De Limburgse Jager
Colofon “De Limburgse Jager”
is een uitgave van de Stichting Regiment Limburgse Jagers ISSN 1567-4320
Jaargang 2009-1 Redactie: N.C.S.Vroom W.M.J. Pijpers Artikelen en fotoverantwoording: Lkol Klein Schaarsberg, Kap Beumer, Tlnt van Rossum, Leden van 16 BLJ Grafische vormgeving: TMdesign, Simpelveld Druk: Drukkerij Paesen, Opglabbeek (B) Advertenties: Naber Media Exploitatie Vlodrop Redactieadres: Volderstraat 103, 6231 LB Meerssen 043 - 3649639
[email protected]
Agenda
10 juli Viering Regimentsdag + herdenking in de Van Hornekazerne te Weert. Zie website 23 juli Openbare beëdiging Limburgse Jagers op het Vrijthof te Maastricht. Zie website 6 sept Nationale Indië-herdenking in Roermond. 18 sept Reünie 17 BLJ in Oirschot. 22 sept Kranslegging bevrijding Weert. 24 okt Herdenking vredesoperaties in Roermond. 13 nov Herdenking monument in gemeente Leudal. 20 nov Phaffdag in Weert. 23 nov Oprichting Regiment Phaff; oudste stamonderdeel Regiment Limburgse Jagers. 17 dec Relatieconcert Weert. ?? jan 2010 Diner de Corps voor Officieren Regiment Limburgse Jagers.
Voorwoord Regimentscommandant Medio 2009, de tijd vliegt. Vooral doordat ik de Limburgse Jagers weer vol overtuiging met hun vak heb bezig gezien, maar helaas ook door andersoortige omstandigheden. Het Regiment is in ieder geval weer volop actief geweest in de afgelopen periode. Diverse reünies van Indië-verbanden hebben weer plaatsgevonden. Hoewel het aantal sobats daalt, is het toch iedere keer weer een genoegen om aanwezig te mogen zijn als gast. Helaas is het onvermijdelijk dat het aantal nog verder daalt. Diverse reünieverbanden kondigen aan dat de laatste reünie in zicht komt of is. Wellicht is het een optie om aan te haken bij de Regimentsjaardag (omstreeks 01 juli) of de Phaff-dag (omstreeks 23 november). Ik zou zeggen, bespreek het eens binnen uw reünieverband en laat het via de Stichting RLJ weten. Naast deze reünies hebben er ook de nodige herdenkingen plaatsgevonden. Mei en juni zijn traditioneel de maanden waarin veel activiteiten worden georganiseerd. Activiteiten waarbij ook Limburgse Jagers zijn betrokken. Naast de “normale” herdenkingen zoals Mill, Weert, Katwijk aan de Maas, hebben de Limburgse Jagers dit jaar acte de presence gegeven als deel van de erewacht op Margraten tijdens de viering van Memorial Day op 24 mei. Een dag die dit jaar mede in het teken stond van de 400 jaar betrekkingen tussen Nederland en Amerika. Een mooie dag waar de Limburgse Jagers zich weer goed hebben kunnen presenteren. Dit is ook het geval geweest in het Haagse waar de Limburgse Jagers de kern hebben gevormd voor de erewacht ter ere van het bezoek van de Noorse Commandant Landstrijdkrachten. Naast deze meer formele activiteiten was de viering van Bevrijdingsdag in Weert meer informeel van karakter. De dag was mede door de ondersteuning van de Limburgse Jagers als zeer geslaagd te benoemen. Zeer geslaagd was ook het concert van het Reünieorkest Limburgse Jagers ter ere van de presentatie van hun 2e CD “Nostalgie”.
’t Roadhoes in Blerick was op 3 mei afgeladen met zo’n 350 liefhebbers. Naast de herdenkingen waarbij de WO II gesneuvelden centraal stonden, heeft het Regiment helaas ook een herdenking gehad waarbij een zeer recent gesneuvelde centraal stond. Ik doel hierbij op de Limburgse Jager der Eerste Klasse Azdin Chadli. We zijn weer eens met de neus op de feiten gedrukt. Het vak dat wij uitoefenen of uitgeoefend hebben, kan een zeer hoge prijs met zich meebrengen. Tijdens een bataljonsoefening in Sennelager kreeg ik het trieste bericht. Een dag daarvoor was ik nog in Eindhoven om de laatste leden van de A-Ganzencompagnie welkom te heten na hun succesvolle inzet in Afghanistan. De Limburgse Jagers hebben Azdin een zo waardig als mogelijk afscheid gegeven. Ik hoop dat we de komende periode niet meer van dit soort trieste gebeurtenissen hoeven te begeleiden. De leden van de B-Bulldogcompagnie zijn in ieder geval weer vol aan de slag in het verre Uruzgan. Ik wil van mijn kant uit nogmaals mijn dank uitspreken aan al diegenen die ons en nog veel belangrijker de familie van Azdin, hebben gesteund in deze moeilijke dagen. Het leven bij 42 BLJ in Oirschot staat ook niet stil. De periode tot aan het zomerverlof staat in het teken van de certificering in het Gefechts Übungs vervolg op pagina 3
De Limburgse Jager
REGIMENT LIMBURGSE JAGERS
Voormalige Linie Regiment van Phaff en 2e Regiment Infanterie, opgericht 23 november 1813 en 6e Regiment Infanterie opgericht 4 maart 1814, voortgezet en “herbenoemd” tot Regiment Limburgse Jagers op 1 juli 1950
Wapenfeiten en Inzet
Breda 1813, Naarden 1814, Quatre-Bras 1815, Waterloo 1815, Tiendaagse Veldtocht 1831, Citadel van Antwerpen 1832, Venlo 1940, Roermond 1940, Zutphen 1940, West- en Midden-Java 1946-1949, Noord-Sumatra 1947-1949, Koude oorlog (1950-1989), Bosnië 1995-2003, Irak 2004, Afghanistan 2007-heden Regiments-Commandant: Luitenant-kolonel H. Klein Schaarsberg Kapitein-Adjudant: Kapiten P. Martens, Regiments-Adjudant: Adjudant M. Verbaant Postadres: postbus 33, 5688 ZG Oirschot, 040-2666170
“Zuster” Regiment
Regiment Chasseurs Ardennais te Marche-en Famenne, België , Commandant: Lieutenant-colonel BEM P Gérard
42 Pantserinfanteriebataljon
Limburgse Jagers, de Ruyter van Steveninckkazerne te Oirschot Missies: UNPROFOR-4 (Acie) 1995, IFOR-11996, SFOR-4 1998, SFOR-8 (A+Bcie) 2000, KFOR-2 (Verkpel) 2000, SFOR-11 2001, SFOR-15 (C-Cie) 2003, SFIR-3 2004, Fahnenband Bundesrepubliek Deutschland (Seedorf 1963-2006), ISAF TFU III 2007, ISAF TFU VIII (Acie) 2008, TFU IX ( BCie) Commandant: Luitenant-kolonel H. Klein Schaarsberg, Bataljons-Adjudant: Adjudant M. Verbaant
Patenschaftbataljon
92 Panzer Grenadier Lehr Battallion, Munster, Duitsland
Regimentsoudste
Generaal-majoor M. de Kruif
Regimentsraad
Luitenant-kolonel H. Klein Schaarsberg, Luitenant-kolonel (R) bd. C.J.M. van der Ploeg, Adjudant M. Verbaant, Luitenant-kolonel bd N.C.S. Vroom, Majoor bd W.M.J. Pijpers, Luitenant-kolonel (R) bd. L. Daems, Majoor bd. G.P.A. Hermans, Luitenant-kolonel J. Komen
Stichting Regiment Limburgse Jagers
Ere-Voorzitter: Kolonel bd. J.W.de Leeuw, Ereleden: Mevrouw M. van der Hoeven, Luitenant-kolonel (R) bd. Drs. A.P. Witlox, Kapitein bd K.G.M. van Dreumel Voorzitter: Luitenant-kolonel bd N.C.S. Vroom (
[email protected]), Vice-voorzitter: Luitenant-kolonel bd F.M.A.J. Tummers (
[email protected] ) , Secretaris/Penningmeester: Majoor bd W.M.J. Pijpers (
[email protected]) , Commissaris Veteranen vóór ’50: Kapitein bd. L. van der Braken (
[email protected]) Commissaris Jonge Veteranen: Luitenant- kolonel (R) bd C.J.M. van der Ploeg (
[email protected] ) Commissaris Regimentsverzameling: Majoor bd. G. Hermans (
[email protected]) , Commissaris Muziek: LJer muzikant bd R. Jennen (
[email protected]) Commissaris Regimentshistorie: Lkol (R) J. Komen (
[email protected]) , Commissaris Monumentengroep: Luitenant-kolonel (R) bd L. Daems (
[email protected]) , Commissaris Website: LJer bd A.J. Bosch (
[email protected]) , Secretariaat/Penningmeester: Wienkeskoel 94, 6074 HH Melick 0475-492868, e-mail:
[email protected] internet: www.limburgsejagers.nl
Contactgroepen/personen
Tamboer- en Fanfarekorps Limburgse Jagers: Limburgse Jager bd R. Jennen (
[email protected]) Demonstratiecompagnie: Eerste Luitenant (R) bd W. Bulte (
[email protected]), Limburgse Jager B. Vermeulen, Sergeant bd J. van Dok. 432/16 Bataljon Limburgse Jagers: Luitenant-kolonel bd P.van Lieshout, Limburgse Jagers bd F. Poeth en G. van Bun 17 Bataljon Limburgse Jagers: Luitenant-kolonel bd A. van de Loo 42 Mech Bataljon (IFOR): Majoor Jansen, Eerste luitenant Villanueva, Sergeant Kuiper, SFOR 4 Bataljon/SFOR 11 Bataljon/SFIR 3/ISAF TUF III: (volgen) 13 Pioniercompagnie: volgt 13 Verkenningscompagnie: Limburgse Jager bd Wilgers
Regimentsverzameling - Regiment Limburgse Jagers
Van Hornekazerne Kazernestraat 101 Weert, Openingstijden: elke dinsdag 0930-1500 en vrijdag van 0930-1200 en op afspraak Postadres: p/a Lfd Weert MPC 77A, Postbus 976, 6000 AZ Weert, tel 0495-462940 (MDTN 06-578-62940)
[email protected] of
[email protected] Conservator groep: Majoor bd G.P.A. Hermans, Limburgse Jagers W.J. Caris en H. Pook, Kapitein (R) bd G.M.M. Kruijtzer, Adjudant bd J. Janssen, Kapitein bd K.G.M. van Dreumel, Luitenant-kolonel bd. P. Berden, Soldaat bd P. Franssen, Adjudant bd G. Schrivers, Luitenant-kolonel bd J. van Ommen, Eerste Luitenant bd E. Brakel Vereniging Reünieorkest Limburgse Jagers (
[email protected]), www.limburgsejagers.nl/ROLJ Voorzitter: Limburgse Jager muzikant bd. H Gielen, Dirigent: dhr Stoffels, Repetitielokaal: Harmoniezaal Linne Secretariaat
[email protected]
WEB master groep www.limburgsejagers.nl
De Limburgse Jager bd. A.J. Bosch, Korporaal bd A. van Dijke en Limburgse Jager bd H. Zwuup
De Limburgse Jager
In Memoriam
Limburgse Jager Azdin * 2 november 1988
Chadli
= 6 april 2009
Maandag 6 april jl. om 18.15 uur heeft een raketaanval Kamp Holland getroffen. Onze Bulldog Azdin Chadli heeft daarbij het leven gelaten. Vier van zijn beste maten raakten hierbij gewond. Direct na de raketinslag schoten collega’s en hulpverleners snel te hulp. Zij brachten de gewonden zo snel zij konden naar het hospitaal. Hun handelen is het beste te omschrijven als daadkrachtig en moedig. Azdin maakte sinds 25 maart 2008 deel uit van het Regiment. De LJ1 Azdin Chadli was een levendige vent die ervan hield lol te maken met zijn maten, hard te werken als het nodig was en bereid was ervoor te gaan. Hij was enthousiast, trots en vastbesloten zijn werk goed te doen. Samen met zijn groep had hij de zaken goed voorbereid voor de aankomende patrouille. Die patrouille mocht voor hem niet doorgaan. Azdin genoot zichtbaar van de tijd die hij in Afghanistan heeft doorgebracht. Alle Limburgse Jagers, maar met name de Bulldogs, leven mee met het verdriet van familie, vrienden en bekenden van Azdin. Azdin rust zacht en in vrede! We zullen je niet vergeten. Tevens gedenken wij de overleden Regimentsgenoten: Lj J. van Aerle, Kpl J.Thijssen, Kpl J. Vossen, Lj R. Woolthuis, Sld .R van der Mijden, Genmaj J.A. Makkink. Lj J.G.W. Smeets, Lj P.J. Dietz, Lkol R. van der Vecht, Lj J.M. de Laat, Lj J.P.C. Driessen, Sld A.G.P. Roovers, Lj. S.J. de Winter, Lj Jan Moling en allen van wiens overlijden in het afgelopen half jaar wij niet op de hoogte zijn .
Zentrum Altmark door de Brigade. We gaan hier allicht te maken krijgen met het nodige stof en zweet. Na het afspoelen gaan we verder met de viering van de Regimentsjaardag op 10 juli en vervolgens de beëdiging van nieuwe Limburgse Jagers op het Vrijthof te Maastricht op 23 juli. Wellicht krijg ik de kans om u de hand te schudden tijdens één van deze gebeurtenissen. Daarna gaat 42 BLJ genieten van een welverdiend verlof om vervolgens met
hernieuwde kracht de voorbereiding te starten op de uitzending in 2010. Het Regiment gaat uiteraard ook verder met de voorbereiding van diverse activiteiten. Ik wil hiervoor verwijzen naar de Regimentskalender die goed gevuld is. Kortom het Bataljon en het Regiment bruisen van leven. Een goede zaak die we moeten vasthouden.
Saamhorigheid en daadkracht. Eens Limburgse Jager, altijd Limburgse Jager. Niet beter, wel anders. Commandant Regiment Limburgse Jagers H.M. Klein Schaarsberg Luitenant-kolonel der Limburgse Jagers.
De Limburgse Jager
Ganzen in den vreemde Eerst wil ik mij even voorstellen. Ik ben de kapitein Wan Beumer en ben in de periode november 2008 tot en met maart 2009 uitgezonden geweest naar Uruzgan als compagniescommandant van de A-Ganzencompagnie, die onder leiding stond van het 12e infanteriebataljon. Mij is gevraagd om een terugblik te geven over deze periode. Dat doe ik natuurlijk graag en ik zal proberen hieronder een beeld te schetsen waar onze compagnie tijdens deze uitzending zoal tegenaan liep.
Een uitzending begint eigenlijk al zo gauw de eerste geruchten de kop op steken. Dan is er nog niets formeel, maar iedereen binnen een eenheid weet, of denkt te weten, wat er gaat gebeuren. Ook allerlei voorbereidingen worden opgestart. Denk hierbij aan cursusaanvragen en mensen plaatsen of hun contract verlengen. De eerste indicaties dat de A-cie 42 BLJ op uitzending zou gaan, kwamen halverwege 2007. Een groot deel van de compagnie, met name personeel van het eerste en tweede peloton (eenheden 4 en 5), was op dat moment nog op uitzending als Battlegroup 3 (de uitzending onder leiding van de toenmalig Lkol Querido). Vanaf dat moment is de voorbereiding dan ook begonnen en begin 2008 is ook een begin gemaakt met het integreren binnen het 12e bataljon. Ondanks dat het programma van 42 BLJ zoveel mogelijk gevolgd werd, werden ook nagenoeg alle oefeningen met het 12e gevolgd. Dit betekende een druk
programma en de bekende uitzending voor een uitzending. Terugkijkend weet ik dat de drukte tegen het randje aanzat (en eerlijkheidshalve ook soms er net overheen), maar gedurende de uitzending hebben we er absoluut profijt van gehad. Volgende keer zou ik het weer zo doen. “Hard in the training, easier in the execution” bevat zeker een kern van waarheid. Vanaf begin november 2008 zijn de eerste eenheden het gebied in gebracht. De eersten waren de eenheden 35 o.l.v. de Elnt Lengkeek en 14, eenheid 6 van onze compagnie, o.l.v. de Elnt Koolen, die onder de A-Javacompagnie van het 12e in Deh Rawod zou gaan werken. Hierna volgden eenheid 34 o.l.v. de Elnt Haverhoek en 37 o.l.v. de Elnt van ’t Land. Vrijwel meteen na aankomst konden de pelotons aan de bak. Het grootste deel in de omgeving van Tarin Kowt, waar de gebieden van verantwoording voor 34, 35 en 37 lagen. 14 is de gehele uitzending in Deh Rawod gebleven. Ook als compagniesleiding werden we niet gevrijwaard van activiteiten buiten de poort. Binnen twee weken na aankomst stond de eerste compagniesactie in de Mirabadvallei op het programma. Deze werd uitgevoerd met de eenheden 35 en 37, voor de laatste eenheid was het de eerste keer dat ze de poort uit gingen. De sneltrein waar we toen op zaten heeft lang aangehouden. Als compagnie hebben we verschillende acties uitgevoerd. Van de Mirabadvallei in het
De Limburgse Jager oosten tot de Spin Kecha-crossing in het westen en van de Garmab-crossing in het zuiden tot Chora en Baluchi in het noorden. De pelotons zelf zijn in de periode tot eind februari, begin maart vrijwel continu bezig geweest. Zij hebben door het gehele gebied verschillende Combined Arms Teams (pelotons) acties uitgevoerd. Tijdens de verschillende acties is alles goed gegaan. Meestal was dit te danken aan de getraindheid en het niveau van de kerels en kaderleden, maar ook een portie geluk is ons ten deel gevallen. Ik denk hierbij aan het niet afgaan van de hoofdlading van een tweetal Improvised Explosive Devices, maar ook aan het wegtrekken van een batterijpack, terwijl het de bedoeling was het stroomcircuit kort te sluiten. Op momenten dat dit voorvalt wordt iedereen weer herinnerd aan het gevaar dat het personeel toch elk moment loopt en dat het, ondanks het kunnen terugkeren zonder gewonden of gesneuvelden, geen oefening is. Een speciale periode tijdens de uitzending was de Operatie Tura Ghar, het veiligstellen van de Baluchi-vallei om de aansluiting tussen de gebieden Chora en Tarin Kowt te realiseren. De bouw van een permanent te bezetten patrouillebasis en vertrouwen winnen van de lokale bevolking waren de te behalen doelen. Vanuit de A-cie deden eenheid 34 en 37 mee, natuurlijk met een deel van de staf. Eenheid 35 was de reserve voor het gehele bataljon, opererend vanuit Kamp Holland. De operatie duurde voor de compagnie ruim 10 dagen, waarin we zowel bereden als uitgestegen en te voet hebben opgetreden. Afhankelijk van de fase van de operatie werd er in wisselende samenstellingen opgetreden. Zo heeft het voertuigdeel van 37 samen met 12
B geacteerd en hebben wij meerdere malen pelotons van 12 B en het verkenningspeloton onder bevel gehad. Gedurende de operatie zijn we door de gehele vallei geweest, hebben we meer dan 50 quala’s (huizen) doorzocht en met name ook het Provincial Reconstruction Team en het Psyops Support Element in staat gesteld om de lokale bevolking te benaderen en vertrouwen bij hen te winnen. De compagnie heeft opgetreden vanuit 3 verschillende uitvalsbases: DAGGER, een soort bataljonsverzorgingsgebied, o.l.v. Smi Geven, de CSM, waar alle voertuigen die niet gebruikt werden samen met herstelcapaciteit stonden, KLEWANG, een vooruitgeschoven post van waaruit de logistiek en de vuurbasis voor het uitgestegen deel opereerde, o.l.v. Elnt Colier, PCC en GOOSENEST, van waaruit de dagelijkse patrouilles werden gelopen. Voor uw beeld, GOOSENEST lag midden in de vallei, niet bereikbaar met voertuigen en het personeel was dus volledig op elkaar aangewezen. 19 januari is de compagnie terugverplaatst naar Tarin Kowt, waarbij wij de eerste eenheid waren die via de Main Supply Route vanuit Chora via Baluchi naar Tarin Kowt reed. Na Tura Ghar kwam de compagnie in wat rustiger vaarwater terecht, mede door het gebrek aan geniecapaciteit. Eenheid 34 is wel nog twee keer ingezet om de B-cie te ontlasten. Ook heeft er nog een kleinschaliger, maar wel vergelijkbare actie plaatsgevonden op de west-bank, waarbij eenheid 35 en 37 ingezet waren.
Terugkijkend op de uitzending kan ik niet anders dan concluderen dat het goed verlopen is. We hebben de eenheid positief op de kaart gezet, hebben deelgenomen aan alle grote acties in de provincie, hebben verschil kunnen maken voor de bevolking, maar het allerbelangrijkste is toch wel dat allen gezond en wel weer zijn teruggekeerd naar hun thuisfront. Dat dit anders had kunnen zijn heb ik reeds aangehaald, maar denk ook aan onze collega’s van de B-Bulldogcompagnie die nu in het inzetgebied zijn. Helaas hebben zij minder geluk gehad en heeft het bataljon wederom een collega verloren. Het voorval met Azdin Chadli maakt ons wederom bewust dat het beroep dat we hebben niet gespeend is van gevaar. Dat was vroeger niet en zal het ook nooit worden. Toch maakt dit alles het beroep wel mooi. De kameraadschap, het er voor elkaar zijn, zal men niet snel in een ander beroep zien en levert stof voor verhalen die meerdere decennia meegaan. Zie ook onze belevenissen op de website onder de knop Uruzgan en de Alfa –krant Kapitein Wan Beumer Commandant A-Ganzencompagnie, 42 Bataljon Limburgse Jagers
De Limburgse Jager
Een extra Tirailleur Functie Opleiding:
Niet beter, wel anders! Mede vanwege capaciteitsgebrek bij de Instructie Groep Infanterie en de komende uitzending naar Uruzgan van de C-Cie 42 BLJ, heeft commandant 13 Mechbrig zich hard gemaakt voor het draaien van een eigen “extra” TFO. Woensdag 28 januari werd begonnen met de zogenaamde vooropkomst. De leerlingen kregen hier informatie over de opleiding en wat er van ze werd verwacht, de toon werd gezet en niveaumetingen werden afgenomen. Ook werd de doelstelling van de opleiding uiteengezet, deze luidt als volgt: De leerling zodanig opleiden dat hij, als geweerschutter en mitrailleur schutter, onder alle omstandigheden, als deel van een ploeg in groepsverband, kan en wil deelnemen aan alle soorten aanvallende- en verdedigende gevechtsacties. (bron: syllabus TFO versie 5)
Op vrijdagmiddag naar huis om op maandag 02 februari daadwerkelijk te starten met opleidingsweek 1. Deze week stond in het teken van de omscholing van de Diemaco C7 naar de Diemaco C7-A1. Hele dagen in de Klein KaliberWapen –Simulator , op de schietbaan en verder sport en onderhoud. Ook werd deze week goed duidelijk wat het credo “minder goed, is opnieuw” inhield voor de leerlingen. Opleidingsweek 2 stond in het teken van de eerste velddienst. De oefening “verplaatsen”. Verplaatsingstechnieken werden verder uitgebouwd. Snel werd duidelijk dat de meeste leerlingen nog niet opgewassen waren tegen 36 uur onafgebroken regen en “zielig” werden. Het lerend vermogen ging met de minuut achteruit en daarom werd besloten om het plan bij te stellen en de leerlingen even “uit de elementen” te halen om na een evaluatie opnieuw te starten. De leerdoelen van de week werden alsnog gehaald. Weinig slapen, veel lopen, speedmars eis, brancard verplaatsing, minder goed, is opnieuw, omgaan met teleurstellingen op vrijdagavond en slecht weer zijn zomaar wat kernactiviteiten van deze week. Opleidingsweek 3 was het dan zover, de kennismaking met de mitrailleur MINIMI. Veel tijd werd doorgebracht in een leslokaal, in de KKW-Sim en op de schietbaan. Wederom een kazerneweek oefentoelage waardig. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat bezig met intensieve begeleiding van het kader.
Opleidingsweek 4 stond in het teken van de volgende velddienst. De oefening “Offence”. Zoals de benaming al verklapt is alles deze oefening gericht op het aanvallend gevecht en de bijbehorende skills en drills. Groepsaanvallen tot falen, overval en hinderlaag kortom, een schitterende week met veel leerdoelen. Zowel overdag als bij duisternis zijn er veel acties gedaan, het infanteriehartje begon bij menigeen te kloppen deze week. Opleidingsweek 5, de verdere MINIMI opleiding. Veel schieten in Oirschot en in Budel. De gehele opleiding is fysiek en mentaal pittig. Op het mentale vlak wordt de leerling continue geprikkeld. Toch ontbrak het aan een goede “indringende ervaring” in de opleiding. Met die ervaring breng je iemand in een onzekere, vreemde situatie met een hoge fysieke en mentale druk. Doel hiervan is dat leerling zijn reactie hierop leert kennen en onderkennen. In de toekomst kan hij dan beter met soortgelijke (gevechts-) situaties omgaan en zijn relativeringsvermogen gaat omhoog. Op de vrijdag van opleidingsweek 5 hadden we het ingepland. ’s Morgens om 05.00 uur werden de leerlingen onaangenaam verrast met reveille en voordat ze er erg in hadden zaten ze bepakt en bewapend in een bus verplicht wakker zonder te praten, met de gordijnen dicht, zonder horloge, met veel te weinig eten en geen benul waar ze heen gingen. Een “warm” welkom door KCT collega’s in Roosendaal volgde. Baan Hollandia, speedmarsen en baan Arnhem tot falen onder leiding van groene baretten was het devies deze ochtend. Na afloop ontspannen terug richting Oirschot om daar aangekomen bij de wapenkamer de volgende teleurstelling te moeten verwerken. We waren nog niet klaar. Weer instijgen om de kazerne weer te verlaten en afgezet te worden op de Oirschotse heide. De stilte in de bus was kenmerkend voor de impact van de teleurstelling. Daar aangekomen de rest van de middag tot in de avond beziggehouden met vormingsdoelen, met name op het mentale vlak. ’s Avonds een goede afsluitende evaluatie en dan toch op weekendverlof, wat sommigen niet meer hadden verwacht. Opleidingsweek 6 alweer, de derde velddienst, de oefening “Defence”. De hele week in het teken van het verdedigend gevecht. Je raad het al, graven tot je niet meer denkt te kunnen, zandzakken vullen totdat je de tel weer kwijt bent en
minder goed, is opnieuw. Voor sommige is deze gehele week een “indringende ervaring” geweest en hebben alleen maar gegraven omdat ze telkens opnieuw moesten beginnen. Voor anderen een mooie week die weliswaar zwaar was maar ook heel goed voor de verdere groepsvorming. Opleidingsweek 7, de afronding van de MINIMI opleiding op het ISK te Harskamp. Lekker de hele week knallen op de schietbaan en uiteindelijk heeft iedereen de geoefend schutter eis gehaald. Natuurlijk ook weer sport en marsen. Opleidingsweek 8, de eindoefening “FINAL MISSION”. Op maandag begonnen met de fysieke eis, de FIT-4. De rest van de week veel verplaatsen, weer lekker graven, weinig slapen, marsen, speedmarsen, en uiteindelijk een commandantenmars. Lekker afzien achter ondergetekende door de sloten in de omgeving van Harskamp. Met zijn allen kopje onder en alles geven wat je hebt. 90 minuten die de leerlingen niet snel zullen vergeten. Uiteindelijk na nog wat sporten dan toch de binnenkomst op het ISK. Het was klaar, je had het gered. Traditioneel bier drinken uit je helm waarmee je iets eerder nog mee in een gore sloot hebt gelegen, heerlijk! Moe maar voldaan ’s avonds laat in de bus terug richting Oirschot. Opleidingsweek 9 zat achter de 2 weekse oefening “Sennejager”. Een ontspannen week met voor sommige nog een herkansing van de FIT-4 welke door iedereen gehaald werd. Verder de 40 mm Heckler en Koch basisschutter opleiding. En natuurlijk de certificaatuitreiking, afwikkelen en het eindfeest. Uiteindelijk hebben 23 leerlingen de opleiding met goed resultaat afgerond van de 35 welke gestart zijn. 2 leerlingen zijn op eigen verzoek gestopt, 2 zijn op basis van disfunctioneren ontheven en 8 leerlingen hebben een blessure opgelopen tijdens de opleiding. Mannen, heel veel succes met jullie carrière bij 42 BLJ: Niet beter, wel anders!
10
De Limburgse Jager
Oefening Sennejäger 30-03-09 t/m 09-04-09 Na een lange periode van vredesbedrijfsvoering op de RvS kazerne in Oirschot, werd het toch echt tijd om met het bataljon (minus de A/Ganzen-cie en B/Bulldog-cie) een oefening te realiseren. In een vroeg stadium werd gekozen voor het oefenterrein “the Sennelager Training Area” in de omgeving van Paderborn. De insteek was dat we als batstaf randvoorwaardelijk zouden optreden en dat de oefenende eenheden zelf hun doelstellingen zouden gaan halen. In 2008 vonden de verkenningen plaats en afspraken werden gemaakt met het Britse “Rangecontrol”. De bespreking van de oefenorder aan de (sub)eenheden was in januari. Buiten onze eigen C/Eagle-cie en de STST/Zwarte panter-cie werden we met nog zeven eenheden versterkt. 412 Pagncie, 13 GNK, 471 MOGOScie, 13 Herstcie, 100 B&T, een KMAR-det en een KCTdet brachten het totaal van oefende militairen (olv 42 BLJ) op een dikke 500 man.
infrastructuur. Toen de Eerste Wereld Oorlog uitbrak werden de twee infanterieregimenten die gelegerd waren in Sennelager gemobiliseerd naar Münster en Trier. Vervolgens werden er vanuit allerlei hoeken Duitse eenheden naar Sennelager gestuurd voor korte trainingsmomenten. De eerste gevechten resulteerden in grote getale krijgsgevangen en kamp Sennelager kreeg de hoofdtaak om in accommodatie en voeding te voorzien voor deze gevangenen. In 1915 liep het aantal krijgsgevangenen dusdanig op dat het kamp genoodzaakt was verder uit te breiden. In dat jaar waren er gemiddeld 35.000 krijgsgevangenen op kamp Sennelager. Na de Eerste Wereld Oorlog was de bestemming van kamp Sennelager onduidelijk. Vele burgers hadden hun intrek genomen en de defensieorganisatie was te veel geslonken om genoeg troepen terug naar Sennelager te sturen. Ondanks dit gegeven is het de Wehrmacht toch gelukt het gebied weer een militair karakter te geven en er uiteindelijk troepen te stationeren.
Korte geschiedenis van het oefenterrein Sennelager
Bij aanvang van de Tweede Wereld Oorlog had kamp Sennelager wederom het karakter van een Truppenübungsplatz. Eenheden troffen er hun voorbereidingen voor de Blitzkrieg. Wederom werd het kamp veroordeeld tot het huisvesten van krijgsgevangenen. Het nut en belang van het oefenterrein werd inmiddels op waarde geschat en dit keer was het bestand gevangenen niet groter dan 15.000. Op het oefenterrein zelf was nog volop activiteit; gangenstelsels en bunkers werden gebouwd om het gevecht hierin te kunnen trainen, de Luftwaffe gebruikte de vliegstrip (Bad Lippspringe) voor het uitvoeren van sorties en een deel van het terrein als bombing range en grote hoeveelheden munitie werden er opgeslagen.
Het oefenterrein Stapel en Senne(lager) kent een rijke geschiedenis. Door de jaren en oorlogen heen hebben meerdere landen en eenheden gebruik gemaakt van dit oefenterrein wat de mogelijkheid biedt om de verschillende fasen van het gevecht realistisch te beoefenen. In 1890 heeft het toenmalige Duitse Ministerie van Oorlog de eerste stappen ondernomen om van dit 13.000 hectare grote gebied een oefenterrein te maken. Tot aan het begin van de eerste wereldoorlog werd het terrein voorzien van steeds betere
Op 2 april 1945 bezette het 9de US leger Paderborn en wist het complete terrein binnen 1 dag in eigen handen te krijgen. Alles wat de vluchtende Luftwaffe niet mee kon nemen bij hun ontsnapping werd
vernietigd. Op 5 mei heeft de 95ste US Division Paderborn en Sennelager overgedragen aan de 21ste Britisch Army Group. De Britten besloten om tegen het einde van de oorlog alle militaire trainingen te centraliseren in de omgeving van Sennelager. Ook in de ogen van de Britten bleek Sennelager een uitstekende locatie om eenheden te trainen. Toen is de basis gelegd voor het hedendaagse “The Sennelager Training Area”. En sinds 1950 huurt onze Koninklijke Landmacht regelmatig dit terrein van de Britten en bezochten alle eenheden van ons Regiment dit oefenterrein. Das Ehemalige Haustenbeck, Campsite One, Siebensteinhauser, Schloss Neuhaus, de B-Mess Hermannsdenkmal. Een stukje herinnering voor nagenoeg alle Limburgse Jagers, oud en jong.
De Limburgse Jager
Eagle Sennejäger (C-cie) Op een rustig veld onder de Duitse zon klinkt plots het brullen van motoren en het ratelen van tracks als vier YPR’en van het 3e peloton van de C-cie met een grote stofwolk achter zich aan het terrein oprijden. De kleppen gaan neer en het personeel stijgt uit. Oefening Eagle Sennejäger is begonnen, een oefening die in het teken staat van het uitbreiden van het groepsoptreden en tevens in het teken zal staan van de onderlinge integratie en uiteraard al langzaam gaat richting de voorbereiding voor de komende uitzending naar Uruzgan. Eerste deel van de oefening Het weer zit de gehele oefening goed mee, wat de leeromgeving alleen maar bevordert. Er wordt fanatiek getraind door de pelotons, waarbij de groepen vooral zelfstandig trainen. Vooral de korporaals vallen hierbij positief op. Ze verzorgen lessen, motiveren de kerels en zijn een voorbeeld voor de mannen. Niet alleen de oefenlat ligt hoog, maar ook het leertempo. Dit is voornamelijk te wijten aan het grote enthousiasme van de mannen en vrouwen die goed gemotiveerd hun best doen. Vrijdags kan er dan ook met een groot gevoel van tevredenheid genoten worden van een welverdiende barbecue om even de gemoederen te verzetten en wat rust te pakken. Het tweede deel van de oefening Zaterdags heeft de LO/Sport een parcours militair uitgezet met diverse opdrachten die door de verschillende groepen worden uitgevoerd. Daarna worden alle spullen opgepakt en wordt er voorbereid om ’s middags het veld in te gaan en daar rond woensdagavond pas weer uit te komen. Het middenterrein is nu voor de C-cie gereserveerd en het terrein mag volledig gebruikt worden voor het trainen van het personeel en hun voertuigen. Zondags beginnen de eerste onderdelen die door de ciestaf geleid worden. Dit om de pc’en een indruk te geven over hoe hun groepen er voor staan. Achteraf blijkt dit zeer nuttig en leerzaam te zijn geweest, omdat dit een unieke kans biedt aan de pc om zijn peloton in actie te zien zonder last te hebben van een beperkte Situational Awareness (SA) doordat hij zelf op de bok
zit. Er komen dan ook erg veel leerpunten naar boven tijdens de acties. Dit zorgt ervoor dat bij de komende oefeningen juist hier meer nadruk op kan worden gelegd. Ook biedt het de sergeant-majoor opleidingen (SMO) een kans om de verschillen tussen de drie pelotons te zien en van de drie de sterkste punten mee te nemen en minder sterke punten aan te stippen. Maandags is het aan een ander peloton om de geleide actie te doen en krijgt het reeds begeleide peloton gelegenheid om de verbeterpunten aan te halen en hier al aan te gaan werken. ’s Avonds wordt bekend gemaakt dat de Limburgse Jager der 1e klasse Azdin Chadli is gesneuveld bij een raketaanval op Kamp Holland. De oefening wordt stopgezet en met grote snelheid wordt het kamp opgebroken en ’s ochtends in alle vroegte wordt er terugverplaatst naar de Britse kazerne, waar een detachement zal achterblijven voor het onderhoud en het beladen van de trein die donderdag komt, terwijl de rest van de cie terug gaat om zich voor te bereiden om de gesneuvelde collega en vriend de laatste eer te bewijzen.
Tlnt van Rossum Als tweede luitenant gedetacheerd bij de C-cie 42 BLJ werd mij gevraagd om een klein stuk te schrijven over de oefening die de C-cie heeft gedraaid in Duitsland. Ik heb de eer en het voordeel gehad om een aantal weken met de eenheid mee te mogen lopen en ook deze oefening mee te maken en daarbij een hoop indrukken en ervaring op te doen over het reilen en zeilen van de verschillende pelotons bij de compagnie.
11
De Limburgse Jager
13
La Courtine, het avontuur, 50 jaar na dato Ging de Koninklijke Landmacht na 1950 al regelmatig op oefening bij de buren zoals in België op het oefenterrein Leopoldsburg en in Duitsland naar de Eifel, het terrein Vogelsang of Sennelager, in 1959 veranderde dat. In dat jaar vertrok de 13e Gevechtsgroep (nu 13 Mechbrig) en masse uit Oirschot naar het verre Frankrijk. Het Oefenterrein La Courtine was het doel. Dat terrein gelegen op de hoogvlakte in Midden-Frankrijk werd bereikt na drie lange colonneritten vanuit Oirschot met tussenstops in Mourmelon en Bourges. Alleen al de reis was een training op zich om geordend met grote aantallen voertuigen te verplaatsen. Een oefening voor het geval van een verplaatsing naar het oorlogsgebied aan de Inner Deutsche Grenze. Maar goed, Frankrijk waar de meesten van de toenmalige militairen nog nooit een voet hadden gezet. Land van
stokbrood en knoflook, nu bekend, maar destijds maar vreemd en stinken, zoals ook de kaas en de worst. Ander landschap en vegetatie, heuvels, varens, eikenbomen, al was dat voor het 16e en later ook 42 BLJ een thuiskomer. Immers dat kenden we al van ons embleem en Limburg. Maar ook een wat afwijkende legering. Ja strozakken hadden ze daar ook, het toilet was anders. Beter?, Is de vraag. Een gat in de grond is gemakkelijker schoon te houden dan een toiletpot, alleen bij het doorspoelen kun je natte voeten krijgen. Ook dat went.
Een echt avontuur? Een oefening met kou, regen, hitte, zon, weinig slaap, lange dagen of dat nu op de Oirschotse of Ermelose heide is of op het Centraal Plateau van Frankrijk, het blijft een oefening. Maar tijdens de weekendbreaks kan er gepassagierd worden in de omgeving kunnen er
nieuwe elektrische keukenapparatuur van Moulinex worden gekocht, toen een nieuwtje voor Nederland en leert men wijn drinken. Kortom toch een avontuur. De korte verhalen van de diverse collega’s en foto’s geven een herinnering voor diegenen die het hebben meegemaakt en een beeld voor de huidige Limburgse Jager.
Zie ook de grote serie foto’s en korte films op de website onder de knop La Courtine. Deze La Courtine pagina’s zijn tot
stand gekomen door bijdragen van de Limburgse Jagers Bgen Knol (voorheen Kapitein) Knol, Lnt Augustus, LJers Donkers, Brands, van der Lee, Bronsgeest, de Wit, van Geffen, Beltgens en Koeman.
14
De Limburgse Jager
“FRANSE OORLOGS BEVORDERING”
Mijn herhalingsoefeningen in La Courtine, augustus 1962, dreigden al vanaf het begin rampzalig te worden. Ik was kpl munitiebevoorrading. Een munitieploeg op bataljonsniveau bestond organiek uit een sergeant-majoor, een korporaal en een soldaat I. Bij opkomst in Budel bleek dat mijn baas, die al een week eerder moest verschijnen, na één dag was afgekeurd en naar huis gestuurd. Hij was volslagen hysterisch geworden omdat hij op het punt stond, voor het eerst vader te worden. Ik moest dan maar zijn functie overnemen.Eenmaal aangekomen in La Courtine bleek dat het administratief systeem van de munitiebevoorrading totaal gewijzigd was. Het was zó ingewikkeld gemaakt, met zóveel formulieren, dat niemand ermee kon werken. Het munitiepersoneel van de vorige bataljons zat na te dienen om uit de administratieve chaos te geraken, terwijl hun kameraden al lang terug in Nederland waren. Ik had daar geen zin in. Toen ik aan de Divisie Munitie Officier vroeg hoe ze dat in oorlogstijd dachten te doen, keek hij me stomverbaasd over zoveel stupiditeit aan: dit wás juist de oorlogsorganisatie!
EEN HEITJE VOOR EEN KARWEITJE
De Limburgse DAF-chauffeur Feus Hendriks was een vent waar een normale soldaat twee keer in kon draaien. Een aardige kerel, alleen wat kort aangebonden. Als bijvoorbeeld bij het terugsteken van zijn wagen de ééntons aanhangwagen ging scharen, dan vloog hij ooit woedend de cabine uit, pakte de trailer op en zette hem weer midden achter de truck.
Met enorme inspanning lukte het allemaal tot aan de laatste dag. Om mijn administratie in orde te krijgen, gaf ik aan twee pioniers een tweetal kisten mee gevuld met incomplete en overcomplete spullen, maar ook met Franse munitie, die ten onrechte bij mij was ingeleverd. Na het schieten van de 106 TLV, waar zij eventuele blindgangers moesten ruimen, zouden ze het hele zootje opblazen. Intussen maakte ik alvast de verbruiksbewijzen op, liet die door de bataljonscommandant tekenen en verstuurde ze naar Nederland. Helaas, de pioniers haalden een geintje uit. Ze bonden alle mitrailleurnabootsers aan elkaar en de riedel van minuten lang die toen door de heuvels klonk trok de aandacht van een kolonel van de vaste kampstaf. Ze werden op heterdaad betrapt bij het “vernietigen van rijkseigendommen”, maar ze beriepen zich er op, dat ze dit deden in opdracht van “die korporaal van het 56e”. De kolonel zou een onderzoek instellen en dat zag er kwalijk uit voor mij: valsheid in geschrifte, vernietigen van rijkseigendommen, maar bovendien brachten de jongens met hangende pootjes vrijwel alle al afgeschreven
Bij de herhalingsoefeningen La Courtine in augustus 1962 was “de Dikke Feus Hendriks” de chauffeur van mijn munitie-DAF. Bij het verorberen van de lunchpakketten tijdens een van de oefeningen zagen de Limburgse Jagers een groot blok beton liggen, waaruit een stalen balk van ongeveer een meter stak. Iemand stelde de dwaze vraag of dat ding op te tillen zou zijn. Een paar jongens probeerden het tevergeefs totdat de kok, een boom
troep bij me terug en ik droeg die clandestien over aan een munitiemaniak van de vaste kampstaf, want meenemen naar Budel was te gevaarlijk. Ik had al visioenen van Nieuwersluis, maar ik zag kans rond de zaak een zodanig rookgordijn op te trekken, dat de kolonel daarop vastliep. Terug in Budel dreigde nog steeds dat er een arrestatiebevel uit La Courtine zou komen: het was een spannende week.Het eind van het verhaal was verbluffend. Een uur voor ons afzwaaien werd het bataljon op de appèlplaats verzameld. De commandant was uiterst tevreden want de oefening, tevens zijn kolonelsexamen, was voortreffelijk verlopen. Hij vond het alleen jammer dat hij
geen bevorderingen bekend kon maken, want zijn bataljon zat qua rangen al boven de sterkte. Maar er was één uitzondering gemaakt: vanwege zijn grote verdiensten voor het Nederlandse leger werd de korporaal munitiebevoorrading Van der Lee, die bewezen had een onderofficiersfunctie aan te kunnen, bevorderd tot sergeant…
van een kerel, erin slaagde het blok van de grond te krijgen, maar hij wist niet hoe gauw hij het weer moest loslaten. Feus had het tafereel zwijgend aangekeken. Hij pakte het gevaarte op, droeg het naar de andere kant van de weg en gooide het in een droge greppel. De verbouwereerde kok ging spontaan met de pet rond en haalde zowaar elf gulden en centen op… Kpl bd Van der Lee
De Limburgse Jager
15
NOUVEAU FRANC
In augustus 1962 nam ik deel aan herhalingsoefeningen in La Courtine: een week Budel, twee weken La Courtine, een week Budel. Kort daarvoor was het Franse muntstelsel gereorganiseerd: ‘honderd oude francs werden vervangen door één “nouveau franc”. Voor veel Nederlandse militairen was dat erg verwarrend. Er waren munten in omloop van 100 francs die slechts 1 franc waard waren, maar daarnaast ook nieuwe munten van 1 franc met dezelfde waarde. Door de dames die in de 32 cafés van La Courtine bedienden werd van deze verwarring op een schandalige manier misbruik gemaakt om bij het afrekenen de jongens op te lichten. Ik kwam daar al snel achter en als er iemand afrekende, ging ik er opvallend dicht bijstaan om een oogje in het zeil te houden en zonodig corrigerend op te treden. In ons onderdeel diende kpl Leijendekker, een journalist van de Haagse Post. Daarom stuurde die krant een verslaggever en een fotograaf naar La Courtine om een paginagrote reportage te verzorgen. Tot mijn verwondering kreeg ik na terugkomst die krant toegestuurd en daarin stond een foto met als onderschrift “Combien?” (Hoeveel?). Leijendekker rekende af en ik stond er overheen gebogen om te zien of alles volgens de regels verliep. Kpl bd Van der Lee
OEFENINGEN
Dat veranderde toen ook de andere compagnieën kwamen en het oefenen begon. Meestal waren we van maandag tot vrijdag onderweg. We moesten De AMX testen; een klein soort gevechtswagen. Maar we zaten ook achterop de Centurion. In het begin, toen het weer nog meewerkte, was het allemaal wel te doen. Het was niet koud en soms sprongen we onderweg in een bergbeekje om ons te wassen. Toen het begon te regenen en het kouder werd veranderde de dorre hoogvlakte in modder. En wij slobberden daardoor. Onze kreet ‘Dat kunnen we wáárderen’ (dus niet waardéren) als ons iets niet helemaal beviel of er iets bijzonders gebeurde zoals het laten vallen van een geweer dat niet meer terug te vinden was of het in de blubber wegzakken van een tank. En we hadden geen water meer. We konden ons niet meer wassen. De toiletten waren onbruikbaar, dus we groeven een gleuf achter het gebouw
KWARTIERMAKERS 1960
Daar gingen we dan. Op naar La Courtine. Niemand van ons had er ooit van gehoord. Het was ver weg, ergens in het zuiden van Frankrijk. Onze compagnie ging ‘kwartier maken’, Wat dat dan ook was. En het wás ver weg. Drie dagen achter in de ‘Dikke Daf’, nu en dan een ‘pispauze’ en overnachten in Franse kazernes in Mourmelon en nog ergens. We passeerden dorpjes want we reden alternatieve routes, geen hoofdwegen. We kwamen ook door Aubusson. Die brug over dat minimale streepje water daar diep beneden ontlokte heel wat commentaar. Veel later lachten we daar niet meer om toen diezelfde brug onder kolkend water stond. En toen waren we er! En wat was het er smerig! We begrepen toen ook wat ‘kwartier maken’ was. En dan die toiletten. Er kwam een tijd dat we met weemoed terugdachten aan dat gat in de vloer. We moesten de rommel opruimen, schrobben en strozakken vullen. Daar hadden we wel een maand voor nodig dachten we en dat was ook zo. Ik kreeg als taak het afval naar een stortplaats te brengen. Een jeep met aanhanger elke keer vol troep en
met een boomstam er op. Als we van een oefening terugkwamen trokken we het minst vuile ondergoed weer aan. Dus we waren wel blij als er iemand ziek was en niet mee kon op oefening. Hij kreeg dan als taak de was te doen. Alle ondergoed in een ketel, water en zeep erbij en dan koken op het potkacheltje dat op elke kamer stond. We waren jaloers als er iemand naar het hospitaal moest: daar hadden ze wel water. Voor ons werd het in jerrycans gebracht. Niet te veel, we konden net onze tanden poetsen. Een van de jongens had een vriendin
dan de hoogvlakte op. Niemand lette op ons, dus we pikten wel eens een half uurtje zonnen of wat verder de hoogvlakte op. Hard werken hoefden we niet, het was er veel te heet voor. ’s-Avonds een wijntje drinken in een kroegje in La Courtine haut. We hadden geld genoeg: we kregen immers driemaal uitbetaald: 3,75 gulden per dag en de gevulde koek aan de Cadi wagen was niet duurder dan in Nederland. Jongens die verkering hadden vroegen hun lief naar de maat van haar BH. Ze kochten dan een leuke maar vergaten dat de Franse maten kleiner waren dan de Nederlandse zodat er heel boze bedankjes kwamen. In de weekenden werden we bezig gehouden: in de dikke Daf naar dorpjes in de omgeving om te voetballen tegen de plaatselijke club. Soms een wat grotere stad waar we redelijk lang en vrij konden rondkijken. De Fransen moesten overigens meestal niet veel van ons hebben, vriendelijk waren ze niet. Soms kwamen er artiesten uit Nederland of draaide er een film. We hadden het niet slecht daar. LJ Bronsgeest
die hem elke dag een foto van Brigitte Bardot stuurde. Die plakten wij op de deur van onze kastjes. Toen er eens een generaal zou komen moesten we ze weg halen van onze officieren maar dat ging (natuurlijk) niet. De generaal opende een kastje, zag de foto’s en zei: ‘Het moreel is in ieder geval goed’. En dat konden we wel wáárderen. Ons lijflied ‘O, was ik maar bij moeder thuis gebleven’ sprak wat dat betreft ook boekdelen, al was het niet zo bedoeld. LJ Henr Bronsgeest
16
De Limburgse Jager
Overstromingen
En toen kwam die nacht: We moesten gaan helpen. Het regende niet, het goot niet, het plensde uit de hemel. Het waaide, het was vreselijk koud en wij zaten achter in de dikke Daf naar, ja waar naar toe? Naar Aubusson! De weg erheen waren we al bang dat we in het ravijn zouden storten want die chauffeurs konden geen donder zien en de weg was smal. Maar we kwamen er. We stapten in het stromende, soms kolkende water en gingen helpen. Zandzakken vullen en opstapelen. Mensen uit hun huis halen en naar droge plekken brengen. Was dit dat zilveren streepje van de heenreis? We zagen stukken huis afbreken en in het water verdwijnen. Meubelstukken dreven langs. Afijn, u kent het beeld wel. Wat waren we trots dat we hier hadden kunnen helpen, onze oefening was geslaagd. LJ Henri Bronsgeest
De eerste AMX Chauffeurs van de Koninklijke Landmacht
Ik kwam bij het 16e PantserInfanteriebataljon Limburgse Jagers in Oirschot als chauffeur YA 328, de dikke Daf. Hier heb ik met plezier vele kilometers mee gereden. Toen moesten wij naar Frankrijk voor oefening en kwamen in La Courtine terecht. Er werden drie chauffeurs geselecteerd om op een AMX-pantserrupsvoertuig te gaan rijden. Toon Reinders uit Best, Cloudt uit Eindhoven en ik uit Goes waren de gelukkigen. Wij moesten elke morgen een berg op waar die AMX’n stonden en daar kregen wij van franse instructeurs rij- en onderhoudles wat ongeveer anderhalve maand duurde. Daarna hebben we nog ca anderhalve maand geoefend met de rupsvoertuigen om deze ook met de troep uit te testen. Was er eens een vaandrig die, met een klok in zijn hand, stond te kijken of wij een afgelopen rups er weer in 12 minuten op konden leggen, want dat moest kunnen volgens hem. Resultaat hevige ruzie en 21 dagen licht arrest, maar dat moest wel in de avonduren gebeuren want anders stonden de AMX’n uit te rusten en dat vonden ze ook niet goed.
Hierover verhaalt de toenmalige Kapitein Knol in de Legerkoerier uit 1960 met de volgende dialogen: “Nog een bietje, Toon, Ho” en weer gaan de ijzeren tikken, staal op staal. “Hai gutter nie in, Hai mot ‘r toch in kunne!” “Ja da kumt wel goed Toon, nog een bietje”. “Toon zet ‘m nog een eindje vooruit.” Ze zijn bezig om de track van de AMX te spannen. Er moest een schakel uit, want hij begon te klepperen. En later als ze weer in de luiken van de AMX klimmen met de koptelefoons onder de binnenhelm, kijkt Adje Koeman me nog even aan want hij ziet dat ik het maar een nauw gat vind en zegt nasaal met de humor der realiteit achter de ogen: “Eerst het hier ’n kaptein in gezeten: toen hebben we motte trekken, hij komt ér niet meer uut”. En dan scheuren ze weer de helling af en klauteren aan de overkant met loeiend toerental er weer tegenop. Zo reden we 3 maanden lang door de blubber en over de weg. LA COURTINE een tijd om nooit te vergeten. Adrie Koeman
De Limburgse Jager
Watersnood
Manschappen van 1 Divisie ‘7 December’ ontdoen de kerk van Tulle van een dikke modderlaag In 1960 toonden de militairen van 1 Divisie dat ze ook niet te beroerd waren buiten het oefenprogramma om hun handen uit de mouwen te steken. Na een regenperiode van enkele weken in september en oktober werden grote delen van Midden-Frankrijk door overstromingen geteisterd. Een van de bedreigde stadjes was Aubusson, dat op 39 kilometer afstand van La Courtine lag. Deze plaats was beroemd om zijn tapijtindustrie. Het lag voor de sous-prefet te Aubusson voor de hand de hulp van de in de nabijheid oefenende 1 Divisie in te roepen. De vaste kampstaf van La Courtine kwam vervolgens snel in actie. Onmiddellijk gingen enkele stafofficieren naar het stadje om contact op te nemen met de Franse autoriteiten en zich op de hoogte te stellen van de situatie. Bij het aanbreken van de dag arriveerde de A-compagnie van 16 Infanteriebataljon met de nodige zandzakken om vervolgens in samenwerking met 11 Geniebataljon, een detachement van 11 Marechausseeeskadron en de huzaren van 11 Tankbataljon op alle bedreigde plaatsen dammen op te werpen. ’s-Avonds werden alle troepen, behalve de genie, uit Aubusson teruggetrokken, maar in La Courtine stonden alweer verse eenheden gereed om de zwaar getroffen bevolking te hulp te schieten. Vooral de ondersteuningscompagnie van 11 Geniebataljon verrichtte met haar zware materieel voortreffelijk werk. De genisten maakten wegen vrij en voerden afval en puin weg. Tevens ondernamen zij met succes een poging om een zijrivier van de Creuze in zijn oorspronkelijke bedding te geleiden. Aubusson was niet de enige stad waar de Nederlanders in actie kwamen. Ook het op honderd kilometer van La Courtine gelegen Tulle verkeerde in nood. Soldaat Antoon C. Heeren van 16 Infanteriebataljon verrichtte daar een moedige daad. Met gevaar voor eigen leven redde hij, onder het oog van vele toeschouwers, een vrouw uit de wild bruisende rivier de Correze. Als dank werd hij bevorderd tot korporaal en kreeg hij de bronzen divisielegpenning uitgereikt. De Franse autoriteiten waren van mening dat 1 Divisie door haar kordate optreden tientallen mensenle-
vens had gered. Als dank reikten zij op 27 oktober, tijdens een plechtige ceremonie in Aubusson, enkele onderscheidingen uit. Een compagnie van het Garderegiment Grenadiers stond daarbij aangetreden. Verder waren de drumband van dit regiment en het trompetterkorps van de cavalerie present. Nadat de divisiecommandant, generaal-majoor De Vries, de troepen had geïnspecteerd, trad de drager van de divisievlag naar voren, waarna de sous-prefet van Aubusson de Medaille d’Argent du Courage et du Devouement aan het dundoek hechtte. Het was de eerste maal dat aan een buitenlandse eenheid deze in vredestijd hoogste Franse onderscheiding voor daden van moed en toewijding werd verleend. De mannen van 1 Divisie ‘7 December’ waren er met recht trots op. De uitreiking van deze hoge Franse onderscheiding voor moed en opoffering was voor 1 Divisie ‘7 December’ een van de hoogtepunten uit het La Courtine-tijdperk. In 1964 kwam daaraan een einde. Aangezien een flinke Franse troepenmacht vanaf 1962 uit de voormalige kolonie Algerije terugkeerde, hadden de autoriteiten in Parijs La Courtine weer nodig om de eigen militairen te oefenen. Daarom schroefden zij de huurprijs van het terrein voor 1965 aanzienlijk op. Omdat de oefentechnische tekortkomingen van deze heuvelachtige locatie niet meer werden gecompenseerd door de geringe kosten, besloot de Koninklijke Landmacht in het vervolg weer uitsluitend van de oefenterreinen in de Bondsrepubliek gebruik te maken.
17
De Limburgse Jager
1962:
19
De ouwe stomp van het 16e op herhaling in La Courtine Op jacht naar Aha-Erlebnisse in De Limburgse Jager van september j.l., kwam de kop: “La Courtine 1959-1964” in mijn schootsveld. En meteen kreeg ik beelden van een toenmalige herhalingsoefening in mijn vizier. Wanneer was dat ook alweer? Heb ik daar nog iets van? Warempel. Op de vliering vind ik een dikke stoffige map “militaire diensttijd”. Daarin een vergeeld gestencild boekwerkje met de titel: Herhalingsoefeningen 5e divisie, 53e gevechtsgroep, 56e inf. Bataljon. Te houden van 16 juli t/m 21 augustus 1962. Was getekend: Bataljonscommandant M.C.Thompson. Al lezend ontrollen zich voor mijn ogen weer scènes uit een film van bijna 50 jaar geleden.
Vooropkomst
Maandag 16 juli: Vooropkomst in de Legerplaats Budel van (onder)officieren, messpersoneel, radiotelegrafisten, vercijferaars (wat waren dit ook alweer?). Op dinsdag kwamen daar de chauffeurs nog bij. Het is een hele rompslomp: Registreren, keuring, lessen, instructie, testen chauffeurs in theorie en praktijk, controle en onderhoud materieel enz. enz. Je treft heel wat oude bekenden uit je diensttijd van een aantal jaren geleden; Limburgse Jagers van het roemruchte 16e uit de Legerplaats Oirschot, dat toen nog niet de latere dure naam droeg van Genmaj de Ruyter van Steveninckkazerne. Velen van hen zijn intussen getrouwd en vrijwel iedereen heeft best zin in een “vrijgezellig” zo-
mers uitje van een paar weken… Op donderdag het ophalen van OUSmaterieel en voertuigen, o.a. in het mobcomplex Loenen op de Veluwe. Als pc mortierpeloton-81 van de cie had je vroeger bij de parate hap het bijbaantje van cies-mto. Als zodanig moet ik nu ook mee en in Loenen tekenen voor ontvangst van goederen ter waarde van zo’n vijf ton. (Het exacte bedrag stond, tot op een dubbeltje nauwkeurig, genoteerd!) Op het ontvangstbewijs werd gelukkig niet vermeld dat ik bij inlevering de beschadigde of verloren geraakte spullen uit eigen vermogen zal moeten vergoeden… De daarop volgende dag oefen-colonneritten voor de chauffeurs. Dit betekent voor de cies-mto’s dat deze nu, elk met een andere route, in een Nekafjeep + chauffeur voorop moeten rijden met in hun kielzog een pakket van zo’n vijftien voertuigen: YA 328’s en een aantal uit de mottenballen gehaalde oude Amerikaanse GMC’s. Tijdens de oefenrit, ergens in het Brabantse land, bestudeer ik al rijdend de routekaart. Bij vertrek heb ik Sjeng, mijn chauffeur, gezegd dat hij, als ik geen aanwijzingen geef, gewoon rechtdoor moet blijven rijden. Dat heeft Sjeng, in het burgerleven meestal te vinden op een landbouwtractor, nu ook keurig gedaan. Wanneer ik even later opkijk, rijden we de afrit van een autoweg op. Ho! Nu wordt het spannend! Snel maak ik een KOBT (Korte Beoordeling Toestand.) Toentertijd standaardprocedure. Met de hele bubs achteruit terugrijden is hier geen optie. Dan maar met de colonne de vluchtstrook op, stoppen en het toen gelukkig nog weinige tegemoetkomend verkeer op ruime afstand
tegenhouden. Dat lukt, want de burger heeft in 1962 nog alle respect voor militair gezag. De colonne kan keren. Al met al was het wel geen gevechtssituatie, maar toch heb ik toen enkele “schiet”gebedjes gepreveld… ’s Avonds in de mess blijkt dat de affaire al de ronde heeft gedaan. Er zijn nogal wat humoristen die me voor een medaille voor getoonde moed, beleid en trouw willen voordragen. Met een rondje is dit voornemen gelukkig af te kopen…
De troep komt op
Op maandag van de tweede week komt de “troep”. Ook vrijwel allemaal Limburgse Jagers van ons vroegere 16e uit Oirschot. Waarbij weer veel oude bekenden. Het hele circus van administratie, instructie en opfrissing van praktische vaardigheden komt weer, maar nu massaal, op gang. Na twee dagen, op woensdagochtend, vertrekken de kwartiermakers. In de middag worden de overige voertuigen beladen en de colonne geformeerd. Iedereen krijgt een “reiswagen” toegewezen en hoort de instructies voor onderweg, de z.g. “marstucht”. Een greep uit de bepalingen: “Uitdrukkelijk is verboden chocolade c.q. andere versnaperingen naar de bevolking te werpen.” ”In de steden wordt zittend de houding aangenomen en is schreeuwen en joelen verboden.” “De wagencommandant ziet toe dat de chauffeur niet inslaapt tijdens de rit. Urenlang 30 à 35 km p/u volhouden maakt slaperig. Inhalen bij achterraken met max. 50 km p/u “.
20
De Limburgse Jager
Op weg
Donderdag 26 juli: Vertrek. Het is nog steeds prachtig zomerweer en de manschappen zijn in de beste stemming. Iedereen schikt zich op de harde houten banken in de laadbak van de toegewezen YA 328 of GMC. (Wel wat anders dan het comfort bij hedendaags lange-afstandsvervoer van militairen met ingehuurde touringcars!) Trouwens, na terugkeer uit La Courtine zou blijken dat de oude GMC’s nog in een voortreffelijke conditie waren. Tijdens de verplaatsingen vertoonden zij minder mankementen dan de toen moderne DAF’s! En daar gaan we dan: In een kalm gangetje door België en het Noord-Franse land naar Mourmelon. Genietend van het uitzicht, want de dekzeilen zijn van de voertuigen af. De “ingezetenen” van onze legerwagens en die uit de dorpjes die we passeren, hebben meteen zwaaicontact… In de steden echter (marstucht!) passeert een lange colonne tinnen soldaatjes… De overnachtingen in Mourmelon en Bourges, in organieke tenten en shelters-half, verlopen prima. We wennen al snel weer aan de gevechtsrantsoenen. Wat problematischer zijn de latrines: Een akelig diepe (val)kuil met daarboven als zitplaats een ronde paal. “Behoeftigen” die geen risico willen nemen, laten hierop sporen na, zodat deze paal als houvast allengs onbruikbaar wordt… Ik heb echter niet vernomen dat een ongelukkige uit de stront moest worden getakeld…
La Courtine
De derde reisdag. Na een mooie rit door het ruige en bergachtige Centraal Massief komen we dan eindelijk aan in La Courtine. Het stadje dat ligt te dutten in de warme zomerzon wordt weer eens opgeschrikt door een invasie van geüniformeerde Nederlandse zomergasten. Deze ontdekken al gauw dat hun tijdelijke kazerne beslist niet kan concurreren met hun vroegere Legerplaats Oirschot. Mijn hemel: Leun
niet tegen de muren, want dan heb je meteen camouflagekleuren. De toiletten zijn met springstof uit de keiharde rotsgrond geblazen. De eetzaal is een grauwe bunker. De kwartiermakers: “We hebben de beschimmelde etensresten met de schop van de tafels moeten steken.” Dus dit onderkomen is verre van een vakantieressort. Op het bataljonsappèl horen we echter een verrassing: ‘s Anderendaags zullen we verkassen naar een tentenkamp op de heuvels ergens in het oefenterrein. Een heel eind uit de buurt van La Courtine. Het gerucht gaat dat dit een gevolg is van problemen met de vorige herhalingshap. Ook kerels die enkele weken aan het toezicht van moeder, meisje of van de andere helft van hun trouwboekje konden ontsnappen en daar in hun vrije uitgaansuren te enthousiast gebruik van maakten. Bovendien was gebleken dat Franse dames van uiterst lichte zeden, zelfs exemplaren uit Parijs, vernomen hadden van een winstgevend gat in de markt en ook hun tenten in La Courtine hadden opgeslagen. Zeer tot ongenoegen van de Nederlandse legerstaf, die nu deze, onze, zending herhalingsplichtige potentiële klandizie uit de gevarenzone haalt. Zo slapen we de komende veertien dagen in de buitenlucht. Niet met tegenzin eigenlijk, want beter dan de morsige, sombere kazerne ginds in La Courtine. Het weer blijft prima. Wel is het ‘s morgens vroeg behoorlijk koud daarboven, maar later op de dag tijdens de oefeningen straalt de zon uitbundig en wordt het zelfs zo’n dertig graden.
De oefeningen
Al gauw zijn we weer “paraat”, want zolang is het nog niet geleden dat we van die status afscheid namen. De ruige oefenterreinen bieden heel wat meer mogelijkheden en uitdagingen dan de strikt gereglementeerde militaire territoria in Nederland en Duitsland. Mijn mortierpeloton-81 mm kan hier zelfs een dag lang oefenen met “direct vuur”: De drie stukken in stelling op de ene berghelling en het doel aan de overzijde van een dal op de andere. In de Harskamp was dat niet mogelijk. Nu kunnen we mooi
zelf zien, zonder sergeant-waarnemer in het voorterrein, waar onze brisantgranaten terechtkomen. Blijkbaar zijn we het vak nog niet verleerd, want het eerste proefschot valt meteen al op nauwelijks twintig meter van het doel. Het resultaat is spectaculair: Op de plek van de inslag vliegen de stekelige struiken, de Franse maquis, prompt in de fik. De militaire brandweer is gelukkig stand-by gehouden, want even later begint in de verte het bluswerk. Dit duurt wel twee uur en we wachten ongeduldig op toestemming om verder te vuren. Helaas. Bericht van de brandweercommandant: “ Risico’s te groot. Einde oefening!” Ook de teleurstelling bij mijn mortieristen is groot. In de oorlogspraktijk zou de vijand hier met één schot zijn uitgerookt, maar nu is die prestatie een schrale troost. We hadden zo graag eens met alle stukken tegelijk erop los geknald… De raketwerperschutters van ons bataljon kunnen zich in dit oefenterrein echter eens helemaal uitleven: Schieten op echte, zelfs rijdende centurions! Met hun helpers liggen zij in linie en horen in de verte het diepe gegrom van de tanks aanzwellen. Even later doemen zij op. Zo’n vijftig meter vóór de schutters is een felgeel lint gespannen. Als de tanks dit bereiken mag niet meer gevuurd worden. En uiteraard worden nu granaten met een holle lading gebruikt. Want de dure centurions mogen niet beschadigd raken. Maar de bazookaschutters is ter ore gekomen dat, wanneer je een treffer hebt net onder de loop van het kanon, de girostabilisator daarvan wordt uitgeschakeld en het kanon tijdens het rijden vleugellam is geworden. Dit verhaal is niet in dovemansoren gefluisterd, met als gevolg dat defensie enkele, maar dure onvoorziene reparatiekosten te betrappen krijgt. In de mess, onder een gezellig borreltje, nodigt de cavaleriecommandant enkelen van ons, infanteristen, uit om tijdens zo’n oefening eens mee te rijden in een tank. Nou, dat blijkt om
De Limburgse Jager de drommel geen pretje. Je zit daarbinnen opgesloten, ingeklemd tussen de bemanning, nerveus wachtend op het moment dat een granaat het dof gierende pantservoertuig treft. En dan ineens een enorme dreun. De tank steigert even en rijdt door. Maar zo’n klap heb je echt niet verwacht. De huzaren kijken gnuivend naar de geschrokken zandhaas, die nu zeker weet dat het open veld zijn aanzienlijke voorkeur heeft.
Het weekend te velde
Het weekend te velde (4 en 5 augustus) zijn er geen oefeningen, maar wordt er ook geen verlof gegeven om in La Courtine te gaan stappen. De bataljonsstaf heeft wel een alternatief gevonden. De liefhebbers, en dat zijn er veel, mogen met onze drietonners naar de nabijgelegen Puy de Dôme om aldaar het spektakel van de doorkomst van de Tour de France-renners bij te wonen. Dit sportieve uitje wordt erg gewaardeerd.
Ongevallen
“Zware gewonden of erger door ongevallen in de La Courtine-periode?” vraagt U. Nou, ik herinner me er maar één. Vanwege het huwelijk van mijn zus krijg ik drie dagen verlof en vlieg vanaf Clermont-Ferrand even naar Nederland. In de luchtmacht-Fokker (ik hang in de canvaszittingen langs de wand bij toeval naast een gezellige brigadegeneraal) ligt in de middengang een vaandrig-MTO, vergezeld van zijn verloofde. Zwaargewond, zo hoor ik, doordat een drietonner, waarin hij gelukkig alleen met zijn chauffeur zat, tijdens een veldrit in een bocht naar links slipte en kantelde. De vaandrig viel eruit, in de begroeide berm, maar het voertuig kwam deels op zijn onderlichaam terecht. Zijn toestand is nu intussen zo dat hij in Nederland verder kan worden behandeld.
Stappen in La Courtine
Vrijdag 10 augustus. In La Courtine zitten de oefeningen er bijna op. Het tentenkamp wordt opgebroken. Het bataljon gaat dit laatste weekend weer terug naar de legerplaats bij het stadje. Hoera! Dat belooft wat! Iedereen zet zich schrap voor een paar avondjes uitgebreid stappen. Maar dat valt tegen: Ook wat dit betreft door vorige ervaringen wijs geworden, beperkt de bataljonscommandant de uitgaanstijden tot slechts enkele uurtjes (19.00 tot 23.00 uur) op zaterdagavond. Desondanks hijsen de Limburgse Jagers, bekend om hun incasseringsvermogen, zich in hun eerste grijs om dan toch maar eruit te halen wat nog in zit. En dat is niet niks. Want de biervaten en wijnrekken in La Courtine zijn goed gevuld, zo blijkt alras. Zelf heb ik deze avond piketdienst, samen met een andere luit, een rasechte Hollander. Ik ken hem nog van de SROI in Ermelo: Een van die bekakte Nijenrode-ettertjes. Elk hebben we een jeep met chauffeur ter beschikking. Het is een zwoele avond. In de legerplaats heerst een serene rust, maar even verderop zwelt feestgedruis aan. Tegen elven keren de eerste wankele kazernegangers terug. Om half twaalf meldt de wachtcommandant bij de poort dat er naar zijn schatting nog zo’n honderd manschappen gemist worden. De luitenant-met-de-harde-g besluit om met zijn jeep de ongeveer tien cafés langs te gaan en de doorzakkers te sommeren kazernewaarts te gaan. “Ik haal ze er wel uit!”, zo verklaart hij. Het duurt echter niet lang of hij komt woedend weer terug: “Als ik ze een dienstbevel tot vertrekken geef beginnen ze te zingen: Beste moeder, lieve Ine, we blijven lekker in La Courtine! En andere obstructieve teksten!” Ik heb een ander idee: Ik zeg onze jeepchauffeurs de aanhanger aan te koppelen en we rijden naar de eerste kroeg, waar het interieur legergroen gekleurd is.
Ik vraag mijn Hollandse collega buiten te wachten en loop naar binnen. Aan het buffet in Limburgs dialect: “ Boys, neem geen risico’s. Over een paar dagen ga je weer met groot verlof. Als je nu blijft hangen, hang je dan ook langer, want je zit met verzwaard arrest. En jullie hoeven niet terug te lopen, want buiten staat vervoer naar de legerplaats.” Dat “arrest “ is niet volgens de waarheid, maar het praatje helpt gelukkig wèl. Met tegenzin scharrelen ze van hun kruk en klauteren buiten met moeite in jeep of aanhanger. Binnen de kazernepoort wordt de lading op het grasveld gedropt en we rijden rap naar een volgende tapperij. Rond twee uur is de klus geklaard. La Courtine kan in deze zwoele nacht ongestoord verder slapen…
Terugreis
Laatste week: De terugreis verloopt weer even goed als de heenreis. Nog altijd prima, maar erg warm weer. Onderweg wordt daarom aan de oevers van de Loire gepauzeerd voor een verfrissend bad. Verfrissend? Nou, op de keien langs de kant kun je een ei bakken en het water is lauw. Maar toch weer even dat vakantiegevoel. Nu nog een paar dagen in Budel met de hele santenkraam van onderhoud, inspecties en inleveren van materieel en bewapening. Eer we het weten is het zaterdag 18 augustus.Laatste dienstorder: Troep met groot verlof!!En dat doen we. Met weer een mooie dienstervaring rijker…Jammer dat enkele jaren later de infanterie, de “koningin van het slagveld”, in pantservoertuigen wordt opgesloten. Van de daarbijbehorende nieuwe gevechtstechnieken hebben wij echter geen kaas gegeten, zodat dan ook herhalingsoefeningen voor ons verleden tijd zijn geworden… Frans Augustus, res. elt. b.d.
21
De Limburgse Jager
23
REGIMENTSVARIA BRONZEN SOLDAAT
Op 19 februari jl ontving, voor zijn gehele inzet voor de Koninklijke Landmacht onze Regimentsgenoot en oudcommandant van de A-Ganzencompagnie 42 BLJ, Luitenant-kolonel Ries Engbersen de hoogste onderscheiding van de KL; de Bronzen soldaat. Een zeer terechte waardering voor een collega die zich meer dan 100% zich voor zijn collega’s en ondergeschikten heeft ingezet. Een van de belangrijkste feiten was zijn commando over de zgn “Vergeten Compagnie”, de compagnie die als enige in 1995 werd uitgezonden bij het debacle Sebrenica en de ontheemden uit die Bosnische stad heeft opgevangen op het vliegveld van Tuzla. Ries: “Nogmaals van harte gefeliciteerd namens alle (oud-) Limburgse Jagers”.
REUNIE 16 BLJ
Op 15 mei jl kwamen 340 oud-leden van het 16e Bataljon met hun echtgenoten/partners bijeen in de Genmaj de Ruyter van Stevenickkazerne te Oirschot. Een grote verandering had zich voorgedaan. Niet meer in de vertrouwde cantine maar het nieuwe KEK-gebouw was nu het treffen van deze “Koude oorlog” veteranen van Sennelager, Vogelsang, La Courtine enz. Het reüniecomité, Frank Poeth en Ger van Bun hadden samen met penningmeester Wim Pijpers en website manager Albert Jan Bosch alles keurig geregeld. Snel werden de reünisten opgevangen, door het Parestopersoneel voorzien van koffie en vlaai en later met een broodjeslunch, welkom geheten. En dan begon het zoeken naar de maten, gevonden, weerzien, voor sommigen na 52 jaar, verhalen en foto’s kijken. En dan een korte inleiding over het huidige optreden in Uruzgan door luitenant Haverhoek van 42 BLJ, gevolgd door nostalgie, films van de basisopleiding, ouderdag, La Courtine, Vogelsang, Pantserstorm en het laatste defilé bij oefening Tableau. En dan weer een biertje drinken na zoveel jaren. Velen hebben gehoor gegeven aan de
Oproep
Mij is gevraagd om een artikel samen te stellen over het militaire oefenterrein en schietbaan Melickerheide. Gebleken is dat er bijzonder weinig informatie hierover voorhanden is. Ik doe daarom een beroep op U allen om mij te voorzien van alle mogelijke vormen van informatie (foto’s, artikelen, enz) om een artikel samen te stellen teneinde dit te kunnen publiceren. Wim Pijpers, Wienkeskoel 94, 6074 HH Melick, e-mail:
[email protected]
oproep om foto’s artikelen ed voor de Regimentsverzameling. Enkelen zijn al in dit blad opgenomen. Van de LJ Willemsen mochten we zijn gouden Medaille voor het winnen van de Prix Leclerc Schietwedstrijden verwerven. Dank voor alle bijdragen, de foto’s worden zsm geretourneerd. Dank ook aan de heer Dear van de Nederlandse Weekbladen Groep, die belangeloos driemaal in alle Zondagsbladen in Limburg en Oost-Brabant een advertentie heeft geplaatst, welke velen naar Oirschot heeft geleid. Dank ook het reüniecomité, dat zich alweer opmaakt voor het volgende treffen in 2011. Tot dan. Zie ook de website voor meer foto’s.
De Limburgse Jager
Mooie CD-presentatie Reünie-Orkest Limburgse Jagers Zondag 3 mei vond in ‘t Roadhoes te Blerick, ooit de thuishaven van de Limburgse Jagers, het Galaconcert en de CD-presentatie plaats van het Reünie-Orkest Limburgse Jagers. Een prachtige ambiance, een geschikte locatie en - zoals altijd - een volle zaal met daarin o.a. Mgr Everhart De Jong, oud-Regimentscommandanten Bleijerveld en Tummers en diverse Limburgse Jagers van Verdiensten, vormden de basis voor een prachtige middag vol ‘Limburgse Jagersmuziek’. Onder leiding van dirigent Jos Stoffels zorgden de 48 muzikanten voor een goed verzorgd concert met een mix van marsen, lichte muziek en met enkele solisten. Helaas was door bijzondere omstandigheden de Venlose troubadour Sjraar Peetjens afwezig, maar het programma was er gelukkig niet minder om. Lady-speaker Helga Ramakers had voor elk werk een passende toelichting. Na het openingswoord door voorzitter Hay Gielen werd natuurlijk geopend met de Limburgse Jagersmars. Daarna volgden in het eerste programmadeel de pasodoble Valencia-Lliria, The Acrobat (met trombone-solist Jeu Savelkoul) Hine
e Hine, When I’m Sixty-Four, Down by the Salley Gardens (met als soliste de sopraan Mirjam Erkens) Tropical Party en de Oostenrijkse mars Odeon. Regimentscommandant Overste Huub Klein Schaarsberg sprak zijn waardering uit voor de positieve rol van het orkest en overhandigde een ingelijste tekening met daarop weergegeven de uniformen van het regiment door de jaren heen, plus een coin (munt) als teken van de onderlinge verbondenheid. Vervolgens was het na de pauze de beurt aan voorzitter Hay Gielen om de eerste CD ‘Nostalgie’ te overhandigen aan dirigent Jos Stoffels, die tevens werd geprezen voor zijn deskundige en stimulerende bijdrage. Dat gold niet alleen dit project, maar is merkbaar over de gehele linie. Ook lady-speaker Helga Ramakers en tubaïst Harry Beurskens (bedenker van de naam van de CD) ontvingen een exemplaar. Het orkest ging daarna door met deel 2 van het concert en op het programma kwamen: Voice of the Guns, Latin Trumpets (met componist Wim Laseroms in het publiek aanwezig) De Zee (met soliste Mirjam Erkens) A Klezmer Karnival, Frida’s Whiskers, Gallop en de Glenn Miller Parade
Vóór de afsluitende Limburgse Jagersmars bood oud-Regimentscommandant en plv. voorzitter van de Stichting Regiment Limburgse Jagers Ferry Tummers (bij afwezigheid van de voorzitter, oudRC, Nico Vroom) namens de Stichting RLJ een couvert met inhoud aan. Enerzijds als waardering voor de activiteiten die het orkest ontplooit, anderzijds als dank voor de muzikale medewerking aan de reünie b.g.v. 50 jaar 42 BLJ te Oirschot op 30 mei 2008. Enig geroep om toegiften was niet van de lucht na een reprise van Jo Jochems’ bekendste werk en er volgde nog twee keer de mars Regimentskinder (Fucik) en als uitsmijter Slavko Avsenik’s ‘Es ist schön ein Musikant zu sein’. Het was een mooi concert in traditie en geest van het Fanfarekorps en het Regiment. Pure klantenbinding op de zondagmiddag in Blerick. Ongetwijfeld zal de opvolger van de eerste CD ‘Memory’ (opgenomen o.l.v. Alwin Liew-On) snel zijn weg naar de fans vinden. Nadere informatie is te verkrijgen via
[email protected] of kijk op www.limburgsejagers.nl of www.rolj.nl. Raymond Jennen, Commissaris Muziek Stichting Regiment Limburgse Jagers.
25
De Limburgse Jager
27
BULLDOGS IN URUZGAN U bent zelf ook CC van de Bulldogs geweest. In welke periode was dat? Van 1982 tot 1984 ben ik zelf PC geweest en aansluitend 3 jaar PCC. Daarna ben ik naar Nld. teruggegaan om vervolgens in 1992 in Seedorf terug te komen als CC bij de Bulldogs. Ik ben toen 3 jaar CC geweest en heb de laatste lichting dienstplichtigen in mijn Cie gehad.
Interview met Luitenant-kolonel Ton Nijkamp Overste hoe bevalt het om Commandant van de Battle Group te zijn? Het is een heel eerbare baan, zeker omdat ik 4 hele mooie Cie’en onder mij heb. Ik ben ook bekend met de Cie’en vanwege de trainingen op de gevechtstrainingschool. De Cie’en zijn helemaal klaar voor deze missie en daarom was het voor mij ook niet moeilijk om ja te zeggen toen ik werd gevraagd voor de functie van Cmdt. BG. En daarnaast kon ik het Bataljon niet laten stikken! Wat is uw ervaring tot nu toe over de samenwerking met de Bulldogcie? Tijdens de oefeningen in Oirschot had ik mijn eerste kennismaking met de Bulldogs. Daarnaast heb ik de CC, PCC, PC’en en OPC’en zelf opgeleid tijdens de teamcommandanten en PC/OPC cursus in het voortraject. Ik ken ze dus heel erg goed. Verder ben ik al 2 keer met Ehd 2.6 uit de poort geweest en wilde ik de PC niet in de weg staan omdat ik Cmdt. BG ben. Ik maakte gewoon volledig onderdeel uit van de patrouille en zat achter in de bak bij PC 2.6. Ik stelde mij daarom ook dienend op en deed o.a. de 5-20 etc.
Wat zijn de typische kenmerken van een Bulldog? Trouw. Baasje en de hond zijn samen 1 team, zij moeten immers samen de klus klaren. De Puppies hebben hun aandacht nodig en krijgen die dus ook, maar zeker ook op tijd hun eten en drinken want dan krijg je immers de mooiste hond. Hebt u nog herinneringen uit de tijd dat uzelf een Bulldog was? Bulldogs willen altijd de beste zijn, en dit zag je duidelijk terug tijdens sportdagen of op de oefening Pantserstorm en andere grote oefeningen. Het Bulldogvaandel moest altijd hoog bovenin hangen! Dit zie je terug in de prijzenkast van de Bulldogs. Eén jaar was duidelijk een gouden jaar, wij hebben toen zowat alle prijzen gewonnen die er te winnen vielen. Zoals o.a. de Prins Bernard Trofee die toen zelf door hem is uitgereikt aan ons.Verder heb ik er altijd een goed gevoel bij als ik aan deze periode terugdenk. Hebt u nog Bulldog souvenirs? Shirts, pennen en/of caps? Ja, ik heb een schildje en een vlag en mijn T-shirtje heb ik ook nog. Verder heb ik bij mijn afscheid als CC van de Bulldogs nog een stenen Bulldog gehad. Deze staat nog altijd op mijn bureau. Op mijn eerste dag als Cmdt. van de BG heb ik in Oirschot van de CSM een nieuw Bulldogshirt gehad en daar ben ik heel blij mee en draag het met plezier.
Welke Bulldog-eigenschappen komen u nu nog steeds van pas? Trouw en eerlijkheid. Vakwerk leveren en altijd willen winnen maar dit kan alleen als je ook vakman bent en daarbij is vakkennis heel belangrijk. Hebt u nog een boodschap voor de Bulldogs? Ik heb gezien dat alle pelotons hun taken met plezier doen en dat de samenhorigheid groot is en dat men elkaar serieus neemt. Blijf plezier houden! Blijf lachen met elkaar anders wordt het nog een lange tijd hier. Ga zo door! Wat zijn uw plannen nadat u geen Cmdt. van de BG meer bent? Ik ben inmiddels al Cmdt. van de Gevechtstrainingschool op het Otcman. Na de medaille-uitreiking medio oktober neem ik het bevel hierover weer op mij. Ik heb dan de leiding over alle observers/trainers (OT’ers) en over het MCTC gebeuren. Daarnaast geef ik leiding aan INTACT, dit is een duelsimulator zeer geschikt t.b.v. de voorbereiding op grote oefeningen. Deze is ook te gebruiken op groepsniveau en pelotonsniveau en daarnaast mobiel zodat wij ook de diverse kazernes kunnen bezoeken. Zo kom ik dus weer een heleboel mensen na de uitzending tegen. Lees en zie de enerverende Uruzgan ervaringen van de Bulldogs in hun blad BULLSHIT uitgaven compleet op de website onder knop Nieuws
28
De Limburgse Jager
Nieuws van de Stichting RLJ Bericht van de penningmeester
Met trots kunnen we melden dat het aantal donateurs fors gestegen is. Bij de vorige uitgave van dit blad voegden wij een acceptgirokaart om de betaling te vergemakkelijken. Helaas vergat onze bank om deze acceptgirokaart aan te melden bij de BankGiroCentrale, met als gevolg dat velen hun acceptgirokaart terug ontvingen met de mededeling dat de acceptgirokaart niet werd geaccepteerd. Diegenen die hun bijdrage voor het jaar 2009 nog niet voldaan hebben, verzoek ik om dit alsnog te doen. In september zullen de namen van de mensen die dan nog niet betaald hebben uit de verzendlijst verwijderd worden.
Reünie 16 BLJ
De reünie van 16 BLJ op 15 mei, was een groot succes. Alleen maar positieve reacties met de vraag “Wanneer wordt de volgende reünie georganiseerd?” Elders in dit blad vindt U een fotocollage. Het aantal aanmeldingen bedroeg 486, de daadwerkelijke opkomst was 437 personen. Helaas waren er 17 personen die zich wel opgegeven hadden, niet betaalden en ook niet deelnamen aan de reünie. Jammer! Bij elke volgende reünie zullen we daarom de namen pas noteren/op de website bekend stellen zodra betaling heeft plaatsgehad.
Reunie 17 BLJ Op 18 september zal in de RvS Kazerne te Oirschot ook voor 17 BLJ, dat van 19871992 in ons Regiment was opgenomen, een eerste reünie worden gehouden. Zie voor details de website en de brief die alle geregistreerden zullen ontvangen.
De SRLJ biedt te koop aan
Op onze website www.limburgsejagers. nl vindt U onder De Stichting biedt te koop aan, de artikelen die momenteel
in voorraad zijn, zoals een nieuwe voorraad caps (€ 6) en het speldje van 16 BLJ (€ 2); verzendkosten zijn inbegrepen. Bestellen kan rechtstreeks op
[email protected] onder gelijktijdige overmaking van het verschuldigde bedrag op bankrekeningnummer 1423.59.696 t.n.v. Stichting RLJ te Melick. Vergeet ook niet Uw volledige adres te vermelden.
Wilt U de Stichting RLJ steunen?
Dat kan door donateur te worden en jaarlijks een bedrag naar keuze (richtbedrag 2009 is € 11) over te maken op bankrekeningnummer 1423.59.696 t.n.v. Stichting Regiment Limburgse Jagers. Vergeet niet uw adresgegevens te vermelden. De bekende acceptgirokaart komt binnenkort te vervallen. Wij adviseren U ons te machtigen om één keer per jaar een door U te bepalen bedrag (richtbedrag is € 11) van Uw bankrekening af te schrijven. Vul daartoe onderstaande machtiging in en stuur deze naar Stichting Regiment Limburgse Jagers, Wienkeskoel 94 te 6074 HH Melick. Noot: Onze bank heeft aangekondigd over te zullen gaan op een nieuw betalingssysteem voor machtigingen. Wij zien met smart uit naar dit moment,
om dan de namen van de machtiginggevers te kunnen invoeren. Reden waarom de mensen, die reeds een machtiging verstrekten, nog geen afboeking hebben ontvangen voor 2009.
Monumentencommissie
Binnen onze Monumentencommissie is een groep bezig met het verzamelen van informatie over oorlogsmonumenten/plaquettes etc. die een relatie hebben met ons regiment. De bedoeling is om een afvaardiging te leveren wanneer er herdenkingsplechtigheid plaatsvindt. U kunt behulpzaam zijn door het insturen van gegevens over een monument in Uw omgeving. Gevraagd worden: Plaats, namen/eenheden op het monument, foto’s, beschrijving, boeken etc. U kunt Uw informatie bekend stellen bij Karel van Dreumel, Gulickstraat 274, 5913 CZ Venlo. Tel 077-3517194.
Phaffdag
Zoals bekend, werd op 23 november 1813 het Regiment Phaff opgericht. De Phaffdag in 2008 was een groot succes. De Stichting RLJ wil de Phaffdag aangrijpen om de band met de betalende donateurs aan te halen. Op vrijdag 20 november 2009 zullen deze donateurs onze gasten zijn in Weert. Meer bijzonderheden ontvangt U te zijner tijd per brief.
Bankrekeningnummer: Naam: Adres: Postcode/Woonplaats: Machtigt de Stichting RLJ om één maal per jaar € rekening af te boeken. Ondergetekende verklaart zich akkoord.
Datum:
van zijn/haar bank-
Handtekening:
Indien U dit periodiek niet wilt beschadigen, maak dan een kopie en zend ons Uw gegevens.