Tour Namibia Het wordt wel een lang verhaal, maar ik kan het niet korter omschrijven. 20 september vertrokken wij van het centraal station Amsterdam. Wij zijn uitgezwaaid door een aantal familieleden en 2 stagiaires van Orange Babies. In Utrecht kwamen daar een paar groepsgenoten bij. De reis liep voorspoedig, Op de luchthaven Frankfurt kwamen er nog een paar groepsgenoten bij. Vroeg in de ochtend kwamen wij aan in Windhoek. De korte broeken konden nog niet aan omdat het echt heel koud was. In windhoek aangekomen maakten wij kennis met nog 4 groepsgenoten, de groep was nu compleet, alhoewel niet helemaal, want Maarten die in Frankfurt zou aansluiten is ziek geworden en kon niet mee. Andrew en zijn mannen stonden ons al op te wachten met de fietsen en de 4 wheel drives. Hiermee vertrokken wij naar onze lodge in Okahandja en genoten van een heerlijk ontbijt in de zon. Het bleef nog koud. Nadat wij onze kamer hadden bezocht gingen wij naar het eerste project van Orange Babies. Dit is het project Ehalelo Koo Meme in Okahandja. (Hoop voor moeders) Het project is opgezet om zorg te bieden aan zwangere vrouwen en in het bijzonder aan de Hivmoeders en kinderen. Het project is een aanvulling op het PMTCT-programma.(preventie van moeder op kind transmissie)van de overheid. Eén verpleegkundige draagt zorg voor hen samen met veel vrijwilligers. Meestal zijn deze moeders zelf ook geholpen door Orange Babies. Door Counselors en vrijwilligers worden de thuisomstandigheden in beeld gebracht door middel van een huisbezoek. Elke twee weken ontvangen zij een voedsel pakket tijdens hun follow-up bezoeken. Er zijn drie centra, binnen een straal van 170km, opgezet in drie verschillende steden: Windhoek, Reboboth en Okahandja. Bij aankomst stonden de moeders en kinderen ons zingend en dansend op te wachten. Wat een warm welkom. De kinderen vlogen ons gelijk om de nek. Wij hebben hier een rondleiding gekregen en veel geknuffeld met de kinderen. Er waren ook kinderen van de vuilnisbelt bij. Na dit project zijn we naar het volgende project gegaan in het Okahandja Orange Babies Child Development Programme. Dit project is ooit gestart als een kleine gaarkeuken onder een boom.
Er verblijven nu 300 kinderen. Deze kinderen komen van ver en lopen naar school, meestal op blote voeten. De school wordt gerund door de gouverment (regering). Maar eten krijgen ze niet. De kinderen mogen pas naar school als ze een uniform hebben. Orange Babies zorgt ervoor dat de kinderen in de ochtend en in de middag een voedzame maaltijd krijgen. Dit wordt gerund door vrijwilligers. We kwamen aanrijden in een haag van moeders en kinderen die aan het dansen waren en ze zongen uit volle borst. Wat een ritme gevoel hebben deze mensen en wat zijn ze blij ons te zien. Zodra we uit de auto kwamen omhelsde ze ons. Wat ik zag was een gecontroleerd project wat heel goed in elkaar zat. Als gebaar hebben we als groep meegeholpen de plek wat op te vrolijken samen met de kinderen. Ik heb een klaslokaal geel geschilderd en anderen hebben eten gemaakt voor het volgende project. Ook hebben we wat autobanden (speelplaats) een kleurtje gegeven om het terrein wat op te vrolijken. In de middag kregen de kinderen eten ook dit wordt allemaal gerund door vrijwilligers. Eerst handen wassen in een bak en dan in een rij wachten op een bordje eten. De kinderen gingen in een keurige rij eten naast elkaar. Een aantal kinderen aten hun broodje niet op en bewaarde een stuk voor een jonger broertje of zusje thuis. Dit is hartverscheurend om te zien. Wat mij opviel is hoe blij en dankbaar ze zijn en geen gemopper tegen elkaar. De saamhorigheid is enorm. Achter het hek stond een rij kinderen toe te kijken hoe het eten uitgedeeld werd en zij konden hier niet bij. Dit vond ik heel heftig. Ik begreep, dat het niet anders kon. Orange Babies heeft hier een stop op moeten zetten. De kinderen worden eerst beoordeeld hoe hun thuissituatie is en worden dan eventueel opgenomen in het programma. In het verleden konden er wel kinderen uit de buurt voor eten. Eigenlijk wil je geen selectie toepassen maar het is wel nodig.
Hierna gingen we naar het Nau-Aib project. Dit is een project bij een vuilnis belt. Er staan hutjes omheen waar mensen wonen. Vaak moeders met kinderen. Deze hutjes bestaan uit golfplaten en een zandvloer, er is geen stromend water. Alles ziet er heel troosteloos uit. De kerk is het centrale punt en hier staat een stenen huis naast waar wat voorzieningen zijn. 2 keer per week wordt hier eten uitgedeeld door vrijwilligers en ook dit gaat met lange rijen en veel geduld. De kinderen krijgen wat vullende soep en een broodje met een appel en wat drinken. Iedereen vind dan een plekje op de grond en eet op zijn eigen manier het op. Sommige schrokken het weg en weer andere heel rustig. Je ziet de blije gezichten maar ook veel droefheid. De kinderen komen naar de plek toe maar soms blijven er ook kinderen op de vuilnisbelt achter. Op de weg terug van de vuilnisbelt zag ik een meisje staan helemaal vies, ik denk dat ze 6 jaar was en haar blik zal ik niet snel vergeten wat een leegte, zo emotieloos. Op dat moment kon ik de emotie niet meer aan en wilde ik alleen maar weg. Wat een ellende!!! We zijn toen met elkaar naar de lodge gegaan en hebben het met elkaar gedeeld. We wisten gelijk waarvoor we gingen fietsen. De volgende dag richting Usakos 170km richting het westen. Hier hebben we onze fietsen uitgeladen en gingen we ons eerste stuk afleggen. De weg was onverhard, maar in het begin nog wel vlak. Later werd dit wat meer los zand en kregen we te maken met vals plat dus langzaam een beetje omhoog. De groep ging voorspoedig van start maar de zon was killing. Eigenlijk zaten we te laat op de fiets. Ik zat redelijk bij de kopgroep en kon het bijhouden met een fiets maatje Robert. Tijdens het fietsen trokken we elkaar steeds op, maar wat was het zwaar. Het is echt niet te vergelijken met een verharde weg. Je fiets letterlijk in de middle of nowhere en kon het lekker uit schreeuwen, wat ik ook heb gedaan. Rond 14.00 uur kwam de bezem wagen aan en ik moest instappen omdat het veel te warm werd, maar ik heb geweigerd, ik zal de eindstreep halen. Dit is mij gelukt en er was een heftige emotionele ontlading bij de finish, omdat ze mij allemaal stonden op te wachten. Wat een ervaring. We gingen toen met zijn allen op weg naar de kampeer plek aan de rand van de grote granite inselberg, uitkijkend op de grote en kleine spitzkoppe. Mijn haar was touw van het zweet en ik voelde mij heel vies maar zeer voldaan. We hebben ons gewassen met een teiltje water achter een boompje. Niemand schaamde zich meer ergens voor. Plassen in de natuur was op dat moment een zijn met de natuur. Met elkaar hebben we hier een fantastische zonsondergang gezien. En later de sterrenhemel. Wat een ervaring!!
Als groep begonnen we elkaar een beetje te kennen. Je komt echt tot jezelf en gaat diep in je emotie. Dit gingen we ook delen met elkaar. De volgende dag fietsten we vanaf de kampeer plek richting Uis. Dit was wederom 45 km op een onverharde weg, het leek wel een rollercoaster. Dit ging iets beter omdat we in de ochtend vroeg waren weggegaan en het nog niet zo warm was. Een heel lang stuk heb ik alleen gefietst en later haakte Robert aan. We hebben samen de eindstreep gehaald. Wat een overwinning was dit. Ik was helemaal stuk, tijdens de lunch voelde ik mij ook niet helemaal lekker worden er was geen energie meer over. Gelukkig konden we de auto in en reden we naar onze volgende parkeerplek onder de schaduwrijke Ana Trees bij de Ugab river. Deze stond helemaal droog omdat het al 3 jaar niet echt geregend had. Met elkaar weer heerlijk gegeten en konden we ook een buiten douche nemen die zelfs warm was doordat er een vuurtje werd gemaakt boven een ketel water. Daarna even je wasje doen. Judith onze schoondochter stond met 15 ezels haar wasje te doen, dit was een pracht gezicht. Ze kwamen op het water af en liepen daar vrij rond. Ook in het pik donker als we naar de open wc liepen. Je kunt je voor stellen dat dit schrikken is als ze tegen komt met de hoofd lampje. Het Namib Desert verlaten we in de vroege ochtend op naar Sorris Sorris en genieten we van het uitzicht op de Brandberg Massid. Namibie’s hoogste berg van meer dan 2570 meter hoog. Het eerste stuk moest ik in de auto blijven op dokters advies, maar de laatste 25 km ben ik gaan fietsen op een aangepast tempo samen met Peggy een fietsmaat. Ook dit was zwaar omdat het een zandweg was, op de fiets blijven zitten was al een hele uitdaging. Maar we hebben het gehaald en weer was er een ontlading! Je kunt het bijna niet uitleggen hoe zwaar het was. Na een lunch zijn we in de auto gestapt en reden we richting Vingerklip. Net op weg zagen we een groep olifanten die op zoek waren naar water er was ook een baby olifantje bij. Later kwamen we ook mensen van de Herero stam tegen. Indrukwekkend zoals zij leven, niet meer dan een tent hebben ze en ze smeren zichzelf helemaal in met een soort modder. In de middag kwamen we aan op een luxe camping
met een zwembad en een echte warme douche, heerlijk was dat. Ook hier weer goed gegeten en veel gelachen met elkaar. De groep werd steeds hechter. In de nacht zijn we allemaal opgeschrikt door het onweer, dit was best heftig van 3 tot 6 uur. Bijna iedereen was wakker en bleef wakker. Ook de tenten bleken niet helemaal water dicht te zijn. Maar toch om 6.30 ontbijten. De Vingerklip en andere rotsformaties liggen in het gebeid ook wel bekend als de Ugab Terraces, dit zijn sedimentaire rotsformaties die als rots vingers boven het omringende landschap staan. We gaan de volgende morgen richting het etosha National park fietsen. Om zes uur stonden we weer naast de tenten om de koffer te pakken. De eerste groep vertrok voor de 70 km en later de tweede groep voor de 45 km. Dit was een tocht om niet te vergeten onder weg had ik het gevoel alsof ik door een verbrand bos reed. En het was weer net een rollercoaster. Maar dan een graadje zwaarder. Onderweg was een moment van emotie, doordat ik een jongetje zag rennen in mijn ooghoeken nadat ik eerder twee kinderen naar de jeep had zien rennen. We gaven onderweg vaak wat eten weg en ook deze kinderen kregen wat. De jeep reed weg maar had het derde kindje niet gezien. Ik had niks meer bij me en kon dus ook niets geven, dan breekt je hart. Deze tocht had ik weer een ander fietsmaatje Monique en we trokken elkaar er door heen. Er was één daling zo heftig dat ik dacht dat ik 80 km per ging, aan het eind ervan lag los zand en dan volgde er weer een klim, er kwam geen eind aan. Ik heb veel schreeuw en wauw momenten gehad in deze etappe. Maar wat was het kikken om samen aan te komen.
Na de lunch hebben we nog een stuk met de auto gereden naar het Uthosha park. Uthosha betekent great white place en refereert naar een reusachtige zoutpan die is gevonden in het midden van het park.
We hebben de overnachting gehad in een logde, de volgende dag hadden we een dag rust en gingen we het park bezoeken. We hebben daar olifanten, zwarte neushoorns, leeuwen, hyena’s cheeta’s en verschillende antilopen gezien. Ook de witte olifanten hebben we gezien, wit geworden van de zout vlakte waar ze hun eigen in schuren. Op de val reep kwamen er ook nog 2 giraffen vlak langs de jeep. De dieren kunnen overleven omdat er wel een water bron is aangeboord. Vrijdag onze laatste dag op de fiets gingen we de langste tour maken naar Windhoek op 450km goede afvalt wegen. Dit doen we gezamenlijk, we hadden afgesproken dat we als groep bij elkaar zouden blijven om elkaar te ondersteunen. Dit was een wauw moment. Iedereen kon nu de 45 km halen op een redelijke vlakke weg. Hierna weer in de auto op weg naar Windhoek. We hadden een hotel overnachting, de koffers waren niet om aan te zien en we roken niet echt fris meer toen we aankwamen. Na het inchecken gingen we allemaal opgetut naar het Orange Babies Namibia Diner. Dit vond in de avond plaats. Daarna hebben we nog wat gedronken op het dakterras. Ik ben vroeg gaan slapen. In de avond had ik echt een dip moment omdat het contrast enorm was. Eerst de armoede en dan in de bewoonde rijke wereld. De overgang was enorm en ik trok het even niet meer. We hebben niet meer gefeest op onze laatste avond. Voor mij was de plek te extreem. De volgende dag stond Hope Village op het programma.
Hope Village is een complex dat bestaat uit vier opvanghuizen, één voor baby’s, één voor kleuters, één voor grotere jongens en één voor grotere meisjes. Daarnaast is er op het terrein een kliniek een kliniek waar voorlichting, medische zorg en voeding wordt verstrekt voor moeders en hun baby’s Hope village heeft een grote moestuin waarmee in eigen voeding kan worden voorzien. Ieder huis heeft een fulltime moeder of vader zij worden bijgestaan door vrijwilligers Het doel is om de kinderen zoveel mogelijk te laten opgroeien in een liefdevolle gezinssituatie. Totaal zijn hier 95 kinderen. Toen het hek openging kwamen er gelijk een paar kinderen op je afrennen. Zij zochten echt lichaamscontact en wilde geknuffeld worden. Achter het hek zag ik een moeder die haar baby borstvoeding gaf samen met haar oudere kindje. Ze zat onder een paraplu om een beetje schaduw te hebben. Dit was een mooi plaatje. In Hope village wonen alleen maar kinderen die geen ouders meer hebben. We werden echt overvallen en hebben dan ook de hele dag gespeeld en aandacht gegeven. Ieder kind had zijn eigen verhaal. Bij Judith kroop een jongetje op schoot die niet praatte. Hij had voor zijn ogen beide ouders zien dood gaan. Bij sommige kinderen zag je het verdriet in de ogen. Ik had een baby vast en ik voelde de spanning in zijn lijfje, ik hield hem stevig tegen mij aan en begon zachtjes te zingen. Hierdoor voelde ik de spanning weg glijden. In het baby huis was er ook een peutertje die ik eten mocht geven maar ze vertelde mij dat hij bijna niet at. Ook dit kindje keek triest uit zijn oogjes en draaide zijn hoofdje weg. Het verhaal achter dit kindje weet ik niet, alleen dat hij geen ouders meer had. Na veel geduld had ik contact met hem en begon hij toch te eten, Dit was fijn om te zien Ik heb dit kindje veel geknuffeld en hij wilde mij niet meer loslaten. Het was hartverscheurend om hem zo achter te laten. Later heb ik nog wat gepraat met twee meisjes van 16 en 17 jaar. Ze delen een kamertje met zijn vieren en hebben een eigen plank in een kast. Ze gaan naar school en vinden een thuis. Als je vraagt wat ze willen worden, dan is het dokter, advocaat, of piloot. Maar deze kinderen leren wel wat
moeilijker maar dromen van een goede toekomst. Het project steunt ook het zoeken naar een baan zodat ze op eigen benen kunnen staan en het huis kunnen verlaten. Na deze vermoeiende dag gingen we ons even opfrissen en vertrokken we weer naar het vliegveld. De volgende middag waren we weer in Nederland. Dan komt er een besef, hoe is het mogelijk dat er verschillende werelden zijn met verschillende maatstaven van leven. Ik moet dit een plekje gaan geven en dat zal ook zeker lukken. Ik had het niet willen missen en ik heb echt alles gegeven tijdens het fietsen. Met elkaar hebben we heel veel geld opgehaald waar Orange Babies veel mee kan doen. Dit heb ik met eigen ogen gezien, de projecten worden goed geselecteerd en elk jaar geëvalueerd en of het geld echt nodig is. Ik wil mijn sponsors dan ook heel erg bedanken voor de donatie. Dit gaf mij een extra stimulans om te fietsen. Nogmaals bedankt ik heb gezien dat het geld goed besteed wordt in de verschillende projecten. Vanuit een warm Hart Bedankt !!! Anita Lubbersen.