan niet worden bekrachtigd.
5
Hoofdregel: dus geen opgewekt vertrouwen of rechtsverwerking •
lagere rechtspraak achterhaald
•
kijken naar omstandigheden
•
aanvaarding is een vereiste
•
inschrijving in KvK is geen constitutief vereiste
6
•
de statutair bestuurder heeft in beginsel een arbeidsrechtelijk band met de vennootschap mits het een natuurlijk persoon is en mits er geen sprake is van een structuurvennootschap
•
arbeidsovereenkomst
•
model NCD
•
aanbevelingen
7
•
corporate governance code
•
bijzondere positie directeur/groot aandeelhouder
•
Wet bestuur en toezicht (1-1-2013)
•
artikel 2:132 lid 3 BW
Ketenregeling (bepaalde tijd contract) bestuurders hebben afwijkingsmogelijkheid ketenbepaling •
voor ‘normale’ werknemers geldt 3 contracten, max 24 maanden
•
artikel 7:668a lid 7 BW
•
“Bij schriftelijke overeenkomst of bij regeling van een daartoe bevoegd bestuursorgaan kan ten nadele van de bestuurder van een rechtspersoon worden afgeweken van de periode als bedoeld in lid 1 onderdeel a.”
•
max 3 contracten; tijd is onbepaald
•
vb. 3 x 5 jaar
•
ratio: bestuurders vormen niet de doelgroep die de ketenregeling beoogt te beschermen
•
geldt ook voor bestuurders van stichting en verenigingen
9
Duale karakter van de rechtsbetrekking Wat betekent dat?
•
duale karakter betekent zowel vennootschapsrechtelijke als arbeidsrechtelijke elementen
•
werkzaam krachtens arbeidsovereenkomst maar geen ontslagbescherming
•
ontslagbescherming wél tijdens ziekte
10
HR Levison / MAB arrest “Niet valt in te zien dat de positie van een krachtens arbeidsovereenkomst werkzame bestuur zo wezenlijk zou verschillen van die van andere werknemers dat deze bestuurder niet in aanmerking zou behoren te komen voor het arbeidsrechtelijke opzegverbod tijdens ziekte.” nuance; ziekmelding na kennisneming van oproep voor de AVA waar ontslag op de agenda staat werkt niet. Dus géén ontslagbescherming
•
zie Hof ‘s-Hertogenbosch, JAR 2000, 207
11
Dubbele rechtsbetrekking van de bestuurder •
Boek 7 titel 10 van toepassing: zie HR Mooij Verf
•
Overgang van onderneming
•
“Ontkoppeling” van arbeidsrechtelijk en vennootschapsrechtelijk deel
12
Statutair bestuurder in concernverband •
aantal varianten
•
arbeidsovereenkomst met bijv. dochtervennootschap en bestuurder van de moeder
•
duale karakter speelt geen rol
•
immers sprake van functioneel bestuurderschap
13
Ontslag algemeen •
AVA is in beginsel bevoegd tot ontslag en schorsing
•
RvC bij structuurvennootschap
•
stichtingsbestuurder; RvT bevoegd
•
uitzondering: nl. ontslagbescherming / opzegverbod
•
Ondernemingskamer in enquêteprocedure
14
Formele én materiële normen bij vennootschapsrechtelijk ontslag •
art. 2:134/244 lid 1
•
“Iedere bestuurder kan te allen tijde worden geschorst en ontslagen door degene die bevoegd is tot benoeming”
•
discretionaire bevoegdheid; marginale toets
15
AVA in verhouding tot bestuurdersautonomie •
AVA heeft ultieme zeggenschap
•
noodzakelijk vertrouwen tussen aandeelhouder(s) en de bestuurder
•
redenen: gebrek aan vertrouwen verstoorde relatie onaanvaardbaar gedrag conflict of interest “zondebok” interne politieke motieven
•
hoe onduidelijker de reden, hoe hoger de beëindigingsvergoeding kan worden
16
Formele (procedurele) regels I •
AVA moet plaatsvinden (let op statuten)
•
Convocatie; vermelding te behandelen onderwerpen (art. 2:114/244 lid 1 BW)
•
Wettelijk vereiste anders onwettig besluit, tenzij het besluit met alg. stemmen wordt aangenomen in een AVA waarin het gehele geplaatste kapitaal vertegenwoordigd is. (= 100% situatie)
•
Bij 100% situatie
•
Rechtsgeldige besluiten buiten vergadering; let op statuten
17
Formele (procedurele) regels II •
Wettelijke termijn van 8 (BV) dagen (art. 2:115/2:225 BW) of 15 dagen (NV)
•
Let op statuten: kan korter of lager zijn
•
Uitzondering bij 100% situatie
•
“Redelijke” termijn (art. 2:8 en 7:611 BW)
•
Hoorrecht én adviesrecht (= raadgevende stem)
18
Formele (procedurele) regels III •
Recht op hoor en wederhoor (art. 2:8 BW) i.v.m. privébelang bestuurder
•
Raadgevende stem (adviesrecht) art. 2:117/227 lid 4 BW i.v.m. het belang van de vennootschap
•
Zie HR Jansen Pers (NJ 1995, 595)
•
Strikte formele regels
•
Geldt ook in een 100% situatie buiten vergadering
•
Schriftelijk uitbrengen raadgevende stem
19
Niet in acht nemen formele vereisten •
Vennootschapsrechtelijk ontslagbesluit is vernietigbaar wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid (art. 2:8 BW)
•
Nietig wegens strijd met statuten of wet (art. 2:14 BW)
•
Vernietigbaar wegens strijd met statuten of wet ter zake de totstandkoming van het ontslagbesluit (art. 2:15 BW)
20
Schending hoor- en adviesplicht •
Veel jurisprudentie; rechter is daar gevoelig voor
•
Enige vorm van debat moet er gevoerd zijn
•
Schriftelijk uitbrengen raadgevende stem
•
Valkuilen
21
Beëindiging bestuurderschap •
vennootschapsrechtelijk; met onmiddellijke ingang
•
arbeidsrechtelijk; einde opzegtermijn of door ontbinding door rechtbank
•
praktijk: non-actiefstelling
22
Jurisprudentie i.v.m. relatie vennootschapsrechtelijk én arbeidsrechtelijk ontslag •
HR Sjardin / Sjartec
•
volgorde is; eerst vennootschapsrechtelijk check dan arbeidsrechtelijk
•
vernietiging van het vennootschapsrechtelijke besluit kan niet louter gebaseerd zijn op de gebreken in het arbeidsrechtelijk traject
23
•
spiegelbeeld – situatie
•
kan een statutair bestuurder zijn stelling dat het genomen ontslagbesluit kennelijk onredelijk is onder meer staven met gebreken in het vennootschapsrechtelijk traject?
•
HR ACV/Van der Giessen (JAR 1997, 121)
•
vraag werd door de HR bevestigend beantwoord
24
•
wat de te doen bij een opzegverbod zoals ziekte?
•
Levison-arrest
•
vennootschapsrechtelijk einde, arbeidsrechtelijk niet
•
onwenselijk; niet mogelijk
•
ontbinding bij opzegverbod: eenzijdige beëindiging aovk mogelijk?
•
Rb bevoegd, niet de kantonrechter (HR Atlantic Nominees JAR 1995, 273)
25
Dubbele rechtsbetrekking
•
HR Unidek Volumebouw JAR 2005, 117 (15 april arrest)
•
einde vennootschapsrechtelijke band betekent ook einde arbeidsovereenkomst, tenzij opzegverbod of partijen anders overeenkomen
26
•
kan op initiatief van de bestuurder een einde worden gemaakt aan de vennootschapsrechtelijke relatie met instandhouding van de arbeidsovereenkomst?
•
NEE: HR Bartelink / CIRIS, JAR 2005, 218
•
ontslagneming van de bestuurder heeft in beginsel tot gevolg dat ook zijn arbeidsovereenkomst eindigt
27
* HR 15 april arresten (JAR 2005, 153) •
géén splitsing vennootschapsrechtelijke én arbeidsrechtelijke relatie
•
zie tevens HR Seebregts – NH (JAR 2006, 66)
•
onbedoelde gevolgen m.b.t. einde beide relaties
28
Is schriftelijke opzegging door de vennootschap nog nodig? •
in beginsel niet
•
wordt in praktijk wel vaak (zekerheidshalve) gedaan
•
opzegverbod; werknemer moet zich er wel op beroepen
•
vervaltermijn (2 maanden) en verjaringstermijn (6 maanden)
•
problemen te ondervangen in vennootschapsrechtelijk ontslagbesluit
29
Arbeidsongeschiktheid •
onduidelijkheid
•
opzegverbod bij ziekte (art. 7:670 BW) blijft van toepassing
•
uitzondering op 15 april 2005 arresten geen einde arbeids-ovk bij ziekte (MAB/Levison)
•
‘strategische ziekmelding’ na convocatie
•
HR zich nog niet over uitgelaten
•
Hof jurisprudentie blijft gelden
30
Arbeidsrechtelijk ontslag •
aanzegplicht (art 7:668 BW) bij arbeids-ovk voor bepaalde tijd
•
uiterlijk één maand voor einde arbeids-ovk
•
niet (schriftelijk) of niet-tijdig aanzeggen --> sanctie: vergoeding tot max. één maandsalaris
•
welk orgaan bevoegd tot aanzegging?
•
AVA/RvC of medebestuurder (vertegenwoordigingshandeling) = onduidelijk
Arbeidsrechtelijk ontslag •
AVA/RvC het bevoegde orgaan om de bestuurder te ontslaan
•
art. 7:671 lid 1 sub e BW geldt!
•
werkgever kan zonder instemming van de bestuurder én zonder instemming van het UWV de arbeidsovereenkomst met de bestuurder opzeggen
•
geen herstel dienstbetrekking mogelijk, wel billijke vergoeding
•
regels gelden voor alle bestuurders, behalve voor de stichting bestuurder
Arbeidsrechtelijk ontslag •
opzegging nodig?
•
geen opzegvergunning UWV of ontbindingsverzoek bij rechter nodig
•
“gewoon” opzeggen op grond van art. 7:671 BW, ook indien sprake is van een redelijke grond
•
vereisten 7:669 BW gelden ook voor bestuurder: herplaatsing & scholing
•
let op juiste opzegtermijn anders schadeplichtig ontslag
•
geen herstel dienstbetrekking mogelijk, wel billijke vergoeding (art. 7:682 BW)
33
Instemming ontslag •
ingeval van instemming w.n. met opzegging: opzegverboden niet van toepassing
•
wettelijke bedenktermijn (14 dagen) gelden niet voor bestuurder
ratio: herstel dienstbetrekking is toch niet mogelijk, gaat om onvoldoende bewuste instemming met beëindiging te kunnen terugdraaien •
let op: geldt niet voor stichting bestuurder
34
Concurrentiebeding •
de bestuurder en het concurrentiebeding
•
art. 7:653 lid 4 (nieuw) bepaalt dat aan een concurrentiebeding geen rechten ontleend kunnen worden door de werkgever indien het eindigen of niet-voortzetten van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever
•
het niet in acht nemen van de opzegtermijn door werkgever betekent dus niet meer dat automatisch het concurrentiebeding komt te vervallen
35
De statutair bestuurder en de management B.V. •
statutair bestuur is werkzaam op basis van een management B.V.
•
bestuurder kan rechtspersoon zijn: art. 2:11 BW
•
overeenkomst van opdracht art. 7:400 e.v. BW
•
stel vennootschapsrechtelijk ontslag
•
zijn de 15 april 2005 arresten dan van toepassing?
•
betekent einde vennootschapsrechtelijke band tevens einde management-ovk?
•
jurisprudentie is verdeeld
36
De statutair bestuurder en de management B.V. •
Hof Den Haag (JOR 2001, 60)
•
JA, gezien de bepaling in de overeenkomst dat ontbinding van rechtswege plaatsvindt op het moment van een rechtsgeldig aandeelhoudersbesluit strekkende tot ontslag
•
jurisprudentie na 15 april 2005 arresten
•
6 uitspraken: - 2 gelijktijdige beëindiging
- 2 gaat niet automatisch, aparte opzeggingshandeling is nog nodig - 2 management-ovk eindigt niet gelijktijdig •
literatuur (o.a. Verburg): 15 april arresten zijn onverkort van toepassing
37
De statutair bestuurder en de management B.V. •
3 situaties te onderscheiden
•
1. management-ovk gesloten tussen vennootschap en management B.V., waarbij de management B.V. is benoemd tot bestuurder
•
2. idem als 1 maar de persoon die door de management B.V. naar voren is geschoven is benoemd als statutair bestuurder
•
3. management-ovk gesloten tussen de beursgenoteerde vennootschap en de natuurlijk persoon die als bestuurder wordt benoemd
•
positie van deze laatste bestuurder is fiscaal en vanuit sociaal-zekerheidsoptiek gelijk aan arbeids-ovk dus gelijktijdige beëindiging
38
De statutair bestuurder en de management B.V. •
Rb Haarlem 16 februari 2012, JOR 2012/139 “Uitganspunt is dat een besluit tot ontslag van een statutair bestuurder in beginsel ook de beëindiging van de managements-ovk tot gevolg heeft, de te verrichten werkzaamheden uit hoofde van de management B.V. hangen doorgaans immers nauw samen met de hoedanigheid van bestuurder. Een ontslag van de bestuurder maakt uitvoering van de management-ovk dan onmogelijk, zodat ook de management-ovk eindigt.”
•
maar hoe? Vraag blijft onbeantwoord
•
in deze zaak uitzondering op de hoofdregel! Kort gezegd de door de management B.V. naar voren geschoven persoon verrichtte géén bestuurstaken maar calculatiewerkzaamheden en telefonie- en wagenparkbeheer.
39
De statutair bestuurder en de management B.V. •
regel: lijkt op een duale onsplitsbare rechtsbetrekking maar de inhoud en invulling spelen een belangrijke rol
•
literatuur: verdeeld (zie o.a. Ruizeveld TRA 2014/35)
•
of de ovk inhoudsloos is, is niet van belang; ontbindende voorwaarde treedt in en dan is de inhoud niet meer relevant
•
Rb Leeuwarden 17 augustus 2011 (ECLI:NL:RBLE:2011:BR549)
géén onsplitsbaarheid van beide rechtsbetrekkingen “De afspraak in de aandeelhouders-ovk dat de management-ovk eindigt in geval van de verkoop van de aandelen kan niet leiden tot het einde van het statutair bestuurderschap.”
•
apart besluit van AVA nodig
40
De statutair bestuurder en de management B.V. •
Hof A’dam (12 november 2013, JAR 2014, 66) Rechtsbetrekkingen zijn onsplitsbaar maar het gaat niet automatisch
•
wetsgeschiedenis art. 2:134 en 2:244 ziet op arbeids-ovk en niet op managementovk, dus aparte rechtshandeling (opzegging) is nodig
•
idem: Hof A’dam (16 september 2014, JAR 2014, 257)
•
in beide zaken stond een ‘koppeling’ in de management-ovk
•
wat als die ‘koppeling’ ontbreekt?
•
jurisprudentie: opzegging ligt in de rede
41
De statutair bestuurder en de management B.V. •
situatie ad 2: statutair bestuurder is partij bij de managements-ovk
•
Hof Den Haag (11 juni 2013, RAR 2013, 126) geen grond voor analoge toepassing van de 15 april 2005 arresten; ontslag gaat de vennootschap aan en niet de naar voren geschoven bestuurder; laatste heeft meer taken dan alleen directietaken volgens de management-ovk;
•
anders: Rb Midden Nederland, 7 juli 2014 (ECLI:NL:RBMN:20142798) wél analoge toepassing van de 15 april 2005 arresten
•
casuïstische rechtspraak, kan management B.V. een andere persoon naar voren schuiven?
42
De statutair bestuurder en de management B.V. •
functioneel manager (formele status)
•
let op situaties als bedoeld in het arrest Seebregts
•
géén sprake van uitsluitend bestuurs- of directietaken, dan eindigt de management-ovk niet als gevolg van het vennootschapsrechtelijk ontslag
•
wezenlijk onderdeel van de taken is voldoende voor analoge toepassing van de 15 april 2005 arresten
•
conclusie: geen eenduidig beeld
•
tip: neem ‘koppeling’ op in managementovereenkomst
•
Beltzer (o.a.): “er mag géén verschil in rechtsbescherming bestaan voor de bestuurder die werkzaam is o.b.v. een arbeids-ovk met de statutair bestuurder, werkzaam o.b.v. een management-ovk.”
43
Schorsing van de statutair bestuurder •
AVA en soms ingevolge de statuten de RvC
•
rechtsgeldig schorsingsbesluit vereist
•
kan bij niet inachtneming van de regels (hoor- én adviesplicht) in kort geding onderuit gehaald worden
•
zwaarwichtig belang
•
ingrijpende en diffamerende maatregel
•
koppeling met ontslagbesluit (zowel voor als na)
•
vermoeden van een dringende reden (let op onverwijldheid)
44
Opheffing schorsing in kort geding
•
jurisprudentie: bij lichtvaardige of onterechte schorsing wordt doorgaans de wedertewerkstelling toegewezen
•
praktische problemen: AVA heeft geen vertrouwen meer
•
onrechtmatige daad van de AVA en/of RvC
45
Statutair bestuurder en de WOR
•
art. 30 WOR
•
benoeming en ontslag van bestuurder in de onderneming is adviesplichtig
•
ondernemer dient tijdig advies te vragen en tevens de OR in kennis te stellen van de beweegredenen van dit voorgenomen besluit
•
beroep bij OK niet mogelijk, wel nakoming bij kantonrechter in kort geding
46
Praktische problemen •
bestuurder ≠ ondernemer
•
hoogste zeggenschap
•
tijdstip advies niet eerder dan uitgaan convocatie
•
dus in beginsel binnen 15 dagen
•
geheimhouding vereist
47
Bevoegde rechter na ontslag •
hoofdregel: rechtbank en niet kantonrechter (HR Atlantic Nominees)
•
zie ook 7:682 lid 3 BW: “de rechter” in plaats van “de kantonrechter”
•
omslagpunt: ontbinding arbeidsovereenkomst na bestuursperiode (geen rechtens relevante band tussen bestuurderschap en aovk)
48
Ontslagvergoeding •
hoge bomen vangen veel wind; afbreukrisico
•
per 1 juli 2015 in het kader van WWZ is systeem van ontslagvergoeding gewijzigd
•
wettelijk gemaximeerde transitievergoeding, ook voor de bestuurder
•
uit de jurisprudentie blijkt rechter terughoudend te zijn met toekenning van hogere bedragen. Zie als uitzondering de jurisprudentie “de rechter verstaat dat partijen” een hogere beëindigingsvergoeding (of langere opzegtermijn) overeenkomen (bijv. ECLI:NL:RBROT:2015:5563 )
wel mogelijkheid toekenning billijke vergoeding (“muizengaatje”)
49
Transitievergoeding •
per 1 januari 2016 geïndexeerd op max. € 76.000,- of het loon over een periode van twaalf maanden als dat hoger is
•
bestuurders: relatief hoog loon met kort dienstverleden, hoeven van de hoogte van de transitievergoeding niet al te veel te verwachten
•
transitievergoeding niet verschuldigd bij ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer
•
billijke c.q. aanvullende vergoeding (art. 7:682 lid 3 BW), “muizengaatje” •
ernstig verwijtbaar handelen of nalaten werkgever, of
•
indien er sprake is van strijdigheid met artikel 7:669 BW
50
Billijke vergoeding
rechter heeft de expliciete bevoegdheid om de hoogte te berekenen
geen vaste formule / berekenmethode
“hoogte in relatie tot het ernstig verwijtbare handelen of nalaten van de werkgever”, naar uitzonderlijke omstandigheden van het geval
hoogte loon, duur van dienstverband en de redelijkheid en de gevolgen van ontslag reeds verdisconteerd in de transitievergoeding
in jurisprudentie geen duidelijke lijn te ontdekken: •
voorbeelden variërend van € 2.000 tot € 50.000
•
“t.v. 2”: billijke vergoeding toegekend gelijk aan transitievergoeding
Code Tabaksblat •
weinig navolging in de praktijk
•
golden parachute
•
HR Statenbank / Fiet (JAR 1995, 98)
•
HR Drankencentrale (JAR 2004, 112)
52
Doel van de WNT (per 1 januari 2013) •
“Ordentelijke beloning” in publieke en semipublieke sector:
•
evenwichtig
•
maatschappelijk verantwoord
•
niet exorbitant
•
Want: zelfregulering werkt niet …(?)
53
Kern WNT •
Voor topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector : degenen die behoren tot het hoogste uitvoerende of toezichthoudende orgaan, of de laag daaronder én specifiek in WNT opgenomen functies (zoals gemeentesecretaris)
•
Maximering bezoldiging 100% ministersalaris (178k, inclusief belaste kostenvergoeding en pensioenbijdrage werkgever) Specifieke normen/differentiatie in sectoren (vb. zorg en woningcorporaties)
•
Maximering contractuele ontslagvergoeding: € 75.000, bedongen non-activiteit = ontslagvergoeding
•
Verbod bonus- en winstdeling
•
Overgangsrecht (4 jaar respecteren afspraken)
•
Jurisprudentie: kantonrechter kan meer dan € 75.000,- toekennen 54
Doel van de Wet Clawback Kort gezegd: ondernemingen in staat stellen buitensporige bonussen aan te passen en/of bonussen van bestuurders terug te vorderen.
55
Kern Wet Clawback •
geldt voor: bestuurders van alle NV's en van alle financiële ondernemingen, waaronder banken, verzekeraars en beleggingsondernemingen. Voor financiële ondernemingen geldt bovendien dat ook dagelijks beleidsbepalers eronder vallen.
•
de mogelijkheid om de hoogte van een toegezegde bonus van een bestuurder aan te passen als uitkering ervan onder de gegeven omstandigheden onaanvaardbaar is;
•
de mogelijkheid een al betaalde bonus van een bestuurder terug te vorderen als deze op basis van onjuiste informatie blijkt te zijn uitgekeerd; en
•
de verplichting om in overnamesituaties een waardestijging van aandelen en opties van bestuurders van beursvennootschappen in te houden.
56
Relevante jurisprudentie buiten de “standaard” HR arresten •
Rb Amsterdam 16 mei 2007, JAR 2007, 176 •
•
Rb Utrecht 11 juni 2008, JOR 2008, 225 •
•
Scheiding rechtsverhouding w.n. en statutair directeur, aovk duurt voort na ontslag als bestuurder
Ontslag bestuurder; arbeidsrechtelijke ontbindingsprocedure; besluit AVA vernietigbaar wegens niet-inachtneming oproepingstermijn; raadgevende stem bestuurder in AVA; geen rechtsgeldige opzegging arbeidsovereenkomst
Hof Leeuwarden 6 augustus 2008, JAR 2008, 242 •
OOSV bestuurder, onverwijldheid toetsen aan vennootschapsrechtelijke normen
57
Jurisprudentie •
HR 22 december 2009, JAR 2010, 20 (Hay Group/Schneider)
•
Rb Groningen 16 september 2010, RAR 2011/139
•
Rb Utrecht 22 september 2010, JAR 2011, 9
•
Rb Utrecht 20 oktober 2010, LJN: BO1237
58
Jurisprudentie •
HR 8 april 2011, JAR 2011, 133 (Woningstichting)
•
Rb Utrecht JOR 2012/211
•
Hof Amsterdam 9 december 2014, JAR 2015/49
59
Vragen?
mr. Madeleine J.G.M Lamers |
[email protected] CMS Derks Star Busmann
60