Nieuws
de onderlinge
jaargang # 24 nummer 1 februari 2014
Uitgave van de Federatie van Onderlinge Verzekeringm aatschappijen in Nederland
brief
Onderwerpen PAG 3 FOV voorjaars bijeenkomsten Over interne audit, risicoscan en reporting
PAG 4 – 5 belangenbehartiging Overleg met ministerie van Financiën, AFM en DNB PAG 6 - 7 activiteiten FOV-model Governance Principes Verzekeraars FOV-service Interne auditfunctie Themabijeenkomst Ledenraadsleden
PAG 8 - 9 actualiteiten Merel van Vroonhoven nieuwe voorzitter AFM Toezichtthema’s 2014 AFM en DNB PAG 14 – 15 INTERVIEW FOV Nieuw: Coöperaties van verzekerden PAG 16 Competenties Belangrijkste competenties voor managers in de nabije toekomst
Over digitalisering en dienstbaarheid In de eerste editie van het jaar treft de lezer op deze fijngeslepen en dat dat programma van toegevoeg plaats gewoonlijk een nieuwjaarswens en nieuw de waarde is, blijkt wel uit de gerichte afname van jaarsboodschap van de FOV-voorzitter aan. Nu De onze producten en de grote opkomst bij de diverse Onderlinge voortaan 6 keer per jaar wordt uitgege bijeenkomsten die de FOV organiseert.” ven en dit eerste nummer van 2014 aan het eind van de maand februari verschijnt, zijn nieuwjaarswen Productafname sen niet meer op zijn plaats. Wel biedt deze editie ““Daar mogen we inderdaad niet over klagen”, ver volgt Chris van Toor. “De cursussen die we in 2013 een goed moment om te reflecteren op de markt en de ontwikkelingen die zich daarin voordoen. Daar aanboden over onderwerpen zoals governance, om treft u op deze plaats een dubbelinterview aan klantbelang, solvency, strategie en vakbekwaam met Rob Kamphuis en Chris van Toor, de voorzitter heid, liepen moeiteloos vol en werden - niet onbe langrijk - goed gewaardeerd. Een ander product, de respectievelijk directeur van de FOV. oefengesprekken voor beleidsbepalers in het kader Rob Kamphuis geeft kort een terugblik op het afge van de DNB-toetsing, vond ook gretig aftrek. Daar lopen jaar, waarin de FOV ruim 80 ledenbezoeken naast hebben we mooie trajecten verzorgd in het aflegde. Het merendeel van deze bezoeken bracht kader van de Governance Principes Verzekeraars. Rob Kamphuis samen met Chris van Toor. “Voor Dan heb ik het over de begeleiding van de jaarlijk de FOV als brancheorganisatie is het heel belang se evaluatie van het functioneren van de Raad van rijk om dicht op de leden te zitten, ze persoonlijk Commissarissen. De governance principes schrij te kennen en bekend te zijn met hun problematie ven voor dat deze één keer per drie jaar onder on ken. Daar kan de FOV op inspelen bij de belangen afhankelijke begeleiding plaatsvindt. De daarvoor behartiging van de leden en de dienstverlening ten in het leven geroepen FOV-dienst slaat goed aan. behoeve van de leden. Om deze reden heb ik als De begeleiding vindt plaats door personen die de voorzitter veel tijd aan het bezoeken van de leden verzekeringsmarkt én de onderlinge sector door en besteed. Dat was overigens geen zware opgave, de door kennen. De organisatie in FOV-verband maakt ontmoetingen waren telkens zeer zinvol en open, dat de begeleiding tegen beperkte kosten kan wor waardoor we veel informatie konden ophalen. Met den uitgevoerd.” die informatie is het werkprogramma gaandeweg
2 Belangenbehartiging
Chris van toor
Rob Kamphuis
“We spreken nu over voorbeelden van wat we als FOV doen in het kader van onze dienstverlening”, zegt Rob Kamphuis. “Daarnaast vullen we onze taak als belangenbehartiger nadrukkelijk in. De FOV overlegt op geregelde basis met het Ministerie van Financi ën, DNB en AFM. Dat levert voor alle partijen winst op. In de voorbereiding van wetsvoorstellen wordt re kening gehouden met de specifieke FOV-achterban. Een voorbeeld daarvan is Solvency II Basic. Met de toezichthouders wordt overlegd over onderwerpen als toetsing, solvency, proportionaliteit en kapitaal beleid. De uitwisseling die plaatsvindt, draagt bij aan het wederzijds begrip en aan helderheid over de nor men waaraan moet worden voldaan. Een goed voor beeld hiervan is het kapitaalbeleid waarover DNB in 2013 een uitvraag heeft gedaan. De FOV ontwikkelde een model, dat met DNB is besproken. Dat model heeft vervolgens richting gegeven aan het individue le beleid van een aanzienlijk aantal leden. Na een fi naliseringsronde achtte DNB het kapitaalbeleid van de maatschappijen die het model hebben gebruikt, geloofwaardig en voldoende vastgelegd. Dat het be leid is geformuleerd, is overigens niet alleen in het belang van de toezichthouder maar eerst en vooral in het belang van de maatschappij zelf. Dat inzicht wordt breed gedeeld.” Daarnaast zijn we om het on derlinge gedachtegoed uit te dragen op bezoek ge weest bij een aantal Tweede Kamerfracties. De dienstverlening van de FOV voorziet dus in een behoefte en de belangenbehartiging is effectief. Hoe zien jullie gelet op de turbulente markt en de opkomst van internet de toekomst van de onderlin ge sector? Het gezamenlijke antwoord hierop is dat er grote kansen liggen. De uitdaging om die ook te verzilveren, is evenwel niet gering.
je bent er voor de klant. Als je daar een moderne invulling aan geeft die de klant ook aanspreekt, is een eerste stap genomen. Dienstbaarheid is hierbij een kernelement. Sluit daarnaast aan op de inter net-technologie waardoor de klant ook via dat ka naal het dichtbij-, persoonlijk- en bereikbaar-zijn beleeft, en een tweede stap is genomen. De beslis sende fase is het bieden van een passend product (verzekeren, advisering, ontzorging) en het voorzien in een bijpassend organisatie- en inkomstenmodel. Dit alles klinkt eenvoudig maar om het in de praktijk te brengen, is een complexe aangelegenheid. Dat komt ook doordat we met z’n allen heel druk zijn om de ontwikkelingen op het gebied van wet- en regel geving bij te houden. Ik noem Solvency II maar.”
Strategie Rob Kamphuis: “Wat dat betreft, zijn verzekeraars overigens begrijpelijkerwijs - intern gericht bezig en daarbij kan de aandacht voor de klant gemakkelijk verslappen. Dat is een gevaarlijke ontwikkeling. We moeten met z’n allen goed nadenken over strategie in de komende jaren. Het is echt noodzakelijk om daar veel tijd aan te besteden en niet in de val te trappen om steeds maar harder te werken om een enkele klant binnen te halen. Dat is op termijn niet effectief. De huidige PE-cursus van de FOV staat niet voor niets in het teken van strategie. Het gaat daarbij om het grote plaatje en om dynamisch on dernemerschap, uiteraard vanuit het sympathieke onderlinge gedachtegoed.” “De effecten van de digitale golf in financiële dienst verlening en de invulling van klantgerichtheid in ter men van dienstbaarheid zijn onderwerpen die hoog op de agenda staan van de komende algemene le denvergadering, op 15 mei in Nijkerk”, vult Chris van Toor aan. “Daarmee lopen we in de pas met de actu aliteit, al zou ik daar nog liever op vooruitlopen. De ontwikkelingen gaan echter zo snel, dat we blij mo gen zijn als we de ontwikkelingen kunnen bijhouden.”
“De samenleving is in transitie”, aldus Chris van Toor. “De digitalisering pakt nu snel door, de arbeids markt verandert structureel en dat geldt ook voor het consumentengedrag. Men is kritischer, beter geïnformeerd en vluchtiger in het koopgedrag dan “De omgeving van de FOV verandert ook”, zegt Rob ooit tevoren. De afzet via internet ontwikkelt zich Kamphuis tot slot. “Fusies en omvormingen doen razendsnel en dat gaat ten koste van de traditione zich in hoog tempo voor, de achterban klinkt in. Daar le afzetkanalen. Ook verzekeraars hebben hiermee moet de FOV zich op aanpassen. Een aspect dat te maken en we zien inmiddels veel werkgelegen daarbij een rol speelt, is dat door de sterke expan heid uit de sector verdwijnen. Dat heeft enerzijds te sie van regelgeving en toezicht de belangenbehar maken met de automatisering die maatschappij tiging een steeds complexere en arbeidsintensieve en zelf doorvoeren, anderzijds richt de consument activiteit wordt. Op de huidige schaal van de FOV zich steeds meer op het zakendoen via internet. We is die activiteit steeds moeilijker kosteneffectief moeten het niet ontkennen, daar bevindt zich een uit te voeren. Daar moeten we een oplossing voor groot deel van de toekomstige klanten. Die via inter vinden. Wat dit betreft, bezint ook de FOV zich op net of toch in een persoonlijke relatie te boeien en haar toekomst. Dat betekent dat 2014 voor ieder te binden, dat is de kunst. Ik ben ervan overtuigd dat een een (in-)spannend jaar wordt. Ik ben er evenwel er veel mogelijkheden liggen, ook buiten internet, al van overtuigd dat we daar goed uitkomen. De maat is de concurrentie geducht. Denk evenwel aan het schappelijke relevantie van onderling verzekeren feit dat je als onderlinge een mooie propositie hebt, en alle afgeleide activiteiten is immers onbetwist groot. Die basis geeft het vertrouwen in een goede De samenleving is in transitie uitkomst voor ons allemaal.”
de Onderlinge | januari / februari 2014
3
Regionale voorjaarsbijeenkomsten De FOV organiseert dit jaar op 7, 8 en 23 april 2014 de regionale voorjaarsbijeenkomsten. Deze staan in het teken van Solvency II en Solvency II basic. Willem Vliem van VCO&T bespreekt als onderdeel van het programma de Interne audit functie, Joost Spoel van Riskfeld geeft een toelichting op de in opdracht van de FOV ontwikkelde Solvency-risicoscan en Ronald van de Langenberg van InAudit gaat in op de rapportageverplichtingen van pijler 3 bij Solvency II.
De interne auditfunctie De Wet op het financieel toezicht (Wft) schrijft voor dat iedere verzekeraar over een onafhankelijke interne auditfunctie moet beschikken en dat deze jaarlijks een auditprogramma uitvoert. De interne auditfunctie geeft - onder andere een oordeel over de effectiviteit van de governance en het risicomanagement. De verantwoording om hier een invulling aan te geven, ligt bij het bestuur van een onderlinge. DNB heeft de Interne auditfunctie als thema voor 2014 opgeno men. Goede reden om hier bijzondere aandacht aan te besteden.
Risicoscan pijler 2 De FOV biedt een service aan waarmee een verzekeraar een totaalbeeld krijgt van de kwaliteit van het risicomanagement. Er wordt uiteraard in de praktijk al veel gedaan, maar het is goed om er een samenhangend geheel van te maken. Met de scan krijgt een maatschappij inzicht in de kwaliteit van de governance, kapitaalbeleid, ORSA (indien van toepassing) en eventuele verbeter-adviezen.
Nieuwe FOV-medewerker Met ingang van 1 oktober 2013 is Marjolein van Burk als beleidsmedewerker in dienst getreden bij de FOV. Marjolein is afkomstig van AgriVer Agrarische Verzekeringen, waar zij zich de afgelopen jaren heeft beziggehouden met onderwerpen als Sol vency II en het ontwikkelen en implementeren van procedures en beleid. Bij de FOV houdt Marjolein zich voornamelijk be zig met het voorbereiden van beleid, het initiëren en coördineren van projecten en het verzorgen en opzetten van opleidingen en cursussen voor de leden. Na vier maanden kan Marjolein een goede indruk weergeven: “Wat mij aansprak om deel van het FOV-team uit te maken, is een combinatie van het ledennetwerk en het dienstverlenende maar toch ambitieuze karakter van de FOV. De FOV is een organisatie die sterk anticipeert op de actua liteit en de wensen van de leden. Het coöperatieve karakter daarvan staat dicht bij mij en ik ben dan ook erg gemotiveerd om mij voor de achterban in te zetten.”
Solvency II pijler 3 In de afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor de tweede pijler van Solvency II. Belangrijke elementen daarin zijn de inrichting van de organisatie (sleutelfuncties) en de financiële beheersing (ORSA, Kapitaalbeleid). Een logi sche volgende fase in de inrichting van Solvency II is de (externe) verslaglegging waarmee onder andere nieuwe waarderingsgrondslagen worden geïntrodu ceerd. Op dit terrein is er sprake van verzwaarde eisen. Een tijdige voorberei ding is daarbij van groot belang. De ontvangst is telkens om 19.30 uur. Om 20.00 starten de bijeenkomsten met het inhoudelijke gedeelte. De avonden worden om circa 21.30 uur afgesloten. Opgave is mogelijk bij het FOV-bureau (
[email protected]). Aan deelname zijn geen kosten verbonden.
Maandag 7 april 2014 | De Havixhorst, Meppel Dinsdag 8 april 2014 | La Mère Anne, Oudendijk Woensdag 23 april 2014 | Oud London, Zeist
“De FOV anticipeert sterk op de actualiteit en de wensen van de leden. Het coöperatieve karakter daarvan staat dicht bij mij.”
4
Belangenbehartiging Overleg Ministerie van Financiën AMCR voor kleine levensverzekeraars mogelijk lager! De FOV heeft zich altijd uitgesproken tegen de on nodig hoge AMCR van ca. € 4 mln in het Solvency II basic-regime voor kleine levensverzekeraars. Het gaat om enkele maatschappijen die bij overlijden een bedrag van minder dan € 10.000 uitkeren en daarvoor al voldoende reserves aanhouden. Tij dens het overleg met de ambtenaren die de wetge ving voorbereiden, stelde de FOV dat de AMCR voor schadeverzekeraars van € 200.000, voor de betref fende levensverzekeraars ook voldoende is. Het ministerie begrijpt het standpunt van de FOV en neemt dit mee in haar onderzoek en uitwerking van de Solvency II basic-wetgeving.
In de periodieke besprekingen die de FOV heeft met het Ministerie van Financiën, DNB en de AFM, komen de actualiteiten en plannen voor de komende tijd aan de orde. De FOV stemt daar haar plannen en dienstverlening op af en bespreekt de consequenties voor de betrokken verzekeraars. De verschillende bijeenkomsten zijn een goed platform om de praktijkervaringen van de FOV en wensen vanuit de achterban te bespreken. In de afgelopen weken had de FOV een ontmoeting met het ministerie van Financiën, AFM en DNB. Hieronder een verslag van de onderwerpen die daarbij aan de orde kwamen. Overleg AFM DVD en Wft-verklaringhoudende maatschappijen
OOB-status voor Solvency II basic Met de komst van Solvency II en Solvency II basic zal het Wft-verklaringenregime komen te vervallen. Verzekeraars die op dit moment over een Wft-ver klaring beschikken, zullen dan een Wft-vergunning moeten aanvragen. Daarmee verkrijgen zij ook een OOB-status (Organisatie van Openbaar Belang). Dit heeft verzwarende gevolgen voor de accountants controle die moet worden toegepast. Ondanks een oproep daartoe door de FOV, ziet het ministerie geen aanleiding om een uitzonderingsregeling voor de basic-verzekeraars in de wet op te nemen.
Provisieverbod schade Het ministerie bevestigde dat een provisieverbod voor schadeproducten op dit moment niet van de zijde van de Europese of nationale wetgever te ver wachten is.
100% herverzekering onder Solvency II basic Maatschappijen die onder Solvency II basic kie zen voor een 100% herverzekering, verliezen hun DNB-verklaring/-vergunning en zullen worden beschouwd als een intermediairbedrijf waarvoor een AFM-vergunning moet worden aangevraagd. Het DNB-toezicht komt te vervallen en de AFM zal voortaan de externe (gedrags-)toezichthouder zijn. DNB heeft aangegeven dat de 100% herverzekering mogelijk uitsluitend bij een andere verzekeraar kan plaatsvinden en dus niet bij een herverzekerings maatschappij. Daarover moet nog een definitief standpunt worden ingenomen.
Wft-verklaringhoudende maatschappijen beschikken - anders dan de maat schappijen die over een DNB-vergunning beschikken - niet over een AFM-regis tratienummer. Deze maatschappijen kunnen hierdoor geen gebruik maken van de DVD-generator van de AFM, wat nodig is als de betreffende maatschappij in complexe producten bemiddelt en over een DienstVerleningsDocument (DVD) moet beschikken. Het opstellen van een DVD dat voldoet aan de standaard van de AFM is een lastige aangelegenheid omdat de informatie niet buiten de appli catie beschikbaar is. In een eerder overleg met de FOV werd aangekondigd dat de AFM zou nadenken over een AFM-registratie, waardoor verklaringhoudende maatschappijen toch van de DVD-generator gebruik zouden kunnen maken. Uit het laatste overleg bleek dat dit toch niet tot de mogelijkheden behoort. De AFM heeft aangegeven dat de maatschappijen gebruik kunnen maken van een door de AFM aan te leveren documentsjabloon voor het DVD. De FOV zal dit sjabloon beschikbaar stellen. Verzekeringsmaatschappijen dienen jaarlijks een controle uit te voeren op de partijen die voor hen bemiddelen door het opvragen van het AFM-registratie nummer. Wft-verkaringhoudende leden die weliswaar rechtmatig complexe producten aanbieden maar geen registratie hebben, kunnen daardoor ten op zichte van de controlerende partij een probleem krijgen. Dat kan er uiteindelijk toe leiden dat zij niet langer voor de verzekeraar kunnen bemiddelen. In voorko mende gevallen kan een maatschappij een beroep doen op de FOV, die voor een bevestiging van de rechtmatigheid bij AFM zal zorgdragen.
AFM-toetsingscriteria voor geschiktheid In het overleg met de AFM zijn de toetsingen door deze toezichthouder aan de orde geweest. Bij het aanvragen van een AFM-vergunning worden alle beleids bepalers op betrouwbaarheid getoetst. Daarnaast worden dagelijks beleids bepalers en commissarissen op geschiktheid getoetst. Algemeen bestuurders worden niet op geschiktheid getoetst. Als een beleidsbepaler reeds door DNB is getoetst, vervalt een afzonderlijke AFM-toets. Voor zover een verzekeraar bemiddelingsactiviteiten wil uitoefenen, zal de AFM de vakbekwaamheid niet afzonderlijk onderzoeken. De reguliere eisen van vak bekwaamheid van de adviseur binnen de verzekeraar die de bemiddelingspro ducten aanbiedt, zijn uiteraard wel van kracht.
Nyenrode cursus FOV De FOV vindt het belangrijk dat er tijdens de Nyenrode cursus aandacht is voor een toelichting vanuit de AFM op het begrip klantbelang. De AFM zal op dit punt een bijdrage gaan leveren.
de Onderlinge | januari / februari 2014
5 Overleg DNB Verzekeren en bemiddelen door verzekeraar De FOV heeft met DNB gesproken over de wettelijk vastgelegde mogelijkheid voor verzekeraars om naast de verzekeringsactiviteiten ook bemidde lingsactiviteiten uit te voeren. Dit naar aanleiding van het overleg met de AFM waarbij de toetsing aan de orde kwam. DNB heeft aangegeven dat zolang bemiddelingsactiviteiten naast de verzekerings activiteiten plaatsvinden, DNB de toezichthouder is en blijft, ook voor de bemiddelingsactiviteiten. Relevante diploma’s moeten vanzelfsprekend aan wezig zijn. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de verzekeraar en de AFM kan in de praktijk daarin controlerend optreden.
Interne audit De FOV heeft in samenwerking met VCO&T een ser vice opgezet voor het uitbesteden van de interne audit. DNB benadrukt dat de interne auditfunctie onafhankelijk van de andere functies binnen de organisatie dient te worden vervuld. Het uitbeste den van de audit ontslaat de verzekeraar niet van de verplichting om deze functie naar behoren in te richten. Daarmee hangt samen dat het bepalen van de risico’s en het auditprogramma vanuit de verze keraar zelf worden geïnitieerd.
Toezichtthema’s 2014 DNB is op verschillende terreinen bezig om de toe zichtthema’s verder in te vullen. De FOV wil graag haar programma’s zo goed mogelijk daarop laten aansluiten. In volgende overleggen komen de plan nen en ontwikkelingen aan de orde.
Samenstelling RvC NV en bovenliggende organisatie De FOV heeft vernomen dat DNB het in de praktijk toestaat dat de RvC’s van een NV-verzekeraar en een bovenliggende organisatie van gelijke samen stelling zijn. Dat is iets waar meer partijen voor plei ten. DNB kon de casus niet bevestigen of ontkennen en stelde dat de kwestie nog in beraad is. Zodra er een definitief besluit is genomen, zal de FOV daar van op de hoogte worden gesteld.
Discretionaire onderlinge Voor een aantal onderlinge verzekeraars waarvoor wet- en regelgeving te zwaar drukken, kan het omvormen naar een discretionaire onderlinge een denkbare optie zijn. Een discretionaire onderlinge is geen verzekeraar (meer) en de leden daarvan hebben geen afdwingbaar recht op vergoeding van schade als deze wordt geleden. Het is dan de groep van belanghebbenden die daarover beslist. Een discretionaire onderlinge is te beschouwen als een vereniging en staat niet onder toezicht van DNB, AFM of anderszins. In Engeland komen veel discretio naire onderlingen voor, meestal in niches of lokale groepen met relatief kleine belangen. DNB verklaarde dat de organisatievorm ook in Nederland kan worden toegepast maar dat de toezichthouder kritisch zal beoordelen of er niet een te grote verwantschap met verzekeren zal bestaan.
Toetsing beleidsbepalers DNB ziet dat beleidsbepalers in toenemende mate duidelijk is wat de toetsingen inhouden en DNB is daar blij mee. Daar hebben ook bijeenkomsten die DNB en FOV over deze onderwerpen hebben georganiseerd, aan bijgedragen. Daarnaast leveren de oefengesprekken bij de FOV een bijdrage aan de kwaliteit. Het is beleidsbepalers steeds duidelijker dat kennis van Solvency belangrijk is, maar dat men daarnaast een visie moet hebben over de strategie van de orga nisatie en de rol die men als bestuurder of RvC-lid heeft.
Q&A toetsingen De FOV zal veelgestelde vragen en antwoorden (Questions & Answers ) over de toetsing op de website gaan plaatsen. DNB heeft aangegeven daar haar mede werking aan te verlenen en zal voorbeelden van vragen uit de praktijk geven. De FOV zal ook vragen van de leden opnemen in de lijst.
Kapitaalbeleid DNB heeft aangegeven vóór 1 april 2014 de eerste analyse van de inrichting van het kapitaalbeleid af te ronden. Voor de kleine verzekeraars is van een pro portionele toetsing uitgegaan en dit zal naar verwachting geen acties vanuit de toezichthouder opleveren. Het FOV-model kapitaalbeleid is breed toegepast en heeft naar behoren gefunctioneerd. DNB zal zorgen voor een individuele terug koppeling naar de maatschappijen.
Governance modellen De FOV krijgt met enige regelmaat vragen over de inrichting van de bestuurs structuur van haar leden. In dit kader heeft de FOV gevraagd of het BMT-model (met één bestuurder en een managementteam) een bestuursvorm is die kan worden aanbevolen. Deze vraag is ontkennend beantwoord.
6
Activiteiten FOV FOV-model Governance Principes Verzekeraars
FOV-service Interne auditfunctie
De Governance Principes Verzekeraars uit 2011 zijn gewijzigd. Met ingang van het verslagjaar 2013 moet de tekst worden toegepast zoals deze vanaf 1 juli 2013 luidt. Ten opzichte van de Governance Principes uit 2011 (hierna: de code) zijn twee nieuwe bepalingen in de tekst opgenomen: Principe 1.2:
e code-2011 ging uit het van ‘pas toe of leg uit-principe’. Dit D betekende dat afwijkingen van de code - die op zich kunnen voorkomen - gemotiveerd moesten worden. De aangepaste code voegt hieraan toe dat óók de onderdelen die worden na geleefd, moeten worden toegelicht. Uitgangspunt is dat in het jaarverslag én op de website per bepaling wordt aangegeven op welke wijze een verzekeraar invulling geeft aan de code.
Principe 7:
e Governance Principes zijn aangevuld met de bepaling dat D een verzekeraar moet beschikken over een proces dat borgt dat nieuwe wet- en regelgeving tijdig wordt gesignaleerd en geïm plementeerd. Dit proces moet jaarlijks worden geëvalueerd.
Door de nieuwe bepalingen worden de eisen aan de toelichting in het jaarver slag zwaarder en uitgebreider; kon eerder worden volstaan met de mededeling dat aan een bepaald principe wordt voldaan, nu moet daar een onderbouwing voor worden gegeven. De nieuwe bepalingen zijn het gevolg van een advies dat de Monitoring Com missie Verzekeraars heeft uitgebracht naar aanleiding van haar bevindingen over 2012. In een werkgroep ter uitwerking van dat advies, waaraan het Ver bond, de FOV en een aantal marktpartijen deelnamen, heeft de FOV gewezen op het feit dat de verantwoording per individuele bepaling van de code kan be tekenen dat een uitgebreide verklaring moet worden gegeven op onderdelen van de code die voor een onderlinge niet van toepassing zijn. Dit doet zich onder andere voor bij onderlinge verzekeraars die geen Raad van Commissarissen (hoeven te) hebben. De rapportage hierover kan leiden tot een onevenwichtig beeld dat geen recht doet aan de materiële toepassing van de principes en de feitelijke kwaliteit van de governance. Bij onderlingen, ook zonder Raad van Commissarissen, is intern toezicht immers wel aanwezig. Het afwijkende beeld kan ook ontstaan door de beloningsparagraaf, die bepalingen voor de beloning van commissarissen bevat - die er dus niet altijd hoeven te zijn - en waarvan de bepalingen voor de bestuurders feitelijk voor directieleden gelden, die vervol gens een heel ander beloningsmodel hebben, veelal zonder of met bescheiden variabele componenten.
Alle toepassingen en afwijkingen moeten worden toegelicht Om aan de bezwaren tegemoet te komen, is een bepaling in de code opgeno men waardoor een kleine verzekeraar ervoor kan kiezen om in het jaarverslag te volstaan met een beknopte beschrijving van de governance, met een verwijzing naar de website waar een toelichting per individuele bepaling uit de code wordt gegeven. De FOV heeft voor de uitwerking van deze informatie een tekst voor het jaarverslag opgesteld. Deze is te vinden op het ledengedeelte van de website.
Voor maatschappijen die hun interne auditfunc tie willen uitbesteden, heeft de FOV een service in het leven geroepen waarmee de leden hun interne audit extern laten uitvoeren. In verband hiermee is een samenwerking tot stand gebracht met het bureau VCO&T. Het werkprogramma is met bijzondere aandacht voor een proportionele uitvoering van de audit af gestemd op de doelgroep van de FOV. In het afge lopen najaar is het programma bij één van de le den getest. Op grond van de positieve bevindingen uit die test is de functie aan alle leden kenbaar gemaakt. Tijdens de regionale voorjaarsbijeen komsten - zie pagina 3 - zal Willem Vliem, auditor van VCO&T, een uiteenzetting over de dienst en zijn werkwijze als auditor geven. Informatie over de dienst kan bij het FOV-bureau worden inge wonnen.
de Onderlinge | januari / februari 2014
Themabijeenkomst Bouwbesluit 2014
Actualiteiten | Bij de leden
In het Bouwbesluit 2014 zijn belangrijke wijzigingen doorgevoerd die gevolgen hebben voor de technische eisen die aan (het bouwen van) gebouwen worden gesteld. Daarnaast verschuiven verantwoordelijkheden die mogelijk invloed zullen hebben op de taken en verantwoordelijkheden van verzekeraars. Een goede reden om elkaar weer te ontmoeten en met elkaar de actualiteiten over dit onderwerp te bespreken. De Technische Commissie Schade Preventie van de FOV heeft een bijeenkomst over het Bouwbesluit 2014 voorbereid, die plaatsvindt op donderdag 10 april 2014 , van 16.30 uur tot 20.00 uur in Hotel-Restaurant Groot Kievitsdal te Baarn. Gerben van Hal en Ronald van Brakel van EFPC gaan in op de privatisering van het proces rondom bouwregelgeving. Zij geven aan waar nieuwe verantwoorde lijkheden liggen en gaan in op de verzekerbaarheid van gebouwen. Erwin Braak van Achmea Agro licht de eisen toe die vanaf 2014 aan agrarisch(e) (ge)bouwen worden gesteld. Aanmelding is tot 17 maart mogelijk via het FOV-bureau,
[email protected]. De kosten voor deelname zijn € 97,50 per persoon. Vanuit het NIVRE worden 10 PE-punten aan deze bijeenkomst toegekend.
Themabijeenkomst Ledenraad De algemene ledenvergadering is het hoogste orgaan van een onderlinge ver zekeraar. Die functie kan ook door een ledenraad worden vervuld. In de praktijk zijn daar veel voorbeelden van. De ledenraad vormt de belangrijkste schakel tussen de leden en de maatschappij. Zij vertegenwoordigt de belangen van de leden, fungeert als klankbord voor de directie en het bestuur, en adviseert over de kwaliteit van de dienstverlening van de maatschappij. Wat betekent dit nu concreet voor de taken en verantwoordelijkheden van de ledenraad? De FOV heeft een themabijeenkomst over dit thema voorbereid, die begin mei 2014 zal plaatsvinden. Alle leden ontvangen een uitnodiging. De bij eenkomst staat ook open voor directieleden, bestuurders en toezichthouders die meer te weten willen komen over de taken en bevoegdheden van de ledenraad.
Oefengesprekken voor DNB-toetsing In 2013 hebben 19 aspirant-beleidsbepalers gebruik gemaakt van de FOV-ser vice om in Zeist een oefengesprek te hebben ter voorbereiding op het DNB-toet singsgesprek. Ook dit jaar zijn er al gesprekken geweest en staan er nog afspra ken in de agenda. De kandidaten krijgen telkens een lijst met onderwerpen waarop men zich kan voorbereiden. Gezien de positieve ervaringen en toegevoegde waarde van de gesprekken wordt de service - waarvoor geen kosten worden berekend - hierbij nogmaals onder de aandacht gebracht. Nadere informatie is te verkrijgen bij het FOV-bureau, waarbij de gesprekken ook kunnen worden aangevraagd.
Liever voorkómen dan betalen De Onderlinge Winterswijk heeft 20.000 euro bijgedragen aan de aanschaf van een water container voor de plaatselijke brandweer. Door de komst van de container is de Winterswijkse brandweer bij branden in het buitengebied niet langer afhankelijk van water uit vijvers, beken en brandkranen. “Het is een kwestie van schade uitbetalen of het watertekort oplossen” zo gaf voorzitter Coen Ten kink van De Onderlinge Winterswijk aan bij de in gebruikname van de watercontainer. “Wij hebben 1600 brandklanten van wie het grootste gedeelte in het buitengebied woont. De afgelopen jaren zijn er in dat buitengebied drie grote branden geweest waarbij watertekort een grote rol speel de. De brandweer moet vaak gebruikmaken van brandkranen die te weinig capaciteit hebben. Dat kan niet. Het moet niet zo zijn dat de brandweer geen branden kan blussen wegens een gebrek aan water.” Burgemeester Thijs van Beem, die met Tenkink de watercontainer onlangs officieel in gebruik nam, is blij met de aanschaf en met de bijdrage van de Onderlinge Winterswijk. “We hebben prachtig materiaal en goed opgeleide mensen, maar geen water. De waterleidingen en brandkranen func tioneren naarmate je de grens nadert, steeds slechter. En dat terwijl de moderne apparaten van de brandweer steeds meer water verbruiken.” De watercontainer is inmiddels al een eerste keer ingezet bij een grote brand in het buitengebied van Aalten. Op de foto vlnr: Hilbrand Meijer, clustercommandant Brandweer Achterhoek Oost, Thijs van Beem, burgemeester Winterswijk, Coen Tenkink, voorzitter Onderlinge Winterswijk
7
8
Actualiteiten | Wet- en regelgeving Overgangstermijn Wft-vakbekwaamheidseisen naar 2 jaar De Tweede Kamer is akkoord gegaan met de voorgestelde versoepelingen van het Wft-vakbekwaamheidsbouwwerk. De overgangstermijn wordt onder an dere verlengd tot 1 januari 2016 en de PE plus-examens worden aangepast, meldde de CDFD. Om de markt meer tijd te geven om aan de nieuwe vakbekwaamheidsregels te voldoen, wordt de overgangstermijn verlengd van 1,5 naar 2 jaar. De eindda tum wordt nu 1 januari 2016. Elke diplomahouder moet in de overgangsperio de een PE plus-examen (voorheen genaamd Inhaal-/PE-examen) voor de hem relevante beroepskwalificatie(s) afleggen. De Minister van Financiën houdt de mogelijkheid open om diploma's toe te voegen aan de lijst met gelijkstellingen. Dit betekent dat een deskundigheidsbewijs wordt gelijkgesteld met een huidig Wft-diploma.
PE plus-examens Het aantal eind- en toetstermen van de PE plus-examens is met 30% vermin derd. Een adviseur die in het bezit is van geldige diploma's ‘Consumptief kre diet', ‘Hypothecair krediet' en ‘Basis' hoeft alleen het PE plus-examen ‘Hypo thecair krediet' af te leggen. De adviseur is dan zowel de beroepskwalificatie ‘Adviseur Hypothecair krediet' als de beroepskwalificatie ‘Adviseur Consump tief krediet'. Het PE plus-examen ‘Hypothecair krediet' kwalificeert tevens voor ‘Adviseur Basis' en ‘Adviseur Vermogen'. Er gelden namelijk vergelijkbare vrij stellingen voor: • • •
PE plus-examen Schade Zakelijk leidt tevens tot PE plus-examen Schade Particulier; PE plus-examen Pensioen leidt tevens tot PE plus-examen Vermogen; PE plus-examen Hypothecair krediet leidt tevens tot het PE plus-examen Vermogen;
Alle PE plus-examens (waarvan relevante onderdelen van Basis deel uitmaken) leiden tot het PE plus-examen Basis.
PE-examens In het nieuwe Wft-vakbekwaamheidsbouwwerk moeten individuele medewer kers verplicht driejaarlijks een PE-examen afleggen. In principe worden al leen PE-actualiteiten getoetst die binnen een tijdsbestek van één jaar hebben plaatsgevonden.
Module zorgverzekering In de modulestructuur worden enkele wijzigingen aangebracht. Zo zal de mo dule ‘Basis' worden geschrapt uit de beroepskwalificatie ‘Adviseur Zorgverze kering'. Een aantal relevante eind- en toetstermen uit de module ‘Basis' zijn toegevoegd aan de module ‘Zorgverzekering'.
Volmacht De voorgenomen modules voor de Gevolmachtigd Agent (Volmacht Algemeen, Volmacht Schade Extra en Volmacht Overig) worden opgeschort. Tot nader be richt gelden voor gevolmachtigd agenten geen andere vakbekwaamheidseisen dan die al voor de negen reguliere beroepskwalificaties gelden. Alle informatie over ‘Vakbekwaamheid na 2013' is beschikbaar op de website van CDFD, www.cdfd.nl.
DNB: Vernieuwing onontkoombaar voor verzekeraars Verzekeraars moeten vernieuwen, anders ver liezen ze de wedstrijd. Dat stelt divisiedirecteur toezicht verzekeraars Thijs van Woerden in de maandelijkse nieuwsbrief van DNB. Van Woerden ziet de invoering van Solvency II per 1 januari 2016 als een belangrijke testcase voor de vernieuwingsdrift bij verzekeraars. “De Nederlandse verzekeraars hadden al veel voor bereid, maar door het herhaalde uitstel is de voorbereiding wat in het slop geraakt. De uit daging is dat nu weer op te pakken”, aldus Van Woerden. “Verzekeraars moeten zich niet rijk rekenen: ze moeten gebruik maken van hun al eerder opgebouwde voorsprong en nu die nood zakelijke extra meters maken om de finish te halen. (...) DNB gaat hier in het toezicht scherp op letten in 2014. Ook op andere terreinen is er volgens Van Woer den werk aan de winkel. “Oude bedrijfsmodellen werken niet meer en moeten vernieuwd worden. Deze vernieuwingen zijn onontkoombaar, en we zien dat verzekeraars hierin mee gaan.” De divi siedirecteur dringt daarbij aan op voortvarend heid. “Doen ze dat niet, dan verliezen ze de wed strijd. Dat besef wordt breed gedeeld (...) maar moet worden vertaald naar concrete daden. Dat vraagt om krachtig leiderschap met sterke inno vatieve vermogens.”
de Onderlinge | januari / februari 2014
Actualiteiten | Toezicht
9
Toezichtthema’s DNB 2014 DNB geeft in 2014 extra aandacht aan de toekomstbestendigheid van bedrijfs modellen, aan kapitaalbeleid, aan risicobeheer en aan integriteit. Dat is te le zen in de brochure ‘Thema’s DNB toezicht 2014’ die onlangs is gepubliceerd. De thema’s bouwen grotendeels voort op de onderwerpen van 2013 en vormen het uitgangspunt voor verschillende onderzoeken die DNB in 2014 bij verzekeraars zal uitvoeren.
Toekomstbestendigheid bedrijfsmodellen Verzekeraars moeten aan de slag om ook in de toekomst een bestendig be drijfsmodel te hebben. De houdbaarheid van het huidige model staat voor veel verzekeraars onder druk. Om een goed beeld te krijgen van de toekomstbesten digheid van de bedrijfsmodellen, gaat DNB in 2014 een visie vormen over de marktontwikkelingen en gaat zij hier projecties van opstellen. Bij een aantal verzekeraars doet DNB uitvragen naar de toekomstbestendigheid. Aan de hand van de visie en een analyse van de gegevens uit de uitvraag, zal DNB intensief met de verzekeraars in gesprek gaan en waar nodig optreden. De uitvragen zul len uitsluitend bij grote(re) verzekeraars plaatsvinden.
Kapitaalbeleid Per 1 januari 2014 is een aantal belangrijke wijzigingen in de Wft doorgevoerd, waaronder de introductie van de Eigen Risicobeoordeling (ERB) en het Theore tisch Solvabiliteitscriterium (TSC). Deze wijzigingen maken een meer risicoge baseerd toezicht mogelijk. Ook in 2014 kijkt DNB naar de overgang naar Sol vency II. Verzekeraars moeten daartoe weten welke regels en richtlijnen gelden en hoe die in de Nederlandse situatie worden uitgelegd en toegepast. DNB zal geregeld overleggen met de sector om onduidelijkheden te bespreken en waar mogelijk ontbrekende informatie aan te vullen.
Merel van Vroonhoven benoemd tot voorzitter AFM Ir. Merel van Vroonhoven (1968) zal per 1 april 2014 aantreden bij de AFM als voorzitter. Zij wordt benoemd voor vier jaar. Merel van Vroonhoven is sinds 2009 lid van de raad van bestuur van de Nederlandse Spoorwegen. Daaraan voorafgaand werkte zij bij ING, van 2002 tot 2007 als lid hoofddirectie Nationale Nederlanden, verantwoordelijk voor het Collectief Pensioenbedrijf, en vanaf 2007 als li d v an h e t m an age m e n t c om m i t t e e ING Investment Management Europe.
Risicobeheer DNB gaat in 2014 bij verzekeraars onderzoek doen naar de waardering van ac tiva die niet op de beurs verhandelbaar zijn, zoals hypotheekportefeuilles. Het onderzoek richt zich op het waarderingsproces bij verzekeraars en wordt uitge voerd bij verzekeraars met een groot belang in niet-beurs-verhandelbare activa in relatie tot de gehele balans. DNB kijkt bij verzekeraars ook naar het functioneren van de interne auditfunc tie. Zij formuleert, op basis van de eisen die de Wft stelt, eerst de basisvoor waarden voor een adequaat functionerende auditfunctie. Daarna zal DNB aan de hand van een uitvraag bij verzekeraars vaststellen of de verzekeraars hier aan voldoen en zo nodig ingrijpen.
Voorzitter George Möller van de raad van toezicht van de AFM: “Wij zijn zeer verheugd dat Merel van Vroonhoven bereid is de AFM te gaan leiden. Merel van Vroonhoven heeft een loopbaan gehad die haar zeer geschikt maakt om leiding te geven aan de AFM. Zij heeft aanzienlijke ervaring in de financiële sector en daarnaast heeft zij bij de Nederlandse Spoorwegen de publieke zaak ge diend. Die veelzijdige ervaring houdt een mooie belofte in voor de toekomst van de AFM."
Integriteit DNB zal ook in 2014 doorgaan met onderzoeken naar gedrag en cultuur en mogelijke belangenverstrengeling bij verzekeraars.
AFM publiceert Agenda 2014 De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft de Agenda 2014 gepubliceerd. Daarin staan de plannen voor dit jaar. Op basis van een analyse van externe ontwikkelingen heeft de AFM ervoor gekozen om in 2014 haar negen toezicht thema’s te continueren. Dat zijn: • • • • • •
Productaanbieders stellen het belang van de klant centraal Kwaliteit van financiële dienstverlening is beter Kwaliteit van vermogensopbouw is beter Financiële dienstverlening aan zakelijke partijen is passend Pensioenuitvoerders geven overzicht en inzicht in de hoogte en risico’s van pensioen mhoog De kwaliteit van governance, verslaggeving en accountantscontrole gaat o
• De effectenmarkten functioneren eerlijk en efficiënt en de infrastructuur blijft bestendig • Gedragstoezicht draagt bij aan stabiliteit van het financiële stelsel • Schadelijk gedrag en financiële criminaliteit nemen af
10
Actualiteiten | Toezicht AFM verstrekt 1076 pensioenvergunningen De AFM heeft 1076 pensioenvergunningen verstrekt aan financiële dienstverle ners. Marktpartijen hadden tot 1 januari 2014 de tijd om aan de vakbekwaam heidseisen voor pensioenverzekeringen te voldoen.
Aanbieders maken redelijke start met kostprijsmodel
Het is de bedoeling van de AFM dat de dienstverlening in pensioenverzekeringen nu op een hoger niveau komt. Een belangrijke reden voor de nieuwe vergunning was het AFM-rapport Kwaliteit Advies Tweedepijler Pensioen uit 2010. Daaruit bleek dat ruim drie kwart van de pensioenadviezen aan het middenen kleinbedrijf onvoldoende was.
Banken en verzekeraars hebben een redelijke start gemaakt met het zogenoemde kostprijsmodel, dat ze gebruiken om de advies- en distributiekos ten apart bij consumenten in rekening te brengen. Dat concludeert de AFM. Het kostprijsmodel is een open norm, die relatief laat aan de markt bekend is gemaakt. Marktpartijen hebben dit jaar begrijpe lijkerwijs moeten zoeken naar een goede invulling van deze norm. In de eerste helft van 2013 heeft de AFM een informatieverzoek naar banken en verze keraars gestuurd, waaruit een aantal aandachts punten naar voren kwam. In september heeft de AFM vervolgens met een aantal partijen gesproken over deze resultaten uit het informatieverzoek. Ook heeft de toezichthouder de rapportages ontvangen die accountants hebben opgesteld naar aanleiding van hun controles van de kostprijsmodellen. Naar aanleiding hiervan hebben de meeste partijen aan passingen doorgevoerd in hun kostprijsmodel.
Ingetrokken
Verdere verbeteringen
De deelvergunning van partijen die wel een inschrijfbewijs hadden ingestuurd maar geen diploma hebben overlegd, wordt ingetrokken. Zij moeten binnen drie maanden hun portefeuille overgedragen.
Er is nog ruimte voor verdere verbetering van de kostprijsmodellen. Deze kunnen in sommige geval len leiden tot aanpassingen in de tarieven. In een tweede brief, die onlangs is verstuurd, geeft de AFM banken en verzekeraars een nadere toelichting op deze aandachtspunten. Aanbieders moeten de aandachtspunten uit deze brief en de bevindingen van de accountant gebruiken om te beoordelen of het kostprijsmodel en/of de berekening van de ad vieskosten voor 2014 moet worden aangepast. De toezichthouder roept marktpartijen op om de ge vraagde verbeteringen zo snel mogelijk door te voe ren, en om waar nodig de tarieven voor 2014 hierop aan te passen.
Om aan de nieuwe eisen van Wft pensioen te voldoen, moesten partijen die hun werkzaamheden in pensioenverzekeringen wilden voortzetten, een diploma of een inschrijfbewijs voor een opleiding overleggen. Meer dan 2.000 financiële dienstverleners voldeden hieraan. Zij kregen tot 1 januari 2014 de tijd om te voldoen aan de nieuwe vakbekwaamheidseisen. In november 2013 hadden ruim 600 kantoren zich met hun diploma's bij de AFM gemeld. In juli van dat jaar waren dat er nog 300. De toezichthouder verwachtte toen dat het uiteindelijke aantal vergunningen tussen de 500 en 1.000 zal liggen.
Niveau
Online AFM-naslagwerk over provisieverbod Het provisieverbod voor complexe en impactvolle financiële producten is een jaar oud. De AFM grijpt dit moment aan om antwoorden op veelgestelde vragen uit de markt te bundelen en te delen. Ook publiceert de AFM een aantal uitgangspunten die zij zelf gebruikt bij het beoordelen van nieuwe verdienmo dellen of bedieningsconcepten. Dit geeft ondernemingen richting bij vragen of ideeën over nieuwe verdienmodellen of bedieningsconcepten. Het provisieverbod is een ingrijpende verandering voor adviseurs, bemidde laars, banken en verzekeraars. Het heeft als doel een einde te maken aan pro ductgedreven verkoop en beoogt te bereiken dat adviseurs zich zuiver kunnen richten op het belang van de klant. Het is nog te vroeg om de balans op te maken, maar de AFM ziet dat het provisieverbod de gewenste cultuurverande ring aanwakkert. Onafhankelijke adviseurs en directe aanbieders hebben een grote inspanning geleverd om veranderingen in de bedrijfsvoering door te voeren en om de veranderende relatie met de klant vorm te geven. De AFM vindt het bijvoorbeeld positief dat partijen nieuwe (online) bedieningsconcepten ontwik kelen, waaronder concepten waarbij de klant de keuze heeft een aantal zaken zelf te doen.
Duidelijkheid De regelgeving over het provisieverbod bestaat deels uit open normen. Financiële dienstverleners vinden het soms lastig om invulling te geven aan open normen, omdat ze onzeker zijn over wat nu precies wel en niet kan. De AFM deelt daarom een aantal uitgangspunten die zij zelf gebruikt bij het beantwoorden van vragen over open normen. Ook heeft de AFM de belangrijkste vragen en de antwoorden daarop gebundeld over belangrijke deelonderwerpen van het provisieverbod. Hiermee krijgen marktpartijen meer houvast bij het maken van afwegingen over de invulling van het provisieverbod. Het doel van deze uitgangspunten is het bijdragen aan een consistente invulling van het provisieverbod.
Accountantscontrole De inhoudelijke en kritische blik van de externe ac countant op de toepassing van het kostprijsmodel stelt de AFM in staat om ook in de toekomst toe zicht te houden op het kostprijsmodel. Aan de hand van deze controle van de berekening van de tarie ven voor 2014 bepaalt de AFM of er aanleiding is voor verdere aandacht voor dit onderwerp.
Waarom een kostprijsmodel? Banken en verzekeraars gebruiken het kostprijs model om hun advies- en distributiekosten te be rekenen voor financiële producten die onder het provisieverbod vallen. De advies- en distributiekos ten moeten in het dienstverleningsdocument (DVD) worden vermeld. Consumenten kunnen zo een ver gelijking maken tussen de advies- en distributie kosten van banken en verzekeraars, en de kosten van zelfstandig adviseurs en bemiddelaars. Een externe accountant moet het kostprijsmodel van de directe aanbieder controleren.
de Onderlinge | januari / februari 2014
Actualiteiten Werkgelegenheid in financiële branche onder druk De reorganisatie die Achmea de komende drie jaar doorvoert, lijkt het startsein voor een verdere inkrimping van het aantal banen in de verzeke ringsbranche. De vakbonden vrezen dat de werkgelegenheid de komende vijf jaar halveert. De grootscheepse reorganisatie bij Achmea is de grootste in de serie banenreducties die de grote verzekeringsconcerns in ons land sinds het begin van de economische crisis hebben doorgevoerd: er vervallen 4.000 van de 19.000 banen. Naar schatting 3.000 medewerkers krijgen gedwongen ontslag. Bekend was al dat er in 2016 bij verzekeraars zeker 7.500 minder arbeidsplaatsen zullen zijn dan in 2008. Inclusief de plannen van Achmea loopt het banenverlies op tot minimaal 11.500. De banken meegerekend komt de personeelskrimp in de laatste vijf jaar uit op ruim 35.000.
Nog meer ontslagen Ike Wiersinga, onderhandelaar namens de CNV Dienstenbond, denkt dat de ko mende tijd nog veel meer mensen hun baan kwijtraken in de branche. "Sinds 2008 zijn er al zo'n 50.000 arbeidsplaatsen in de financiële dienstverlening ver dwenen. De verwachting is dat er de komende vijf jaar nogmaals sprake zal zijn van een uitstroom van soortgelijke omvang, waardoor er van de oorspronkelijke 150.000 werknemers nog 50.000 overblijven.”
Hoge salarissen Organisatieadviseur Astrid van de Bovekamp ziet een knelpunt in de relatief hoge salarissen in de bedrijfstak. "De beloning ligt 15% hoger dan gemiddeld bij Nederlandse bedrijven. Als je daar niets aan doet en de omzet blijft dalen, dan hou je een probleem.”
11 Record aantal miljoenen branden in 2013 2013 staat voor een record aantal miljoenen branden in Nederland. Deze branden hebben samen gezorgd voor een verzekerde schadelast van zo’n 636,5 miljoen euro. In totaal hebben zich 148 grote branden voorgedaan, met elk een schade van meer dan één miljoen euro. Dat is het hoogste aantal miljoenenbranden in een jaar sinds de start van de registratie ervan in 1998. Dit blijkt uit de meest recente registratie van het NIVRE, in samenwerking met de aangesloten expertisebureaus en verzekeraars. De grootste brand dit jaar vond plaats in een kunststofbedrijf in Zevenaar. De schade liep daarbij op tot 65 mil joen euro. Op de tweede plaats staat een brand in een afvalverwerkingsbedrijf in Alkmaar met een schade van 57 miljoen euro. Daarna volgden een bedrijfsbrand in Oldenzaal (schade: 50 miljoen euro), een brand bij een printplatenfabriek in Kas sel (schade: 40 miljoen) en een brand bij een sto merij in Gramsbergen (schade: 35 miljoen euro).
Checklist Brandgevaarlijke Werkzaamheden Het Verbond van Verzekeraars meldde eind v orig jaar dat één op de tien bedrijfsbranden door brandgevaarlijke werkzaamheden ontstaat.
Tijdbom Ruud Dekker, marketingconsultant bij werving- en selectiebureau Brunel, zegt dat de arbeidsmarkt in de financiële dienstverlening al een tijdje "een potentiële tijdbom" is. "Er is sprake van een mismatch tussen vraag en aanbod. Tegenover een behoorlijke uitstroom staat een zoektocht naar goede mensen. Bij ons is het nu drukker dan ooit. Veel medewerkers zijn niet meer nodig, maar er is ook grote vraag naar tijdelijke krachten en er zijn moeilijk vervulbare vacatures.”
Andere concerns Vorig jaar kondigde Nationale-Nederlanden aan dat 1.350 van de 6.000 banen verdwijnen in een periode van twee jaar. Bij SNS Reaal moeten in drie jaar tijd 750 van de 6.700 medewerkers op zoek naar ander werk. Aegon heeft de afge lopen twee jaar 300 van de 2.900 banen geschrapt. Delta Lloyd is geleidelijk af geslankt: sinds het begin van de economische crisis is het personeelsbestand met 25% gekrompen tot 5.400 werknemers. Jaarlijks daalt het aantal mensen op de loonlijst met ruim 200. Bij ASR is 18% van de banen vervallen; het perso neelsbestand telt nu 3.800 werknemers.
Brandveilig ondernemen blijkt belangrijker dan ooit, gezien de hoeveelheid schades dit jaar. In november werd daarom de Checklist Brandge vaarlijke Werkzaamheden op de website www. checklistbrand.nl gelanceerd. De checklist be staat uit een aantal vragen, met als uitkomst een brandveiligheidadvies op maat.
Formulier Brandgevaarlijke Werkzaamheden Met het digitale Formulier Brandgevaarlijke Werkzaamheden kunnen ondernemers aange ven welke brandrisico’s er aan bepaalde werk zaamheden verbonden zijn. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het verminderen van risi co’s en de kans op schade.
Inspectieprotocol ‘VIER’ Een ander initiatief om bedrijfsbranden te voor komen is de ontwikkeling van het Inspectiepro tocol ‘VIER’. Dit protocol is ontwikkeld door de vereniging iKeur, een platform van onafhanke lijke inspecteurs dat de veiligheid van elektro technische bedrijfsvoering wil optimaliseren. Het protocol richt zich op de controle van elek trische installaties en de daarop aangesloten elektrische apparaten.
12 Provisieverbod is geen belemmering om klant met betalingsproblemen te helpen De AFM krijgt geregeld vragen van aanbieders die worstelen met de vraag of zij klanten die in betalingsproblemen zitten als gevolg van het provisieverbod een rekening moeten sturen voor het advies dat zij hierover geven. Het provisiever bod wordt als een grote belemmering ervaren om klanten te benaderen en om tot een passende oplossing te komen. De AFM benadrukt dat de wet niet vereist dat aanbieders huishoudens met be talingsproblemen of concreet voorzienbare betalingsproblemen een rekening sturen. Bij deze klanten is het belangrijk om rond de tafel te zitten om meer in zicht te krijgen in zijn financiële positie en te kijken of er mogelijkheden zijn om iets aan de hypotheek, de inkomens- of bestedingenkant te veranderen, zodat er weer lucht ontstaat. Aanbieders of intermediairs kunnen hierover gewoon het gesprek aangaan met klanten zonder een rekening te sturen. Deze werk zaamheden vinden in beginsel plaats in het kader van beheer. In het algemeen geldt voor aanbieders dat werkzaamheden in het kader van beheer niet onder het provisieverbod vallen. Als een advies gericht is op de totstandkoming van een overeenkomst is er geen sprake van beheer meer en ontstaat de plicht om een rekening te sturen. Hiervan is, naar de mening van de AFM, in ieder geval sprake wanneer het advies is gericht op wijziging van de productsamenstelling. Voor het oplossen van betalingsproblemen of concreet voorzienbare betalingsproblemen bij een hypotheek is dit vaak niet nodig. Als het toch nodig is om een nieuwe overeenkomst te sluiten dan stelt de AFM zich op het standpunt dat de werkzaamheden die hiervoor nodig zijn ook niet in rekening hoeven te worden gebracht. Het is evident niet in het belang van de klant, en ook niet reëel om in dit soort probleemsituaties een rekening te sturen.
Handel in assurantieportefeuilles herstelt zich De handel in assurantieportefeuilles lijkt zich zowel qua prijs als volume te her stellen. Dit concludeert SCV/Dullemond Bedrijfsadvies op basis van de trans acties die het bedrijf begeleidde in het vierde kwartaal van 2013. De prijzen die nu betaald worden, liggen weer op het niveau van één tot twee jaar geleden. Volgens directeur Wim Oeben laat het aantal portefeuilles in het vierde kwar taal traditioneel een piek zien. "De mate waarin binnen onze portfolio eind 2013 de vraag het aanbod oversteeg, was opmerkelijk. Voor 2014 verwachten wij dat kopers weliswaar kritisch zullen blijven, maar zij zullen nu toch alert moeten reageren wanneer een portefeuille wordt aangeboden. De eerste signalen in 2014 wijzen er op dat de ingetreden tendens zich zal voortzetten. Mede-directeur Frans Kemper, ziet de toegenomen handel ook als een bevesti ging van de concentratietendens in de assurantiebemiddelingsbranche. "Daar waar de omzet onder druk staat, zijn schaalgrootte en efficiencyverbetering sleutelwoorden om tot een hoger rendement te komen. Met name volmachtbe drijven en serviceproviders zien goede mogelijkheden om binnen over te nemen portefeuilles synergievoordelen te behalen, zeker in combinatie met inkomsten uit tekencommissie. Tel daarbij op de ontwikkeling waarbij kantoren die tradi tioneel het merendeel van inkomsten haalden uit leven en hypotheken op zoek zijn naar meer stabiliteit aan inkomsten, dan is de grote vraag naar schade portefeuilles verklaard. Hij ziet echter ook een toename van het aantal poten tiële verkoopkandidaten dat er voor kiest om de portefeuille te stallen bij een serviceprovider in plaats van verkoop aan een andere tussenpersoon. Dit remt het marktaanbod van portefeuilles.
Stichting Salvage vaker ingeschakeld De Stichting Salvage, het samenwerkingsver band van brandverzekeraars dat na een calami teit optreedt om de schade te beperken, is vorig jaar bijna 4% meer ingeschakeld. In totaal werd 6.274 keer hulp geboden na een brand, explosie of zware storm. De stichting schrijft de toename toe aan hulpverlening aan bewoners of gebrui kers van belendende gebouwen. De hulp van Stichting Salvage werd vorig jaar in geroepen bij dertien branden waarbij meer dan tien belendingen forse schade opliepen. Het ging onder andere om branden in het centrum van Leeuwarden, Enschede en Deventer en de explo sie in een flatgebouw in Arnhem. “Bij dergelijke grote branden treden we op in goede samenwer king met Bevolkingszorg van de gemeente. De gemeenten weten ons steeds beter te vinden, maar onze wens is nog wel eerder ingeschakeld te worden”, aldus Brenda Reinders, directeur van de Stichting Salvage. De stichting werd vorig jaar 37 keer ingeschakeld bij een brand met een miljoenen schade. In totaal werd Salvage vorig jaar 3.143 keer ingezet bij branden in woningen en 461 keer bij bedrijven (waarvan 54 in combinatie met een woning). Verder rukte Salvage uit voor branden in bergingen, schuren en garages (294), horecagele genheden (150) keer, winkels (94), boerderijen (92 waarvan 14 stalbranden), onderwijsinstellingen (47), gemeentelijke gebouwen (11), parkeergarages (6) en in overige objecten (49). Bij maar liefst 108 branden kwam asbest vrij (158 in 2012) en 65 branden hadden met de productie van hennep te maken (71 in 2012).
de Onderlinge | januari / februari 2014
13 ‘Herverzekeraars wachten zware tijden’ Standard & Poor's verwacht dat de mondiale her verzekeringssector het lastig krijgt in 2014 en 2015. Het rating agency spreekt deze verwachting uit op basis van de toegenomen concurrentie en de afnemende winstgevendheid. Dit kan volgens S&P leiden tot verlaging van de kredietwaardigheids ratings binnen de sector. Voor het eerst sinds 2006 verwacht S&P meer negatieve dan postieve bewegingen van de ratings bij herverzekeraars. "Het overaanbod aan herverzekering zorg er samen met de verminderde vraag voor dat de markt wordt herschikt", stelt kredietanalist Dennis Sugrue. "Bij het begin van 2014 zien we een afnemende winst gevendheid in de markt. Bedrijven die niet concur rerend zijn of bedrijven die juist aggressiever vast houden aan marktaandeel door prijsconcurrentie of het versoepelen van de eigen underwritingnormen lopen het meeste risico."
Minder vraag leidt tot herschikking herverzekeringsmarkt S&P verwacht een verdere verslechtering van de be drijfsresultaten in 2014 in vergelijking met recente jaren. De kredietbeoordelaar houdt daarbij ook re kening met de veronderstelling dat de rente in ieder geval tot 2015 niet significant zal stijgen, iets waar herverzekeraars van zouden kunnen profiteren.
Tijd voor cyberverzekering? De omvang van onveiligheid en fraude op internet neemt toe. Dat blijkt uit een rapport van de expert groep Veiligheid en Fraude van Shopping 2020. Verzekeren van cyberrisico’s zal volgens de expert groep dan ook steeds meer gemeengoed worden. De expertgroep Veiligheid en Fraude is onderdeel van het programma Shopping 2020, waarbinnen zestien brancheorganisaties onderzoeken hoe de consument shopt in 2020. De expertgroep verwacht dat de omvang van onveiligheid en fraude toeneemt doordat online shoppen een omvangrijker, mon dialer karakter krijgt. Technologische innovaties zoals 3D-printing bieden kansen, maar kunnen er ook voor zorgen dat criminelen en consumenten producten gaan namaken. Volgens de expertgroep kunnen kleine en middelgrote webshops vaak geen veiligheidsspecialisten in dienst nemen, maar moeten zij wel hun veiligheid op orde hebben om succesvol te ondernemen. Grote bedrijven kunnen dat wel, en kunnen zich ook al verzekeren tegen cy berrisico’s. Voor kleine ondernemers zijn deze ver zekeringen er ook al wel, maar deze bedrijven zien de noodzaak niet altijd. De expertgroep verwacht dat dit soort verzekeringen in de toekomst ook voor consumenten beschikbaar komt.
Recht op waardeoverdracht blijft, maar moet eenvoudiger Staatssecretaris Jetta Klijnsma wil het recht op individuele waardeover dracht in stand houden, maar het systeem vereenvoudigen. Dat heeft zij de Tweede Kamer laten weten. Het huidige systeem van waardeover dracht staat al langer op de helling. Klijnsma schrijft nu: "Ik hecht aan de individuele keuzevrijheid van werknemers om bij baanwisseling de waarde van hun opgebouwde pensioenaanspraken wel of niet te kunnen overdragen. Daarom wil ik een serieuze poging doen om te onderzoeken of het recht op waardeoverdracht in stand kan worden gehouden. Het recht op individuele waardeoverdracht vind ik een belangrijke keuze die een deelnemer kan maken met betrekking tot zijn pensioen, ook al is de oorspronkelijke doelstelling van het wettelijke recht op individuele waardeoverdracht komen te vervallen. Klijnsma vindt dat de werknemer door het recht op waardeoverdracht te handhaven meer keuze- en sturingsmogelijkheden houdt om de oudedags voorziening in te richten. "Zo kan er worden gekozen om pensioenen onder te brengen bij één pensioenuitvoerder, waardoor de opgebouwde rechten niet automatisch 'slapersrechten' worden. Ook vergemakkelijkt dat de keuze voor flexibele pensionering, omdat er geen sprake kan zijn van meerdere ingangs data van het pensioen.
Individuele keuzevrijheid van werknemers is belangrijk Klijnsma denkt aan een wijziging van het systeem van individuele waardeoverdracht waarbij niet de pensioenaanspraak wordt overgedragen, maar uitsluitend de waarde van de pensioenvoorziening. "De overdrachtswaarde van de pensioenaanspraken is dan afhankelijk van wat er bij een pensioenfonds in de boeken staat. De huidige ingewikkelde rekenregels voor waardeoverdracht zouden moeten vervallen." Ook wil ze bekijken of waar deoverdracht efficiënter of zelfs geautomatiseerd kan plaatsvinden. Klijnsma kondigt nader onderzoek aan dat ze in nauw overleg met de pensioensector zal uitvoeren. In het voorjaar komt ze met meer informatie. Op het moment dat de herziening van het wettelijk systeem van individuele waardoverdracht in werking treedt, zal de tijdelijke beperking van de plicht tot waardeoverdracht bij bijbetalingslasten vervallen.
14
Interview Nieuw: coöperaties van verzekerden “Ik wilde zelf al jarenlang van het risico af”, vertelt De Kwaasteniet. “Ik was daar een verklaard voorstander van. Enkele jaren geleden, aan het einde van het compliancetraject, moesten we over de toekomst van de onder linge gaan nadenken. Juist in die periode werden we met grote schades geconfronteerd, er brandde in één jaar tijd zomaar voor 1,5 miljoen euro af. Toen bleek dat we wel verzekeraar waren, maar in feite in het hele proces na die branden weinig hadden in te brengen. Het enige waarin we zelfstan dig waren, was het overmaken van het geld. Ongetwijfeld zullen anderen er niet zo over denken, maar ik was van mening dat een onderlinge van onze omvang, door de disbalans tussen het relatief kleine premie-inkomen en de grote economische risico’s, zo’n grote brand niet goed aankon.”
Uiteenlopende redenen voor verandering Sinds 1 januari 2014 hebben de
Intenties
meer onder toezicht van De Neder-
Het was echter niet alleen deze overweging die de onderlinge in Kamerik ertoe bracht het brandrisico aan de SOM over te dragen. “De aanzet was het toenemende ‘indringende’ toezicht vanuit De Nederlandsche Bank”, zegt De Kwaasteniet, “índringende’ tussen aanhalingstekens, want gebleken is dat het meevalt als je ermee aan de slag bent. Toch is veel van wat de wet eist, te zwaar voor een kleine onderlinge. Ik heb daarom destijds meteen al gezegd dat we dat niet moesten gaan doen.” Na overleg met andere SOBH-onder lingen werd in november 2011 een intentieverklaring getekend, waarin vijf onderlingen zich uitspraken voor een samenwerking, in welke vorm dan ook, in de toekomst. “We wilden voor de meest zuivere vorm kiezen”, vertelt De Kwaasteniet, “en daarom een nieuwe onderlinge oprichten. Daar hebben we lang op gestudeerd, maar het bleek toch lastig te realiseren en onnodig duur te worden.”
landsche Bank vallen, maar onder
Wikken en wegen
voormalige onderlingen in Reeuwijk, Wanneperveen, Kamerik, Soest en Cothen het brandrisico aan de SOM in De Meern overgedragen. Als gevolg van deze wijziging zullen de vijf niet
toezicht van de Autoriteit Financiële Markten. De onderlingen worden tot coöperaties omgevormd en kunnen op deze manier de focus die in de afgelopen jaren sterk op Solvency en de interne processen gericht is g eweest, meer op de leden en de klanten richten. Een gesprek hierover met Kees de Kwaasteniet, voorzitter van Onderlinge Verzekeringen Coöperatie Kamerik UA.
“Je moet dan alles opnieuw inrichten”, vervolgt hij. “Met een bestuur erbo ven, je hebt een directie nodig en je houdt De Nederlandsche Bank er na tuurlijk bij. We hadden alles al in een plaatje gezet, met een CCO, Coöperatie met Centrale Onderlinge, als een van de ondernemingen naast de SOBH in De Meern. Zo waren we in feite het wiel opnieuw aan het uitvinden en wat zouden we ermee opgeschoten zijn? We waren dan van vijf naar één gegaan, maar nog steeds klein gebleven.” Na lang wikken en wegen werd vastge steld dat dit niet de goede weg was. Niet lang daarna diende zich als vanzelf een oplossing aan, toen bleek dat de SOM over een vergunning beschikte om brandverzekeringen aan te bieden. “Vanuit De Meern was dat al eerder gesuggereerd, maar we dachten aanvankelijk dat we het ook wel zelf kon den. Deze mogelijkheid zijn we toen verder gaan onderzoeken en eind 2013 waren we zover.”
Centrale samenwerking tussen onderlingen geeft decentrale kracht
de Onderlinge | januari / februari 2014
15
Bekrachtiging In de laatste maanden van 2013 hadden de vijf onderlingen een bijzondere ledenvergadering, alle afzonderlijk uiteraard, tijdens welke de leden werd gevraagd in te stemmen met de voorgenomen over dracht van de portefeuille aan de SOM en de statu tenwijziging waardoor de onderlinge een coöperatie wordt. In alle gevallen deden zij dat. De Kwaasteniet: “We hadden de leden natuurlijk al uitvoerig over de plannen ingelicht. Tijdens onze l edenvergadering in november was er dan ook geen discussie meer en was het binnen een uurtje bekeken. Na de notariële bekrachtiging van de statutenwijziging zullen de coöperaties mogelijk nog in de voorjaarsvergade ring over de definitieve statuten kunnen besluiten, gelet op specifieke wensen en omstandigheden.” De besluitvorming over de portefeuilleoverdracht is aan DNB gemeld en de AFM is gevraagd de nieuwe coöperatie, die in coöperatieve verzekeringen zal bemiddelen, een vergunning te verlenen.
Gevolgen Kees de Kwaasteniet denkt dat de gevolgen van de wijziging voor de leden en klanten niet bijzonder in grijpend zullen zijn. “We hebben steeds in zijn al gemeenheid gezegd dat de klant er in de dagelijkse contacten met ons weinig van zal merken. Eigenlijk moet het zo zijn dat we nu juist meer tijd voor de klant krijgen, doordat we nu af zijn van het werk dat DNB ons in de afgelopen jaren heeft bezorgd. Dat is het uiteindelijke doel. Ook bestuurlijk verandert er niet veel, zij het dat we nu geen verzekeringsmaat schappij meer besturen, maar een coöperatie. We nemen afscheid van de commissie van toezicht die wij nog steeds hadden, maar de functie van compli ance officer blijft wel bestaan. Aanvankelijk dach ten we destijds: moet dat allemaal voor zo’n kleine club, maar toen hij er eenmaal was, vonden we zijn rol toch wel belangrijk. We moeten alleen nog bekij ken hoe we die functie gaan inbedden.”
Financieel Financieel gezien is het nu zo dat de coöperaties een brandpremie per product bij de SOM inko pen, ze verhogen die met een kostenopslag en het totaal is de premie die de leden betalen. De reve nuen van de herverzekeraar in schadevrije jaren komen in eerste instantie de SOM toe, die immers ook het risico draagt, maar de coöperaties zijn ook aandeelhouder van de SOM en profiteren daardoor indirect van de positieve resultaten via uitkeringen op deelnemingen. Het eigen vermogen van de coö peraties kan naar eigen goeddunken worden aan gewend - de toezichthouder AFM stelt immers geen solvabiliteitseisen zoals die aan verzekeraars wor
den gesteld - hetgeen erop neerkomt dat het voor bedrijfsvoering en vermogensbeheer zal worden gebruikt. Voor de leden is de premierestitutie komen te vervallen, maar via een pakketpolis kunnen ze direct in het tarief in plaats van achteraf een korting krijgen. De coöperaties hebben net als de onderlingen geen winstoogmerk.
Karakter van ledenorganisatie blijft bewaard Samenwerking De vijf coöperaties in Reeuwijk, Wanneperveen, Ka merik, Soest en Cothen blijven lokale entiteiten. De oorspronkelijke gedachte om een overkoepelende coöperatie op te richten, hebben zij losgelaten. De Kwaasteniet: “De coöperaties moeten lokaal aan wezig blijven, dus die moeten we niet centraal gaan aansturen. Je zou er ook BV’s van kunnen maken, maar we vinden dat het ledenorganisaties moeten blijven. Wel is het de bedoeling dat we meer geza menlijk gaan optrekken voor wat betreft de marke ting. We hebben uitgesproken dat we meer voor de klant willen doen, dichter bij de klant willen zitten, maar de vraag is natuurlijk hoe we dat gaan verta len. Daar zijn wel ideeën over, maar die moeten we nog uitwerken en het is niet de bedoeling dat elke coöperatie dat afzonderlijk voor zichzelf gaat doen. Bovendien is het goedkoper als je het met z’n vijven doet.” Behalve op het gebied van marketing willen de vijf coöperaties ook ten aanzien van de infor matievoorziening samenwerken, met name waar het brandverzekering betreft. Zij hebben daartoe een ‘projectgroep Brand’ opgericht. “De informatie die we altijd vanuit met name de FOV en de SOBH kregen, moet natuurlijk wel tot ons blijven komen”, zegt De Kwaasteniet. “We willen alle ontwikkelin gen blijven volgen en de informatie daarover met elkaar delen.”
Gevolgen voor de leden niet ingrijpend Volgens Kees de Kwaasteniet hebben de vijf co öperaties veel profijt gehad van de FOV en de on dersteuning door SOM en de SOBH. “Wij denken hiermee voor ons vijven een toekomstbestendige organisatie te hebben ontwikkeld”, zegt hij tot slot. “Mogelijk dat andere onderlingen hiervan zullen le ren en zich als coöperatie bij ons willen aansluiten. Ze zijn dan natuurlijk van harte welkom.”
16
De belangrijkste competenties voor managers in de nabije toekomst
colofon
door Business School Nederland
info
Wat gaat er de komende 7 tot 10 jaar wijzigen en welke c ompetenties worden dan belangrijk voor managers? Een onderzoek onder 600 executives wereldwijd (profit en non-profit) laat zien dat er grote veranderingen op komst zijn.
De Onderlinge is een uitgave van de FOV (Federatie van Onderlinge Verzekeringmaatschappijen in Nederland) en verschijnt 6 keer per jaar in een oplage van 1.000 exemplaren. Leden van de FOV zijn gratis geabonneerd op De Onderlinge.
Redactie: FOV
•
• • •
• •
• • •
•
Bedrijfskolommen zullen er in 2020 heel anders uit gaan zien, verwacht wordt dat vele ko lommen en bedrijven met elkaar gaan mengen (vooral media en entertainment, financiële diensten en telecommunicatie) Informatie, “big data” wordt een “business on its own” Mid-size bedrijven zullen tussen twee vuren komen te staan en zullen deels verdwijnen. De toekomst is vooral aan grote bedrijven en micro-ondernemingen De generalistische middle manager zal steeds minder vaak voorkomen. Bedrijven worden platter, beslissingsbevoegdheid komt lager in de organisatie te liggen en bij specialisten/ professionals. Technologie wordt meer en meer de nieuwe middle manager! De nieuwe technologie/ automatisering zorgt voor opheffing van veel functies, vooral in back-offices. Verdere digitalisering zal grote effecten hebben voor winkels en kantoren die nu face to face diensten bieden(ook overheiddiensten). Veel van deze plekken veranderen naar een informatie/adviesplek of zullen uit het straatbeeld verdwijnen Thuiswerken/het nieuwe werken voor kenniswerkers zal toenemen en kantoren worden meer en meer vergader- en netwerkplekken. Co-creatie met de klant wordt een belangrijke bron voor innovaties Organisaties worden transparant voor de eindgebruiker/consument. Matige kwaliteit of service zal in de toekomst direct worden afgestraft. Goede kwaliteit en service wordt een basisvoorwaarde. Nieuwe businessmodellen groeien verder uit, consumer to consumer (CtoC), CtoB
Een doorvertaling van deze ontwikkelingen naar toekomstig belangrijke competenties van managers in verschillende branches leidt tot de volgende lijst:
enkele van de meest Belangrijke competenties toekomstige managers (2020-2023) zijn: • •
• • • • • • • • • •
Kennis van social media, Mobile (M)- commerce Co-creatie met klanten, topkwaliteit is hygiëne factor, omnichannel aanpak, snapt 24 uurs economie, afnemende behoefte aan fysiek bezit, het belevingsconcept, klant die complete oplossing eist. Kent aanpakken voor onderscheidend vermogen/ toegevoegde waardepropositie Kan goed netwerken en samenwerken Kan virtueel effectief leiding geven Neemt de regie bij veranderingen Ondernemend (niet te voorzichtig, met creativiteit) Dienstbaar: caring more for others than for yourself Teamspeler en netwerker Generatiebewust Open minded/ internationaal (global citizen) Duurzaamheid in de genen
Met medewerking van: Tekstschrijver Peter van Steen, Geldermalsen Redactiesecretariaat:
FOV Postbus 148, 3700 AC Zeist t 030 656 71 60 e
[email protected] i www.fov.nl
Ontwerp en vormgeving: Flair Design Ontwerp- en DTP Studio, Wijk bij Duurstede Productie en druk: Drukkerij De Eendracht, Schiedam © Overname van (gedeelten van) artikelen wordt aangemoedigd. Graag met bronvermelding.
ISSN 0927-6173