Route L - Ocean ►
De route van de Ocean start in de Bush. Volg de bordjes naar de Ocean. De vragen staan in chronologische volgorde.
■ 1
Kwallen Dat er langs de Nederlandse kust kwallen voorkomen, is algemeen bekend. De oorkwal kun je herkennen aan de vier witte ringen die door het geleiachtige lichaam heen schijnen. De netelcellen op de tentakels bevatten een gif dat pijn of jeuk kan veroorzaken bij een dunne of gevoelige huid. Een kwal bestaat voor ongeveer 95 % uit water.
oorkwallen
a
Bij welke hoofdafdeling van het dierenrijk worden poliepen en kwallen ingedeeld? __________________________________________________________________________
b
Op welke manieren kan een kwal zich voortbewegen? __________________________________________________________________________
c
Kwallen en garnalen zijn algemeen voorkomende soorten. Bijna overal ter wereld kom je wel kwallen en garnalen in zee tegen. In welke van de volgende situaties is de kans het grootst, dat er een fossiel ontstaat? Omcirkel de juiste letter. A B C D
Een kwal die met zeewater in contact blijft. Een kwal die met een dikke zandlaag wordt bedekt. Een garnaal die met zeewater in contact blijft. Een garnaal die met een dikke zandlaag wordt bedekt.
Tropische oceanen ■ 2
leefmilieu’s in tropische oceanen a
In tropische oceanen kun je globaal vijf gebieden onderscheiden. Bekijk de tekening en geef de namen van deze vijf gebieden, aangeduid met de letters A t/m E. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
b
Wat is het verschil tussen een lagune en een barrière-rif? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
c
Koralen komen in veel vormen en kleuren in koraalriffen voor. Noem twee factoren die ervoor zorgen dat deze koralen gemakkelijk kunnen groeien. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
■ 3
Zelfverdediging Kenmerkend voor riffen is de enorme soortenrijkdom. Koraalriffen worden niet voor niets vergeleken met tropisch regenwouden.Omdat er zoveel verschillende dieren voorkomen die elkaars voedsel kunnen zijn, zit het leven daarom vol gevaren. Tijdens de rust moeten vissen zichzelf goed beschermen. De meeste zoeken bij het donker worden een rustig plekje om te gaan slapen. Andere verkleuren zelfs naar een grauwgrijze kleur. Waarom krijgen Koraalvlinders dan juist opvallende vlekken? ___________________________________________________________________________
■ 4
Veranderende vissen Vissen kunnen er om allerlei veranderen van uiterlijk. Zo bestaan er vissen die wanneer ze volwassen worden, andere kleuren krijgen of zelfs van vorm veranderen. Bij een aantal vissensoorten is het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes goed te zien. Een vrouwtjeslipvis kan echter op latere leeftijd veranderen in een vruchtbaar mannetje. De kleuren, die typisch zijn voor het geslacht, veranderen mee. Is een geslachtsverandering bij vissen normaal of abnormaal? ___________________________________________________________________________
■ 5
a
Licht in de zee Het leven in koraalriffen is erg afhankelijk van de hoeveelheid licht. Daarom zie je boven het wateroppervlak soms lampen schijnen. De grote hoeveelheid licht is noodzakelijk voor de algen. In het weefsel van steenkoraalpoliepen leven eencellige algen. Ze leven daar in symbiose met het koraal. Welke afvalstof van koraal is voedsel voor die algjes en welk product van de alg is belangrijk voor de poliep? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
b
Verklaar waarom steenkoralen veel licht nodig hebben om te overleven. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
c
Hoe lossen vissen in de duistere diepzee het lichtprobleem op om toch achter hun prooi aan te kunnen gaan? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Zonlicht bestaat uit verschillende kleuren. Dat kun je zien als het licht op een bepaalde manier gebroken wordt door een prisma.
lichtbreking door een prisma
d
Het ontstaan van een regenboog berust ook op de breking van licht. Welk licht uit het spectrum van de regenboog dringt het diepste door in de zee? ___________________________________________________________________________
■ 6
a
Algen en koolstofdioxide Algen in alle oceanen hebben het vermogen om enorme hoeveelheden koolstofdioxide (CO2) op te nemen en te gebruiken. Ze maken er een energierijke stof van. Wat is de naam van het proces waarbij CO2 omgezet wordt in een energierijke stof? ___________________________________________________________________________
b
In welke delen van een algencel vindt dit proces plaats? ___________________________________________________________________________
c
Welke andere stof dan CO2 hebben algen hierbij nodig? ___________________________________________________________________________
d
Geef hieronder de volledige reactievergelijking van het proces dat bij vraag a bedoeld werd. ___________________________________________________________________________
e
De laatste eeuw is de hoeveelheid koolstofdioxide in de oceanen enorm toegenomen. Onderzoekers zijn door berekeningen te weten gekomen dat de productie koolstofdioxide tot ongeveer het jaar 1780 gelijk was aan de CO2 – opname door de oceanen. Nu wordt er meer CO2 geproduceerd dan de oceanen kunnen opnemen. Waardoor is de productie van CO2 tegenwoordig groter? Noem twee menselijke activiteiten die daarvoor zorgen. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
■ 7
a
Verschillende hoofdafdelingen Bij zeeën en oceanen denk je misschien meteen aan vissen. Maar er leven ook grote aantallen ongewervelde dieren. Zo kom je er dieren tegen uit de afdelingen van de stekelhuidigen, geleedpotigen, sponzen, weekdieren, wormen en holtedieren. Jaarlijks worden helaas nog veel Middellandse-Zee-sponzen gedood en verkocht als badspons. Veel mensen beseffen niet dat dit dieren zijn geweest die ooit vastzaten aan de zeebodem. Maak de tabel verder af door bij elke hoofdafdeling één of meerdere voorbeelden te noemen van dieren die leven op het koraalrif. Hoofdafdeling:
Voorbeelden van dieren op het koraalrif:
Geleedpotigen Sponzen Stekelhuidigen Weekdieren Wormen Holtedieren
sponzen in de vorm van een beker
Kokerwormen zijn langgerekte wormen die in een koker leven. Hun voedsel bestaat uit plankton. Sommige soorten kunnen ze meer dan 10 cm worden, maar de meeste soorten worden niet groter dan een centimeter of vijf.
kokerworm
b
Ze komen hun koker niet uit maar op welke manier krijgt een kokerwormpje dan voedsel? ___________________________________________________________________________
c
Waaruit bestaat het voedsel van sponzen voornamelijk? ___________________________________________________________________________
d
Veel zeesterren zijn afvaleters op het rif. Leg de term afvaleter kort uit. ___________________________________________________________________________
■ 8
Koralen Koralen zijn vaak kolonies van vele diertjes, poliepen genaamd. Ze hebben eencellige algen in het weefsel. Deze algen zorgen voor de voeding van de poliepen.
hertshoornkoraal a
Koralen zijn zelf meestal niet zo kleurrijk. Waardoor wordt de kleur dan wel door veroorzaakt? ___________________________________________________________________________
b
Waarmee voeden koralen zich? ___________________________________________________________________________
■ 9 a
Zakpijpen Zakpijpen zijn dieren die vastzitten aan de zeebodem. Net als poliepen ontstaan nieuwe individuen door knopvorming. Kijk maar eens naar de tekening op het informatiebord. Hoe wordt deze manier van voortplanting genoemd? ___________________________________________________________________________
b
Maak in het kader hieronder een schematische tekening van een zakpijp en zet erbij bij welke afdeling ze horen. Denk aan de tekenregels.
Samenleven ■ 10 Veel dieren leven in symbiose met elkaar. In veel gevallen levert het voor beide soorten een voordeel op. (Bijvoorbeeld: het ene dier verdedigt het ander in ruil voor wat voedsel of afval). Beschrijf kort de twee samenlevingsvormen, die je op de infoborden tegenkomt. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Stabiele milieus ■ 11 Oceanen zijn stabiele milieus: de samenstelling van het water en de temperatuur verandert nauwelijks. Hieronder zie je een achttal beweringen. Welke beweringen zijn juist? Maak het hokje met de juiste bewering zwart. Let op: er kunnen er per onderdeel twee juist zijn. a
De waterkwaliteit moet steeds goed zijn. Met de waterkwaliteit komt het niet zo nauw.
b
Er is veel licht nodig. Er is voldoende leven mogelijk met weinig licht.
c
Veel verschillende diersoorten leven er samen. Dieren leven er nauwelijks samen, het is ieder voor zich.
d
Er zijn veel diersoorten aanwezig. Er zijn maar weinig soorten maar van elke soort zijn er grote aantallen dieren aanwezig.
Nachtdieren ■ 12 Veel dieren leven in de donkere delen van de oceanen. Zij moeten daarom speciaal aangepast zijn aan het donker.
lantaarnhengelvis
a
Op welke drie manieren kunnen deze dieren zijn aangepast om te weten te komen wat er in hun omgeving gebeurt? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
b
Het daglicht dringt in oceanen niet veel verder door dan zo’n 200 meter. Veel vissen die op deze diepte leven, hebben in hun ogen daarom genoeg aan maar één soort zintuigcellen. Welke zintuigcellen worden hier bedoeld? ___________________________________________________________________________
c
Hoe wordt de laag van het oog genoemd waarin zich deze zintuigcellen bevinden? ___________________________________________________________________________
Haaien ■ 13 De bekendste maar ook meest gevreesde vissen zijn de haaien.
haai a
Noem uit het grote bassin (ca. 3 miljoen liter) de vier grootste vissen. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
b
Welke drie organen gebruiken haaien om de prooi te vinden? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
c
Welk verschil kun je noemen tussen haaien (en roggen) en de andere vissen, als je de skeletten met elkaar vergelijkt? Maak het juiste hokje zwart.
Haaien hebben geen bekkenbotten. Het hele skelet van haaien bestaat uit kraakbeen. De ribben zitten bij haaien niet aan de wervelkolom vast. Haaien hebben botten die alleen uit kalk bestaan. De tanden zijn blijvend vergroeid met de schedelbeenderen.
een stukje haaienhuid
d
Haaienhuid staat model voor de vervaardiging van zwempakken. Kun je kort uitleggen waarom? ___________________________________________________________________________
e
Waar werd haaienhuid vroeger voor gebruikt? ___________________________________________________________________________
Haaienogen lijken erg op die van een mens. Veel haaien kunnen bovendien bij weinig licht of troebel water toch goed zien. Dat komt doordat er zich vlak achter het netvlies een extra laag bevindt. Deze laag weerkaatst het licht terug naar de zintuigcellen in het netvlies.
schematische doorsnede van een haaienoog f
Is de drempelwaarde voor lichtprikkels bij haaienogen hoger of lager dan de drempelwaarde bij de ogen van een mens? Leg je antwoord kort uit. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
g
Met welke letter wordt de laag aangegeven die licht weerkaatst? ___________________________________________________________________________
h
Veel haaien die in open zee leven, zijn aan de rugkant donker en aan de buikzijde licht van kleur. Welke functie heeft dit? ___________________________________________________________________________
i
Vissen zijn in het bezit van een zwemblaas. Deze kan zich met lucht vullen. Daarmee komt een vis makkelijker boven. Haaien hebben geen zwemblaas. Dat bemoeilijkt het drijfvermogen. Om toch hieraan aangepast te zijn, bevat de grote lever van een haai een stof die lichter is dan water. Soms is de lever van een haai wel een kwart van zijn lichaamsgewicht. Welke stof wordt er bedoeld? ___________________________________________________________________________
Haaien zijn aangewezen op hun zintuigen. Ze hebben een heel gevoelige neus: ze kunnen zelfs één druppel bloed in honderd miljoen druppels zeewater ruiken. Een ander typisch vissenorgaan is het zijlijnorgaan. Dit zintuig neemt trillingen van het water waar. Het bestaat uit een aantal kanalen die vlak onder de huid liggen. Water kan via openingen deze kanalen binnenstromen en zintuigcellen prikkelen. Een haai kan zo de kleinste stroming in het water waarnemen.
zijlijnorgaan j
Waar lijkt dit zintuig het meest op, als je het vergelijkt met een orgaantje dat bij de mens aanwezig is? Maak het juiste hokje zwart en leg je antwoord uit.
Op het gehoorzintuig. Op het gezichtszintuig. Op het reukzintuig. Op het smaakzintuig.
Uitleg: ___________________________________________________________________________
k
Kijk goed naar de tekening. De zintuigcellen in het zijlijnorgaan zijn verbonden met zenuwen. Zijn de uitlopers in deze zenuw uitlopers van bewegingszenuwcellen, van gevoelszenuwcellen of van schakelcellen? Omcirkel de juiste letter. A B C
Uitlopers van bewegingszenuwcellen. Uitlopers van gevoelszenuwcellen. Uitlopers van schakelcellen.
Scholen ■ 14 Vissen leven vaak in een school. Je zou dit met een kudde kunnen vergelijken, alleen in een school is elk individu gelijk, terwijl er in een kudde vaak een hiërarchie bestaat. En dat dit kan leiden tot agressie, is iedereen bekend. Vissen in een school kennen dit probleem niet. Toch zijn naast de voordelen ook wel nadelen te noemen. a Noem twee voordelen van schoolvorming. (1) ________________________________________________________________________ (2) ________________________________________________________________________
b
Noem twee nadelen van schoolvorming. (1) ________________________________________________________________________ (2) ________________________________________________________________________
Pijlstaartroggen ■ 15 Roggen spreken altijd tot de verbeelding. Bij deze kraakbeenvissen zijn de kieuwspleten goed te zien. Op de lange staart staan één of twee gifstekels, waar ze hun vijanden zware of zelfs dodelijke verwondingen mee kunnen toebrengen.
pijlstaartrog
Hoeveel kieuwspleten tel je bij een pijlstaartrog? ___________________________________________________________________________ Foute souvenirs ■ 16 Leg kort uit wat je verstaat onder ‘foute souvenirs’. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
einde Route L - Ocean ►
Als je hierna de route van de Desert moet doen, dan ben je al bijna op de startplek. Zoek op het kaartje waar je route precies begint.