20 miljoen kinderen zijn op de vlucht voor gewapend geweld en leven als vluchteling in eigen land of in naburige landen. De afgelopen 10 jaar zijn meer dan 2 miljoen kinderen omgekomen door de directe gevolgen van oorlogen. Hoewel het Kinderrechtenverdrag stelt dat zij recht hebben op speciale bescherming, worden hun rechten keer op keer geschonden in conflictsituaties. Onderwijs, sport en spel doen kinderen weer lachen. Het helpt getraumatiseerde kinderen om hun angsten, pijn en verlies te verwerken. Het zorgt er mee voor dat kinderen pijnlijke psychologische ervaringen achter zich laten, hun gevoelens uiten en zelfvertrouwen terugwinnen. UNICEF heropent schooltjes, reïntegreert leerkrachten en leerlingen en zet spelactiviteiten op in schooltjes en opvangcentra voor vluchtelingenkinderen. Het dossier “Laat kinderen in vrede leven” richt zich tot leerkrachten en leerlingen van 10-14 jaar. Met dit dossier wil UNICEF België ontwikkelingseducatie in de klas brengen en kinderen sensibiliseren over de gevolgen van conflicten en oorlogen voor kinderen. De kinderrechten en het belang van verdraagzaamheid en conflictoplossing staan centraal in dit dossier. En dit begint in hun eigen omgeving, binnen hun gezin, in de klas, op de speelplaats,… De activiteiten uit dit dossier geven aan kinderen de kans om een bredere kijk te ontwikkelen op de situatie waar oorlogskinderen zich in bevinden en om in hun eigen leven conflicten te herkennen en op te lossen.
LAAT KINDEREN IN VREDE LEVEN Auteurs: Herlinde De Vos en Alao Kasongo Verantwoordelijke Uitgever: UNICEF België, Christian Wiener, Lenniksebaan 451, bus 4, 1070 Brussel
1
1. OORLOGSKINDEREN
2
1.1. CIJFERS 1.2. FEITEN
2 3
Oorlogen en conflicten
3
Oorlogskinderen
3
Internationale rechtsregels
3
1.3. BELANG VAN ONDERWIJS, SPORT EN SPEL
4
2. UNICEF
5
2.1. HET KINDERFONDS VAN DE VERENIGDE NATIES 2.2. UNICEF IN ACTIE!
5 5
Noodhulp
5
Participatie en bescherming
5
Gezondheid
6
Onderwijs, sport en spel
6
Pleidooiwerk en respect voor de kinderrechten
6
UNICEF in actie in Burundi
6
2.3. ONTWIKKELINGSEDUCATIE IN BELGIË: EEN VENSTER OP DE WERELD
7
3. PEDAGOGISCH DOSSIER
8
3.1. METHODOLOGIE 3.2. DE ACTIVITEITENFICHES
8 8
4. ACTIVITEITENFICHES
10
Activiteitenfiche 1: Wat is vrede? Wat is conflict?
10
Activiteitenfiche 2: Een getuigenis
14
Activiteitenfiche 3: Een dag uit het leven van ...
16
Activiteitenfiche 4: Interview
20
Activiteitenfiche 5: Ganzenbord
24
© UNICEF
2
1. OORLOGSKINDEREN 1.1. CIJFERS Miljoenen kinderen zijn het slachtoffer van gewapende conflicten. Hoewel het Kinderrechtenverdrag (1989) stelt dat zij recht hebben op speciale bescherming, worden hun rechten keer op keer geschonden in conflictsituaties. Het respect voor hun rechten in tijden van crisis is een centraal gegeven binnen de activiteiten van UNICEF. •
20 miljoen kinderen zijn op de vlucht voor gewapend geweld en leven als vluchteling in eigen land of in naburige landen.
•
De afgelopen 10 jaar zijn meer dan 2 miljoen kinderen omgekomen door de directe gevolgen van oorlogen. Meer dan een miljoen kinderen werden wees of werden gescheiden van hun ouders.
•
Jaarlijks worden tussen 8 000 en 10 000 kinderen gedood of verminkt door landmijnen.
•
Meer dan 300 000 kindsoldaten, waarvan sommigen niet ouder dan 8 jaar, worden ingezet in de strijd in meer dan 30 landen. Zij worden gebruikt als soldaat, drager, kok of worden seksueel misbruikt. Sommigen worden met geweld ingelijfd, anderen zijn gedwongen door armoede, door mishandeling of discriminatie of nemen de wapens op uit wraak voor geweld tegen hun familie.
© UNICEF
•
In gewapende conflicten maken alle strijdende partijen zich schuldig aan geweld tegen meisjes en vrouwen. Zij zijn het vaakst slachtoffer van geweld, seksuele uitbuiting, mensenhandel, verminking en vernedering.
•
7 van de 10 landen, waar het kindersterftecijfer onder de 5 jaar het hoogst is, bevinden zich in oorlog en conflict.
•
Kinderen in gewapende conflicten liggen ook emotioneel en psychologisch zwaar onder vuur: ze verliezen ouders of familieleden, worden gescheiden van hun familie, zagen familieleden of vrienden vermoord of gemarteld worden, worden uit hun gemeenschap gehaald, worden blootgesteld aan gevechten, bombardementen en andere levensgevaarlijke situaties, worden mishandeld, nemen deel aan gevechten, kunnen niet meer naar school en hebben een onzekere toekomst.
3
1.2. FEITEN OORLOGEN EN CONFLICTEN
INTERNATIONALE RECHTSREGELS
Wereldwijd wordt oorlog gevoerd om verschillende redenen: om land, olie, diamanten, godsdienst, culturele verschillen, onafhankelijkheid, politieke redenen… Oorlog kan gaan om de strijd tussen twee of meer volkeren, vorsten of staten. Oorlog die zich afspeelt binnen de landsgrenzen is een burgeroorlog. De laatste decennia is het aantal burgerslachtoffers in gewapende conflicten spectaculair gestegen tot meer dan 90 %, waarvan ongeveer de helft kinderen. Maar oorlog kan tevens vijandschap tussen twee personen of groepen van personen betekenen, waarbij niet noodzakelijk geweld wordt gebruikt.
De Conventie van Genève (1949) en de Toegevoegde Protocollen van 1977 besteden specifieke aandacht aan kinderen in oorlog, zoals bijvoorbeeld de bescherming van kinderen tegen elke vorm van seksueel geweld en het verbod om scholen aan te vallen. In het Kinderrechtenverdrag (1989) staat de bescherming van kinderen centraal, voor alle kinderen in elke situatie, zowel in oorlog als in vrede. In 2002 werd een Protocol over het gebruik van kindsoldaten in gewapende conflicten toegevoegd aan het Kinderrechtenverdrag. Dit internationaal Protocol verbiedt deelname van kinderen jonger dan 18 jaar aan gewapende conflicten en trekt de minimumleeftijd van 15 jaar op naar 18 jaar, zowel voor verplichte als vrijwillige indiensttreding. Oorlogskinderen hebben het recht op bescherming en hulp tijdens een oorlog en moeten voorrang krijgen bij alle hulp. Zo moet een beschermende omgeving met basisvoorzieningen worden opgezet met speciale aandacht voor kinderen, moeders, families en kinderen die gescheiden werden van hun ouders.
OORLOGSKINDEREN Oorlogskinderen zijn kinderen tot 18 jaar die slachtoffer zijn van oorlog in hun land of in het land waar ze wonen. Ze kunnen niet meer naar school gaan, worden ziek, verliezen hun ouders, zijn op de vlucht, lijden aan trauma’s, zijn angstig en verdrietig, hebben tekort aan water, voedsel, gezondheidszorg… Oorlogskinderen kunnen niet meer zorgeloos kind zijn. En toch heeft ieder kind recht op een goede start in het leven, in goede gezondheid en met alle kansen op onderwijs.
4
1.3. BELANG VAN ONDERWIJS, SPORT EN SPEL Veel scholen sluiten hun deuren wanneer er oorlog is. De scholen die toch open blijven, zijn overbevolkt en hebben een gebrek aan schoolmateriaal. Kinderen die naar school gaan zijn minder kwetsbaar en beter beschermd tegen geweld, discriminatie en misbruik en lopen minder risico om gerekruteerd te worden in de strijdkrachten. Maar elk kind moet ook zorgeloos kunnen spelen en zich lichamelijk, psychologisch en sociaal kunnen ontwikkelen. Vrije tijd, sport en spel geven kinderen hoop en het gevoel het normale leven terug op te nemen. Het helpt getraumatiseerde kinderen om hun angsten, pijn en verlies te verwerken. Het zorgt er mee voor dat kinderen pijnlijke psychologische ervaringen achter zich kunnen laten door hen in een stabiele omgeving te plaatsen waarin ze hun gevoelens kunnen uiten en zelfvertrouwen kunnen terugwinnen. Ook tijdens conflicten blijven sport en spel enorm belangrijk voor kinderen. Op lange termijn dragen ze ook bij tot een vreedzame ontwikkeling van het land.
5
2. UNICEF 2.1. HET KINDERFONDS VAN DE VERENIGDE NATIES
2.2. UNICEF IN ACTIE !
UNICEF, het Kinderfonds van de Verenigde Naties, spreekt de hele wereld aan om zich te buigen over de fundamentele rechten van elk kind. UNICEF werd opgericht in 1946 als noodhulporganisatie om de kinderslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog te helpen. Dit verklaart ook het letterwoord: United Nations International Children’s Fund. Leidraad voor het werk van UNICEF is het Kinderrechtenverdrag dat op 20 november 1989 werd goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.
UNICEF speelt sinds haar ontstaan een belangrijke rol in crisissituaties. Ook in oorlogsomstandigheden gaat UNICEF ervan uit dat alle kinderen gelijke rechten hebben. De laatste jaren gaat steeds meer aandacht naar het recht op sport en spel als een belangrijke factor in de volwaardige ontwikkeling van het kind. UNICEF is vaak aanwezig in het land voor het conflict uitbreekt en UNICEF’s werk stopt ook meestal niet als de oorlog gedaan is. Ook in oorlogstijden zet UNICEF meteen acties op om kinderen toegang te geven tot gezondheidszorg, onderwijs, sport en spel.
UNICEF is actief in 160 ontwikkelingslanden en in ongeveer 40 industrielanden om de toestand waarin kinderen leven te verbeteren en om hun rechten te promoten. In ontwikkelingslanden zet UNICEF ontwikkelingsprogramma’s op en wanneer nodig noodhulpoperaties.
UNICEF stelt vijf prioriteiten voorop: • • • • •
De ontwikkeling van het jonge kind De vaccinatie van kinderen Basisonderwijs voor meisjes De strijd tegen HIV/aids De bescherming van kinderen tegen uitbuiting en mishandeling
NOODHULP In oorlogssituaties worden kinderen blootgesteld aan ziektes en trauma’s, daarom hebben ze speciale zorgen en aandacht nodig. Meer en meer zet UNICEF noodhulpinterventies op, die ook steeds complexer worden. De ontwikkelingsprogramma’s van UNICEF worden voortdurend aangepast aan nieuwe crisissen die om een aangepaste aanpak vragen. Begin 2003 was UNICEF aanwezig in een 60-tal onstabiele landen met crisissituaties.
PARTICIPATIE EN BESCHERMING In oorlogssituaties voorziet UNICEF in kindvriendelijke ruimten waar kinderen zich veilig voelen. Kinderen en jongeren worden actief bij het werk van UNICEF betrokken. Zij participeren in sensibiliseringsacties rond gevaar voor landmijnen, veiligheid in het kamp en vredesonderwijs. UNICEF helpt kinderen om hun ouders terug te vinden en neemt voorzorgsmaatregelen tegen seksueel misbruik en andere vormen van geweld tegen vrouwen en kinderen. UNICEF werkt nauw samen met verschillende partners en coördineert interventies om kwetsbare kinderen verzorging en bescherming te bieden.
© Kris Pannekoucke
6
GEZONDHEID Tijdens conflicten neemt de kans op ziektes en infecties toe. Kinderen zijn hier vaak het eerste slachtoffer van. UNICEF zorgt voor basisgeneesmiddelen, vitamine A, voedingssupplementen, hygiënekits en orale rehydratatiezouten tegen diarree, vaccinaties tegen mazelen en andere kinderziektes. Samen met partnerorganisaties verdeelt UNICEF ondermeer therapeutische voeding voor ondervoede kinderen. Daarnaast zorgt UNICEF ook voor zuiver drinkwater, waterreserves, waterzuiveringstabletten en basiseducatie omtrent hygiëne.
ONDERWIJS, SPORT EN SPEL
De bescherming van kinderen in oorlog is een van de topprioriteiten van UNICEF in Burundi. UNICEF helpt de kinderen om hun familie terug te vinden of om opvang © UNICEF te vinden in de gemeenschap waar ze vandaan komen. Wanneer dit onmogelijk is moeten zij de nodige vaardigheden leren om zelfstandig te functioneren binnen de gemeenschap. De families zijn betrokken bij het hele proces, bij de opleiding van de kinderen en krijgen informatie over de kinderrechten. UNICEF ondersteunt opvangcentra voor getraumatiseerde en verminkte kinderen. Via competitieve sporten leren ze met elkaar spelen en leren ze de regels respecteren. Ook via vredesopvoeding leren ze conflicten oplossen en in team werken.
UNICEF wil de impact van conflicten op kinderen beperken door aandacht te schenken aan onderwijs, sport en spel, zelfs in tijden van oorlog. UNICEF zorgt voor tijdelijke schooltjes, zet spelactiviteiten op in scholen en opvangcentra voor kinderen op de vlucht.
UNICEF heeft in Burundi 4 grote opdrachten voor kinderen die gescheiden zijn van hun ouders: •
Identificatie van deze kinderen, nagaan wat hun noden en zorgen zijn, zowel van de straatkinderen als van de kinderen die in tijdelijke opvangcentra leven.
PLEIDOOIWERK EN RESPECT VOOR DE KINDERRECHTEN
•
Deze kinderen de nodige basisvoorziening, medische verzorging, onderwijs (waaronder ook vredesonderwijs) en mogelijkheden tot sport en spel geven. De kinderen krijgen een startpakket met allerlei materiaal mee naar hun familie.
•
Families opsporen, samenbrengen en kinderen helpen om terug hun draai te vinden binnen de familie.
•
Oudere straatkinderen terug een plaats geven in de samenleving, volgens hun interesses en talenten, in samenwerking met trainings- en opleidingscentra.
In conflictsituaties, net als in alle andere omstandigheden, bestaat de missie van UNICEF erin kinderen te beschermen, te waken over internationale rechtsregels m.b.t. de kinderrechten en te strijden tegen straffeloosheid.
UNICEF IN ACTIE IN BURUNDI Droogte, gebrek aan een sociaal vangnet en een 8 jaar durende burgeroorlog die meer dan 200 000 slachtoffers maakte, heeft de bevolking van Burundi zeer kwetsbaar gemaakt. De Burundezen hebben te kampen met ziektes, trauma’s, voedseltekort en gebrek aan economische mogelijkheden. Om aan het geweld te ontsnappen zijn veel gezinnen gevlucht naar tijdelijke kampen aan de grens met Tanzania. Later zijn velen teruggekeerd. In de chaos werden heel wat kinderen wees of gescheiden van hun familie. Hun ouders kwamen om in het geweld of stierven aan aids. Andere kinderen werden achtergelaten door hun familie of werden verplicht te bedelen en te leven op straat. De meest kwetsbare kinderen zijn de kinderen die op straat leven. De meeste bevinden zich in de hoofdstad Bujumbura, waar meer dan 400 straatkinderen leven. Hun redding, bescherming en opvoeding is van levensbelang voor de toekomst van het land.
Daarnaast zijn er andere prioriteiten voor UNICEF in Burundi, wat betreft gezondheidszorg en kindersterftecijfer: 1. Uit de cijfers blijkt dat het aantal zuigelingen dat uitsluitend borstvoeding krijgt enorm gedaald is van 89% in 1987 naar 62% in 2005, wat wijst op een verslechtering van de gezondheidszorg. 2. Het aantal chronisch ondervoede kinderen onder de 5 jaar is gestegen van 48% in 1987 tot 57% in 2005. 3. Het aantal personen besmet met HIV/aids gaat pijlsnel omhoog, vooral op het platteland. Naar schatting 25% van de bevolking, waaronder vooral meisjes en vrouwen, is drager van het virus. Het aantal weeskinderen als gevolg van HIV/aids wordt geschat op 200 000.
7
2.3. ONTWIKKELINGSEDUCATIE IN BELGIË: EEN VENSTER OP DE WERELD Alle kinderen hebben recht op een gezond en veilig leven, waarin ze alle kansen krijgen om zich te ontplooien. Wij zijn niet enkel bezorgd om de overleving en ontwikkeling van kinderen vandaag. Wij kijken ook naar de toekomst en willen een wereld waarin alle kinderen kunnen opgroeien zonder geweld, armoede en vooroordelen. Maar dit kunnen wij niet alleen! Werken aan een wereld geschikt voor kinderen, doe je samen, ook in de klas. Als actieve wereldburger kijk je verder dan je neus lang is en ga je ook over tot actie. We voelen ons betrokken bij de gevolgen van armoede, geweld en onrechtvaardigheid. Ontwikkelingseducatie verwijst naar een hele reeks activiteiten die kinderen en jongeren sensibiliseren rond vrede, rechtvaardigheid, vertrouwen, wederzijds respect, duurzame ontwikkeling en milieu. Via ontwikkelingseducatie krijgen jongeren de kennis en vaardigheden om actief mee te werken aan veranderingen in hun eigen omgeving en op wereldvlak.
5 grote ideeën liggen aan de basis van ontwikkelingseducatie. Ze zijn ook verwerkt in de eindtermen en ontwikkelingsdoelen: 1. We leven in een globale wereld waarin onderlinge afhankelijkheid en samenleven met verschillende culturen meer en meer aan bod komen. 2. We leren dat onze beeldvorming van de wereld vaak gebaseerd is op stereotypen, vooroordelen (door onze denkwijze over mensen van verschillende afkomst, over andere culturen, godsdiensten,…) en beïnvloed wordt door reclame en media. 3. We voelen ons aangesproken om sociaal rechtvaardig te handelen en erkennen het belang van de mensenrechten en de kinderrechten. 4. We vinden het belangrijk om in conflictsituaties te zoeken naar geweldloze oplossingen. 5. We werken samen aan de toekomst: acties en beslissingen van vandaag hebben gevolgen voor de toekomst. Als we binnen ontwikkelingseducatie werken rond vrede en conflict is het belangrijk dat kinderen ook in hun eigen leven en omgeving conflictsituaties herkennen en kunnen oplossen. Dit helpt hen om ook conflicten op wereldvlak beter te begrijpen. Op een interactieve wijze leidt het leerproces van verkenning over bewustwording tot actie: • In de Verkenningsfase betrekt men de leerlingen in het verzamelen, analyseren en samenvatten van informatie en kennis over het thema, dit aan de hand van verschillende activiteiten. • In de bewustwordingsfase spoort men de leerlingen aan een persoonlijk antwoord en een eigen mening en houding te ontwikkelen op de ingezamelde informatie. • In de actiefase worden de leerlingen aangemoedigd zelf concrete acties te ondernemen in hun eigen omgeving.
8
3. OVER DE ACTIVITEITENMAP Dit dossier richt zich tot leerkrachten en leerlingen van het 5de en 6de leerjaar basisonderwijs, maar richt zich tevens tot de 1ste graad van het secundair onderwijs. Het dossier kan ook gebruikt worden door animatoren, door educatieve medewerkers en door de vrijwilligers van UNICEF België, die activiteiten uitwerken voor kinderen van 10 tot 14 jaar.
3.1. METHODOLOGIE Deze map omvat een reeks activiteitenfiches, die tot doel hebben om kinderen van 10 tot 14 jaar te sensibiliseren en te informeren over de gevolgen van conflictsituaties en oorlogen voor kinderen. Het belang van verdraagzaamheid en conflictoplossing staan centraal in dit dossier. En dit begint in hun eigen omgeving, binnen hun gezin, in de klas, op de speelplaats,… De activiteiten uit dit dossier geven aan kinderen de kans om een bredere kijk te ontwikkelen op de situatie waar oorlogskinderen zich in bevinden en om in hun eigen leven conflicten te herkennen en op te lossen. De didactische benadering wil interactief, participatief en interdisciplinair zijn.
Interactief: de kinderen ontdekken in interactie met elkaar en op een actieve manier het thema. Op basis van concrete ervaringen ontwikkelen zij hun kennis over het onderwerp. Participatief: de kinderen zijn actief betrokken bij het ontdekken van de wereld waarin zij leven. De voorgestelde activiteiten kunnen klassikaal of in schoolverband worden uitgewerkt, maar ook in educatieve werkingen daarbuiten. Interdisciplinair: de voorgestelde activiteiten kunnen worden ingepast in verschillende domeinen en vakken van het schoolprogramma en beantwoorden aan verschillende eindtermen voor de 3de graad basisonderwijs en voor de 1ste graad secundair onderwijs. Deze eindtermen werden op de activiteitenfiches voor de leerkracht tevens opgenomen als leerdoel. De activiteiten kunnen ondermeer ingepast worden in vakken als godsdienst, zedenleer, talen, wereldoriëntatie, geschiedenis, aardrijkskunde, …
3.2. DE ACTIVITEITENFICHES Dit pedagogisch dossier bevat vijf activiteitenfiches die zijn gerangschikt volgens moeilijkheidsgraad. Vóór elke activiteit worden uitleg en aanwijzingen gegeven. •
De leerdoelen zijn voor elke activiteit apart opgenomen en duiden op de doelstellingen van elke activiteit. De eindtermen zijn verwerkt in de leerdoelen.
•
Ook het nodige materiaal wordt bij elke activiteitenfiche vermeld. Voor sommige activiteiten moet gebruik gemaakt worden van werkbladen, oefeningen en fiches voor de leerlingen. Dit materiaal bevindt zich telkens achter elke activiteitenfiche en kan makkelijk gekopieerd worden voor de leerlingen.
•
De tijdsduur van elke activiteit kan aangepast worden afhankelijk van het aantal deelnemers, het project, de beschikbare tijd, variaties op de activiteit,…
•
Het verloop is telkens ingedeeld in verschillende fasen, die kort worden toegelicht.
•
Voor elke activiteit worden varianten voorgesteld om de activiteit aan te passen, op te volgen of verder uit te werken.
Met deze activiteitenfiches hebben jullie de mogelijkheid om de activiteiten in te passen in bestaande lesvoorbereiding en in het schoolprogramma. De fiches kunnen ook aangevuld worden met ander materiaal. Wij hebben er tevens voor gezorgd dat het gebruik van de fiches slechts een minimum aan voorbereiding vraagt. Je kan een keuze maken op basis van het niveau en de kennis van de leerlingen. Sommige activiteiten vragen wat meer voorbereiding en organisatie dan andere. De meeste activiteiten zijn gebruiksklaar.
9
Lieve juffen en meesters,
“
Jullie zullen mij in deze lesmap nog een paar keer tegen komen, dus ik denk dat het wel leuk is als ik mij even aan jullie voorstel… Ik ben Erika Van Tielen of kortweg “Erika van Ketnet”. Ik presenteer inderdaad op die kinderzender, maar daarnaast ben ik sinds kort ook ‘Vriendin van UNICEF’. Dat wil zeggen dat ik UNICEF, net zoals echte vrienden dat doen, door dik en dun steun. Zo probeer ik o.a mee de ideeën en bedenkingen van UNICEF te vertalen naar de leefwereld van de kids en hen ook warm te maken voor nieuwe campagnes en acties. Dat is allemaal heel leuk, maar zeker niet vanzelfsprekend. Dus, beste meesters en juffen, jullie hulp en engagement zijn bij deze van harte welkom! Veel succes en plezier in elk geval met deze lesmap! Groetjes!
”
10
ACTIVITEITENFICHE 1 voor de leerkracht
Moeilijkheid : + Wat is vrede? Wat is conflict? Leerdoelen
Verloop
• De leerlingen begrijpen wat vrede is en wat conflictsituaties zijn.
Fase 1
• De leerlingen kunnen conflictsituaties in hun eigen leven en omgeving herkennen. • De leerlingen denken na over goede manieren om conflicten op te lossen. • De leerlingen beseffen dat verdraagzaamheid op wereldvlak start in hun eigen omgeving, in hun eigen klas, in hun eigen familie. • De leerlingen kunnen een onderscheid maken tussen verschillende soorten conflicten.
Maak een woordschilderij op bord rond het woord ‘Oorlog’. Vraag aan de kinderen waaraan ze denken bij dat woord. De kinderen gaan misschien eerder de negatieve woorden aanhalen (wapens, kindsoldaten, bombardementen, vluchten…). Stel zelf ook een paar positieve woorden voor (vredesverdrag, ziekenhuizen, hulp, opbouw, UNICEF…).
Fase 2 Laat de leerlingen per groepje het verhaal van Lise en Tuur lezen. De kinderen denken na over de betekenis van de onderlijnde woorden. Daarna geven ze een persoonlijke omschrijving van wat oorlog en vrede voor hen betekenen.
Fase 3 Om ‘conflict’ en ‘vrede’ goed te onderscheiden benoemen ze de situaties in de tekeningen en leggen ze uit waarom iets een conflict is of waarom niet.
Fase 4 Laat de kinderen nadenken over de verschillende mogelijke oorzaken van conflicten via de vraagjes “conflicten over 1001 dingen”. Laat hen nadenken over conflicten in hun eigen omgeving.
Materiaal • Kopieën van de werkblaadjes
Opvolging:
• Schrijfgerief
Oorlog begint steeds met ruzie. Soms gaan ruzies zelfs nergens over. Laat de leerlingen klassikaal situaties bedenken die kunnen leiden tot ruzie. Schrijf de voorbeelden op een briefje, verdeel de leerlingen in groepjes en laat ze de situatie naspelen én oplossen. De leerlingen krijgen hiervoor voorbereidingstijd. Nadien kan elk groepje hun toneeltje voorbrengen. Bespreek nadien de oplossingen die ze hebben bedacht.
Tijdsduur 45 minuten
• Rollenspel
Wil je meer weten? • Vredesverdrag in de klas Neem een kijkje op: www.unicef.be www.unicef.org www.paxchristi.be www.jeugdenvrede.be www.vredesweek.be … En zoek op internet nog andere organisaties die zich bezig houden met vrede.
Werk met de hele klas aan een vredesverdrag, naar aanleiding van het rollenspel of ruzie in de klas. Kom overeen met de leerlingen dat er een week geen ruzie wordt gemaakt. Elke ruzie die eraan komt, wordt gemeld en uitgepraat. Maak het officieel door samen met de klas aandachtspunten op papier te zetten. Iedereen ondertekent het contract dat aan de muur wordt opgehangen, als herinnering voor de hele klas. Bekijk of je dit vredesverdrag kan verlengen.
11
Maak je goede voornemens nu officieel en stel met je klas of met je broers en zussen een echt vredesverdrag op. Zorg ervoor dat iedereen rechten én plichten heeft!
EN NU AAN JOU ! 1. Lees het verhaal van Lise en Tuur en het verhaal van Erika. Denk na over de onderlijnde woorden. Probeer met je eigen woorden een definitie of een voorbeeld te geven. Zoek nadien de woorden op in het woordenboek.
VERHAAL LISE EN TUUR Stom, denkt Lise ’s avonds in haar bed, nu is Tuur echt kwaad op mij. Ze heeft hem vandaag zover gekregen dat hij zich boos heeft gemaakt. Eigenlijk heel dom begonnen, een flauwe plagerij die is uitgedraaid op pesterij, beseft Lise. Hij kwam gisterochtend de school binnen gerold op z’n skateboard dat hij helemaal zelf had beschilderd met grappige figuurtjes. Lise was hem wat beginnen plagen, samen met een paar vriendinnen. De hele dag lachten ze met hem. Vanmorgen hadden ze de plagerijen voortgezet, tot ze samen met haar vriendin Marie op het idee kwam om het skateboard af te pakken en op een hoge muur in de toiletten tentoon te stellen. Tja, daar kwam natuurlijk ruzie van. Tuur was zo boos dat hij met scheldwoorden gooide naar de meisjes. Tot plots het skateboard van de muur donderde. Twee wieltjes kapot. Tuur liep kwaad weg zonder nog iets te zeggen. En nu lig ik hier te piekeren, denkt Lise, terwijl ik enkel wat kattenkwaad wou uithalen om zijn aandacht te trekken. Ik, die eigenlijk conflicten haat, beseft Lise. Ik heb me enorm aangesteld en nu is zijn leuke knutselwerkje om zeep. Hoe kan ik het weer goed maken? Gewoon doen of er niets gebeurd is? Telefoneren? Ze besluit twee wieltjes te kopen en zich morgen te excuseren…
Pesterij = …………………………………………………………………………….…………………………………………………………………………….......... Plagen = …………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………........... Conflict = ………………………………………………………………………………………………………………………...…………………..............……………. Kattenkwaad = …………………………………………………………………………………………………………………………………………….………..
Wat betekenen volgende woorden voor jou? Zoek de woorden nadien op in het woordenboek. Oorlog …………………………………………………………………………….……………………………………………………………...............………………. …………………………………………………………………………….…………………………………………………………………...............….….....…….
…………………………………………………………………………….…………………………………………………………………...............…………......
Vrede
…………………………………………………………………………….…………………………………………………….……………………..............….
…………………………………………………………………………….…………………………………………………………………...............……….....….
…………………………………………………………………………….…………………………………………………………………...............….....……….
12
2. Bekijk de tekeningen en omcirkel de conflictsituaties en leg telkens uit waarom.
3. Conflicten over 1001 dingen… Conflicten over dingen: kunnen ontstaan wanneer twee partijen hetzelfde willen, maar er niet voldoende is voor iedereen. Kan je hiervan een voorbeeld geven? …………………………………………………………………………………......................................................................................................................................................................................... ………………………………………………………………………………….........................................................................................................................................................................................
Conflicten over gevoelens: hebben te maken met vriendschap, aandacht, liefde, zelfrespect, macht, bewondering, jaloezie… Heb je dit zelf al eens meegemaakt? Wat was dan de oorzaak? …………………………………………………………………………………......................................................................................................................................................................................... ………………………………………………………………………………….........................................................................................................................................................................................
Conflicten over ideeën: hebben te maken met een overtuiging die men zelf erg belangrijk vind, zoals bijvoorbeeld rond godsdienst, politiek, tradities… Kan jij een voorbeeld geven van zulk conflict in de wereld? …………………………………………………………………………………......................................................................................................................................................................................... ………………………………………………………………………………….........................................................................................................................................................................................
Hoe komt het, denk je, dat Lise en Tuur een conflict hadden? …………………………………………………………………………………......................................................................................................................................................................................... ………………………………………………………………………………….........................................................................................................................................................................................
Kan je nog ander oorzaken van conflicten aanhalen? …………………………………………………………………………………......................................................................................................................................................................................... ………………………………………………………………………………….........................................................................................................................................................................................
13
SNIF ! 4. Als ik een conflict heb met iemand reageer ik zo (zet een kruisje in het juiste vakje): NOOIT 1
Ik ga met mijn tegenstander op de vuist.
2
Ik probeer de vrede te bewaren en overeen te komen.
3
Ik verhef mijn stem en word boos.
4
Ik lach, ik spot, ik hou hem voor de gek.
5
Ik negeer de andere en spreek niet meer met hem.
6
Ik probeer de andere te begrijpen.
7
Ik vraag hulp aan iemand anders.
8
Ik praat over mijn gevoelens.
9
Ik kruip met veel verdriet in een hoekje.
SOMS
DIKWIJLS
10 Ik overtuig anderen van mijn gelijk en probeer ze
aan mijn kant te krijgen.
Ik reageer op nog een andere manier (vul aan!) 11 12 13 Bespreek met de klas welke reacties je de beste vindt om conflicten te vermijden en conflicten op te lossen. © Jean-Luc Flémal
“
Mijn zus Heidi en ik wonen samen in een appartementje in Leuven. We hebben het daar heel gezellig met zijn tweetjes, maar af en toe botst het. Dat gaat dan over de keuze van een tv-programma of over wie de computer het eerst mag gebruiken, maar meestal over afwassen, poetsen of stofzuigen. We zijn er namelijk allebei van overtuigd dat we zelf altijd al het werk in huis doen. We beginnen dan wat lelijke dingen naar mekaar te roepen en voor we het goed en wel beseffen hebben we kletterende ruzie. Stom natuurlijk en ook al vechten we niet en vallen er geen doden, op zo’n momenten besef je dat er eigenlijk niet zo veel moet gebeuren om een conflict of erger nog, een oorlog te doen ontstaan. Mijn zus en ik willen die stomme ruzies dus graag vermijden in de toekomst en daarom hebben we eens goed met elkaar gepraat. Zo heb ik gezegd dat ik wel hou van een net huis en dat ik graag hulp krijg van haar. Mijn zus zei dan dat ze wel haar best zou doen om iets minder slordig te zijn. Ik heb haar als tegenprestatie beloofd om iets minder streng te zijn. Een beetje rommel mag dus bij ons vanaf nu! ;-)
”
14
ACTIVITEITENFICHE 2 voor de leerkracht
Moeilijkheid : + Een getuigenis Leerdoelen
Verloop
• De leerlingen ontdekken de dagelijkse realiteit van een jongere die in een oorlogsland leeft en de gevolgen ervaart.
Fase 1
• De leerlingen kunnen belangrijke elementen uit een tekst halen door te antwoorden op vragen over de verwerkte inhoud van een tekst.
Duid twee leerlingen aan om de rol van kindsoldaat en de rol van journalist te spelen.
Fase 2 Laat de leerlingen de tekst lezen en geef bijkomende uitleg over de woordenschat.
Fase 3 Laat de leerlingen per twee de vragen oplossen en de antwoorden vergelijken.
• De leerlingen denken na over oplossingen om kinderen in oorlog te helpen.
Fase 4
Materiaal
Varianten
• Getuigenis • Werkblaadjes • Schrijfgerief
• De dialoog kan klassikaal worden uitgebreid. De leerlingen werken de dialoog verder uit tot een mini-toneelstuk.
Bespreek klassikaal de antwoorden en verbeter de oefening.
• De leerlingen schrijven een brief aan Célestin.
Tijdsduur 45 minuten
Wil je meer weten? Zoek andere getuigenissen en verhalen op de website van UNICEF! www.unicefkids.be www.unicef.org
• Maak bij het oplossen van de vragen gebruik van de fiche met maatregelen om de gevolgen van oorlogen op kinderen te beperken (p.27).
15
INTERVIEW
Célestin: We moesten vechten. Ik werd opgeleid als bodyguard en getraind om te doden. Ze zeiden dat ik de vijand eerst moest doden, anders zou de vijand mij doden. Daarom ben ik met wapens leren omgaan.
Journalist: Kan je jezelf voorstellen? Célestin: Ik ben Célestin, een jongen van 14 jaar. Journalist: Waar kom je vandaan?
Célestin, 14 jaar Democratische Republiek Congo
Célestin: Ik woon in Congo en kom van een dorp niet ver van Bunia. Journalist: Heb jij oorlog van dichtbij meegemaakt in jouw land ? Célestin: Ja, twee jaar geleden werd mijn papa vermoord in een aanval op ons dorp. Ik heb dan thuis in het huishouden geholpen tot een groep gewapende soldaten mij meenam. Journalist: Wat is er dan gebeurd ? Célestin: Ze hebben me twee jaar aan het werk gezet in het leger. Het was hard. We werden constant geslagen en we hadden weinig te eten. Journalist: Waren er ook andere kinderen ? Célestin: We waren met 15 jongens en er waren ook 5 meisjes.
Journalist: Hoe leerden ze dat jou ? Célestin: In het begin moesten we oefenen, lopen en rollen met houten stokken. Het was zwaar: elk ochtend moesten we heel lang lopen. Als we moe werden en het niet snel genoeg ging, kregen we slaag. We waren vaak doodop en hadden honger. Journalist: Denk je er nog vaak aan? Célestin: Ja, één van mijn vrienden werd voor mijn ogen neergeschoten en viel op de grond. Ik was enorm bang. Journalist: Wat doe je nu ? Célestin: Mijn commandant hoorde op de radio over de ontwapening en dat kinderen geen oorlog meer mochten voeren. Toen liet hij me gaan. Ik ben gevlucht naar een opvangcentrum van UNICEF voor kindsoldaten. Met de hulp van UNICEF heb ik mijn mama en mijn zussen teruggevonden. Nu ben ik terug thuis en ga ik naar school. Ik droom ervan om dokter te worden.
Journalist: Wat moesten jullie doen ?
EN NU AAN JOU !
In Congo zijn sinds 1998 meer dan 3 miljoen doden gevallen tijdens conflicten. De Congolese overheid schat dat 10% van de actieve soldaten in het land uit kinderen bestaat: ongeveer 33 000 kinderen. De kindsoldaten moeten niet enkel vechten. Zij dragen de wapens mee, moeten poetsen, water halen en koken of krijgen andere taken. Zij ondergaan lichamelijk en geestelijk geweld.
1. Waarom gebruiken gewapende groepen kinde-
ren om mee te vechten in de oorlog? 2. Houdt Célestin van oorlog? Waarom wel of niet
volgens jou? 3. Wat denk je dat er zou gebeuren als er oorlog
kwam in België? Hoe zou jouw leven veranderen? 4. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat kinderen geen
oorlog hoeven mee te maken? 5. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat kinderen in oorlogstijden beschermd worden? 6. Ga op zoek naar iemand in jouw streek die oorlog heeft meegemaakt, hier in België of in het buitenland. Doe een interview, schrijf een kort levensverhaal of beschrijf zijn/haar ervaringen en vraag wat hij/zij van het verhaal van Célestin vindt. Geef uitleg aan de klas over jouw ontmoeting. © UNICEF
Het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties Omdat kinderen overal ter wereld recht hebben op een goed leven, hebben alle landen, behalve de Verenigde Staten en Somalië, in 1989 een Kinderrechtenverdrag geschreven. Hierin staan alle dingen waar kinderen, wereldwijd en ongeacht hoe ze eruitzien, recht op hebben. In het Kinderrechtenverdrag staan alle rechten in maar liefst 54 artikels opgesomd. Je vindt ze allemaal, in begrijpbare taal, op www.unicefkids.be. Sommige rechten gaan in het bijzonder over de bescherming van kinderen in oorlog: Artikel 19: Alle kinderen moeten beschermd worden tegen lichamelijk geweld, geestelijk geweld, mishandeling en uitbuiting. Artikel 38: Kinderen jonger dan 15 jaar mogen niet als kindsoldaat ingezet worden in het leger.
16
ACTIVITEITENFICHE 3 voor de leerkracht
Moeilijkheid : ++ Een dag uit het leven van… Leerdoelen
Verloop
• De leerlingen kunnen belangrijke elementen uit een tekst halen door te antwoorden op vragen over de verwerkte inhoud van een tekst.
Fase 1
• De leerlingen hebben een zicht op de gevolgen van oorlogen op het leven van kinderen.
Fase 2
• De leerlingen kunnen zich inleven in de situatie en het dagelijkse leven van een oorlogskind. • De leerlingen kunnen het belang en het nut aangeven van oplossingen voor conflicten die door de kinderen zelf, hun familie, organisaties en de regering kunnen gedragen worden.
Materiaal • Verhalen van kinderen in Burundi met een zicht op hun dagindeling (zie activiteit “Ganzenbord”) • Tabel met dagindeling om in te vullen • Tabel met voorstellen van problemen en oplossingen om in te vullen
Tijdsduur 45 minutes
Wil je meer weten? www.unicef.be www.unicefkids.be www.unicef.org
Deel de klas op in groepjes en geef aan elke groep een getuigenis en een foto van een kind uit Burundi (zie de verhalen in de activiteit “Ganzenbord”). Elk verhaal gaat over het dagelijks leven van een kind en over het belang van bescherming van kinderen in oorlog. Geef aan elke leerling een invulblad met de dagindeling in uren.
Eén leerling uit elk groepje leest het verhaal voor. De anderen luisteren en vullen nadien het invulblad in en schetsen zo de dagindeling van een leeftijdgenoot uit een ander land. De leerlingen vullen nu het invulblad aan met hun eigen dagindeling in een andere kleur en vergelijken hun dagindeling.
Fase 3 De leerlingen bespreken de overeenkomsten tussen de getuigenissen, de redenen waarom deze kinderen het moeilijk hebben, oplossingen om de kinderen te helpen, de rol die de ouders, de overheid en de privésector kunnen spelen, wat de kinderen zelf kunnen doen om het probleem aan te pakken, enz. Na de bespreking vullen ze de tabel in met voorstellen voor verschillende oplossingen.
Opvolging • Elke groep kan een affiche of collage maken rond het leven van een kind in een ander land en hun leven in België met foto’s uit tijdschriften, artikels, tekeningen, slogans,… Nadien kunnen ze de affiche voorstellen aan de rest van de klas. • De klas bekijkt de video “Oorlogskinderen in Burundi”. • Maak gebruik van de volgende aanvullende vragen bij de bespreking van de dagindeling: -
Help je in het huishouden? Krijg je zakgeld? Wat doe je ermee? Wanneer eet je elke dag? Wat zijn je hobbies en hoe vul je je vrije tijd in? Vind je dit belangrijk? Waarom?
17
EN NU AAN JOU !
Lees het verhaal van één van jullie leeftijdsgenootjes uit Burundi. Vul de dagindeling hieronder in (links doe je dit voor het kind uit Burundi en rechts voor jezelf). Geen paniek als je niet alle details kent. Je kan ook vakjes open laten of zelf invullen hoe je denkt dat je leeftijdsgenootje zijn of haar tijd doorbrengt.
“Een dag uit het leven van…………………….………………............……. (vul hier de naam in van jouw leeftijdsgenootje in Burundi) en …………………….…..............…………………. (vul hier jouw naam in)”
6u00
7u00
8u00
9u00
10u00
11u00
12u00
13u00
14u00
15u00
16u00
17u00
18u00
18u30
19u00
20u00
21u00
22u00
23u00
24u00
18
Erika en Manu, vrienden van UNICEF !
Je kan de tabel ook aanvullen met de dagindeling van Erika of een nieuwe tekenen. Benieuwd hoe haar dag er uit ziet?
“
Een dag uit het leven van Erika: - 8u of 9u: ik sta op (ik ben een redelijk vroeg vogeltje!;-)) en ik ontbijt (boterhammen met hagelslag!), ik neem een douche, kleed me aan en maak me klaar - 10u-12u: vrije ochtend: ik lees of ik ga sporten (lopen, fietsen of tennissen) of ik bedenk leuke dingen voor op Ketnet of ik ga boodschappen doen of… - 12u30: middageten (meestal heel lekker klaargemaakt door mijn mama!) - 13u: ik vertrek met de auto of de trein naar Ketnet in Brussel - 14u: naar de schminkster en de kapster op Ketnet - 14u45: de presentaties van de dag een beetje voorbereiden, mail checken, babbelen met Lens,… - 15u30: eerste aankondiging op Ketnet - 15u30-20u: programma’s aankondigen, ketnetkroket spelen, bellen met ketnetters, tekeningen tonen en tussendoor: ketnet kijken, beetje praten, mails schrijven, iets lekkers eten,… - 20u: Ketnet zit erop: naar huis! - 21u-23u: tv kijken, naar de cinema of iets gaan drinken met vrienden,… - 24u: bedtijd!
”
© Jean-Luc Flémal
ELKE MORGEN LUISTER IK NAAR DE BOODSCHAPJES VAN KINDEREN WERELDWIJD.
19
EN NU AAN JOU ! Lees de verhalen, denk over elk verhaal even na en vul de tabel zo volledig mogelijk in. Misschien kom je zelf nog wel op enkele mogelijke oplossingen. Probleem
Wat ouders en/of kinderen in Burundi kunnen doen:
Wat de gemeenschap of stad kan doen:
Wat de overheid of regering kan doen:
Wat kan jij doen ?
20
ACTIVITEITENFICHE 4 voor de leerkracht
Moeilijkheid : ++ Interview Leerdoelen
Verloop
• De leerlingen hebben inzicht in de situatie in België tijdens de Tweede Wereldoorlog en kunnen zich vanuit het verhaal van iemand anders en vanuit een conversatie met die persoon inleven in bepaalde situaties.
Deze activiteit is een perfecte aanvulling op leerstof over de Tweede Wereldoorlog.
• De leerlingen kunnen illustreren dat een actuele toestand, die voor hen herkenbaar is, en die door de geschiedenis beïnvloed werd, vroeger anders was en in de loop der tijden evolueert. • De leerlingen kunnen met eigen woorden de gevolgen van oorlog voor de burgerbevolking en meer specifiek voor de kinderen toelichten • De leerlingen kunnen gerichte vragen stellen met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog in België.
Materiaal • pen en papier • cassetterecorder • vragenlijst
Fase 1 Inleiding met betrekking tot het thema Wereldoorlog II. De leerlingen denken na over de vraagjes, lezen de tekst van Erika Van Tielen en het verhaal van haar grootvader.
Fase 2 Maak samen in de klas een lijst met vragen over mogelijke gevolgen en de situaties waarin de bevolking zich bevindt in tijden van oorlog met betrekking tot voedsel, rantsoen, angst, school, vluchten, kleding, gezondheidszorg,…
Fase 3 De leerlingen gaan in groepjes per twee een interview afnemen van een oudere persoon (70 jaar of ouder) in de eigen familie of in hun omgeving. De leerlingen nemen notities of nemen het interview op met een cassetterecorder.
Fase 4 De leerlingen schrijven de antwoorden op de vragen neer op papier en nemen het mee naar de klas.
Fase 5 Nabespreking in de klas: de leerlingen geven per twee een kort verslag voor de klas en geven hun indrukken weer (wat ze hebben geleerd, de moeilijkheden die ze ondervonden, hun relatie met de persoon die geïnterviewd werd,…) De overeenkomsten tussen de verschillende uiteenzettingen worden op het bord genoteerd. De leerlingen discussiëren over de gevolgen van oorlog op de bevolking van een land.
Varianten
Tijdsduur
De leerlingen kunnen ook contact zoeken met kinderen uit een opvangcentrum voor niet begeleide minderjarigen en kunnen daar andere kinderen interviewen over hun situatie in hun thuisland.
60 minuten
Wil je meer weten? www.unicef.be www.jeugdenvrede.be www.vlaamsevredesweek.be www.paxchristi.be …. En zoek op internet nog andere organisaties die zich bezig houden met vrede. Zoek met de klas op internet info over de Tweede Wereldoorlog.
21
EN NU AAN JOU ! 1) Heb jij al geleerd wanneer de Tweede Wereldoorlog begonnen is en waarom? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
2) Denk jij dat kinderen die een oorlog meemaakten dit snel kunnen vergeten? Waarom wel of waarom niet? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
WAT ZIJN OORLOGSKINDEREN PRECIES? Oorlogskinderen zijn kinderen tot 18 jaar die slachtoffer zijn van oorlog in hun land of in het land waar ze wonen. Vaak zijn kinderen daar de dupe van. Er zijn winkels die sluiten, mensen die vluchten, scholen die vernield worden, kinderen en volwassenen die bang zijn, mensen die hun job verliezen… Een land dat oorlog voert geeft veel geld uit aan wapens, soldaten en aan het leger. Daardoor is er tekort aan voedsel, water, geneesmiddelen, schooltjes, enz. Die kinderen kiezen daar niet voor, maar jammer genoeg overkomt het hen wel.
Kinderen die erge dingen hebben meegemaakt, hebben vaak een trauma. Ze slapen slecht, zijn angstig en verdrietig. Ook die kinderen wil UNICEF helpen. Ze krijgen aandacht, er wordt geluisterd naar hun problemen en ze praten erover. UNICEF zorgt voor speelterreinen waar kinderen veilig en zorgeloos kunnen spelen en niet voortdurend denken aan de oorlog. Ook na een oorlog helpt UNICEF bij de wederopbouw.
Bijvoorbeeld… Naar schatting zijn 20 miljoen kinderen (dat is twee keer de Belgische bevolking!) op de vlucht voor het wapengekletter. Zij leven als vluchteling in kampen in eigen land of in naburige landen.
UNICEF is de afkorting van ‘United Nations International Children’s Fund’. Dat betekent zoveel als het ‘Kinderfonds van de Verenigde Naties’. De organisatie werd na de Tweede Wereldoorlog opgericht (1946) om alle kinderen te helpen die slachtoffer werden van het geweld tijdens die oorlog. Sinds die bewuste dag heeft UNICEF al miljoenen kinderen in 160tal landen geholpen. UNICEF is uitgegroeid tot een wereldorganisatie die kinderen in oorlog maar ook andere kinderen helpt, overal ter wereld. Kortom dat hun rechten, zoals ze staan in het Kinderrechtenverdrag (1989), gerespecteerd worden.
?
WAT DOET UNICEF VOOR OORLOGSKINDEREN?
?
UNICEF probeert kinderen die het moeilijk hebben in de oorlog te helpen. UNICEF zorgt voor noodhulp, zoals bijvoorbeeld water, voedsel, gezondheidszorg, opvang, tijdelijke schooltjes en schoolmateriaal…
WAAROM IS UNICEF OPGERICHT?
22
OORLOGSKINDEREN, VROEGER ?OOK IN BELGIË, NOG NIET ZO HÉÉÉL LANG GELEDEN…
KLOPT! LEES HIER HET VERHAAL VAN MIJN OPA, JOS SCHOENMAKERS. HIJ IS NU 81 JAAR EN HEEFT DE 2DE WERELDOORLOG MEEGEMAAKT!
DE OPA VAN ERIKA VERTELT…
“
Bij het begin van de 2e Wereldoorlog, in 1940, was ik 16 jaar. Ik was de oudste thuis en omdat mijn moeder thuis bleef om voor de andere kinderen te zorgen en mijn vader niet genoeg verdiende, moest ik stoppen met school en gaan werken. Ik werkte in een bos en dat was best wel zwaar. Op een keer ontdekte ik toevallig dat mijn broertjes en zusjes eten uit hun mond moesten sparen voor mij, zodat ik genoeg krachten kon opdoen voor die zware job! We hadden ook niet eens genoeg geld om aardappelen te kopen. Daarom aten we altijd wortelen en rapen. We moesten ook zelf ons brood maken met koren en meel dat ik kilometers verder bij een boer ging halen. Naar school gaan was helemaal anders dan nu. Mijn broers en zussen hadden er vaak honger en kou. Er was geen verwarming in de winter. Speelgoed uit de winkel was te duur, dus maakten veel kinderen zelf hun speelgoed. Zo heb ik ooit een camion van appelsienkisten geknutseld voor mijn jongere broertje. Nieuwe kleren uit de winkel kregen we eigenlijk nooit, maar mijn moeder was naaister. Zij kon oude lappen stof toch nog omtoveren in draagbare kleren. Voor onze schoenen zorgde ik dan weer. Ik repareerde oude, kapotte exemplaren met oud leer en soms zelfs met het rubber van autobanden!
”
23
Lieve vriendjes en vriendinnetjes, nu is het aan jullie! Probeer nog meer te weten te komen over het leven van kids in de 2e Wereldoorlog en zoek daarvoor iemand die het, net als mijn opa, allemaal zelf heeft meegemaakt. Als je niemand vindt in je familie, ga dan eens naar een bejaardentehuis bij jou in de buurt. Succes gegarandeerd!
EN NU AAN JOU ! 1. Voorbereiding Deze richtvragen kunnen je helpen. Maar zoek gerust zelf nog een aantal vragen! - Hoe oud was je toen de Tweede Wereldoorlog begon? - Hoe heb je gemerkt dat de oorlog begon? Hoe wist je dat? - Ben je naar school kunnen gaan tijdens de oorlog? - Hadden jullie genoeg te eten? - Kwamen jullie dingen tekort? - Hoe voelde je je in die periode? 2. Verslag Neem je interview op cassette op. Maak notities tijdens of na het gesprek. Noteer bijvoorbeeld de belangrijkste woorden en de reacties (hij/zij is verdrietig, denkt veel na…). Het zal je helpen bij een kort verslag van je interview hieronder. ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………
© UNICEF ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………
24
ACTIVITEITENFICHE 5 voor de leerkracht
Moeilijkheid : Ganzenbord Leerdoelen • De leerlingen begrijpen de gevolgen van oorlog op het leven van kinderen wereldwijd. • De leerlingen kunnen concrete maatregelen voorstellen om die problemen op te lossen. • De leerlingen zoeken mogelijkheden die iedereen kan gebruiken om die moeilijke humanitaire situatie te verbeteren. • De leerlingen ontdekken de programma’s van UNICEF in Burundi. • De leerlingen illustreren het werk van niet-gouvernementele organisaties in ontwikkelingslanden voor de vrede, om mensen te helpen en te werken aan ontwikkeling.
Verloop Fase 1 - Vorm groepjes - Leg de regels van het spel uit - Start het spel - Blijf moderator tijdens het spel Fase 2 Discussie: 1) Welke etappe in het spel was het moeilijkst? Waarom? 2) Wat denken jullie over de situatie van leeftijdsgenootjes die in oorlog leven, nadat je dit spel hebt gespeeld? 3) Welke van de verschillende oplossingen die werden voorgesteld, vind jij de beste?
Varianten - Het is makkelijker om in kleine groepjes te werken. Je neemt best een kopie van het spelbord en verdeelt de klas in verschillende groepjes.
Materiaal • Ganzenbord • Reglement • Fiches met voorbeelden van UNICEF in actie op het terrein • Fiches met verhalen van kinderen • Fiche met maatregelen om de gevolgen van oorlogen op kinderen te beperken
- Je kan het spel aanpassen aan het niveau en de leeftijd van de leerlingen door de getuigenissen te lezen en aan de leerlingen uit te leggen wat UNICEF doet op het terrein. - Leg voor of na het spel (afhankelijk van het niveau van de leerlingen) elk kinderrecht uit door concrete voorbeelden te geven. Leg de link met het Kinderrechtenverdrag. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de site www.unicefkids.be. - Gebruik op het einde van het spel tijdens de discussie de informatiefiche over Burundi om de situatie van kinderen in een oorlogsland gedetailleerder toe te lichten.
• Informatiefiche over Burundi • 6 pionnen en een dobbelsteen
Tijdsduur
Wil je meer weten?
45 minuten
De volgende brochures zijn beschikbaar in het documentatiecentrum van UNICEF: - UNICEF België op het terrein - Kinderen in oorlog/Kindsoldaten
Opvolging Wat kan jij doen ? Organiseer een spreekbeurt in jouw klas of een mini-conferentie rond oorlogskinderen op school. Leerlingen kunnen deelnemen aan de Nationale Spreekbeurtendag van UNICEF en een spreekbeurt houden over oorlogskinderen. Op www.unicefkids.be kunnen leerlingen gratis de gids downloaden die hen helpt om hun spreekbeurt voor te bereiden. Wat doet UNICEF? Je kan verschillende video’s gebruiken over de acties van UNICEF op het terrein. Neem contact op met het documentatiecentrum van UNICEF: 02/233.37.75 of via www.unicef.be.
Of bestel het driemaandelijks blaadje unicefKIDS (gratis): - nr. 1 over de kinderrechten - nr. 2 over oorlogskinderen Neem een kijkje op onze websites: www.unicef.be en www.unicefkids.be
25
I. REGLEMENT •
Aantal spelers : 6 spelers of 6 groepen van 2 (neem kopieën van het spel en van van de fiches).
•
Elke speler gooit een eerste keer met de dobbelsteen. De speler met het hoogste getal begint.
•
De beginner start en gooit met de dobbelsteen en gaat het aantal vakjes vooruit.
•
De speler die als eerste het 54ste vakje (of het 54ste artikel uit het Kinderrechtenverdrag) bereikt, is de winnaar.
Logo UNICEF : Je krijgt een extra beurt en mag nog eens gooien met de dobbelsteen. Dit kan enkel als je een van de kinderrechten kan opnoemen uit het Kinderrechtenverdrag.
Leest het verhaal van het kind dat op de foto staat, met daarbij een korte uitleg over de acties van UNICEF op het terrein.
25
Een getal : Ga dit aantal vakjes vooruit.
Een bom : Ga terug naar het vakje “start”.
Wapens : Je moet een beurt overslaan. Om te mogen spelen bij je volgende beurt, noem je een duidelijke oplossing voor kinderen die te lijden hebben onder oorlogen en geweld.
? Oona : Je moet een beurt overslaan.
26
II. FICHE MET DE 12 BELANGRIJKSTE KINDERRECHTEN. Gebruik deze fiche om de leerlingen te helpen bij het vakje “UNICEF”.
1
Je hebt het recht om te leven. Het land waarin je woont moet hiervoor zorgen. Dat betekent ook dat je recht hebt op de beste verzorging als je ziek bent en dat je geholpen moet worden als je problemen hebt.
5
4
3 Je hebt bij je geboorte recht op een eigen naam en nationaliteit.
6
2
Je hebt recht op je eigen plekje waar je je goed voelt en waar je alleen kan zijn.
Je moet beschermd worden tegen zware en gevaarlijke lichamelijke arbeid die slecht is voor je gezondheid en die je daardoor niet de mogelijkheid geeft om naar school te gaan.
11
Je moet beschermd worden tegen geestelijke en lichamelijke mishandeling.
7 Je moet beschermd worden tegen oorlog. Ook oorlogs- en vluchtelingenkinderen hebben recht op speciale bescherming.
8 Je hebt recht op je eigen geloof, je eigen cultuur en je eigen taal.
10
9 Je hebt recht op een eigen mening en op informatie die je begrijpt: informatie over je rechten bijvoorbeeld.
Je hebt recht op een gezonde en evenwichtige voeding, zodat je genoeg vitamientjes binnenkrijgt om groot en sterk te worden.
Je hebt het recht om naar school te gaan en nieuwe dingen te leren.
Je hebt recht op ouders die je graag zien en waarbij je veilig kan opgroeien. Je mag niet zomaar bij je ouders weggehaald worden.
12 Je hebt het recht om te spelen, plezier te maken, te zingen, te dansen ... alleen of met je vriendjes. En je talenten te ontwikkelen natuurlijk.
De volledige inhoud van het Kinderrechtenverdrag vind je op www.unicef.be en www.unicefkids.be.
27
III. FICHE MET VOORBEELDEN VAN MAATREGELEN OM DE GEVOLGEN VAN OORLOGEN OP KINDEREN TE BEPERKEN Gebruik deze fiche om de leerlingen te helpen bij het vakje “Wapens”.
jke plaatsen, einen en kindvriendeli • Zorgen voor speelpl doen. In spelen en aan sport waar kinderen kunnen en es geeft dit hen hoop moeilijke conflictsituati ze “kind zijn”. vreugde en kunnen
• Zorgen voor een vluchtcentrum
met basisvoorzieningen waar kinderen en hun fam ilies een dak boven hun hoofd hebben, te ete n en te drinken hebben, waar toiletten en was bakken zijn, de kinderen naar een voorlopig school tje kunnen gaan…
• Zorgen dat kinderen kunnen deelnemen aan allerlei activiteiten waar ze leren over het gevaar voor landmijnen, de veiligheid in het melijk of en tegen licha rm he kamp, omgaan met andere kinderen van hun sc e b n , enkindere ueel misbruik • Vluchteling leeftijd… tbuiting, seks ui , ld e w e g n… ch e psychologis ende groep ving in gewap lij in n, e d he d wree • Families van straatki nderen opzoeken en de kinderen laten terug keren naar huis. • Opvangcentra en speelcentra oprichten.
ool kunnen gaan. • Zorgen dat de kinderen naar sch
• Praten met gewape nde groepen en me t overheden, zodat ze geen kindsoldaten gebruiken in de strijd .
ijnen.
• Mijnenvelden ontm
• Mensen informeren en sensibiliseren over het belang van vaccinatie. In tijden van oorlog is de kans op besmettingen en infecties in vluchtelingenkampen en ook daarbuiten veel groter.
• Ook in tijden van oorlog blijft het belangrijk om mensen te informeren over het besmettingsgevaar van HIV/aids.
© UNICEF
• Ontmoetingscentra oprichten voor mensen van verschillende afkomst, verschillende culturen en godsdiensten om te leren samenleven. De kinderen leren er (opnieuw) overeenkomen en spelen met elkaar, via: - vredesonderwijs - discussiegroepen met verschillende culturen samen - therapie door te praten, tekenen, spelen… - taalklassen - informatieklassen - muziekateliers, culturele ateliers, filmprojecties…
28
IV. FICHE MET GETUIGENISSEN EN VOORBEELDEN VAN ACTIES VAN UNICEF OP HET TERREIN Gebruik deze fiche om meer uitleg te geven bij het vakje “Foto”. Geef telkens een van de getuigenissen die volgen.
• UNICEF werkt samen met een groot aantal partners, gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties om bescherming en hulp te geven aan kinderen in gewapende conflicten.
• UNICEF zorgt voor kinderopvang.
© UNICEF
• UNCEF helpt de kinderen die zelf moeten zorgen voor hun jongere broers en zusjes, omdat ze geen ouders meer hebben.
• UNICEF gaat na hoe het gaat met de kinderen in landen waar conflicten zijn. Dit doet UNICEF door onderzoek te doen, door met mensen te praten en cijfers te verzamelen (bvb. Hoeveel kinderen zijn actief als kindsoldaat, hoeveel kinderen leven in kampen…)
• UNICEF doet pleidooiwerk en lobbywerk bij overheden, organisaties…, d.w.z. UNICEF probeert de regering en andere belangrijke mensen de overtuigen dat zij acties moeten opzetten om kinderen te helpen, bijvoorbeeld door geld vrij te maken voor vluchtelingen, door een wet te maken die verbiedt om kinderen te gebruiken als kindsoldaat. • UNICEF helpt kinderen die gescheiden werden van hun ouders, gaat na wie die kinderen zijn en zoekt hun familie. UNICEF geeft hen de nodige medische zorgen.
• UNICEF wil dat iedereen vredesonderwijs volgt zodat kinderen en volwassenen leren om samen te leven met elkaar in een vredige samenleving met verschillende culturen, godsdiensten,… Vredesonderwijs leert kinderen en leerkrachten waarden als solidariteit, gelijkheid, wederzijds vertrouwen, rechtvaardigdie ook in het waarden heid…, Kinderrechtenverdrag staan.
• UNICEF organiseert het werk van verschillende organisaties om verzorging en bescherming te geven aan de kwetsbare kinderen, zoals bijvoorbeeld speciale begeleiding voor vluchtelingenkinderen in centra waar ze gezondheidszorg en voedsel krijgen, naar school gaan en voorbereid worden om naar hun familie terug te keren of zelfstandig te leven in hun gemeenschap (door bijvoorbeeld naaicursussen te volgen, opleidingen te volgen tot mechanicus of timmerman,…)
Chantal is gezinshoofd en woont in Burundi Chantal is 13 jaar en woont op de heuvel Doyabututsi (in de provincie Gitega). Ze is de oudste van 4 kinderen: ze heeft een klein zusje Micheline en 2 broers Christophe en Richard. Chantal werd “gezinshoofd” op haar 9 jaar toen haar ouders stierven. Haar papa werd gedood tijdens de oorlog, haar mama stierf niet lang na de oorlog. “Toen onze ouders nog leefden, waren we heel arm. Nu hebben we niets meer. De buren hebben hun huis geleend zodat we een tijdje een plaats hadden om te slapen. Een groep mensen in ons dorp heeft ons geholpen zodat ik nu ook naar school kan gaan.” © UNICEF
Chantal vertelt hoe ze haar dagen doorbrengt: “Ik sta op om 6u en begin met huishoudelijke taken, ik ga water halen uit een waterput op ongeveer 1 km en ik maak het eten klaar.” Als ze niet naar school gaat, werkt Chantal om geld te verdienen voor haar familie. Ze bewerkt hun klein lapje grond en gaat bakstenen dragen. Als ze 100 stenen heeft gedragen, verdient ze 50 Fbu (ongeveer 4 Eurocent).
Wat doet UNICEF ? UNICEF werkt samen met andere organisaties, mensen uit het dorp en de families. UNICEF gaat af en toe bij Chantal en haar broers en zusjes langs om er zeker van te zijn dat alles in orde is, dat ze in goede gezondheid zijn en goed samenleven.
Félicien (links), Pascal (midden) en Trésor (rechts) leven op straat in Burundi Félicien heeft een kleine broer en 3 zussen. De papa van Félicien was militair en is in 1998 gestorven in de oorlog. Toen hij 12 was, verliet Félicien zijn geboortedorp omdat zijn mama daar niet meer voor hen kon zorgen. Zijn mama was nog jong toen zijn papa stierf. Ze werkt nu voor een baas die haar heel hard doet werken op onmogelijke uren.
© UNICEF
Félicien herinnert zich het leven in zijn dorp nog goed: “Thuis heb je het goed, ben je samen met je familie… maar ik ben moeten vertrekken omdat we niet genoeg te eten hadden.” Félicien heeft 3 jaar op straat geleefd in Bujumbura, de hoofdstad van Burundi. “Ik bedelde op straat om te kunnen overleven en vroeg telkens “Help mij Papa, help mij Mama”. Soms droeg ik de zakken van de mensen en dan gaven ze me iets. Zo verzamelde ik 1000 tot 15000 Fbu (ongeveer 1 tot 1,5 Euro) op een dag… op de goede dagen… want er zijn ook dagen dat je niet genoeg hebt om te kunnen eten. Als ik niet genoeg geld bij elkaar heb om de honger te stillen, dan helpt mijn vriend me en deelt hij met mij”, vertelt Félicien over zijn vriend Trésor, die naast hem zit. Wat doet UNICEF ? UNICEF zoekt deze straatkinderen op om hun familie terug te vinden en zorgt voor een goede terugkeer van de kinderen naar hun dorp of stad. Zo krijgen ze bijvoorbeeld een basiskoffertje met hulpgerief mee naar huis. In afwachting krijgen de kinderen opvang, gezondheidszorg en worden ze beschermd tegen uitbuiting.
GETUIGENISSEN GETUIGENISSEN
29
GETUIGENISSEN GETUIGENISSEN
30
Fiston is wees in Burundi Fiston is 3 jaar en is seropositief (draagt het HIV/aids-virus). Hij heeft beide ouders verloren. Zijn broer van 7 jaar heeft hem naar het Therapeutisch Voedingscentrum gebracht. Het centrum ligt in Gutumba, in de provincie Bujumbura. Dit centrum zorgt voor degelijke voeding voor kinderen en mama’s die ondervoed zijn of aidspatiënt zijn.
Wat doet UNICEF ? © UNICEF
UNICEF ondersteunt het Therapeutisch Voedingscentrum met therapeutische melk, met medisch materiaal zoals weegschalen, vaccinatieboekjes… Kinderen krijgen er ook speelgoed om mee te spelen met andere kinderen en zich te amuseren.
X was kindsoldaat in Burundi X is afkomstig van Gitega en is 18 jaar. Hij woonde bij zijn ouders, zijn 2 zussen en 3 broers in een dorpje in de heuvels. Hij vertelt dat hij verplicht was om keer op keer te vluchten voor het geweld en de gevechten. Daarom heeft hij zich op zijn 15 jaar aangemeld bij een gewapende groepering, omdat hij hoopte dat hij er onderdak en bescherming zou vinden. Hij vertelde niet aan zijn ouders dat hij hen zou verlaten. Hij is enkel vertrokken “omdat mijn recht op leven niet werd gerespecteerd”, vertelt hij.
© UNICEF
Toen hij aankwam in de gewapende groep, kreeg hij een militaire opleiding en een wapen. “De kinderen werden gezien als militairen, net als alle anderen. Wij kregen niets extra.” Hij heeft veel spijt over die periode en heel wat beelden blijven hem achtervolgen. “We vertrokken op een dag om te gaan vechten, we hoorden de wapens, sommigen stierven, maar we moesten blijven stappen tussen de lijken en in de regen. We waren vaak bang en wilden soms niet verder stappen. Maar dan kregen we stokslagen zodat we verder zouden stappen.” Als je hem vraagt hoe zijn leven er uit zou zien, als hij niet mee had gevochten, antwoordt hij: “Ik zou al iemand zijn die weet wat hij wil doen met zijn leven”. Na 3 jaar werd hij uit het leger gehaald en terug naar huis gebracht. Hij is blij met zijn opleiding tot kleermaker. Maar ’s nachts heeft hij vaak akelige dromen en schrikt soms wakker uit zijn slaap. Hij heeft een boodschap voor de kinderen in België: “Als je op een dag ziet dat er oorlog gaat uitbreken en je bent nog te jong om mee te vechten, doe het niet!”
Wat doet UNICEF ? UNICEF praat met de overheid en met gewapende groepen om hen te overtuigen dat kinderen geen oorlog mogen voeren. UNICEF probeert kindsoldaten te demobiliseren (= uit het leger halen) zodat ze terug naar hun familie kunnen gaan, een normaal leven hebben, naar school gaan en in vrede leven.
Grace is zwaar ziek en heeft 2 kinderen. Grace (rechts) is 30 jaar en is zo ziek dat ze moeilijk kan praten. Haar moeder (53 jaar) gaat met haar mee naar het medisch centrum en vertelt het verhaal van Grace. Grace heeft 2 kinderen van 4 jaar en 7 jaar. Haar eerste man, die ook papa is van beide kinderen, is omgekomen in de oorlog. Nadien heeft Grace haar tweede man ontmoet. Hij had het HIV-virus en heeft Grace besmet met het virus. Toen de ziekte zichtbaar werd bij Grace, schaamde haar man zich en heeft hij haar en de twee kinderen achtergelaten. Van de ziekte aids kan je nog steeds niet genezen en in Afrika is het heel moeilijk en duur om een behandeling te krijgen. De kinderen van Grace zullen weeskinderen worden.
Wat doet UNICEF ?
© UNICEF
UNICEF steunt verzorgingcentra voor mensen met HIV/aids, waar ze ook onderzoeken en testen afnemen. UNICEF zoekt andere familieleden om te zorgen voor de kinderen. UNICEF zorgt ervoor dat de patiënten contact houden met hun familie via boodschappen en brieven zodat ze afscheid kunnen nemen van hun familie..
Justin speelt op 1 been Justin is 9 jaar en woont in een buitenwijk van Kamenge in Burundi. “Toen ik heel klein was, ben ik door een granaat mijn rechterbeen kwijtgeraakt. Mijn papa is gedood in de burgeroorlog en mijn mama is te oud en te zwak om voor ons te zorgen. Mijn oudste zus verdient geld voor de familie door af en toe groenten te verkopen op straat. Ze zeiden me dat ik moest gaan bedelen om geld te verzamelen voor mijn familie. Zo help ik hen te overleven. Ik ben naar school gegaan tijdens het eerste leerjaar van de lagere school, maar ik ben moeten stoppen met school. Door de oorlog zijn we met onze familie gevlucht naar het vluchtelingenkamp van Muyange. Ik zou graag terug naar school gaan, maar zonder mijn hulp heeft mijn familie niet genoeg te eten.” Wat doet UNICEF ? UNICEF helpt kinderen met een handicap te overleven en zich te ontwikkelen. UNCEF vangt de kinderen op, zoekt hun familie en zorgt dat ze toch naar school kunnen gaan en zich thuis voelen in hun familie.
© UNICEF
GETUIGENISSEN GETUIGENISSEN
31
32
V. INFORMATIEFICHE OVER BURUNDI Gebruik deze fiche als introductie op het spel of als aanvullende informatie achteraf. Oppervlakte
27 830 km2 (België : 30 528 km2)
Ligging
ligt in Centraal Afrika, buurlanden: Tanzania, Rwanda, Congo
Hoofdstad
Bujumbura
Inwoners
6 370 609 (juli 2005) (In België : 10 364 388 - juli 2005)
Kindersterftecijfer
70 op 1000 levendgeborenen (in België: 5 op 1000 levendgeborenen)
Levensverwachting
43 jaar (In België : 79 jaar)
Religie
Katholieken 62%, Protestanten 5%, inheemse godsd. 23%, Moslim 10%
Talen
Kirundi, Frans, Swahili (langs het Tanganyikameer en in de streek van Bujumbura)
• Vaststelling: De burgeroorlog in Burundi heeft gezorgd voor heel wat vluchtelingen en ontheemde kinderen, vooral tegen de grens met Tanzania. Het kindersterftecijfer ligt heel hoog en minder dan de helft van de kinderen gaat naar school (49% van de jongens en 44% van de meisjes). Veel kinderen zijn ingelijfd in het leger of in gewapende groepen om oorlog te voeren. De kindsoldaten moeten vechten, maar worden ook ingezet als koks, dragers, verkenners, seksslaven, of om mijnen op te sporen… Kinderen die niet meevechten of in een leger zitten dragen ook de gevolgen van de oorlog: ze verliezen een of beide ouders en worden wees, kunnen niet meer naar school, worden geslagen, leven in armoede, hebben geen verzorging wanneer ze ziek zijn, leven op straat,… • Hoe komt het dat kinderen worden ingezet als kindsoldaat? - Doordat ze arm zijn en in het leger een minimum aan voedsel krijgen. - Er zijn meer en meer lichtere wapens die kinderen makkelijker kunnen gebruiken. - Door een gebrek aan onderwijs en aan schooltjes. - De aanwezigheid van soldaten in de samenleving, zetten volwassenen aan om kinderen als soldaat te gebruiken. - Kinderen gaan vrijwillig omdat ze denken dat ze er bescherming krijgen of ze doen het uit wraak voor de dood van hun broers, zusjes, ouders… - Soms worden kinderen ook gedwongen om in het leger te gaan of ze worden ontvoerd. • Getuigenissen: Zie de verhalen van Chantal, Félicien, Fiston, X, Grace en Justin.
11
16
Je krijgt een extra beurt en mag nog eens gooien met de dobbelsteen. Dit kan enkel als je een van de kinderrechten kan opnoemen uit het Kinderrechtenverdrag.
Leest het verhaal van het kind dat op de foto staat, met daarbij een korte uitleg over de acties
6
25
Een getal: ga dit aantal vakjes vooruit.
Ga terug naar het vakje “start”.
48 Je moet een beurt overslaan. Om te mogen spelen bij je volgende beurt, noem je een duidelijke oplossing voor kinderen die te lijden hebben onder oorlogen en geweld.
3
20
Ganzenspel
van UNICEF op het terrein.
23
? Je moet een beurt overslaan.
START DOE MEE!
DOE MEE!
WA'S DA?
LAAT JE HOREN!