De Nieuwe jeugdwet Inhoud 1. Uitgangspunten 2. Parket 3. Herstelrechtelijk aanbod 4. Jeugdrechtbank 4.1. Voorlopige procedure 4.2. Definitieve fase 4.3.Herziening van de maatregel 5. Plaatsing in gemeenschapsinstellingen en te Everberg 6. Uithandengeving 7. Inwerkingtreding
1. Uitgangspunten 1.1. Behoud van de jeugdbeschermingfilosofie, aangevuld met: • meer responsabilisering van jongere en ouders (herstel, ouderstage, geschreven project…) • meer aandacht voor slachtoffer (herstelrechtelijk aanbod, beslissingscriterium…) • meer rechtswaarborgen en rechtszekerheid voor jongere en slachtoffer • respect voor internationaal-rechtelijke regels. 1.2. Beslissingsfactoren De beschermings-, strafrechtelijke en herstelrechtelijke principes vinden we terug bij de factoren waarmee de rechter vanaf nu moet rekening houden bij haar beslissing: • Beschermingsfilosofie o persoonlijkheid en maturiteitsgraad o leefomgeving o veiligheid van de betrokkene o vroegere mtrn, alsmede diens gedrag tijdens de uitvoering daarbij • Strafrechtelijke principes o ernst van de feiten, omstandigheden waarin ze zijn gepleegd o openbare veiligheid • Herstelrechtelijke filosofie
1
o schade en gevolgen voor het slachtoffer “Er wordt tevens rekening gehouden met de mate waarin de behandelingswijzen, de opvoedingsprogramma’s of enige andere middelen daartoe beschikbaar zijn, alsmede met het voordeel dat de betrokkene daaruit zou kunnen putten.” 1.3. Verhoging van de rechtswaarborgen voor jongere, ouders en slachtoffer • duidelijkere omschrijving van de bevoegdheden van het parket • ouders en de personen waar de minderjarige gehuisvest is, worden op de hoogte gebracht van vrijheidsberoving door politie • ouders worden geïnformeerd over dagvaarding • ouders en minderjarigen vanaf 12 jaar krijgen een kopie van beschikking vonnis of arrest (overhandiging of gerechtsbrief) met vermelding van rechtsmiddelen + termijnen • ouders jongere en slo krijgen afschrift van PV van bemiddeling. • voor elke maatregel wordt een maximumtermijn bepaald (uitz. plaatsing in psychiatrische afdeling) • verstrakking van de toelatingsvoorwaarden voor de plaatsing in een gesloten afdeling van de GI en voor de voorlopige plaatsing in De Grubbe. • Slachtoffer dat niet heeft deelgenomen aan ‘geslaagde’ bemiddeling geniet onweerlegbaar vermoeden van fout van de jongere die het akkoord afsloot met andere slo’s. 1.4. Motiveringsplicht • De rechtbank moet motiveren waarom zij bepaalde maatregelen neemt. (zie factoren) • Indien de RB o plaatsingsmaatregel neemt, o een combinatie van mtrn uitspreekt of een combinatie van ≥1 mtr(n) met ≥1 vw(n), o de jongere plaatst in een gesloten afdeling van een GI, dan moet deze keuze bijzonder gemotiveerd worden.
2
2. Parket 2.1. Explicitering van de bevoegdheid van het parket Hoewel niet wettelijk geregeld, was de bevoegdheid van het parket in de praktijk zeer ruim. Zo werd gemeenschapsdienst of leerproject vaak als sepotvoorwaarde voorgesteld door parketmagistraat omwille van: • pedagogische meerwaarde van het ‘kort op de bal spelen’ • ontlasting van de jeugdrechtbank De nieuwe jeugdwet geeft prioriteit aan het respect voor het vermoeden van onschuld. Alleen de rechter kan een opvoedkundige maatregel opleggen nadat de schuld bewezen is. 2.2. Opsomming bevoegdheden • Waarschuwingsbrief aan de jongere met beslissing tot seponeren (kopie aan de ouders en opvoedingsverantwoordelijken) • Oproepen van de jongere en ouders en hen herinneren aan de wettelijke verplichtingen en de risico’s die zij lopen. • Informeren over de mogelijkheid tot bemiddeling • Ouderstage voorstellen indien de ouders zich duidelijk onverschillig opstellen voor het delinquent gedrag van hun zoon/dochter en die onverschilligheid bijdraagt tot de problemen van de minderjarige.
3. Herstelrechtelijk aanbod 3.1. Bemiddeling en Hergo Onder bemiddeling verstaan we het communicatieproces dat door een neutrale bemiddelaar begeleid wordt om de jongere, zijn ouders en de benadeelde(n) te helpen bij het zoeken naar oplossingen voor de moeilijkheden die voortvloeien uit het misdrijf. De bemiddelaar heeft gesprekken met de benadeelde en met de jongeren en zijn ouders en zo mogelijk met alle partijen samen. Tijdnes de bemiddeling proberen de partijen tot een overeenkomst te komen over het materiële en relationele herstel. Onder Hergo verstaan we een begeleid overleg met de jongere , steunfiguren voor de jongere, zijn ouders, de benadeelde (eventueel samen met steunfiguren), een politiebeambte, de advocaat van de jongere en vaak ook de consulent van de jongere. Tijdens dit overleg zal de moderator de communicatie tussen de verschillende aanwezigen over de feiten , de gevolgen van de feiten en de betekenis herivan voor de betrokkenen faciliteren. Dit kan resulteren in een overeenkomst over het herstel naar het slachtoffer en een intentieverklaring van de jongere over het herstel naar de samenleving en hoe hij in de toekomst dergelijke problemen kan voorkomen.
3
3.1. Aanbod mogelijk op alle niveaus van de rechtspleging • Bemiddeling op niveau van parket • De jeugdrechter kan gedurende de hele rechtspleging een bemiddeling voorstellen (art 52 quinquies) • Het aanbod van Hergo gebeurt enkel op jeugdrechtbankniveau. 3.2. Contactname • Parket informeert de partijen dat ze kunnen deelnemen aan een bemiddeling • De jeugdrechter stelt een bemiddeling voor. Dit gebeurt zowel voor parket als jeugdrechter schriftelijk door een brief aan o de verdachte o de ouders en diegenen die hem feitelijk of in rechte onder hun bewaring hebben o het slachtoffer Het voorstel tot Hergo gebeurt in een persoonlijk contact tussen de jeugdrechter en de jongere en zijn ouders . Het slo wordt schriftelijk op de hoogte gebracht. Partijen kunnen contact opnemen met de bemiddelingsdienst. Er vertrekt gelijktijdig een bericht naar de bemiddelingsdienst die zelf contact zal opnemen met de partijen indien ze binnen de 8 werkdagen geen initiatief nemen. 3.3. Voorwaarden: • Er bestaan ernstige aanwijzingen van schuld; • Jongere verklaart MOF niet te ontkennen. • Een slachtoffer is geïdentificeerd. • Vrijwilligheid: een bemiddeling kan enkel plaats vinden indien de personen die eraan deelnemen er uitdrukkelijk en zonder voorbehoud mee instemmen en dit blijven doen zolang de bemiddeling loopt. 3.4. Bijzonderheden: • De parketmagistraat moet schriftelijk motiveren waarom ze al dan niet heeft doorverwezen naar bemiddeling behalve bij seponeren. Dit noopt de magistraat ertoe om bij elk dagvaardingsdossier een bemiddelingsaanbod in overweging te nemen.
4
• •
• •
Mogelijkheid tot gratis bijstand door een advocaat (ook op niveau van parket) Een eventueel akkoord moet worden goedgekeurd door PdK of jeugdrechter. Inhoud kan niet gewijzigd worden, weigering enkel indien strijdig met openbare orde. Het parket of jeugdrechtbank moet rekening houden met de uitvoering van het akkoord bij haar beslissing. Indien de bemiddeling geen resultaat oplevert, mogen noch erkenning van de feiten, noch het verloop of het resultaat ten nadele van de mj worden gebruikt.
3.5. Vertrouwelijkheid De documenten die worden opgemaakt en de mededelingen die worden gedaan in het kader van de tussenkomst van de Bmdienst zijn vertrouwelijk met uitz. van datgene waarmee de partijen instemmen om het ter kennis te brengen van de gerechtelijke instanties. Ook niet aanwenden voor enige andere conflictoplossingprocedure of als bewijs
5
4. Jeugdrechtbank 4.1. Voorlopige procedure Onderzoeksfase “De jeugdrechtbank treft alle maatregelen en doet het onderzoek verrichten dat nodig is om de persoonlijkheid van de betrokkene en het milieu waarin hij wordt groot gebracht, te kennen en om uit te maken wat zijn belang is en welke middelen voor zijn opvoeding of behandeling geschikt zijn.“ Algemene voorwaarden (nieuw!) • Zo kort mogelijke duur • voldoende ernstige aan wijzigingen van schuld • als de finaliteit op geen enkele andere wijze kan worden bereikt. • Nooit met oog op bestraffing of uitoefening van dwang. Enkele randvoorwaarden (gelden ook voor definitieve matregelen) • Kinderen <12 j: enkel berisping, onder toezicht van sociale dienst intensieve educatieve begeleiding mogelijk. • Voor alle mtrn (uitz. berisping), moet max duur worden bepaald.
of
Opsomming voorlopige maatregelen • Ambulante maatregelen (eventueel onder toezicht van de sociale dienst) Behoud in leefmilieu onder voorwaarde dat de jongere o een gemeenschapdienst uitvoert van maximaal 30 uur (toezicht S.D.) o regelmatig school loopt o in therapie gaat o een leerproject volgt o deelneemt aan sport-, sociale of culturele activiteiten o omgangsverbod : plaatsverbod o huisarrest opvolgt o andere vwn of verbodsbepalingen die Rb oplegt • De controle van de uitvoering kan toevertrouwd worden aan de sociale dienst • Controle op omgangsverbod met bepaalde personen, verbod om op bepaalde plaatsen te komen en huisarrest kan ook worden toevertrouwd aan politiedienst
6
Plaatsing o bij een betrouwbaar persoon of plaatsing in een geschikte inrichting o in een gemeenschapsinstelling o in een ziekenhuisdienst o in een verslavingscentrum o in een jeugdpsychiatrische dienst (bijkomende voorwaarden vereist) o in het gesloten federale centrum te Everberg. Al deze maatregelen kunnen cumulatief worden opgelegd •
4.2. Definitieve fase Verschillende mogelijkheden: De JrB kan in de volgende volgorde van voorkeur 1. een herstelrechtelijk aanbod doen 2. een geschreven project van de jongere in overweging nemen 3. ambulante maatregelen nemen 4. een plaatsing opleggen. Deze maatregelen kunnen cumulatief worden opgelegd. 5. de zaak uit handen geven (zeer uitzonderlijk) Geschreven project Mj kan zelf een geschreven project voorleggen met 1 of meerdere verbintenissen zoals: • schriftelijke of mondelinge verontschuldigingen aanbieden • de veroorzaakte schade zelf herstellen in natura, indien deze beperkt is • deelname aan herstelrechtelijk aanbod • deelname aan programma gericht op herintegratie in schoolleven • deelname aan leer- en opleidingsproject van max 45 u • ambulante behandeling • zich aanmelden bij de diensten voor jeugdhulpverlening De jeugdrechtbank beoordeelt de opportuniteit van voorgesteld project. Sociale dienst houdt toezicht. Indien niet (of onvoldoende) uitgevoerd, kan de RB tijdens een latere te rechtszitting andere mtr opleggen.(termijn voorzien van drie maanden)
7
Opsomming maatregelen • Autonome maatregelen o berispen (jongere en ouders) o onder toezicht plaatsen van sociale dienst o intensieve educatieve begeleiding o prestatie van opvoedkundige aard en van algemeen nut van max 150 uur o ambulante behandeling (therapie, verslavingsprobleem of seksueel grensoverschrijdend gedrag o toevertrouwen aan rechtspersoon met oog op positieve prestatie opleiding of georganiseerde activiteit). o toevertrouwen aan betrouwbaar persoon of geschikte inrichting. o plaatsen in openbare gemeenschapsinstelling voor jeugdbescherming o plaatsen in ziekenhuisdienst o plaatsing in dienst deskundig op gebied van alcohol- of drugverslaving vwden:- recent medisch verslag - integriteit kan niet op andere wijze worden beschermd o plaatsing in open of gesloten jeugdpsychiatrische dienst vwden:- recent jeugdpsychiatrisch verslag - geestesstoornis - tast oordeelsvermogen aan – vermogen om handelingen te beheersen gesloten afdeling enkel volgens procedure van wet op de persoon van de geesteszieke van 26 juni 1990 (“collocatiewet”). Dit impliceert de toevoeging van gevaarscriterium. • Plaatsing met uitstel onder vwde gemeenschapsdienst De RB kan de uitvoering van (elke) plaatsingsmtr uitstellen voor termijn van 6 mdn, op voorwaarde van prestatie van max 150 u. Indien plaatsing GI: bij niet-uitvoering prestatie bedraagt plaatsing max 6 mdn en kan niet worden verlengd. • Behoud in leefmilieu onder voorwaarden RB kan behoud in leefomgeving voor +12jarigen afhankelijk maken van ≥1 vwn o geregeld schoolbezoek o prestatie van opvoedkundige aard en van algemeen nut van max 150 uur o betaalde arbeid verrichten van max 150 uur met oog op vergoeding SO, ≥16 jaar o richtlijnen volgen van een centrum
8
o deelnemen aan leerproject o deelnemen aan sportieve, sociale of culturele activiteiten o omgangs-, plaatsverbod o naleven van huisarrest o andere vwn of verbodsmtrn die de RB bepaalt De controle van de uitvoering gebeurt door de sociale dienst Controle op omgangsverbod met bepaalde personen, verbod om op bepaalde plaatsen te komen en huisarrest kan ook worden toevertrouwd aan politiedienst Enkele randvoorwaarden • Kinderen <12 j: enkel berisping, onder toezicht van sociale dienst intensieve educatieve begeleiding mogelijk. • Voor alle mtrn (uitz. berisping), moet max duur worden bepaald.
of
Einde van de definitieve mtr. In principe op 18 jaar tenzij: • verlenging voor bep. duur tot uiterlijk 20 j o op verzoek van de jongere o of indien hij blijk geeft van aanhoudend wangedrag o of zich gevaarlijk gedraagt • verlenging voor bep.duur, uiterlijk tot 23 jaar o feit gepleegd tss 12 en 17j, (opsl. van meer dan 10j) o én pl in GI werd opgelegd o én wangedrag/ gevaarlijk gedrag • vonnis voor bep. duur tot uiterlijk 23j indien MOF gepleegd na 16j • jongeren residentieel geplaatst in jeugdpsychiatrische dienst: plaatsing duurt tot het einde van de behandeling. Ouderstage De rechtbank kan , op vordering van het openbaar ministerie of ambtshalve, het volgen van een ouderstage opleggen indien de ouders zich duidelijk onverschillig opstellen voor het delinquent gedrag van hun zoon/dochter en die onverschilligheid bijdraagt tot de problemen van de minderjarige,. Voorwaarden: • De ouderstage komt de minderjarige ten goede • Ook de minderjarige kreeg een maatregel opgelegd
9
o Bij weigering of gebrek aan medewerking tijdens de ouderstage, kunnen de ouders veroordeeld worden tot een gevangenisstraf van 1 tot 7 dg en tot een geldboete van 1 tot 25 euro (x5.5 = tot 137.5 euro) o Indien de mj of de ouders op de oproeping niet verschijnen en zij kunnen dit niet rechtvaardigen, kunnen zij veroordeeld worden tot een geldboete van 1 tot 150 euro (x5.5 =825 euro) o Indien de veroordeelde ouders bij een tweede uitnodiging wettige redenen tot verschoning voorleggen, kunnen ze ontheffing van de geldboete verkrijgen. 4.3. Herziening van de maatregel • •
• • •
De jeugdrechtbank kan te allen tijde maatregelen intrekken of wijzigen. Elke definitieve maatregel moet worden onderzocht door de jeugdrechter , één jaar na het definitief geworden vonnis. Uitz: plaatsing in G.I Hiervoor geldt een wachttijd van 6 maanden. Ouders, jongeren of diegenen die de mj onder hun bewaring hebben, kunnen één jaar na definitief geworden vonnis de herziening vragen. Indien bij bemiddeling en hergo de uitvoering van het akkoord plaatsvindt na het vonnis, dan geldt deze wachttermijn van 1j niet. Bij een voorlopige plaatsing in gesloten voorziening geldt een wachttijd van 1 maand.
10
5. Plaatsing in gemeenschapsinstelling en Everberg -Onderscheid tussen maatregelen ten gronde en voorlopige maatregelen -Onderscheid tussen open en gesloten afdeling 5.1. Plaatsingsvoorwaarden bij zowel voorlopige als definitieve maatregelen open afdeling • vanaf 12j • strafrecht voorziet voor dit feit minstens 3 jaar gevangenisstraf. • Of nieuw feit plegen na eerder vonnis is tot plaatsing in GI • Of omdat eerdere mtr(n) niet werden nageleefd (Max 6 maanden) • Of als overplaatsing van gesloten naar open afdeling gesloten afdeling • vanaf 14j (uitz. ≥ 12j: aanslag op het leven/gezondheid + uitzonderlijk gevaarlijk gedrag) • strafrecht voorziet voor dit feit minstens 5 jaar gevangenisstraf • aanranding van de eerbaarheid met geweld, criminele organisatie met oogmerk misdaden te plegen of bedreigingen van personen. • of nieuw feit(strafbaar meer dan 3jaar) plegen na eerder vonnis is tot plaatsing in GI • of opsomming gewelddadige delicten • of omdat eerdere mtr(n) niet werden nageleefd (Max 6 maanden) 5.2. Extra voorwaarden bij voorlopige maatregelen(art52) (zowel gesloten als open afdeling) • aanwijzingen van schuld • gevaarlijk gedrag voor hemzelf of anderen • Risico van nieuwe misdrijven, vluchten, bewijsmateriaal doen verdwijnen of collusie 5.3.Termijnen van plaatsing • Verplichte maximumduur bij elke plaatsing in GI 11
•
Uitzonderlijk verlengbaar wegens: o aanhoudend wangedrag o gevaarlijk gedrag voor hemzelf of anderen
Bij voorlopige plaatsing in gesloten afdeling • max 3 mdn. • verlenging met drie mdn mogelijk. • nadien maandelijkse verlenging bij ernstige en omstandigheden. • maandelijks herziening mogelijk op vraag van minderjarige
uitzonderlijke
5.4. Voorwaarden tijdens verblijf • Verbod op vrij verkeer Max 3 dagen (ipv 30 dagen) • Strakkere reglementering voor verlaten van instelling (gesloten plaatsing) 5.5. Everbergwet bleef behouden De jeugdrechtbank doet 5 dagen na haar aanvankelijke beschikking en daarna maandelijks, uitspraak over hetzij de intrekking, hetzij de wijziging, hetzij de handhaving van de maatregel, zonder dat de handhaving de totale termijn van twee maanden mag overschrijden. Kortom: max.duur: 2 mdn 5 dg Vwden: • vanaf 14 jaar • Noodz. voor openbare veiligheid • Bij plaatstekort in GI • Nieuw! misdrijfcriteria verzwaard: straf van 5 tot 10 j recidiverende jongeren verdacht van lichtere feiten kunnen niet meer geplaatst worden (= gelijkschakeling met gesloten GI)
6. Uithandengeving (UHG) Krachtlijnen van de hervorming
- Vermindering van het aantal UHG door uitbreiding van de maatregelen - Snellere procedure - Bijzondere kamer voor berechting 12
- Uitvoering van eventuele gevangenisstraf in jeugddetentiecentrum. Basisregel Indien de persoon die wegens een MOF voor de JRB is gebracht, ≥ 16j is, en de JRB een mtr van bewaring, behoeden of opvoeding niet geschikt acht, kan zij de zaak uit handen geven en naar het OM verwijzen. De motivering gebeurt in
functie van de maturiteitsgraad.
persoonlijkheid
van
jongere,
zijn
omgeving
en
zijn
Ontdubbelen van procedure • Bij correctionaliseerbare delicten: verwijzing naar bijzondere kamer binnen de jeugdrechtbank die strafrecht toepast • Bij niet-correctionaliseerbare delicten: verwijzing naar Hof van Assisen. Voorwaarden 1 van de volgende voorwaarden moet voldaan zijn: o kreeg reeds eerder maatregel of herstelrechtelijk aanbod van de jeugdrechter o Pleegde nader omschreven feiten o na maatschappelijk en medisch-psychologisch onderzoeken. Het medisch-psychologisch onderzoek is erop gericht de situatie te evalueren ifv de persoonlijkheid van de jongere en zijn omgeving en van zijn maturiteitsgraad.De feiten worden slechts in overweging genomen in zoverre ze bijdragen tot de evaluatie van de persoonlijkheid. Uitzonderingen op verplichte onderzoeken: o Jongere weigert medisch–psychologisch onderzoek o meer dan 18 jaar én reeds eerder maatregel voor zware feiten én nieuwe feiten o vervolgd na 18 jaar bij MOF met opsluiting meer dan 20j
Bijzonderheden • Na de dagvaarding tot uithandengeving kan de mj in een gesloten federaal centrum worden geplaatst bij beslissing jeugdrechter. • Na de beslissing tot uithandengeving kan een aanhoudingsbevel worden uitgevaardigd tegen de mj, tot plaatsing in een gesloten federaal centrum.(art 606 WSv) • Geen levenslange opsluiting mogelijk SWart12
13
• Indien betrokkene veroordeeld wordt tot een gevangenisstraf, dan zit hij/zij dit uit in de strafvleugel van een gesloten federaal centrum. De reeds doorgebrachte tijd in een gesloten federaal centrum of gesloten opvoedingsafdeling wordt afgetrokken. • Bij meerderjarigheid en als aantal plaatsen op het tijdstip van de plaatsing of later ontoereikend is, of jongere verstoort werking gesloten centrum: plaatsing in een gewone gevangenis mogelijk
7. Inwerkingtreding • 16 oktober 2006. De meeste maatregelen uitz: o ouderstage o herstelrechtelijk aanbod o intensieve educatieve begeleiding o positieve prestatie o bepalingen over psychiatrie/verslaving(collocatiewet wel!) o beslissingsfactoren, voorkeurregeling (uitz bemiddeling/hergo) motiveringsplicht • December 2006 o minimum 12 j • 2 April 2007 o herstelrechtelijk aanbod o ouderstage • oktober 2007 o uithandengeving en bijzondere kamer • uiterlijk 1 januari 2009 (wachten op samenwerkingsakkoord) o voor verlenging tot 23 jaar o voor maatregelen psychiatrie, verslaving
14
15