Adviesraad Wmo Gemeente Wijk bij Duurstede
Aan:
College van B&W Gemeente Wijk bij Duurstede
Wijk bij Duurstede, 24 september 2014
Betreft: Advies inzake de concept Wmo-verordening 2015,
op de versie welke ter inzage ligt. Reactie/verwerking is schuin gearceerd (SvdG, 25-09-2014)
Geacht college, Een afvaardiging van de Adviesraad heeft diverse malen overlegd met mevr. W. Hendriks. Dit overleg hebben wij beschouwd als waardevol en positief. Veel van onze opmerkingen zijn overgenomen. Aangezien de ter inzagenlegging het proces van meedenken enigszins doorkruiste, blijven er punten over waarover wij het noodzakelijk vinden een advies uit te brengen. Een aantal van onderstaande punten had mogelijk tijdens het overleg, evenals eerdere bijdragen, overgenomen kunnen worden. Dit lijkt nu niet mogelijk te zijn omdat de concept verordening officieel ter inzage ligt voor inspraak. Algemene opmerking: Wij adviseren u dringend, teneinde verwarring te voorkomen, zowel in de Wmo-verordening als in de nota Team Wijk en in de verordening Jeugdzorg gebruik te maken van dezelfde begrippen en omschrijvingen en deze toe te voegen aan deze documenten. Reactie: In beide verordeningen is zoveel mogelijk dezelfde terminologie doorgevoerd.
In chronologische volgorde behandelen we onderstaand de hoofdstukken uit de concept verordening Wmo 2015. Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen -Wij adviseren u om aan Hoofdstuk 1 “Begripsomschrijvingen”, de omschrijvingen van “Woonvoorzieningen en Woningaanpassing” toe te voegen. Deze ontbreken. Reactie: Is toegevoegd -Lid 11 Cliënt: Wij adviseren ter verduidelijking van het nieuwe begrip maatwerkvoorziening achter “een maatwerkvoorziening” toe te toevoegen: in de vorm van zorg in natura. Reactie: Is verwerkt -Lid 14 Respijtzorg: Wij adviseren de omschrijving van Respijtzorg te wijzigen in: Respijtzorg is tijdelijke, mogelijk professionele, zorg om de mantelzorger te ontlasten. Reactie: Is verwerkt, haakjes hebben de functie van een ‘kan’ bepaling dus blijven staan. -Lid 23 Persoonsgebonden budget: Wij adviseren om de titel “Persoonsgebonden budget te wijzigen in: Lid 23 Maatwerkvoorziening in de vorm van een Persoonsgebonden budget. Dit geeft duidelijk aan dat een maatwerkvoorziening in natura voorkomt (zie Lid 22), maar eveneens in de vorm van een persoonsgebonden budget. Reactie:Is verwerkt -Lid 24 Gebruikelijke hulp: Wij adviseren de titel van Lid 24 te wijzigen in: “Gebruikelijke zorg``. Het woord hulp is hier niet op zijn plaats. Tevens adviseren wij de volgende omschrijving te gebruiken: Het gaat om de normale dagelijkse zorg die partners of ouders en/of inwonende kinderen elkaar onderling bieden omdat ze als leefeenheid gemeenschappelijk een woning bewonen en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van de leefeenheid. Op het moment dat binnen de leefeenheid de zorg om en aan elkaar het algemeen gebruikelijke overstijgt, is er hulp van buitenaf nodig. In dit verband gaat het er om of er zich zaken voordoen die een te grote inspanning vergen voor de leden van de leefeenheid waardoor het functioneren van de leefeenheid een probleem wordt.
Reactie: De omschrijving is overgenomen. De term ‘gebruikelijke hulp’ is gehandhaafd omdat deze term letterlijk uit de wet komt en breder is dan de term ‘gebruikelijke zorg’ zoals deze onder de AWBZ werd gevoerd. -Lid 27 Chronische psychische of Psychosociaal probleem: In onze ogen voldoet deze omschrijving niet. Een chronisch psychisch probleem is psychiatrie en valt daarmee onder ziekten, zoals b.v. somatische ziekten en lichamelijke handicap. De verschillende soorten handicaps en ziekten worden niet benoemd, daarom hoeft ook psychiatrie niet specifiek benoemd te worden Wij adviseren deze te vervangen door: Een psychosociaal probleem, is een probleem waarbij een verlies is van voldoende inzicht in eigen functioneren. Dit gaat samen met beperkingen in psychisch en sociaal functioneren, wat o.a. leidt tot belemmeringen in relaties met anderen. Reactie: Is overgenomen -Lid 30 Melding: In dit Lid wordt niet vermeld hoe het college de ontvangst van de melding bevestigt. Wij adviseren u een schriftelijke bevestiging van de ontvangst van de melding te sturen. De Adviesraad vindt dit belangrijk omdat de inwoner/cliënt dan zeker weet dat zijn ondersteuningsverzoek, op welke wijze dan ook gedaan, gehoord en begrepen is en vanaf dat moment in behandeling wordt genomen. Dit kan van belang zijn ivm de samenhang met andere voor inwoner/cliënt belangrijke terreinen, zoals de gezondheidszorg (behandelend arts). Reactie: De manier waarop de melding bevestigd wordt, zal worden uitgewerkt in de beleidsregels en wordt daarom nu niet in de verordening opgenomen. Dit omdat op dit moment de werkprocessen nog verder moeten worden ingevuld en nog niet geheel duidelijk op welke manieren een melding bevestigd zal gaan worden. - Lid 39 Loket: In dit Lid wordt gevraagd een keuze te maken. De Adviesraad adviseert te kiezen voor Betekenis 1: deze is kort en krachtig en dekt de lading. Reactie: Is overgenomen Hoofdstuk 2 Melding, onderzoek en aanvraag -Respijtzorg: De Adviesraad adviseert een apart Artikel gewijd aan Respijtzorg in dit hoofdstuk op te nemen. In de verordening wordt Respijtzorg niet benoemd of toegelicht als voorziening ten behoeve van het verlichten van het werk en de inzet van de mantelzorger. Het komt slechts zeer kort in Artikel 2.3. Onderzoek, lid 7, ter sprake. De AR is van mening dat respijtzorg van groot belang is voor mantelzorgers teneinde de gegeven zorg langer te kunnen volhouden. In financieel opzicht is de inzet van respijtzorg ten behoeve van
cliënten voor het college ook van belang, de kosten van zorg voor de cliënt door de mantelzorger zullen immers lager zijn. Wij gaan er van uit dat, los van de wettelijke taak om mantelzorgers te ondersteunen, het college de mogelijkheid van respijtzorg eveneens van grote waarde acht. Het college heeft immers niet voor niets een Mantelzorgondersteuner aangesteld. Derhalve acht de Adviesraad het van waarde dat de voorziening Respijtzorg opgenomen wordt in de verordening. Reactie: De gemeente erkent zeer zeker het belang van respijtzorg. Daarom is dit begrip als kader opgenomen in de verordening en zal dit begrip verder worden uitgewerkt in de beleidsregels, i.s.m. de Wmo-adviesraad. Hoofdstuk 3 Maatwerkvoorzieningen: in natura, of als persoonsgebonden budget De titel van dit hoofdstuk dekt de lading niet welke onder Artikel 3.1 genoemd wordt. Onder Artikel 3.1 worden namelijk, behalve de maatwerkvoorziening in natura of pgb, ook algemene voorzieningen, collectieve voorzieningen en de woonvoorziening genoemd. Zowel de algemene voorziening als de collectieve voorziening als de woonvoorziening worden niet verder in de navolgende artikelen uitgewerkt. Wij adviseren uit Artikel 3 de bewoordingen algemene en collectieve voorzieningen en woonvoorzieningen te schrappen. Reactie: de titel van dit hoofdstuk is aangepast naar ‘maatwerkvoorzieningen’ Hoofdstuk 4 Eigen bijdrage in de kosten, bijdrage deelname algemene en collectieve voorzieningen -Artikel 4.1 lid 1 a Wij adviseren dit lid te laten vervallen, dit hoort hier niet thuis: het gaat hier nl. om de EB voor een maatwerkvoorziening in natura of in de vorm van een pgb en niet over het gebruik van de algemene of collectieve voorziening. - Artikel 4.1 lid 3 c: Wij adviseren 3c toe te voegen aan de opsomming onder lid 1, omdat onder 3 c benoemd wordt dat de EB voor de maatwerkvoorziening in natura of in de vorm van een pgb geïnd wordt door het CAK. -Artikel 4.1 lid 2: Wij adviseren hier een punt 2 d. toe te voegen, namelijk: de offerte van aannemers. Het lijkt ons verstandig in het geval van woningaanpassingen offertes van aannemers op te vragen om te kunnen bepalen hoe hoog de kosten van de woningaanpassing zijn en de hoogte van het persoonsgebonden budget hier voor te kunnen vaststellen. Reactie: alle voorstellen zijn overgenomen
Hoofdstuk 5 Kwaliteit en veiligheid - Art 5.3 Klachtregeling: In Artikel 5.3 Klachtregeling is geregeld dat aanbieders een klachtregeling hebben ten aanzien van gedragingen van de aanbieder jegens een cliënt en dat het college toeziet op naleving van de klachtregeling van de aanbieders. Uit de verordening blijkt niet dat er een regeling vastgesteld is voor afhandeling van klachten van cliënten die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van meldingen en aanvragen als bedoeld in de verordening. Bij het begin van het proces van contact en aanvragen bij
kunnen er fouten gemaakt worden/zaken niet goed gaan. De inwoner/cliënt moet ook in staat gesteld worden om zijn klachten daarover kwijt te kunnen Wij adviseren het college zichtbaar te maken in de verordening hoe dit geregeld is. Reactie: Wij hebben dit nagevraagd (bij de VNG) en verder onderzocht. Het betreft hier sec de klachtenregeling over aanbieders. Eerder was de formele aanbestedingsprocedure van kracht (Europees aanbesteden) waarbij in het bestek deze voorwaarden waren opgenomen. Nu de gemeente a.h.w. haar eigen kwaliteitstandaarden kan stellen is het een verplichting dit op te nemen in de Verordening. In relatie tot het algemene klachtrecht kunnen inwoners via de algemene klachtenprocedure ook voor klachten over de wmouitvoering terecht bij de gemeente.
-Artikel 5.5 Meldingsregeling calamiteiten en geweld: In de ogen van de Adviesraad is dit artikel onduidelijk. Gaat het hier nu om geweld gepleegd door de cliënt of door de aanbieder? De cliënt kan namelijk ook slachtoffer zijn van geweld gepleegd door de aanbieder. Kan de cliënt ook melding doen en zo ja bij wie? Tegelijkertijd is het ons onduidelijk waarom het 4e lid ontbreekt: het bepalen welke verdere eisen gelden voor het melden van calamiteiten en geweld (zie hiervoor de Modelverordening van de VNG). Wij adviseren u dit artikel te herschrijven zodat duidelijk wordt hoe een en ander voor cliënt en aanbieder geregeld is en het 4e lid toe te voegen. Reactie: Dit artikel betreft het protocol agressie en geweld dat alle gemeenten vastgesteld hebben, zo ook Wijk bij Duurstede. Het kan gaan om geweld gepleegd door clienten maar ook door aanbieders of personeel zelf. Dus ook clienten kunnen hiervan melding maken. Het 4e lid van dit artikel is toegevoegd. Hoofdstuk 6 Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering -Opname Beslistermijnen: De Adviesraad adviseert om een artikel over de Beslistermijnen op te nemen in de verordening aangezien deze in de concept-verordening ontbreken. Reden: De verordening is de lokale uitwerking van de wet en er is niets mis met het benoemen in de verordening van deze termijnen. Dit geeft duidelijkheid en houvast aan de inwoners/cliënten.
Reactie: Wij zijn het ermee eens dat de beslistermijnen opgenomen moeten worden in het gemeentelijke beleid. Op dit moment wordt verder uitgewerkt hoe de uitvoering van de verordening vorm zal gaan krijgen. Werkprocessen worden hiervoor geschreven. De termijnen zullen daarom verder worden uitgewerkt en opgenomen in de beleidsregels en het financieel besluit. -Artikel 6.1 Jaarlijkse waardering mantelzorgers De jaarlijkse blijk van waardering van het college voor mantelzorgers vindt plaats in natura. De Adviesraad is van mening dat de toevoeging “in natura” een beperking van de mogelijkheden is. De gemeente ontvangt structureel een aanzienlijk bedrag in het gemeentefonds voor de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers. Op dit moment worden niet alle mantelzorgers bereikt met de huidige vorm van waardering in natura, niet alle mantelzorgers willen deelnemen aan deze vorm van waardering, onder andere bijvoorbeeld jongeren en/of mannen. Wij adviseren “in natura” weg te laten en de wijze van waardering te regelen in het Financieel Besluit. En daarbij tevens een vorm te vinden waarbij ook recht gedaan wordt aan mantelzorgers die zich niet thuis voelen bij de huidige vorm van waardering. Reactie: De toevoeging ‘in natura’ is tussen haakjes geplaatst waarmee dit een kan-bepaling is geworden. Op deze manier kan zowel gekozen worden voor waardering in natura als waardering op een andere manier. -Artikel 6.2 Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen. Dit artikel is niet conform de wet opgenomen. Er is aan toegevoegd dat: aan mensen met een inkomen lager dan een door het college nader te bepalen percentage van het wettelijk minimumloon een tegemoetkoming kan worden verstrekt. Wij zijn van mening dat dit een uitwerking is die inhoudelijk niet juist is en thuis hoort in het Financieel Besluit. Als deze toevoeging in de verordening blijft staan, beperkt het college zijn mogelijkheden hoe hier mee om te gaan. Wij adviseren u de toevoeging uit de verordening te halen en een en ander in het Financieel Besluit te regelen en daarbij de inhoud van de mogelijke tegemoetkoming te heroverwegen, zoals door de Adviesraad geadviseerd is bij het voorstel Compensatie afschaffing Wtcg en CER waarin o.a. voorgesteld is om de afschaffing van de korting van 33% op de EB te compenseren door het verlagen van de EB (eventueel getrapt) Verwerking reactie: De zinssnede is veranderd in: ‘ aan mensen met een inkomen lager dan een door het college nader te bepalen bedrag een tegemoetkoming kan worden verstrekt’ . Nadere uitwerking hiervan zal vervolgens in samenspraak met de wmo-adviesraad gedaan worden in het financieel besluit.
Het niet uitgesloten dat enkele van de hiervoor vermelde aanbevelingen inmiddels zijn opgenomen in het voorliggende concept hetgeen mogelijk is gebeurd naar aanleiding van de snelle onderlinge communicatie, die een voortdurende en tijdrovende vergelijking vroeg. Tot slot wil ik nog opmerken dat de arWMO graag betrokken wilt worden bij de opstelling van het financieel besluit en bij de inmiddels opgestelde beleidsregels. Reactie”Uiteraard wordt de Wmo-adviesraad nauw betrokken bij de verdere ontwikkeling van de beleidsregels en het financieel besluit. W.F.Welgraven Voorzitter arWMO