De sleutels naar eenheid en aanvaarding Leven uit gerechtigheid leidt tot een leven in liefde, vrede en vreugde
Romeinen 14:13 – 15:7 Door anderen te oordelen, verblinden we onszelf voor ons eigen kwaad en voor de genade waar anderen net zoveel recht op hebben als wij. Als wij anderen oordelen met als werkelijk motief het vernietigen van het kwaad, dan moeten we naar het kwaad zoeken op een plaats waar het zeker te vinden is, en dat is in onze eigen harten. (Bonhoeffer, Dietrich. 1937. Nachfolge. München: Chr. Kaiser Verlag. Vertaling: Ite Pijp)
Wat is de kern van het christelijk geloof? Paulus schrijft in de 1e brief aan de gemeente van Korinthe, dat het sterven en de opstanding van Christus de basis is van het geloof dat hij predikt (1 Korinthe 15:3-8, 13-14, 20; zie ook Romeinen 1:3-4). En de betekenis van die opstanding maakt hij vervolgens heel persoonlijk: de Opgestane Heer is de garantie voor de gelovigen, dat zij ook mogen leven en herleven in eeuwigheid (vers 22). Christenen zijn dus mensen die verbonden zijn met Christus, mensen die mogen herleven nadat ze eerst dood waren. Maar de genade van God heeft hen gered, hoewel ze het niet verdienen of er recht op hebben (Efeze 2:4-8). Om dit sterven en opstaan van Jezus worden wij door God als rechtvaardig aangenomen. ‘Rechtvaardigheid’ of ‘gerechtigheid’ (διϰαιοσύνη dikaiosunē) is in de brief aan de Romeinen een sleutelwoord. Dit woord omschrijft heel mooi wat de kern van het evangelie is: God is rechtvaardig en moet daarom de zondaar straffen. Maar God weet dat de mens de straf niet kan dragen en daarom ondergaat zijn zoon Jezus Christus de straf door te sterven aan het kruis. Hij nam de schuld van de zonde op zich, zodat God ons daarvan kon vrijspreken. Voor wie in Christus gelooft, is er geen veroordeling meer (Romeinen 8:1), want Hij is onze gerechtigheid geworden (1 Korinthe 1:30). En dat is de kern van het geloof, want dit verandert ons hart: we willen voor Hém leven en steeds meer gaan lijken op Jezus. Wat doet dit met je, wat houdt dit concreet voor jou in? Wel, kijk eens om je heen in dit kerkgebouw. Hier zijn allemaal gerechtvaardigde mensen, samen bij elkaar omdat ze door Jezus zijn gegrepen! Rijk of arm, geleerd of ongeletterd, jong of een stuk ouder – het maakt allemaal niet uit, het valt weg als we samen naar onze Redder kijken en Hem lof toezingen. Een christen(lijke) gemeente heeft Christus gemeen(schappelijk). En toch... wat zijn we als gelovigen het zicht op die kern vaak kwijt. In plaats van dat we samen opkijken naar onze Heer, kijken we dan op onze medegelovige neer. En dan komt er kritiek en veroordeling uit onze mond in plaats van een gezamenlijk loflied. We vinden dat de ander zich verkeerd gedraagt of een vertekend beeld heeft van het geloof. Zijn mening is niet de onze en daarom af te keuren. Maar... is dit een uiting van een veranderd hart? Nee, in feite is dit gedrag dat bij je oude natuur hoort. Een gedrag waarbij je jezelf op de eerste plaats zet: mijn mening is beter, mijn handelen is juister. Als jij meer zou worden zoals ik ben, dan zal het ook met jou goed komen. Zo denken en handelen leidt altijd tot ellende, tot ruzie, tot scheuring en veroordelen. Een leven uit gerechtigheid is heel anders en leidt tot een leven in liefde, vrede, vreugde, eenheid met en aanvaarding van de ander!
1
Lezen: Romeinen 14:13-15:7 (WV’95) Laten wij dus voortaan elkaar niet veroordelen; neem u liever voor uw broeder geen aanstoot of ergernis te geven. Ik weet, ik ben ervan overtuigd door mijn verbondenheid met onze Heer Jezus, dat niets onrein is uit zichzelf. Iets is alleen onrein voor hem die het als zodanig beschouwt. Maar als jij je broeder grieft door een bepaalde spijs te gebruiken, handel je niet meer volgens de liefde. Stort met je eten niet iemand in het verderf voor wie Christus is gestorven. Bezorg je goede zaak geen slechte naam. Het koninkrijk van God is geen kwestie van spijs en drank, maar van gerechtigheid, vrede en vreugde door de heilige Geest. Wie op deze wijze Christus dient, is God welgevallig en geacht bij de mensen. Laten wij dus nastreven wat de vrede en de opbouw van onze gemeenschap bevordert. Breek Gods werk niet af ter wille van voedsel. Zeker, alles is rein, maar het wordt slecht wanneer men door zijn eten aanstoot geeft. Het is goed geen vlees te gebruiken, geen wijn of wat ook, wanneer je broeder daardoor geërgerd wordt. Behoud intussen je eigen overtuiging, ten overstaan van God. Gelukkig is hij die zich bij zijn beslissing niets heeft te verwijten. Maar wie twijfelt en toch eet, is al veroordeeld, omdat hij niet volgens zijn geloofsovertuiging handelt. Alles wat niet steunt op die overtuiging is zondig. Wij, die bij de sterken horen, hebben de plicht de gevoeligheid van de zwakken te verdragen, zonder onszelf te zoeken. Laat ieder van ons bedacht zijn op het welzijn en de stichting van zijn naaste. Ook Christus heeft zichzelf niet gezocht. Er staat immers geschreven: De smaad van hen die U smaden, is op Mij neergekomen. Want alles wat eertijds is opgeschreven, werd opgeschreven tot onze lering, opdat wij door de volharding en de vertroosting die wij putten uit de Schrift, in hoop zouden leven. God, die de volharding en de vertroosting schenkt, verlene u ook de eensgezindheid, die u in Christus past, opdat u één van hart en uit één mond de God en Vader van onze Heer Jezus Christus verheerlijkt. Aanvaard daarom elkaar, zoals ook Christus u aanvaard heeft, tot eer van God. Waar draait het in het koninkrijk van God om? Wat heeft prioriteit in de kerk? Discussies over wat nog wel en wat nét niet meer mag? In de gemeente van Rome leefden allerlei gelovigen samen, de één ging heel vrij om met eten en drinken of met het houden van feestdagen, de ander hield zich wat dat betreft aan allerlei regels. Sommigen aten alles wat eetbaar was, anderen waren juist uit volle overtuiging vegetariër. De één zag geen verschil tussen de dagen, voor een ander hadden bepaalde dagen een andere waarde. Genoeg verschillen dus om elkaar de les over te lezen en om elkaar te overtuigen van het eigen gelijk. Maar waar draait het in het koninkrijk van God om? Om gerechtigheid, vrede en vreugde door de Heilige Geest! De Romeinenbrief staat in het teken van gerechtigheid of rechtvaardigheid. God is rechtvaardig en in zijn rechtvaardigheid ziet Hij de mensen die geloven in Jezus als rechtvaardig. Dat is het evangelie van Gods reddende kracht, namelijk dat God de gelovige als rechtvaardige aanneemt (Romeinen 1:16-17). Wanneer we vertrouwen op het offer van Jezus is gerechtigheid onze nieuwe status tegenover God Zo bezien is gerechtigheid het tegenovergestelde van veroordeling. Veroordeling was onze oorspronkelijke status tegenover God, maar dankzij Jezus is dat omgekeerd in vrijspraak! Reden te over om voortaan vanuit dankbaarheid te leven! Meer dan genoeg reden om te stoppen met allerlei trotse grootspraak, want we leven uit genade.
2
Daarom is het eigenlijk onbegrijpelijk dat de ene ex-veroordeelde de andere ex-veroordeelde kan veroordelen! En toch doen we dat heel snel als we niet meer letten op de genade waaruit we leven. Als de genade in ons leven niet meer op de eerste plaats staat, gaan we ons namelijk druk maken om secundaire zaken. Dan irriteren we ons aan mensen die in onze ogen bekrompen omgaan met de vrijheid die er is in Christus, die allerlei regeltjes houden die er volgens ons niet toe doen. Of juist omgekeerd: we ergeren ons aan mensen die zich naar onze mening veel te veel vrijheid veroorloven tegenover een Heilige God. En voor je het weet heb je twee kampen die elkaar veroordelen en verhitte discussies aangaan. In Rome ging dat over eten van vlees, drinken van wijn en de omgang met feestdagen (Romeinen 14:2, 5-6, 21). Bij ons in Nederland kan dat gaan over het dragen van hoedjes in de kerk of het kopen van een ijsje op zondag, het vieren van Kerstmis of je visie op Israël. Zo zijn er helaas nog wel meer onderwerpen die binnen de kortste keren leiden tot felle discussies met heftige verwijten en veroordelingen over en weer. Om doodmoe van te worden, nietwaar? Doodmoe..., wat een contrast met een levend geloof dat blij en enthousiast maakt! Als je doodmoe wordt in of van de kerk, ligt de focus in de kerk dus verkeerd! We moeten terug naar wat blij en levenslustig maakt. Terug naar gerechtigheid – dáár draait het in Gods koninkrijk om! Dát is het onderwerp waar we stevig over moeten praten met elkaar. Rechtvaardiging door het geloof in Christus moet het hoofdthema zijn van onze gesprekken, van de preken die we beluisteren, van onze evangelisatie en zending. En als het niet het hoofdthema is, dan moet het in elk geval ons uitgangspunt zijn. We zijn niet geroepen om mensen te overtuigen van onze mening, maar om te getuigen van Christus (Handelingen 1:8)! Getuig van je redding, want dat maakt anderen blij en enthousiast, dat moedigt mensen aan om hun vertrouwen op Jezus te stellen. Net zoals Paulus zijn levensverhaal steeds opnieuw vertelt om uit te komen bij een oproep tot bekering, zo mogen wij ook ons eigen leven als voorbeeld gebruiken om anderen te wijzen op Christus. Eén ding heb ik gelukkig geleerd van alle gedoe in kerken en gemeenten. En dat is dat onze rechtvaardiging op grond van Jezus sterven en opstanding feitelijk het enige christelijke dogma is, dat mensen kan samenbinden. En daarvoor moeten we ons dus enkel en alleen focussen op Jezus Christus. Dat was voor Paulus en Petrus de kern van hun boodschap (1 Petrus 1:3), telkens opnieuw wordt in de brieven van de apostelen Jezus centraal gesteld. Op Hem moeten we onze blik gericht houden, dat is de weg die ook de Hebreeënschrijver ons wijst (Hebreeën 3:1; 12:2). Het is opvallend als je er op let, maar steeds opnieuw na de aanmoediging om Jezus als centrum van ons leven te hebben, volgt een stukje waarin de apostelen ons waarschuwen om niet te oordelen over anderen (zie o.a. Galaten 5, Efeze 4-5, Filippenzen 2, Kolossenzen 2-3, Hebreeën 1213, 1 Petrus 2). En toch... in de praktijk van het gemeenteleven is het blijkbaar moeilijker dan je denkt. Wat kan ons helpen om elkaar niet te veroordelen? Hoe kunnen we het anders aanpakken, zodat er niet steeds ruzie en irritatie ontstaat over zaken die de focus van Jezus aftrekken? We hebben al gezien dat we de focus op Christus gericht kunnen houden, wanneer we de gerechtigheid door Jezus als het centrale thema in Gods Koninkrijk (en dus ook de kerk) zien. Jezus sprak mij vrij, Hij sprak jou vrij; wie ben ik dan om jou te veroordelen?
3
Een tweede belangrijk principe om niet te veroordelen lees ik in vers 13. Lees dat eens heel bewust! Het voelt als de omgekeerde wereld: geen aanstoot geven. Je zou verwachten: geen aanstoot nemen. Maar Paulus schrijft dit bewust zo: het is veel beter om geen aanstoot te geven, dan om geen aanstoot te nemen. Zo zet je niet je eigen emotie, mening of diepste overtuiging centraal, maar die van de ander! Dát is pas je dienstbaar opstellen en daarmee voorkom je dat de ander onzeker wordt over zijn geloof. Paulus wist bijvoorbeeld zelf best wel hoe het zat met zaken rondom eten en drinken. Hij is er zelfs door zijn verbondenheid met Jezus van overtuigd, dat er uit zichzelf geen onrein eten bestaat (vers 14 en 20b). Maar om een medegelovige niet te ergeren of te laten twijfelen aan geloofszaken, kiest hij er voor om bepaald voedsel te laten staan. Ook al is hij er in zijn hart van overtuigd, dat dit niet zou hoeven. Maar die overtuiging is iets tussen hem en God (vers 22) en dat mag de relatie van een ander met God niet hinderen (vers 21, 15:2). Mijn gedrag moet juist bevorderen dat de ander dicht bij God kan blijven leven, mijn gedrag moet aanmoedigen in plaats van ontmoedigen. Paulus heeft dit zelf in praktijk gebracht. Hij geeft wel zijn mening als men er naar vraagt, maar hij past zich in zijn gedrag of uitspraken aan om de ander voor Christus te kunnen winnen. Zo schrijft hij ook aan de gemeente van Korinthe over het wel of niet eten van offervlees: Wat nu het eten van offervlees betreft: wij weten dat er in de hele wereld niet één afgod echt bestaat en dat er maar één God is. Ook al zijn er zogenaamde goden in de hemel of op aarde-en zo zijn er immers heel wat goden en heren-, wij weten: er is één God, de Vader, uit wie alles is ontstaan en voor wie wij zijn bestemd, en één Heer, Jezus Christus, door wie alles bestaat en door wie wij leven. Maar niet iedereen bezit deze kennis. Sommigen van u zijn zo aan hun afgod gewend dat ze het offervlees nog altijd als een offer aan die afgod zien. Hierdoor wordt hun geweten, dat zwak is, bezwaard. Nu zal ons voedsel ons niet bij God brengen: eten wij niet, dan zal ons dat niet tot nadeel strekken; eten wij wel, dan zal ons dat niet tot voordeel strekken. Maar let erop dat de vrijheid die u hebt geen struikelblok wordt voor de zwakken onder u. (1 Korinthe 8:4-9 NBV, zie ook 1 Korinthe 10:24-33) Opnieuw de omgekeerde wereld: niet jouw vrijheid gebruiken, maar jezelf beperken zodat de ander niet struikelt. Ook al weet je zelf beter, uit liefde voor God en de ander ontzeg je jezelf bepaalde vrijheden. Heel mooi zegt Paulus: kennis maakt verwaand, alleen de liefde bouwt op. (1 Korinthe 8:2) Dát is dus het uitgangspunt voor mijn gedrag: niet mijn overtuiging, mijn kennis of mijn eigen vrijheid, maar de liefde die de ander dient en opbouwt. Vanuit die dienende houding handelde Paulus: Vrij als ik ben ten opzichte van iedereen, ben ik de slaaf van iedereen geworden om zo veel mogelijk mensen te winnen. Voor de Joden ben ik als een Jood geworden om hen te winnen. Ikzelf sta niet onder de Joodse wet, maar toch heb ik me eraan onderworpen om hen die er wel onder staan te winnen. En voor hen die niet onder de Joodse wet staan, ben ik als iemand geworden die de wet niet heeft, om hen te winnen. Dit betekent niet dat ik de wet van God heb losgelaten, maar dat ik mij heb onderworpen aan de wet van Christus. Voor de zwakken ben ik zwak geworden om hen te winnen. Ik ben voor iedereen wel íets geworden, om in elke situatie althans enkelen te redden. (1 Kor. 9:19-22 NBV) Weer terug naar de tekst uit Romeinen 14. Hoe kunnen we in de gemeente van Christus eensgezind samenleven, zodat we een oase van vrede, genezing en redding worden voor wie nog geen vrede, genezing en redding heeft gekregen?
4
Door ons gezamenlijk te focussen op Jezus Christus en door zelf geen aanstoot te geven. Die opdracht om geen aanstoot te geven is alleen uitvoerbaar wanneer we steeds weer ons richten op de kernzaken van Gods Koninkrijk, en dat is niet een verhitte discussie over bijzaken als eten, drinken of feestdagen. Nee, in Gods Koninkrijk gaat het om de gerechtigheid of rechtvaardigheid door het geloof. En dat is een bron van vrede en vreugde: Gerechtvaardigd door het geloof leven wij in vrede met God door Jezus Christus onze Heer. (Romeinen 5:1 WV’95)
Gerechtvaardigd zijn is het tegenovergestelde van veroordeeld worden. En zo is vrede het tegenovergestelde van ruzie. De vrede met God die we gezamenlijk mogen beleven in de kerk is de bron van vrede met elkaar (zie 14:19). Als je met elkaar woorden, vorm en inhoud aan die vrede met God kunt geven, dan bindt dat samen en geeft het vreugde door de Heilige Geest, want Hij is de Geest van de vrede (Handelingen 9:31, Romeinen 8:6, Galaten 5:22). Vreugde door de Heilige Geest is het tegenovergestelde van boosheid, pijn en verdriet door onheilige en ongeestelijke discussies. Maar wanneer we weer gaan praten over en getuigen van gerechtigheid en vrede met God, dan leidt dat tot een radicale verandering in de kerk. Het is dé manier om in de kerk Christus centraal te stellen. Dan ontdek en herken je Gods werk in elkaar. Als dat niet nederig maakt! Als dat niet de eensgezindheid bevordert! Als dat geen diepe blijdschap geeft! Door alle veroordelingen, ruzie, boosheid en verdriet heen van wat christenen elkaar in de kerk kunnen aandoen, is mijn geloof in Christus sterker geworden. Ik ben steeds minder aan kerkelijke overtuigingen gaan hechten – of ze nu typisch katholiek, gereformeerd, evangelisch of pinkster zijn - , maar wat ik wél ben blijven geloven is alleen maar sterker geworden. Ik geloof in minder steeds meer en dat mindere is me het meeste waard geworden: ik ben gerechtvaardigd door Jezus Christus, ik heb vrede met God en dat vult me met vreugde door de Heilige Geest! Kun jij dit samen met mij getuigen? Wij zijn gerechtvaardigd door Jezus Christus, wij hebben vrede met God en dat vult ons met vreugde door de Heilige Geest. Dit is de enige reden waarom wij één zijn in Christus’ gemeente. Een gemeente die op dit fundament van Gods Koninkrijk gebouwd is, wordt een opvangplaats voor mensen die weg willen uit een wereld vol veroordeling, ruzie, boosheid en verdriet. Want in zo’n gemeente ontmoeten ze gerechtigheid, vrede en vreugde. Moge God, die ons doet volharden en ons troost geeft, u de eensgezindheid geven die Christus Jezus van ons vraagt. Dan zult u eendrachtig en eenstemmig lof brengen aan de God en Vader van onze Heer Jezus Christus. Aanvaard elkaar daarom ter ere van God, zoals Christus u heeft aanvaard. (Romeinen 15:5-7 NBV)
Amen Soest, 30 maart 2014
5
Opwekking 701
Hoor de roep van de Koning
Hoor de roep van de Koning, kijk omhoog naar de Zoon. Laat je loflied als reukwerk zijn dat opstijgt voor Zijn troon want Gods rijke genade wordt in Christus betoond aan een ieder die in Hem gelooft. Hoor de roep van de Koning, om te leven in ‘t licht; om als Christus te dienen, heilig voor Gods aangezicht. Om rechtvaardig te leven, steeds in Zijn liefde één; zo wordt Christus zichtbaar door ons heen. Hoogste Koning, hier zijn wij om te gaan, U te volgen, want uw Geest vuurt ons aan. Vol van passie, vol van kracht getuigen wij: verlossing in Jezus naam! Hoor de roep van de Koning; breng verlorenen thuis, want God toont Zijn ontferming in het wonder van het kruis. Breng vergeving en vrede; bied de wereld weer hoop, totdat elke tong Zijn naam verhoogt. Hoogste Koning, hier zijn wij om te gaan, U te volgen, want uw Geest vuurt ons aan. Vol van passie, vol van kracht getuigen wij: verlossing in Jezus naam!
Opwekking 670
Op Hem rust mijn geloof
Op Hem rust mijn geloof en hierin vind ik hoop, dat Jezus Christus opstond uit de dood! Geen vreugde overtreft het kennen van mijn Heer en aardse rijkdom heeft geen waarde meer. Bevrijd uit het duister mogen wij thuis zijn in Gods familie, wonen bij Hem. Als uw erfgenamen bindt U ons samen, ons leven geven wij tot eer van U. Verbonden als uw volk, verenigd in uw naam; één hoop, één Heer, één roeping om te gaan. Aanbiddend in uw huis, zien wij uw heerlijkheid en raakt uw Heil'ge Geest ons allen aan. Laten we opstaan vol van Gods liefde, laat ons op weg gaan naar mensen in nood. Vertel Jezus' boodschap aan heel de wereld, dat ieder wordt gered die Hem gelooft.
6