DE NIEUWE SCHELDEGALM Editie van het Aankondigingsblad voor Kalken en Laarne. Vierde uitgave. Uitgave voor de bezoekers van de Nacht van de Geschiedenis, 25 maart 2014: Den Grooten Oorlog. Een uitgave van de Vereniging voor Lokale Geschiedenis van Kalken en Laarne in samenwerking met Davidsfonds Kalken en Davidsfonds Laarne.
NIEUWS VAN DE REDACTIE. Ter gelegenheid van de twaalfde nationale editie van de Nacht van de Geschiedenis werken te Kalken en Laarne opnieuw drie verenigingen samen, namelijk Davidsfonds Kalken, Davidsfonds Laarne en de Vereniging voor Lokale Geschiedenis van Kalken en Laarne. Het algemene thema “Den Grooten Oorlog”, dat werd uitgewerkt in het uitgebreid programma hiernaast weergegeven, brengt een overzicht van de resultaten van al dan niet recent onderzoekswerk. De avond bestaat uit een lezing, een tentoonstelling, theater en zang in het thema “Een kleine geschiedenis in den grooten Oorlog”. De beperkte tentoonstelling heeft onder andere aandacht voor de talloze verordeningen die de Duitse bezetter in het Operatiegebied van het Vierde leger uitvaardigde. De weerslag van een wereldconflict op een lokale gemeenschap duiden, is geen gemakkelijke taak. De Vereniging voor Lokale Geschiedenis van Kalken en Laarne publiceerde het voorbije decennium in haar tijdschrift Castellum een aantal bijdragen rond Wereldoorlog I. Recent werden verslagen van de oorlogsgebeurtenissen te Kalken en te Laarne opgenomen. Het ging om oorlogsverhalen van Frederic Van Steen (met de kladversie van Casimir Vermeiren) en van Joseph Plaetinck die onlangs ontdekt werden in een verzameling van het Algemeen Rijksarchief te Brussel. Die verhalen werden kort na de oorlog geschreven in opdracht van de Nationale Commissie voor de Oorlogsarchieven. Het oorlogsdagboek van Leopold De Landstheer werd ter gelegenheid van Openmonumentendag 2011 in Vruchten van het Platteland nr. 25 opgenomen. Een ander interessant verhaal is dat van Gerard De Schryver. De originelen van die laatste twee verhalen worden respectievelijk in de families De Landtsheer-Bracke en De Schryver bewaard. Als resultaat van recent speurwerk werd in oudere Castellumnummers aandacht besteed aan de Kalkense en de Laarnse opgeëisten, aan enkele frontsoldaten die de oorlog al dan niet overleefd hadden, enkele fragmentarische gegevens over allerlei hulpacties voor de lokale bevolking, de organisatie van de Duitse bezettingsmacht in het Etappengebiet van het Vierde Duitse Leger waartoe Kalken en Laarne behoorden en aan Roeselaarse vluchtelingen die onderdak vonden in Kalken. Alhoewel we beschikken over gegevens uit al dan niet officiële verslagen, dagboeken, militaire steekkaarten van soldaten, gemeentelijke archieven, familiearchieven (bv. archief Casimir Vermeiren bewaard bij Greta Vermeiren), krantenartikels, enz…, zijn er onderwerpen die nog onvoldoende aan bod kwamen. We denken hierbij aan de bevoorradingsmechanismen, de hulp allerhande aan de lokale bevolking, de bevoegdheden van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen en de
PROGRAMMA VAN DE NACHT VAN DE GESCHIEDENIS, ZAAL BREUGHEL, 25 MAART 2014. -
-
Ontvangst. Welkomstwoord Petra D’Hondt. 1914: uitbreken van WO I. Duiding internationale context door Geert Afschrift. Lied Een Heldenbrief. Getuigenis Roger Paelinck. 1915: Duiding door Geert Afschrift. Toneel in vier taferelen: “Van een wijnkelder, voedselschaarste en Duitse soldaten”: Eerste tafereel: mei 1915. Lied Het Oorlogskindeke. 1916: Duiding door Geert Afschrift. Tweede tafereel: september 1916. Pauze.
-
1917: Nieuwjaarsbrief, geschreven door meester Emiel Van De Velde. 1917: Duiding door Geert Afschrift. Derde tafereel: augustus 1917. Lied Ratten en muizen. 1918 Duiding door Geert Afschrift. Vierde tafereel: 10 september 1918. Wapenstilstand en vrede: duiding door Geert Afschrift. Lied O Belgenland! Slotwoord en oproep door André Van De Sompel. Last Post.
Duitse militaire lokale bestuursvorm. Er is dus nog heel wat opzoekingswerk te doen om een goed beeld te krijgen over het dagelijkse leven tijdens die oorlog in Kalken en Laarne. In dit mededelingenblad worden slechts enkele aspecten van het oorlogsgebeuren aangehaald. Het gaat in geen geval over een volledig overzicht van de Eerste Wereldoorlog.
Uittreksel uit De Scheldegalm, 30 augustus 1914.
Uittreksel uit De Scheldegalm, 16 augustus 1914.
Van een wijnkelder, voedselschaarste en Duitse soldaten. Een kleine geschiedenis in de Groote Oorlog tot leven gebracht in 4 taferelen. Ter inleiding. Op 8 oktober 1914 overhandigde Dokter Eugène Terneu (Oosterzele, 1843 – Nice, 1915) zijn huissleutels aan zijn meid en zijn buren. Hij vroeg hun tijdens zijn afwezigheid een oogje in het zeil te willen houden op zijn eigendom. De woning in kwestie bevond zich in Kalkendorp op nr. 22 (latere woning van Victor De Meyer nu de locaties nr. 22 en 24). Hijzelf nam zogezegd de wijk naar Londen, maar belandde uiteindelijk te Nice in Frankrijk, waar hij vóór de oorlog jaarlijks met vakantie ging. Nauwelijks één dag na zijn overhaast vertrek, werd Kalken zonder geweld ingenomen door Duitse troepen… De dokter zou niet meer naar Kalken terugkeren, maar overleed op 21 juli 1915 in hotel d’Albion te Nice. Vandaag beschikken we nog over één van zijn brieven, die van daaruit via spionnen/smokkelaars aan de ‘redders’ van zijn eigendom bezorgd werden. Dokter Terneu bezat een indrukwekkende wijnkelder die wel 2000 flessen telde! Bij het uitbreken van de oorlog had hij in de kelder een muurtje laten metsen, waarachter de wijn verstopt zat. In december 1914 werd zijn wijnkelder verklikt aan de Duitsers, maar als bij wonder niet gevonden.
Hij heeft dit al die tijd zeer plichtsbewust gedaan, tot en met het overdragen van de bezittingen in 1919 aan de wettige erfgenamen. Over alle stappen die hij daarvoor ondernomen heeft, heeft hij een gedetailleerd verslag bijgehouden. Na de oorlog heeft hij dit verslag laten overpennen door een vlijtig buurmeisje en het vervolgens geparafeerd. Deze tweedehandse versie was een belangrijke bron van informatie voor ons toneel.
De Kalkense onderpastoor Strijbol. Verzameling familie De Landtsheer – Bracke.
De verschillende taferelen spelen zich af in de voormalige herberg ’t Gemeentehuis, gelegen tussen de kantschool en de woning van de familie Peerts (huidige locatie: Kalkendorp 10). Ten tijde van WO I Onderpastoor Constant Strybol werd deze herberg bewoond door Petrus De Bruycker (Kalken, 1851(onderpastoor te Kalken, 1911Kalken, 1929), bijgenaamd Peeken 1919) had vrijwillig de taak op zich genomen om, samen met de Wierinck, en Stephania De Cock buren en de meid, het huis en de (Laarne, 1859 – Kalken, 1931). Petrus was naast herbergier ook wijn van dokter Terneu uit de schilder. Stephanie verkocht handen van de Duitsers te gordijnen en ellegoederen. houden.
Hun beide zonen, Charles Stephanus (Kalken, 1886 – Kalken, 1933) en Amandus-Jozef (Kalken, 1894 – Kalken, 1942), waren huisschilder van beroep en daarnaast ook bedreven in het schilderen op doek. In herberg ’t Gemeentehuis, alsook in andere Kalkense woningen, waren bovendien fraaie muurschilderingen van hun hand te bewonderen. Tijdens de oorlog heeft Charles enkele jaren doorgebracht in verschillende Duitse krijgsgevangenkampen, o.a. in Altengrabow en Gardelegen, terwijl zijn vrouw en zoontje thuis op hem wachtten. Amandus-Jozef was actief in het plaatselijke Hulp- en voedingscomiteit in de Kantschool. Leopold De Landtsheer (Kalken, 1854 – Kalken, 1935) was notarisklerk bij Jules Tibbaut en daarna bij diens zoon Werner. Hij was de oudste zoon van de molenaarsfamilie De Landtsheer op de Kruisen, die ook de herberg en feestzaal Den Appel uitbaatte. Vanaf 1914 woonde hij in Kalkendorp 69 (huidige locatie nr. 65), samen met zijn echtgenote Martha De Bruycker (Kalken, 1880 – Kalken, 1950), dochter van Petrus en Stephanie. In de laatste twee oorlogsjaren hield hij een beknopt dagboek bij, waarin hij het vooral heeft over de almaar stijgende voedselprijzen en de Duitse aanwezigheid in Kalken. Dit dagboek is in het bezit van de familie De Landtsheer-Bracke. Tenslotte is er nog Florence Kieggen (Kalken, 1860 – Kalken, 1935). Bij het uitbreken van de oorlog was zij nog maar net in dienst als meid bij dokter Terneu. Ze was ongehuwd en woonde tegenover de dokter in het huis nr. 73 (de vroegere wasserij Vion) samen met haar eveneens ongehuwde zus Caphraïlde (Kalken, 1862 – Kalken, 1940).
Voor de tekst van het toneel werd op de eerste plaats geput uit het verslag van onderpastoor Strybol, verder uit het oorlogsdagboek 1917-1918 van Leopold De Landtsheer, uit de oorlogsverslagen van Casimir Vermeiren (Kalken, 1874 – Zele, 1956) en Gerard De Schryver (Kalken, 1910 – Wetteren, 2008) en uit de notities in het Liber Memorialis van de hand van pastoor Ivo Botteldooren (pastoor te Kalken, periode 1905-1936).
Verder leverden de interviews, afgenomen door leden van Dorpsraad Kalken in de periode 1979-1983, nog enkele aardige oorlogsanekdotes op. Veel nuttige achtergrond-informatie over de ‘eerste wereldbrand’ vonden we in volgende werken: - DE KEYZER D., Nieuwe meesters, magere tijden. Eten & drinken tijdens de Eerste Wereldoorlog, Leuven, 2013. - DE SCHAEPDRIJVER S., De Groote Oorlog, Amsterdam / Antwerpen, 1998. Chris De Landtsheer.
Hierboven: algemeen zicht op Kalkendorp. Helemaal bovenaan rechts: detail herberg ’t Gemeentehuis. Verzameling familie De Landtsheer – Bracke. Leden van de Militärpolizei poseren voor het bureel gevestigd te Laarne, in Laarnedorp, waar nu apotheek Suys gevestigd is. Militärpolizei-afdeling Laarne was bevoegd voor de gemeenten Laarne, Kalken en Overmere. Verzameling Vereniging voor Lokale Geschiedenis van Kalken en Laarne.
1. De franschen en Engelschen mogen het grondgebied doortrekken, zonder dat men ze als vijand mag aanzien 2. De inwoners van het land die De burgemeesters hadden de hulp willen verleenen aan de taak alle richtlijnen van gekwetsten zullen geëerbiedigd hogerhand over te brengen aan worden en vrij blijven. Elke de bevolking. In het register gekwetste in een huis opgenomen “Bekendmakingen van 14 en verzorgd zal er tot vrijwaren januari 1911 tot 26 juli 1924”, dienen. De inwoner die ten zijnent bewaard in het gemeentearchief gekwetsten zal opgenomen Laarne, Modern Archief Kalken, hebben, zal ontslagen zijn van de vonden we de berichtgeving van huisvesting der troepen, alsook de burgemeester aan de van een gedeelte der krijgslasten Kalkense bevolking. Een aantal die opgelegd zullen worden. teksten worden hierna 3. De gekwetste of zieke militairen hernomen. zullen opgenomen en verzorgd worden, om ’t even aan welke Bericht van 7 augustus 1914. natie zij behooren. 4. Het feit dat de hospitalen en de Medeburgers, ambulancen door een piket of Volgens Ministerieel Besluit van schildwachten bewaakt wordt, 5 augustus 1914 wordt de nietberooft ze niet van het voorwerp werkdadige burgerwacht van al der onzijdigheid, de ambulancen de gemeenten des Rijks tot moetende soms verdedigd worden werkdadigheid opgeroepen. tegen afzonderlijke plunderaars. De mannen die de In dit geval zijn enkel de piketten burgerwachten vormen, zullen en schildwachten bij aanhouding op zichtbare wijze als als krijgsgevangen aanzien. herkenningsteken dragen: Neemt wel in acht, dat elke 1. Aan den linkerarm een afzonderlijke inwoner die gebruik band met nationale zoude maken van wapens tegen kleuren krijgsvoerenden, zich buiten het 2. Op den hoed of klak een volkenrecht plaatst. strik met dezelfde Het binnentreden op het belgisch kleuren. grondgebied door Engelsche of Het is streng verboden aan fransche troepen, moeten niet aanzien andere personen dan worden als eene daad van burgerwachten van dienst, deze vijandschap. De opeischingen die zij of een dezer herkenningsteekens zouden doen, moeten plaatsgrijpen te dragen. overeenkomstig de verordening Tevens roep ik uwe aandacht op bepaald bij kk. Besluit van 31 de volgende punten: Het is de december 1889, betreffende het wensch van de bevoegde logement der troepen en de militaire overheid dat de nationale verstrekkingen. kleuren, zooveel mogelijk In de gewichtige omstandigheden die wapperen in ’t zicht der natie, opdat zij een teken wezen van de wij doortrekken, doe ik een dringend onafhankelijkheid van België en beroep, aan al de mannen van goeden wil, buiten de agenten of korpsen van de vereeniging van al de door de wet erkend, om de openbare vrienden van het bedreigend orde te handhaven en in alle vaderland. omstandigheden, reken ik op uwe Ziehier eenige onderrichtingen vaderlandsliefde en op de uitgaande van de krijgsoverheid. De eerste oorlogsdagen. Enkele algemene inlichtingen verspreid door de burgemeesters.
verkleefde medewerking van u allen. Bijzonder bericht van 7 augustus 1914. Bij ministerieel Besluit van 5 augustus 1914 zal de vergelding aan de familien van alle binnen zijnde soldaten, alle vrijdagen, uitbetaald worden ten gemeentehuize te beginnen van 2 ure namiddag en den zondag van na de eerste mis tot 9 ure voormiddag. De eerste uitbetaling zal heden namiddag gebeuren. Zoals uit de lezing van Lieve Meiresonne en Patrick Goossens, Vlaanderen, Niemandsland 1914, gegeven te Laarne op 21 februari 2014 bleek, speelden de burgerwachten een belangrijke rol tijdens de eerste oorlogsweken. De niet-werkdadige burgerwachten waren burgerwachten, die in elke gemeente met minder dan 10.000 inwoners, op papier bestonden. De Kalkense burgerwacht werd door de burgemeester op 5 augustus 1914 opgeroepen. Het ging om een groep van 270 personen die beperkt bewapend waren. Op 8 augustus 1914 schreef burgemeester Luyckx dat de bescherming van Kalken uitgevoerd werd met patrouilles die de wegen bewaakten en die elkaar om de twee uur aflosten. De burgemeester schreef ook dat de bewapening van de Kalkense patrouilleerders bestond uit enkele geweren, enkele revolvers en boerenalaam. In een latere fase van de bewegingsoorlog, namelijk vanaf eind augustus 1914, werden zowel Kalken als Laarne verdedigd door de burgerwachten van enkele Brusselse gemeenten, namelijk die van Anderlecht, Koekelberg en Molenbeek. Onder andere in Kalken zorgde het verblijf van een duizendtal burgerwachten voor moeilijkheden in de voedselbevoorrading.
Plaetinck: Toen den 22sten Augustus 1914, de eerste patrouille, omtrent 200 man, in Laerne aankwam en haar kamp opsloeg dicht bij de KapelBerlinden, was de schrik algemeen. Eene patrouille Ulanen te peerd, 11 man, kwam door het Dorp In een tiental fragmenten worden gereden, deuren, vensters en luiken stukken uit de beschikbare werden gesloten; niemand dierf verslagen en dagboeknotities zich op straat laten zien; men aangehaald. bespiedde alles af achter het gordijntje of door eene dakvenster; De reactie van de plaatselijke men waagde zich enkel weer op bevolking bij de berichtgeving De eerste contacten van de straat als zij teruggekeerd waren. rond de nakende oorlog. plaatselijke bevolking met de Duitse Eenige nieuwsgierige personen, onzer gemeente en ook van soldaten werden uitvoerig Van Steen/Vermeiren: Calcken, hadden zich tot aan de beschreven. Toen te Calcken de jobstijding Kapel begeven om eens van nabij van het ultimatum der duitschers alles af te zien. Van Steen/Vermeiren: bekend werd, was ’t gedacht van Eenige schermutselingen tusschen de De genaamde Schinck, een oude alle inwoners “niet doorlaten, man van Calcken, werd voorhoede der duitschers en de niet doorlaten”! Onze jongens vastgegrepen en met koorden aan achterhoede van het Belgisch Leger trokken moedig op, met stijgende grepen plaats. eenen boom gebonden, waar hij aandacht werden de gansch den nacht moest blijven Een duitsche soldaat werd door een oorlogsgebeurtenissen en de staan. Belgische Jager te voet op den wijk gruweldaden van den vijand (…) Gaver doodgeschoten. Een inwoner vernomen en hoe dichter de Den Zondag, 11 October, boodt van Overmeire welke, duitschers de gemeente naderden, niettegenstaande alle verwittigingen, zich eene patrouille op het hoe grooter de angst der inwoners tusschen de twee legers wilde naar gemeentehuis aan om aan te werd. Die schrik kwam voor ’t huis gaan, werd op de Gaver door een kondigen dat er inkwartiering moet eerst tot uiting op zijn voor 2500 man. Twee dagen duitscher gedood. Eenige Belgische Looperkesmaandag (24 augustus gekwetsten werden door de inwoners daarna moet er nog gezorgd 1914) toen heel zuid vlaanderen liefderijk verzorgd. worden voor inkwartiering van en een deel van Brabant het op Langzamerhand weken onze dappere 2500 man. een loopen zette alhoewel troepen in de richting van Gent en niemand een vijand had gezien. ’s avonds werd de gemeente bezet door Zooals elders deden zich te De houding van de plaatselijke een tweeduizendtal duitschers. Calcken de gekste tooneelen bevolking tegenover de Duitse Seffens werd de Burgemeester voor. bezetter. geroepen en door den hoofdman verantwoordelijk gemaakt voor elke Plaetinck: vijandelijke daad der inwoners. Van Steen/Vermeiren: Als de oorlog losbrak, was onze Een groot getal soldaten waren Na korten tijd werd de Calckenaar gemeente (Laarne) in rep en roer. dronken. Eenige soldaten op wacht in met een slecht oog aanzien. Het volk kwam in groepjes te de vromondstraat hadden in de Op (sic) de eerste controolzamen om de gebeurtenissen van duisternis, op goed valle’t uit, hunne vergadering der weerbare mannen den oorlog te bespreken, werken geweren afgevuurd. Seffens ontstond gaf aanleiding tot erge feiten. De deed men bijna niet meer, want de eene paniek en de duitschers mannen moesten vergaderen aan menschen hadden er den moed toe beweerden, zooals naar gewoonte: het gemeentehuis. Na geruime tijd verloren; zij wisten niet wat er “Die Zivilen haben geschossen”. De op zich te hebben laten wachten, gebeuren zou, alle dagen hauptman dreigde heel de gemeente te kwam de “her offizier”, een nieuwe gebeurtenissen: soms zullen platbranden, doch, dank aan de baardeloos, piepjong en hoogst goede, maar meestal tusschenkomst der burgemeester, werd verwaand kereltje in rijtuig teleurstellende feiten; die bedreiging niet uitgevoerd. aangereden, dragende zijn WO I in Kalken en Laarne, uittreksels uit de verslagen van Casimir Vermeiren, Joseph Plaetinck, Frederic Van Steen, Leopold De Landtsheer en Gerard De Schryver.
nieuwe gebeurtenissen: soms goede, maar meestal teleurstellende feiten; huiveringwekkende tooneelen van moorden, branden en plunderen kwamen ter oore; men sprak van niets anders dan over verbergen of vluchten; maar waar en hoe? Waar was men in veiligheid, wat moest en kon men medenemen, wat ging er hier met het overblijvende: goederen en huizen gebeuren!?Zoo leefde men dagen en dagen in vrees en onrust voort.
onafscheidbare rijzweep. Hij was vergezeld door een half dozijn groen gendarmen. De duitschers werden door de volksmenigte met onverschilligheid ontvangen. Daar het gemeentehuis te klein was om al die personen te bevatten, eischte de officier eene groote zaal en na korte beraadslaging werd beslist de controolvergadering te houden in de zaal der Harmonie. Omringd door eene groote volksmenigte reed het rijtuig langzaam naar de zaal. In de Koffiestraat weerklonk eensklaps de Vlaamsche Leeuw door heel de menigte medegezongen en uit honderden borsten weerklonk de kreet “weg met den duitsch!”. Het officiertje sidderde van woede. Toen al de weerbare mannen in de zaal waren, wreekte hij zich met een gebrekkelijken jongen te mishandelen. De volgende controolvergaderingen hadden plaats te Wetteren.
Duitschers overal op zoek; ontdekten zij hier of daar nog eenen velo, zoo werd hij aangeslagen en er werd daarbij nog eene geldboete of het gevang toegepast.
Spionagewerk en verzetsdaden.
Van Steen/Vermeiren: De Calckenaars hebben op prachtige wijze medegewerkt aan den inlichtingsdienst voor het De Landtsheer, april 1918: Belgische leger en deze der Nogmaals opeisching van koper en dit verbondenen. op groote schaal, waaronder lusters, Een eenvoudig werkman, Hanselaer weegschalen, koperen deurkens der René, begon als brievensmokkelaar. vuren, quinquets en lampen, Aldus kwam hij in betrekking met gewichten, zelfs bierpompen. den belgische inlichtingendienst. Niettegenstaande de duitschers wisten dat hij een spioen was, kwam De opgeëiste arbeiders. hij regelmatig ten minste eenmaal per maand, gewoonlijk bij nieuwe Van Steen/Vermeiren: maan, over de grens en na alle Dan kwamen de jammerlijke en nuttige inlichtingen verzameld te wraakroepende opeischingen der arbeiders. (…) Wat een beroering bij hebben, vertrok hij terug naar Holland. het vertrek der eerste opgeëischten. Het comiteit in samenwerking met het Bij zijn gevaarlijke ondernemingen werd hij door een klein getal gemeentebestuur zorgde voor kleederen en eetwaren en het comiteit vrienden bijgestaan, die hem alle inlichtingen gaven en hem schonk hun reisgeld. nachtverblijf verschaften. (…) De vlashandelaar Verhoeven Eenige weken nadien kwamen een Camiel te Calcken Eesvelde heeft dozijn dier ongelukkigen terug, als echte martelaars, afgemat en doodelijk insgelijks dapper zijn plicht gedaan. De opeisingen van al wat nodig ziek. Door zijn familie werd het gerucht en bruikbaar was voor het Zij brachten de tijding mede dat een verspreid dat hij in Holland Duitse leger. hunner gezellen overleden was. Enige verbleef, doch in werkelijkheid zat dagen na zijn aankomst stierf nog een hij verborgen in zijn huis in een Van Steen/Vermeiren: dier ongelukkigen. (…) Verscheidene bergplaats die voor de fijnste En zwaarder werd het juk en dezer ongelukkigen zijn ongeneesbaar speurhonden onvindbaar was. hooger steeg de nood en het Hij had een vijftiental agenten ziek. oorlogswee werd snerpender met onder zijn bevel die hem alle den dag, doch opeischingen, inlichtingen gaven, bijzonderlijk Plaetinck: knevelarijen, boet en gevang over het rijden der treinen op de Den 16den October 1916 werd de vermocht nooit de koppigheid der eerste groep werkeloozen ten getalle spoorbaan Schellebelle-Gent. Calckenaren te breken. De van 61 opgeeischt en weggevoerd. Den Verhoeven schreef buitengewoon burgemeester verzette zich steeds 25sten October volgde een tweede uitgebreide verslagen die door zijne tegen alle onrecht en hij genoot groep van 40 man. Den 1sten kinderen naar Saffelaere of Exaerde de eer in ’t gevang opgesloten en December een derde van 27 man en gedragen werden. later afgezet te worden. eindelijk den 22sten der zelfde maand Op het einde hadden de duitschers lont geroken. een vierde en laatste groep van 28 Plaetinck: Zij wilden Verhoeven aanhouden, man. Daarvan zijn er enkelen om Het was ook nog in September dat zekere redenen mogen huiswaarts doch deze was onvindbaar. al de goede velo’s en alle soorten keeren, maar in het geheel zijn er 142 Bij de poging om de grens te van velobanden moesten overschrijden, werd zijn oudste weggebleven. Wat die ongelukkigen afgeleverd worden. Voor sommige geleden hebben, hoeven wij hier niet zoon eenige dagen voor den banden werd er maar 1,25 frank uiteen te zetten, alles is genoeg wapenstilstand doodgebliksemd. betaald. Daaruit volgde dat er gekend. vele velo’s uiteengerukt en verborgen werden. Nu gingen de
deze zaak in het klare te trekken. De dienstdoende burgemeester werd aangehouden, daarna de secretaris en Van Steen/Vermeiren: de politiecommissaris. Het aktivisme had, niettegenstaande alle pogingen, te Eenige dagen nadien werden allen losgelaten. Eene boet van 20.000 mark Calcken geen bijval. werd de gemeente opgelegd en 10 Op twee meetings, waaronder eene gegeven door Borms, lid van achtereenvolgende zondagen moest den raad van Vlaanderen, werd er elke Calckenaar te middag binnen huis tegen-gesproken. De Calckenaars zijn. Alle reispassen werden hen geweigerd. uitgenoodigd te tekenen op het Den eerste zondag werden eenige manifest voor de vlaamschduitsche hoogeschool weigerden overtreders gestraft met eene boet van 500 mark. Bij den wapenstilstand allen. Een dozijn handteekens waren nog 4 zondagen straf uit te werden gegeven door personen doen. Niettegenstaande honderden die niet wisten waarvoor ze Calckenaars de schuilplaats der teekenden. krijgsgevangenen kenden, was er onder hen geen enkele verrader want Hulp aan Franse de duitschers zijn er niet in gelukt een krijgsgevangenen. enkelen ontvluchte krijgsgevangene aan te houden. Van Steen/Vermeiren: De politiek.
Eind juni 1918 kwamen te Calcken een dertigtal te Gent weggevluchte Fransche krijgsgevangenen aan in de Kordewagenstraat. Zij werden door de Calckenaars op de gulste wijze ontvangen en voorzien van levensmiddelen, geld en burgerskleederen. Zij verdeelden zich in groepjes van 5 man en vernachtten in het koren. De eerw. Heer De Smet, onderpastoor, bracht hen in betrekking met René Hanselaer welke juist te Calcken verborgen was in het huis van Serafien Buyst in de Zauwerstraat. Alle maatregels werden genomen voor de reis naar Holland en in kleine groepjes leidde Hanselaer allen behouden over den draad. Op eenvoudig vermoeden hielden de duitschers den Eerw. Heer onderpastoor Strybol aan die als een vurig vaderlander bekend stond en door de duitschers met een kwaad oog werd aanzien. Twee vrouwen werden insgelijks aangehouden, doch niettegenstaande al hun pogingen gelukten de duitschers er niet in
Het eindoffensief en de wapenstilstand. De Schryver: Na de winter van 1917-18 kreeg iedereen er moed op. Zo te zien aan de kleren van de soldaten, tot op den draad versleten, hun materiaal dat nog nauwelijks bruikbaar was, kon het einde niet lang meer uitblijven. Van hun graatmagere paarden werden de beste dan nog afgeslacht als voedsel voor de hongerige soldaten. Bij deze laatsten ontstond er in vele regimenten al eens opstand, maar die werd gewoonlijk in de kiem gesmoord. De Landtsheer: Op eersten November waren er zooveel Duitsche soldaten toegekomen in onze gemeente des ’s morgens en in de voormiddag, dat wij dit nooit in dezen oorlog zijn tegengekomen, en voor den avond moesten zij allen weg naar het front van de kanten van Drongen. Op 2den November nog meer soldaten die van het front van Drongen kwamen en welke vertelden dat voormelde gemeente door de verbondene was bezet.
Van Steen/Vermeiren: De tijding van den wapenstilstand en de verplettering der vijanden verwekte te Calcken uitbundigen geestdrift. Op 11 november werd een stoet gevormd. De deelnemers wilden denzelfden avond naar Gent gaan ten einde onze dappere jongens te zien. Met groote moeite kon men hun dat afraden. Slachtoffers van de oorlog. Stellen dat de Eerste Wereldoorlog onnoemelijk veel menselijk leed veroorzaakte, is een open deur intrappen. We sommen hierbij een hele reeks slachtoffers op: Gesneuvelde militairen. Geïnterneerde militairen. Krijgsgevangen militairen. Oorlogsinvaliden (militairen – burgers). Alleenstaanden (vrouwen van wie de man aan het front zat, vrouwen van wie man gesneuveld was, kinderen en wezen). Opgeëiste burgers. Vluchtelingen. Spionnen en verzetsmensen. De lokale bevolking tout court. Het is de bedoeling dat vanuit de Vereniging voor Lokale Geschiedenis van Kalken en Laarne voortgezet archiefonderzoek wordt gevoerd naar in eerste instantie alle militairen uit Laarne en Kalken die betrokken waren bij de Eerste Wereldoorlog. Na een oplijsting van die personen zou geval per geval bekeken worden hoe ze de oorlog ondergingen. -----
Op de volgende bladzijde worden enkele personen, die een rol spelen in het toneelstuk, uitgebreid voorgesteld, namelijk Eugeen Terneu, Charles De Bruycker en Frans Luyckx.
Eugeen Terneu.
Charles De Bruycker.
Frans Luyckx.
Dokter Eugeen Terneu was afkomstig uit Oosterzele en vestigde zich in een herenhuis in Kalkendorp. Hij was gehuwd met Marie Clemence Louisa Margaretha Coleta Staessens (°Gent, 6 juni 1860). De jonge vrouw kwam naar Kalken vanuit Gent op 26 september 1883. Ze overleed te Kalken op 24 september 1885 (zie parochieregister Kalken). Waarschijnlijk kort daarop mengde Eugeen Terneu zich in de plaatselijke politiek. Bij de verkiezingen van 1887 werd hij tot gemeenteraadslid verkozen. De Katholieke partij had in Kalken bij de verkiezingen van 1875 alle liberalen uit de gemeenteraad gewipt en had alle zetels. Maar er was tweedracht onder de katholieken. Bij de verkiezingen van 1895 kwamen twee katholieke partijen op. De partij geleid door Eugeen Terneu won het, dank zij de steun van de Kalkense geestelijkheid, van de partij geleid door de toenmalige burgemeester Adolphe Tibbaut. Eugeen Terneu werd burgemeester benoemd. Dat burgemeesterschap verliep heel moeilijk en hij kreeg het vooral met een aantal gemeenteraadsleden aan de stok. Dat leverde hem onder andere een voorstel van motie tot berisping door de provinciegouverneur op. Terneu bleef burgemeester tot en met de verkiezingen van 1903. Bij die verkiezingen verloor zijn partij het van de partij geleid door Jules Tibbaut, de zoon van de in 1896 overleden oudburgemeester Adolphe Tibbaut. Jules Tibbaut werd bij KB van 18 januari 1904 tot burgemeester benoemd. Terneu bleef gemeenteraadslid tot aan de gemeenteraadsverkiezing van 1911.
Charles De Bruycker werd op 1 augustus 1914 opgeroepen zijn eenheid, het 1ste Linieregiment, te vervoegen. Hij deed dat onverwijld. Hij heeft “alle slagen van zijn regiment” meegemaakt tot hij op 10 november 1914 in de omgeving van Diksmuide “in een groot gevecht gekwetst” werd. Hij schreef eind 1922 dat men hem voor dood had laten liggen. Hij werd uiteindelijk naar het veldlazaret Ichtegem gebracht, spijtig genoeg want het is ten gevolge mijner kwetsuur dat ik in gevangenschap ben geraakt en dat door het bloedverlies en de ontberingen in Duitschland mij de teering heeft aangetast die mij eertsdaags (sic) te grave zal slepen. Charles kwam in Duitsland in drie krijgsgevangenenkampen terecht. In het kamp van Gardelegen verbleef hij tot augustus 1915. Hij werd dan overgebracht naar het kamp van Stendal waar hij tot maart 1916 verbleef. Vervolgens werd hij overgebracht naar het kamp van Altengrabow waar hij tot 9 januari 1919 vastgehouden werd. Pas op 19 januari 1919 kon hij zich aanmelden bij de Gendarmerie van Overmere.
Textielhandelaar en winkelier Frans Luyckx (1852-1939) kwam in de gemeenteraad als raadslid terecht na de verkiezingen van oktober 1899. Tijdens de periode 1904-1914 was hij lid van het college van burgemeester en schepenen als tweede schepen. Na het overlijden van Jules Tibbaut (1913), werd hij bij KB van 30 juli 1914 tot burgemeester van Kalken benoemd. De officiële ambtstermijn van burgemeester Frans Luyckx begon slecht. Amper enkele dagen na zijn benoeming diende hij het hoofd te bieden aan de gevolgen van de oorlog. Een drukke correspondentie werd bewaard met alle mogelijke instanties die het openbare leven, de instandhouding van de goede orde, de bevoorrading van levensmiddelen en de ondersteuning van de hulpbehoevenden beïnvloedden. De opeisingen van vee tijdens de oorlog. De oorlog had een nadelige invloed op de Kalkense veestapel. In de brief aan de provinciegouverneur van 23 maart 1919 gaf de Kalkense burgemeester volgend overzicht: 1914
Krijgsgevangene Charles De Bruycker. Verzameling familie De Landtsheer-Bracke.
Melkkoeien Vaarzen en kalveren Stieren Ossen Zwijnen Schapen Paarden
1800
1918, na de wapenstilstand 600
1600
150
10 450 3000 300 400
2 30 50 45 30
Bron: Gemeentearchief Laarne, Bron: Persoonlijk dossier, Koninklijk Kalkens Modern Archief, Register Legermuseum, Brussel. uitgaande brieven.
Verordeningen bepaalden het openbare leven.
Duits militair bestuur. Terwijl het Duitse Vierde Leger verder naar de IJzervlakte trok, werd Oost-Vlaanderen onder militair bestuur gesteld. De provincie werd op 16 november 1914 onderverdeeld in de Kreis Gent, de Kreis Sint-Niklaas en de Kreis Aalst. Kort na de aanstelling van generaal Moritz Ferdinand Freiherr von Bissing als hoofd van het Duitse Militaire bestuur in België op 2 december 1914, werd overgegaan tot de indeling zoals hiernaast – onder – werd weergegeven. Met uitzondering van de provincies Luxemburg, een deel van Henegouwen, West- en OostVlaanderen (met uitzondering van Vrij België en enkele Oost-Vlaamse gemeenten), stond het grootste deel van België onder de bevoegdheid van het Generaalgouvernement. Het Sperrgebiet van het Duitse Vierde Leger, waartoe de voormelde Westen Oost-Vlaamse gebieden behoorden, werd onderverdeeld in een Operationsgebiet, een Marinegebiet, een Etappengebiet en een Grenzgebiet. Het Operationsgebiet was de bijna vijfentwintig kilometer brede frontzone. Het noorden van WestBoven: Verordeningen allerhande werden uitgevaardigd en aangeplakt. Vlaanderen behoorde tot het Verzameling Marcel Meys. Marinegebiet. Het Grenzgebiet Onder: Overzicht bestuursindeling West- en Oost-Vlaanderen tijdens een strekte zich over een breedte van groot deel van WO I. drie kilometer langs de Nederlandse grens uit. Het resterende gebied werd het Etappengebiet genoemd. Een Etappengebiet is de bevoorradings-, verzorgingsen GRENSGEBIED uitrustingszone van een leger tussen het front of het Operationsgebiet en het Generaal-Gouvernementgebied. Elk leger, dus ook het Vierde Leger, kreeg de bevelen via de Armee-Oberkommandos (A.O.K.) of de Legerhoofdkwartieren. In het gebied van het Vierde Leger werd het A.O.K. in Tielt opgericht. Elk A.O.K. diende in te staan voor de eigen verzorging en bevoorrading. Dat gebeurde via de Etappen-Inspektion die te Gent zetelde. In het Etappengebiet
waren er drie bestuursvormen: de Belgische administratie, het Duitse burgerbestuur en het zo goed als almachtige militaire bestuur dat afhing van de Etappen-Inspektion te Gent. De Etappen-Inspektion was onderverdeeld in de militaire omschrijvingen Mobile Etappen-Kommandanturen, die op hun beurt in Etappenstationen verdeeld konden zijn. Aan het hoofd van een Etappen-Kommandantur stond een Etappenkommandant, terwijl bij een Etappenstation een Ortskommandant het bevel voerde. Een Mobile EtappenKommandantur had ongeveer hetzelfde doel en dezelfde bevoegdheden als een Ortskommandantur in Operationsgebiet. Onze gebieden bevonden zich dus tijdens een groot deel van de oorlog in het Etappengebiet. Begin december 1914 bestreek de Mobile Etappen-Kommandantur Gent een uitgestrekte gebied, waardoor men voor de regeling van administratieve zaken, zoals het bekomen van een reispaspoort, heel tijdrovende reizen naar Gent diende te ondernemen. Dat bleek vermoedelijk onwerkbaar en er diende een opdeling van het gebied in bijkomende Mobile
Etappen-Kommandanturen te gebeuren. De Mobile EtappenKommandantur Dendermonde werd pas ingesteld nadat de toestand enigszins gestabiliseerd was. Op 20 december 1914 werd melding gemaakt van het bestaan van veertien Mobile Etappen-Kommandanturen, waaronder die van Dendermonde. De Mobile Etappen-Kommandantur Dendermonde stond in voor 33 gemeenten, waaronder Kalken en Laarne. Een verdere opsplitsing van het kommandanturgebied Dendermonde, met een Mobile Etappen-Kommandantur Wetteren, vanaf december 1917, leek een logische volgende stap. De Mobile Etappen-Kommandantur Dendermonde had reeds een Passnebenstelle Wetteren, te interpreteren als hulpkantoor, zodat de bewoners uit de omgeving van Wetteren voor bepaalde administratieve zaken zich niet meer naar Dendermonde moesten begeven. Tot de Mobile EtappenKommandantur Wetteren behoorden onder andere ook Kalken en Laarne. Naast de Kommandantur was er te Wetteren ook het Passbüro, het Meldeamt, de Feldgendarmerie en het Arbeidersamt. Een afdeling van de Militärpolizei te Laarne. De gemeente Laarne droeg voor de maanden maart 1915 tot augustus 1915 financieel bij in de kosten van de huisvesting van een
Het gedenkenisprentje voor de drie gesneuvelde Laarnse broers Paelinck. Verzameling Roger Paelinck.
Militärpolizei-afdeling in Wetteren. Vanaf 1 september 1915 werd in Laarne een aparte afdeling van de Militärpolizei gestationneerd. Het detachement bestond uit één onderofficier en vijf soldaten en was verantwoordelijk voor de omschrijving Laarne, Kalken, Overmere en Uitbergen. De maandelijkse kosten voor die afdeling beliepen tot 220 frank, een bedrag dat de gemeente Laarne betaalde aan de eigenaar van de woning waar de politiedienst was gevestigd. Kommandanturen te Laarne en te Kalken. Het inrichten van een Ortskommandantur te Laarne en te Kalken heeft alles te maken met de situatie aan het front. Sinds eind september 1918 hadden de geallieerden het eindoffensief ingezet. Door de terreinwinst van de geallieerde troepen vanuit het westen en zuiden van België, verschoof de frontlijn naar onze contreien. Op een bepaald ogenblik kwamen ook Laarne en Kallken dichtbij het Operatiegebied te liggen. Door de installatie van een Ortskommandantur in een relatief klein gebied, probeerden de Duitsers in het licht van de voor hen veranderde oorlogssituatie hun greep op de bevolking op zijn minst te behouden en indien mogelijk te verstevigen. Jozef Plaetinck vermeldde dat in Laarne de Kommandantur begin oktober 1918 werd gevestigd. Waar die ondergebracht werd, vermeldde hij echter niet. Volgens Leopold De Landstheer vestigde een Kommandantur zich te Kalken op 20 Oktober 1918 in herberg ‘Den gouden leeuw’ in Kalkendorp (huidig nummer 31). Nog steeds volgens dezelfde bron, verliet de Kommandantur, die zich ondertussen in de woning van Achilles Luyckx in de huidige Nerenweg had gevestigd, op 9 november 1918 onze gemeente.
Roeselaarse vluchtelingen in Kalken op het einde van WO I. Verantwoording. Ook Belgen waren ooit vluchtelingen was de titel van een artikel op pagina 13 van Metro van maandag 14 juni 2004. Deze korte bijdrage gaat over Roeselaarse vluchtelingen die op het einde van WO I in Kalken terecht kwamen. Situatie in Roeselare. In augustus 1917 werd de situatie voor de nog overblijvende Roeselaarse bewoners hachelijk: de stad kwam in de oorlogszone te liggen. De Duitse Ortskommandatur besliste daarom een deel van de bevolking naar de streek van Dendermonde te evacueren. Die “evacuatie” werd uitgevoerd vanaf midden augustus 1917. Elke volwassene mocht 30 kilogram persoonlijke bagage meenemen, beddengoed en dekens inbegrepen. Tevens moest voor vier dagen mondvoorraad voorzien worden. De evacuatie zou gebeuren via de trein. Een tweede trein met zowat 1000 vrijwillige vluchtelingen vertrok in de namiddag van de 18de augustus naar Wetteren. Goederenwagons die ook als reizigercoupés moesten dienst doen, werden volgeladen met personen en huisraad, kleding en beddengoed, tot naaimachines toe, dus duidelijk meer dan het toegestane gewicht van 30 kilogram. We veronderstellen dat de vluchtelingen vanuit Wetteren doorreisden naar andere gemeenten die een aantal vluchtelingen zouden opvangen. Een Roeselaarse familie opgevangen in Kalken. Een van de Roeselaarse families die in Kalken terechtkwam, was de familie Hendrik-Joseph Deprez (Roeselare, 1881-1932) – SilviaMaria Moerman (Roeselare, 18861976).
Hendrik-Joseph Deprez had een bakkerij aan de Roeselaarse Rumbeeksesteenweg. Koekebrood was zijn merkartikel. Zo verkreeg iedere trouwe klant met Roeselarekermis een gratis krentenbrood. De zaken liepen voorspoedig tot aan de eerste Wereldoorlog. Vanaf 1916 liep Roeselare praktisch leeg. Op 20 juni 1916 was Hendrik met zijn broer Cyriel echter nog te Roeselare aanwezig want op voormelde datum ondertekenden beiden ten huize van Jules van Belle in de Zuidstraat de successieaangifte van hun vader die een half jaar eerder te Roeselare overleden was. In die aangifte gaven ze tevens aan de voornoemde Van Belle volmacht om in hun naam en in naam van hun broers en zusters die reeds Roeselare ontvlucht of naar Amerika getrokken waren om de verdere zaken af te handelen. In 1917 maakten zware beschietingen op de stad er het leven onveilig, zodanig dat de Duitse overheid medio augustus 1917 de Roeselaarse bevolking “verzocht” de stad te verlaten. Hendrik en zijn gezin gebruikten niet de trein om hun stad te ontvluchten. Ze deden dat wel met paard en kar om tenslotte te Kalken aan te komen. De familie kreeg onderdak bij het gastgezin Poelman – Tondeleir, herbergiers in de Koninklijke Harmonie in de Kalkense Koffiestraat. Het gezin zou er blijven tot na het einde van WO I. In de Kalkense bevolkingsarchieven zijn (tot nog toe) evenwel geen gegevens over het verblijf van de familie Deprez gevonden. De familie Deprez liet zich tijdens het verblijf te Kalken, in 1918, fotograferen bij een plaatselijke fotograaf in Kalkendorp, met name Oscar Uyttersprot.
Pasfoto van Hendrik-Joseph Deprez, met stempels “Etappen-Kommandantur”. Verzameling Rudy Popelier. Straatnamen van een na-oorlogse nieuwe woonwijk in Roeselare. Toen op 11 november 1918 de Wapenstilstand werd getekend, waren twee derde van de woningen in Roeselare vernield. Tot de plannen van de heropbouw hoorde de bouw van vier nieuwe wijken, goed voor meer dan vijfhonderd nieuwe op elektriciteit aangesloten woningen die in de periode 19211925 werden gebouwd. Een aantal straten kreeg een benaming die naar de verplichte repatriëring van Roeselarenaren in de jaren 1917-1918 naar het Land van Dendermonde verwezen: de Schellebellestraat, de Wichelenstraat, de Hammestraat, de Baasrodestraat, de Wetterenstraat en, jawel, de Kalkenstraat (later met een zijstraat de Kleine Kalkenstraat genaamd).
Dit artikel verscheen in Vruchten van het Platteland, nr. 12, ter gelegenheid van OMD 2006, p. 57-59.
gebonden naar Wetteren geleid onder toezicht der duitsche Heel vlug werden acties op stapel Er waren heel wat meer spionnen soldaten, gewapend van top tot gezet om hulpbehoevende families en verzetsmensen dan de twee best teen, zonder onder de weg op te te ondersteunen. gekende Kalkense families houden van hun te stampen en te Over een eerste hulpactie worden Hanselaer en Verhoeve(n). stooten. (De vader oud 75 jaren we bericht door de Kalkense Burgemeester Luyckx maakte op vergezeld van 5 zonen en 1 dochter burgemeester in een brief van 5 15 april 1919, gevolggevend aan beurtelings 35 jaren – 32 – 31 – 30 augustus 1914 aan de een omzendbrief van de procureur – 28 – 20 jaar). In het gevang te provinciegouverneur: Voor wat de des Konings te Dendermonde, Wetteren zijn zij ook nog arme huisgezinnen betreft, wier volgend verslag op aangaande een mishandeld geweest en hebben hoofden onder de vaandels plundering van een hofstede te daar moeten verblyven van den geroepen zijn, is er heden binnen Kalken, waarschijnlijk ter voormiddag tot den avond zonder de gemeente een liefdadigheidsbestraffing van een verzetsman. eten. Er waar water in de kelder comiteit gesticht van vrouwtot boven de schoenen, om 7 ure personen, zich gelastende om Op 2 januari 1917 kwam eene s’avonds zyn zij dan naar het omhalingen binnen de bende Duitsche soldaten vergezeld gevang van dendermonde plaatselijkheid te doen, en alzoo van den wachtmeester Heinrich overgebracht. Daar hebben zij tien deze gebreklijdende huisgezinnen Pluwiski, vroeger politie op een dagen verbleven. – Een van de geldelijk te ondersteunen. De klein dorp in de Rhijnprovincie, en zonen 21 dagen – Gedurende dit inrichting van dit comiteit is gendarm Karel Otto, vroeger tijdverloop hebben zij 2 maal voor welgelukt: allen begrijpen er van tafelknecht in Silezie, de de krijgsrechtbank moeten komen; het doel. pachthoeve binnengestormd van ondertusschen wierd hun hof en landbouwer Theofiel Verstraeten, huis doorzocht en heel en al leeg De voedselbevoorrading van de door hem bewoond met zijne geplunderd, maar van brieven of lokale bevolking werd een heel vrouw, 5 zonen en 1 dochter. Zij schriften is niets gevonden. De groot probleem. De burgemeesters, sloegen en stampten met vrouw die tehuis gebleven was, van Laarne en Kalken gingen bij de brieschend geweld en zegden dat moest 6 man stellen ten hare hogere instanties aankloppen om zij kwamen zoeken achter brieven. kosten om onder het toezicht der de nodige basisvoedingsmiddelen Zij mishandelden de vrouw des duitsche soldaten, het hof om te zoals granen en melk als noodhulp huizes. Een der zonen die kwam delven. Zij hebben alles te bekomen. toegesneld zegde hun, gij moogt weggevoerd naar de Een screening van het Kalkense zoeken, maar slaan niet, waarop kommandantur: boter, vleesch, gemeentelijke archief leert ons dat hij ook een slag in ’t aangezicht aardappelen, tarwe, rogge en er (minstens) drie “belangrijke” kreeg. Op zijne beurt vatte hij den haver tot geld toe gestolen. Schade comiteiten werkzaam waren: de gendarm vast en gaf hem ook eene en gestolen goed geschat op 3000 lokale afdeling van het Nationaal wel verdiende rammeling. Zoo fr. Hulp- en Voedingskomiteit wierd het handgemeen met de Daarbij hebben zij nog te betalen (NVHC), de gemeentelijke familie Verstraeten en duitsche gehad voor boeten: 3800 mark bevoorradingsdienst of -commissie rooversbende. Het zoude waarvan de bewijzen zijn. en de lokale afdeling van noodlottig voor de duitsche Daar deze familie nog een zoon Volksopbeuring. soldaten afgeloopen zijn, hadde had die niet te huis woonde en die Uit uitgaande briefwisseling van de daar juist geene duitsche patrouille deel maakte van den spioendienst periode eind 1914 kunnen we van 10 à 12 man aangekomen, die onder 776B is het denkelijk opmaken dat voor de het gevaar van hunne makkers daaraan toe te dragen geweest. voedselbevoorrading van de ziende, te paard en met de revolver Waarvan akte, Laarnse bevolking een beroep in de hand op de hoeve kwamen Calcken, 15 april 1919, gedaan werd op verschillende gereden, om versterking te bieden. De Burgemeester, instanties, namelijk onder andere Het eene schot volgde achter het (get.) Luyckx. het Steun- en Voedingskomiteit ander, en waren op ’t einde Gent, de Provinciale gedwongen door overmacht zich Bron: Gemeentearchief Laarne, Landbouwcommissie te Gent en de over te geven. Zij werden met de Modern Archief Kalken, Register Landbouwersbond te Gent. handen op den rug gebonden, met uittreksels van uitgaande Maar zoals reeds geschreven, er is op geslagen in ’t aangezicht, zonder brieven. het vlak van voedselbevoorrading nog zich te kunnen verdedigen. Daarna heel wat onderzoek te doen. wierden zij gevangelijk 2 aan 1 Hulp en voedselbevoorrading.
Over spionnen en verzetsmensen.
Herinneringsuitgave “Aan de gesneuvelde helden en de doodgemartelde opgeeïschten der parochie Calcken” en ‘Gelegenheidslied” (op keerzijde) door onderpastoor E.H. J. Van Driessche. Verzameling Marcel Vergaelen (Beervelde).
Herdenkingsprentje van de gesneuvelde Zonen en doodgemartelde opgeëïschte Medeburgers van de gemeente Laarne. Verzameling Petrus De Wilde (Kalken).
Bijdragen in verband met de Eerste Wereldoorlog in het tijdschrift Castellum of in Vruchten van het Platteland. - DE LANDTSHEER L., Notities over de oorlogsjaren 1917-1918, in Vruchten van het Platteland, nr. 26 (OMD 2011), p.105-111. - AFSCHRIFT A., “Ik kom de pen in mijne hand nog eens te nemen…”. Een brief van frontsoldaat Raymond Van Laere uit de Grote Oorlog 1914-1918, in Castellum, jg. XXI, september 2004, p. 31-63. - AFSCHRIFT A., De gebroeders Jan Baptist, Petrus, Camiel en Emiel Paelinck, frontsoldaten in de oorlog 19141918, in Castellum, jg. XXV, januari 2008, p. 8-32. - VAN DE SOMPEL A., Rodolphe De Bruycker, bijna een eeuw na zijn overlijden bijgezet in de crypte van het fort van Loncin, in Castellum, jg. XXV, september 2008, p. 17-23. - COUCHÉ H., De opgeëisten van Kalken en Laarne tijdens de Eerste Wereldoorlog, resultaten van een verkennend onderzoek, in Castellum, jg. XXVIII, december 2011, p. 5-55. - DE SCHRYVER G. (†), VAN DE SOMPEL A., Herinneringen uit mijn jeugd, gedurende de eerste wereldbrand, in Castellum, jg. XXX, nr. 1, maart 2013, p. 30-57. - VAN DE SOMPEL A., Casimir Vermeiren (Kalken, 1874 - Zele, 1956) berichtte over gebeurtenissen te Kalken tijdens WO I, in Castellum, jg. XXX, nr. 3, september 2013, p. 5-63. - VAN DE SOMPEL A., Onderwijzer Frederic Van Steen verhaalt over de gebeurtenissen tijdens de Eerste Wereldoorlog te Kalken, in Castellum, jg. XXX, nr. 4, december 2013, p. 53-58, gebaseerd op het verslag over de gebeurtenissen te Kalken van Frederic Van Steen, bewaard in Algemeen Rijksarchief Brussel (ARA), VANDENBOSCH H., Verzameling oorlogsdagboeken en –verslagen van de Commissie voor de Oorlogsarchieven, 1914-1935, I 507, nr. 5 (Kalken). - VAN DE SOMPEL A., AFSCHRIFT A., Hoofdonderwijzer Joseph Plaetinck verhaalt over de gebeurtenissen tijdens de Eerste Wereldoorlog te Laarne, in Castellum, jg. XXX, nr. 4, december 2013, p. 15-52, gebaseerd op het verslag over de gebeurtenissen te Laarne van Joseph Plaetinck, bewaard in Algemeen Rijksarchief Brussel (ARA), VANDENBOSCH H., Verzameling oorlogsdagboeken en –verslagen van de Commissie voor de Oorlogsarchieven, 1914-1935, I 507, nr. 42 (Laarne).
Last but not least, willen we melden dat in de gemeentelijke bibliotheek in de Keistraat een minitentoonstelling loopt rond de Laarnse frontsoldaat Kamiel Valcke. Antoon en Geert Afschrift stonden in voor die tentoonstelling. De Vereniging voor Lokale Geschiedenis van Kalken en Laarne publiceert driemaandelijks het tijdschrift Castellum. Elk tijdschriftnummer bevat minstens 40 pagina’s bijdragen over Kalken en Laarne, gespreid over een brede periode, gaande van de middeleeuwen tot en met de twintigste eeuw. Lid worden kan reeds vanaf € 10,00 per jaar. Wenst u verdere informatie of wenst u lid te worden? Contacteer dan het secretariaat:
[email protected]. SAMENSTELLING VAN DIT BLAD EN DE MEDEWERKERS AAN DE NACHT VAN DE GESCHIEDENIS, KALKEN, 25 MAART 2014. Het idee om een publicatie als deze te maken, gaat terug op het weekblad De Scheldegalm, Aankondigingsblad voor Calcken en omliggende gemeenten, periode 1893-1914. Redactie en verantwoordelijke uitgever: André Van De Sompel, Kruisenstraat 70, 9270 Kalken. Teksten van Chris De Landtsheer (ook lid werkgroep) en André Van De Sompel (ook lid werkgroep). Met verder bijzondere dank aan Veerle Afschrift (lid werkgroep), Dirk De Landtsheer (keuze van de liederen en zanger), Walter D’Hondt (zanger), Bernadette Coupé (lid werkgroep en brengen bindteksten), Marcel Meys (lid werkgroep), Martine Poppe (lid werkgroep), Geert Afschrift (lid werkgroep), Lieve De Landtsheer (inzage in parochiale overlijdensregisters) en de gemeente Laarne (logistiek). Tekst opgevoerd toneel: Chris De Landtsheer. Toneelspelers: Veerle Afschrift, Willem Block, Jozef Bracke, Walter D’Hondt en Erna Van Rysselberghe. Dank aan de volgende personen die ons foto’s of/en informatie bezorgden: Albéric De Ridder, Alice Slabbaert, André Hanselaer, Cécile Hanselaer, Dénise Raman, Gabriëlle Verstraeten, Marcel Meys, Martha De Bruycker, Rachel De Gelder, Roger Paelinck (getuigenis familiegebeurtenissen WO I), Geert Afschrift en Veerle De Landtsheer. Oproep We veronderstellen dat in zowat elk familiearchief foto’s en documenten zitten met betrekking tot de Eerste Wereldoorlog. Het zou ons plezieren, mocht u met ons contact willen opnemen om die gegevens te kunnen bekijken en te bestuderen.
LIEDEREN DIE IEDEREEN KAN EN MAG MEEZINGEN. EEN HELDENBRIEF. HET OORLOGSKINDEKE. RATTEN EN MUIZEN. Dichter onbekend. M. Breine - Jaak Opsomer. (Wijze: De reuzen van Brussel.) Melodie: Ch. Dekoster. Nobels A. (revue 4de Linieregiment). 1. Mijn dierbare ouders, eer dees brief u ginder wordt ter hand besteld, kan ’t zijn dat reeds uw Leo lief gesneuveld is op ’t eereveld. Want doodsgevaar spookt hier rondomme, hier worden grachten spoedig graven, hier zijn de bloemen ‘Kerkhofblommen’, en vog’len zien we niet, dan raven. 2. 1. Toch hoop ik, dierbren, dat de dood mij niet zal treffen in ’t gevecht, vóór België, na bangen nood, den zege zien zal van zijn Recht. Maar moest het anders zijn en keere ik nimmer weder bij u allen, dan zeg ik nog: ”De wil des Heeren geschiede!” wijl ik nedervalle. 3. 2. Pleegt gij dan ook uw heldendaad, stort dan geen tranen om uw zoon, kleedt u dan in geen rouwgewaad, doch zegt: “Zijn dood was veel te schoon.” Dag vader, moeder, Jantje, Mietje - laat mij niet lang op antwoord wachten – ‘k steek in mijn brief ’t vergeetmij-nietje dat bloeit hier langs mij in mijn grachte.
1. Daar kwam een lief klein kindeken Gespoeld aan Vlaandrens ree, Op de adem van een windeken Uit ’t land van over zee… Refrein Een bleuzend, blozend bengelke! Een bengelke lief als iet! Zijn moederke heet het haar engelke… (bis) Zijn vaderke kent het niet… (bis) 2. Het kwam en stak zijn handeke Naar vaderken omhoog! Die voor zijn duurbaar landeke Sinds lang ten strijde toog… 3. In Duitschland zit uw vaderke Gevangen thans en wacht… Van liefde slaat elk aderke Voor u toch, dag en nacht! 4. Groei op, mijn oorlogskindeke, Tot meisje vroo en vlug… Straks brengt toch ’s vredeswindeke Uw vaderken terug…
O BELGENLAND! Aanpassing van den beroemden zang WIL NU VERRIJZEN! aan België “Tu Renaîtras” van den A. Cuppens. Th. Dronchat. dichter-toondichter Th. Dronchat. 1. 2. Herleef! Herleef! gij edel volk Uw vaandel zal, aldoor de wereld, der Belgen gelden Uit nood en dood, uit rampen, Als ’t zinnebeeld van Eerlijkheid en dwang en bloed! Recht Het hoofd omhoog zoo stapt nu, Elk Volk der aard’ zal de eeuwen door fiere telgen, vermelden De toekomst in de glorie Dat België ’s Ziel werd nooit door tegemoet. dwang geknecht! Uw beulen zijn vol schade en Uw Koningin roemt arme en rijke schand geweken woning Met ’s werelds toorn en walg en Als Haar, die troost en hulp en liefde vloek belaân, bood, Hun reuzenmacht is tegen ’t Uw Vorst, dien held, Uw ridderlijken Recht bezweken, Koning Van ’t kleine Volk, dat hunnen Heet alle taal der wereld trots dierf staan! eeuwig groot!
1. Kijk! Daar komt een rat geloopen, Z’ is zoo groot als eene kat: Wel ge ziet er hier met hoopen, Duiklen in het IJzernat! Refrein O ratten en muizen, ze zitten dag en nacht aan ons brood. O vlooien en luizen ze bijten ons, overal rood. 2. Ratten zijn ook opgeroepen Om te vechten met den troep. Kan ’t dan missen dat ze snoepen Van ons brood en van ons soep? 3. Gistren hing mijn brood te bijzen Aan den riem van mijnen zak, ’s Morgens zag ik, - zoudt ge ’t peinzen? – In mijn brood, een muiske stak! 4. Als wij trekken op patroelje Kraken wij er met de macht. En wij zoeken naar de vlooien Heel den dag en heel den nacht. 5. ’s Zondags gaan wij naar de Panne Ze versmoren in het nat, ’s Maandags morgens schiet ik wakker, Daar bijt wéér een op mijn g… 6. Zijn de ratten oorlogsdieren, ’t Is nog niets bij vlooi en luis! Want deez’ kennen geen manieren, In ons broek, daar zijn ze thuis. Refrein O Heldenland! Wil nu verrijzen! Wil nu verrijzen! O Belgenland! 3. Vergeet ze nooit de Helden, die Uw voren Bevruchtten, ach! met schoon en jeugdig bloed! Uit hunnen dood werd Belgenland herboren, Zijn groei, Zijn kracht, Zijn nieuwe jeugd gevoed! Herleef dan, Volk, in velden, fiere steden, In ’t Land van Kunst, van Arbeid, Vrijheid, Eer!... En gunne God, door al het wee verbeden, De vreugd, den glans, de glorie van weleer!