15 november 2009
College - Historie van Architectuur en Stedenbouwkundig Design 1: 1750-1910 Opdracht 4
De gebouwen en stijlen in chronologische volgorde
STIJL
GEBOUW
LOCATIE
Romaans
Oude Kerk (toren)
Naaldwijk
Gotisch
Oude Kerk (kerkgebouw)
Naaldwijk
Renaissance
Oude Raadhuis
Naaldwijk
Classicisme
Nederhof
Honselerdijk
1
15 november 2009
College - Historie van Architectuur en Stedenbouwkundig Design 1: 1750-1910 Opdracht 4
Romaans 950 – 1250 De Oude Kerk (toren) van Naaldwijk is begin 13e eeuw in opdracht van de Heren van Naaldwijk gebouwd in een (Laat-) Romaanse Stijl. Als je de plattegrond bekijkt van de kerk, zie je dat het een ‘Kruiskerk’ is. (de plattegrond vormt een kruis)
De belangrijkste kenmerken van de Romaanse Stijl zijn o.a.: -
Geslotenheid (donker, weinig licht) Duidelijkheid Rust /soberheid. Stapelbouw Strakke geometrische bouwvolumes Zware muren Ton- en kruisgewelven Ronde boogvormige deur en raam vensters
Uit de Romaanse periode vind je voornamelijk kerkgebouwen. De woon-huizen uit de Romaanse periode waren voornamelijk van vergankelijke materialen als hout, leem, stro en riet gebouwd. Deze kerken vallen op door strakke bouwvolumes.
De muren zijn zwaar uitgevoerd en vanwege de gelijkmatige belastingen zijn er voornamelijk kleine openingen (hierdoor komt er weinig licht binnen in de kerk). Kenmerkend voor Romaanse kerken zijn de ‘rondbogen’ en de onderver-delingen van muurvlakken door ‘lisenen’ en ‘rondboogfriezen’. Vensteropeningen met rond-bogen zijn de meest ken-merkende vorm. Soms hebben deze vensters in het midden een deelzuiltje, waarop kleine rondbogen rusten met daaroverheen weer een grotere rondboog.
Een ander voorbeeld van een Romaanse Kerk is de Janskerk te Utrecht.
2
15 november 2009
College - Historie van Architectuur en Stedenbouwkundig Design 1: 1750-1910 Opdracht 4
Gotiek (1230 – 1560) Dezelfde Oude Kerk in Naaldwijk is in 1472 deels verwoest nadat deze kerk werd getroffen door een bliksem. In opdracht van Hendrik de vierde (zoon van Willem de Zwijger) werd de kerk herbouwd in de huidige (vroeg-) Gotische Stijl. De (Romaanse-) toren is overgebleven. De belangrijkste kenmerken van de Gotische Stijl zijn o.a.: -
-
Verticalisme (reiken naar de hemel) Skeletbouw Rankheid, licht, ruimtelijk Kruisribgewelven Spitsbogen Luchtbogen Steunberen (bekroond met pinakels) Rijke knop- en bladvormige ornamiek (Vroege Gotiek = eenvoudig Late Gotiek = steeds weelderiger) De Gotiek kwam geleidelijk voort uit het Romaans. Doordat er onderscheid werd gemaakt tussen dragende en scheidende constructies ontstond een nieuwe ruimteopvatting. De constructie van een gotische kerk werd zoveel mogelijk teruggebracht tot een skelet van bogen en kolommen, met daartussen lichte invullingen van steen en (vooral) glas. Dit skelet zorgde voor de draagkracht, waardoor de ramen veel groter konden worden. Een gotisch kerkgebouw is dan ook veel lichter dan een Romaanse kerk, die veel zwaarder gebouwd is en maar kleine ramen heeft. Dit leidde tot sterke ranke verticale lijnen in het gebouw welke terug te zien zijn in ‘Kruisribgewelven’, ‘Luchtbogen’, ‘Steunberen’ en vooral kenmerkend voor Gotische kerken zijn hoge grote glas-in-lood Nog een ander voorbeeld van een (laat) Kath Gotische kerk is de Sint Jan van ’s Hertogenbosch.
Een ander voorbeeld van een (laat) Gotische kerk is de Dom van Utrecht
3
15 november 2009
College - Historie van Architectuur en Stedenbouwkundig Design 1: 1750-1910 Opdracht 4
Renaissance (1525 – 1565) In 1562 werd dit ‘Dinghuys’ het ‘gemeen-raet’ ofwel het raadhuis gebouwd. Het uiterlijk vertoon valt op door de rijkelijk versierde renaissance-gevel. De gevel is versierd met leeuwenkoppen, klimmende en liggende leeuwen op de trapgevel. Boven de voordeur hangt het blazoen van Willem ||| Onder het timpaan is het wapen van Frederik Hendrik te zien. De belangrijkste kenmerken van de Renaissance zijn o.a.: -
-
Decoratie Ornamenten Detaillering Wedergeboorte Klassieke orden Trap- topgevels
De renaissance was in essentie een overgangsperiode van de Middeleeuwen naar de ‘nieuwe tijd’. Na een periode van verval (de Middeleeuwen) brak de ‘Gouden Eeuw’ aan. Een tijd van de ‘wedergeboorte’ van de klassieke oudheid. Het opnieuw toepassen van de vormentaal van de antieken werd als doel gesteld. Men ging de bouwwerken van de Romeinen navolgen en vervolgens bestuderen. Er werd meer aandacht besteed aan decoratie en ornamenten (uiterlijk) Daarnaast werd er grondiger (strenger) gewerkt met de klassieke verhoudingen. Afmetingen van de zuilen, de zuilenorden, het kapiteel werden strikt volgens de orden vervaardigd en in het ontwerp verwerkt. Een ander voorbeeld van een Renaissance gebouw is het gemeentehuis van Naarden.
Weer ander voorbeeld van een Renaissance gebouw is het vroegere Sint Jans Gasthuis in Hoorn
4
15 november 2009
College - Historie van Architectuur en Stedenbouwkundig Design 1: 1750-1910 Opdracht 4
Classicisme (1620 – 1700)
Op het fundament van het voormalige kasteel van de Heren van Naaldwijk werd van 1621 tot 1631 het ‘Huis Honselerdijk’ gebouwd. (in opdracht van Frederik Hendrik) In 1641 werd Nederhof gebouwd. In de perioden 1643, 1646 en 1648 werd Nederhof diverse keren flink uitgebreid om vervolgens na verwaarlozing door Frederik Willem | en Frederik || even zo flink weer te worden afgebroken. In 1814 werd tenslotte ook ‘Huis Honselerdijk’ gesloopt, en zodoende resteert tegenwoordig alleen nog het Nederhof. De belangrijkste kenmerken Van het Classicisme zijn o.a.: -
Symetrie in voorgevel én plattegrond Weinig decoratie Doorlopende pilasters over meerdere verdiepingen (kolossale orde) Groot fronton boven middenrisaliet
Een ander voorbeeld van een Classicistisch gebouw is de Lutherse Kerk van Amersfoort.
Nog een ander voorbeeld van een Classicistisch gebouw is het Oude Stadhuis van Utrecht.
Het Classicisme ontstond uit een nieuwe kijk op de klassieke bouwkunsten van Italiaanse architecten. Renaissance vormen werden met soberheid toegepast en de gotische bouwstijl werd volledig afgeschaft. De nadruk kwam op symmetrie en proportie te liggen. Gebouwen kregen een eenvoudige hoofdvorm, goede verhoudingen met kolossale pilasters. Tussen de pilasters en de borstwering onder de vesters werden festoens geplaatst, boven de vensters plaatste men frontons. Boven het middenrisaliet werd een groot fronton geplaatst. Vanaf ca. 1670 verdwenen de pilasters om zo harmonie in het geheel te brengen de zogenoemde ‘Strakke stijl”. En vanaf 1680 werden de kruiskozijnen vervangen door schuifvensters ofwel “Dutch windows”.
5