05
De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin Maart 2005
© 2005 De Nederlandsche Bank nv Oplage: 1.400 Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging voor educatieve en nietcommerciële doeleinden is toegestaan, mits met bronvermelding. Westeinde 1, 1017 zn Amsterdam - Postbus 98, 1000 ab Amsterdam Telefoon (020) 524 91 11 - Telex 11355 dnbam nl - Telefax (020) 524 25 00 Website: www.dnb.nl issn: 1566-1288
De cijfers zijn verzameld door de Nederlandsche Bank, tenzij anders vermeld. De totalen voor het eurogebied zijn opgesteld door de Europese Centrale Bank. Zij publiceert deze cijfers in haar maandbericht en op de website (www.ecb.int). De tabellen in dit Statistisch Bulletin zijn in het algemeen afgesloten op 17 maart 2005. De op de website gepubliceerde cijfers worden voortdurend geactualiseerd.
Inhoud Inleiding 5
Enkele recente ontwikkelingen 7 • • • • •
Spaargeld huishoudens ruim 200 miljard euro 7 Kredietvraag bedrijven trekt aan 7 Amerikaanse aandelen en Europese obligaties populair bij institutionele beleggers 8 Netto obligatie-emissies in 2004 teruggelopen 9 Directe investeringen: aanhoudend geringe activiteit 9
Artikelen Beleggingsinstellingen minder in trek 11 Omzet geldtranfers gestegen 17 Huishoudens op zoek naar meer rendement 23 Pensioenpremie en indexatie in 2005 27
Monetair-financiële statistieken Nederland Monetair beleid 1.1 Rentetarieven van de Nederlandsche Bank en van de Europese Centrale Bank 2* Monetaire ontwikkelingen 2.1 Balans van de Nederlandsche Bank (monetaire opstelling) 4* 2.2 Balans van de in Nederland gevestigde mfi’s (exclusief dnb) 6* 2.2.1 Leningen van mfi’s aan de private sector, naar sectoren, oorspronkelijke looptijd en instrument 8* 2.2.2 Bij mfi’s aangehouden deposito’s van de private sector, uitgesplitst naar sector en instrument 9* 2.2.3 Uitsplitsing naar valuta van bepaalde activa en passiva van in Nederland gevestigde mfi’s (exclusief dnb) 10* 2.3 Gecombineerde balans dnb en in Nederland gevestigde mfi’s 12* 2.4 Bijdrage van Nederland aan monetaire aggregaten in het eurogebied 14* 2.5 Ontwikkeling acceptatiecriteria en vraag bancaire kredietverlening bij in Nederland gevestigde mfi’s 16* 2.6 Spaargeld DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
Financiële markten 3.1 Balansen van institutionele beleggers 18* 3.1.1 Activa en passiva van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen naar sector 22* 3.2 Aanbod en beroep op de kapitaalmarkt 26* 3.3 Netto inleg bij beleggingsinstellingen naar fondstype 28* 3.4 Balanstotalen van beleggingsinstellingen naar fondstype 29* 3.5 Emissiemarkt 30* 3.6 Emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen 32* 3.6.1 Bruto-emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen 34* 3.6.2 Netto-emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen 36* 3.6.3 Uitstaande bedragen van effecten met uitzondering van aandelen uitgegeven door Nederlandse ingezetenen 38* 3.7 Emissies en koerswaarden van op de Euronext Amsterdam Stock Market genoteerde aandelen 40* 3.8.1 Marktrentevoeten en aandelenbeursindices 42* 3.8.2 Rentes van in Nederland gevestigde mfi’s op deposito’s en leningen, met bijbehorende volumes 44*
4.1 4.2 4.3 4.4
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7.1 5.7.2 5.8 5.10 5.11 5.12 5.13
Overheidsfinanciën Financiën van het Rijk op kasbasis 48* Staatsschuld 50* Ontvangsten, uitgaven en vorderingensaldo van de overheid 52* Overheidsschuld conform emu-definities 54* Betalingsbalans Betalingsbalans 56* Goederenrekening 57* Dienstenrekening 58* Inkomensrekening 59* Inkomensoverdrachten 60* Directe investeringen 61* Effectenverkeer 62* Buitenlandse effecten, niet-emu, naar sector van de houder 63* Financiële derivaten en overige financiële transacties 64* Geografische uitsplitsing van de Nederlandse betalingsbalans 66* Extern vermogen van Nederland 68* Internationale reserves 70* Bruto externe schuld van Nederland 72* 3
6.1
Economische kerngegevens voor Nederland en het eurogebied Economische kerngegevens voor Nederland en het eurogebied 74*
Toezicht banken en geldtransactiekantoren 7.1 Balansen van geregistreerde kredietinstellingen (bedrijfseconomische opstelling) 78* 7.2 Baten en lasten van geregistreerde kredietinstellingen 79* 7.3 Buitenlandse schuldverhoudingen van mfi’s 80* 7.4 Geconsolideerde activa van geregistreerde kredietinstellingen 82* 7.5 Onderhandse derivatencontracten bij Nederlandse banken 86* 7.6 Transacties en omzetten in het topgiraal betalingsverkeer naar type betaling 88* 7.7 Wisselactiviteiten van geldtransactiekantoren 89* 7.8 Geldtransferactiviteiten van geldtransactiekantoren 90*
9.1 9.2 9.3 9.4
Toezicht verzekeraars Solvabiliteit verzekeraars 98* Uitkeringen en premies van verzekeraars 100* Balans en actuele waarde beleggingen 102* Baten- en lastenrekening van verzekeraars 106*
Wisselkoersen 10.1 Wisselkoersen en goudprijs 110* Bijlage: toelichting op de statistieken 113* Stand der inschrijvingen in de registers Wtk, Wgt en Wtt 131* Onder toezicht staande pensioenfondsen en verzekeraars 132* Overzicht verschenen artikelen 1999-2005 133* Overzicht verschenen Themanummers 135*
Toezicht pensioenfondsen 8.1 Voorziening pensioenverplichting en dekkingsgraad pensioenfondsen 92* 8.2 Pensioenpremies en -uitkeringen van pensioenfondsen 93* 8.3 Balans en actuele waarde beleggingen van pensioenfondsen 94* 8.4 Baten- en lastenrekening van pensioenfondsen 95* 8.5 Aantal deelnemers pensioenfondsen en aanspraken 96*
De inhoud van deze publicatie is verzorgd door de Divisie Statistiek en informatie (telefoon 020-524 19 90, telefax 020-524 25 12) Verklaring der tekens 0 (0,0) = het getal is minder dan de helft van de gekozen afronding of nihil niets (blank) = een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen c.q. het gegeven wordt niet (aan de Bank) gerapporteerd • = gegevens ontbreken Afronding Soms kloppen tellingen niet geheel (door geautomatiseerde afronding per reeks); anderzijds is de aansluiting van de ene tabel op de andere niet steeds geheel verwezenlijkt (door afronding per tabel).
4
Voor deze tabellen worden lange en uitgebreide tijdreeksen op
Internet gepubliceerd in euro’s (‘Onderzoek & Statistiek’ in http://www.dnb.nl ). Jaar-, kwartaal- en maandreeksen beginnen in de regel in 1982. Dagcijfers beginnen in 1990. In het kader van de Special Data Dissemination Standard (sdds) van het imf worden de publicatiedata van de balans van de Nederlandsche Bank (tabel 2.1), de gecombineerde balans dnb en in Nederland gevestigde mfi’s (tabel 2.3), de betalingsbalans (tabel 5.1) en het extern vermogen van Nederland (tabel 5.11) aangekondigd op het Internet (www.dnb.nl onder ‘Onderzoek & Statistiek’). De publicatiedata van alle onder de sdds vallende Nederlandse kernstatistieken – reële statistieken, overheidsfinanciën en monetair-financiële statistieken – worden gepresenteerd op de sddsinternetpagina (www.dsbb.imf.org). Een overzicht van de meest recente gegevens van deze kernstatistieken is te vinden op het Internet (www.dsbb.statistics.nl).
DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
Inleiding Huishoudens zijn op zoek naar meer rendement. In dit Statistisch Bulletin blijkt dat uit een aantal artikelen. Na de geleden koersverliezen op de aandelenbeurzen in de afgelopen jaren zochten huishoudens de zekerheid van spaargelden. In de loop van 2004 passeerde het spaargeld van Nederlandse huishoudens de 200 miljard euro. In dit verband introduceert dit nummer een nieuwe tabel 2.6 Spaargeld die een vast onderdeel van het tabellendeel zal uitmaken. Garantieproducten vinden intussen gretig aftrek, mogelijk ter compensatie van de inmiddels zeer lage spaarrentes. Schattingen wijzen uit dat door banken in 2004 voor bijna eur 3 miljard aan deze producten met volledige hoofdsomgarantie is uitgegeven. Voor beleggingstellingen bestond in 2004 weinig animo. Mede door de verplaatsing van kleine gespecialiseerde fondsen naar Luxemburg daalde de netto-inleg met eur 1,9 miljard. De afgenomen nettoinleg in beleggingsinstellingen in de afgelopen jaren zal verband houden met het onzekere economische klimaat en de beursmalaise. Ondanks het feit dat beleggingsinstellingen vorig jaar een rendement van 7,1% behaalden, hebben bovendien de tegenvallende rendementen die zij tussen 2000 en 2003 hebben geboekt hun uitwerking op beleggers niet gemist.
DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
Amerikaanse aandelen en Europese obligaties waren in het vierde kwartaal van 2004 populair bij institutionele beleggers. Pensioenfondsen kochten voor eur 6,8 miljard aan buitenlandse, vooral Amerikaanse, aandelen. Europese aandelen daarentegen werden door pensioenfondsen afgestoten. Voorts werden door institutionele beleggers voor ruim eur 9,5 miljard buitenlandse, vooral Europese, obligaties gekocht. Dit Bulletin besteedt in een apart artikel verder aandacht aan geldtransfers. Er blijkt uit cijfers van dnb dat geldovermakingen naar het buitenland via geregistreerde geldtransactiekantoren in 2004 een hoge vlucht hebben genomen. De omzet van deze kantoren steeg met 27% tot eur 325 miljoen. Een van de verklaringen voor de gestegen populariteit van geldtransfers vormt de groei van het aantal migranten in Nederland. Daarboven kregen meer kantoren een vergunning zodat meer activiteiten in de statistiek tot uiting komen. In de tabellen 7.7 en 7.8 worden vanaf dit maartnummer tevens aantallen geldtransfers opgenomen. Tot slot presenteert dnb een enquête onder de 25 grootste pensioenfondsen van Nederland waaruit onder meer naar voren komt dat het merendeel van de ondernemingspensioenfondsen in 2005 de pensioenpremies verlaagt, terwijl de bedrijfstakpensioenfondsen deze verhogen.
5
Enkele recente ontwikkelingen Spaargeld huishoudens ruim 200 miljard euro Het spaargeld van Nederlandse huishoudens is in de loop van 2004 de 200 miljard euro gepasseerd. In de herfst van vorig jaar is de omvang van het spaargeld niet meer toegenomen en in de laatste twee maanden van 2004 is er meer spaargeld opgenomen dan er is ingelegd. Mede vanwege de uitbetaalde rente is in januari 2005 de omvang van het spaargeld weer aanzienlijk toegenomen. Per einde van die maand houden Nederlandse huishoudens eur 209,5 miljard aan bij banken in Nederland (grafiek 1). Dit blijkt ook uit de nieuwe tabel 2.6 die dnb met ingang van deze editie van haar Statistisch Bulletin publiceert. Deze tabel bevat maandelijkse gegevens over ingelegd spaargeld, opgenomen spaargeld en bijgeschreven rente, opgedeeld naar middelen die voor een bepaalde periode zijn vastgezet (deposito’s met vaste looptijd) en spaargeld dat sneller beschikbaar is (deposito’s met opzegtermijn). Deze laatste categorie omvat veelal traditionele spaarrekeningen, waarvan geld - zonder noemenswaardige kosten of substantiële vertraging - kan worden overgeheveld naar een betaalrekening. Internetrekeningen vallen hier eveneens onder. Het aandeel van deze categorie in het totale spaargeld van huishoudens neemt al langere tijd toe en is nu ongeveer tien keer zo groot als de deposito’s met vaste looptijd.
verlening aan het bedrijfsleven zijn recentelijk verder verruimd. Dit proces is in de zomer van 2004 ingezet (grafiek 2). In het laatste kwartaal van 2004 was de beleidsversoepeling bij het Nederlandse bankwezen zelfs sterker dan in enig ander land van het eurogebied. Dit lijkt voornamelijk te zijn ingegeven vanuit concurrentieoverwegingen. De banken ondervinden niet alleen stevige concurrentie van collegabanken, maar ook van andere financiële instellingen. De versoepeling van het kredietbeleid komt tot uitdrukking in een verkleining van de marges op leningen en niet zozeer in overige kredietvoorwaarden zoals looptijd, onderpand etc. Inmiddels lijkt de vraag naar bedrijfskrediet langzaam toe te nemen, met de verwachting dat dit door zal zetten. In het bijzonder lange bedrijfsleningen blijken meer in trek dan voorheen, hetgeen mede verband zal houden met de nog altijd dalende marktrente. In januari is de omvang van de nieuwe bedrijfsleningen ruim eur 12 miljard. Fusies, overnames en bedrijfsherstructureringen lijken de redenen te zijn van de stijgende vraag. Herstructurering van schulden, in de afgelopen twee jaar regelmatig verantwoordelijk voor een toename van de vraag naar bedrijfskrediet, is nauwelijks meer aan de orde. Het aandeel van daadwerkelijke investeringen in de stijgende vraag is nog gering (grafiek 3). Voor het Grafiek 2 Kredietbeleid banken t.a.v. ondernemingen 1 Netto percentage + = verscherpen; – = versoepelen
Kredietvraag bedrijven trekt aan 80
Het kredietaanbod voor economische activiteiten wordt momenteel geleidelijk verruimd, zo blijkt uit de resultaten van de enquête naar kredietverlening onder het Nederlandse bankwezen. De criteria voor krediet-
60 40 20 0
Grafiek 1 Spaargeld Nederlandse huishoudens -20
Ultimocijfers in miljarden euro's
-40 220 210 200 190 180 170 160 150 140 130 120 110 100
-60 I 03
III
IV
I 04
II
III
IV
I 05
(verwacht) eu
I 03
DNB
II
II
III
IV
I 04
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
II
III
IV
I 05
nl
1 Het netto percentage geeft de verhouding aan tussen banken die kredietvoorwaarden aanscherpen en die versoepelen, waarbij de waarden kunnen variëren van –100% (alle banken versoepelen in enige of sterkere mate) tot +100% (alle verscherpen in enige of sterkere mate). Ter illustratie: als 20% van de banken een verscherping doorvoert en 30% een versoepelt, dan is het netto percentage -10%. Bij de kredietvraag (grafiek 3) gaat het om de verhouding tussen banken die een toename waarnemen en die een afname aangeven, waarbij negatieve percentages een afname betekenen. Gearceerde delen geven aan dat dit verwachtingen van het bankwezen betreft.
7
Enkele recente ontwikkelingen
Grafiek 3 Kredietvraag ondernemingen Netto percentage + = toename; – = afname 40 20 0 -20 -40 -60 -80 -100 I 03
II
III
IV
I 04
II
III
IV
I 05
(verwacht) eu
nl
eerst sinds eind 2002 wordt overigens ook in het eurogebied in 2005 weer een toename verwacht van de kredietvraag vanuit het bedrijfsleven, met name vanuit het midden- en kleinbedrijf. Wat betreft de kredietverlening aan huishoudens is het beleid voor de hypothecaire kredietverlening door Nederlandse banken sinds het midden van vorig jaar stabiel, maar voor het eerste deel van dit jaar wordt toch weer een verscherping verwacht. Hoewel de meningen van de banken over de kredietvraag uiteenlopen en de huizenmarkt tekenen van verkramping lijkt te vertonen, is de vraag naar leningen voor woningfinanciering ruimschoots op peil gebleven. In december 2004 is alleen al aan woninghypotheken met een variabele rente en rentevaste periode tot en met 1 jaar ruim voor eur 3,5 miljard aan contracten afgesloten. Hiervan betreft een fors deel oversluitingen. De lage rentestand speelt hierbij een belangrijke rol, evenals speciale acties die door banken zijn opgezet. Zo is het gemiddelde rentetarief voor nieuwe hypotheekcontracten met een rentevaste periode van 1 tot en met 5 jaar in december 2004 tot onder de 4% gedaald (3,87 in december 2004). Voor contracten met een variabele rente of een korte rentevaste looptijd van maximaal 1 jaar is dit al sinds februari 2003 het geval en ligt dit percentage nu op 3,1%.
groot bedrag (netto eur 10,5 miljard) effecten gekocht van niet-ingezetenen. In totaal werd voor bijna eur 19 miljard aan buitenlandse stukken verworven. Hiertegenover stond een gematigde netto verkoop van Nederlandse stukken aan buitenlandse partijen (eur 8,5 miljard). De netto uitkomst bij de Nederlandse stukken wordt in het vierde kwartaal gedomineerd door een omvangrijke terugkoop van Nederlands geldmarktpapier van buitenlandse partijen voor ruim eur 11 miljard. Dit betreft voor ruim eur 7 miljard kort overheidspapier (dtc’s). De stand van uitstaande dtc’s is hierdoor op de jaarultimo gedaald naar eur 17 miljard. Een dergelijke ontwikkeling is gebruikelijk door de teruglopende financieringsbehoefte van de overheid aan het einde van het jaar. In obligaties van Nederlandse banken werd met buitenlandse partijen zeer actief gehandeld, mede door de hoge emissieactiviteit van de banken. In totaal kochten niet-ingezetene partijen voor ruim eur 12,5 miljard Nederlandse bancaire obligaties. Nederlandse beleggers legden grote belangstelling aan de dag voor buitenlandse aandelen (eur 9,4 miljard). Met name pensioenfondsen waren hierin actief: zij kochten voor eur 6,8 miljard aan buitenlandse aandelen. Dit is aanzienlijk hoger dan de aankopen in voorgaande kwartalen: in 2004 werd door pensioenfondsen voor eur 10,6 miljard aan buitenlandse aandelen gekocht. Het merendeel van deze aandelen was afkomstig uit de Verenigde Staten. De bestendige stijging van de koersen op de Amerikaanse aandelenmarkten zullen hieraan hebben bijgedragen. Hiernaast waren Luxemburgse en Japanse stukken in trek. Aandelen van andere Europese landen werden door pensioenfondsen afgestoten. De posities in Britse aandelen werden sterk Grafiek 4 Saldo effectenverkeer Miljarden euro’s 15 10 5 0 -5
Amerikaanse aandelen en Europese obligaties populair bij institutionele beleggers In navolging van het voorgaande kwartaal hebben Nederlandse partijen in het vierde kwartaal voor een 8
-10 -15 I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV 00 01 02 03 04
DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
Enkele recente ontwikkelingen
afgebouwd: in 2004 als geheel werd voor eur 5,5 miljard verkocht. Ook bij de verzekeringsinstellingen is een soortgelijk patroon zichtbaar, doch hier zijn de bedragen aanzienlijk lager. Pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen kochten voor ruim eur 9,5 miljard buitenlandse obligaties aan. Dit was voor een groot deel substitutie voor de verkopen van Europese aandelen: er werden vooral Europese obligaties gekocht. Institutionele beleggers hebben eind 2004 dus duidelijk gekozen voor Amerikaanse aandelen en Europese obligaties.
Unilever (eur 2,8 miljard) en Philips (eur 2,3 miljard). Overigens zijn de netto emissies van obligaties door Nederlandse partijen in het vierde kwartaal van 2004 ten opzichte van het overeenkomstige kwartaal van 2003 wel gestegen. De toegenomen emissie-activiteit van banken overtrof in dat kwartaal de afname hiervan onder voornamelijk spv’s. Gedurende het jaar is het percentage van de waarde van nieuw uitgegeven in euro’s gedenomineerde obligaties ten opzichte van het totaal van de nieuw uitgegeven obligaties gestaag toegenomen van 73% naar 82%. Desondanks ligt het in euro’s gedenomineerde deel van alle uitstaande Nederlandse obligatieleningen voor de periode 1999-2004 onveranderd rond 82%. De Nederlandse overheid emitteert uitsluitend obligaties luidende in euro. Ook de overige financiële instellingen hebben vrijwel volledig in euro’s genoteerde obligaties uitstaan (2004: 95%). Niet-financiële instellingen en banken daarentegen hebben per ultimo 2004 voor 22% respectievelijk 37% obligaties luidende in vreemde valuta uitstaan. De meest voorkomende vreemde valuta hierbij is de Amerikaanse dollar.
Netto obligatie-emissies in 2004 teruggelopen In 2004 zijn netto emissies van verhandelbaar, langlopend schuldpapier teruggelopen ten opzichte van een jaar tevoren. In 2003 werd voor een recordbedrag van eur 76 miljard netto geëmitteerd terwijl het afgelopen jaar de netto emissies uitkwamen op eur 64 miljard (tabel 1). Deze terugloop is toe te schrijven aan een scherpe daling in de netto emissie-activiteit van met name special purpose vehicles (spv’s). Enerzijds kwamen de bruto emissies van spv’s lager uit dan een jaar tevoren, anderzijds waren de aflossingen van spv’s hoger. Zo loste één van de grootste spv’s, te weten Amstel Corporate Loan Offering 2000-ii, in het begin van het jaar alle obligatieleningen voor een waarde van eur 7,8 miljard af. Deze terugloop overtrof het toegenomen beroep van de banken en de overheid op de kapitaalmarkten. Voorts speelden aflossingen door niet-financiële instellingen, voornamelijk gedreven door de wens van sommige bedrijven om hun schulden te herstructureren, een rol hierbij. De grootste aflossingen kwamen op naam van kpn (eur 4,8 miljard),
Directe investeringen: aanhoudend geringe activiteit Ook het vierde kwartaal van 2004 vertoonde nog geen tekenen van herstel in de directe investeringen. De verminderde investeringsactiviteit weerspiegelt vermoedelijk nog steeds een reactie op het wereldwijd hoge niveau van directe investeringen eind jaren negentig en in 2000, waaraan onder andere werd bijgedragen door de sterke groei van de Amerikaanse economie en, in Europa, door de komst van de euro. Sindsdien lijkt het
Tabel 1 Netto emissies van obligaties 1999-2004 Miljoenen euro's
1999
2000
2001
2002
2003
2004
Overheid Niet-financiële instellingen Pensioenfondsen & verzekeringsinstellingen Overige Financiële Instellingen (w.0. spv’s) mfi's (m.u.v. dnb)
10.453
-5.016
3.091
-2.090
10.175
14.385
5.767
27.160
7.483
-3.872
-1.119
-5.725
650
0
0
0
0
0
10.980
22.273
33.548
27.955
29.606
10.794
21.865
14.782
24.561
22.290
37.384
44.399
Totaal
49.715
59.199
68.683
44.283
76.046
63.853
DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
9
Enkele recente ontwikkelingen
accent verschoven van fusies en overnames naar consolidatie. Ook concentratie van ondernemingen op kernactiviteiten kan hebben bijgedragen aan de vermindering van het totale investeringsniveau voorzover ze daarbij buitenlandse belangen hebben verkocht aan lokale ondernemingen. In het vierde kwartaal hield deze ontwikkeling aan en trokken Nederlandse ondernemingen per saldo voor eur 1 miljard terug uit buitenlandse ondernemingen. In het vierde kwartaal van 2003 was nog voor eur 11 miljard in het buitenland geïnvesteerd. Nederlandse bedrijven breidden hun buitenlandse aandelenbelangen met eur 5 miljard uit, met name in het Verenigd Koninkrijk, dat niet alleen uit Nederland maar ook uit andere landen meer investeringen aantrok. Slechts voor een beperkt deel ging het daarbij om nieuwe grensoverschrijdende overnames (overigens worden buitenlandse overnames in een land steeds vaker gedaan via leningen aan daar aanwezige subholdings). Tegenover de uitbreiding van buitenlandse belangen stonden aflossingen van eur 7 miljard door vooral Amerikaanse en Britse dochterondernemingen op verplichtingen bij hun Nederlandse moedermaatschappijen. Ook buitenlandse ondernemingen desinvesteerden in het vierde kwartaal van 2004 en trokken uit Nederland per saldo voor eur 1 miljard terug. Er werd voor eur 4 miljard afgelost op door Nederland opgenomen intercompany leningen, waar slechts aankopen van eur 2 miljard tegenover stonden, voornamelijk vanuit het Verenigd Koninkrijk, van belangen in Nederlandse ondernemingen. Ook over het jaar 2004 als geheel was, mede door de ontwikkelingen in het vierde kwartaal, sprake van desinvesteringen. Voor een deel kan dit verband houden met het nog altijd moeizame conjuncturele herstel in Europa. Voor het eerst verminderden Nederlandse directe investeerders hun buitenlandse belangen, zij het met slechts een half miljard euro. Ook vergeleken bij andere landen was dit opmerkelijk. In 2003 had Nederland in de totale uitgaande investeringen door oeso-landen nog een aandeel van 6 procent. Buitenlandse ondernemingen op hun beurt verminderden hun belangen in Nederland eveneens, met per saldo eur 2 miljard. Ook dat is nog niet eerder voorgekomen; in 2002 en 2003 was Nederland nog goed geweest voor zo’n 5 procent van alle inkomende investeringen in oeso-landen.
10
DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
Beleggingsinstellingen minder in trek Het aantal beleggingsinstellingen dat in Nederland staat ingeschreven is in het afgelopen jaar licht gedaald. Het is de eerste keer dat een daling is geregistreerd. Verplaatsing van tientallen veelal kleinere, gespecialiseerde, fondsen naar Luxemburg lag hieraan ten grondslag. Ook de nettoinleg in Nederlandse beleggingsinstellingen nam af: op jaarbasis heeft er een onttrekking plaatsgevonden van EUR 1,9 miljard. Indien gecorrigeerd wordt voor het effect van de verplaatsing van fondsen naar Luxemburg resteert nog wel een positieve inleg, maar lager dan het (bescheiden) niveau van de drie voorgaande jaren. De tegenvallende rendementen die beleggingsinstellingen tussen 2000 en 2003 hebben geboekt misten hun uitwerking blijkbaar niet op de beslissingen van beleggers: voor beleggingsinstellingen bestond in 2004 weinig animo.
Grafiek 1 Aantal beleggingsfondsen in het eurogebied, verdeling naar land, juni 2004 Frankrijk Luxemburg Duitsland Spanje Ierland Oostenrijk Italië België Nederland Finland Portugal Griekenland 0
2.000
4.000
6.000
8.000
10.000
Bron: ecb. De grafiek is gebaseerd op voorlopige cijfers.
Aantal beleggingsinstellingen in Nederland en het eurogebied Eind 2004 waren 695 instellingen ingeschreven in het Wtb-register,1 een afname van 10 inschrijvingen ten opzichte van 2003. In het eurogebied waren in 2004 bijna 40.000 beleggingsfondsen actief. Nederland heeft dus een bescheiden aandeel van 1,7%. Frankrijk heeft veruit de meeste beleggingsinstellingen (ruim 10.000), op afstand gevolgd door Luxemburg, Duitsland en Spanje. In deze vier landen tezamen zijn meer dan 70% van het totale aantal beleggingsinstellingen in het eurogebied gevestigd. Niet alleen qua aantal neemt Nederland slechts een bescheiden positie in. Ook indien gerekend wordt met het balanstotaal blijft de Nederlandse bijdrage aan de beleggingsinstellingen van het eurogebied met 2,9% gering. Dit aandeel is sinds 2000, toen het nog 3,8% was, gestaag gedaald. De markt in Nederland voor beleggingsinstellingen is ook niet zo groot, aangezien er goede collectieve pensioenvoorzieningen zijn ten opzichte van de meeste andere Europese landen. Bijgevolg is er minder behoefte voor
Nederlandse ingezetenen om zelfstandig, bijvoorbeeld via beleggingsfondsen, te sparen voor een (aanvullende) oudedagvoorziening. De daling van het aantal beleggingsinstellingen in Nederland in het afgelopen jaar is opmerkelijk. Sinds de invoering van het Wtb-register in 1990 is ieder jaar een toename geregistreerd, tussen 1997 en 2003 zelfs met gemiddeld ruim 14% per jaar. De stijging deed zich in die jaren voornamelijk voor bij subfondsen. Deze vallen onder overkoepelende paraplufondsen, maar hebben ieder een eigen beleggingsbeleid. Het voordeel van subfondsen is dat niet voor ieder fonds apart een vergunning hoeft te worden aangevraagd en dat prospectussen en jaarverslagen gecombineerd kunnen worden. Met name de grotere beleggingsinstellingen hebben in de afgelopen jaren veel subfondsen in het leven geroepen. Aan de groei van het aantal subfondsen is in 2004 een abrupt einde gekomen. Uiteindelijk lieten 97 instellingen zich uitschrijven uit het register. Doordat het aantal verstrekte vergunningen in 2004 een normaal niveau haalde (87) bleef de afname van het aantal instellingen per saldo beperkt tot 10.
Tabel 1 Aantal statutair in Nederland gevestigde beleggingsinstellingen 1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
Vergunninghoudende beleggingsinstellingen waarvan paraplufondsen Subfondsen onder paraplufondsen
270
301
346
368
338
355
354
347
10
12
16
27
35
47
51
48
58
93
127
217
296
373
402
396
Totaal aantal fondsen (1-2+3)
318
382
457
558
599
681
705
695
DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
11
Beleggingsinstellingen minder in trek
Verplaatsing Nederlandse beleggingsinstellingen De uitschrijvingen in 2004 vonden voornamelijk plaats door liquidatie van een groot aantal kleinere, met name op individuele landen en sectoren gespecialiseerde (sub)fondsen in Nederland. Beleggers konden vervolgens instappen in soortgelijke fondsen die gevestigd zijn in Luxemburg. Aangezien die fondsen niet meer rapportageplichtig zijn in Nederland, zijn de cijfers van de beleggingsinstellingen over 2004 door deze verplaatsing neerwaarts beïnvloed. Er is een aantal redenen waarom beheerders hebben besloten hun fondsen te verplaatsen naar Luxemburg. De fiscale tarieven zijn lager: op nieuw uitgegeven aandelen wordt een tarief van 0,05% gehanteerd tegen 0,55% in Nederland. In Luxemburg is, in tegenstelling tot Nederland, voor beleggingsfondsen geen verplichte beursnotering vereist. Tevens wordt als aanleiding gezien dat de beleggingsmarkt in Luxemburg meer uniform en transparant is. Fondsen in Luxemburg worden verhandeld tegen de intrinsieke waarde, terwijl in Nederland gerekend wordt met een zogenaamde op- of afslag rond de intrinsieke waarde, de ‘spread’. Dit systeem wordt door beheerders als ondoorzichtig en verouderd gekenmerkt. Daarnaast spelen mogelijk schaalvoordelen een rol bij de beslissing fondsen te verplaatsen. Kleinere fondsen hebben doorgaans te maken met relatief hoge beheerskosten. Samenvoeging van diverse kleinere, soortgelijke fondsen biedt de mogelijkheid om de kosten in de hand te houden en zodoende betere resultaten te bereiken.2 Netto-inleg beleggingsinstellingen De verplaatsing van de diverse fondsen heeft een sterk negatieve invloed gehad op de waargenomen nettoinleg (gedefinieerd als de bruto ingelegde gelden minus de onttrekkingen) in de statistiek beleggingsinstellingen (grafiek 2). Het jaar 2004 gaf voor de eerste keer een onttrekking te zien op jaarbasis: in totaal werd voor ruim eur 1,9 miljard uit de beleggingsinstellingen gehaald. Indien volledig zou worden gecorrigeerd voor het effect van de éénmalige onttrekking als gevolg van de verplaatsing naar Luxemburg, resteert nog wel een positieve netto-inleg. Deze blijft echter achter bij het (lage) niveau van de laatste drie jaar. Uit betalingsbalansgegevens van dnb kan echter worden opgemaakt dat een deel van de beleggers in de verplaatste fondsen er voor heeft gekozen om hun gelden in andere fondsen in Nederland te beleggen. Dat impliceert dat de correctie ten gevolge van de verplaatsing ook lager moet zijn, zodat van een echt mager jaar wat betreft netto-inleg kan worden gesproken. 12
Grafiek 2 Netto-inleg beleggingsfondsen in Nederland, 1997-2004 Miljarden euro’s 20 15 10 5 0 -5 97
Aandelenfondsen
98
99
Obligatiefondsen
00
01
02
Vastgoedfondsen
03
Overige fondsen
04
Totaal
De ontwikkeling van de netto-inleg verschilt sterk voor ieder type beleggingsfonds. In 2004 waren aandelenfondsen (mede door bovengenoemde liquidatie en samenvoeging) helemaal uit de gratie. Dit geldt voor alle geïdentificeerde regionale aandelenfondsen. De inleg in obligatiefondsen bleef bescheiden. Met een netto-inleg van eur 503 miljoen waren de gemengde fondsen (dit zijn fondsen met een mix van tenminste aandelen en obligaties) relatief populair. Dit laat zien dat de belegger wel bereid is in aandelen te stappen doch dat men hier nog voorzichtig in is. De terugval van de beurskoersen vanaf het jaar 2000 heeft geresulteerd in een markant omslagpunt. Het gemiddelde niveau van de totale netto-inleg is sterk gedaald: sinds 2001 is die een kwart van die in de periode 1997-2000. Ook is de richting van de netto-inleg sterk veranderd: tussen 1997 en 2000 waren aandelenfondsen populair (59% van de netto-inleg) en werd per saldo niet in obligatiefondsen geïnvesteerd. In de vier jaar daarna was de situatie omgekeerd: liefst 95% van de netto-inleg ging naar obligatiefondsen, terwijl men uit de aandelenfondsen (mede door de liquidatie van fondsen in 2004) per saldo geld onttrok (tabel 2). Het is aannemelijk dat de lage netto-inleg in beleggingsinstellingen in de afgelopen jaren verband houdt met het onzekere economische klimaat en de beursmalaise. In perioden van economische stagnatie besluiten consumenten gewoonlijk om een groter deel van hun vermogenstitels in vastrentende waarden te beleggen (vandaar de inleg in obligatiefondsen) of op spaarrekeningen te zetten. Hoewel de statistiek beleggingsinDNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
Beleggingsinstellingen minder in trek
Resultatenrekening en rendement Naast gegevens over netto-inleg en balanstotalen, die gepubliceerd worden in de tabellen 3.3 en 3.4 in het statistiekdeel van dit Bulletin, verzamelt de Nederlandsche Bank ook gegevens over de baten en de kosten van beleggingen (tabel 3). Doordat beleggingsinstellingen in 2004 het grootste deel van de waardeverandering van beleggingen in het resultaat tot uitdrukking lieten komen zijn de totale opbrengsten hoger dan voorheen, namelijk eur 5,2 miljard. In 2004 ligt het totale rendement op het belegd vermogen op 7,1%, iets lager dan dat in 2003 (7,4%).4 Met name de prestaties van aandelenfondsen lagen in 2004 lager dan verleden jaar, ofschoon daar nog een rendement van 6,6% geboekt werd. Het hoogste rendement werd in het afgelopen jaar behaald door de vastgoedfondsen (9,0%) terwijl de gemengde fondsen relatief zwak presteerden (grafiek 3). Bij de aandelenfondsen werd het hoogste rendement behaald door fondsen die zich oriënteren op de Nederlandse markt. Zij waren de enige groep aandelenfondsen die beter presteerde dan in 2003. Met een rendement van 10,7% scoorden zij aanzienlijk beter dan de aex in 2004 (+3,1%) doch lager dan de Midkap (+14,9%).5 Blijkbaar is door beleggingsinstellingen relatief veel belegd in de kleinere fondsen op de Amsterdamse beurs. Ook de Europees georiënteerde aandelenfondsen presteerden relatief goed, de Amerikaanse fondsen daarentegen behaalden een zeer laag rendement. Dit vloeit voor een groot deel voort uit
Tabel 2 Netto-inleg per fondstype Miljarden euro’s, procenten
1997-2000
2001-2004
eur Promrd centen Aandelenfondsen Obligatiefondsen Vastgoedfondsen Gemengde fondsen Geldmarktfondsen Overige fondsen
18,7
Totaal
eur Promrd centen -0,2
5,8
59 0 13 15 -5 18
3,5
-2 95 -31 32 -40 46
31,8
100
7,6
100
0,0 4,0 4,8 -1,5
7,2 -2,4 2,5 -3,0
stellingen geen gegevens over houderschap kent, wordt deze laatste ontwikkeling wel gestaafd door gegevens uit de monetaire statistiek: spaartegoeden van huishoudens vanaf 1999 zijn gestegen van eur 134 naar 206 miljard in 2004, een gemiddelde stijging van 9% per jaar. Voorts is uit de dnb Household Survey te berekenen dat de financiële bezittingen van huishoudens in beleggingsfondsen tussen 1999 en 2004 zijn teruggebracht van eur 34 naar 26 miljard.3 Een aanzienlijk deel van deze afname komt door waardedalingen, maar huishoudens hebben in deze periode per saldo ook middelen onttrokken aan beleggingsinstellingen. Tabel 3 Resultatenrekening van beleggingsinstellingen Miljoenen euro’s
Opbrengsten uit beleggingen Waardeveranderingen van beleggingen Af: waarvan rechtstreeks naar/van eigen vermogen Waardeveranderingen van beleggingen naar het resultaat Totale opbrengsten naar het resultaat Totaal lasten naar het resultaat Resultaat na belastingen
DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2.612
2.553
2.889
3.362
4.121
3.746
3.592
3.475
5.723
5.169
18.393
-4.205
-14.132
-14.912
3.041
3.314
5.446
4.954
17.129
-3.478
-12.904
-13.848
2.544
1.547
277
215
1.264
-727
-1.228
-1.064
497
1.767
2.911
2.786
4.273
2.868
3.078
2.645
4.109
5.241
648
643
852
1.241
1.769
1.241
1.212
1.241
2.061
1.914
3.231
1.452
1.293
1.367
2.879
3.960
13
Beleggingsinstellingen minder in trek
Grafiek 3 Rendement op belegd vermogen beleggingsfondsen, 2003-2004
Grafiek 5 Netto-inleg beleggingsfondsen en berekend rendement op belegd vermogen, 1997-2004
Procenten
Miljarden euro’s, procenten 12
16
10
60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 -5 -10 -15
14 12
8
10 6
8 6
4
4
2
2
0
-2
0 Totaal
2003
AanObliVastGeLiquidi- Overige delen- gatie goed mengde teiten- fondsen fondsen fondsen fondsen fondsen fondsen
-4
2004
Netto-inleg, schaal links
de wisselkoersontwikkeling van de dollar in 2004: door de depreciatie werden de behaalde dollarresultaten uitgedrukt in euro’s sterk omlaag gebracht. In grafiek 4 wordt een vergelijking gegeven van het rendement op belegd vermogen in Nederland ten opzichte van de herbeleggings-index van het cbs.6 In de laatste twee jaar wijkt het rendement op het belegd vermogen maar nauwelijks af van de index. Grafiek 4 Berekend rendement op belegd vermogen aandelenfondsen Nederland, 1997-2004 Procenten 50 40 30 20
97
98
99
00
01
02
03
04
Rendement op belegd vermogen, schaal rechts
Grafiek 5 laat zien dat jaren met een hoog of laag rendement gevolgd worden door jaren met een hoge of lage inleg. Als voorbeeld kan het jaar 1999 dienen. De beleggingsinstellingen hadden toen met een rendement op het belegd vermogen van 27% een topjaar. Het jaar daarop steeg de netto-inleg naar een recordhoogte van ruim eur 15 miljard. In de daaropvolgende drie jaar werd door de beleggingsinstellingen echter een negatief rendement op belegd vermogen gehaald. Dit werkte door in een daling van de netto-inleg in de daaropvolgende jaren. Het jaar 2003 vormt hierop een uitzondering: het rendement steeg toen aanzienlijk maar de netto-inleg in 2004 vertoonde een daling. De gemiddelde belegger lijkt voorzichtig te zijn geworden: een periode van drie jaar met tegenvallende resultaten is niet in één jaar vergeten.
10 0
Afsluitende opmerkingen
-10 -20 -30 -40 97
Berekend rendement op belegd vermogen aandelenfondsen
14
98
99
00
cbs Herbeleggingsindex
01
02
03
04
Het jaar 2004 was een moeizaam jaar voor de Nederlandse beleggingsinstellingen. Diverse fondsen verplaatsten zich naar het buitenland, waardoor de nettoinleg verder afnam. Het geringe vertrouwen en het feit dat de rendementen van de beleggingsinstellingen de laatste jaren tegenvielen, waren hierop tevens van invloed. De voor het eerst gepresenteerde rendementen van beleggingsinstellingen zullen in de nabije toekomst door DNB ook in de vorm van een aparte statistiek worden weergegeven.
DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
Beleggingsinstellingen minder in trek
1 De statistiek van de Nederlandsche Bank over beleggingsinstellingen bevat alle beleggingsinstellingen die statutair in Nederland zijn gevestigd en een vergunning voor onbepaalde tijd hebben op grond van de Wet toezicht beleggingsinstellingen (Wtb). 2 Zie ook het rapport ‘Zicht op beleggingsinstellingen’ van de Autoriteit Financiële Markten (april 2004) en het rapport ‘Modernisering Beleggingsinstellingen’ van de Commissie Winter’. Beide rapporten zijn op te vragen via de website van de afm (www.afm.nl). De Commissie Winter pleit voor afschaffing van de verplichte beursnotering, het instellen van één handelsmoment per dag en het afrekenen tegen de intrinsieke waarde met een beperkte op- en afslag waarbij duidelijk gemaakt dient te worden hoe deze laatste berekend wordt. Ook wordt door de Commissie voorgesteld het Nederlandse fiscale systeem aan te passen door de kapitaalbelasting voor beleggingsinstellingen af te schaffen of in ieder geval sterk te herzien. Zij doet eveneens aanbevelingen om het inzicht in de kostenstructuur van beleggingsinstellingen te waarborgen en de administratieve en bestuurlijke organisatie (‘governance’) te verbeteren. Bij uitvoering van de aanbevelingen zou het Nederlandse handelssysteem en fiscaal klimaat meer in lijn gebracht worden met de wet- en regelgeving in andere Europese landen. 3 De (voorlopige) resultaten over 2004 van de dnb Household Survey zijn opgenomen in het dnb Kwartaalbericht van september 2004. 4 Rendement op belegd vermogen is gedefinieerd als opbrengsten en waardeveranderingen van beleggingen in verhouding tot de gemiddelde stand van de belegde gelden in een jaar. 5 Hierbij dient aangetekend te worden dat de indices geen rekening houden met dividend. Hierdoor is een nauwkeurige vergelijking niet mogelijk. 6 De cbs herbeleggingsindex geeft het waardeverloop weer van een marktconforme aandelenportefeuille, waarbij verondersteld is dat alle dividenduitkeringen ook marktconform worden herbelegd.
DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
15
Omzet geldtransfers gestegen De omzet van geldtransfers uitgevoerd door geldtransactiekantoren in Nederland steeg in 2004 met 27% tot EUR 325 miljoen. Ook het aantal transacties, dat DNB met ingang van dit Bulletin publiceert, nam in 2004 toe (+41%). Zowel kleine als grote transacties raken steeds meer in zwang. Veel kantoren richten zich op migranten; de groei van het aantal migranten in Nederland vormt dan ook een verklaring voor de gestegen populariteit van geldtransfers. Daarenboven kregen meer kantoren een vergunning zodat meer activiteiten in de statistiek tot uiting komen. Het aandeel van grote transacties is opvallend hoog. Voorts wordt vanuit Nederland meer geld overgemaakt dan in Nederland wordt uitbetaald.
Grafiek 1 Meldingen ongebruikelijke transacties geldtransferaanbieders 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 0 99
Inleiding Geldtransfers worden uitgevoerd door onder meer geldtransactiekantoren. Dit zijn financiële instellingen die gelden van het publiek ontvangen om deze uit te betalen aan derden. Een ieder die aanbiedt geldtransfers te verrichten dient een registratie van dnb te hebben. Dit is nodig omdat er sterke aanwijzingen waren dat dergelijke overmakingen gebruikt werden om misdaadgelden wit te wassen. Sinds de aanslagen in de Verenigde Staten, en later Europa, werd tevens duidelijk dat het toezicht op deze transfers, en daarmee op de kantoren zelf, versterkt diende te worden. Er kan namelijk op snelle en goedkope wijze geld over de hele wereld worden verplaatst, waarbij het spoor van herkomst en bestemming van de gelden niet goed meer is te volgen. Terroristen zullen daar gebruik van willen maken.1 Via onder meer de Wet inzake geldtransactiekantoren (Wgt) wil de overheid de integriteit van het financiële stelsel beschermen, het witwassen van misdaadgelden tegengaan en terrorismefinanciering voorkomen. Daarom moeten geldtransactiekantoren zich ook houden aan de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet mot) en de Wet identificatie dienstverlening (Wid).2 Met deze maatregelen probeert de overheid het misbruik van deze bedrijfstak door criminelen en terroristen te verhinderen. Dat laat onverlet dat er vele bonafide klanten en dito kantoren zijn die graag hun zaken via geldtransfers willen afhandelen. Sinds het begin van de wettelijke meldingsplicht voor ongebruikelijke transacties in 1994, heeft het aantal meldingen aan Justitie vooral de laatste jaren een hoge vlucht genomen (grafiek 1). In het laatst bekende jaar, 2003, namen deze meldingen met 30% toe. Als oorzaken voor deze groei worden genoemd de aangescherpte wetgeving, de uitbreiding van de meldplicht en het verscherpte toezicht.3 Bonafide melders DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
Ongebruikelijk
00
01
02
03
Verdacht
Bron: Justitie
berichten liever te veel ongebruikelijke transacties dan te weinig: zij lopen immers het risico vervolgd te worden voor het niet-melden daarvan. Hoewel het mot meldingen van allerlei financiële instellingen (bijvoorbeeld banken) en niet-financiële dienstverleners (bijvoorbeeld handelaren in voertuigen) ontvangt, blijken geldtransactiekantoren in 2003 verantwoordelijk voor circa 70% van alle meldingen.4 Naast de bovenbeschreven oorzaken kan de groei van het aantal meldingen ook verband houden met een toenemende activiteit bij de geldtransactiekantoren. Hierop wordt in dit artikel ingegaan, waarbij de ongebruikelijke transacties die ook in de media veel aandacht trekken5 van een statistische invalshoek worden voorzien.
Geldtransactiekantoren in 2004 De werkterreinen van geldtransactiekantoren omvatten het wisselen van geld, het uitbetalen van cheques, het verzilveren van rentecoupons en het overmaken van geld naar het buitenland (Kader i). Uit tabel 1 blijkt dat de totale omzet van geldtransactiekantoren in 2004 licht is afgenomen (-3% tot ruim eur 1,2 miljard). Tevens zijn de omzetten van de bedrijfsonderdelen wisselen, cheques en rentecoupons gezamenlijk gedaald met bijna 11% tot eur 913 miljoen. In Kader ii wordt hierop dieper ingegaan. Daarentegen steeg de omzet van geldtransfers met eur 70 miljoen (+27%). Het aantal verrichte geldtransfers steeg in 2004 nog meer: +41%. Door de opkomst van deze geld- of 17
Omzet geldtransfers gestegen
Tabel 1 Omzet geldtransactiekantoren 2003 - 2004 Miljoenen euro’s
Wisselen Cheques Rentecoupons Transfers Totaal
2003
2004
584,1
536,7
35
30,3
406,2
346,9
255,4
325,0
1280,7
1238,9
Toelichting: Definitie omzet wisselen: aankopen en verkopen van vreemde valuta tegen euro’s. Definitie omzet transfers: ontvangsten en uitgaven door geldtransactiekantoren.
money transferactiviteiten bedraagt het aandeel hiervan in 2004 ruim een kwart van de totale omzet. In 2003 was dat nog een vijfde deel (grafiek 2).
Geldtransfers De omzetten in geldtransfers van geregistreerde geldtransactiekantoren stijgen zoals de bovenste lijn in grafiek 3 laat zien. Bedroeg de maandomzet aan het
Kader i Soorten transacties Een geldtransactiekantoor is ieder natuurlijk persoon of een rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig ten behoeve van derden geldtransacties uitvoert. In de Wet inzake de geldtransactiekantoren wordt in artikel 1 onder geldtransacties verstaan: – Wisselactiviteiten • het wisselen van munten of bankbiljetten (van één valuta naar een andere of van grote coupures naar kleine coupures en vice versa), kortweg wisseltransacties • het uitbetalen van munten of bankbiljetten tegen inlevering van cheques • het uitbetalen van munten of bankbiljetten op vertoon van een creditcard. De ondernemer behaalt winst uit de verschillen in aanen verkoopkoersen van de buitenlandse valuta en in de commissie die hij voor zijn diensten rekent. – Couponuitbetalingen • het uitbetalen van munten of bankbiljetten tegen inlevering van een of meer onderdelen van het couponblad van een waardepapier aan toonder tegen inlever-
18
begin van 2003 nog circa 17 1/2 miljoen euro, in de loop van de tweede helft van 2004 kwamen regelmatig maandomzetten tot 30 miljoen euro voor. Grafiek 4 laat zien dat ontvangsten en uitgaven ook afzonderlijk stijgen. Aan de ontvangstenkant (kantoren ontvangen geld om elders uit te keren) vertoont de opgaande lijn wel enige hapering aan het eind van 2004. Dit houdt verband met het sluiten van een paar kantoren (zie onder). De ontvangsten overtreffen de uitgaven een stuk. Er wordt er door klanten van deze kantoren meer geld aangeboden voor overmaking naar het buitenland, dan dat er opdracht wordt gegeven tot uitbetaling aan begunstigden in Nederland. In deze kapitaalexport weerspiegelt zich voor een deel het onderhoud van families die in het buitenland wonen. Dit is de natuurlijke bestaansgrond van geldtransactiekantoren. Vaak vinden geldtransfers plaats naar landen die een minder ontwikkeld bankwezen kennen (zoals landen in Afrika of in Midden- en Zuid-Amerika). Er zijn wel banken in die landen, maar overboekingen zijn kostbaar en het geld kan lang onderweg zijn. Voorts moeten de begunstigden bij een ‘gewone’ bancaire overboeking een bankrekening hebben. In deze gevallen bieden geldtransfers uitkomst. Geldtransactiekantoren worden vaak opgericht binnen dezelfde etnische, vertrouwde, groep om
ing waarvan de rente op dit waardepapier kan worden geïnd. Vrijgevallen delen van (veelal buitenlandse) waardepapieren, zogeheten coupons, worden dan verzilverd tegen contant geld. De ondernemer treedt hierbij op als tussenpersoon tussen de uitgevende partij en de bezitter van de waardepapieren. Bij inlevering van de coupons betaalt de ondernemer de cliënt de waarde van de coupon minus commissie. – Geldtransfers • Een geldtransfer is een rechtstreekse overmaking van (veelal) contant geld naar het buitenland. Er wordt gewerkt buiten het traditionele bankverkeer om, via intermediairs. Geldtransfers worden uitgevoerd in spoedgevallen (iemand in het buitenland heeft direct beschikking nodig over contant geld) maar het meest gebruikelijk is reguliere overmaking van geld naar familie in het buitenland. Er wordt door de cliënt een commissie betaald per geldtransfer naar het buitenland. Een aantal instellingen combineert bovenstaande activiteiten.
DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
Omzet geldtransfers gestegen
Grafiek 2 Omzetverdeling geldtransactiekantoren 2003 Procenten 2004
2005
20
26
Transfers Rentecoupons Cheques
44
45
Wisselen 32 28 2
3
zo de uitbetalingen van contant geld ter plekke mogelijk te maken. Tevens worden daarmee klanten geworven. Geldtransfers winnen aan populariteit door het gemak van dit product: op dezelfde dag heeft de begunstigde elders ter wereld reeds de beschikking over contant geld. Ondanks de eraan verbonden kosten hebben ook de reclameactiviteiten van de aanbieders voor meer klanten gezorgd.6 In de kapitaaluitvoer weerspiegelt zich ook het gegeven dat binnen Nederland inkomsten worden verdiend met bedrijfsmatige transacties die vaak naar het buitenland worden doorgestuurd. Daarbij kan men denken aan bedrijven die hier hun omzet behalen maar hun leveranciers of werknemers in het buitenland weten. Volgens onderzoek van het mot is het mogelijk dat sommige van deze bedrijfsmatige activiteiten illegaal Grafiek 3 Omzet geldtransfers geldtransactiekantoren 2003-20041 Miljoenen euro’s
zijn en bestaan uit het witwassen van inkomsten uit drugshandel.7 De meeste transfers worden, qua aantal, naar Marokko gestuurd hetgeen vanwege familieonderhoud verklaarbaar is. Qua geldstroom zijn de bedragen die naar de Nederlandse Antillen gaan echter veel groter. Zo stroomde in 2003 via geldtransfers vanuit Nederland eur 120 miljoen naar de Antillen (bedrag voor 2004 nog onbekend). De aanbieders van deze transfers, onder meer geldtransactiekantoren, meldden maar liefst 83% hiervan, 100 miljoen euro, aan het mot als ongebruikelijk. In de meeste gevallen ging het hier om bedragen groter dan 2.000 euro per transactie. Volgens eerder genoemd onderzoek van het mot is eur 39 miljoen hiervan als verdacht doorgemeld aan de opsporingsautoriteiten. Geldtransactiekantoren rapporteren aan dnb zowel kleine als grote bedragen. De grens ligt bij 2.000 euro en Grafiek 4 Omzet geldtransfers geldtransactiekantoren 2003-2004 Miljoenen euro’s
35 25
30 25
20
20 15 15 10
10 5
5
0 IV 02
Totaal
I 03
II
III
IV
I 04
II
III
IV
0 IV 02
I 03
II
III
IV
I 04
II
III
IV
w.v. groot Ontvangsten
Uitgaven
1 Ontvangsten en uitgaven tezamen.
DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
19
Omzet geldtransfers gestegen
Kader ii Wisselen en rentecoupons
Grafiek 5 Omzetten wisselen, cheques, rentecoupons per maand
Uit grafiek 1 was al bekend dat de andere activiteiten van geldtransactiekantoren zoals het wisselen van vreemde valuta relatief afnamen ten opzichte van geldtransfers. Zijn de omzetten ook in absolute zin gedaald? Uit grafiek 5 blijkt dat dit inderdaad het geval is. Zo herhalen de gemiddelde omzetten per maand aan het begin van de periode (eur 55 miljoen) zich later niet meer. Het dal in de omzetten door het jaar heen (december-januari) ligt elk jaar weer iets lager. Ook de seizoensmatige piek in de omzetten (juli) was in 2004 lager dan in het jaar daarvoor. Deze daling voltrok zich verder in vrijwel alle valuta’s. Geldtransactiekantoren kochten in 2004 de meeste vreemde valuta aan in de vorm van Britse ponden (eur 160 miljoen), die veel Britse toeristen omwisselden voor euro’s. Ook krijgen geldtransactiekantoren veel met aanbod van Amerikaanse dollars te maken (eur 132 miljoen). Aan de verkoopzijde verlaten ook veel Amerikaanse dollars (eur 109 miljoen) de geldtransactiekantoren. Een ander onderdeel van het wisselen betreft het verzilveren van cheques. De omzetten zijn hier kleiner dan die bij de ruil van buitenlands geld. In 2004 zijn minder cheques aangeboden; de omzet daalde van gemiddeld bijna 3 miljoen euro per maand in 2003 naar 2 1/2 miljoen euro per maand vorig jaar. Een belangrijke concurrent van de cheque is de credit card. Vooral cheques met een waarde groter dan eur 10.000 daalden van bijna eur 4 miljoen in 2003 tot eur 1 miljoen vorig jaar. Minder omzetten bij geldtransactiekantoren voor wisselactiviteiten kunnen duiden op minder bezoek van toeristen naar Nederland, en in het bijzonder de hoofdstad. Uit voorlopige cijfers van de statistiek Logiesaccomodaties blijkt dat het aantal overnachtingen in Nederland in 2004 stagneerde.13 Voorts schrijdt de elektronisering van het betalingsverkeer voort, en ook dit is van invloed op de wisselactiviteiten. Buitenlanders die de euro als nationale munt niet kennen, pinnen en chippen, net als trouwens Nederlanders, steeds vaker als zij in ons land aankopen doen. Waar zij wel contant gebruiken biedt de geldautomaat direct euro’s. Voorts is de credit card populair,
Miljoenen euro’s
komt overeen met de meldgrens aan het mot. In grafiek 6 zijn de omzetten van grote geldtransfers weergegeven. De ontvangsten en uitgaven die gepaard gaan met een groot transactiebedrag liggen minder ver uit elkaar dan voor de totale omzetten in grafiek 3. Aangenomen mag worden dat familieondersteuning hier voor een groot 20
70 60 50 40 30 20 10 0 IV 02
Totaal omzetten v.v.
I 03
II
III
Aankopen van cheques
IV
I 04
II
III
IV
Aankopen van rentecoupons
vooral bij Amerikanen. Het gebruik van deze vormen van elektronisch betalen neemt elk jaar toe.14 Een belangrijke activiteit van geldtransactiekantoren vormt het verzilveren van rentecoupons. In 2004 bedroeg de omzet hiervan eur 346 miljoen. Daarmee is het qua grootte de tweede activiteit van geldtransactiekantoren. Niettemin werden er in 2004 minder coupons door het publiek bij geldtransactiekantoren aangeboden (-15%). Grafiek 5 laat deze daling ook zien. Een reden voor deze daling betreft de verdergaande giralisering van schuldbewijzen: er worden steeds minder schuldpapieren in fysieke vorm geëmitteerd. Voorts maakt het akkoord dat in de eu is gesloten over bronbelasting en informatieuitwisseling van spaartegoeden het straks minder relevant in welk eu-land de stukken worden verzilverd. Indien de nieuwe regelgeving van kracht wordt zijn de geldtransactiekantoren, en niet de klanten, verantwoordelijk voor het doorgeven van informatie aan de fiscus. Naar verwachting zal de omzet van coupons in Nederland door deze nieuwe regelgeving dalen.
deel afwezig is, of slechts op incidentele schaal voorkomt. Volgens gegevens uit 2004 gaat het bij kleine transacties om bedragen rond de 300 euro, bij grote transacties is het gemiddelde bedrag 4.100 euro. Niettemin maken de omzetten van grote transacties een flink deel uit (48%) van de totale omzet in transfers, DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
Omzet geldtransfers gestegen
Grafiek 6 Omzet geldtransfers _> eur 2.000
Grafiek 7 Chartale aankopen voor geldtransfers eur 2.000
Miljoenen euro’s
_>
Miljoenen euro’s 10 10 9 8
5
7 6 5 0
4 IV 02
I 03
II
III
IV
I 04
II
III
IV
3 2
Ontvangsten
Uitgaven
1 0 IV 02
zoals grafiek 3 laat zien (onderste lijn). In 2004 nam het aantal transacties met een uitbetaald bedrag van tenminste 2.000 euro toe met ruim 19%. Grote transacties: ontvangsten Geldtransactiekantoren ontvangen op twee manieren gelden: chartaal (contant) en giraal (via storting op een bankrekening). Klanten prefereren om contant geld bij Nederlandse geldtransactiekantoren te brengen. In 2004 werd van de totale ontvangsten van geldtransactiekantoren 96% contant aangeboden en kwam er 4% via bankrekeningen binnen. In grafiek 7 worden de grote contante geldaankopen in beeld gebracht. Ofschoon ook hier de omzetten stijgen valt wel in de laatste maanden van 2004 een daling te constateren. Een en ander hangt, zoals aangegeven, mogelijk samen met het sluiten van een aantal kantoren in het laatste halfjaar8; grote omzetten stonden daardoor onder druk. Er zou kunnen worden verondersteld dat de cliënten van de uit het register geschreven geldtransactiekantoren hun weg (nog) niet naar de concurrenten hebben gevonden. Uit gegevens van dnb valt niet af te leiden in welke landen deze bedragen zijn uitbetaald. Wel is uit mot-gegevens bekend dat voor de categorie ongebruikelijke transacties de Nederlandse Antillen, Turkije, Colombia en China veelvoorkomende bestemmingslanden zijn en dat hier waarschijnlijk een relatie met drugshandel en met mensenhandel ligt.9 Hoewel de populatie van mot-meldingen anders en breder is dan de geldtransactiekantoren die op basis van de Wgt rapporteren10, is het aannemelijk dat de genoemde landen ook bij de Wgt-kantoren en hun cliënten populair zijn. Grote transacties: uitgaven Anders dan aan de ontvangstenkant is de girale compoDNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
I 03
II
III
IV
I 04
II
III
IV
nent bij de uitbetalingen door geldtransactiekantoren in Nederland groter (22%). Opvallend zijn de aan cliënten van Nederlandse geldtransactiekantoren gegireerde grote overboekingen (grafiek 8). Sinds medio 2003 is een ware opmars te onderkennen van naar bankrekeningen van cliënten overgeboekte bedragen per transactie. Bedroeg deze aanvankelijk nog gemiddeld eur 10.000, in de loop van 2004 steeg dit bedrag tot een overboeking van eur 40.000 per transactie. Dit gemiddelde verhult dat hierbij bedragen van boven de eur 100.000 geen uitzondering waren. Het spreekt voor zich dat dergelijke transacties automatisch onder de categorie ongebruikelijk vallen. Een verklaring voor dergelijke overboekingen is dat via geldtransactiekantoren betalingen in Nederland worden verricht aan bedrijven die goederen hebben geleverd aan het buitenland. Dynamiek in- en uitschrijving Wgt-register De invoering van de Wgt in medio 2002 was zowel een verscherping als een uitbreiding van de oude Wet wisselkantoren (Wwk). Naast de onder de Wwk geregistreerde wisselkantoren werden ook instellingen die geldtransfers voor het publiek verrichten, voorheen vallende onder de vrijstelling van artikel 82 van de Wet toezicht kredietwezen (Wtk), onder de Wgt gebracht. Met de invoering van de Wwk was al een sanering in de bedrijfstak bewerkstelligd. Van de instellingen die reeds actief waren als geldtransferkantoren onder de vrijstelling artikel 82 Wtk hebben vele hun bedrijf sinds de invoering van de Wgt niet kunnen voortzetten. Belangrijkste redenen hiervoor waren de verscherpte eisen met betrekking tot functiescheiding die niet verenigbaar waren met het houden van een eenmanszaak. 21
Omzet geldtransfers gestegen
in de statistiek opgenomen. Daarnaast schakelden de klanten van kantoren in oprichting – die uiteindelijk niet werden geregistreerd omdat zij niet aan de eisen voldeden – voor hun transacties over naar de onder toezicht staande kantoren. Ook hierdoor werd meer geldtransferactiviteit waargenomen. Het toenemende gebruik van geldtransfers en de verbrede statistische waarneming bij de geregistreerde en onder toezicht staande geldtransactiekantoren levert daarmee een bijdrage aan het gestegen aantal ongebruikelijke meldingen aan het mot.
Grafiek 8 Uitgaven per bankrekening voor geldtransfers _> eur 2.000 Gemiddeld transactiebedrag in euro’s 45000 40000 35000 30000 25000 20000 15000 10000 5000
Afsluitende opmerkingen
0 IV 02
I 03
II
III
IV
I 04
II
III
IV
Voor instellingen die geldtransferactiviteiten verrichten naast bijvoorbeeld het houden van een supermarkt bleek dit niet langer mogelijk zonder vergaande professionalisering. Vooral voor kleine kantoren bleek de winstgevendheid van de activiteit te gering om de inschrijving door te zetten. Een aantal kantoren is na de inschrijving alsnog uitgeschreven. Naast diverse nieuwe inschrijvingen zijn er dus ook een aantal kantoren in het Wgt-register doorgehaald, waarvan enkele op eigen verzoek.
Conclusies Er kan worden vastgesteld dat de groei van transacties bij geldtransactiekantoren uit de Wgt-statistiek versnelt (+41%).11 Deze groei doet zich vooral voor bij kleine transacties. De groei van de grote bedragen per transactie bedroeg 19% in 2004. Voor een deel valt de toeneming van de populariteit van geldtransfers te verklaren uit de groei van de allochtone bevolking in Nederland. Sinds 1996 nam het aantal niet-westerse migranten met bijna 1/3 toe. Momenteel bedraagt het aantal legale migranten zo’n 1,6 miljoen.12 In veel niet-westerse culturen is de centrale positie van banken in het betalingsverkeer zoals wij dat kennen, niet vanzelfsprekend. Geldtransactiekantoren vervullen voor deze groepen een belangrijke functie. Voorts ontstaat steeds meer animo voor dit product dat geld snel over de wereld kan verplaatsen. Daar komt bij dat bij het in werking treden van de Wgt geleidelijk meer kantoren geregistreerd werden door dnb. Zij waren voorheen ook wel actief maart stonden nog niet onder toezicht en waren derhalve niet 22
Geldovermakingen via geregistreerde geldtransactiekantoren naar het buitenland hebben in 2004 een hoge vlucht genomen. Daarentegen stonden de wisselactiviteiten van geldtransactiekantoren in 2004 onder druk. De omzetten uit hoofde van het wisselen van vreemde valuta’s naar euro’s en vice versa, het verzilveren van cheques en het laten uitbetalen van rentecoupons zijn het afgelopen jaar onder invloed van uiteenlopende oorzaken in absolute zin gedaald. 1 dnb, Statistisch Bulletin september 2003, pp. 13-18. 2 Bij de Wet identificatie bij dienstverlening (Wid) krijgen geldtransactiekantoren de verplichting om bij elke geldtransfer de identiteit vast te stellen. Bij wisseltransacties geldt dit tevens op grond van de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet mot) indien transacties onder meer groter zijn dan eur 10.000; bij geldtransfers ligt deze grens bij eur 2.000. 3 mot, Jaaroverzicht 2003, Justitie p. 18. 4 In totaal ontving het mot in 2003 ruim 177.000 meldingen van ongebruikelijke transacties. 5 Volkskrant 15 juni 2004. 6 mot, Jaarlijks verslag 2003, Justitie p. 32 e.v. 7 mot, Jaaroverzicht 2003, Justitie p. 34 e.v. 8 De sluiting vond niet alleen op initiatief van de geldtransactiekantoren plaats. 9 mot, Jaaroverzicht 2003, Justitie pp. 36-37. 10 Aan het mot melden alle money transfer-aanbieders. Dit zijn naast geldtransactiekantoren ook banken die niet onder de Wgt vallen, maar wel deze geldtransfers als dienst verlenen. 11 In 2003 bedroeg de groei 18%. Deze groei is overigens gebaseerd op louter de gegevens van het laatste kwartaal van 2002. 12 Het aantal illegaal verblijvenden is de laatste vier jaar gestegen tot tussen de 112.000 en 163.000 personen, Ontwikkeling en migratie, Buitenlandse Zaken, juli 2004. 13 cbs, Logiesaccommodaties: gasten en overnachtingen naar land van herkomst, StatLine. 14 dnb Jaarverslag 2003, p. 113-114, dnb Kwartaalbericht maart 2005.
DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
Huishoudens op zoek naar meer rendement liet het spaargeld enige jaren een forse groei zien.3 In beide perioden vormde de conjunctuur een belangrijke verklarende factor. In 1988 liep het particuliere verbruik terug vanwege een geringere inkomensgroei – dit herstelde zich snel in 1989 – en in recente jaren wordt gewezen op voorzorgmotieven. Door de matige economische vooruitzichten stellen huishoudens hun grote aankopen uit. Daarnaast speelde zowel toen als nu het onzekere beursklimaat een rol; huishoudens vonden en vinden beleggen nu veelal te riskant. Aan de andere kant werd in beide perioden het sparen aantrekkelijker gemaakt door een toenemend aanbod van nieuwe spaarvormen.
Traditioneel zetten huishoudens in Nederland hun overtollige middelen om in een of andere vorm van spaargelden. Aan het eind van de jaren negentig trad een verandering op. Bij sterk stijgende beurskoersen nam het beleggen in aandelen wijdverbreide vormen aan. Er werd via de banken in aandelen op de beurs gehandeld of er werd in beleggingsfondsen belegd. Met het inzakken van de financiële markten eind 2000 is deze belangstelling behoorlijk bekoeld. Na geleden koersverliezen is weer de zekerheid van spaargelden gezocht. De spaarrentes zijn echter laag. Kansen op hogere rendementen worden gezocht. Financiële instellingen spelen daar op in.
Sparen en aandelenbeurzen Ontwikkeling nieuwe financiële producten De hausse op de Nederlandse aandelenmarkt in 1999 en 2000 werd mede gevoed door particuliere beleggers. Het ‘volkskapitalisme’ bloeide en de ‘campingbelegger’ werd aangelokt om in de markt te stappen. Dit zal mede gefinancierd zijn doordat huishoudens hun spaargelden opnamen. Zo vertoonde de groei van de spaargelden1, die in de jaren tot 1998 toenam tot 11% (jaarstijging), een forse afzwakking in 1999, die doorzette tot 3% per eind 2000; daarbij zal ook de groei van de consumptieve bestedingen een rol hebben gespeeld. Nadien nam de netto-inleg in spaargelden weer toe en deze stijging zette zich voort tot het midden van 2004 (zie grafiek 1, waarin het tegengestelde verband tussen beursontwikkeling en sparen is te zien). In verschillende opzichten lijkt dit op de situatie na de forse, maar kortdurende neerwaartse beurscorrectie in oktober 1987.2 Ook toen
De sterke toename van spaargelden in de afgelopen jaren vond plaats bij een forse concurrentie tussen banken en andere financiële instellingen. Nieuwe toetreders of al aanwezige (buitenlandse) banken boden spaarproducten aan met hogere tarieven dan op de traditionele spaarrekening. Ook werden – evenals in het begin van de jaren 1990 – nieuwe producten met hogere tarieven geïntroduceerd. Ging het toen om spaarvormen die een hoge opvraagbaarheid verbinden aan een aantrekkelijke, geldmarktgerelateerde rentevergoeding, in deze tijd is dat eerste aspect verder ontwikkeld in de vorm van internetsparen, waarmee in beginsel zeer snel over het spaargeld beschikt kan worden. Naast deze spaarproducten ontwikkelen de banken echter voor hun particuliere klanten ook veel nieuwe eigen beleg-
Grafiek 1 Ontwikkeling spaargeld en aex Procentuele jaarstijging 14
80
12
60
10
40
8
20
6
0
4
-20
2
-40
0
-60 I 85
Spaargeld
DNB
I 86
I 87
I 88
I 89
I 90
I 91
I 92
I 93
I 94
I 95
I 96
I 97
I 98
I 99
I 00
I 01
I 02
I 03
I 04
aex, schaal rechts
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
23
Huishoudens op zoek naar meer rendement
gingsproducten met mogelijk hogere rendementen, die overigens ook sneller dan nieuwe beleggingsfondsen op de markt kunnen worden gebracht. Met dit nieuwe afzetkanaal kunnen klanten worden gebonden dan wel aangetrokken, waarmee direct en indirect inkomsten kunnen worden gegenereerd. Hierbij wordt verlies aan spaargelden en concurrentie met gelieerde beleggingsfondsen (huisfondsen) voor lief genomen. Overigens is na de goede beursjaren de netto-inleg van alle beleggingsfondsen aanzienlijk teruggelopen, van eur 15 miljard in 2000 tot eur -1,9 miljard (ongecorrigeerd) in 2004.4 Om huishoudens te interesseren in financiële (belegging)producten wordt door banken naast traditionele bank- en spaarbrieven5 een breed spectrum van nieuwe instrumenten aangeboden. Soms gebeurt dit heel direct door klanten folders van nieuwe producten toe te sturen, maar er wordt ook op andere manieren ruim geadverteerd. Overigens hebben ook andere financiële instellingen, zoals verzekeringsinstellingen en vermogensbeheerders, zich op deze markt begeven en zenden hun klanten brochures. Dit brede aanbod van producten, bestemd voor de actieve belegger, speelt in op diverse beleggerwensen. Eén aspect is het bieden van toegang tot (verre) aandelenbeurzen. Daarbij wordt de beursontwikkeling één op één gevolgd of er kan versterkt van geprofiteerd worden (bijvoorbeeld door voor 130% te participeren in een opgaande koersontwikkeling). Een andere invalshoek is de mate van garantie van de hoofdsom. Min of meer daaraan gekoppeld is het al of niet bieden van tussentijdse renteinkomsten (vast en/of variabel); dit aspect is niet nieuw, want dit is ook relevant bij een traditionele bank- respectievelijk spaarbrief. Deze kenmerken worden in verschillende samenstellingen gecombineerd. In het algemeen gaat het om
het verbeteren van het rendement met een verhoogd risicoprofiel, waarbij een mengsel van financiële instrumenten waaronder derivaten wordt gehanteerd. Schematisch kan dit als volgt worden gepresenteerd, waarbij de drie dimensies beurs, garantie en inkomsten op de assen staan (figuur 1). Aan de ene kant van dit spectrum (punt A van het figuur) resulteert dit in producten met een sterke hefboomwerking die grote winstmogelijkheden bieden, maar waarbij ook de hele inleg verloren kan gaan. Anderzijds (punt B) worden bovengenoemde kenmerken zo gecombineerd dat er zogenoemde garantieproducten worden aangeboden. Bij een dergelijk product wordt (vrijwel) 100% van de hoofdsom gegarandeerd. Verder wordt in de eerste jaren een relatief hoog vast rentepercentage toegezegd (bijvoorbeeld 7 of 8%), terwijl voor de rest van de looptijd er kans is op een hoge rente. Het niveau van deze rente wordt bepaald door koppeling aan bijvoorbeeld een beursindex (dit kent wel een maximum en anderzijds bij tegenvallende beurzen ook een minimum van 0%). In een andere constructie wordt bijvoorbeeld de couponrente na elke zesmaandsperiode met enkele procentpunten verhoogd, welk oplopend niveau echter wordt verlaagd met de geldende Euribor. De 100%-hoofdsomgarantie wordt door de emittent gerealiseerd door een groot deel van de inleg te beleggen in een zerocoupon-obligatie, die gedurende haar looptijd aangroeit tot een aflossingswaarde van 100. Met (soms) een mix van opties wordt geprobeerd het extra rendement te behalen. Met het ‘bouwen’ van dergelijke constructies zijn wel kosten gemoeid, die direct of indirect door de afnemer moeten worden opgebracht.
Omvang garantieproducten Figuur 1 Kenmerken nieuwe financiële producten beursontwikkeling participatiegraad <100
1-op-1
participatiegraad >100 of anders versterkt
0
garantie
meer risico
meer zekerheid over rendement
100 b
24
ja
tussentijdse opbrengsten
nee
a
De garantieproducten vertonen duidelijk verwantschap met een vorm van sparen, zowel wat betreft hoofdsomgarantie6 als renteopbrengst, zij het dat deze over de hele looptijd gezien onzeker is, maar dat geldt in zekere zin ook bij een spaarinstrument met een variabele, marktgerelateerde rente. Gezien deze aspecten vinden die garantieproducten veel aftrek. Voor de drie grote Nederlandse banken is onderzocht om wat voor bedragen het gaat. Dit is gedaan voor 2004; dergelijke garantieproducten werden al eerder op de markt gebracht, maar de indruk bestaat dat ze in het afgelopen jaar een grotere vlucht hebben genomen en duidelijk aan gewicht hebben gewonnen. Verder is om het wisselkoersrisico uit te sluiten alleen gekeken naar in euro luiDNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
Huishoudens op zoek naar meer rendement
dende producten. Gebruik is gemaakt van de emissiestatistiek van dnb. Ten behoeve daarvan worden van alle Nederlandse overheden en bedrijven individuele emissies op de kapitaalmarkt bijgehouden. Daarnaast is onderzoek gepleegd aan de hand van de internetsites van die banken. Anders dan bij andere statistieken gaat het hier derhalve niet om aan dnb gerapporteerde bedragen. Schattingen wijzen uit dat in 2004 door die banken voor bijna eur 3 miljard aan garantieproducten met volledige hoofdsomgarantie is uitgegeven. Dit bedrag neemt toe tot eur 4,3 miljard als producten met bijna 100% (meer dan 98,5%) garantie worden inbegrepen; bij deze additionele instrumenten was de uitgifteprijs boven pari, zodat bij een aflossing van eur 1000 nominaal de effectieve aflossingwaarde onder de 100% zakt. De totale markt hiervan kan overigens nog groter zijn, omdat slechts een beperkt aantal instellingen is onderzocht. Het valt niet vast te stellen of de producten voor het hele bedrag van ruim eur 4 miljard bij Nederlandse huishoudens is geplaatst. Gezien de marketing enerzijds en het feit dat institutionele beleggers dergelijke producten zelf goedkoper kunnen construeren anderzijds lijkt dit echter wel aannemelijk. Voor zover valt vast te stellen uit de rapportage ten behoeve van de betalingsbalans is nog wel een klein deel verkocht aan niet-ingezetenen, maar dan blijft nog zeker eur 4 miljard over. Dit bedrag kan worden vergeleken met de netto-inleg aan spaargeld in 2004 van Nederlandse huishoudens van eur 15 miljard. Daarmee is niet gezegd dat het om volstrekt uitwisselbare zaken gaat. Een belangrijk verschil is dat het bij de garantieproducten gezien hun gemiddelde looptijd van bijna 7 jaar (variërend tussen 3 en 10 jaar) in vergelijking met sparen om relatief lange beleggingen gaat, die ook niet eerder opgezegd kunnen worden omdat dit ten koste kan gaan van de waarde. Ook om een andere reden hoeft het niet zo te zijn dat de toename van spaargeld zonder die producten navenant hoger was uitgekomen. Het is namelijk ook goed mogelijk dat deze producten een substituut vormen voor de bank- en spaarbrieven. In 2004 werd hiervan eur 1,8 miljard afgelost, terwijl eur 0,3 miljard nieuw is geplaatst, zodat per saldo is afgelost. Dit kan voor huishoudens een financieringsbron voor die garantieproducten zijn geweest. Overigens wordt met deze netto-aflossing van bank- en spaarbrieven een trend voortgezet. Het uitstaande bedrag van deze beursgenoteerde instrumenten is in de periode 2001-2003 vooral vanwege forse aflossingen met eur 3,5 miljard afgenomen.
DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
Afsluitende opmerkingen Voor het bankwezen vormen garantieproducten geen financieringsmiddelen zoals spaargelden en obligaties waarvan in 2004 in velerlei vorm voor in totaal EUR 70 miljard nieuw is geplaatst. De opbrengsten van die garantieproducten worden immers in andere financiële instrumenten belegd en kunnen niet vrij worden ingezet voor kredietverlening. Toch gaat het hier voor de banken om een interessante markt gezien de veelheid van nieuwe producten waar zij ontwikkel- en marketingkosten voor over hebben. Behoud van aandeel in de vermogensmarkt van huishoudens en het genereren van inkomsten zullen hierbij van belang zijn. Vergeleken met sparen en beleggingsfondsen is de aankoop van garantieproducten door huishoudens van ruim EUR 4 miljard niet onaanzienlijk. Of de huishoudens met deze nieuwe producten werkelijk een beter rendement behalen dan op gewone spaarrekeningen moet worden afgewacht. De eerste jaren is de rente zeker hoger, maar in de resterende looptijd is het renteniveau onzeker en zou in het ergste geval tot nul kunnen terugvallen. Verder moet het geld voor langere tijd worden vastgelegd terwijl tussentijds uitstappen geld kan kosten. Een ander aspect vormen nog de bijkomende kosten, die het effectieve rendement kunnen drukken. Dat neemt niet weg dat garantieproducten voor de belegger, die zijn kansen én risico’s inschat, een aantrekkelijk alternatief kunnen zijn. 1 Het betreft hier deposito’s met vaste looptijd en deposito’s met opzegtermijn aangehouden door Nederlandse huishoudens bij Nederlandse banken. Vanwege substitutie tussen beide depositovormen zijn ze hier samengenomen. 2 De beurscorrectie volgend op de Azië-crisis in augustus 1998 had mogelijk mede vanwege de kortere duur weinig effect op de groeivoet van spaargelden. 3 Overigens zorgde het wegtrekken van spaargelden nadat medio 1987 de invoering van renterenseignering bekend was gemaakt wel voor een vertekening, eerst neerwaarts en na uitwerking van dit effect opwaarts. 4 Zie voor een beschrijving van deze ontwikkeling in 2004 in een artikel over beleggingsinstellingen elders in dit Statistisch Bulletin. 5 Een bankbrief is een obligatie met een jaarlijkse rentebetaling, terwijl bij een spaarbrief pas aan het eind van de looptijd de opgebouwde rente (samen met de hoofdsom) wordt uitbetaald. 6 Een wezenlijk verschil is echter dat bij het voortijdig te gelde maken van het garantieproduct mogelijk verliezen worden geleden. Dat kan bij spaarproducten niet gebeuren, behalve bij depositovormen waarbij is afgesproken dat bij vervroegde beëindiging van het contract boete moet worden betaald.
25
Pensioenpremie en indexatie in 2005 Uit gegevens van de 25 grootste pensioenfondsen van Nederland blijkt dat het merendeel van de ondernemingspensioenfondsen in 2005 de pensioenpremies verlaagt, terwijl de bedrijfstakpensioenfondsen deze verhogen. De indexatie blijft in de jaren 2004 en 2005 achter op de prijsontwikkeling. Dit geldt zowel voor de indexatie van pensioenuitkeringen als voor de indexatie van pensioenaanspraken. Er treden in 2005 nauwelijks veranderingen in de franchise en in de maxima van het pensioengevende salaris op.
keringen en pensioenaanspraken en de hoogte van de franchise. De resultaten van deze enquête zijn ook ter beschikking gesteld aan het Centraal Planbureau. Deze gebruikt de cijfers in zijn modellen voor het bepalen van de loonkosten, de belastinginkomsten en de koopkrachtontwikkeling ten behoeve van het Centraal Economisch Plan. Ook het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de resultaten ontvangen met oog op beleidsvorming. In onderstaand artikel worden de enquêteresultaten gepresenteerd.
Inleiding
Ontwikkelingen in Premie
De 25 grootste pensioenfondsen van Nederland hebben begin 2005 meegewerkt aan een enquête over de hoogte van pensioenpremies, de indexatie van pensioenuit-
Uit tabel 2 blijkt dat het niveau van pensioenpremies bij ondernemingspensioenfondsen hoger is dan bij bedrijfstakpensioenfondsen; dit geldt zowel in 2004 als
Kader De enquête
basis gebruikt. Hierdoor zijn de gepresenteerde percentages gestandaardiseerd en onderling vergelijkbaar; ze zijn niet te vergelijken met percentages die door pensioenfondsen of in cao’s worden gehanteerd. Elk fonds kent een ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Daarnaast kennen 13 fondsen uit de enquête een vroegpensioen en 22 fondsen een invaliditeitspensioen. Er is geen uitsplitsing gemaakt in de premiepercentages naar de verschillende pensioensoorten zodat deze bij elkaar zijn opgeteld. De hier gepresenteerde premiepercentages bevatten alleen de premies die voortvloeien uit regelingen waaraan deelname verplicht is voor de werknemer. Pensioenfondsen variëren zeer sterk in omvang; er zijn enkele zeer grote fondsen en heel veel kleine fondsen. De grootste 25 fondsen die bij deze enquête zijn betrokken beslaan – gemeten naar balanstotaal – samen ruim 74% van de sector.
De enquête is gehouden onder de 25 grootste pensioenfondsen van Nederland. Alle aangeschreven pensioenfondsen hebben gereageerd op de enquête. Niettemin was het voor een individueel pensioenfonds niet altijd mogelijk alle gevraagde gegevens te leveren. In enkele gevallen was het overleg tussen de sociale partners nog niet afgerond en was de premie voor 2005 nog niet vastgesteld. Een aantal bedrijfstakpensioenfondsen was niet in staat de gevraagde salarissom tijdig vast te stellen. Deze salarissom is de basis geweest voor het wegen van cijfers; indien ze ontbrak, is het fonds noodgedwongen buiten de statistieken over gemiddelde premiepercentages en gemiddelde indexatiepercentages gehouden. Er bestaat zeer veel variatie in de wijze van premievaststelling. Een enkel fonds ontvangt jaarlijks de actuarieel benodigde premie van de werkgever. In andere gevallen wordt de premie vastgesteld als percentage van het salaris en verdeeld over werkgevers en werknemers. Delen van het salaris kunnen uitgesloten zijn van premieheffing; de franchise en het excedent. Een premiepercentage kan via een staffel variabel zijn gemaakt en afhankelijk zijn van de hoogte van het salaris. Teneinde vergelijkbare cijfers te verkrijgen, zijn de gerapporteerde premiecijfers voor elk fonds omgerekend naar percentage van het salaris. Daarbij is onvermijdelijk enige vorm van onnauwkeurigheid opgetreden. Opgemerkt wordt dat pensioenfondsen de premie voor het ouderdomspensioen vaststellen op basis van de pensioengrondslag; dit is het salaris verminderd met de franchise. In dit artikel wordt het gehele salaris als
DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
Tabel 1 Dekking van de steekproef Als percentage van de gehele sector op basis van balanstotaal
Type pensioenfonds
Steek- Rest proef
Sector
Bedrijfstakpensioenfondsen Ondernemingspensioenfondsen Overig
60
7
67
14
16
30
0
3
3
Totaal
74
26
100
27
Pensioenpremie en indexatie in 2005
in 2005. Opvallend is dat het premieniveau bij bedrijfstakpensioenfondsen stijgt in 2005 en bij ondernemingspensioenfondsen juist daalt. Het verschil in premieniveau tussen beide typen pensioenfondsen wordt kleiner in 2005. Toch hebben ondernemingspensioenfondsen in het verleden ook hun premies verhoogd.1 De genoemde premiestijgingen hebben onder andere een relatie tot de renteontwikkeling. De gestage daling van de lange rente sinds het begin van de jaren negentig had tot gevolg dat de actuele waarde van de pensioenverplichtingen steeg. Dit bleef echter onopgemerkt omdat de pensioenfondsen de omvang van de verplichtingen niet met de marktrente maar met een vaste rekenrente berekenden. Dit effect werd nog eens versterkt doordat tot 2000 het beursklimaat zeer gunstig was, waardoor de actuele waarde van de beleggingen steeg. Toen de beurskoersen in 2000 begonnen te dalen en de waarde van het belegde pensioenvermogen afnam werd duidelijk dat de pensioenpremies moesten stijgen om de groei in pensioenaanspraken te betalen. Als bijkomend effect van de gedaalde beurskoersen raakten de reserves van veel pensioenfondsen onder het vereiste minimumniveau. De pensioenfondsen met een tekort waren gedwongen deze weer op peil te brengen. Deels deden zij dit via een opslag in de pensioenpremie. Ondernemingspensioenfondsen hebben de premies sneller kunnen verhogen dan de bedrijfstakpensioenfondsen. Dat komt omdat ondernemingspensioenfondsen met minder partijen overeenstemming hoeven te bereiken over het te voeren premiebeleid; een ondernemingspensioenfonds zit immers maar met één werkgever aan de onderhandelingstafel. Het lijkt erop dat de ondernemingspensioenfondsen zich in 2005 voor een groot deel hebben aangepast. Het gegeven dat zes ondernemingspensioenfondsen uit de steekproef de premie in 2005 hebben verlaagd ondersteunt deze veronderstelling (tabel 3).
Bedrijfstakpensioenfondsen zijn later begonnen met het verhogen van de premie. Daarnaast verhogen zij de premies geleidelijker, zodat dit proces nog niet lijkt te zijn afgelopen. Negen bedrijfstakpensioenfondsen hebben de premies in 2005 verhoogd en geen enkele heeft een premieverlaging doorgevoerd. De bedrijfstakpensioenfondsen hebben een groter aandeel in de sector en de enquête dan de ondernemingspensioenfondsen. Kijkende naar de pensioenpremies in de gehele enquête zien we daarom in 2005 een premiestijging van 1%-punt ten opzichte van het salaris (tabel 2). De veranderingen in premieniveau’s zullen gevolgen hebben voor de premie-inkomsten voor de pensioenfondsen2. Ceteris paribus kunnen ondernemingspensioenfondsen een daling van 17,6% verwachten, terwijl de bedrijfstakpensioenfondsen mogen uitzien naar een stijging van 10,7%.
Ontwikkelingen in indexatie Indexatie van pensioenuitkeringen Veel pensioenregelingen hebben de ambitie om pensioenuitkeringen periodiek te indexeren. Daarbij wordt de hoogte van indexatie in beginsel gebaseerd op een maatstaf voor de waardevastheid of welvaartsvastheid van de pensioenuitkering. Dertien fondsen gebruiken de prijsontwikkeling als basis voor hun indexatiebeleid, deze fondsen streven waardevaste pensioenuitkeringen na. Acht fondsen gebruiken de loonontwikkeling als basis, zij streven een welvaartsvast pensioen na. De loonontwikkeling varieert overigens per branche en onderneming. Een aantal van deze acht pensioenfondsen baseert de indexatie daarom niet op de algemene loonontwikkeling maar op de loonontwikkeling binnen de branche (bij 3 fondsen), of onderneming (bij 1 fonds).
Tabel 2 Pensioenpremie Premie als percentage van het salaris
Type pensioenfonds
2004
2005 Procentueel verschil
Bedrijfstakpensioenfondsen Ondernemingspensioenfondsen
14,0
15,5
10,7
25,0
20,6
-17,6
Gezamenlijk
15,0
16,0
6,7
28
DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
Pensioenpremie en indexatie in 2005
Tabel 3 Mutatie in premie Aantallen pensioenfondsen
Type pensioenfonds Bedrijfstakpensioenfondsen Ondernemingspensioenfondsen Gezamenlijk
Stijging
Daling
Gelijk
9
0
2
2
6
4
11
6
6
De overige vier fondsen baseren het indexatiebeleid op een combinatie van prijs- en loonontwikkeling of noemen de indicator niet expliciet in hun reglementen. Alle fondsen in de steekproef kennen een voorwaardelijk indexatiebeleid en hebben daarmee de mogelijkheid de werkelijk toegekende hoogte van indexatie van pensioenuitkeringen af te laten wijken van de indicator. Dit biedt een fonds de mogelijkheid zijn financiële positie te betrekken bij het bepalen van indexatie of om correcties toe te passen voor afwijkingen in voorgaande jaren. Indexatie vindt over het algemeen met een vertraging van een jaar plaats, dat wil zeggen dat de indexatie van 2005 gebaseerd is op loon- of prijsontwikkeling in 2004. Om deze reden is de prijsontwikkeling in tabel 4 een jaar opgeschoven naar het tijdstip waarop zij voor indexatie gebruikt is. Omdat er veel variatie is in loonontwikkeling tussen verschillende branches is afgezien van het tonen van een algemene loonontwikkeling in de tabel. De in tabel 4 getoonde indexatiecijfers zijn gewogen met de salarissom en moeten geïnterpreteerd worden als de indexatie die het gemiddelde pensioenfonds heeft toegekend. Deze is niet per se hetzelfde als de indexatie die de gemiddelde gepensioneerde heeft ont-
vangen, omdat hiervoor gewogen zou moeten worden met het aantal gepensioneerden per fonds. In algemene termen kan gesteld worden dat de indexatie van uitkeringen in 2004 en 2005 bij de in de enquête betrokken fondsen achterblijft bij de prijsontwikkeling. Vooral in 2005 is het verschil relatief groot omdat in 2004 (de basis voor de indexatie van 2005) in een aantal bedrijfstakken geen, of een zeer geringe, loonontwikkeling heeft plaatsgevonden. Met het indexeren van pensioenuitkeringen stijgt de contante waarde van de pensioenverplichtingen. Een fonds kan door de indexatie te beperken een positieve invloed uitoefenen op haar financiële positie. Uit tabel 4 blijkt dat dit een algemeen gebruikt beleidsinstrument is. Het aantal ondernemingspensioenfondsen dat in 2005 de indexatie van uitkeringen heeft beperkt is gedaald. Dit bevestigt het beeld dat de ondernemingspensioenfondsen de slechtste jaren achter de rug hebben. In de jaren van de enquête zijn de loon- en de prijsstijging gering in vergelijking met de jaren daarvoor. Dit verzacht voor de deelnemers de pijn van kortingen op de indexatie.
Tabel 4 Indexatie van pensioenuitkeringen Indexatie in procenten Aantal fondsen dat indexatie beperkt
Aantal fondsen Type pensioenfonds
2004
2005
2004
2005
Bedrijfstakpensioenfondsen Ondernemingspensioenfondsen
12
1,62
0,18
8
8
12
1,57
0,88
8
6
Gezamenlijk
24
1,61
0,25
16
12
2,0
1,2
Prijsontwikkeling (cpi, bron cbs)
DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
29
Pensioenpremie en indexatie in 2005
Tabel 5 Indexatie van pensioenaanspraken Indexatie in procenten Aantal fondsen dat indexatie beperkt
Aantal fondsen Type pensioenfonds Bedrijfstakpensioenfondsen Ondernemingspensioenfondsen Gezamenlijk
2004
2005
2004
2005
9
0,98
0,34
5
6
4
0,51
0,09
1
0
13
0,96
0,33
6
6
2,0
1,2
Prijsontwikkeling (cpi, bron cbs)
Indexatie van pensioenaanspraken Bij pensioensystemen gebaseerd op een voorwaardelijk geïndexeerd middelloon zal als gevolg van de prijsinflatie ook de waarde van pensioenaanspraken van actieve deelnemers afnemen. Bij eindloonsystemen gebeurt dit niet omdat mag worden aangenomen dat de geldontwaarding in de loonstijging is gecompenseerd en pensioenaanspraken op het laatst verdiende loon zijn gebaseerd. Eindloonregelingen verliezen de laatste jaren echter terrein zodat de maatschappelijke relevantie van de indexatie van pensioenaanspraken toeneemt. Pas op de lange termijn zullen de effecten van het indexatiebeleid voor de actieve deelnemers ervaren worden. De steekproef omvat vier eindloonregelingen, vijftien middelloonregelingen en negen combinatieregelingen, veelal met een middellooncomponent. Het totale aantal regelingen is groter dan het totale aantal pensioenfondsen omdat enkele pensioenfondsen meerdere regelingen kennen. Indexatie voor pensioenaanspraken wordt in de meeste gevallen gebaseerd op de loonontwikkeling, slechts bij twee fondsen wordt de prijsontwikkeling gehanteerd. De verschillen tussen de prijsontwikkeling en de indexatie van aanspraken (tabel 5) fluctueren daarom sterker dan die tussen de prijsontwikkeling en indexatie van uitkeringen (tabel 4). Alleen fondsen met een middelloon of combinatieregeling hebben de mogelijkheid de indexatie van pensioenaanspraken te beperken (tabel 5). In vergelijking met een beperking van de indexatie van uitkeringen (tabel 4) zijn er dan ook minder fondsen die de indexatie van aanspraken beperken. Er is geen reden om aan te nemen dat pensioenfondsen die zowel de mogelijkheid hebben de indexatie van de aanspraken als van de uitkeringen te beperken dit in verschillende mate doen.3 Overigens is tabel 5 gebaseerd op slechts 13 fondsen en 30
is daarom enige voorzichtigheid geboden met een vergelijking met tabel 4 die is samengesteld uit 24 fondsen.
De franchise en het maximale pensioengevende salaris Pensioenpremies worden, zeker wanneer het ouderdomspensioenen betreft, niet geheven over het gehele pensioengevend salaris. Veelal is een eerste deel van het salaris premievrij, de zogenaamde franchise. Vaak is er ook een maximum gesteld aan het salaris waarover pensioenpremie betaald moet worden. Over het salaris boven dit maximum, het excedent, kan soms toch nog pensioen worden opgebouwd, maar dan onder andere voorwaarden. Alle pensioenfondsen uit de steekproef kennen een franchise bij de premiestelling voor het ouderdomspensioen. Tabel 6 geeft het gemiddelde, de laagste en de hoogste waarde van de franchise voor het ouderdomspensioen. Hieruit blijkt dat de franchise nauwelijks is veranderd in 2005. Dit is weinig verrassend daar de franchise veelal via de aow gekoppeld is aan het minimumloon. Dit laatste is in 2005 in bruto termen ongewijzigd, in netto opzicht kunnen wat veranderingen optreden als gevolg van veranderde belastingwetgeving en een extra Tabel 6 Hoogte van de franchise Euro’s
Gemiddeld Maximum Minimum
2004
2005
14.338
14.376
17.607
17.608
7.216
7.244
DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
Pensioenpremie en indexatie in 2005
Tabel 7 Hoogte van het maximale pensioengevende salaris Euro’s
Gemiddeld Maximum Minimum
2004
2005
72.927
73.153
209.035
209.035
42.697
42.768
tegemoetkoming op de aow. Enkele fondsen hebben kleine aanpassingen in de hoogte van de franchise doorgevoerd, mogelijk omdat zij een geïndexeerde franchise kennen. Acht fondsen uit de enquête kennen een maximum voor het salaris waarover nog premie wordt geheven. Tabel 7 geeft het gemiddelde, de laagste en de hoogste waarde voor het maximale pensioengevende salaris voor het ouderdomspensioen. Er blijkt dat in 2005 de bedragen weinig veranderen.
Conclusies Het lijkt erop dat het merendeel van de in de enquête betrokken ondernemingspensioenfondsen zich heeft aangepast aan de veranderde omstandigheden. Hierdoor weten zij hun premieniveau in 2005 constant te houden of zelfs te verlagen. Bedrijfstakpensioenfondsen hebben 2005 nodig om zich aan te passen en te herstellen, zo blijkt uit de premieverhoging in 2005. Iets meer dan de helft van de fondsen heeft in 2004 niet volledig volgens de loon- of prijsontwikkeling geïndexeerd, in 2005 indexeert de helft van de ondervraagde fondsen niet volledig. De negatieve effecten hiervan voor de belanghebbenden blijven beperkt omdat ook de prijsinflatie en de loongroei gering zijn. 1 dnb Statistisch Bulletin december 2004, pp. 17-20. 2 Voor gegevens over pensioenfondspremies in eurobedragen wordt verwezen naar tabel 8.2 achter in dit Bulletin (thans tot en met 2003 beschikbaar). 3 Dit blijkt uit een aanvullend onderzoek in jaarverslagen en nieuwsberichten van pensioenfondsen.
DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
31
Monetair-financiële statistieken Nederland
Tabel 1.1 Rentetarieven van De Nederlandsche Bank en van de Europese Centrale Bank Procenten
De Nederlandsche Bank Vaste Rente Marginale voorschot- speciale voorschotrente beleningen rente
Datum van ingang 8 januari 1993 20 januari 5 februari 11 maart 19 maart 8 april 23 april 29 april 10 mei 13 mei 21 mei 28 mei 22 juni 2 juli 19 juli 30 juli 4 augustus 10 september 22 oktober 17 november 3 december 22 december 31 december
8,00
7 januari 1994 18 februari 15 april 29 april 13 mei 7 juni 15 juni 15 juli
5,25 5,00 4,75
31 maart 1995 13 april 10 mei 31 mei 9 juni 18 augustus 25 augustus 22 september 20 oktober 17 november 15 december
4,00
19 januari 1996 25 januari 2 februari 29 maart 15 april 19 april 7 mei 15 juli 23 augustus 28 februari 1997 11 maart 23 mei 11 juli 10 oktober
7,75 7,50
7,25 7,00 6,75 6,50 6,25 6,00 5,75 5,50
4,50
3,75 3,50
3,25 2,75
2,50 2,00
6,5 6,4 6,1 6,0 5,8 5,7 5,6 5,5 5,4 5,3 5,1 5,0 4,9 4,8 4,5 4,4 4,3 4,2 4,1 4,0 3,9 3,8 3,7 3,6 3,4 3,3 3,2 3,0 2,9 2,8 2,7 2,6 2,7 2,5
2,50
2,7 2,9
2,75
3,0 3,3
4,50
4 december 1998 Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
2*
8,5 8,4 8,3 8,1 8,0 7,9 7,7 7,5 7,4 7,3 7,2 7,0 6,9 6,7 6,6
3,0
Europese Centrale Bank Deposito rente
Basis-herfinancieringtransacties Vasterentetenders
Marginale beleningsrente
Variabele-rentetenders Minimale Marginale inschrijrentevoet vings rente
Gewogen gemiddelde rentevoet
Datum van ingang 1 januari 1999 4 januari 1 22 januari 9 april 14 april 5 november 10 november
2,00 2,75 2,00 1,50
4 februari 2000 9 februari 17 maart 22 maart 28 april 4 mei 9 juni 15 juni 28 juni 1 september 6 september 6 oktober 11 oktober
2,25
11 mei 2001 15 mei 31 augustus 5 september 18 september 19 september 9 november 14 november
3,50
6 december 2002 11 december
1,75
7 maart 2003 12 maart 6 juni 9 juni
1,50
3,00
4,50 3,25 4,50 3,50
2,50 2,00
4,00 3,00 4,25 3,25
2,50
4,50 3,50
2,75
4,75 3,75
3,25
5,25 4,25 4,25
4,29
4,32
4,50
4,55
4,57
4,75
4,76
4,78
4,50
4,54
4,56
4,25
4,27
4,28
3,75
3,76
3,77
3,25
3,37
3,40
2,75
2,82
2,83
2,50
2,57
2,63
2,00
2,09
2,11
3,50
5,50
3,75
5,75
5,50
3,25
5,25
2,75
4,75
2,25
4,25
3,75
3,50
1,00
3,00
1 Op 22 december heeft de ecb aangekondigd dat, bij wijze van uitzondering, tussen 4 en 21 januari 1999 een smalle bandbreedte van 50 basispunten zal gelden tussen de marginale beleningsrente en de depositorente.
3*
Tabel 2.1 Balans van de Nederlandsche Bank (monetaire opstelling) Ultimocijfers in miljoenen euro’s
Activa Leningen aan ingezetenen van het eurogebied Mfi’s
1998 1999 2000 2001 2002 iv 2003 i ii iii iv 2004 i ii iii 2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
Overheid Overige ingezetenen van het eurogebied
Aandelen en deelnemingen uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied
Effecten met uitzondering van aandelen, uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied
Totaal Mfi’s (1 t/m 3)
Overheid Overige ingezetenen van het eurogebied
Totaal Mfi’s (5 t/m 7)
Overige ingezetenen van het eurogebied
Totaal (9 + 10)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
8.512 22.645 11.702 7.093 12.993 16.459 15.473 17.002 18.366 16.819 18.634 19.269 19.762 23.457 23.311 22.778
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
8.512 22.645 11.702 7.093 12.993 16.459 15.473 17.002 18.366 16.819 18.634 19.269 19.762 23.457 23.311 22.778
0 119 274 864 1.295 1.666 1.431 1.406 1.481 1.817 1.928 2.214 2.224 2.215 2.142 2.169
7.126 7.579 8.633 7.710 7.413 7.331 7.377 7.483 7.969 7.612 6.921 6.536 6.471 6.783 6.612 6.690
0 86 176 327 403 523 517 463 347 277 416 383 382 354 371 384
7.126 7.784 9.083 8.901 9.111 9.520 9.325 9.352 9.797 9.706 9.265 9.133 9.077 9.352 9.125 9.243
200 227 238 228 224 224 224 224 224 239 234 243 243 243 244 244
148 220 225 165 121 112 114 102 114 109 108 97 100 103 107 108
348 447 463 393 345 336 338 326 338 348 342 340 343 346 351 352
21.515
632
581.909
14.039
143.553
1.745
159.337
4.411
9.354
13.765
Schuld- Kapibewijzen taal en reserves
Externe passiva
Overige passiva
Totaal passiva
Eurosysteem 2005 jan.
559.762
Passiva Chartale Deposito’s van ingezetenen van het eurogebied geldomloop Mfi’s waarvan Centrale Overige Totaal Mfi’s overover(17 + 19 gevestigd heid heid/ + 20) in overige Nederingeland zetenen van het eurogebied
1998 1999 2000 2001 2002 iv 2003 i ii iii iv 2004 i ii iii 2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
18.554 18.983 18.730 11.394 19.357 17.808 19.070 19.782 21.901 22.461 23.813 24.586 24.897 25.147 26.448 25.662
7.829 20.700 9.398 12.049 12.429 15.688 13.903 15.072 13.688 12.610 13.402 12.731 12.946 16.350 15.212 15.092
7.828 7.522 9.382 10.210 8.470 9.083 13.888 13.710 12.669 11.301 13.373 8.848 11.665 16.339 11.573 8.532
2.296 10 44 21 4 7 17 10 42 7 6 18 11 5 35 23
20 1 3 6 5 4 3 2 2 3 2 3 3 3 2 3
10.145 20.711 9.445 12.076 12.438 15.699 13.923 15.084 13.732 12.620 13.410 12.752 12.960 16.358 15.249 15.118
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
7.118 12.266 13.787 14.261 12.530 11.161 11.465 12.213 11.853 12.388 12.078 12.522 12.594 13.083 12.384 12.031
1.258 1.264 866 806 1.390 1.782 1.629 2.210 1.592 767 733 670 832 1.026 702 675
943 122 35 139 120 1.372 643 642 778 981 676 611 670 701 686 1.217
38.018 53.346 42.863 38.676 45.835 47.822 46.730 49.931 49.856 49.217 50.710 51.141 51.953 56.315 55.469 54.703
57.618
15.662
401.691
536
144.919
25.802
165.251
1.240.586
Eurosysteem 2005 jan.
502.387
328.411
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
4*
Externe activa
Vaste activa
Overige activa
Totaal activa
12
13
14
15
19.050 20.623 19.637 20.215 19.599 18.682 18.615 20.665 18.822 18.981 18.393 17.936 18.234 18.400 17.135 17.339
226 160 176 158 169 150 152 161 159 163 168 169 154 190 200 175
2.756 1.687 1.802 1.917 3.621 2.674 2.826 2.426 2.377 3.199 3.906 4.292 4.384 4.570 5.348 4.818
38.018 53.346 42.863 38.677 45.838 47.821 46.729 49.932 49.859 49.216 50.708 51.139 51.954 56.315 55.470 54.705
iv i ii iii iv i 2004 ii iii okt. 2004 nov. dec. jan. 2005
298.166
14.892
172.514
1.240.586
jan. 2005
1998 1999 2000 2001 2002 2003
5*
Tabel 2.2 Balans van de in Nederland gevestigde mfi’s (exclusief dnb) Ultimocijfers in miljoenen euro’s
Activa Leningen aan ingezetenen van het eurogebied Mfi’s
1998 1999 2000 2000 1 2001 2002 iv iv 2 2003 i ii iii iv iv 3 2004 i ii iii 2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
Overheid Overige ingezetenen van het eurogebied
Aandelen en deelnemingen uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied
Effecten met uitzondering van aandelen, uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied
Totaal Mfi’s (1 t/m 3)
Overheid Overige ingezetenen van het eurogebied
Totaal Mfi’s (5 t/m 7)
Overige ingezetenen van het eurogebied
Totaal (9 + 10)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
147.880 160.001 217.366 217.726 212.620 225.111
35.134 33.121 31.201 31.243 32.528 36.210
412.812 473.260 543.265 543.814 587.566 629.285
595.826 666.382 791.831 792.781 832.714 890.606
5.814 7.343 10.811
9.541 26.422
96.098 98.720 98.429 100.000 101.919 130.095
11.860 13.119
19.048 17.530 25.475 25.500 30.486 24.130
24.862 24.873 36.286 36.311 42.345 37.249
37.112 37.429 39.194 36.755
132.178 141.442 146.111 144.090
14.211 13.666 14.637 15.426
23.421 23.865 23.366 20.709
37.632 37.532 38.005 36.134
38.306 37.974 36.592 37.076 38.116 37.921 39.300
922.871 937.507 963.509 982.168 991.853 1.017.611 1.047.689 1.072.366 1.081.823 1.087.601 1.089.845 1.116.270
27.761 29.149 34.609 32.405
281.161 286.326 293.799 298.383 300.322 295.676 315.596
644.404 659.151 669.351 677.058 686.743 698.143 723.388 741.976 746.364 749.163 756.248 761.374
81.802 76.908 75.418 76.509 72.871 76.254 83.335 83.527 90.727 89.942 90.706
2.695 5.384 8.610
241.355 240.928 254.964 268.356
11.601 16.428 14.405 14.885 19.507 27.420 20.339 20.890 21.566 21.559 20.978 22.628 21.792 23.937 23.922 23.204 23.579 19.724
86.861 92.399 96.570 95.187 95.585 97.253 103.681
32.087 31.346 32.027 31.886 32.811 34.579 33.626
141.577 145.535 152.534 150.995 151.600 155.412 157.030
15.973 16.782 16.305 16.987 16.580 16.758 18.463
23.522 24.435 25.634 26.225 26.270 25.110 26.687
39.493 41.218 41.939 43.213 42.852 41.868 45.150
1.428.361
1.336.559
468.543
3.233.463
293.349
669.396
962.745
Eurogebied: mfi's (exclusief Eurosysteem) 2005 jan.
4.475.905
820.126
7.589.983 12.886.014
Passiva Chartale Deposito’s van ingezetenen van het eurogebied geldomloop Mfi’s Centrale Overige overheid/overige ingezetenen van het overeurogebied heid Giraal Met Met Repo’s Totaal vaste opzeg(20 t/m looptermijn 23) tijd 17 1998 1999 2000 2000 1 2001 2002 iv 2003 i ii iii iv iv 3 2004 i ii iii 2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
Totaal (18 t/m 23)
18
19
20
21
22
23
24
25
151.355 165.674 214.472 214.995 205.614 248.380 274.577 274.167 289.126 306.566
2.120 1.928 962
2.508 1.148 1.570 1.722 1.192 1.364 1.746
113.614 115.256 153.029 153.419 152.542 147.025 152.987 152.888 148.994 146.892 149.110 139.956 136.968 142.699 144.987 148.449 148.189 144.325
118.360 127.176 117.801 117.827 142.547 160.567 174.382 181.380 186.679 188.774 195.019 203.534 210.421 213.258 213.868 213.475 213.813 218.159
1.485 246 0
316.395 328.260 346.431 349.887 345.513 349.806 361.320
104.172 118.416 131.890 131.968 150.969 152.521 153.382 158.356 156.555 158.892 156.073 153.503 161.350 153.421 153.282 157.499 162.186 158.711
337.631 361.096 402.720 403.214 446.249 460.169 480.917 492.762 492.283 494.945 500.589 498.680 509.487 509.615 512.712 519.770 525.186 522.276
491.107 528.699 618.152 619.169 653.162 709.724 757.904 768.777 783.325 803.572 809.216 817.583 838.895 857.616 864.321 866.475 876.356 885.342
1.627.972
228.140
1.299 1.175 2.410 1.848 1.916 2.061
191 56 166 138 55 387 1.687 748 237 575 347 998 1.081
Aande- Schuldlen/par- bewijzen ticipatiebewijzen in geldmarktfondsen
26
27 112.681 147.439 159.606 191.437 208.212 220.617 229.461 236.723 239.800 262.103 269.415 273.356 278.245 280.472 280.092 293.464
Eurogebied: mfi's (exclusief Eurosysteem) 2005 jan.
0
4.727.834
122.860
2.413.874
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Begin nieuwe reeks per december 2000 als gevolg van de uitbreiding van het eurogebied met Griekenland.
6*
2.382.269
6.652.255 11.502.949
2 Begin nieuwe reeks per december 2002 als gevolg van een herrubricering.
688.950
3.533.660
AanExterne delen activa in geldmarktfondsen
Vaste activa
Overige activa
Totaal activa
12
13
14
15
16
0 0 0
5.253 5.564 5.938
25.826 33.277 40.396
896.153 983.668 1.148.941
0 0
148.289 154.849 176.062 173.516 239.804 244.281
6.243 6.266
42.880 47.895
1.265.904 1.356.393
0 0 0 0
257.200 267.623 244.096 244.037
6.207 6.139 5.933 6.089
0 0 0 0 0 0 0
271.404 272.782 266.665 258.053 266.257 276.678 271.135
6.048 5.913 5.856 5.813 5.745 5.715 5.244
50.539 58.101 63.873 57.977 53.937 54.019 62.167 91.798 99.335 104.582 108.005 113.922
1.406.627 1.448.344 1.461.527 1.470.495 1.476.140 1.530.152 1.575.304 1.631.158 1.639.232 1.658.637 1.677.523 1.708.751
75.625
3.075.534
157.141
Kapitaal en reserves
Externe passiva
Overige passiva
Totaal passiva
28
29
30
31
44.957 47.701 58.333
69.350 59.153 78.235
896.153 983.668 1.148.941
60.754 63.726 62.896 64.647 65.405 63.277
178.060 200.676 234.615 233.598 299.327 309.008 294.419 303.817 279.434 270.329
61.225 65.725 70.791 81.642 96.642 93.519
68.412 68.098 67.772 67.697 67.981 64.753 64.685
285.174 294.970 296.911 287.805 295.286 301.076 309.664
96.881 103.925 135.501 141.165 148.422 155.247 155.597
1.265.904 1.356.393 1.406.627 1.448.344 1.461.527 1.470.495 1.476.140 1.530.152 1.575.304 1.631.158 1.639.232 1.658.637 1.677.523 1.708.751
iv i ii iii iv iv 3 i 2004 ii iii okt. 2004 nov. dec. jan. 2005
1.205.348
2.967.396
1.748.199 21.646.502
jan. 2005
1.255.975 21.646.502
iv iv 2 i ii iii iv iv 3 i ii iii okt. nov. dec. jan.
1998 1999 2000 2000 1 2001 2002 2003
2004 2004 2005
jan. 2005
1998 1999 2000 2000 1 2001 2002 2003
3 Begin nieuwe reeks per december 2003 als gevolg van herrubriceringen.
7*
Tabel 2.2.1 Leningen van mfi’s aan de private sector, naar sectoren, oorspronkelijke looptijd en instrument Ultimocijfers in miljoenen euro’s
1998 1999 2000 2000 1 2001 2002 iv iv 2 2003 i ii iii iv iv 3 2004 i ii iii 2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen
Overige financiële instellingen
t/m 1 jaar
t/m 1 jaar
meer dan 1 jaar t/m 5 jaar
meer dan 5 jaar
4.048 3.819 3.962
427 214 842
419 463 403
5.989 4.922
343 415
1.181 3.786
5.838 6.301 4.535 4.582
346 499 230 764
2.264 2.313 4.944 1.416
5.548 10.614 10.753 10.433 10.505 10.256 9.959
626 476 472 470 469 470 416
1.348 944 915 977 1.385 1.878 918
18.495 23.058 31.675 31.683 37.683 47.639 48.897 49.341 53.019 54.117 57.535 65.089 61.068 67.072 70.654 69.986 74.051 78.427 80.565
meer dan 1 jaar t/m 5 jaar
meer dan 5 jaar
10.908 10.796 10.835 10.990 12.940 16.029
15.541 23.418 22.324
15.492 17.922 20.560 21.659 21.705 26.361 27.169 29.019 29.228 28.983 30.246 29.336
26.209 29.219 31.267 30.920 31.497 32.787 35.394 34.625 35.403 34.070 33.305 34.086
21.059 25.322
Niet-financiële particuliere vennootschappen
Niet-financiële publieke vennootschappen
t/m 1 jaar
t/m 1 jaar
49.781 53.259 60.756 60.891 61.456 57.232 55.974 60.237 59.895 59.492 55.009 54.614 56.284 58.092 58.070 58.144 55.725 53.519 54.249
meer dan 1 jaar t/m 5 jaar 12.106 12.564 16.574 16.747 19.487 19.039 19.652 19.029 19.465 20.037 21.797 21.437 21.952 23.959 24.560 24.446 24.105 24.189
meer dan 5 jaar
68.560 79.145 81.141 81.209 84.075 84.186 75.996 79.920 81.884 82.660 84.326 84.469 84.584 85.929 87.185 87.800 87.975 89.369 90.083
Huishoudens
1998 1999 2000 2000 1 2001 2002 iv iv 2 2003 i ii iii iv iv 3 2004 i ii iii 2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
meer dan 5 jaar
4.925 5.217 5.008 5.014 4.428 5.186
1.820 1.595 2.913 3.133 4.364
34.585 36.403 37.773 37.775 40.705 45.407
5.214 4.992 5.003 5.197
3.726 3.705 3.534 3.599
44.603 45.023 45.670 46.535
5.579 5.557 4.951 4.865 4.753 4.623 4.532
3.265 3.073 3.069 3.057 2.966 2.801 3.354
47.508 48.520 49.188 49.504 49.545 49.704 49.320
Totaal private sector
Consumptief krediet
Woninghypotheken
t/m 1 jaar
t/m 1 jaar
meer dan 1 jaar t/m 5 jaar
meer dan 5 jaar
meer dan 1 jaar t/m 5 jaar
6.050 7.124 7.627
3.483 3.245 3.590
2.733 2.479 2.614
1.943 2.510 4.524
1.364 1.885 4.540
7.426 7.974 11.912 13.222 12.939 13.069 13.961
3.668 4.106 3.297 2.904 2.910 2.945 2.987
2.809 2.889 3.438 3.446 3.445 3.482 3.494
14.168 14.786 15.540 15.460 15.823 15.931 15.851
2.297 2.304 2.280 2.085 2.076 2.055 2.046
4.193 4.123 4.321 4.615 4.624 4.537 4.526
5.085 6.362 3.179 3.158 3.246 3.098 3.168 1.508 1.744 1.795 1.726 2.033 1.968 1.968 1.965
4.639 5.257 4.453 4.622 4.890 5.042 5.032 1.223 1.180 1.211 1.208 1.226 1.235 1.240 1.255
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Begin nieuwe reeks per december 2000 als gevolg van de uitbreiding van het eurogebied met Griekenland.
8*
meer dan 1 jaar t/m 5 jaar
Overige leningen meer dan 5 jaar
157.821 186.231 223.210 223.212 250.088 266.048 275.305 281.931 285.386 287.481 294.192 299.661 305.913 311.902 322.131 324.312 326.509 329.400 332.314
t/m 1 jaar
meer dan 1 jaar t/m 5 jaar
meer dan 5 jaar
8.040 8.803 8.769 8.770 6.846 7.609 4.421 3.355 3.491 3.513 3.589
1.761 1.988 4.746
8.002 9.038 9.431
5.276 5.815 6.624 7.360 7.050 6.616 6.313
9.244 9.698 11.319 11.564 11.993 12.629 12.739
3.871 3.965 4.319 4.357 4.288 4.297 4.319
5.796 5.609 5.316 5.235 5.086 5.041 4.916
12.587 12.900 12.275 12.614 12.679 13.077 13.173
2 Begin nieuwe reeks per december 2002 als gevolg van een herrubricering. 3 Begin nieuwe reeks per december 2003 als gevolg van herrubriceringen.
t/m 1 jaar
93.282 103.790 122.321 122.471 128.913 136.924 134.491 140.365 143.883 142.827 143.041 148.540 148.262 161.881 166.013 165.278 167.113 169.021 171.440
meer dan 1 jaar t/m 5 jaar 31.869 32.287 44.040 44.368 49.486 55.025 54.221 54.102 56.005 58.392 60.391 58.388 60.962 61.794 65.323 65.861 65.261 65.958 65.512
meer dan 5 jaar
287.661 337.177 376.896 376.968 409.161 437.336 440.573 449.937 459.263 468.133 473.622 479.811 488.920 499.712 510.640 515.225 516.787 521.270 524.420
Totaal
412.812 473.254 543.257 543.807 587.560 629.285 644.404 659.151 669.352 677.054 686.739 698.144 723.387 741.976 746.364 749.161 756.249 761.372
Tabel 2.2.2 Bij mfi’s aangehouden deposito’s van de private sector, uitgesplitst naar sector en instrument Ultimocijfers in miljoenen euro’s
1998 1999 2000 2000 1 2001 2002 iv iv 2 2003 i ii iii iv iv 3 2004 i ii iii 2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
1998 1999 2000 2000 1 2001 2002 iv 2003 i ii iii iv iv 3 2004 i ii iii 2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen
Overige financiële instellingen
Girale deposito’s
Girale deposito’s
Deposito’s met vaste looptijd
Deposi- Repo’s to’s met opzegtermijn
5.023 4.980 7.906
31.687 30.416 30.414
195 233 218
177 79 0
7.808 9.401
26.266 28.273
212 250
0 16
8.825 8.714 7.407 8.224 8.261 9.207 8.833 7.856 8.080 9.125 10.461 8.358
29.127 25.330 24.240 25.042
291 311 420 446
0 36 29 158
24.185 24.003 24.932 24.912 26.588 24.450 24.973
471 479 482 490 501 518 527
224 105 133 251 233 104 92
8.301 14.000 15.467 15.536 15.418 13.684 18.496 16.455 18.258 19.148 21.946 19.636 21.651 18.279 18.214 20.247 21.116 22.765
Deposito’s met vaste looptijd 12.608 13.634 27.055 27.184 26.270 29.609 40.409 50.458 55.409 52.444 50.618 54.494 46.522 47.686 52.137 53.913 53.887 57.950 55.871
Niet-financiële publieke vennootschappen
Huishoudens
Girale deposito’s
Girale deposito’s
Deposito’s met vaste looptijd
Deposi- Repo’s to’s met opzegtermijn
2.307 2.966 3.545
5.382 6.229 6.864
539 613 340
0 0 0
2.838 3.058 3.568 3.586 3.924 3.836
5.481 5.058 3.137 3.543 3.316 2.648
468 613 631 772 783 841
0 0 0 0 0 0
34.425 38.215 40.575 40.582 45.980 45.390 44.963 48.557 45.667 44.749
4.131 3.693 3.870 4.021 3.886 3.659 3.445
2.418 2.057 2.003 1.963 2.315 1.728 1.664
880 981 1.043 1.051 1.071 1.076 1.111
0 0 0 0 0 0 0
43.264 47.364 44.042 44.742 44.274 44.482 44.961
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Begin nieuwe reeks per december 2002 als gevolg van de uitbreiding van het eurogebied met Griekenland.
Deposito’s met vaste looptijd 22.779 23.534 34.462 34.509 28.208 27.233 24.298 23.583 23.141 22.025 20.996 20.503 20.738 20.834 20.570 20.600 19.869 19.390
Niet-financiële particuliere vennootschappen Deposi- Repo’s to’s met opzegtermijn 270 340 243
55 167 0
548 687
191 40
762 866 981 1.156
166 102 26 229
1.299 1.387 1.419 1.474 1.522 1.545 1.572
1.463 643 104 324 114 894 989
Girale deposito’s
51.830 56.426 61.689 61.691 75.353 77.482 74.025 76.375 77.169 79.894 74.240 74.281 75.663 75.419 74.477 76.050 78.829 75.657
Deposito’s met vaste looptijd 36.203 35.813 45.900 46.114 59.072 51.145 40.345 40.287 40.258 40.802 41.481 40.852 41.135 37.322 37.687 38.178 40.122 39.557 37.737
Deposi- Repo’s to’s met opzegtermijn 4.315 4.843 3.120
1.253 0 0
4.250 5.565
0 0
8.108 8.811 9.560 10.579 15.795 17.264 17.673 18.299 18.524 18.390 18.943 18.929
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal private sector Deposi- Repo’s to’s met opzegtermijn 112.865 121.009 113.835 113.861 136.907 153.275 164.327 170.314 174.615 175.435 176.464 183.238 189.421 191.494 191.789 191.421 191.178 195.429
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Girale deposito’s
101.886 116.587 129.182 129.260 147.397 149.015 149.877 153.687 152.425 155.851 153.032 150.519 157.204 149.466 149.534 153.582 158.547 155.186
Deposito’s met vaste looptijd 108.659 109.626 144.695 145.085 145.297 141.318 147.307 148.123 143.943 141.814 144.032 134.763 131.806 137.593 139.536 143.512 143.554 139.635
Deposi- Repo’s to’s met opzegtermijn 118.184 127.038 117.756 117.782 142.385 160.390 174.119 181.074 186.359 188.457 194.702 203.152 209.941 212.737 213.328 212.905 213.260 217.568
1.485 246 0 191 56 166 138 55 387 1.687 748 237 575 347 998 1.081
Totaal
330.214 353.497 391.633 392.127 435.270 450.779 471.469 483.022 482.782 486.509 492.153 490.121 499.699 500.033 502.973 510.346 516.359 513.470
2 Begin nieuwe reeks per december 2002 als gevolg van een herrubricering. 3 Begin nieuwe reeks per december 2003 als gevolg van herrubriceringen.
9*
Tabel 2.2.3 Uitsplitsing naar valuta van bepaalde activa en passiva van in Nederland gevestigde mfi’s (exclusief dnb) Ultimocijfers in miljoenen euro’s
Activa Euro
Britse pond 1
Amerikaanse dollar 2
Japanse yen 3
4
Zwitserse Overige frank valuta 5
6
Totaal Euro (1 t/m 6) 7
Britse pond 8
Amerikaanse dollar
Japanse yen
Zwitserse Overige frank valuta
Totaal (8 t/m 13)
9
10
11
12
13
14
3.577 3.583 4.053 4.730 4.936 6.503 6.143 5.901 5.917 5.779 6.521
16.459 16.971 15.170 16.483 16.701 20.160 19.378 19.941 20.203 17.142 18.243
566 927 607 601 363 338 351 314 305 401
280 411 311 332 560 611 1.001 702 853 509 591
1.776 2.029 2.169 2.440 2.536 2.715 2.960 2.397 2.462 2.517 2.809
696.580 708.545 713.812 723.497 736.450 761.362 778.567 783.440 787.279 794.169 800.674
1.275 1.675 701 405 291 230 227 285 238 328
1.214 925 1.156 825 747 761 751 720 690 766
359 361 304 298 288 522 522 477 445 469
70 58 58 58 59 75 76 98 78 77
43 122 13 134 47 5 21 29 27 15
119.876 124.552 123.111 118.949 123.744 128.598 127.075 128.395 131.833 137.308
1.358 1.042 1.448 2.482 2.793 2.782 2.935 2.820 3.112 3.481
27.148 28.351 25.968 27.534 28.849 30.067 29.485 33.080 32.738 36.246
387 361 976 282 300 253 323 290 338 233
432 388 433 612 740 578 596 594 592 613
2.157 2.174 2.190 2.302 2.356 2.630 2.608 2.756 2.708 2.105
43.858 44.059 40.392 43.761 46.023 46.936 48.088 56.167 56.354 60.596
552 926 709 631 770 583 692 416 539 548
10.217 8.398 8.555 8.639 8.745 8.362 5.565 6.136 5.708 5.947
360 1.021 937 1.127 1.293 2.253 1.764 1.571 1.291 1.398
156 283 182 194 196 235 234 244 181 219
1.017 1.193 1.131 1.646 1.397 1.684 1.625 1.607 1.515 1.782
16.309 16.643 16.624 18.015 18.080 18.918 15.614 15.236 15.608 16.861
Leningen aan ingezetenen van het eurogebied Mfi’s 2003 ii iii iv iv 1 2004 i ii iii 2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
Niet-mfi’s
216.606 231.702 242.879
1.966 2.282 3.050
18.779 16.464 18.614
448 701 458
1.588 2.196 1.366
1.541 1.619 1.989
240.928 254.964 268.356
250.929 253.708 264.119 267.307 270.629 268.417 282.251
4.142 6.861 5.854 5.899 4.289 2.310 5.004
21.616 22.138 20.577 20.915 21.651 21.736 23.727
471 463 291 468 374 331 465
1.715 1.391 1.197 1.457 1.481 1.067 1.639
2.288 1.765 1.761 2.337 1.898 1.815 2.510
281.161 286.326 293.799 298.383 300.322 295.676 315.596
673.922 684.624 691.502 698.905 711.116 731.010 748.747 754.148 757.530 767.917 772.109
Effecten m.u.v. aandelen, uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied Mfi’s 2003 ii iii iv 2004 i ii iii 2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
20.508 20.435 20.004 21.329 20.559 22.471 22.592 21.888 22.311 18.177
Niet-mfi’s 97 96 64 160 113 64 51 81 99 59
425 463 356 447 452 630 523 496 474 759
437 464 447 477 458 480 496 484 449 473
6 7 5 3 2 2 1 1 0 3
93 94 102 212 208 290 259 254 246 253
21.566 21.559 20.978 22.628 21.792 23.937 23.922 23.204 23.579 19.724
116.915 121.411 120.879 117.229 122.312 127.005 125.478 126.786 130.355 135.653
Leningen aan niet-ingezetenen van het eurogebied Banken 2003 ii iii iv 2004 i ii iii 2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
77.167 63.194 63.641 68.358 73.308 72.300 72.498 69.769 77.012 62.833
Niet-banken 21.429 23.002 26.024 29.738 20.089 20.945 16.810 16.383 16.053 16.049
70.213 62.103 62.220 73.564 69.879 71.132 66.435 70.318 73.573 73.352
9.887 8.130 6.830 5.254 7.687 2.381 4.327 4.240 3.323 3.409
3.076 1.463 1.292 1.982 3.794 2.078 2.529 1.519 1.820 1.610
6.942 7.081 7.877 9.202 9.081 7.966 8.191 8.416 7.709 8.956
188.714 164.973 167.884 188.098 183.838 176.802 170.790 170.645 179.490 166.209
12.376 11.743 9.377 10.549 10.985 10.626 12.141 16.627 16.866 17.918
Effecten m.u.v. aandelen, uitgegeven door niet-ingezetenen van het eurogebied Banken 2003 ii iii iv 2004 i ii iii 2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
10*
2.055 1.788 1.547 1.611 2.312 2.232 2.307 2.351 2.448 2.358
Niet-banken 115 93 56 254 90 51 50 105 138 162
2.941 2.778 3.308 2.967 3.479 2.193 2.130 2.066 2.122 2.207
37 32 58 48 37 25 25 24 24 25
46 46 54 61 62 61 63 63 62 62
653 708 1.060 938 656 920 921 1.066 1.243 1.222
5.847 5.445 6.083 5.879 6.636 5.482 5.496 5.675 6.037 6.036
4.007 4.822 5.110 5.778 5.679 5.801 5.734 5.262 6.374 6.967
Passiva Euro
Britse pond 15
Amerikaanse dollar 16
17
Japanse yen
Zwitserse Overige frank valuta
18
19
20
Totaal (15 t/m 20) 21
Euro
Britse pond 22
Amerikaanse dollar
Japanse yen
Zwitserse Overige frank valuta
Totaal (22 t/m 27)
23
24
25
26
27
28
1.814 1.974 2.290 2.326 2.296 2.789 2.275 2.411 2.355 2.380 2.072
15.837 16.038 16.026 17.789 17.061 18.150 17.636 18.745 18.507 19.484 18.768
260 272 294
766 340 544
2.672 2.528 2.092
407 449 528 519 379 458 621
2.425 2.278 2.505 2.146 1.995 2.066 2.104
ii iii iv iv 1 i ii iii okt. nov. dec. jan.
2003
753 1.083 456 313 601 314 283
494.610 494.198 497.005 502.650 501.187 510.636 511.187 514.432 520.962 526.549 524.021
14.741 14.916 13.746 7.716 7.343 7.242 8.139 7.818 9.264 8.884
37.825 35.630 32.292 31.910 29.564 31.697 32.066 32.706 31.202 33.762
454 412 391 341 344 751 288 281 243 248
427 809 509 252 930 406 361 600 839 1.120
4.692 4.695 4.857 5.007 5.556 5.477 5.406 5.409 5.049 5.135
78.467 79.877 69.684 65.121 62.858 60.727 65.226 71.412 72.316 75.941
ii iii iv i ii iii okt. nov. dec. jan.
2003
ii iii iv i ii iii okt. nov. dec. jan.
2003
Deposito’s van ingezetenen van het eurogebied Mfi’s
Niet-mfi’s
255.819 269.229 280.032
2.557 3.320 4.029
13.724 14.229 20.262
311 569 392
441 553 687
1.315 1.226 1.164
274.167 289.126 306.566
282.432 290.859 310.169 312.588 304.907 312.569 318.890
4.946 9.640 9.612 9.070 8.014 7.063 7.659
25.946 25.810 24.640 25.807 29.932 27.840 31.586
157 159 293 282 289 256 492
952 771 684 711 898 505 741
1.962 1.021 1.033 1.429 1.473 1.573 1.952
316.395 328.260 346.431 349.887 345.513 349.806 361.320
473.261 473.046 475.759 479.605 478.245 485.887 487.787 490.298 497.125 501.847 500.173
2004 2004 2005
Deposito’s van niet-ingezetenen van het eurogebied Banken 72.993 67.992 66.327 72.615 80.112 90.955 81.805 87.753 90.670 96.203
Niet-banken 25.375 25.722 27.948 37.931 26.706 24.031 21.511 20.844 21.458 23.021
90.673 77.335 80.937 83.022 96.915 95.639 91.441 87.668 90.283 86.892
6.105 5.952 4.738 3.706 3.523 1.420 2.505 2.100 610 1.363
5.418 4.295 2.746 2.555 3.413 2.821 4.569 4.733 4.161 4.267
5.507 7.070 7.495 9.134 8.670 10.054 8.870 9.096 8.653 8.584
206.071 188.366 190.191 208.963 219.339 224.920 210.701 212.194 215.835 220.330
20.328 23.415 17.889 19.895 19.121 15.154 18.966 24.598 25.719 26.792
2004 2004 2005
Door Nederlandse mfi’s uitgegeven schuldbewijzen 152.977 154.818 156.527 172.086 175.651 178.801 183.525 185.476 188.359 193.605
12.495 11.557 12.154 14.767 16.098 15.640 15.598 15.923 15.399 16.106
54.461 50.913 49.933 51.306 55.198 55.130 55.843 54.573 53.759 59.855
10.510 11.813 11.676 12.284 12.082 11.733 11.650 11.429 11.141 11.583
10.348 10.788 10.665 10.696 11.025 11.129 11.319 11.425 11.046 11.053
7.949 8.025 9.298 12.054 12.134 12.188 12.189 13.331 13.313 14.654
248.740 247.914 250.253 273.193 282.188 284.621 290.124 292.157 293.017 306.856
2004 2004 2005
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Begin nieuwe reeks per december 2003 als gevolg van herrubriceringen.
11*
Tabel 2.3 Gecombineerde balans dnb en in Nederland gevestigde mfi’s Ultimocijfers in miljoenen euro’s
Activa
1998 1999 2000 2000 1 2001 2002 iv iv 2 2003 i ii iii iv iv 3 2004 i ii iii 2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
Leningen aan ingezetenen van het eurogebied
Effecten met uitzondering van aandelen, uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied
Overheid Overige Totaal ingezete- (1 + 2) nen van het eurogebied
Overheid Overige Totaal ingezete- (4 + 5) nen van het eurogebied
Aandelen Externe en deel- activa nemingen uitgegeven door overige ingezetenen van het eurogebied
Vaste activa
Overige activa
Totaal activa
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
35.134 33.121 31.201 31.243 32.528 36.210
412.812 473.260 543.265 543.814 587.566 629.285
447.946 506.381 574.466 575.057 620.094 665.495
2.695 5.470 8.786
167.339 175.472 195.699 193.153 260.019 263.880
5.479 5.724 6.114
26.898 32.976 40.137
6.401 6.435
41.972 49.124
644.404 659.151 669.351 677.058 686.743 698.143 723.388 741.976 746.364 749.163 756.248 761.374
681.516 696.580 708.545 713.813 723.498 736.449 761.362 778.568 783.440 787.279 794.169 800.674
28.284 29.666 35.072 32.752
91.623 89.957 92.837 93.928 90.449 110.492 117.573 119.142 127.770 132.497 131.427
19.196 17.750 25.700 25.725 30.651 24.251
37.112 37.429 39.194 36.755
88.928 84.487 84.051 85.142 80.581 83.667 90.748 90.858 98.104 97.425 98.675
23.533 23.979 23.468 20.823
275.882 286.238 264.761 262.859
6.357 6.291 6.094 6.248
32.364 31.762 32.410 32.268 33.165 34.950 34.010
126.837 131.082 135.516 133.926 135.533 138.815 144.381
23.631 24.543 25.731 26.325 26.373 25.217 26.795
290.385 291.175 284.601 276.287 284.657 293.813 288.474
6.211 6.081 6.025 5.967 5.935 5.915 5.419
51.449 59.110 64.355 57.974 53.934 55.320 64.132 94.146 101.880 107.295 111.405 116.899
758.481 828.260 934.953 934.114 1.049.586 1.119.677 1.126.758 1.157.879 1.199.968 1.199.720 1.193.144 1.198.789 1.238.833 1.278.375 1.324.587 1.327.825 1.347.072 1.369.334 1.382.642
470.288
1.950.400
678.750
3.373.700
172.033
38.306 37.974 36.592 37.076 38.116 37.921 39.300
94.473 99.320 103.106 101.658 102.368 103.865 110.371
9.868 26.825
Eurogebied: mfi’s (exclusief Eurosysteem) 2005 jan.
841.641
7.590.615
8.432.256
1.480.112
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Begin nieuwe reeks per december 2000 als gevolg van de uitbreiding van het eurogebied met Griekenland.
12*
2 Begin nieuwe reeks per december 2002 als gevolg van een herrubricering. 3 Begin nieuwe reeks per december 2003 als gevolg van herrubriceringen.
1.386.031 15.993.178
Passiva Chartale Deposigeldto’s omloop centrale overheid
Deposito’s overige overheid / overige ingezetenen van het eurogebied Giraal
Met Met vaste opzeglooptijd termijn
Repo’s
Totaal (14 t/m 17)
Aande- Schuld- Kapitaal Externe len/parti- bewijzen en passiva cipaties reserves in geldmarktfondsen
Overige Overpassiva schot intermfi passiva
Totaal passiva
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
16.870 16.995 16.669
4.416 1.938 1.006
118.360 127.176 117.801 117.827 142.547 160.567
337.651 361.095 402.723 403.217 446.255 460.174
0 0 0
70.293 59.275 78.270
62.927 62.913
179.318 201.940 235.481 234.464 300.133 310.398
61.364 65.845
2.792 3.728 -5.198 -5.035 -2.050 22.705
16.044 17.253 17.838 19.521
2.417 1.865 1.926 2.103
174.382 181.380 186.679 188.774 195.019 203.534 210.421 213.258 213.868 213.475 213.813 218.159
59.622 62.222 62.757 59.480
296.201 305.446 281.644 271.921
72.163 82.285 97.284 94.297
32.451 31.669 32.232 33.532
1.687 748 237 575 347 998 1.081
480.921 492.765 492.285 494.947 500.591 498.683 509.489 509.618 512.715 519.773 525.188 522.279
0 0 0 0
2.515 1.154 1.588 1.733 1.197 1.399 1.769
152.987 152.888 148.994 146.892 149.110 139.956 136.968 142.699 144.987 148.449 148.189 144.325
166 138 55 387
20.563 21.872 22.642 23.058 23.290 24.500 23.821
153.386 158.359 156.557 158.894 156.075 153.506 161.352 153.424 153.285 157.502 162.188 158.714
101.080 130.892 144.927 144.447 171.066 179.497 186.578 198.061 206.464 213.758 217.341
46.061 52.397 61.071
1.320 1.179
113.614 115.256 153.029 153.419 152.542 147.025
1.485 246 0
8.569 16.965
104.192 118.417 131.893 131.971 150.975 152.526
0 0 0 0 0 0 0
237.658 245.695 247.205 252.099 255.053 254.371 271.571
64.588 63.160 63.746 63.061 64.241 60.135 58.009
285.941 295.703 297.581 288.637 296.312 301.778 310.339
97.862 104.601 136.112 141.835 149.123 155.933 156.814
31.025 36.702 46.094 44.688 38.084 46.031 38.038
758.481 828.260 934.949 934.109 1.049.584 1.119.676 1.126.757 1.157.880 1.199.969 1.199.724 1.193.142 1.198.786 1.238.835 1.278.376 1.324.586 1.327.826 1.347.073 1.369.335 1.382.640
459.929
180.478
2.429.421
2.382.384
1.627.972
228.140
6.667.917
613.325
2.091.796
1.052.507
2.993.198
1.913.450
191 56
0 0
20.578 15.993.178
iv iv 2 i ii iii iv iv 3 i ii iii okt. nov. dec. jan.
1998 1999 2000 2000 1 2001 2002 2003
2004 2004 2005
jan. 2005
13*
Tabel 2.4 Bijdrage van Nederland aan monetaire aggregaten in het eurogebied Miljoenen euro’s
Girale Deposito’s Repo’s deposito’s Met Met vaste opzeglooptijd termijn tot en tot en met met 2 jaar 3 maanden
1
2
Aandelen/participaties in geldmarktfondsen
Schuld- m3 (exbewijzen clusief met loop- chartaal tijd tot geld in en met omloop) 2 jaar
3
4
5
6
7
118.140 126.962 117.619 117.645 142.393 160.430 174.372 181.372 186.671 188.770 195.015 203.531 210.418 213.255 213.865 213.472 213.810 218.157
1.485 246 0
0 0 0
3.394 9.751 5.575
191 56 166 138 55 387
0 0 0 0 0 0
12.153 18.821 22.725 24.140 22.635 21.859
1.687 748 237 575 347 998 1.081
0 0 0 0 0 0 0
27.255 25.455 23.717 21.766 22.470 22.655 23.078
282.829 313.011 341.961 342.455 395.416 415.875 445.628 452.100 451.638 455.224 458.870 464.815 472.740 468.275 469.381 476.972 478.750 477.630
Standen per ultimo 1998 1999 2000 2000 1 2001 2002 iv 2003 i ii iii iv iv 3 2004 i ii iii 2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
104.192 118.417 131.893 131.971 150.975 152.526 153.386 158.359 156.557 158.894 156.075 153.506 161.352 153.424 153.285 157.502 162.188 158.714
55.618 57.635 86.874 87.264 89.704 84.042 94.979 88.091 85.720 85.314 85.534 78.836 74.767 77.642 79.890 83.181 79.099 76.600
Eurogebied: mfi's (inclusief Eurosysteem) en de centrale overheid 2005 jan.
2.496.365
1.016.951
1.655.226
228.140
613.325
104.024
6.114.031
3.933 869 28.215 2.122 -1.123 11.214 -6.577 -2.269 -123 -7.045 -4.101 3.044 2.491 3.585 -3.691 -2.819
13.928 8.812 -9.344 24.749 3.231 13.944 7.001 5.299 2.103 8.516 6.887 2.838 611 -392 339 4.346
731 -1.238 -246 191 -702 110 -28 -83 335 1.300 -940 -511 338 -228 651 83
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
849 6.332 -4.211 6.570 1.310 3.954 1.452 -1.480 -677 5.320 -1.806 -1.680 -1.924 758 231 2.853
29.743 28.275 27.293 52.443 5.670 30.279 7.083 -220 4.569 5.396 7.899 -4.108 1.439 8.140 2.139 763
Stromen 1998 1999 2000 2001 2002 iv 2003 i ii iii iv 2004 i ii iii 2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
10.302 13.500 12.879 18.811 2.954 1.057 5.235 -1.687 2.931 -2.695 7.859 -7.799 -77 4.417 4.609 -3.700
Eurogebied: mfi's (inclusief Eurosysteem) en de centrale overheid 2005 jan.
21.262
-29.130
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Begin nieuwe reeks per december 2000 als gevolg van de uitbreiding van het eurogebied met Griekenland.
14*
12.163
467
9.840
2.741
2 Begin nieuwe reeks per december 2002 als gevolg van een herrubricering. 3 Begin nieuwe reeks per december 2003 als gevolg van herrubriceringen.
17.343
Aanvullende gegevens m3 (inclu- Tegenposten van m3 (inclusief chartaal geld) sief chartaal geld Niet-monetaire passiva Kredietverlening Netto in externe omloop) Deposito’s Schuld- Kapitaal Totaal Overheid Overige waarvan activa bewijzen en nietingeleningen Met Met met reserves monetaire zetenen vaste opzeglooptijd passiva van het looptijd termijn van meer (9 t/m 12) eurogebied van van dan meer dan meer dan 2 jaar 2 jaar 3 maanden
Overige posten
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
299.699 330.006 358.630 359.124 403.985 432.840
57.997 57.621 66.154
220 214 182
46.061 52.397 61.071
62.839 62.985
154 136
-11.979 -26.468 -39.782 -41.311 -40.114 -46.518
-45.125 -26.242 -27.827 -27.990 -12.261 -34.168
9 8 7 3
59.622 62.222 62.757 59.480
124.062 117.608 115.252 116.385 113.109 119.877 126.958 127.970 135.533 136.619 135.430
412.812 473.260 543.265 543.814 587.566 629.285
58.008 64.797 63.273 61.577 63.575 61.119 62.201 65.058 65.096 65.269 69.090 67.724
210.404 220.241 223.487 230.334 232.580 231.717 248.494
64.588 63.160 63.746 63.061 64.241 60.135 58.009
132.779 137.294 139.698 138.734 140.484 141.786 149.671
696.221 712.796 727.891 730.633 740.318 754.138 779.693 800.117 804.957 808.701 816.415 822.179
644.404 659.151 669.351 677.058 686.743 698.143 723.388 741.976 746.364 749.163 756.248 761.374
-20.319 -19.208 -16.883 -9.062
3 3 3 3 3 3 2
201.963 231.372 266.759 266.279 284.833 286.712 293.793 292.974 309.351 317.161 316.541 318.539 336.114 345.605 352.294 358.494 362.093 360.945 374.229
434.703 496.480 577.751 578.325 628.085 680.361
461.672 469.353 469.476 474.745 478.391 485.378 494.612 490.917 492.439 500.262 503.250 501.451
97.685 121.140 139.352 138.872 158.913 160.678 167.759 175.335 182.324 191.124 195.481
4.444 -4.528 -12.980 -12.350 -11.655 -7.965 -21.865
-49.226 -50.418 -60.992 -65.711 -69.751 -69.870 -72.243 -83.624 -80.408 -75.177 -86.042 -74.302
6.573.960
1.365.627
90.834
1.986.772
1.052.507
4.495.740
2.321.753
8.739.653
7.590.615
380.502
-372.208
jan. 2005
29.126 28.400 26.967 44.343 7.276 30.483 8.292 365 6.252 6.438 9.208 -3.338 1.855 8.372 3.349 84
1.103 -658 5.520 -3.552 -835 -4.712 7.077 -1.421 -1.264 -2.674 1.068 2.986 172 382 3.974 -1.673
-93 -6 -32 -28 -4 -127 -1 -1 -4 0 0 0 0 0 0 -1
18.184 18.260 14.671 19.152 4.236 11.134 9.982 8.864 8.808 12.209 9.808 5.259 8.078 4.447 942 6.268
-676 -748 3.488 1.231 -1.666 -7.066 1.992 1.462 -2.937 3.776 60 39 -991 484 -3.728 1.892
18.518 16.848 23.647 16.803 1.731 -771 19.050 8.904 4.603 13.311 10.936 8.284 7.259 5.313 1.188 6.486
22.577 -6.670 -3.186 -4.284 3.532 -3.586 7.575 2.560 -897 -3.193 5.003 2.025 -1.121 1.613 1.264 7.578
70.896 56.222 69.562 49.636 3.321 18.113 16.945 15.357 4.338 12.797 25.823 21.157 5.373 4.440 8.252 4.675
66.579 56.867 57.095 41.985 -3.244 16.030 15.693 10.702 9.328 10.710 25.410 19.329 4.982 3.679 7.755 4.256
-9.112 -15.666 -12.075 4.082 -3.146 24.510 -129 1.160 6.853 13.817 -8.303 -9.043 1 -301 3.721 -13.445
-36.569 11.389 -3.697 11.711 5.196 -9.314 2.839 -9.874 515 -3.664 -2.384 -9.168 4.858 7.923 -8.717 7.780
1998 1999 2000 2001 2002 2003
iv i ii iii iv i 2004 ii iii okt. 2004 nov. dec. jan. 2005
8.846
3.267
-232
7.688
6.556
17.279
46.347
54.673
39.800
-22.445
-52.450
jan. 2005
62.927 62.913
iv iv 2 i ii iii iv iv 3 i ii iii okt. nov. dec. jan.
1998 1999 2000 2000 1 2001 2002 2003
2004 2004 2005
15*
Tabel 2.5 Ontwikkeling acceptatiecriteria en vraag bancaire kredietverlening bij in Nederland gevestigde mfi’s Netto percentage 1 Ondernemingen
Huishoudens
Totaal ondernemingen
Leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen
Leningen aan grote ondernemingen
Kortlopende leningen
Langlopende leningen
Woninghypotheken
Consumptief krediet en overige leningen
AfgeVolgend AfgeVolgend AfgeVolgend AfgeVolgend AfgeVolgend AfgeVolgend AfgeVolgend lopen Kwartaal lopen Kwartaal lopen Kwartaal lopen Kwartaal lopen Kwartaal lopen Kwartaal lopen Kwartaal Kwartaal Kwartaal Kwartaal Kwartaal Kwartaal Kwartaal Kwartaal 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Veranderingen in acceptatiecriteria voor leningen aan ondernemingen en huishoudens 2003 jan. apr. jul. okt. 2004 jan. apr. jul. okt. 2005 jan.
67 67 50 17 40 50 -50 -25 -40
60 83 33 33 17 33 0 -25 -20
67 50 50 17 50 50 -20 0 -20
50 83 33 33 17 33 0 0 -20
60 80 60 0 40 40 -60 -25 -40
80 100 20 40 40 40 0 0 0
50 50 33 0 33 33 -40 -25 -40
17 67 33 33 17 17 0 0 0
83 67 67 33 67 50 -20 -25 -20
67 83 33 33 33 50 0 -25 0
33 17 33 50 33 50 0 0 0
33 83 67 50 50 33 17 0 33
17 0 0 50 50 67 17 20 17
33 67 33 33 50 33 17 20 0
-2
-3
-10
0
2
-4
-5
-2
-4
-1
7
-1
-11
Eurogebied 2005 jan.
-2
Veranderingen in de vraag naar leningen of kredietfaciliteiten 2003 jan. apr. jul. okt. 2004 jan. apr. jul. okt. 2005 jan.
-20 20 -33 -17 -50 -83 20 -25 20
25 20 -17 17 -17 -17 0 0 40
-17 -33 -33 0 -17 -50 20 -25 20
17 17 -17 17 0 0 20 25 20
-60 0 -20 -40 -40 -60 0 -25 20
0 -20 -20 -40 -20 -20 -20 -25 60
-33 50 -17 17 -17 -33 0 -25 20
33 17 -17 33 -17 -17 20 25 20
-17 17 -17 0 0 -50 0 -25 40
33 0 -17 17 17 -17 0 0 60
0 0 0 -33 -33 -83 0 20 17
-50 -33 -50 -33 -67 17 -33 20 0
0 -50 -17 -33 -17 -33 -50 -20 -33
0 -17 -33 -17 -50 -17 0 20 -17
20
5
36
-9
12
-1
26
0
25
9
-12
-4
20
Eurogebied 2005 jan.
-9
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Het netto percentage geeft bij veranderingen in acceptatiecriteria de verhouding aan tussen banken die kredietvoorwaarden aanscherpen en die versoepelen, waarbij de waarden kunnen variëren
16*
van -100% (alle banken versoepelen in enige of sterkere mate) tot +100% (alle banken verscherpen in enige of sterkere mate). Bij veranderingen in de vraag geeft het netto percentage de verhouding aan
tussen banken die een toename en banken die een afname signaleren, waarbij de waarden kunnen variëren van -100% (alle banken constateren een lichte of sterke afname) tot +100% (alle banken constateren een lichte of sterke toename).
Tabel 2.6 Spaargeld Ultimocijfers in miljoenen euro’s
Deposito's met vaste looptijd Beginstand 1
Deposito's met opzegtermijn
Ingelegd OpgeBijgeEindBeginspaargeld nomen schreven stand stand 1 spaargeld rente (1+2-3+4)
Ingelegd OpgeBijgeEindspaargeld nomen schreven stand spaargeld rente (6+7-8+9)
Totaal spaargeld (5+10)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
2003 jan. feb. mrt. apr. mei jun. jul. aug. sep. okt. nov. dec.
25.604 23.593 23.491 22.790 22.835 22.573 22.138 22.136 21.984 21.770 21.417 21.439
5.180 1.649 1.731 1.888 1.543 1.400 1.670 1.420 1.465 1.468 1.352 1.741
7.191 1.759 2.436 1.860 1.811 1.841 1.676 1.582 1.677 1.813 1.447 3.462
30 6 4 6 5 6 6 4 4 8 11 9
23.624 23.489 22.790 22.824 22.573 22.138 22.138 21.977 21.776 21.433 21.333 19.727
148.036 154.571 156.516 158.278 159.849 162.390 164.279 166.417 167.560 168.439 169.661 169.777
9.872 7.163 7.159 9.231 7.939 8.261 9.499 7.385 8.312 11.798 8.736 10.897
5.604 5.225 5.432 8.059 5.812 6.391 7.606 6.306 7.411 10.910 8.803 9.911
2.439 16 34 312 409 20 289 16 26 461 183 183
154.743 156.525 158.277 159.762 162.384 164.279 166.461 167.512 168.488 169.788 169.777 170.946
178.366 180.014 181.067 182.586 184.957 186.417 188.599 189.490 190.264 191.221 191.110 190.674
2004 jan. feb. mrt. apr. mei jun. jul. aug. sep. okt. nov. dec.
19.726 19.283 19.602 19.299 19.460 19.279 19.593 19.915 19.921 19.744 19.502 19.626
2.061 1.459 1.419 1.488 1.422 1.547 1.411 1.258 1.148 1.312 1.509 1.337
2.530 1.147 1.726 1.336 1.608 1.239 1.170 1.258 1.330 1.539 1.393 2.042
29 5 4 5 4 7 6 5 4 7 7 7
19.287 19.601 19.299 19.457 19.279 19.593 19.841 19.920 19.744 19.524 19.626 18.928
170.944 176.120 176.792 177.873 179.336 181.667 184.251 185.092 185.567 186.357 186.589 186.665
9.997 6.676 7.588 7.546 7.769 9.185 7.924 5.695 5.758 6.145 6.001 6.434
7.054 6.014 6.518 6.235 5.789 6.613 7.510 5.234 4.986 5.945 6.061 6.558
2.264 10 11 119 350 11 108 14 18 235 137 251
176.151 176.792 177.873 179.303 181.666 184.251 184.773 185.567 186.357 186.791 186.665 186.793
195.438 196.393 197.172 198.760 200.945 203.845 204.613 205.487 206.100 206.315 206.291 205.721
2005 jan.
18.903
1.676
2.251
31
18.360
186.689
7.967
5.991
2.493
191.158
209.518
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Een beginstand hoeft niet aan te sluiten bij de eindstand van de vorige maand als gevolg van statistische verschillen.
17*
Tabel 3.1 Balansen van institutionele beleggers Ultimocijfers in miljoenen euro’s
Activa Chartaal geld en deposito’s
Leningen
Chartaal Overige geld en deposigirale to’s deposito’s
t/m 1 jaar
1
2
Effecten m.u.v. aandelen meer dan 1 jaar
3
waarvan t/m woning- 1 jaar hypotheken 4
AanFinandelen ciële en deel- derivanemin- ten gen
meer dan 1 jaar
5
6
7
8
Onroerende goederen niet in eigen gebruik
9
10
Herverzekerde technische voorzieningen
Bedrijfs- Overig middelen en onroerende goederen in eigen gebruik
11
12
Totaal activa (1 t/m 13)
13
14
6.890
470 536 637 937 2.093
20.678
243.932 249.999 252.508 297.044 284.283
6.476 6.826 6.557 5.987 5.765 6.240 6.165 5.134
1.976 2.090 2.142 1.801 1.486 1.636 1.636 1.640
20.430 17.528 18.429 18.639 25.198 24.204 24.194 19.989
289.156 292.491 298.065 293.584 315.592 313.910 319.872 321.682
2.312
436.263 444.947 435.383 466.070 434.931
3.011 3.052 3.286 2.346 3.711 3.363 2.583 3.045
431.919 458.432 467.437 489.409 513.484 515.685 521.782 538.690
Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen Verzekeringsinstellingen 1999 2000 2001 2001 1 2002
1.887 2.863 2.314 2.314 4.872
6.923 7.326 7.296 1.432 2.062
90 330 208 208 143
67.563 67.221 65.411 81.660 83.554
27.689 29.908 31.378 37.775 44.228
0 8 0 0 380
76.584 79.828 85.079 73.073 70.700
78.996 78.716 77.002 96.387 79.949
223
11.419 13.171 14.561 12.533 12.739
2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
4.600 4.505 4.504 4.960 2.958 2.010 2.804 3.653
7.868 8.523 8.253 8.337 8.982 8.960 8.937 9.284
1.250 2.959 2.972 2.323 2.516 2.484 2.509 1.789
77.327 77.993 78.133 66.918 65.602 62.251 61.775 55.383
41.543 43.233 43.107 33.760 35.595 33.837 34.135 29.702
1.254 350 349 310 264 264 234 254
81.814 79.873 83.917 87.717 97.302 100.358 106.602 116.112
74.527 80.616 81.172 84.859 93.446 93.888 93.428 96.737
291 264 293 269 565 594 636 755
11.344 10.963 11.343 11.465 11.508 11.021 10.951 10.952
2.495
180 189 186 186 248
2.903 2.918 2.985 1.831 1.931 1.925 1.967 2.168
267 265 264 262 270 269 267 253
22.990
680.195 694.946 687.891 763.114 719.214
23.441 20.579 21.715 20.985 28.910 27.567 26.778 23.034
721.075 750.923 765.502 782.993 829.076 829.595 841.653 860.373
Pensioenfondsen 1999 2000 2001 2001 1 2002
1.223 1.741 2.740 1.849 2.388
1.510 3.254 1.859 2.859 5.991
2.284 2.878 1.323 1.323 2.039
52.523 41.985 34.876 37.306 30.464
11.037 11.519 9.182 9.606 10.597
20 30 41 41 102
128.115 152.962 152.512 159.106 177.088
225.018 218.140 217.111 225.088 183.878
6.858
25.390 23.769 24.736 23.373 21.068
2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
4.110 3.155 2.888 7.624 4.268 4.372 4.392 5.039
8.889 7.372 8.511 10.792 11.121 10.919 15.154 11.896
1.986 2.558 2.214 2.326 2.819 2.697 2.636 4.502
29.503 28.668 26.713 24.455 22.770 21.776 21.717 20.679
10.658 10.878 10.577 10.097 10.049 9.769 9.605 9.366
100 1 0 208 213 331 335 296
179.196 182.860 182.845 182.075 194.241 194.609 202.085 205.454
175.122 199.084 209.994 226.368 241.735 248.135 243.280 252.474
4.264 5.899 5.263 9.681 8.830 5.561 5.332 11.175
22.569 22.600 22.474 21.441 21.576 21.727 22.033 21.711
9.385
650 724 823 1.123 2.341
9.379 9.744 9.541 7.818 7.696 8.164 8.132 7.302
2.242 2.355 2.406 2.063 1.756 1.905 1.904 1.893
Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen tezamen 1999 2000 2001 2001 1 2002 2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
3.110 4.604 5.054 4.164 7.261
8.433 10.580 9.155 4.291 8.052
2.375 3.209 1.531 1.531 2.182
120.085 109.206 100.287 118.966 114.018
38.726 41.427 40.559 47.381 54.826
20 38 41 41 482
204.699 232.790 237.591 232.179 247.788
304.014 296.856 294.113 321.475 263.827
7.081
36.809 36.939 39.297 35.906 33.807
8.710 7.661 7.392 12.584 7.225 6.382 7.196 8.692
16.757 15.895 16.764 19.129 20.103 19.879 24.091 21.180
3.236 5.517 5.186 4.649 5.335 5.181 5.145 6.291
106.831 106.662 104.846 91.373 88.371 84.027 83.493 76.062
52.201 54.111 53.684 43.857 45.644 43.606 43.740 39.068
1.354 351 349 518 477 595 569 550
261.010 262.733 266.762 269.792 291.542 294.968 308.687 321.566
249.649 279.701 291.166 311.227 335.180 342.023 336.708 349.211
4.554 6.162 5.556 9.950 9.396 6.156 5.968 11.930
33.913 33.564 33.818 32.906 33.084 32.748 32.983 32.663
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Begin nieuwe reeks per ultimo 2001 als gevolg van een herziening van de rapportage (zie toelichting).
18*
vervolg op de volgende bladzijde
Passiva Eigen vermogen2
Minderheidsbelang van derden
15
16
Bedrijfs- Leningen economische voorzie- t/m meer ningen 1 jaar dan 1 jaar
Effecten m.u.v. aandelen t/m 1 jaar
17
18
19
Financiële derivaten
meer dan 1 jaar
22
TechOverig nische voorzieningen
23
24
Totaal passiva (15 t/m 24)
20
21
25
845 492 364 9.371 15.937
0
968 745 755 782 2
14
223.390
12.255
284.283
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
66 162 174 219 88 179 246 254
232.303 233.715 233.859 230.286 246.499 246.895 248.757 251.171
8.952 7.265 8.389 7.995 9.393 8.406 9.362 7.988
289.156 292.491 298.065 293.584 315.592 313.910 319.872 321.682
2.604
412.087
4.979
434.931
1.220 951 820 833 768 660 585 639
428.899 438.199 448.649 455.190 433.578 436.519 438.882 433.246
4.319 4.387 3.879 2.371 3.054 2.691 2.380 2.252
431.919 458.432 467.437 489.409 513.484 515.685 521.782 538.690
3.181 3.334 3.673 5.645 23.151
912
2.453
408 711 1.663 5.704 6.171
21.227 23.810 25.620 33.214 36.213 36.859 36.749 40.313
776 835 804 785 794 784 785 773
2.058 2.147 2.291 2.084 5.208 2.048 2.107 2.038
8.514 7.509 11.836 9.425 9.314 9.461 10.745 10.120
15.259 17.047 15.091 9.575 8.085 9.279 11.120 9.025
1.533 447 386 985 760
0
20 72 88 88 0
2.019 0 90 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
2.618
635.476
17.234
719.214
1.286 1.113 994 1.052 856 838 831 894
661.202 671.913 682.508 685.476 680.076 683.414 687.639 684.418
13.272 11.652 12.268 10.366 12.446 11.097 11.742 10.240
721.075 750.923 765.502 782.993 829.076 829.595 841.653 860.373
11.685
0
136
2.939 1.483 2.277 2.277 2.680
-7.447 10.784 9.335 22.985 70.141 68.658 73.040 96.461
0 0 0 0 0 0 0 0
47 52 49 40 392 353 350 300
2.211 3.402 3.770 6.886 4.445 5.675 5.369 4.765
651 657 844 1.104 1.106 1.128 1.176 1.027
2.378 938 749 10.356 16.697
0
988 816 842 869 2
15.910 17.705 15.936 10.679 9.191 10.407 12.296 10.052
2.019 0 90 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
3.181 3.334 3.673 5.645 34.836
912
2.589
3.346 2.193 3.940 7.981 8.851
13.780 34.593 34.955 56.199 106.354 105.518 109.789 136.774
776 835 804 785 794 784 785 773
2.105 2.199 2.340 2.125 5.600 2.402 2.457 2.338
10.725 10.911 15.606 16.311 13.759 15.135 16.114 14.885
1999 2000 2001 2001 1 2002 i ii iii iv i ii iii iv
2003
2004
1999 2000 2001 2001 1 2002 i ii iii iv i ii iii iv
2003
2004
1999 2000 2001 2001 1 2002 i ii iii iv i ii iii iv
2003
2004
2 Tot 2002 zijn hier alleen het aandelenkapitaal en de agioreserve in begrepen. Vanaf 2002 bevat deze post ook de overige reserves.
19*
Tabel 3.1 Balansen van institutionele beleggers (vervolg) Ultimocijfers in miljoenen euro’s
Activa Vorderingen op mfi’s
KortKapitaalmarktbeleggingen lopende KortLangvordeEffecten binnenland lopende lopende ringen termijn- termijnObligaties e.d. Aandepodepodelen sito’s sito’s Centrale Overige en e.d. overheid oblideelnegaties mingen binnenland
Giraal geld (incl. kas)
1
2
3
4
5
Effecten buitenland
Onderhandse leningen
Obligaties
Binnen- Buitenland land
Aandelen en deelnemingen
6
7
8
9
10
11
Beleggingsinstellingen Beleggingsinstellingen exclusief geldmarktfondsen 1999 3 2000 2001 2002 2002 4 2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
1.552 1.884 653 647 664
391 226 742 626 702
13 1 0 0 0
3.239 3.661 3.494 2.659 2.732
4.443 2.152 2.587 3.134 3.153
2.245 1.995 1.375 1.453 1.462
13.494 14.298 15.676 9.763 9.771
4.692 7.866 7.864 8.407 8.457
40.218 45.743 38.211 30.544 30.569
856 1.779 3.364 4.955 5.239
237 106 45 0 0
865 576 627 786 962 842 701 641
492 741 231 485 474 630 662 777
0 0 0 0 0 0 0 0
3.481 3.569 3.349 2.998 3.308 2.974 3.687 2.977
2.705 2.384 2.856 2.291 2.315 2.487 3.528 3.775
1.561 1.834 3.128 3.286 3.468 3.341 2.727 2.683
9.179 10.634 11.413 10.818 12.081 10.517 10.063 12.139
9.628 11.725 9.467 9.864 10.279 10.487 10.293 10.743
26.472 29.499 30.794 33.499 34.811 32.680 32.310 32.465
5.335 5.344 5.307 5.165 5.184 5.180 5.247 5.362
6 6 6 6 6 6 6 6
Geldmarktfondsen 1999 2000 2001 2002 2002 4 2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
11 196 12 0 0
3.396 2.023 70 133 138
0 0 0 0 0
1.639 1.851 864 586 593
12 0 0 0 0
262 73 63 65 69
8 58 11 9 3
118 54 90 109 115
97 0 0 0 0
140 72 40 12 13
169 181 134 124 132
83 13 11 2 7 7 8 5
11 13 0 0 0 404 104 426
0 0 0 0 0 0 0 0
587 560 619 663 719 325 554 235
0 0 0 0 0 0 0 0
58 72 129 92 84 80 71 69
2 2 4 4 3 3 2 3
184 173 307 334 353 375 420 386
0 0 0 0 0 0 0 0
18 18 13 17 25 25 25 25
148 188 204 192 144 121 123 129
Totaal beleggingsinstellingen 3
1999 2000 2001 2002 2002 4 2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
1.563 2.080 665 647 664
3.786 2.249 812 759 840
13 1 0 0 0
4.878 5.512 4.358 3.245 3.325
4.455 2.152 2.587 3.134 3.153
2.506 2.068 1.438 1.518 1.531
13.502 14.356 15.687 9.773 9.774
4.810 7.920 7.954 8.516 8.572
40.314 45.743 38.211 30.544 30.569
996 1.850 3.404 4.967 5.252
406 287 179 124 132
948 590 638 788 968 849 709 646
503 754 231 485 474 1.034 766 1.203
0 0 0 0 0 0 0 0
4.068 4.129 3.968 3.661 4.027 3.298 4.241 3.212
2.705 2.384 2.856 2.291 2.315 2.487 3.528 3.775
1.619 1.906 3.257 3.378 3.552 3.421 2.797 2.752
9.181 10.636 11.417 10.822 12.084 10.521 10.065 12.142
9.812 11.898 9.774 10.197 10.633 10.862 10.714 11.129
26.472 29.499 30.794 33.499 34.811 32.680 32.310 32.465
5.353 5.362 5.320 5.181 5.209 5.205 5.272 5.387
154 194 210 198 150 127 129 135
3 Begin nieuwe reeks als gevolg van een herrubricering door een rapporterende Wtbinstelling (zie toelichting).
20*
4 Begin nieuwe reeks als gevolg van een nieuwe berekeningsmethodiek (zie toelichting).
Balanstotaal
Hypothe- Onroecaire rende leningen goederen niet in eigen gebruik
Totaal kapitaalmarktbeleggingen (5 t/m 13)
Opties Overige en activa warrants
Passiva Kortlopende verplichtingen aan mfi’s
Overige kortlopende verplichtingen
ObliVoorziegaties ningen en onderhandse leningen e.d.
Eigen vermogen/ fondsvermogen
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
308 320 368 337 368
18.272 29.156 31.104 22.968 23.041
84.766 103.414 100.596 81.562 82.059
4.019 3.774 3.413 2.476 1.890
3.436 5.049 3.423 2.138 2.063
97.414 118.007 112.320 90.109 90.109
1.281 1.332 1.102 703 695
2.668 4.024 3.947 2.786 2.803
4.458 10.647 11.812 8.267 8.285
328 441 499 231 231
88.679 101.564 94.960 78.123 78.094
349 352 328 303 155 96 103 107
22.823 22.564 22.889 23.200 23.176 23.333 23.333 22.934
78.059 84.341 86.187 88.430 91.476 88.128 87.610 90.214
2.102 2.053 2.047 1.867 1.773 1.917 1.796 1.889
1.869 2.371 2.385 2.499 2.569 2.617 2.643 2.246
86.869 93.652 94.827 97.065 100.561 97.107 97.097 98.742
733 662 634 433 356 411 475 422
3.345 3.023 2.169 2.014 2.628 2.456 2.508 2.125
7.874 7.941 8.147 8.309 7.971 8.363 8.426 8.046
366 381 383 433 437 417 425 385
74.550 81.646 83.494 85.875 89.168 85.460 85.264 87.764
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
804 438 338 319 332
8 4 7 1 1
293 132 50 64 40
6.151 4.643 1.339 1.103 1.103
5 31 1 6 6
49 76 1 3 2
158 0 0 0 0
0 0 0 0 0
5.938 4.536 1.338 1.094 1.094
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
410 454 656 638 609 605 641 611
1 1 1 1 0 2 1 2
41 44 49 51 53 54 56 57
1.132 1.085 1.335 1.355 1.388 1.396 1.364 1.337
0 0 0 16 0 0 0 0
38 31 26 1 17 18 6 1
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
1.094 1.054 1.309 1.339 1.371 1.378 1.358 1.336
308 320 368 337 368
18.272 29.156 31.104 22.968 23.041
85.570 103.851 100.933 81.881 82.391
4.027 3.777 3.419 2.477 1.891
3.729 5.180 3.472 2.202 2.102
103.565 122.650 113.659 91.212 91.212
1.287 1.363 1.103 709 702
2.717 4.100 3.948 2.789 2.805
4.616 10.647 11.812 8.267 8.285
328 441 499 231 231
94.617 106.099 96.297 79.217 79.188
349 352 328 303 155 96 103 107
22.823 22.564 22.889 23.200 23.176 23.333 23.333 22.934
78.469 84.795 86.844 89.068 92.085 88.732 88.251 90.825
2.103 2.054 2.048 1.868 1.773 1.919 1.797 1.891
1.909 2.415 2.434 2.549 2.622 2.670 2.698 2.304
88.001 94.737 96.162 98.420 101.949 98.502 98.461 100.079
733 662 634 449 356 411 475 422
3.383 3.054 2.195 2.015 2.645 2.474 2.514 2.127
7.874 7.941 8.147 8.309 7.971 8.363 8.426 8.046
366 381 383 433 437 417 425 385
75.644 82.700 84.803 87.214 90.539 86.837 86.622 89.100
1999 3 2000 2001 2002 2002 4 i ii iii iv i ii iii iv
2003
2004
1999 2000 2001 2002 2002 4 i ii iii iv i ii iii iv
2003
2004
1999 3 2000 2001 2002 2002 4 i ii iii iv i ii iii iv
2003
2004
21*
Tabel 3.1.1 Activa en passiva van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen naar sector Ultimocijfers in miljoenen euro’s
Activa
Passiva
Chartaal geld en deposito’s
Leningen
Chartaal Overige geld en deposigirale to’s deposito’s
t/m 1 jaar
1
2
Effecten m.u.v. aandelen meer dan 1 jaar
t/m 1 jaar
Aandelen en deelnemingen
meer dan 1 jaar
3
4
5
6
1999 2000 2001 2001 2 2002
55 0 62 62 156
15.283 10.977 9.685 11.011 7.667
0 0 0 0 0
2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
150 173 285 109 276 232 199 99
6.394 5.998 5.252 4.513 4.002 4.005 4.093 3.744
7
Onroe- Leningen rende goederen niet in t/m meer eigen 1 jaar dan 1 gebruik 1 jaar
8
9
10
73.518 69.555 54.908 51.965 39.562
46 3 0 0 464
7 7 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
41.918 40.138 40.225 39.124 40.505 41.489 42.020 39.672
119 136 151 254 224 179 218 752
0 0 0 0 0 0 0 0
Binnenland Overheid
Monetair- financiële instellingen 1999 2000 2001 2001 2 2002
2.604 4.486 4.956 4.076 6.788
8.048 10.347 8.412 3.018 7.304
1.183 2.621 682 682 1.225
18.083 15.009 15.669 18.658 18.941
0 35 11 11 1
15.789 15.355 11.648 11.215 12.232
18.279 15.537 12.328 14.986 14.589
1.863 1.817 1.669 3.497 1.391
667 417 287 732 10.266
2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
8.279 7.036 6.690 7.229 5.760 5.719 6.087 7.927
15.079 14.784 14.394 15.684 14.972 17.922 18.557 17.079
1.172 1.354 972 1.356 2.048 1.718 1.786 2.537
13.646 12.757 14.799 13.548 11.973 11.528 11.455 10.625
0 0 0 208 213 375 333 250
12.478 12.710 10.064 9.690 10.170 10.128 10.321 10.135
15.479 15.644 13.944 15.162 15.944 15.712 15.785 14.720
1.310 2.712 3.221 853 1.492 3.381 2.588 1.907
10.492 10.632 9.063 2.959 2.483 3.814 5.672 3.891
Overige financiële instellingen 1999 2000 2001 2001 2 2002 2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
252 196 537 511 0
838 479 343 343 143
8.790 8.429 7.332 8.908 15.347
15 2 0 0 379
6.678 8.881 9.929 9.284 11.088
41.763 37.265 42.403 48.324 47.396
34.665 35.113 37.715 34.479 32.660
367 313 1.782 3.995 4.822
410 390 418 9.509 6.431
0 0 0 0 0 0 0 0
681 2.459 2.620 1.841 1.573 1.784 1.676 960
16.885 16.797 17.211 16.561 16.458 15.729 15.451 14.548
1.254 350 349 310 264 219 234 254
11.057 11.589 11.719 11.184 11.966 12.497 13.061 13.739
46.538 51.282 52.916 56.030 61.963 63.971 61.923 67.000
32.808 32.541 32.839 32.571 32.414 32.051 32.241 31.945
7.179 5.882 7.822 6.210 6.166 6.897 7.965 6.879
5.419 7.049 6.849 7.498 6.469 6.346 6.362 5.879
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Niet uitsplitsbaar naar binnenlandse sectoren. 2 Begin nieuwe reeks per ultimo 2001 als gevolg van een herziening van de rapportage (zie toelichting).
22*
vervolg op de volgende bladzijde
Activa
Passiva
Chartaal geld en deposito’s
Leningen
Chartaal Overige geld en deposigirale to’s deposito’s
t/m 1 jaar
1
2
Effecten m.u.v. aandelen meer dan 1 jaar
3
t/m 1 jaar
Aandelen en deelnemingen
meer dan 1 jaar
4
5
6
7
Onroe- Leningen rende goederen niet in t/m meer eigen 1 jaar dan 1 gebruik 1 jaar
8
9
10
Vervolg binnenland Niet-financiële vennootschappen 1999 2000 2001 2001 2 2002
35 99 393 393 167
32.113 26.328 19.960 24.249 15.021
0 0 0 0 0
4.512 5.034 4.593 4.326 5.019
48.317 41.931 34.712 40.378 23.683
42 31 15 15 132
7 57 16 40 0
2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
643 586 468 348 430 384 354 250
15.807 15.387 12.940 12.174 11.240 10.165 9.827 9.203
0 0 0 0 0 1 0 0
5.883 5.498 5.224 5.250 5.757 5.904 5.465 5.603
22.485 23.826 24.322 25.016 26.514 25.833 22.963 23.467
171 235 389 1.449 788 459 574 497
0 0 0 0 0 0 0 0
4 0 1 1 0
40.988 43.850 43.241 50.806 53.551
0 0 0 0 0
1 1 28 28 458
0 1 3 4 1
83 21 0 0 605
25 48 30 75 0
126 73 67 98 91 46 42 70
51.378 53.097 52.015 42.301 42.484 40.349 40.452 35.889
0 0 0 0 0 0 0 0
17 9 17 109 87 123 110 113
36 36 44 38 46 42 47 49
262 298 1.876 1.282 2.049 1.776 1.582 1.884
0 0 0 200 218 226 240 262
Huishoudens en izw 1999 2000 2001 2001 2 2002 2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv Totaal binnenland 1999 2000 2001 2001 2 2002
2.604 4.486 4.956 4.076 6.788
8.301 10.543 8.948 3.529 7.304
2.113 3.199 1.481 1.481 1.692
115.258 104.594 95.888 113.634 110.525
15 36 11 11 380
100.498 98.827 81.106 76.818 68.359
108.358 94.735 89.447 103.691 85.669
34.665 35.113 37.715 34.479 32.660
2.401 2.185 3.466 7.506 7.413
1.116 919 749 10.356 16.697
2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
8.279 7.036 6.690 7.229 5.760 5.719 6.087 7.927
15.079 14.784 14.394 15.684 14.972 17.922 18.557 17.079
2.772 4.644 4.413 3.751 4.417 4.163 4.056 3.916
104.111 104.035 102.218 89.097 86.157 81.776 81.278 74.010
1.254 350 349 518 477 595 567 504
71.352 69.944 67.248 65.358 68.485 70.142 70.977 69.261
84.538 90.788 91.226 96.246 104.467 105.558 100.718 105.236
32.808 32.541 32.839 32.571 32.414 32.051 32.241 31.945
9.041 9.264 13.459 10.047 10.720 12.692 12.927 11.919
15.910 17.681 15.911 10.657 9.170 10.385 12.274 10.032
23*
Tabel 3.1.1 Activa en passiva van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen naar sector (vervolg) Ultimocijfers in miljoenen euro’s
Activa
Passiva
Chartaal geld en deposito’s
Leningen
Chartaal Overige geld en deposigirale to’s deposito’s
t/m 1 jaar
1
Effecten m.u.v. aandelen meer dan 1 jaar
t/m 1 jaar
Aandelen en deelnemingen
meer dan 1 jaar
Onroe- Leningen rende goederen niet in t/m meer eigen 1 jaar dan 1 1 jaar gebruik
2
3
4
5
6
7
8
9
10
37
534
401
1.088
3
121.650
40.447
751
452
0
28 182 200 199 178 258 164 148
665 564 1.107 1.024 2.959 1.629 2.745 1.395
406 767 770 774 1 1 1 1
1.736 1.800 1.861 1.478 1.495 1.520 1.466 1.480
3 1 0 0 0 0 0 0
128.524 128.434 132.439 138.410 151.359 152.696 163.436 178.407
35.992 44.067 46.289 52.411 54.548 52.927 53.339 55.348
759 747 714 138 433 454 493 466
576 513 460 378 639 756 767 862
0 24 24 22 21 22 22 20
436
215
88
2.405
99
57.779
137.712
396
985
0
402 442 501 5.156 1.288 406 945 617
1.012 548 1.264 2.420 2.172 328 2.789 2.706
58 106 4 124 917 1.016 1.088 2.374
984 825 767 800 720 730 748 572
97 0 0 0 0 0 2 46
61.134 64.355 67.073 66.021 71.698 72.130 74.274 73.898
129.118 144.845 153.652 162.570 176.165 183.538 182.650 188.627
346 276 264 198 235 243 249 252
1.109 1.134 1.687 5.887 2.400 1.687 2.419 2.103
0 0 0 0 0 0 0 0
Buitenland Eurogebied 1999 2000 2001 2002 2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
Overig 1999 2000 2001 2002 2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
Totaal buitenland 1999 2000 2001 2001 2 2002 2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
506 118 98 87 472
133 37 207 762 748
261 9 50 50 490
4.828 4.612 4.399 5.332 3.493
5 2 29 29 102
104.201 133.963 156.485 155.361 179.429
195.655 202.121 204.667 217.783 178.159
2.144 1.826 1.582 1.427 1.147
945 9 475 475 1.438
1.262 20 0 0 0
430 624 701 5.355 1.465 664 1.109 764
1.677 1.112 2.370 3.444 5.131 1.957 5.534 4.101
464 873 773 898 918 1.017 1.089 2.375
2.720 2.625 2.628 2.278 2.215 2.250 2.214 2.052
100 1 0 0 0 0 2 46
189.658 192.789 199.512 204.431 223.057 224.825 237.710 252.304
165.110 188.912 199.941 214.981 230.712 236.465 235.989 243.975
1.105 1.023 979 335 668 697 743 718
1.685 1.647 2.147 6.264 3.039 2.443 3.187 2.965
0 24 24 22 21 22 22 20
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Niet uitsplitsbaar naar binnenlandse sectoren. 2 Begin nieuwe reeks per ultimo 2001 als gevolg van een herziening van de rapportage (zie toelichting).
24*
Tabel 3.2 Aanbod en beroep op de kapitaalmarkt Miljoenen euro’s
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2004 i
ii
iii
iv
Netto aanbod 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Overheid Aandelen Obligaties e.d. Onderhandse leningen Woninghypotheken Onroerende goederen
-1.384 0 -15 4 -31
-307 0 -8 0 0
1.771 0 -1 -1 0
-14 0 -26 0 0
-2.025 0 0 2 0
1.231 0 0 -2 0
0 0 0 -2 0
-15 0 0 2 0
-1.534 0 0 0 0
2.780 0 0 -2 0
1
Totaal overheid
-1.426
-316
1.769
-39
-2.023
1.230
-2
-13
-1.534
2.779
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Mfi’s Aandelen Obligaties e.d. Onderhandse leningen Woninghypotheken Onroerende goederen
-3.822 4.595 18.735 29.131 249
13.891 2.144 20.571 21.308 364
7.219 6.509 8.577 22.165 287
-1.406 27.834 18.150 17.657 34
-767 11.332 16.519 19.256 -187
9.638 2.891 16.197 29.980 -333
4.379 -3.182 4.527 6.330 -37
3.880 2.302 3.454 6.007 -130
1.172 1.889 5.127 10.137 -56
207 1.882 3.089 7.506 -110
2
Totaal mfi’s
48.888
58.278
44.757
62.269
46.153
58.373
12.017
15.513
18.269
12.574
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen Aandelen Obligaties e.d. Onderhandse leningen Woninghypotheken Onroerende goederen
17.188 26.157 -14.325 2.936 -747
1.429 18.792 -13.580 2.701 -2.623
38.132 -1.069 -8.051 -868 321
24.215 5.368 -11.013 4.770 -3.494
25.912 19.853 -11.723 -8.338 -3.392
12.227 37.982 -7.481 -5.912 -434
5.493 12.411 -2.443 164 -45
1.817 4.757 -945 -1.316 -40
2.421 8.156 -1.206 56 -35
2.496 12.658 -2.887 -4.816 -314
3
Totaal verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen
31.207
6.718
28.465
19.845
22.311
36.385
15.581
4.274
9.392
7.138
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Beleggingsinstellingen Aandelen Obligaties e.d. Onderhandse leningen Hypothecaire leningen Onroerende goederen
4.024 -531 70 204 1.797
10.276 203 789 -2 8.697
6.215 1.466 1.485 14 1.867
3.130 1.174 1.495 -43 -7.239
1.127 1.630 -99 -65 557
807 1.641 116 -173 -644
671 391 15 -147 -112
-425 424 14 -34 33
-42 247 51 5 -104
603 579 36 3 -461
4
Totaal beleggingsinstellingen
5.562
19.965
11.047
-1.483
3.152
1.748
819
12
158
759
5.1 5.2 5.3 5.4
Overige financiële instellingen Aandelen Obligaties e.d. Onderhandse leningen Woninghypotheken
0 0 345 5.280
0 0 1.634 6.605
0 0 0 8.392
0 0 0 19.058
0 0 0 18.828
0 0 0 14.505
0 0 0 3.334
0 0 0 6.581
0 0 0 -789
0 0 0 5.379
5
Totaal overige financiële instellingen
5.626
8.240
8.392
19.058
18.828
14.505
3.334
6.581
-789
5.379
6.1 6.2 6.3
Huishoudens en niet-financiële vennootschappen Aandelen Obligaties e.d. Onderhandse leningen
22.705 -7.426 -6.364
11.260 42.667 4.196
-20.642 36.978 -8.756
-13.669 25.434 -15.082
-10.756 12.254 3.716
-11.449 13.236 -6.421
-5.521 5.015 -7.375
-6.045 2.035 237
72 201 -55
45 5.985 772
8.916
58.123
7.580
-3.317
5.213
-4.636
-7.882
-3.773
217
6.802
6
Totaal huishoudens en niet-financiële vennootschappen
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
Binnenland Aandelen Obligaties e.d. Onderhandse leningen Woninghypotheken Onroerende goederen
38.711 22.796 -1.555 37.554 1.269
36.548 63.807 13.601 30.611 6.438
32.694 43.884 -6.745 29.702 2.475
12.257 59.810 -6.476 41.443 -10.699
13.491 45.069 8.413 29.683 -3.022
12.455 55.750 2.413 38.398 -1.411
5.022 14.635 -5.276 9.679 -194
-788 9.518 2.761 11.240 -137
2.089 10.492 3.918 9.409 -195
6.132 21.105 1.010 8.070 -885
7
Totaal binnenland (1 t/m 6)
98.774
151.004
102.009
96.334
93.629
107.606
23.867
22.594
25.713
35.432
8.1 8.2 8.3
Buitenland Nederlandse aandelen Nederlandse obligaties e.d. Onderhandse leningen
28.833 59.838 2.616
18.527 45.678 18.836
14.459 62.546 5.322
-24 42.367 3.596
4.021 72.276 -2.113
3.821 47.216 601
-1.882 7.832 -248
2.242 17.261 144
-332 6.269 -269
3.793 15.854 974
8
Totaal buitenland
91.288
83.040
82.326
45.937
74.184
51.638
5.702
19.647
5.668
20.621
9
Totaal netto aanbod op de kapitaalmarkt (7 + 8)
190.062
234.044
184.336
142.272
167.814
159.244
29.569
42.241
31.381
56.053
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Door een stopzetting van de informatievoorziening door het cbs zijn vanaf 2000 geen gegevens beschikbaar van provincies en gemeenten.
26*
2 Door de verplaatsing van beleggingsfondsen naar Luxemburg in het tweede kwartaal van 2004 was de netto-inleg bij Nederlandse beleggingsinstellingen negatief. Deze verplaatsingen hebben geen invloed op het netto beroep op de kapitaalmarkt en zijn derhalve niet in de tabel opgenomen.
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2004 i
ii
iii
iv
Netto beroep Centrale overheid 10.1 Obligaties e.d. 10.2 Onderhandse leningen
10.210 -7.275
-5.144 -5.924
2.901 -2.697
-1.857 -542
10.628 -214
14.792 -116
1.234 -6
4.876 0
5.337 -20
3.345 -90
10
Totaal centrale overheid
2.935
-11.068
204
-2.399
10.414
14.676
1.228
4.876
5.317
3.255
11.1 11.2
Overige overheid Obligaties e.d. Onderhandse leningen 1
207 -2.046
183 3
258 0
-73 48
-114 -59
-293 0
-265 0
-11 0
-14 0
-3 0
11
Totaal overige overheid
-1.839
186
258
-26
-173
-293
-265
-11
-14
-3
12.1 12.2 12.3
Mfi’s Aandelen Obligaties e.d. Onderhandse leningen
994 21.865 -2.385
-1.173 14.782 2.667
-3.023 24.561 -4.727
-226 22.290 -2.186
211 37.384 3.619
-979 44.399 -1.086
42 13.238 -1.656
19 9.083 42
-872 7.532 -721
-168 14.546 1.249
12
Totaal mfi’s
20.474
16.276
16.811
19.879
41.215
42.334
11.624
9.144
5.939
15.627
13.1 13.2 13.3
Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen Aandelen Obligaties e.d. Onderhandse leningen
0 650 1.319
0 0 -1.438
0 0 -189
0 0 6.341
0 0 -6.018
0 0 -627
0 0 -1.488
0 0 1.216
0 0 1.889
0 0 -2.244
13
Totaal verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen
1.970
-1.439
-189
6.341
-6.018
-627
-1.488
1.216
1.889
-2.244
Beleggingsinstellingen 14.1 Aandelen 2 14.2 Obligaties e.d. 14.3 Onderhandse leningen
5.802 -45 828
16.197 0 6.213
6.875 0 1.135
2.216 0 -3.586
3.231 0 233
1.621 0 -329
-117 0 -335
797 0 263
281 0 87
660 0 -344
14
Totaal beleggingsinstellingen
6.584
22.410
8.010
-1.370
3.464
1.292
-452
1.060
368
316
15.1 15.2 15.3
Overige financiële instellingen Aandelen Obligaties e.d. Onderhandse leningen
8.651 11.026 1.639
1.048 22.272 451
1.705 33.548 0
0 27.955 0
-23 29.606 0
-17 10.794 0
0 -4.005 0
0 6.673 0
0 -322 0
-17 8.448 0
15
Totaal overige financiële instellingen
21.317
23.771
35.253
27.955
29.584
10.777
-4.005
6.673
-322
8.431
16.1 16.2
Huishoudens Onderhandse leningen Woninghypotheken
982 36.955
4.005 30.490
756 29.862
-1.597 40.987
392 29.688
-1.038 38.220
-703 9.616
-61 11.216
-725 9.356
451 8.032
16
Totaal huishoudens
37.938
34.494
30.618
39.391
30.079
37.182
8.913
11.155
8.631
8.483
17.1 17.2 17.3 17.4
Niet-financiële vennootschappen Aandelen Obligaties e.d. Onderhandse leningen Woninghypotheken
2.579 5.766 7.830 598
13.455 27.160 24.893 121
8.566 7.483 3.841 -161
1.666 -3.872 -1.389 456
3.151 -1.118 7.693 -4
-219 -5.725 6.127 178
703 251 -1.054 63
-32 -3.373 1.262 24
-971 -2.565 2.892 53
81 -38 3.027 38
17
Totaal niet-financiële vennootschappen
16.773
65.630
19.730
-3.139
9.720
362
-37
-2.119
-590
3.108
18.1 18.2 18.3 18.4 18.5
Binnenland Aandelen Obligaties e.d. Onderhandse leningen Woninghypotheken Onroerende goederen
18.026 49.678 894 37.554 1.269
29.528 59.253 30.870 30.611 6.438
14.124 68.752 -1.884 29.702 2.475
3.656 44.443 -2.909 41.443 -10.699
6.573 76.387 5.643 29.683 -3.022
406 63.967 2.932 38.398 -1.411
628 10.453 -5.242 9.679 -194
784 17.248 2.722 11.240 -137
-1.562 9.968 3.403 9.409 -195
556 26.298 2.049 8.070 -885
18
Totaal binnenland (10 t/m 17 + 18.5)
107.419
156.700
113.170
75.933
115.261
104.293
15.325
31.857
21.023
36.088
19.1 19.2 19.3
Buitenland Buitenlandse aandelen Buitenlandse obligaties e.d. Onderhandse leningen
49.518 32.956 168
25.548 50.230 1.566
33.029 37.678 460
8.577 57.734 29
10.939 40.958 656
15.870 38.999 82
2.512 12.014 -282
670 9.531 183
3.319 6.793 246
9.369 10.661 -65
19
Totaal buitenland
82.643
77.344
71.166
66.339
52.553
54.951
14.244
10.384
10.358
19.965
20
Totaal netto beroep op de kapitaalmarkt (18 + 19)
190.062
234.044
184.336
142.272
167.814
159.244
29.569
42.241
31.381
56.053
27*
Tabel 3.3 Netto inleg bij beleggingsinstellingen naar fondstype Miljoenen euro’s
Aandelenfondsen
Nederland
1999 2000 2001 2002 2003 2004 2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
Europa
Obligatie- VastGemeng- Overige Subtotaal GeldTotaal fondsen goedde fondsen (6 t/m 10) markt(11 + 12) fondsen fondsen fondsen Noord- Verre Amerika Oosten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
-298 -3 1.249 216 -11 -172
1.093 2.542 124 89 -372 -1.692
294 520 113 249 84 -966
324 48 -346 -72 60 -505
2.108 6.248 797 920 705 -629
3.521 9.356 1.938 1.403 465 -3.962
-29 814 2.174 1.593 2.458 975
260 2.417 338 -2.641 -68 -11
1.025 1.828 1.022 942 -13 503
1.022 1.783 1.405 1.159 389 579
5.802 16.197 6.875 2.456 3.231 -1.916
344 -1.173 -3.024 -230 216 5
6.143 15.025 3.853 2.226 3.447 -1.911
50 81 -86 -56 -41 -10 -30 -91
-79 -86 -16 -191 -309 -1.320 21 -84
-2 7 85 -6 -25 -898 -7 -36
-11 1 12 58 37 -524 -4 -14
-59 308 177 279 187 -830 -68 82
-101 310 172 84 -150 -3.581 -88 -143
521 1.730 61 146 62 186 199 528
4 -37 -48 13 27 -81 32 11
87 332 -762 330 -20 249 127 147
540 3 -99 -55 -36 487 11 117
1.051 2.337 -675 518 -117 -2.740 281 660
-2 -22 247 -7 41 18 -23 -31
1.049 2.316 -429 511 -76 -2.722 258 629
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
28*
Wereld- Totaal wijd (1 t/m 5)
Tabel 3.4 Balanstotalen van beleggingsinstellingen naar fondstype Ultimocijfers in miljoenen euro’s
Aandelenfondsen
Nederland
Europa
Obligatie- VastGemeng- Overige Subtotaal GeldTotaal fondsen goedde fondsen (6 t/m 10) markt(11 + 12) fondsen fondsen fondsen Noord- Verre Amerika Oosten
Wereld- Totaal wijd (1 t/m 5)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
19991 2000 2001 2002
8.653 8.675 7.832 5.564
7.421 10.092 7.787 5.398
1.326 1.764 1.602 1.315
2.695 2.061 1.402 1.043
31.296 34.893 27.870 18.476
51.391 57.484 46.492 31.796
11.427 11.655 13.318 15.206
20.312 31.358 33.859 24.439
8.355 10.231 9.781 9.049
5.929 7.279 8.870 9.619
97.414 118.007 112.320 90.109
6.151 4.643 1.339 1.103
103.565 122.650 113.659 91.212
2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
4.711 5.279 5.557 5.870 5.984 6.071 5.897 6.082
4.452 4.979 5.296 5.533 5.654 4.492 4.418 4.550
1.172 1.327 1.422 1.409 1.423 693 655 588
897 890 1.100 1.193 1.343 778 777 818
16.687 18.639 19.716 20.875 23.005 21.978 21.123 21.815
27.920 31.115 33.090 34.880 37.409 34.013 32.871 33.854
16.121 19.166 18.823 18.656 19.188 18.745 19.389 20.117
24.101 23.840 24.113 24.276 24.345 24.523 24.601 24.301
8.727 9.410 8.703 9.157 9.484 9.599 10.032 10.026
10.000 10.122 10.098 10.096 10.136 10.227 10.205 10.444
86.869 93.652 94.827 97.065 100.561 97.107 97.097 98.742
1.132 1.085 1.335 1.355 1.388 1.396 1.364 1.337
88.001 94.737 96.162 98.420 101.949 98.502 98.461 100.079
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Begin nieuwe reeks als gevolg van herrubricering door een rapporterende Wtb-instelling (zie toelichting).
29*
Tabel 3.5 Emissiemarkt Emissies van obligaties in euro’s Datum van storting
Emittent
Bijzon- Looptijd Nomiderbij naal heden uitgifte bedrag emissie 1 Jaren
Miljoenen euro’s
Obligaties Nederlandse Staat 14 jan. 2005
Staat der Nederlanden
to
3
Coupon- Emissie- Emissierente koers 2 rendement Procenten
Procenten
2.645
2,50
100
2,50
7 7 5 10 5 4,6 6 3 2,2 5 10 8 39 2 20 1,5 8 10 7 10 5 6 9 7 10 15 9,7 20 20 5 3 4 5 5 5,5 10 eeuwigd. 7 5,5 5 1,5 5 5,5 6 5 30 2 7,9 5 15
20 80 25 150 30 20 20 500 300 25 20 200 34 25 25 1.500 100 200 20 50 20 45 40 22 100 28 250 100 100 20 300 300 20 25 1.250 125 100 600 25 1.250 150 25 25 25 20 30 40 50 50 250
4,75 6
100 100 100 101,75 100 100 100 99,95 100 100 100 100 100 102 100 99,96 100 100 100 100 100 100 101,75 100 102 100 100,50 100 100 100 100 100 100 100 101,17 102 100,95 99,34 99,86 99,86 100 100 100 100 100 100 102 100 100 100
4,75 6
32,2 10 7,1 7,1 7,1 7,1 7,1 7,1 7
584 500 2.100 188 38 50 38 40 46
Obligaties mfi’s 06 dec. 2004 06 dec. 08 dec. 08 dec. 09 dec. 09 dec. 10 dec. 14 dec. 15 dec. 15 dec. 15 dec. 16 dec. 17 dec. 17 dec. 20 dec. 21 dec. 21 dec. 21 dec. 22 dec. 22 dec. 23 dec. 28 dec. 04 jan. 2005 04 jan. 06 jan. 06 jan. 10 jan. 10 jan. 10 jan. 12 jan. 14 jan. 14 jan. 18 jan. 18 jan. 19 jan. 19 jan. 20 jan. 20 jan. 20 jan. 21 jan. 21 jan. 24 jan. 24 jan. 25 jan. 25 jan. 26 jan. 26 jan. 28 jan. 31 jan. 31 jan.
nib Capital Bank Rabobank Nederland sns Bank ing Bank nib Capital Bank Rabobank Nederland Rabo Securities LeasePlan Corporation abn amro Bouwfonds Nederlandse Gemeenten sns Bank Rabo Securities ing Bank nib Capital Bank abn amro Bank Rabobank Nederland abn amro Bank Rabobank Nederland Rabobank Nederland Rabo Securities nib Capital Bank abn amro Bank nib Capital Bank Rabobank Nederland Rabobank Nederland abn amro Bank Rabobank Nederland Rabo Securities Rabobank Nederland Rabobank Nederland nib Capital Bank abn amro Bouwfonds Nederlandse Gemeenten abn amro Bouwfonds Nederlandse Gemeenten sns Bank sns Bank Rabobank Nederland nib Capital Bank abn amro Bank nib Capital Bank sns Bank abn amro Bank abn amro Bouwfonds Nederlandse Gemeenten sns Bank sns Bank sns Bank nib Capital Bank sns Bank abn amro Bank Rabobank Nederland abn amro Bank Bank Nederlandse Gemeenten
mtn fl fl c fl fl fl fl z oc fl fl mtn z
mtn mtn z mtn,fl fl fl c,z fl
mtn fl fl
z c fl mtn,fl fl fl
0,13 0,25
7 4,79 10 4,85
4 5 5 2,83 5 6 6,20
3 2,36 3,25 3,13 6 1 3,25 2,25 3,26 3,34 0,50 9
0,13 0,25
7 4,79 8,87 4,85
4 5 5 2,83 4,76 6 6,20
3 2,36 3,25 2,89 5,73
3,28 2,25 3,26 3,34 0,50 7,88
Obligaties overige sectoren 08 dec. 2004 08 dec. 22 dec. 22 dec. 22 dec. 22 dec. 22 dec. 22 dec. 28 jan. 2005
30*
e-mac nl 2004-ii (Class a) aegon Sundial 2004-1 Sundial 2004-1 (Class a) Sundial 2004-1 (Class b) Sundial 2004-1 (Class c) Sundial 2004-1 (Class d) Sundial 2004-1 (Class e) be Semiconductor Industries
mbs,fl abs,fl abs,fl abs,fl abs,fl abs,fl abs,fl c
4,13
5,50
100 99,13 100 100 100 100 100 100 100
4,23
5,50
Emissies van obligaties in vreemde valuta’s Datum van storting
Emittent
Bijzon- Looptijd Valuta derbij heden uitgifte 1 emissie
Nominaal bedrag (miljoenen) Tegen waarde in euro’s
Jaren 01 dec. 2004 01 dec. 02 dec. 06 dec. 08 dec. 09 dec. 10 dec. 10 dec. 13 dec. 20 dec. 20 dec. 21 dec. 22 dec. 23 dec. 04 jan. 2005 07 jan. 07 jan. 11 jan. 13 jan. 14 jan. 14 jan. 18 jan. 18 jan. 18 jan. 19 jan. 20 jan. 21 jan. 25 jan. 25 jan. 25 jan. 26 jan. 27 jan. 27 jan. 27 jan. 27 jan. 28 jan.
Rabobank Nederland ing Bank Rabobank Nederland abn amro Bank Bank Nederlandse Gemeenten Rabobank Nederland Rabobank Nederland Rabobank Nederland Bank Nederlandse Gemeenten Nederlandse Waterschapsbank Nederlandse Waterschapsbank sns Bank Bank Nederlandse Gemeenten Rabobank Nederland Rabobank Nederland Rabobank Nederland abn amro Bank ing Bank abn amro Bank Bank Nederlandse Gemeenten Bank Nederlandse Gemeenten Bank Nederlandse Gemeenten Bank Nederlandse Gemeenten Bank Nederlandse Gemeenten nib Capital Bank abn amro Bank Nederlandse Waterschapsbank Bank Nederlandse Gemeenten Rabobank Nederland Bank Nederlandse Gemeenten Bank Nederlandse Gemeenten Bank Nederlandse Gemeenten abn amro Bank Rabobank Nederland Bank Nederlandse Gemeenten ing Bank
z fl fl z z fl fl fl fl fl z fl fl
fl fl fl z
10 3,1 10 2 10 10 10 4,8 20 20 29 5 5,6 5 5 10 3 5 15 4,5 4,4 3 3,4 2,8 5 5 4,7 2,7 3 3 5,2 5 5 30 2 1,3
Coupon- Emissie- Emissierente koers rendement
Procenten us-dollar us-dollar us-dollar us-dollar us-dollar Yen (mrd) us-dollar Noorse kroon us-dollar us-dollar Yen (mrd) Tsj.koruna Aus.dollar us-dollar us-dollar us-dollar us-dollar us-dollar us-dollar nz.dollar nz.dollar us-dollar Aus.dollar Aus.dollar us-dollar Pond sterling us-dollar nz.dollar us-dollar us-dollar us-dollar Aus.dollar Yen (mrd) us-dollar nz.dollar us-dollar
54 151 38 150 60 5 50 400 80 100 5 800 50 50 50 50 150 50 70 50 50 50 50 50 50 200 500 50 50 50 1.500 100 3 50 105 50
40,6 113,6 28,5 111,6 45,1 35,9 37,9 48,7 60,3 74,7 35,9 26,2 28,7 37,2 37,4 37,9 113,6 38,0 52,9 26,7 26,7 38,3 28,9 28,9 38,2 288,5 385,7 27,3 38,4 38,4 1.153,4 59,4 22,3 38,4 57,5 38,4
4,56 4,51 4,48
3,50 6,40 4,40 5 4,75
6,25 5,25 4,75 5,50 4,88 3,88 6,50 3,68 4,06 5,63
5,76
Procenten 100 100 100 100 100 100 100 102,78 100 100 100 100 99,46 100 100 100 100 100 100 100,76 97,08 100 98,74 101,21 100 99,70 101,06 101,42 100 100 99,74 101,18 100 100 100 100
4,56 4,51 4,48
2,87 6,40 4,40 5,11 4,75
6,05 6,03 5,17 5,03 4,94 3,63 5,92 3,68 4,06 5,35
5,76
Emissies van aandelen Datum van storting
Bijzonderheden emissie 3
Emittent
Emissiebedrag
Miljoenen euro’s 05 jun. 2003 06 jun. 02 okt. 17 dec. 17 dec. 17 dec. 05 feb. 2004 05 feb. 27 feb. 27 feb. 03 mrt. 31 mrt. 05 apr. 16 apr. 05 jul. 29 jul. 01 sep. 01 sep. 11 nov. 16 nov. 09 dec. 17 dec.
abn amro Euro Credit Fund, serie 5 Van Lanschot Euro Cedit Fund abn amro High Income Equity Fund Koninklijke Ahold Koninklijke Ahold Koninklijke Ahold Hagemeyer Hagemeyer Getronics Getronics Wereldhave Hunter Douglas Ordina Koninklijke p&o Nedlloyd Athlon Holding Draka Holding VersaTel Telecom International VersaTel Telecom International ing Kroon Obligatie Fonds, serie 30 Van Lanschot Koninklijke Bam Groep Kendrion
Voor de toelichting wordt verwezen naar de tekst achterin. 1 Voor Staatsobligaties: cv=Conversie, te=Tender, to=Toonbanklening. Romeinse nummering geeft de tranche aan van de desbetreffende lening. Voor
bi bi bi cl o cl o o bi,o o o cl o o bi o cl
overige obligaties: a=Achtergesteld, c=Converteerbaar, oc=Omgekeerd converteerbaar, abs=Assetbacked securities, mbs=Mortgage backed securities, mtn=Medium Term Notes, fl=Floating rate, mi=Mixed rate (fixed/floating), z=Zero coupon.
433,0 222,1 385,2 180,4 75,8 2.999,2 58,4 417,0 31,2 208,8 73,4 21,7 22,8 211,2 26,2 150,0 20,3 34,6 292,0 147,6 40,8 39,2
2 In geval van toonbanklening betreft het een gewogen gemiddelde van uitgiftekoersen. 3 cl=Claimemissie, o=Onderhandse plaatsing, bi=Emissie van beleggingsinstelling
31*
Tabel 3.6 Emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen Miljoenen euro’s
Totaal
In euro’s
Emissies Aflossingen 1
In overige valuta’s
NettoUitEmissies Aflosemissies staande singen bedragen 2
NettoUitEmissies Aflosemissies staande singen bedragen
NettoUitemissies staande bedragen
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Kortlopende effecten 1999 2000 2001 2002 2003 2004
113.243 114.775 147.994 184.205 242.248 227.730
104.804 116.598 139.955 166.072 239.202 228.149
8.439 -1.823 8.039 18.133 3.046 -419
24.365 22.568 30.841 47.652 49.439 48.699
91.860 73.079 87.662 130.616 191.905 189.840
85.234 80.779 80.547 113.144 185.580 191.365
6.626 -7.700 7.115 17.472 6.325 -1.525
19.054 11.354 18.469 35.941 42.266 40.741
21.383 41.696 60.332 53.589 50.343 37.890
19.570 35.819 59.408 52.928 53.622 36.784
1.813 5.877 924 661 -3.279 1.106
5.311 11.214 12.372 11.711 7.173 7.958
2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
64.985 69.252 56.407 51.604 62.315 59.757 56.577 49.081
50.098 63.854 68.221 57.029 50.732 60.089 59.982 57.346
14.887 5.398 -11.814 -5.425 11.583 -332 -3.405 -8.265
62.129 66.972 55.220 49.439 61.279 60.941 57.374 48.699
51.500 51.846 45.309 43.250 52.692 50.181 47.108 39.859
37.729 49.570 49.964 48.317 41.300 51.637 49.600 48.828
13.771 2.276 -4.655 -5.067 11.392 -1.456 -2.492 -8.969
49.712 51.988 47.333 42.266 53.658 52.202 49.710 40.741
13.485 17.406 11.098 8.354 9.623 9.576 9.469 9.222
12.369 14.284 18.257 8.712 9.432 8.452 10.382 8.518
1.116 3.122 -7.159 -358 191 1.124 -913 704
12.417 14.984 7.887 7.173 7.621 8.739 7.664 7.958
2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
17.730 16.928 14.423 19.862
19.095 17.590 20.661 15.375
-1.365 -662 -6.238 4.487
55.916 55.085 48.699 53.421
14.745 13.874 11.240 16.486
16.002 14.876 17.950 12.246
-1.257 -1.002 -6.710 4.240
48.453 47.451 40.741 44.981
2.985 3.054 3.183 3.376
3.093 2.714 2.711 3.129
-108 340 472 247
7.463 7.634 7.958 8.440
582.212
-39.357
863.072
522.135
560.206
-38.072
791.703
20.720
22.005
-1.285
71.369
Eurogebied 2004 dec.
542.855
Langlopende effecten met uitzondering van aandelen 1999 2000 2001 2002 2003 2004
113.073 100.623 116.666 101.499 143.558 134.650
63.359 41.424 47.983 57.216 67.512 70.798
49.715 59.199 68.683 44.283 76.046 63.853
362.856 424.214 495.431 527.244 589.025 647.542
95.491 74.169 89.603 75.052 107.622 106.176
57.703 35.888 31.437 46.649 51.878 55.561
37.788 38.281 58.167 28.403 55.744 50.614
302.819 341.321 399.589 428.046 483.818 534.535
17.582 26.453 27.063 26.447 35.936 28.475
5.656 5.536 16.546 10.567 15.634 15.236
11.926 20.917 10.516 15.881 20.302 13.239
60.037 82.893 95.842 99.198 105.207 113.008
2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
28.592 44.932 34.452 35.582 39.942 27.082 27.002 40.624
19.340 24.553 10.807 12.812 29.602 9.835 17.035 14.327
9.253 20.379 23.645 22.770 10.341 17.247 9.968 26.297
532.868 549.092 572.204 589.025 603.003 620.262 627.841 647.542
20.433 34.483 26.621 26.085 29.462 21.224 21.935 33.555
16.314 18.798 6.996 9.771 23.489 7.766 13.734 10.572
4.119 15.685 19.625 16.314 5.973 13.458 8.201 22.983
432.166 447.851 467.503 483.818 489.886 503.344 511.552 534.535
8.159 10.449 7.832 9.497 10.481 5.858 5.067 7.069
3.025 5.755 3.812 3.041 6.113 2.069 3.301 3.754
5.134 4.694 4.020 6.455 4.368 3.789 1.767 3.315
100.702 101.241 104.701 105.207 113.117 116.918 116.289 113.008
2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
21.224 10.512 8.888 14.152
8.971 2.651 2.704 786
12.253 7.860 6.184 13.366
638.525 643.611 647.542 664.398
17.487 8.256 7.811 9.232
7.623 2.036 913 770
9.864 6.220 6.898 8.462
521.416 527.636 534.535 542.997
3.737 2.256 1.077 4.920
1.348 615 1.791 16
2.389 1.640 -714 4.904
117.109 115.975 113.008 121.402
109.868
24.837
8.457.992
123.465
98.713
24.752
7.739.440
11.241
11.155
86
718.552
Eurogebied 2004 dec.
134.705
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
32*
Tabel 3.6.1 Bruto-emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen Miljoenen euro’s
Totaal
In euro’s Mfi’s (excl. dnb)
dnb
1
Overige financiële instellingen
2
Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen
Nietfinanciële vennootschappen
Centrale Lagere Totaal dnb overheid overheid (1 t/m 7)
Mfi’s (excl. dnb)
Overige financiële instellingen
Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Kortlopende effecten 1999 2000 2001 2002 2003 2004
0 0 0 0 0 0
57.077 74.257 107.839 128.006 159.198 155.870
4.550 4.757 4.125 3.259 3.458 300
0 0 0 0 0 0
1.690 1.271 1.263 1.703 3.452 550
49.588 34.365 34.767 51.140 76.140 71.010
338 125 0 97 0 0
113.243 114.775 147.994 184.205 242.248 227.730
0 0 0 0 0 0
35.694 32.561 47.507 74.417 108.855 117.980
4.550 4.757 4.125 3.259 3.458 300
0 0 0 0 0 0
2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
0 0 0 0 0 0 0 0
39.928 45.459 37.049 36.762 40.340 40.822 37.797 36.911
1.053 1.055 553 797 150 150 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
1.194 1.438 705 115 265 105 100 80
22.810 21.300 18.100 13.930 21.560 18.680 18.680 12.090
0 0 0 0 0 0 0 0
64.985 69.252 56.407 51.604 62.315 59.757 56.577 49.081
0 0 0 0 0 0 0 0
26.443 28.053 25.951 28.408 30.717 31.246 28.328 27.689
1.053 1.055 553 797 150 150 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
0 0 0 0
12.190 12.378 12.343 13.406
0 0 0 0
0 0 0 0
30 0 50 66
5.510 4.550 2.030 6.390
0 0 0 0
17.730 16.928 14.423 19.862
0 0 0 0
9.205 9.324 9.160 10.030
0 0 0 0
0 0 0 0
Langlopende effecten met uitzondering van aandelen 1999 2000 2001 2002 2003 2004
40.502 29.794 43.653 44.879 68.008 72.346
11.691 23.606 34.166 28.675 33.259 25.903
650 0 0 0 0 0
7.474 28.728 18.996 4.841 8.016 2.805
52.464 18.260 19.560 22.993 34.205 33.540
292 235 291 111 70 57
113.073 100.623 116.666 101.499 143.558 134.650
26.252 19.077 22.209 21.074 35.390 44.988
10.661 22.949 31.818 26.943 30.643 25.379
650 0 0 0 0 0
2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
17.227 20.159 14.805 15.817 22.747 12.981 16.778 19.840
1.797 10.748 8.210 12.504 4.005 9.176 3.080 9.642
0 0 0 0 0 0 0 0
0 4.116 985 2.915 516 0 1.787 502
9.568 9.908 10.428 4.301 12.633 4.925 5.358 10.624
0 0 25 45 42 0 0 15
28.592 44.932 34.452 35.582 39.942 27.082 27.002 40.624
9.144 11.638 7.044 7.563 12.640 7.178 11.912 13.258
1.721 9.522 8.139 11.261 3.997 9.121 2.878 9.383
0 0 0 0 0 0 0 0
2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
9.421 5.402 5.018 11.461
2.690 3.247 3.705 0
0 0 0 0
254 98 150 46
8.859 1.765 0 2.645
0 0 15 0
21.224 10.512 8.888 14.152
6.014 3.269 3.975 6.541
2.489 3.222 3.672 0
0 0 0 0
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
34*
In overige valuta’s Nietfinanciele vennootschappen
Centrale Lagere Totaal dnb overheid overheid (9 t/m 15)
13
14
15
16
1.690 1.271 1.263 1.703 3.452 550
49.588 34.365 34.767 51.140 76.140 71.010
338 125 0 97 0 0
1.194 1.438 705 115 265 105 100 80
22.810 21.300 18.100 13.930 21.560 18.680 18.680 12.090
30 0 50 66
Mfi’s (excl. dnb)
17
Overige financiële instellingen
Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen
Nietfinanciële vennootschappen
Centrale Lagere Totaal overheid overheid (17 t/m 23)
18
19
20
21
22
23
24
91.860 73.079 87.662 130.616 191.905 189.840
21.383 41.696 60.332 53.589 50.343 37.890
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
21.383 41.696 60.332 53.589 50.343 37.890
0 0 0 0 0 0 0 0
51.500 51.846 45.309 43.250 52.692 50.181 47.108 39.859
13.485 17.406 11.098 8.354 9.623 9.576 9.469 9.222
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
13.485 17.406 11.098 8.354 9.623 9.576 9.469 9.222
5.510 4.550 2.030 6.390
0 0 0 0
14.745 13.874 11.240 16.486
2.985 3.054 3.183 3.376
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
2.985 3.054 3.183 3.376
okt. 2004 nov. dec. jan. 2005
5.172 13.649 15.725 3.931 7.315 2.212
52.464 18.260 19.560 22.993 34.205 33.540
292 235 291 111 70 57
95.491 74.169 89.603 75.052 107.622 106.176
14.250 10.718 21.444 23.805 32.619 27.358
1.030 657 2.348 1.731 2.616 524
0 0 0 0 0 0
2.302 15.079 3.271 910 701 593
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
17.582 26.453 27.063 26.447 35.936 28.475
1999 2000 2001 2002 2003 2004
0 3.415 985 2.915 150 0 1.787 275
9.568 9.908 10.428 4.301 12.633 4.925 5.358 10.624
0 0 25 45 42 0 0 15
20.433 34.483 26.621 26.085 29.462 21.224 21.935 33.555
8.083 8.521 7.761 8.254 10.107 5.803 4.865 6.582
76 1.227 71 1.243 8 55 202 260
0 0 0 0 0 0 0 0
0 701 0 0 366 0 0 227
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
8.159 10.449 7.832 9.497 10.481 5.858 5.067 7.069
125 0 150 46
8.859 1.765 0 2.645
0 0 15 0
17.487 8.256 7.811 9.232
3.406 2.132 1.043 4.920
201 25 34 0
0 0 0 0
129 98 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
3.737 2.256 1.077 4.920
1999 2000 2001 2002 2003 2004 i ii iii iv i ii iii iv
i ii iii iv i ii iii iv
2003
2004
2003
2004
okt. 2004 nov. dec. jan. 2005
35*
Tabel 3.6.2 Netto-emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen Miljoenen euro’s
Totaal
In euro’s Mfi’s (excl. dnb)
dnb
1
Overige financiële instellingen
2
Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen
Nietfinanciële vennootschappen
Centrale Lagere Totaal dnb overheid overheid (1 t/m 7)
Mfi’s (excl. dnb)
Overige financiële instellingen
Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Kortlopende effecten 1999 2000 2001 2002 2003 2004
0 0 0 0 0 0
10.447 -1.921 8.381 6.755 -614 3.163
-175 12 -451 297 62 -897
0 0 0 0 0 0
84 -452 -129 728 -607 -115
-1.829 562 262 10.328 4.230 -2.570
-88 -24 -24 25 -25 0
8.439 -1.823 8.039 18.133 3.046 -419
0 0 0 0 0 0
8.634 -7.798 7.457 6.094 2.665 2.057
-175 12 -451 297 62 -897
0 0 0 0 0 0
2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
0 0 0 0 0 0 0 0
4.783 4.641 -9.246 -792 6.525 22 -2.944 -440
218 -15 -435 294 -622 -175 -100 0
0 0 0 0 0 0 0 0
301 -188 -533 -187 150 -109 -181 25
9.610 960 -1.600 -4.740 5.530 -70 -180 -7.850
-25 0 0 0 0 0 0 0
14.887 5.398 -11.814 -5.425 11.583 -332 -3.405 -8.265
0 0 0 0 0 0 0 0
3.667 1.519 -2.087 -434 6.334 -1.102 -2.031 -1.144
218 -15 -435 294 -622 -175 -100 0
0 0 0 0 0 0 0 0
2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
0 0 0 0
-1.140 638 62 2.421
0 0 0 0
0 0 0 0
5 -30 50 66
-230 -1.270 -6.350 2.000
0 0 0 0
-1.365 -662 -6.238 4.487
0 0 0 0
-1.032 298 -410 2.174
0 0 0 0
0 0 0 0
Langlopende effecten met uitzondering van aandelen 1999 2000 2001 2002 2003 2004
21.865 14.782 24.561 22.290 37.384 44.399
10.980 22.273 33.548 27.955 29.606 10.794
650 0 0 0 0 0
5.767 27.160 7.483 -3.872 -1.119 -5.725
10.247 -5.199 2.833 -2.016 10.288 14.678
206 183 258 -74 -113 -293
49.715 59.199 68.683 44.283 76.046 63.853
12.685 8.637 10.965 6.245 17.576 29.775
10.090 22.126 31.512 26.224 27.834 12.214
650 0 0 0 0 0
2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
10.242 10.339 8.678 8.125 13.238 9.083 7.532 14.546
1.368 10.085 7.381 10.773 -4.005 6.673 -322 8.448
0 0 0 0 0 0 0 0
-71 1.341 -2.571 183 251 -3.373 -2.565 -38
-2.272 -1.372 10.216 3.716 1.121 4.876 5.337 3.344
-15 -14 -59 -26 -265 -11 -14 -3
9.253 20.379 23.645 22.770 10.341 17.247 9.968 26.297
5.051 6.454 3.928 2.143 9.225 4.667 5.181 10.702
1.425 8.858 7.696 9.855 -4.013 6.963 60 9.204
0 0 0 0 0 0 0 0
2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
7.960 3.784 2.802 10.690
2.545 2.633 3.270 0
0 0 0 0
163 -312 111 46
1.594 1.756 -5 2.635
-9 0 6 -5
12.253 7.860 6.184 13.366
5.756 1.653 3.293 5.786
2.489 3.222 3.493 0
0 0 0 0
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
36*
In overige valuta’s Nietfinanciele vennootschappen
Centrale Lagere Totaal dnb overheid overheid (9 t/m 15)
13
14
15
16
84 -452 -129 728 -607 -115
-1.829 562 262 10.328 4.230 -2.570
-88 -24 -24 25 -25 0
301 -188 -533 -187 150 -109 -181 25
9.610 960 -1.600 -4.740 5.530 -70 -180 -7.850
5 -30 50 66
Mfi’s (excl. dnb)
17
Overige financiële instellingen
Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen
Nietfinanciële vennootschappen
Centrale Lagere Totaal overheid overheid (17 t/m 23)
18
19
20
21
22
23
24
6.626 -7.700 7.115 17.472 6.325 -1.525
1.813 5.877 924 661 -3.279 1.106
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
1.813 5.877 924 661 -3.279 1.106
-25 0 0 0 0 0 0 0
13.771 2.276 -4.655 -5.067 11.392 -1.456 -2.492 -8.969
1.116 3.122 -7.159 -358 191 1.124 -913 704
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
1.116 3.122 -7.159 -358 191 1.124 -913 704
-230 -1.270 -6.350 2.000
0 0 0 0
-1.257 -1.002 -6.710 4.240
-108 340 472 247
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
-108 340 472 247
okt. 2004 nov. dec. jan. 2005
3.911 12.534 12.599 -1.976 159 -5.760
10.247 -5.199 2.833 -2.016 10.288 14.678
206 183 258 -74 -113 -293
37.788 38.281 58.167 28.403 55.744 50.614
9.180 6.145 13.596 16.045 19.808 14.624
890 146 2.036 1.731 1.772 -1.421
0 0 0 0 0 0
1.856 14.626 -5.116 -1.896 -1.278 35
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
11.926 20.917 10.516 15.881 20.302 13.239
1999 2000 2001 2002 2003 2004
-71 1.759 -2.156 627 -96 -3.037 -2.363 -265
-2.272 -1.372 10.216 3.716 1.121 4.876 5.337 3.344
-15 -14 -59 -26 -265 -11 -14 -3
4.119 15.685 19.625 16.314 5.973 13.458 8.201 22.983
5.191 3.885 4.750 5.982 4.013 4.416 2.351 3.844
-58 1.227 -315 918 8 -290 -382 -756
0 0 0 0 0 0 0 0
0 -418 -415 -444 347 -337 -202 227
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
5.134 4.694 4.020 6.455 4.368 3.789 1.767 3.315
i ii iii iv i ii iii iv
34 -410 111 46
1.594 1.756 -5 2.635
-9 0 6 -5
9.864 6.220 6.898 8.462
2.204 2.131 -491 4.904
56 -589 -223 0
0 0 0 0
129 98 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
2.389 1.640 -714 4.904
okt. 2004 nov. dec. jan. 2005
1999 2000 2001 2002 2003 2004 i ii iii iv i ii iii iv
2003
2004
2003
2004
37*
Tabel 3.6.3 Uitstaande bedragen van effecten met uitzondering van aandelen uitgegeven door Nederlandse ingezetenen Ultimocijfers in miljoenen euro’s
Totaal
In euro’s Mfi’s (excl. dnb)
dnb
1
Overige financiële instellingen
2
Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen
Nietfinanciële vennootschappen
Centrale Lagere Totaal dnb overheid overheid (1 t/m 7)
Mfi’s (excl. dnb)
Overige financiële instellingen
Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Kortlopende effecten 1998 1999 2000 2001
0 0 0 0
6.758 17.737 15.842 24.457
1.152 977 989 538
0 0 0 0
541 625 173 44
6.807 4.978 5.540 5.802
136 48 24 0
15.394 24.365 22.568 30.841
0 0 0 0
3.792 12.426 4.628 12.085
1.152 977 989 538
0 0 0 0
2002 iv 2003 i ii iii iv 2004 i ii iii
0 0 0 0 0 0 0 0
29.890 34.263 38.349 29.165 28.017 34.799 34.815 31.709
835 1.053 1.038 603 897 275 100 0
0 0 0 0 0 0 0 0
772 1.073 885 352 165 315 206 25
16.130 25.740 26.700 25.100 20.360 25.890 25.820 25.640
25 0 0 0 0 0 0 0
47.652 62.129 66.972 55.220 49.439 61.279 60.941 57.374
0 0 0 0 0 0 0 0
18.179 21.846 23.365 21.278 20.844 27.178 26.076 24.045
835 1.053 1.038 603 897 275 100 0
0 0 0 0 0 0 0 0
2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
0 0 0 0
30.476 30.945 30.859 33.515
0 0 0 0
0 0 0 0
30 0 50 116
25.410 24.140 17.790 19.790
0 0 0 0
55.916 55.085 48.699 53.421
0 0 0 0
23.013 23.311 22.901 25.075
0 0 0 0
0 0 0 0
76.473 76.447 89.132 100.897 111.862
8.369
0
18.459 37.681 69.192
650 650 650
Langlopende effecten met uitzondering van aandelen 1998 1998 1 1999 2000 2001
110.061 109.905 137.194 156.858 182.570
10.851
0
18.868
164.999
1.647
22.338 41.958 75.768
650 650 650
25.576 52.668 61.273
175.246 170.044 172.877
1.853 2.035 2.293
306.425 306.269 362.856 424.214 495.431
2002 iv 2003 i ii iii iv 2004 i ii iii
195.778 203.222 210.391 218.748 222.237 238.394 247.373 252.912
102.995 104.076 113.833 121.179 131.466 127.782 134.518 134.049
650 650 650 650 650 650 650 650
54.743 54.130 54.813 52.066 51.421 52.069 48.750 45.934
170.859 168.586 167.214 177.429 181.145 182.267 187.143 192.479
2.219 2.205 2.191 2.132 2.106 1.841 1.830 1.816
527.244 532.868 549.092 572.204 589.025 603.003 620.262 627.841
118.107 123.158 129.612 133.540 135.683 144.908 149.575 154.756
95.472 96.900 105.758 113.481 123.336 119.418 126.382 126.449
650 650 650 650 650 650 650 650
2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
259.648 261.208 262.158 275.717
136.477 138.922 142.036 142.252
650 650 650 650
45.870 45.196 45.062 45.513
194.074 195.829 195.824 198.459
1.807 1.807 1.813 1.808
638.525 643.611 647.542 664.398
160.512 162.165 165.458 171.244
128.938 132.160 135.653 135.653
650 650 650 650
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Begin nieuwe reeks per december 1998 als gevolg van een wijziging van de rapportageplichtige mfipopulatie.
38*
In overige valuta’s Nietfinanciële vennootschappen
Centrale Lagere Totaal overheid overheid (9 t/m 15)
13
14
15
16
541 625 173 44
6.807 4.978 5.540 5.802
136 48 24 0
772 1.073 885 352 165 315 206 25
16.130 25.740 26.700 25.100 20.360 25.890 25.820 25.640
30 0 50 116
Mfi’s (excl. dnb)
dnb
17
Overige financiële instellingen
Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen
Nietfinanciële vennootschappen
Centrale Lagere Totaal overheid overheid (17 t/m 23)
18
19
20
21
22
23
24
12.428 19.054 11.354 18.469
2.966 5.311 11.214 12.372
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
2.966 5.311 11.214 12.372
25 0 0 0 0 0 0 0
35.941 49.712 51.988 47.333 42.266 53.658 52.202 49.710
11.711 12.417 14.984 7.887 7.173 7.621 8.739 7.664
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
11.711 12.417 14.984 7.887 7.173 7.621 8.739 7.664
25.410 24.140 17.790 19.790
0 0 0 0
48.453 47.451 40.741 44.981
7.463 7.634 7.958 8.440
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
7.463 7.634 7.958 8.440
okt. 2004 nov. dec. jan. 2005
13.569
164.999
1.647
0
5.299
0
0
175.246 170.044 172.877
1.853 2.035 2.293
33.588 33.458 48.062 55.961 70.708
2.482
17.480 30.014 42.714
265.057 265.031 302.819 341.321 399.589
3.878 4.277 6.576
0 0 0
8.097 22.655 18.559
0 0 0
0 0 0
41.368 41.238 60.037 82.893 95.842
1998 1998 1 1999 2000 2001
40.738 40.668 42.426 40.271 40.898 40.802 37.765 35.402
170.859 168.586 167.214 177.429 181.145 182.267 187.143 192.479
2.219 2.205 2.191 2.132 2.106 1.841 1.830 1.816
428.046 432.166 447.851 467.503 483.818 489.886 503.344 511.552
77.671 80.064 80.779 85.208 86.554 93.486 97.798 98.156
7.523 7.176 8.075 7.698 8.130 8.363 8.136 7.601
0 0 0 0 0 0 0 0
14.004 13.463 12.387 11.796 10.523 11.268 10.984 10.532
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
99.198 100.702 101.241 104.701 105.207 113.117 116.918 116.289
iv i ii iii iv i ii iii
35.436 35.026 35.137 35.183
194.074 195.829 195.824 198.459
1.807 1.807 1.813 1.808
521.416 527.636 534.535 542.997
99.136 99.043 96.700 104.473
7.539 6.762 6.383 6.599
0 0 0 0
10.434 10.170 9.925 10.330
0 0 0 0
0 0 0 0
117.109 115.975 113.008 121.402
okt. 2004 nov. dec. jan. 2005
1998 1999 2000 2001 iv i ii iii iv i ii iii
2002 2003
2004
2002 2003
2004
39*
Tabel 3.7 Emissies en koerswaarden van op de Euronext Amsterdam Stock Market genoteerde aandelen Miljoenen euro’s
Emissies Mfi’s
Koerswaarden Overige financiële instellingen1
Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen
Nietfinanciële vennootschappen
Totaal Mfi’s (1 t/m 4)
Overige finan ciëleinstellingen1
Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen
Nietfinanciële vennootschappen
Totaal (6 t/m 9)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1999 2000 2001 2002 2003 2004
650 0 1 0 0 148
8.651 1.048 1.705 0 0 2
0 0 0 0 0 0
9.650 15.445 11.355 2.737 3.329 1.319
18.952 16.494 13.060 2.737 3.330 1.468
38.561 38.775 29.468 26.263 31.974 34.103
143.345 163.609 120.215 61.815 66.859 77.846
0 0 0 0 0 0
499.575 472.551 388.953 268.260 275.024 279.144
681.480 674.934 538.636 356.338 373.857 391.093
2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
0 0 0 0 0 0 0 148
0 0 0 0 0 0 0 2
0 0 0 0 0 0 0 0
14 17 25 3.273 725 250 248 96
14 18 25 3.273 725 250 248 245
22.728 27.142 27.105 31.974 31.375 31.132 31.288 34.103
39.380 52.999 57.574 66.859 64.541 68.475 70.486 77.846
0 0 0 0 0 0 0 0
223.845 241.304 251.552 275.024 278.647 286.108 264.919 279.144
285.953 321.445 336.231 373.857 374.562 385.715 366.693 391.093
2004 okt. nov. dec. 2005 jan.
0 148 0 0
0 0 2 0
0 0 0 0
1 2 93 8
1 149 95 8
32.599 32.355 34.103 36.342
71.957 72.907 77.846 78.976
0 0 0 0
268.531 275.945 279.144 291.554
373.087 381.207 391.093 406.872
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Exclusief beleggingsinstellingen.
40*
Tabel 3.8.1 Marktrentevoeten en aandelenbeursindices 1999
Rentevoeten
2001
2002
2003
2004
In procenten per jaar, gemiddelden
1
Geldmarktrentetarieven Daggeld eurogebied
2,74
4,12
4,39
3,29
2,32
2,05
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.2 2.3 2.4
Termijngelden (zonder onderpand) Euribor Eenmaands Driemaands Zesmaands Twaalfmaands Driemaands kasgeld aan de lagere overheid, Driemaands euro-dollar deposito Driemaands euro-yen deposito
2,86 2,96 3,05 3,18 2,92 5,28 0,14
4,24 4,40 4,55 4,79 4,36 6,41 0,25
4,33 4,27 4,16 4,09 4,23 3,71 0,15
3,31 3,32 3,35 3,49 3,28 1,72 0,00
2,35 2,33 2,30 2,33 2,29 1,13 -0,05
2,08 2,11 2,15 2,27 2,07 1,55 -0,08
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.2 3.3
Kapitaalmarktrentevoeten Obligaties Nederland Staatsleningen Kort (3 - 5 jaar) Middellang (5 - 8 jaar) Jongste tienjarige Vijf langstlopende Bankleningen Pandbriefleningen
4,45 3,89 4,32 4,65 4,92 4,63 4,67
5,33 5,11 5,30 5,41 5,51 5,73 5,75
4,80 4,44 4,70 4,96 5,17 5,08 5,09
4,65 4,23 4,60 4,89 4,99 4,88 4,91
3,77 3,15 3,64 4,12 4,27 3,92 3,91
4,09
4 4.1 4.2 4.3
Staatsobligaties buitenland/internationaal Eurogebied 10 jaar Verenigde Staten 10 jaar Japan 10 jaar
4,65 5,63 1,76
5,44 6,03 1,77
5,03 5,01 1,32
4,92 4,59 1,24
4,16 3,99 0,99
4,14 4,26 1,49
Aandelenbeursindices 5 5.1 5.2 5.3 5.4
Nederland, euronext Amsterdam 1 aex-index Midkap-index All-share index Financiële instellingen
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Internationale indices Dow Jones-index Nasdaq-index Nikkei-index Eurotop-100 index msci-world index
7 7.1 7.2 7.3 7.4
Nederland, euronext Amsterdam 1 aex-index Midkap-index All-share index Financiële instellingen
8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
Internationale indices Dow Jones-index Nasdaq-index Nikkei-index Eurotop-100 index msci-world index
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 1983=45,38 (i.v.m. conversie naar euro’s)
42*
2000
Indices, ultimocijfers 671,4 655,5 943,2 782,7
637,6 604,4 888,9 873,3
506,8 478,8 702,7 625,6
322,7 312,2 459,3 365,8
337,7 357,5 484,8 395,8
348,1 410,8 513,3 449,7
11.497,1 4.069,3 18.934,3 3.673,3 1.121,3
10.786,9 2.470,5 13.785,7 3.532,5 1.000,5
10.021,5 1.950,4 10.542,6 2.879,3 847,9
8.341,6 1.335,5 8.579,0 1.909,4 634,3
10.453,9 2.003,4 10.676,6 2.126,0 778,6
10.783,0 2.175,4 11.488,8 2.263,5 852,5
Indices, gemiddelden 564,0 616,1 777,1 694,7
665,3 655,3 940,1 773,6
544,5 520,8 767,2 710,8
418,6 419,3 589,0 489,2
304,6 302,1 439,4 350,6
339,1 383,3 494,1 411,2
10.481,6 2.728,1 16.811,1 3.011,4 974,9
10.729,4 3.783,7 17.158,0 3.721,3 1.089,8
10.207,4 2.035,0 12.087,9 3.041,2 896,3
9.219,4 1.539,2 10.114,4 2.365,8 735,5
9.005,0 1.647,2 9.310,5 1.907,4 681,7
10.316,5 1.986,5 11.175,1 2.181,6 799,1
2003
2004
2004
2005
i
ii
iii
iv
i
ii
iii
iv
nov.
dec.
jan.
feb.
2,77
2,44
2,07
2,02
2,02
2,04
2,05
2,08
2,09
2,05
2,08
2,06
2,74 2,69 2,60 2,54 2,65 1,24 -0,04
2,42 2,36 2,28 2,23 2,32 1,14 -0,03
2,13 2,14 2,15 2,20 2,10 1,05 -0,07
2,11 2,15 2,20 2,36 2,11 1,08 -0,08
2,06 2,06 2,07 2,14 2,02 1,03 -0,08
2,06 2,08 2,13 2,29 2,04 1,22 -0,09
2,08 2,12 2,19 2,35 2,08 1,68 -0,07
2,12 2,16 2,21 2,31 2,13 2,23 -0,06
2,11 2,17 2,22 2,33 2,13 2,24 -0,05
2,17 2,17 2,21 2,30 2,13 2,43 -0,06
2,11 2,15 2,19 2,31 2,10 2,61 -0,02
2,10 2,14 2,18 2,31 2,10 2,76 -0,02
3,75 3,12 3,59 4,06 4,27 4,03 4,01
3,54 2,88 3,35 3,95 4,09 3,66 3,70
3,79 3,17 3,70 4,14 4,27 3,87 3,84
3,98 3,40 3,92 4,33 4,43 4,09 4,07
4,07
4,31
4,18
3,81
3,85
3,63
3,56
3,55
4,15 3,90 0,79
3,96 3,60 0,59
4,16 4,20 1,23
4,37 4,27 1,36
4,15 4,00 1,30
4,36 4,58 1,59
4,21 4,29 1,63
3,85 4,16 1,43
3,87 4,19 1,46
3,69 4,22 1,36
3,63 4,21 1,35
3,62 4,16 1,37
248,5 249,3 373,7 267,1
291,6 289,4 426,5 342,0
306,8 317,9 440,9 345,7
337,7 357,5 484,8 395,8
338,9 391,0 489,3 395,0
345,1 376,7 501,4 404,5
323,9 389,6 481,7 412,4
348,1 410,8 513,3 449,7
337,2 407,3 501,3 425,2
348,1 410,8 513,3 449,7
360,4 430,7 532,8 460,4
374,4 449,8 556,3 473,7
7.992,1 1.341,2 7.972,7 1.655,7 595,1
8.985,4 1.622,8 9.083,1 1.897,7 681,7
9.275,1 1.786,9 10.219,1 1.903,7 704,2
10.453,9 2.003,4 10.676,6 2.126,0 778,6
10.357,7 1.994,2 11.715,4 2.149,9 795,3
10.435,5 2.047,8 11.858,9 2.176,2 805,9
10.080,3 1.896,8 10.823,6 2.153,1 791,0
10.783,0 2.175,4 11.488,8 2.263,5 852,5
10.428,0 2.096,8 10.899,3 2.222,9 825,6
10.783,0 2.175,4 11.488,8 2.263,5 852,5
10.489,9 2.062,4 11.387,6 2.297,1 843,5
10.766,2 2.051,7 11.740,6 2.361,4 863,2
283,5 276,0 411,5 320,5
284,9 275,4 417,1 329,0
318,6 311,2 456,9 370,1
329,8 344,3 470,4 381,0
350,3 383,3 498,7 416,3
341,8 375,4 495,4 397,9
326,7 376,6 482,5 399,5
338,1 397,4 500,2 430,6
338,3 397,4 500,6 427,3
345,1 409,5 509,5 442,8
354,1 421,3 522,0 459,8
370,6 446,3 549,4 469,0
8.137,0 1.351,7 8.425,1 1.768,3 613,4
8.684,5 1.521,9 8.295,4 1.849,9 655,7
9.308,1 1.765,2 10.063,2 1.962,2 708,6
9.858,1 1.934,1 10.419,4 2.043,4 746,0
10.480,6 2.038,8 11.007,1 2.181,9 795,9
10.292,3 1.985,0 11.532,2 2.187,3 796,3
10.128,3 1.872,1 11.155,5 2.132,0 782,6
10.366,6 2.051,8 11.015,0 2.225,8 821,4
10.411,8 2.062,9 10.973,0 2.234,4 824,1
10.673,4 2.149,5 11.039,9 2.255,9 841,1
10.539,5 2.071,9 11.399,5 2.276,9 841,1
10.723,8 2.065,7 11.545,3 2.356,7 859,4
43*
Tabel 3.8.2 Rentes van in Nederland gevestigde mfi’s op deposito’s en leningen, met bijbehorende volumes Nieuwe contracten 2004
2004
2004 i
ii
iii
iv
okt.
2005 nov.
dec.
jan.
Gemiddelde rentepercentages Huishoudens Girale deposito’s
2.1 2.2 2.3
Deposito’s met vaste looptijd t/m 1 jaar meer dan 1 jaar t/m 2 jaar meer dan 2 jaar
3.1 3.2
Deposito’s met opzegtermijn t/m 3 maanden meer dan 3 maanden
jan. Eurogebied
Deposito’s
1
2005
0,49
0,50
0,48
0,47
0,49
0,49
0,50
0,49
0,50
0,73
2,31
2,30
2,34
2,28
2,32
2,29
2,32
2,35
2,31
3,08
3,24
2,98
3,40
2,70
3,24
2,42
2,44
3,07
1,95 2,29 2,54
2,67
2,70
2,67
2,67
2,66
2,67
2,67
2,66
2,62
1,98 2,49
Niet-financiële vennootschappen 4
Girale deposito’s
5.1 5.2 5.3
Deposito’s met vaste looptijd t/m 1 jaar meer dan 1 jaar t/m 2 jaar meer dan 2 jaar
6
Repo’s 1 Leningen
1,48
1,51
1,49
1,48
1,43
1,44
1,41
1,44
1,44
0,92
2,07
2,03
2,04
2,10
2,12
2,11
2,10
2,14
2,13
2,04 2,25 3,25 2,05
Huishoudens
7
Rekening-courantkrediet
6,75
6,78
6,73
6,74
6,76
6,76
6,75
6,77
6,75
9,61
8.1 8.2 8.3 8.4
Woninghypotheken variabele rente en t/m 1 jaar rentevast meer dan 1 jaar t/m 5 jaar rentevast meer dan 5 jaar t/m 10 jaar rentevast meer dan 10 jaar rentevast
3,32 4,23 4,80 5,13
3,42 4,39 4,96 5,26
3,28 4,20 4,80 5,16
3,37 4,28 4,84 5,11
3,23 4,04 4,59 5,00
3,35 4,22 4,77 5,12
3,23 4,03 4,59 5,00
3,10 3,87 4,42 4,89
3,11 3,86 4,35 4,81
3,44 3,97 4,43 4,45
Alle woninghypotheken Idem inclusief kostenopslag
4,18 4,28
4,39 4,50
4,15 4,27
4,20 4,30
3,96 4,05
4,15 4,25
3,96 4,05
3,77 3,85
3,74 3,81
3,83 4,07
7,80
8,11
8,10
7,50
7,48
7,51
7,61
7,33
7,36
6,98 6,85 8,32
7,94 8,01
8,23 8,29
8,18 8,25
7,72 7,83
7,64 7,68
7,69 7,73
7,76 7,81
7,47 7,51
7,43 7,47
7,25 8,06
3,07 4,17 4,57
3,13 4,28 4,43
3,05 4,18 4,79
3,10 4,22 4,60
3,02 3,99 4,44
3,05 4,19 4,74
3,08 4,12 4,12
2,92 3,67 4,47
3,01 3,55 4,01
3,86 4,65 4,63
8
9.1 9.2 9.3 9
Consumptief krediet variabele rente en t/m 1 jaar rentevast meer dan 1 jaar t/m 5 jaar rentevast meer dan 5 jaar rentevast Alle consumptieve kredieten Idem inclusief kostenopslag
Overige leningen 10.1 variabele rente en t/m 1 jaar rentevast 10.2 meer dan 1 jaar t/m 5 jaar rentevast 10.3 meer dan 5 jaar rentevast
Niet-financiële vennootschappen 11
Rekening-courantkrediet
4,85
4,87
4,82
4,87
4,85
4,88
4,83
4,85
4,89
5,40
12.1 12.2 12.3
Overige leningen t/m 1 miljoen euro variabele rente en t/m 1 jaar rentevast meer dan 1 jaar t/m 5 jaar rentevast meer dan 5 jaar rentevast
3,46 4,68 4,96
3,56 4,87 5,13
3,35 4,61 4,98
3,46 4,72 4,95
3,47 4,50 4,79
3,37 4,64 4,81
3,53 4,48 5,12
3,51 4,38 4,45
3,51 4,32 4,55
3,97 4,69 4,47
13.1 13.2 13.3
Overige leningen meer dan 1 miljoen euro variabele rente en t/m 1 jaar rentevast meer dan 1 jaar t/m 5 jaar rentevast meer dan 5 jaar rentevast
2,77 4,08 4,32
2,76 4,19 4,31
2,77 4,13 4,42
2,75 4,11 4,43
2,80 3,87 4,11
2,74 3,91 4,18
2,73 3,79 4,09
2,95 3,91 4,07
3,00 4,11 3,99
3,02 3,30 4,08
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Totaal private sector. 2 Het volume aan nieuwe contracten van de posten 1,3,4,7 en 11 betreft het totale uitstaande bedrag aan
44*
het einde van de maand. De jaar- en kwartaalvolumes van deze posten betreffen gemiddelden van deze uitstaande bedragen. 3 In miljarden euro’s.
vervolg op de volgende bladzijde
2004
2004
2004 i
ii
iii
iv
okt.
2005 nov.
dec.
2005
jan.
Volumes in miljoenen euro’s 2
Eurogebied 3
Deposito’s Huishoudens 1
Girale deposito’s
2.1 2.2 2.3
Deposito’s met vaste looptijd t/m 1 jaar meer dan 1 jaar t/m 2 jaar meer dan 2 jaar
3.1 3.2
Deposito’s met opzegtermijn t/m 3 maanden meer dan 3 maanden
jan.
44.529
43.867
46.255
43.909
44.083
44.262
43.897
44.089
44.589
1.389,5
23.160
5.321
4.844
6.606
6.389
2.172
2.185
2.032
1.967
2.417
719
567
444
687
130
289
268
160
109,0 4,4 15,9
206.566
199.872
205.677
209.692
211.021
211.216
210.773
211.075
215.346
1.517,6 88,7
Niet-financiële vennootschappen 4
Girale deposito’s
5.1 5.2 5.3
Deposito’s met vaste looptijd t/m 1 jaar meer dan 1 jaar t/m 2 jaar meer dan 2 jaar
6
Repo’s 1 Leningen
7
Rekening-courantkrediet
8.1 8.2 8.3 8.4
74.136
72.847
73.277
74.023
76.396
74.555
76.189
78.445
75.259
619,6
241.726
67.295
55.891
54.690
63.850
18.306
22.316
23.228
19.403
179,1 0,5 2,2 116,2
Huishoudens 9.446
9.213
9.331
9.495
9.743
9.581
9.815
9.833
9.722
173,7
Woninghypotheken variabele rente en t/m 1 jaar rentevast meer dan 1 jaar t/m 5 jaar rentevast meer dan 5 jaar t/m 10 jaar rentevast meer dan 10 jaar rentevast
25.216 14.536 26.536 3.721
4.347 2.937 5.978 940
5.974 3.601 6.268 910
6.448 4.001 6.687 974
8.447 3.997 7.603 897
2.148 1.113 2.239 270
2.552 1.184 2.393 265
3.747 1.700 2.971 362
2.569 1.185 1.911 281
26,6 5,8 7,8 8,0
8
Totaal woninghypotheken
70.009
14.202
16.753
18.110
20.944
5.770
6.394
8.780
5.946
48,2
9.1 9.2 9.3
Consumptief krediet variabele rente en t/m 1 jaar rentevast meer dan 1 jaar t/m 5 jaar rentevast meer dan 5 jaar rentevast
2.473
371
539
698
865
268
267
330
247
5,2 9,7 4,9
9
Totaal consumptieve kredieten
Overige leningen 10.1 variabele rente en t/m 1 jaar rentevast 10.2 meer dan 1 jaar t/m 5 jaar rentevast 10.3 meer dan 5 jaar rentevast
19,7
13.501 889 983
3.203 212 169
3.316 225 209
3.311 210 238
3.671 242 367
1.193 56 78
1.044 56 53
1.434 130 236
1.079 80 55
20,4 2,8 3,2
Niet-financiële vennootschappen 11
Rekening-courantkrediet
35.849
35.920
35.977
36.011
35.489
36.785
35.264
34.417
36.393
469,5
12.1 12.2 12.3
Overige leningen t/m 1 miljoen euro variabele rente en t/m 1 jaar rentevast meer dan 1 jaar t/m 5 jaar rentevast meer dan 5 jaar rentevast
17.410 6.555 1.226
3.428 1.180 300
4.137 1.729 298
4.647 1.730 276
5.198 1.916 352
1.604 490 69
1.424 542 102
2.170 884 181
1.683 697 114
58,6 4,8 3,6
13.1 13.2 13.3
Overige leningen meer dan 1 miljoen euro variabele rente en t/m 1 jaar rentevast meer dan 1 jaar t/m 5 jaar rentevast meer dan 5 jaar rentevast
87.016 2.789 6.751
20.742 631 1.717
21.976 785 1.580
21.574 639 1.298
22.724 734 2.156
7.509 195 531
6.996 176 551
8.219 363 1.074
7.004 191 729
143,3 10,2 8,2
45*
Tabel 3.8.2 Rentes van in Nederland gevestigde mfi’s op deposito’s en leningen, met bijbehorende volumes (vervolg) Uitstaande bedragen 2004
2004
2004 i
ii
iii
iv
okt.
2005 nov.
dec.
jan.
Gemiddelde rentepercentages Deposito’s
14.1 14.1
Deposito’s met vaste looptijd t/m 2 jaar meer dan 2 jaar
2,82 3,95
2,85 3,87
jan. Eurogebied
Huishoudens 2,75 3,84
2005
2,69 3,81
2,62 3,74
2,65 3,78
2,62 3,73
2,60 3,71
2,60 3,69
1,89 3,23
2,32 4,12
2,29 3,75
2,30 3,91
2,26 3,67
2,31 3,68
2,35 3,52
2,13 3,69
Niet-financiële vennootschappen 15.1 15.2
Deposito’s met vaste looptijd t/m 2 jaar meer dan 2 jaar
16
Repo’s 1 Leningen
2,30 4,06
2,27 4,27
2,30 4,09
2,01
Huishoudens
17.1 17.2 17.3
Woninghypotheken t/m 1 jaar meer dan 1 jaar t/m 5 jaar meer dan 5 jaar
3,76 4,54 5,12
3,82 4,62 5,23
3,75 4,52 5,15
3,76 4,51 5,08
3,73 4,50 5,00
3,73 4,52 5,04
3,74 4,51 5,01
3,72 4,48 4,97
3,71 4,44 4,94
4,66 4,45 4,79
18.1 18.2 18.3
Consumptief krediet en overige leningen t/m 1 jaar meer dan 1 jaar t/m 5 jaar meer dan 5 jaar
6,45 8,04 5,55
6,53 8,20 5,63
6,47 8,08 5,55
6,45 7,95 5,54
6,35 7,91 5,50
6,35 7,96 5,54
6,35 7,93 5,51
6,36 7,83 5,43
6,35 7,86 5,35
8,07 6,98 5,78
19.1 19.2 19.3
Leningen t/m 1 jaar meer dan 1 jaar t/m 5 jaar meer dan 5 jaar
4,27 4,29 4,87
4,28 4,32 4,82
4,33 4,29 4,84
4,27 4,30 4,83
4,25 4,37 4,78
4,40 4,41 4,77
4,42 3,90 4,41
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Totaal private sector. 2 Het volume aan nieuwe contracten van de posten 1,3,4,7 en 11 betreft het totale uitstaande bedrag aan
46*
Niet-financiële vennootschappen 4,28 4,38 4,90
4,33 4,52 5,00
4,23 4,37 4,92
het einde van de maand. De jaar- en kwartaalvolumes van deze posten betreffen gemiddelden van deze uitstaande bedragen. 3 In miljarden euro’s.
2004
2004
2004 i
ii
iii
iv
okt.
2005 nov.
dec.
jan.
Volumes in miljoenen euro’s 2 Deposito’s Deposito’s met vaste looptijd 14.1 t/m 2 jaar 14.2 meer dan 2 jaar
5.475 14.527
5.254 14.712
jan. Eurogebied 3
Huishoudens 5.252 14.760
2005
5.396 14.920
4.884 14.880
5.094 14.859
5.125 14.896
4.433 14.885
4.509 14.305
489,4 633,4
27.681 3.305
26.570 3.071
28.906 3.409
27.566 3.435
25.173 3.500
246,3 67,8
Niet-financiële vennootschappen 15.1 15.2
Deposito’s met vaste looptijd t/m 2 jaar meer dan 2 jaar
16
Repo’s 1 Leningen
17.1 17.2 17.3
Woninghypotheken t/m 1 jaar meer dan 1 jaar t/m 5 jaar meer dan 5 jaar
18.1 18.2 18.3
Consumptief krediet en overige leningen t/m 1 jaar meer dan 1 jaar t/m 5 jaar meer dan 5 jaar
19.1 19.2 19.3
Leningen t/m 1 jaar meer dan 1 jaar t/m 5 jaar meer dan 5 jaar
27.668 3.095
30.593 2.785
26.849 2.941
25.550 3.348
77,0
Huishoudens 1.807 1.221 314.439
1.751 1.255 303.027
1.801 1.189 310.063
1.710 1.209 318.191
1.966 1.232 326.475
1.962 1.223 324.087
1.968 1.234 326.235
1.967 1.238 329.103
1.965 1.253 332.060
14,5 64,8 2.492,3
18.793 7.752 16.927
17.494 8.285 16.718
18.593 7.839 16.841
19.243 7.709 16.809
19.842 7.175 17.340
19.598 7.291 17.186
19.912 7.157 17.260
20.015 7.076 17.573
19.942 6.914 17.641
252,3 286,4 645,7
56.200 25.397 136.956
58.354 25.651 136.291
56.018 25.521 136.557
54.229 25.020 138.021
53.077 25.803 138.022
926,1 537,5 1.566,6
Niet-financiële vennootschappen 57.318 24.168 133.626
57.979 23.424 130.072
57.943 23.377 132.612
57.148 24.471 134.864
47*
Tabel 4.1 Financiën van het Rijk op kasbasis Miljoenen euro’s
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2003 i
ii
iii
Bruto belastingontvangsten 1.1 1.2 1.3 1.4
Belastingen naar inkomen en winst Inkomstenbelasting Loonbelasting Dividendbelasting Vennootschapsbelasting
-1.184 21.738 3.022 15.651
-880 23.033 2.588 16.736
-2.565 25.908 4.308 17.580
-75 28.381 3.490 15.394
378 27.771 3.128 13.392
109 26.384 3.388 14.994
104 6.576 396 3.031
-876 7.496 1.496 3.174
-313 6.780 517 3.166
1
Totaal belastingen naar inkomen en winst
39.228
41.476
45.232
47.190
44.668
44.876
10.107
11.290
10.150
2.1 2.2 2.3
Overige directe belastingen Vermogensbelasting Kansspelbelasting Successierechten
782 119 1.291
866 143 1.483
102 149 1.307
48 162 1.695
39 156 1.460
44 171 1.511
9 51 310
11 41 382
9 39 365
2
Totaal overige directe belastingen
2.191
2.492
1.557
1.905
1.655
1.726
370
434
413
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Kostprijsverhogende belastingen Invoerrechten Accijnzen op minerale oliën Overige accijnzen Omzetbelasting Bijzondere verbruiksbelasting Belastingen van rechtsverkeer Motorrijtuigenbelasting Verbruiksbelasting op milieu-grondslag
1.536 5.221 2.641 26.324 2.925 3.466 1.978 2.218
1.679 5.230 2.673 28.761 2.972 4.003 2.092 2.832
1.520 5.223 2.748 31.925 3.039 4.484 2.089 3.416
1.401 5.761 2.871 33.520 2.849 4.470 1.970 2.932
1.416 5.853 2.914 34.521 2.982 4.519 2.108 2.981
1.469 6.466 3.029 35.348 3.122 4.740 2.222 3.269
343 1.384 775 9.126 801 1.231 524 684
338 1.355 662 8.290 816 1.066 527 758
372 1.581 801 7.584 720 1.104 545 713
3
Totaal kostprijsverhogende belastingen
46.308
50.243
54.444
55.775
57.293
59.666
14.867
13.812
13.420
4
Niet aan afzonderlijke belastingsoorten toe te rekenen ontvangsten
31
356
47
80
28
-19
-9
7
14
5
Totaal bruto belastingontvangsten (1 t/m 4)
87.758
94.568
101.280
104.950
103.645
106.249
25.335
25.543
23.998
6
Overige ontvangsten
17.522
13.743
13.890
15.378
18.948
29.261
2.880
4.240
5.444
7
Totaal begrotingsuitgaven (–)
-95.173
-95.459
-105.241
-129.225
-135.348
-143.941
-27.406
-31.697
-26.934
8
Uitgaven (–) van begrotingsfondsen gesaldeerd met niet-belastingontvangsten
-15.526
-16.554
-17.044
-607
-460
0
-3.855
-4.770
-4.815
-395
3.333
3.614
2.605
2.498
-1.005
-2.161
2.821
-231
-5.814
-367
-3.501
-6.902
-10.718
-9.436
-5.207
-3.864
-2.538
52.314 3 -49.383
18.260 0 -29.329
19.560 0 -19.358
22.993 0 -25.399
34.205 0 -23.793
33.540 0 -18.865
9.568 0 -11.885
9.908 0 -11.318
10.428 0 -91
2.934
-11.069
202
-2.406
10.412
14.675
-2.317
-1.410
10.337
-2.880
-11.436
-3.299
-9.308
-306
5.239
-7.524
-5.274
7.799
9
Derdenrekeningen
10
Financieringssaldo (feitelijk) (5 t/m 9)
11.1 11.2 11.3
Netto beroep op de kapitaalmarkt Obligatie-emissies Plaatsing onderhandse leningen Aflossingen (–) op gevestigde schuld
11
Netto beroep op de kapitaalmarkt
12
Netto kort opgenomen middelen (–) (10 + 11)
Aanvullende gegevens 13 14 15 16 17 18
Door Rijk geïnde belastingen (5) Door lagere overheid geïnde belastingen Totaal geïnde belastingen (13 + 14) Totaal uitgaven (–) (7 + 8) Financieringssaldo (feitelijk) (10) emu-saldo totale overheid
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
48*
Voortschrijdende vierkwartaalsommen in procenten van het binnenlandse product 23,5 1,4 24,9 -21,3 -1,6 0,7
23,5 1,4 24,9 -19,6 -0,1 2,2
23,6 1,4 25,0 -20,5 -0,8 0,0
23,6 1,5 25,1 -28,9 -1,6 -1,9
22,8
22,8
23,7
23,0
22,8
22,8 -29,7 -2,4 -3,2
22,8 -30,9 -2,0 -2,5
23,7 -29,3 -1,3
23,0 -29,4 -2,5
22,8 -29,6 -2,4
2003
2004 iv
i
ii
iii
iv
1.462 6.919 719 4.021
58 6.839 233 2.598
-521 7.536 1.594 3.647
48 6.466 785 3.544
523 5.544 776 5.206
13.122
9.728
12.256
10.842
12.049
11 24 404
14 64 285
7 37 383
5 31 341
17 39 503
438
363
427
377
559
364 1.534 677 9.521 645 1.117 512 826
314 1.550 769 8.534 800 1.259 644 823
383 1.645 749 9.126 846 1.119 485 885
386 1.593 746 8.372 691 1.163 562 844
387 1.678 765 9.316 785 1.199 530 717
15.194
14.694
15.237
14.357
15.377
15
-2
-13
-2
-2
28.769
24.784
27.907
25.575
27.983
6.384
5.113
5.863
4.211
14.074
-49.311
-33.055
-36.274
-33.973
-40.639
12.980
1.612
-2.704
2.106
-1.014
2.069
-3.267
1.144
-444
1.562
891
-4.813
-4.064
-2.525
1.966
4.301 0 -499
12.633 0 -11.404
4.925 0 -50
5.358 0 -40
10.624 0 -7.371
3.802
1.229
4.875
5.318
3.253
4.693
-3.584
811
2.793
5.219
22,8
22,6
23,0
23,2
22,8
22,8 -29,7 -2,4 -3,2
22,6 -32,0 -2,3
23,0 -33,2 -2,3
23,2 -36,0 -2,3
22,8 -30,9 -2,0 -2,5
49*
Tabel 4.2 Staatsschuld Ultimocijfers in miljoenen euro’s
Bruto staatsschuld Langlopende schuld Obligaties LangTotaal lopende (1 + 2) leningen (4 t/m 14)
resterende looptijd korter dan 1 jaar
2-3 jaar
3-4 jaar
4-5 jaar
5-10 jaar
10-15 jaar
15-20 jaar
20-25 jaar
25-35 jaar
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
1999 2000 2001 2002
173.929 168.782 171.683 169.824
10.753 5.432 2.708 2.177
184.683 174.214 174.391 172.001
18.762 18.436 24.371 23.010
20.276 24.815 23.155 18.644
26.682 21.191 18.714 25.010
14.183 14.841 12.530 12.857
14.843 12.603 12.908 14.971
67.641 63.073 63.879 59.283
4.524 1.384 1.127 944
436 574 449 78
8.365 8.326 8.301 8.250
8.932 8.932 8.921 8.919
40 39 36 35
2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
167.642 166.270 176.644 180.451 181.686 186.562 191.898 195.243
2.042 2.005 1.969 1.965 1.959 1.958 1.938 1.848
169.684 168.274 178.613 182.416 183.645 188.520 193.837 197.091
22.662 11.435 11.403 18.685 18.442 19.025 31.512 24.809
18.405 19.029 31.523 24.894 26.083 25.921 26.345 25.733
26.176 25.981 26.353 25.734 27.573 27.111 24.474 27.016
17.887 24.279 14.845 14.838 6.429 8.069 11.153 11.150
676 673 11.184 11.128 19.965 21.494 22.468 22.492
59.353 59.352 65.230 69.068 61.984 61.981 59.821 67.916
7.220 10.223 786 785 5.885 7.635 780 593
8.349 8.346 8.333 8.328 8.328 8.328 8.328 8.427
8.889 8.889 8.889 8.889 8.889 8.889 8.889 8.889
32 32 32 32 32 32 32 31
35 35 35 35 35 35 34 35
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
50*
1-2 jaar
zonder vastgestelde looptijd
Kortlopende vorderingen Kortlopende schuld Schatkist- Schulden papier/ aan de dtc's lagere overheid
Overige Totaal kort(15 t/m lopende 17) binnenlandse schulden
Totaal (3 + 18)
Liquide Vordemiddelen ringen op de lagere overheid
Vorde- Totaal ringen (20 t/m op 22) anderen
Netto staatsschuld (19 - 23)
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
5.078 5.540 5.802 16.130
0 0 0 0
11.223 24.722 31.682 38.625
16.301 30.262 37.484 54.755
200.984 204.476 211.875 226.756
533 264 284 111
0 0 0 0
3.085 3.981 4.513 4.664
3.618 4.245 4.797 4.775
197.366 200.231 207.078 221.981
19.938 26.700 25.100 20.360 25.890 25.820 25.640 17.790
0 0 0 14.976 0 0 0 0
35.251 35.589 29.756 38.636 11.798 11.450 10.503 16.146
55.189 62.289 54.856 73.972 37.688 37.270 36.143 33.936
224.873 230.563 233.469 256.388 221.333 225.790 229.980 231.027
399 292 81 198 26 25 37 54
3.488 7.607 11.654 14.976 1.315 1.315 1.055 517
1 0 0 5.478 5.444 5.326 5.443 5.554
3.888 7.899 11.735 20.652 6.785 6.666 6.535 6.125
220.985 222.664 221.734 235.736 214.548 219.124 223.445 224.902
1999 2000 2001 2002 i ii iii iv i ii iii iv
2003
2004
51*
Tabel 4.3 Ontvangsten, uitgaven en vorderingensaldo van de overheid Miljoenen euro’s
Ontvangsten Lopende ontvangsten Directe belastingen Totaal
1999 2000 2001 2002 2003 2004
Indirecte belastingen
waarvan waarvan Totaal huisbedrijven houdens
Sociale premies
waarvan Totaal ontvangen door EUinstellingen
Verkopen
waarvan premies wettelijke sociale verzekering t.l.v. werkgevers
waarvan premies wettelijke sociale verzekering t.l.v. overigen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
45.501 48.540 51.201 53.256 50.817 .
28.313 30.427 32.428 36.720 36.350 .
15.858 17.333 17.849 15.604 13.603 .
49.073 52.432 57.810 58.881 60.518 .
3.416 3.625 3.556 2.653 2.666 .
64.026 68.702 65.765 66.214 70.418 .
17.152 18.671 19.444 20.205 20.204 .
42.786 45.796 41.825 41.483 45.505 .
12.610 13.475 14.129 14.842 15.670 .
Uitgaven Lopende uitgaven Beloning InterRente van mediair werkverbruik nemers
1999 2000 2001 2002 2003 2004
Inkomensoverdrachten Sociale betalingen
Subsidies Totaal
Overige Totaal inko(20 + 21 waarvan mens+23) betaald overdoor EU- drachten instellingen
Totaal (17 + 18 + (19 + 24)
17
18
19
20
21
22
23
24
25
38.067 40.285 43.460 46.606 48.871 .
23.988 25.483 29.284 30.779 31.922 .
16.785 15.430 14.528 13.704 13.345 .
74.407 78.551 84.229 90.592 97.112 .
7.229 7.310 7.488 8.036 7.856 .
1.338 1.331 1.069 1.258 1.370 .
6.394 7.162 7.667 7.357 7.207 .
88.030 93.023 99.384 105.985 112.175 .
166.870 174.221 186.656 197.074 206.313 .
Vorderingensaldo, overheidsconsumptie en saldo transacties met eu-instellingen Vorderingensaldo ( - = tekort) 1 Centrale Lagere Wette- Totaal overheid overheid lijke (33 t/m sociale 35) verzekeringsinstellingen
1999 2000 2001 2002 2003 2004
Overheidsconsumptie Collectieve consumptie
IndiviTotaal duele (39 + 40) consumptie
33
34
35
36
37
38
39
40
41
-2.718 2.026 -238 -4.437 -13.410 -8.323
541 315 -319 -2.027 -1.590 -3.700
4.653 6.525 235 -2.097 252 482
2.476 8.866 -322 -8.561 -14.748 -11.540
0,7 2,2 -0,1 -1,9 -3,2 -2,5
19.261 24.296 14.141 5.047 -1.262 .
40.611 42.839 47.675 50.430 51.949 .
44.915 48.449 53.244 58.986 63.399 .
85.526 91.288 100.919 109.416 115.348 .
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 De meest recente cijfers voor het vorderingensaldo in de periode 2001 t/m 2004 zijn ontleend aan de Maart Notificatie 2005 en zijn nog niet geïntegreerd in de ontvangsten en uitgaven.
52*
Idem, in procenten bbp
Primair saldo
Kapitaalontvangsten Overige lopende ontvangsten Totaal
waarvan ontvangen rente
Totaal Totaal (1 + 4 + (6 + 9 + 10)
Totaal (12 + 13)
waarvan vermogensheffingen
pm Belastingdruk (1 + 4+6+) 14)
10
11
12
13
14
15
16
8.346 9.476 12.668 11.535 11.115 .
2.481 2.781 3.070 2.774 2.651 .
179.556 192.625 201.573 204.728 208.538 .
1.574 1.709 1.629 1.924 1.690 .
1.298 1.487 1.311 1.696 1.461 .
181.130 194.334 203.202 206.652 210.228 .
159.898 171.161 176.087 180.047 183.214 .
Kapitaaluitgaven
Totaal pm (25 + 30) Primaire InvesKapitaalOverige Totaal uitgaven teringen overdrachten netto (26 + 27 (31 - 19) aankopen +29) Totaal waarvan van nietbetaald financiële door EU- activa instellingen 26
27
28
29
30
31
32
11.183 12.467 14.312 16.042 16.236 .
2.255 2.357 3.559 2.289 2.390 .
0 0 0 0 0 .
-1.654 -3.577 -938 -96 -104 .
11.784 11.247 16.933 18.235 18.522 .
178.654 185.468 203.589 215.309 224.835 .
161.491 168.305 186.426 198.146 207.672 .
Saldo transacties met euinstellingen
42 -3.523 -3.803 -3.942 -3.479 -3.535 .
53*
Tabel 4.4 Overheidsschuld conform emu-definities Ultimocijfers in miljoenen euro’s
Overheidsschuld (emu-schuld) naar financieel instrument en houderschap Financieel instrument
Houderschap
Chartaal Effecten geld en depot/m meer sito's 1 jaar dan 1 jaar
1999 2000 2001 2002 2003 2004 1
Leningen t/m 1 jaar
Totaal Binnenland (1 t/m 5) (11 + 12) Centrale Overige bank mfi's
meer dan 1 jaar
Andere financiële instellingen
Overige Totaal sectoren (7 t/m 10)
Buitenland
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
1.250 1.274 1.233 671 695 695
5.145 5.507 5.708 15.923 20.169 18.290
176.021 170.966 174.088 172.013 182.041 196.833
5.032 5.709 8.489 8.972 6.344 4.828
48.573 41.273 37.557 36.629 36.439 38.516
236.020 224.729 227.075 234.208 245.688 259.162
1.655 1.468 2.102 712 407 .
63.288 55.440 55.192 53.830 55.012 .
92.418 79.230 62.047 42.275 39.687 .
15.112 13.678 14.800 22.969 23.127 .
172.473 149.816 134.141 119.786 118.233 .
63.548 74.913 92.934 114.422 127.455 .
63,1 55,9 52,9 52,6 54,3 55,7
Niet geconsolideerde schuld en geconsolideerde schuld naar emittent, looptijden en valuta
1999 2000 2001 2002 2003 2004 1
Niet-geconsolideerde schuld
Geconsolideerde (emu-)schuld Oorspronkelijke looptijd
Centrale Lagere Wette- Totaal overheid overheid lijke (14 t/m sociale 16) verzekeringsinstellingen
Centrale Lagere Wetteoverheid overheid lijke sociale verzekeringsinstellingen
Totaal t/m (18 t/m 1 jaar 20) (22 + 23) (24 + 25)
Valuta meer dan 1 jaar
Euro's
Overige
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
200.953 196.547 200.009 208.027 220.516 .
40.514 38.181 37.744 38.429 37.566 .
2.015 679 790 2.822 4.252 .
243.482 235.407 238.543 249.278 262.334 .
194.953 185.913 188.551 195.414 207.811 .
40.498 38.136 37.734 38.426 37.563 .
569 679 790 368 314 .
236.020 224.729 227.075 234.208 245.688 259.162
11.427 12.490 15.430 25.566 27.208 .
224.593 212.239 211.645 208.642 218.480 .
234.150 222.778 225.015 232.477 244.285 .
1.870 1.951 2.060 1.731 1.403 .
Relatie vorderingensaldo en mutatie overheidsschuld Vorderingensaldo (- = tekort)
1999 2000 2001 2002 2003 2004 1
Aansluiting vorderingensaldo-overheidsschuld Transacties in voornaamste door overheid aangehouden financiële activa Chartaal Effecten Leningen Aandelen Totaal geld en m.u.v. en (27 t/m depoaandelen deelne- 30) sito's mingen
TransWaarde- Overig acties in ringsandere effecten activa en passiva
Totaal (31 t/m 34)
Mutatie pm in over- Transheidsacties in schuld over(-26 + heids35) schuld (33 + 34 + 37)
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
2.476 8.866 -322 -8.561 -14.748 -11.540
-50 -624 -35 -737 -427 .
288 114 91 -244 0 .
-888 257 -1.352 -601 -1.317 .
-952 -2.814 2.092 -139 -2.166 .
-1.602 -3.067 796 -1.721 -3.910 .
-305 -523 586 531 1.180 .
3.366 1.234 -57 -377 -448 .
572 -69 634 43 51 .
2.031 -2.425 1.959 -1.524 -3.127 .
-445 -11.291 2.281 7.037 11.621 .
-4.383 -12.456 1.704 7.371 12.018 .
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Cijfers zijn conform de Maart Notificatie 2005.
54*
pm Totale schuld in procenten bbp
Tabel 5.1 Betalingsbalans Miljoenen euro’s
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2004 i
ii
iii
iv
Lopende rekening Goederenrekening 1.1.1 Uitvoer van goederen 1.1.2 Invoer van goederen
183.715 168.777
222.860 203.470
226.933 205.523
221.887 202.356
224.924 202.672
246.726 220.237
57.796 52.569
60.566 55.131
61.229 52.896
67.135 59.641
14.939
19.390
21.412
19.531
22.250
26.490
5.227
5.436
8.333
7.494
48.859 46.447
53.535 55.823
57.264 60.019
59.377 60.483
56.314 56.282
58.609 56.777
13.428 12.725
14.900 14.471
15.383 16.405
14.898 13.176
Saldo dienstenverkeer
2.412
-2.289
-2.756
-1.105
31
1.832
702
429
-1.022
1.723
Inkomensrekening 1.3.1 Ontvangen inkomens 1.3.2 Uitgaande inkomens
40.921 37.629
49.552 52.015
48.642 48.851
44.797 42.704
46.507 48.431
51.021 52.993
11.136 12.074
13.805 15.012
12.469 14.241
13.611 11.666
3.291
-2.466
-210
2.091
-1.924
-1.970
-938
-1.207
-1.771
1.946
Inkomensoverdrachtenrekening 1.4.1 Ontvangen inkomensoverdrachten 1.4.2 Uitgaande inkomensoverdrachten
4.272 10.250
4.756 11.546
4.989 12.528
5.261 12.196
5.429 12.411
5.742 12.970
1.563 3.312
1.436 3.003
1.337 3.113
1.406 3.542
1.4
Saldo inkomensoverdrachten
-5.979
-6.792
-7.537
-6.934
-6.984
-7.227
-1.747
-1.567
-1.776
-2.137
1
Saldo lopende rekening
14.660
7.845
10.911
13.585
13.373
19.125
3.244
3.091
3.765
9.025
2.1 2.2
Vermogensoverdrachtenrekening Ontvangsten Uitgaven
1.578 1.787
2.437 2.540
1.242 4.812
903 1.485
415 2.299
280 238
41 79
170 82
34 32
35 45
2
Saldo vermogensoverdrachtenrekening
-206
-101
-3.573
-581
-1.880
42
-38
88
2
-10
Directe investeringen 3.1.1 Nederlandse directe investeringen 3.1.2 Buitenlandse directe investeringen
-54.074 38.676
-82.094 69.307
-56.537 58.029
-36.022 26.604
-33.473 17.128
540 -2.319
-387 -4.424
-1.331 1.841
1.192 1.550
1.066 -1.286
3.1
-15.399
-12.784
1.492
-9.416
-16.344
-1.778
-4.811
511
2.742
-220
-89.180 94.105
-70.046 60.543
-68.180 83.378
-68.898 53.151
-49.938 79.872
-63.087 47.131
-14.621 15.095
-13.055 18.409
-16.434 5.170
-18.977 8.457
4.927
-9.503
15.197
-15.747
29.933
-15.953
475
5.353
-11.262
-10.519
59.600 -55.653
89.677 -94.321
97.673 -104.209
74.903 -81.910
111.278 -111.614
133.006 -134.157
31.051 -30.966
27.543 -27.156
37.590 -37.239
36.822 -38.796
3.949
-4.646
-6.535
-7.008
-334
-1.152
85
387
351
-1.975
Overige financiële transacties 3.4.1 Activa 3.4.2 Passiva
-5.146 2.717
-27.183 47.165
-75.067 60.914
-29.540 55.029
-57.393 30.846
-55.500 59.105
-32.495 29.789
-223 -4.676
-10.304 20.276
-12.478 13.716
3.4
Saldo overige financiële transacties
-2.430
19.981
-14.156
25.489
-26.548
3.604
-2.707
-4.899
9.971
1.239
3
Saldo financiële rekening zonder officiële reserves
-8.954
-6.950
-4.004
-6.683
-13.292
-15.277
-6.959
1.354
1.803
-11.475
1.1
Saldo goederenverkeer
Dienstenrekening 1.2.1 Uitvoer van diensten 1.2.2 Invoer van diensten 1.2
1.3
Saldo inkomens
Financiële rekening
Saldo directe investeringen
Effectenverkeer 3.2.1 Buitenlandse effecten 3.2.2 Nederlandse effecten 3.2
Saldo effectenverkeer
Financiële derivaten 3.3.1 Activa 3.3.2 Passiva 3.3
Saldo financiële derivaten
4.1 4.2 4.3 4.4
Toeneming (–) officiële reserves Monetair goud Bijzondere trekkingsrechten Reservepositie in het imf Deviezenvoorraad
590 -147 62 3.412
681 337 503 -1.829
267 -142 -490 779
346 118 -289 -29
795 -18 44 -91
-2 27 403 326
0 -8 55 635
0 35 37 -411
0 -16 156 -361
-2 16 155 463
4
Totaal toeneming (–) officiële reserves
3.917
-308
412
147
732
753
682
-338
-221
630
5
Saldo financiële rekening (3 + 4)
-5.037
-7.257
-3.590
-6.536
-12.559
-14.524
-6.277
1.016
1.583
-10.846
6
Statistische verschillen
-9.418
-485
-3.750
-6.465
1.068
-4.645
3.071
-4.198
-5.349
1.831
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
56*
Tabel 5.2 Goederenrekening Miljoenen euro’s
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2004 i
ii
iii
iv
Uitvoer van goederen 1.1.1 Aardgas 1.1.2 Overige energieproducten 1.1.3 Overige goederenhandel
2.539 6.400 168.018
4.562 11.663 195.507
6.516 12.446 198.461
5.826 12.200 194.725
5.763 12.483 197.625
6.612 15.063 217.711
2.077 3.329 50.554
1.170 3.521 53.946
1.138 3.964 54.227
2.227 4.249 58.984
1.1
176.957
211.733
217.422
212.752
215.870
239.387
55.960
58.638
59.328
65.461
Uitvoer uit hoofde van veredeling 1.2.1 Veredeling van goederen in het buitenland 1.2.2 Goederen veredeld in Nederland
2.019 3.384
2.653 6.736
2.399 5.535
2.167 5.477
1.936 5.754
1.491 4.677
380 1.189
379 1.233
397 1.159
335 1.096
1.2 1.3 1.4 1.5
Totaal uitvoer uit hoofde van veredeling Reparatie aan goederen Bunkeren Niet-monetair goud
5.405 320 984 53
9.390 278 1.428 31
7.935 276 1.191 112
7.642 429 972 92
7.690 . 1.285 75
6.169 . 1.167 2
1.570 . 266 0
1.613 . 316 0
1.555 . 343 2
1.431 . 242 0
1
Totaal uitvoer van goederen
183.715
222.860
226.933
221.887
224.924
246.726
57.796
60.566
61.229
67.135
Invoer van goederen 2.1.1 Energieproducten 2.1.2 Overige goederenhandel
9.700 152.832
17.442 176.864
17.972 178.848
17.184 178.152
18.059 177.945
21.674 192.241
4.606 46.346
4.938 48.585
5.902 45.309
6.228 52.001
2.1
162.534
194.304
196.819
195.337
196.004
213.918
50.952
53.525
51.211
58.230
Invoer uit hoofde van veredeling 2.2.1 Goederen veredeld in het buitenland 2.2.2 Veredeling van goederen in Nederland
1.745 3.374
2.315 5.450
2.128 5.209
1.972 3.761
2.014 3.534
1.419 3.818
388 960
350 984
339 1.074
342 800
2.2 2.3 2.4 2.5
Totaal invoer uit hoofde van veredeling Reparatie aan goederen Bunkeren Niet-monetair goud
5.121 97 920 110
7.765 89 1.269 43
7.339 119 1.053 186
5.730 134 1.040 115
5.547 . 1.031 90
5.238 . 1.068 17
1.349 . 267 3
1.334 . 267 5
1.413 . 267 7
1.142 . 267 2
2
Totaal invoer van goederen
168.777
203.470
205.523
202.356
202.672
220.237
52.569
55.131
52.896
59.641
Saldo goederenverkeer 3.1.1 Energiebalans (1.1.1 + 1.1.2 – 2.1.1) 3.1.2 Saldo overige goederenhandel (1.1.3 – 2.1.2)
-760 15.185
-1.216 18.645
990 19.612
841 16.573
184 19.680
2 25.471
800 4.208
-247 5.361
-800 8.918
249 6.984
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Handelsbalans Saldo veredeling (1.2 – 2.2) Saldo reparatie aan goederen (1.3 – 2.3) Saldo bunkeren (1.4 – 2.4) Saldo niet-monetair goud (1.5 – 2.5)
14.427 283 223 62 -58
17.429 1.623 191 157 -12
20.602 596 156 136 -77
17.416 1.912 295 -71 -25
19.866 2.144 . 254 -15
25.474 932 . 99 -15
5.009 221 . -1 -3
5.115 278 . 49 -5
8.118 144 . 76 -5
7.232 289 . -25 -2
3
Saldo goederenverkeer (1 – 2)
14.939
19.390
21.412
19.531
22.250
26.490
5.227
5.436
8.333
7.494
188.601
231.856
241.340
232.706
233.963
255.412
60.430
62.263
63.428
69.291
-5.191 -6.450 0
-9.462 -10.659 0
-14.450 -9.470 0
-10.579 -9.375 0
-9.009 -9.088 0
-8.684 -7.336 0
-2.634 -1.835 0
-1.696 -1.927 0
-2.198 -1.901 0
-2.156 -1.673 0
Goederenhandel, uitvoer (f.o.b.)
Goederenhandel, invoer (f.o.b.)
Aanvullende gegevens 4
Uitvoer van goederen volgens handelsstatistiek
5.1 5.2 5.3
Aanpassing voor verschillen in: Dekking Classificatie Tijdstip van registratie
5
Totaal aanpassingen
-11.642
-20.122
-23.918
-19.955
-18.093
-16.024
-4.471
-3.624
-4.098
-3.831
6
Goederenhandel, uitvoer (f.o.b.) (4 + 5)
176.957
211.733
217.422
212.752
215.870
239.387
55.960
58.638
59.328
65.461
7
Invoer van goederen volgens handelsstatistiek
178.720
216.059
218.331
205.575
207.713
225.420
53.286
55.027
55.098
62.009
8.1 8.2 8.3
Aanpassingen voor verschillen in: Dekking Classificatie Tijdstip van registratie
-4.273 -11.914 0
-6.241 -15.513 0
-5.777 -15.733 0
3.601 -13.840 0
2.502 -14.213 0
1.592 -13.094 0
875 -3.209 0
1.746 -3.248 0
-498 -3.389 0
-531 -3.248 0
8
Totaal aanpassingen
-16.187
-21.755
-21.509
-10.241
-11.711
-11.505
-2.334
-1.504
-3.887
-3.780
9
Goederenhandel, invoer (f.o.b.) (7 + 8)
162.534
194.304
196.819
195.337
196.004
213.918
50.952
53.525
51.211
58.230
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
57*
Tabel 5.3 Dienstenrekening Miljoenen euro’s
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2004 i
ii
iii
iv
Uitvoer van diensten 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5
Vervoersdiensten Zeescheepvaart Luchtvaart Binnenscheepvaart Vervoer over land Vervoersondersteunende diensten
4.624 6.271 418 3.112 3.500
5.644 5.362 488 3.732 2.994
5.925 6.011 537 4.045 3.177
5.235 5.223 570 4.529 3.157
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8
Totaal vervoersdiensten Reisverkeer 1 Communicatie Uitvoering van werken Verzekeringen Financiële diensten Computer- en informatiediensten Royalty’s en licenties
17.918 6.564 1.297 2.803 240 577 1.073 2.287
18.220 7.814 1.572 2.810 223 794 1.258 2.338
19.694 7.505 2.073 3.555 255 882 965 1.939
18.716 8.150 1.587 2.764 322 861 1.505 2.077
14.765 8.166 2.273 1.907 339 656 2.539 2.577
15.711 8.253 . . . . . .
3.636 1.558 612 357 81 168 660 741
3.960 2.223 678 450 81 165 708 723
3.990 2.504 672 456 84 156 684 834
4.125 1.968 . . . . . .
Overige zakelijke dienstverlening 1.9.1 Aan de handel gerelateerde diensten 1.9.2 Operational leasing 1.9.3 Diverse zakelijke, professionele en technische diensten
2.340 744
2.656 1.008
2.852 842
3.318 1.098
. .
. .
. .
. .
. .
. .
11.392
13.198
14.840
16.886
.
.
.
.
.
.
1.9 1.10 1.11
Totaal overige zakelijke dienstverlening Particuliere diensten Overheidsdiensten
14.475 502 1.120
16.862 600 1.042
18.537 597 1.259
21.303 569 1.529
20.846 549 1.698
. . .
5.043 120 450
5.382 135 399
5.484 153 366
. . .
1
Totaal uitvoer van diensten
48.859
53.535
57.264
59.377
56.314
58.609
13.428
14.900
15.383
14.898
Invoer van diensten 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5
Vervoersdiensten Zeescheepvaart Luchtvaart Binnenscheepvaart Vervoer over land Vervoersondersteunende diensten
6.550 1.350 126 2.535 1.584
7.661 1.601 165 2.748 1.825
7.775 1.165 183 3.110 2.046
6.826 1.264 186 3.439 1.917
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
Totaal vervoersdiensten Reisverkeer 1 Communicatie Uitvoering van werken Verzekeringen Financiële diensten Computer- en informatiediensten Royalty’s en licenties
12.145 11.325 1.340 1.056 544 680 942 3.256
14.000 13.241 1.542 1.060 572 1.040 1.285 2.709
14.278 13.417 1.982 1.265 596 1.349 1.467 2.594
13.631 13.665 1.638 960 1.153 1.335 1.680 2.766
11.153 12.906 2.197 883 911 789 2.068 2.967
11.333 14.053 . . . . . .
2.736 2.603 570 186 150 159 546 603
2.850 3.663 573 216 150 174 621 711
2.811 5.311 573 219 150 177 624 681
2.936 2.476 . . . . . .
Overige zakelijke dienstverlening 2.9.1 Aan de handel gerelateerde diensten 2.9.2 Operational leasing 2.9.3 Diverse zakelijke, professionele en technische diensten
1.926 487
3.336 532
3.473 591
3.610 689
. .
. .
. .
. .
. .
. .
11.037
14.298
16.629
17.950
.
.
.
.
.
.
2.9 Totaal overige zakelijke dienstverlening 2.10 Particuliere diensten 2.11 Overheidsdiensten
13.450 470 1.241
18.165 652 1.558
20.692 645 1.731
22.250 657 754
20.907 659 840
. . .
4.866 159 150
5.175 147 198
5.511 168 186
. . .
2
Totaal invoer van diensten
46.447
55.823
60.019
60.483
56.282
56.777
12.725
14.471
16.405
13.176
3.1 3.2 3.3
Saldo dienstenverkeer Saldo vervoersdiensten (1.1 – 2.1) Saldo reisverkeer 1 (1.2 – 2.2) Saldo overige diensten (1.3 t/m 1.11 – 2.3 t/m 2.11)
5.775 -4.759 1.396
4.220 -5.430 -1.079
5.416 -5.909 -2.258
5.085 -5.514 -678
3.609 -4.741 1.164
4.381 -5.800 3.250
900 -1.044 846
1.110 -1.440 759
1.182 -2.807 603
1.189 -509 1.042
3
Saldo dienstenverkeer (1 – 2)
2.412
-2.289
-2.756
-1.105
31
1.832
702
429
-1.022
1.723
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Begin 2002 treedt een trendbreuk bij het reisverkeer op als gevolg van een andere wijze van registratie.
58*
Tabel 5.4 Inkomensrekening Miljoenen euro’s
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2004 i
ii
iii
iv
Ontvangen inkomens 1
Inkomen uit arbeid
457
462
540
512
909
1.112
258
294
275
285
Inkomen uit kapitaal 2.1.1 2.1.2 2.1.3
Inkomen uit directe investeringen Uitgekeerde winsten Ingehouden winsten Rente op leningen
12.877 1.968 2.001
18.282 1.032 2.903
16.721 -1.080 3.577
9.601 4.398 2.947
10.383 3.431 4.984
11.079 3.420 5.761
1.806 855 1.570
3.294 855 1.320
2.591 855 1.448
3.388 855 1.423
2.1
Totaal inkomen uit directe investeringen
16.842
22.222
19.219
16.943
18.796
20.261
4.233
5.468
4.894
5.666
2.2.1 2.2.2
Inkomen uit effecten Dividenden Rente op effecten
2.746 7.392
1.880 9.849
1.586 9.841
1.616 13.262
4.195 14.196
5.141 16.113
809 3.878
2.085 3.951
1.047 4.108
1.200 4.176
2.2
Totaal inkomen uit effecten
10.139
11.728
11.431
14.878
18.393
21.252
4.686
6.036
5.154
5.376
2.3.1 2.3.2 2.3.3
Inkomen uit overige financiële activa Overheid Bankwezen (inclusief monetaire autoriteiten) Overige sectoren
137 12.338 1.010
138 13.835 1.165
201 16.011 1.244
108 11.191 1.166
66 7.298 1.046
77 6.721 1.600
15 1.551 395
16 1.614 377
18 1.722 405
28 1.834 423
2.3
Totaal inkomen uit overige financiële activa
13.482
15.138
17.457
12.462
8.410
8.396
1.961
2.007
2.144
2.284
2
Totaal inkomen uit kapitaal
40.465
49.088
48.102
44.283
45.598
49.914
10.880
13.513
12.194
13.327
3
Totaal ontvangen inkomens (1 + 2)
40.921
49.552
48.642
44.797
46.507
51.021
11.136
13.805
12.469
13.611
913
1.000
1.100
1.088
1.733
1.980
483
546
475
476
4.145 4.716 1.404
5.757 9.960 1.825
6.595 1.164 2.873
5.076 -1.112 1.685
7.125 4.617 3.501
7.781 4.605 3.090
2.791 1.149 762
1.845 1.152 724
1.727 1.152 790
1.418 1.152 814
10.264
17.539
10.640
5.649
15.238
15.474
4.702
3.720
3.667
3.385
4.829
5.873
6.719
6.370
2.816
6.538
68
3.769
2.558
143
Rente op effecten 5.2.2.1 Rente op overheidsobligaties e.d. 5.2.2.2 Rente op overige effecten
3.529 3.969
3.911 6.686
4.223 7.411
4.623 10.870
4.747 12.361
5.631 11.766
1.345 2.749
1.384 2.948
1.440 3.034
1.462 3.035
5.2.2
Totaal rente op effecten
7.495
10.595
11.634
15.491
17.109
17.394
4.092
4.332
4.473
4.497
5.2
Totaal inkomen uit effecten
12.327
16.470
18.351
21.862
19.923
23.930
4.160
8.100
7.030
4.640
5.3.1 5.3.2 5.3.3
Inkomen uit overige financiële passiva Overheid Bankwezen (inclusief monetaire autoriteiten) Overige sectoren
14 12.924 1.190
55 15.351 1.600
82 16.801 1.877
67 12.113 1.922
80 9.456 1.996
45 9.488 2.071
20 2.173 537
8 2.142 494
7 2.523 536
10 2.650 504
5.3
Totaal inkomen uit overige financiële passiva
14.127
17.006
18.760
14.106
11.533
11.607
2.730
2.645
3.068
3.164
5
Totaal inkomen uit kapitaal
36.718
51.016
47.751
41.619
46.696
51.015
11.592
14.466
13.766
11.191
6
Totaal uitgaande inkomens (4 + 5)
37.629
52.015
48.851
42.704
48.431
52.993
12.074
15.012
14.241
11.666
-457 6.578 -2.186
-539 4.684 -4.743
-560 8.579 -6.924
-574 11.293 -6.986
-823 3.557 -1.535
-870 4.791 -2.677
-225 -469 526
-255 1.750 -2.064
-199 1.228 -1.875
-191 2.282 736
-645
-1.870
-1.304
-1.643
-3.122
-3.209
-769
-637
-923
-880
3.291
-2.466
-210
2.091
-1.924
-1.970
-938
-1.207
-1.771
1.946
Uitgaande inkomens 4
Inkomen uit arbeid Inkomen uit kapitaal
5.1.1 5.1.2 5.1.3
Inkomen uit directe investeringen Uitgekeerde winsten Ingehouden winsten Rente op leningen
5.1
Totaal inkomen uit directe investeringen
5.2.1
Inkomen uit effecten Dividenden
Saldo inkomens 7.1 7.2 7.3 7.4 7
Saldo inkomen uit arbeid (1 – 4) Saldo inkomen uit directe investeringen (2.1 – 5.1) Saldo inkomen uit effecten (2.2 – 5.2) Saldo inkomen uit overige financiële activa/passiva (2.3 – 5.3) Saldo inkomens (3 – 6)
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
59*
Tabel 5.5 Inkomensoverdrachten Miljoenen euro’s
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2004 i
ii
iii
iv
Ontvangen inkomensoverdrachten 1.1 1.2
Overheid Overdrachten van de eu-instellingen Overige overdrachten
1.716 1.177
1.642 1.498
1.302 1.944
1.221 2.085
1.297 2.339
1.219 2.474
499 591
272 679
289 520
159 684
1
Totaal overheid
2.892
3.139
3.250
3.306
3.635
3.693
1.089
952
810
842
2
Overige sectoren
1.378
1.613
1.740
1.957
1.791
2.048
474
486
526
562
3
Totaal ontvangen inkomensoverdrachten (1 + 2)
4.272
4.756
4.989
5.261
5.429
5.742
1.563
1.436
1.337
1.406
Uitgaande inkomensoverdrachten 4.1 4.2
Overheid Overdrachten aan de eu-instellingen Overige overdrachten
5.615 2.091
5.740 2.798
5.853 3.455
5.288 3.407
5.667 3.696
5.871 3.809
1.932 607
1.333 876
1.479 814
1.127 1.512
4
Totaal overheid
7.707
8.539
9.307
8.693
9.363
9.680
2.539
2.208
2.294
2.639
5.2
Overige sectoren Overdrachten door buitenlandse werknemers in Nederland Overige overdrachten
502 2.042
568 2.441
614 2.608
648 2.853
581 2.465
584 2.708
144 627
150 645
137 683
153 753
5
Totaal overige sectoren
2.547
3.005
3.220
3.500
3.050
3.289
772
795
819
903
6
Totaal uitgaande inkomensoverdrachten (4 + 5)
10.250
11.546
12.528
12.196
12.411
12.970
3.312
3.003
3.113
3.542
5.1
Saldo inkomensoverdrachten 7.1 7.2
Overheid (1 – 4) Overige sectoren (2 – 5)
-4.815 -1.167
-5.401 -1.392
-6.057 -1.478
-5.390 -1.540
-5.730 -1.259
-5.987 -1.241
-1.449 -298
-1.258 -309
-1.484 -293
-1.796 -341
7
Saldo inkomensoverdrachten (3 – 6)
-5.979
-6.792
-7.537
-6.934
-6.984
-7.227
-1.747
-1.567
-1.776
-2.137
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
60*
Tabel 5.6 Directe investeringen Miljoenen euro’s
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2004 i
ii
iii
iv
1.1 1.2 1.3
Nederlandse directe investeringen in het buitenland (—) Kapitaaldeelnemingen Herinvestering van winsten Overige financiële transacties
-28.189 -1.968 -23.924
-47.877 -1.032 -33.183
-28.443 1.080 -29.175
-21.896 -4.398 -9.730
-26.067 -3.431 -3.976
-13.293 -3.420 17.258
-1.898 -855 2.367
-2.971 -855 2.497
-3.506 -855 5.554
-4.918 -855 6.840
1
Totaal directe investeringen in het buitenland
-54.074
-82.094
-56.537
-36.022
-33.473
540
-387
-1.331
1.192
1.066
-4.326 -315 -7.890 -388 -1.757 -4.188 -1.533 -463 -8 -1.056 -9.243 -444 -559
-6.409 -497 -8.046 -240 -3.425 -728 -1.064 -4.343 49 -1.471 -6.822 -2.117 -529
-5.394 586 -506 -270 -3.349 -2.324 -804 -11.980 57 -2.524 5.767 -502 -2.755
-4.352 -863 -7.044 -416 -5.639 -2.080 -1.123 -1.666 -854 -84 -252 -71 -635
-333 -224 -2.369 -198 -1.578 -43 -1.087 160 -1.922 -1.327 -5.559 -599 -439
1.924 300 1 -32 295 -119 -718 -894 -874 -987 2.172 430 204
-283 21 -814 2 -309 -368 -240 -167 -129 141 -481 447 -18
-384 186 26 15 1.446 -167 -74 -338 -66 -223 428 -51 126
45 -47 726 -28 -612 -62 -188 -297 -815 -341 2.144 112 -210
2.546 140 63 -21 -230 478 -216 -92 136 -564 81 -78 306
Totaal Europese Unie Eurogebied Toegetreden landen Overig Europa Zwitserland Oost-Europa Verenigde Staten Nederlandse Antillen en Aruba Japan Overige landen Zuidoost-Azië
-32.171 -22.019 . -3.403 -737 -2.310 -15.211 2.448 522 -6.260 -3.717
-35.646 -26.201 . -4.928 -497 -3.431 -35.117 648 -212 -6.838 -4.206
-24.001 -29.852 . -4.318 -3.431 -793 -22.438 -172 83 -5.696 -66
-25.074 -23.886 . -8.224 -7.310 -1.168 8.721 -184 -228 -11.032 -3.450
-15.519 -9.135 . -3.699 -1.496 -2.692 -7.484 -1.133 253 -5.890 -945
1.708 -1.348 . -1.548 805 -1.792 4.829 -454 -207 -3.789 -622
-2.193 -2.183 . -601 -890 262 5.049 -64 -106 -2.473 -475
924 299 . 7 756 -623 -2.299 -93 87 43 147
427 -1.574 -205 520 933 -639 1.526 -164 -58 -1.059 113
2.550 2.110 298 -1.474 6 -792 553 -133 -130 -300 -407
8
Totaal directe investeringen in het buitenland (2 t/m 7)
-54.074
-82.094
-56.537
-36.022
-33.473
540
-387
-1.331
1.192
1.066
9.1 9.2 9.3
Buitenlandse directe investeringen in Nederland Kapitaaldeelnemingen Herinvestering van winsten Overige financiële transacties
10.556 4.716 23.402
18.460 9.960 40.890
13.967 1.164 42.891
5.048 -1.112 22.669
12.946 4.617 -431
2.772 4.605 -9.693
301 1.149 -5.874
1.528 1.152 -838
-888 1.152 1.287
1.831 1.152 -4.268
9
Totaal directe investeringen in Nederland
38.676
69.307
58.029
26.604
17.128
-2.319
-4.424
1.841
1.550
-1.286
4.822 351 7.492 777 1.282 3.439 165 77 -47 22 4.840 1.708 117
8.727 463 8.143 111 6.033 128 650 1.666 0 363 11.354 377 313
7.254 611 4.054 894 475 412 1.096 811 -1.092 1.350 12.544 224 1.797
2.216 -114 4.438 -60 1.452 743 31 5.112 258 408 4.417 454 26
1.397 168 10.837 74 769 686 78 613 37 295 2.955 108 -515
-674 90 -332 -22 868 328 121 523 126 232 2.355 -132 -141
-450 -3 36 -37 -474 -34 -196 -354 0 19 709 -25 -120
803 34 -500 30 241 -376 171 102 0 162 679 -27 -42
-379 -5 43 7 574 51 132 729 5 146 669 -4 13
-648 64 89 -22 527 687 14 46 121 -95 298 -76 8
12 13 14 15
Totaal Europese Unie Eurogebied Overig Europa Zwitserland Verenigde Staten Nederlandse Antillen en Aruba Japan Overige landen
25.040 18.134 1.350 646 11.722 116 -563 1.009
38.328 26.120 1.426 562 21.491 224 5.025 2.811
30.424 17.047 2.874 2.190 22.485 59 822 1.363
19.382 14.626 1.377 433 7.171 -2.542 -373 1.595
17.509 14.278 1.115 464 -4.743 -52 1.847 1.451
3.346 1.050 2.084 1.682 -7.514 452 684 -1.369
-927 -1.610 -455 252 -3.099 124 67 -133
1.278 626 1.136 222 -662 87 420 -417
1.981 1.313 1.112 433 -1.912 112 228 28
1.014 721 291 775 -1.841 129 -31 -847
16
Totaal directe investeringen in Nederland (10 t/m 15)
38.676
69.307
58.029
26.604
17.128
-2.319
-4.424
1.841
1.550
-1.286
17
Saldo directe investeringen (8 + 16)
-15.399
-12.784
1.492
-9.416
-16.344
-1.778
-4.811
511
2.742
-220
Verdeling naar land 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2 3 4 5 6 7
Europese Unie België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Ierland Italië Luxemburg Oostenrijk Spanje Verenigd Koninkrijk Zweden Overige eu-landen
Verdeling naar land 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6 10.7 10.8 10.9 10.10 10.11 10.12 10.13 10 11
Europese Unie België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Ierland Italië Luxemburg Oostenrijk Spanje Verenigd Koninkrijk Zweden Overige eu-landen
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
61*
Tabel 5.7.1 Effectenverkeer Miljoenen euro’s
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2004 i
ii
iii
iv
Buitenlandse effecten, naar sector van de houder 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4
Aandelen Monetaire autoriteiten Overige mfi’s Overheid Overige sectoren
240 1.438 0 -51.323
-79 -2.197 0 -23.302
-326 274 0 -33.017
-284 -1.867 0 -6.427
-313 -107 0 -10.519
48 -3.587 0 -12.332
53 -269 0 -2.296
-24 -1.721 0 1.074
5 -496 0 -2.828
14 -1.101 0 -8.282
1.1
Totaal aandelen
-49.648
-25.579
-33.071
-8.578
-10.939
-15.870
-2.512
-670
-3.319
-9.369
Schuldpapier 1.2.1.1 1.2.1.2 1.2.1.3 1.2.1.4
Obligaties Monetaire autoriteiten Overige mfi’s Overheid Overige sectoren
348 2.926 0 -36.230
-1.241 -9.993 0 -38.999
734 -11.537 0 -26.875
-1.226 -13.677 0 -42.815
-647 -5.440 0 -34.870
116 -3.114 0 -38.716
-352 500 0 -12.162
475 -2.158 0 -7.847
23 -979 0 -8.555
-30 -477 0 -10.152
1.2.1
Totaal obligaties
-32.956
-50.231
-37.678
-57.719
-40.958
-38.999
-12.014
-9.531
-6.793
-10.661
1.2.2.1 1.2.2.2 1.2.2.3 1.2.2.4
Geldmarktpapier Monetaire autoriteiten Overige mfi’s Overheid Overige sectoren
0 -6.572 0 1
0 6.090 0 -326
0 2.567 0 -1
0 -2.400 0 -201
0 137 0 1.820
-66 -6.465 0 -1.686
0 -309 0 214
0 -1.843 0 -1.011
-66 -6.357 0 103
0 2.044 0 -992
1.2.2
Totaal geldmarktpapier
-6.574
5.763
2.566
-2.603
1.957
-8.217
-95
-2.854
-6.320
1.052
1.2
Totaal schuldpapier
-39.532
-44.468
-35.112
-60.322
-38.999
-47.216
-12.109
-12.385
-13.115
-9.607
1
Totaal buitenlandse effecten
-89.180
-70.046
-68.180
-68.898
-49.938
-63.087
-14.621
-13.055
-16.434
-18.977
Nederlandse effecten, naar sector van de emittent 2.1.1 2.1.2
Aandelen Overige mfi’s Overige sectoren
1.572 27.261
2.545 15.982
993 13.467
610 -636
629 3.391
1.093 2.730
-549 -1.333
152 2.090
665 -995
825 2.968
2.1
Totaal aandelen
28.832
18.527
14.458
-23
4.021
3.821
-1.882
2.242
-332
3.793
Schuldpapier 2.2.1.1 2.2.1.2 2.2.1.3 2.2.1.4
Obligaties Monetaire autoriteiten Overige mfi’s Overheid Overige sectoren
0 27.186 15.566 17.090
0 16.643 5.643 23.393
0 22.797 20.852 18.896
0 24.877 10.086 7.401
0 43.289 5.080 23.904
0 37.854 17.631 -8.268
0 11.637 5.167 -8.972
0 11.000 5.425 837
0 3.061 4.217 -1.009
0 12.156 2.822 876
2.2.1
Totaal obligaties
59.838
45.678
62.545
42.366
72.275
47.216
7.832
17.261
6.269
15.854
2.2.2.1 2.2.2.2 2.2.2.3 2.2.2.4
Geldmarktpapier Monetaire autoriteiten Overige mfi’s Overheid Overige sectoren
1 5.167 -174 437
-2 -2.632 45 -1.074
-47 2.025 795 3.604
0 -402 10.462 746
0 -3.364 2.915 4.023
0 116 -1.726 -2.297
0 3.678 5.369 97
0 -1.173 -1.724 1.802
0 33 1.940 -2.739
0 -2.422 -7.311 -1.457
2.2.2
Totaal geldmarktpapier
5.436
-3.662
6.374
10.807
3.576
-3.908
9.145
-1.096
-767
-11.190
2.2
Totaal schuldpapier
65.273
42.016
68.918
53.175
75.850
43.311
16.976
16.167
5.503
4.665
2
Totaal Nederlandse effecten
94.105
60.543
83.378
53.151
79.872
47.131
15.095
18.409
5.170
8.457
-20.815
-7.052
-18.611
-8.601
-6.917
-12.048
-4.394
1.572
-3.650
-5.576
Saldi 3.1
Aandelen
3.2.1 3.2.2
Schuldpapier Obligaties Geldmarktpapier
26.883 -1.141
-4.554 2.102
24.867 8.942
-15.352 8.206
31.318 5.533
8.217 -12.124
-4.182 9.050
7.731 -3.949
-526 -7.088
5.194 -10.137
3.2
Totaal schuldpapier
25.741
-2.451
33.808
-7.147
36.851
-3.906
4.867
3.782
-7.612
-4.943
3
Saldo effectenverkeer
4.927
-9.503
15.197
-15.747
29.933
-15.953
475
5.353
-11.262
-10.519
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
62*
Tabel 5.7.2 Buitenlandse effecten, niet-emu, naar sector van de houder Miljoenen euro’s
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2004 i
ii
iii
iv
1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4
Aandelen Monetaire autoriteiten Overige mfi’s Overheid Overige sectoren
115 918 0 -30.787
-13 -759 0 -13.561
-353 -152 0 -19.684
-245 -1.304 0 -1.531
-295 364 0 -11.145
46 -2.963 0 -11.271
52 -412 0 -1.172
-23 -857 0 -344
2 -407 0 -3.193
15 -1.287 0 -6.562
1.1
Totaal aandelen
-29.755
-14.332
-20.189
-3.079
-11.076
-14.189
-1.533
-1.224
-3.598
-7.834
Schuldpapier 1.2.1.1 1.2.1.2 1.2.1.3 1.2.1.4
Obligaties Monetaire autoriteiten Overige mfi’s Overheid Overige sectoren
-161 -400 0 -6.118
-25 1.282 0 -11.667
3 -6.554 0 -3.491
-347 223 0 -16.539
-7 2.388 0 -15.755
-273 2.494 0 -6.109
-227 -710 0 -4.165
-9 -215 0 -3.667
-114 1.390 0 -1.027
77 2.029 0 2.750
1.2.1
Totaal obligaties
-6.679
-10.412
-10.042
-16.663
-13.377
-1.170
-5.102
-3.890
2.966
4.856
1.2.2.1 1.2.2.2 1.2.2.3 1.2.2.4
Geldmarktpapier Monetaire autoriteiten Overige mfi’s Overheid Overige sectoren
0 -367 0 -2.161
0 625 0 3.456
0 51 0 1.512
0 -721 0 -1.463
0 -1.363 0 148
-66 -1.427 0 -916
0 -475 0 152
0 -606 0 -866
-66 -1.074 0 72
0 728 0 -274
1.2.2
Totaal geldmarktpapier
-2.528
4.082
1.565
-2.184
-1.215
-2.409
-323
-1.472
-1.068
454
1.2
Totaal schuldpapier
-9.209
-6.331
-8.477
-18.845
-14.593
-3.576
-5.424
-5.362
1.899
5.311
1
Totaal
-38.963
-20.664
-28.669
-21.924
-25.668
-17.766
-6.957
-6.586
-1.699
-2.524
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
63*
Tabel 5.8 Financiële derivaten en overige financiële transacties Miljoenen euro’s
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2004 i
ii
iii
iv
Financiële derivaten Activa 1.1 1.2 1.3 1.4
Monetaire autoriteiten Overheid Banken Overige sectoren
18 0 58.515 1.067
43 -1 89.187 445
0 0 95.418 2.256
0 2 71.453 3.448
12 0 84.744 26.523
0 0 94.735 38.270
0 0 23.377 7.673
0 0 19.824 7.719
0 0 24.173 13.417
0 0 27.361 9.461
1
Totaal financiële derivaten
59.600
89.677
97.673
74.903
111.278
133.006
31.051
27.543
37.590
36.822
Overige financiële transacties Activa Handelskrediet 2.1 2.2
Lang handelskrediet Kort handelskrediet
677 -1.722
0 -3.318
0 1.422
0 -293
248 -562
17 -3.536
38 -1.284
-2 -903
-20 -376
1 -973
2
Totaal handelskrediet
-1.044
-3.318
1.422
-293
-314
-3.519
-1.246
-905
-397
-971
-2.151
0
0
0
0
0
0
0
0
0
286 -1.573
178 910
225 -1.029
254 -1.880
120 -1.514
457 0
392 0
1 0
43 0
21 0
-1.288 -4.193
1.088 -11.664
-804 -7.979
-1.626 -4.507
-1.395 -11.718
457 -6.176
392 -3.175
1 -4.645
43 -112
21 1.756
3.4.1 3.4.2
Totaal overheid Banken (lang) Overige sectoren Lange leningen Korte leningen
-167 -1.129
-1.564 -1.444
-458 561
-29 3.243
-657 -981
-82 325
282 -439
-183 193
-246 -88
65 659
3.4
Totaal overige sectoren
-1.296
-3.009
103
3.214
-1.638
242
-157
10
-334
723
3
Totaal leningen
-8.927
-13.584
-8.680
-2.915
-14.752
-5.479
-2.941
-4.635
-403
2.500
Leningen 3.1 3.2.1 3.2.2 3.2 3.3
Monetaire autoriteiten Overheid Lange leningen Korte leningen
Valuta en buitenlandse rekeningen 4.1 4.2 4.3 4.4
Monetaire autoriteiten Overheid Banken (met inbegrip van korte leningen) Overige sectoren
-3.673 0 13.599 -4.712
714 0 -5.013 -4.416
-1.316 0 -57.022 -5.132
352 0 -16.683 -8.685
252 -176 -38.353 -5.198
-255 -242 -39.583 -5.022
-429 -887 -23.976 -2.404
21 98 5.073 18
-20 -1.212 -4.884 -335
173 1.759 -15.796 -2.301
4
Totaal valuta en buitenlandse rekeningen
5.214
-8.716
-63.472
-25.018
-43.477
-45.101
-27.696
5.210
-6.450
-16.165
Overige activa 5.1 5.2 5.3
0 -51 0
0 -185 0
0 -181 0
0 -151 0
0 -217 -450
-17 -386 -182
-15 -186 140
-2 -65 -312
0 -20 -2.449
0 -115 2.439
5.4.1 5.4.2
Monetaire autoriteiten Overheid Banken Overige sectoren Lang Kort
649 -984
300 -1.682
-152 -4.006
94 -1.257
34 1.778
1 -819
0 -551
1 483
0 -586
0 -165
5.4
Totaal overige sectoren
-338
-1.383
-4.157
-1.165
1.814
-818
-551
484
-586
-165
5
Totaal overige activa
-389
-1.567
-4.339
-1.315
1.145
-1.403
-612
106
-3.056
2.159
6
Totaal overige financiële transacties (2 t/m 5)
-5.146
-27.183
-75.067
-29.540
-57.393
-55.500
-32.495
-223
-10.304
-12.478
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
64*
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2004 i
ii
iii
iv
Passiva 7.1 7.2 7.3 7.4
Monetaire autoriteiten Overheid Banken Overige sectoren
-45 -3 -54.887 -717
-55 0 -93.363 -902
0 -23 -101.712 -2.473
0 -2 -78.854 -3.052
-3 -11 -85.209 -26.391
-4 0 -95.664 -38.490
-4 0 -23.503 -7.460
0 0 -19.939 -7.218
0 0 -23.748 -13.491
0 0 -28.474 -10.321
7
Totaal financiële derivaten
-55.653
-94.321
-104.209
-81.910
-111.614
-134.157
-30.966
-27.156
-37.239
-38.796
8
Saldo financiële derivaten (1 + 7)
3.949
-4.646
-6.535
-7.008
-334
-1.152
85
387
351
-1.975
Passiva Handelskrediet 9.1 9.2
Lang handelskrediet Kort handelskrediet
-43 1.718
-8 1.961
0 -1.364
0 381
-17 724
0 1.507
0 1.152
0 563
0 -895
0 687
9
Totaal handelskrediet
1.675
1.953
-1.364
381
707
1.507
1.152
563
-895
687
0
0
0
0
125
-958
-943
-32
-54
71
522 350
7 130
47 2.789
8 368
-5 -157
-7 -751
11 -751
-1 275
6 -275
-23 0
872 11.003
137 -429
2.836 -1.011
375 11.361
-162 17.256
-758 2.395
-740 3.425
274 2.320
-269 -6.326
-23 2.976
2.617 1.507
18.835 4.013
5.324 733
3.595 2.871
-2.114 495
601 1.171
-248 332
144 1.369
-269 -2.725
974 2.195
4.121
22.848
6.054
6.467
-1.618
1.771
84
1.512
-2.994
3.169
15.996
22.556
7.881
18.206
15.600
2.452
1.827
4.074
-9.643
6.194
Leningen 10.1
Monetaire autoriteiten Overheid 10.2.1 Lange leningen 10.2.2 Korte leningen 10.2 10.3
Totaal overheid Banken (lang) Overige sectoren 10.4.1 Lange leningen 10.4.2 Korte leningen 10.4
Totaal overige sectoren
10
Totaal leningen Valuta en buitenlandse rekeningen
11.1 11.2 11.3 11.4
Monetaire autoriteiten Overheid Banken (met inbegrip van korte leningen) Overige sectoren
5.839 56 -13.343 -7.028
-3.114 440 16.186 3.125
1.942 381 62.529 -5.907
2.077 -608 44.180 857
-2.988 56 18.261 -573
2.654 -688 57.030 -8.100
320 -953 9.852 11.421
-2.396 215 9.978 -12.792
4.976 304 27.044 -3.329
-246 -254 10.156 -3.400
11
Totaal valuta en buitenlandse rekeningen
-14.477
16.634
58.942
46.505
14.752
50.894
20.639
-4.996
28.995
6.256
Overige passiva 12.1 12.2 12.3
Monetaire autoriteiten Overheid Banken Overige sectoren 12.4.1 Lang 12.4.2 Kort
0 -275 0
0 -95 0
0 -19 1
0 -23 0
0 -29 938
0 1 2.763
0 93 4.730
0 33 -3.127
0 -30 668
0 -95 492
-222 15
5.775 341
-4.982 453
-10.928 889
591 -1.715
-9 1.491
-3 1.349
-7 -1.217
-1 1.181
2 178
12.4
Totaal overige sectoren
-205
6.116
-4.530
-10.037
-1.123
1.483
1.346
-1.223
1.180
180
12
Totaal overige passiva
-479
6.018
-4.548
-10.064
-214
4.246
6.168
-4.317
1.818
577
13
Totaal overige financiële transacties (9 t/m 12)
2.717
47.165
60.914
55.029
30.846
59.105
29.789
-4.676
20.276
13.716
14.1 14.2 14.3 14.4
Saldo handelskrediet (2 + 9) Saldo leningen (3 + 10) Saldo valuta en buitenlandse rekeningen (4 + 11) Saldo overige activa en passiva (5 + 12)
631 7.069 -9.261 -867
-1.363 8.972 7.920 4.455
58 -798 -4.526 -8.887
90 15.291 21.488 -11.378
394 848 -28.721 930
-2.009 -3.025 5.794 2.846
-94 -1.114 -7.056 5.559
-340 -561 215 -4.211
-1.291 -10.045 22.544 -1.238
-284 8.695 -9.909 2.736
14
Saldo overige financiële transacties (6 + 13)
-2.430
19.981
-14.156
25.489
-26.548
3.604
-2.707
-4.899
9.971
1.239
Saldi
65*
Tabel 5.10 Geografische uitsplitsing van de Nederlandse betalingsbalans Miljoenen euro’s
Europese Unie
Verenigde Staten
Japan
Overige landen
Totaal
2003
2004
2003
2004
2003
2004
2003
2004
2003
2004
Lopende rekening 1.1.1 1.1.2
Goederenrekening Uitvoer van goederen Invoer van goederen
168.870 118.845
188.874 127.053
11.131 15.607
11.778 17.744
2.022 5.562
2.035 6.263
42.901 62.661
44.039 69.178
224.924 202.672
246.726 220.237
1.1
Saldo goederenverkeer
50.026
61.822
-4.478
-5.966
-3.541
-4.227
-19.759
-25.138
22.250
26.490
1.2.1 1.2.2
Dienstenrekening Uitvoer van diensten Invoer van diensten
32.897 34.804
33.522 35.208
6.540 6.897
8.206 7.648
1.164 844
1.174 807
15.715 13.736
15.709 13.113
56.314 56.282
58.609 56.777
1.2
Saldo dienstenverkeer
-1.907
-1.687
-357
559
320
367
1.978
2.596
31
1.832
1.3.1 1.3.2
Inkomensrekening Ontvangen inkomens Uitgaande inkomens
27.600 23.070
28.857 19.741
8.989 3.427
10.459 2.640
758 933
378 393
9.160 20.999
11.331 30.221
46.507 48.431
51.021 52.993
1.3
Saldo inkomens
4.526
9.116
5.564
7.819
-175
-15
-11.839
-18.891
-1.924
-1.970
1.4.1 1.4.2
Inkomensoverdrachtenrekening Ontvangen inkomensoverdrachten Uitgaande inkomensoverdrachten
4.498 7.660
3.281 7.639
274 283
244 279
9 6
9 8
648 4.463
2.207 5.046
5.429 12.411
5.742 12.970
1.4
Saldo inkomensoverdrachten
-3.164
-4.358
-9
-34
2
1
-3.815
-2.837
-6.984
-7.227
1
Saldo lopende rekening
49.479
64.889
721
2.380
-3.392
-3.872
-33.436
-44.272
13.373
19.125
2.1 2.2
Vermogensoverdrachtenrekening Ontvangsten Uitgaven
276 418
122 160
12 1.683
128 8
2 6
0 1
125 188
29 66
415 2.299
280 238
2
Saldo vermogensoverdrachten
-144
-35
-1.671
120
-3
-1
-62
-37
-1.880
42
-15.519 17.509
1.708 3.346
-7.484 -4.743
4.829 -7.514
253 1.847
-207 684
-10.723 2.517
-5.791 1.169
-33.473 17.128
540 -2.319
1.989
5.053
-12.228
-2.685
2.101
477
-8.207
-4.626
-16.344
-1.778
Financiële rekening 3.1.1 3.1.2
Directe investeringen Nederlandse directe investeringen Buitenlandse directe investeringen
3.1
Saldo directe investeringen
3.2.1 3.2.2
Effectenverkeer Buitenlandse effecten Nederlandse effecten
. .
-44.396 .
. .
-4.779 .
. .
-5.513 .
. .
-8.398 .
-49.938 79.872
-63.087 47.131
3.2
Saldo effectenverkeer
.
.
.
.
.
.
.
.
29.933
-15.953
3.3.1 3.3.2
Financiële derivaten Activa Passiva
79.978 -79.858
93.196 -95.402
20.587 -21.507
21.979 -21.568
1.957 -1.711
6.113 -6.165
8.762 -8.541
11.721 -11.025
111.278 -111.614
133.006 -134.157
3.3
Saldo financiële derivaten
119
-2.206
-922
413
248
-52
222
694
-334
-1.152
3.4.1 3.4.2
Overige financiële transacties Activa Passiva
-46.515 8.175
-46.404 42.263
-3.583 2.273
-4.091 6.939
-405 -3.238
449 -3.399
-6.891 23.639
-5.450 13.301
-57.393 30.846
-55.500 59.105
3.4
Saldo overige financiële transacties
-38.343
-4.141
-1.310
2.848
-3.643
-2.951
16.749
7.846
-26.548
3.604
3
Saldo financiële rekening zonder officiële reserves
.
.
.
.
.
.
.
.
-13.292
-15.277
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
66*
Tabel 5.11 Extern vermogen van Nederland Ultimocijfers in miljoenen euro’s
1998
1999
2000
2001
2002
2003
Activa Nederlandse directe investeringen in het buitenland 1.1 1.2
Kapitaaldeelnemingen Overig kapitaal
132.927 63.349
166.814 95.734
197.472 130.804
213.890 163.003
217.626 162.490
259.278 171.720
1
Totaal directe investeringen in het buitenland
196.276
262.548
328.277
376.892
380.116
430.998
148.406
248.284
272.530
266.678
207.292
259.015
2.2.1 2.2.2
Aandelen Schuldpapieren Obligaties Geldmarktpapier
158.894 3.947
191.944 10.773
236.660 4.833
277.740 6.695
327.378 8.863
355.509 5.106
2.2
Totaal schuldpapieren
162.841
202.717
241.493
284.435
336.241
360.615
2
Totaal buitenlandse effecten
311.247
451.001
514.023
551.113
543.533
619.630
3
Financiële derivaten
.
39.548
31.403
50.614
68.477
68.695
Buitenlandse effecten 2.1
Overig kapitaal 4.1 4.2 4.3 4.4
Handelskrediet Leningen 1 Valuta en buitenlandse rekeningen 1 Overige activa
17.890 43.548 198.624 28.082
19.973 52.802 193.607 29.429
23.486 67.296 205.479 31.417
22.081 77.599 272.788 35.571
22.077 72.892 280.419 36.979
22.417 86.635 277.667 29.266
4
Totaal overig kapitaal
288.144
295.811
327.678
408.039
412.367
415.986
Officiële reserves 5.1 5.2 5.3
8.336 776 2.545
9.141 1.013 2.566
8.590 701 2.134
8.958 852 2.667
8.949 665 2.781
8.258 616 2.418
5.4.1 5.4.2 5.4.3
Monetair goud Bijzondere trekkingsrechten Reservepositie in het imf Deviezenvoorraad Valuta en buitenlandse rekeningen Effecten 2 Financiële derivaten
1.499 12.163 .
1.282 5.295 -318
424 7.092 11
1.116 5.523 90
3.769 2.012 -43
3.452 2.371 -138
5.4
Totaal deviezenvoorraad
13.662
6.259
7.527
6.729
5.738
5.685
5
Totaal officiële reserves
25.318
18.978
18.952
19.206
18.133
16.977
6
Totaal activa (1 t/m 5)
820.985
1.067.886
1.220.333
1.405.864
1.422.626
1.552.286
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Met ingang van 1999 begin nieuwe reeks (in verband met overgang in de activa en passiva van het bankwezen op nieuwe gegevensbron).
68*
2 Idem, in verband met herrubricering van obligaties, geëmitteerd door ingezetenen van het eurogebied.
1998
1999
2000
2001
2002
2003
87.390 53.580
111.476 80.230
143.629 118.308
159.303 161.680
160.379 173.338
209.893 133.265
140.970
191.706
261.937
320.983
333.717
343.158
264.562
362.130
376.756
322.226
250.072
208.371
8.2.1 8.2.2
Aandelen Schuldpapieren Obligaties Geldmarktpapier
113.825 3.514
161.775 10.237
223.670 8.939
284.479 14.641
344.233 22.995
405.562 37.567
8.2
Totaal schuldpapieren
117.339
172.012
232.609
299.120
367.228
443.129
8
Totaal Nederlandse effecten
381.901
534.142
609.365
621.346
617.300
651.500
9
Financiële derivaten
.
30.402
26.265
56.132
82.552
75.093
Passiva Buitenlandse directe investeringen in Nederland 7.1 7.2
Kapitaaldeelnemingen Overig kapitaal
7
Totaal directe investeringen in Nederland Nederlandse effecten
8.1
Overig kapitaal 10.1 10.2 10.3 10.4
Handelskrediet Leningen 1 Valuta en buitenlandse rekeningen 1 Overige passiva
10.995 39.346 248.023 12.765
12.763 66.867 242.271 15.264
14.767 91.872 263.246 16.534
13.390 101.198 335.911 16.952
13.735 113.566 354.888 17.849
14.459 121.348 342.899 18.150
10
Totaal overig kapitaal
311.130
337.165
386.418
467.451
500.039
496.856
11
Totaal passiva (7 t/m 10)
834.000
1.093.415
1.283.985
1.465.912
1.533.608
1.566.606
12.1 12.2 12.3 12.4 12.5
Saldo directe investeringen (1 – 7) Saldo effecten (2 – 8) Saldo financiële derivaten (3 – 9) Saldo overig kapitaal (4 – 10) Saldo officiële reserves (5)
55.306 -70.655 . -22.985 25.318
70.842 -83.141 9.146 -41.355 18.978
66.339 -95.342 5.139 -58.740 18.952
55.910 -70.233 -5.518 -59.413 19.206
46.399 -73.767 -14.075 -87.672 18.133
87.840 -31.869 -6.398 -80.870 16.977
12
Saldo extern vermogen van Nederland (12.1 t/m 12.5)
-13.016
-25.530
-63.652
-60.048
-110.982
-14.320
Saldi
69*
Tabel 5.12 Internationale reserves Ultimocijfers in miljoenen euro’s
2000
i
2001
2002
2003
2004
2005 i
ii
iii
iv
jan.
feb.
Officiële reserves en overige middelen in vreemde valuta (marktwaarde) Officiële reserves Deviezenvoorraad (in converteerbare valuta)
1.1.1
Effecten wv Emittent gevestigd in het buitenland, met hoofdkantoor in het eurogebied
7.092
5.523
2.012
2.371
1.931
2.916
1.542
1.470
1.476
2.408
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Rekeningen en vreemde valuta bij: 1.1.2.1 Andere nationale centrale banken, bib en imf 1.1.2.2 Banken met hoofdkantoor in het eurogebied wv Gevestigd buiten het eurogebied 1.1.2.3 Banken met hoofdkantoor buiten het eurogebied wv Gevestigd in het eurogebied
100 204 204 120
178 488 488 450
2.275 424 424 1.070
2.260 467 467 725
2.175 245 245 904
1.439 452 452 640
2.094 419 419 989
2.277 470 470 732
1.890 529 529 1.198
1.768 366 366 795
1.1.2
Totaal rekeningen en vreemde valuta
424
1.116
3.769
3.452
3.324
2.531
3.502
3.479
3.617
2.929
1.1 1.2 1.3 1.4
Totaal deviezenvoorraad Reservepositie bij het imf Bijzondere trekkingsrechten Goud (inclusief goudleningen en goudswaps) Idem in miljoenen fine troy ounce
7.516 2.134 702 8.590 29,315
6.639 2.667 852 8.958 28,438
5.781 2.781 665 8.949 27,382
5.823 2.418 616 8.258 24,996
5.255 2.436 642 8.650 24,996
5.447 2.386 604 8.097 24,996
5.044 2.191 608 8.306 24,996
4.949 1.958 571 8.038 24,996
5.093 1.933 584 7.934 24,676
5.337 1.879 585 7.688 23,920
1.5.1 1.5.2 1.5.3
Overige officiële reserves Financiële derivaten Leningen aan niet-ingezetene niet-banken Overige
11 0 0
90 0 0
-43 0 0
-138 0 0
-344 0 0
537 0 0
23 0 0
-62 0 0
-21 0 0
-3 0 0
1.5
Totaal overige officiële reserves
11
90
-43
-138
-344
537
23
-62
-21
-3
1
Totaal officiële reserves
18.953
19.206
18.133
16.977
16.639
17.071
16.172
15.454
15.523
15.486
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Overige middelen in vreemde valuta Effecten Buitenlandse rekeningen Leningen Financiële derivaten Goud Overige
528
1.512
1.459
732
986
1.263
1.435
1.377
1.389
1.194
0
25
-13
428
305
-534
1
-15
0
0
2
Totaal overige middelen in vreemde valuta
528
1.537
1.446
1.160
1.291
729
1.436
1.362
1.389
1.194
ii
Vaststaande korte termijn aanspraken op middelen in vreemde valuta (nominale waarde)
3
Leningen, effecten en buitenlandse rekeningen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4.1 4.2
Posities in termijncontracten en futures in vreemde valuta vis-à-vis de euro Short posities Long posities
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Totaal posities in termijncontracten en futures in vreemde valuta vis-à-vis de euro
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-117 0
-44 0
-693 0
-925 0
-121 0
-90 0
-37 0
-93 0
0 0
-96 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
-117
-44
-693
-925
-121
-90
-37
-93
0
-96
4
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Overige Betalingen in verband met repo’s Ontvangsten in verband met reverse repo’s Ontvangen handelskrediet Verstrekt handelskrediet Overige te betalen posten Overige te ontvangen posten
5
Totaal overige
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
70*
2000
iii
2002
2003
2004
2005 i
ii
iii
iv
jan.
feb.
Mogelijke korte termijn aanspraken op middelen in vreemde valuta (nominale waarde)
6.2
Mogelijke verplichtingen in vreemde valuta Borgstelling op schuld, resterende looptijd 1 jaar of korter Overige mogelijke verplichtingen
6
Totaal mogelijke verplichtingen in vreemde valuta
7
Effecten in vreemde valuta met ingebouwde opties
6.1
2001
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Onbenut, onvoorwaardelijk krediet verstrekt door: 8.1.1 8.1.2 8.1.3
Andere instellingen Andere nationale monetaire autoriteiten bib imf
8.1 8.2 8.3
Totaal andere instellingen Financiële instellingen, hoofdkantoor in Nederland Financiële instellingen, hoofdkantoor in buitenland
8
Totaal beschikbaar onbenut, onvoorwaardelijk krediet Onbenut, onvoorwaardelijk krediet verstrekt aan:
9.1.1 9.1.2 9.1.3
Andere instellingen Andere nationale monetaire autoriteiten bib imf
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
9.1 9.2 9.3
Totaal andere instellingen Financiële instellingen, hoofdkantoor in Nederland Financiële instellingen, hoofdkantoor in buitenland
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
9
Totaal verstrekt onbenut, onvoorwaardelijk krediet
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
10
Optieposities in vreemde valuta vis-à-vis de euro
iv
Memorandum posten
11
Wisselkoers geïndexeerde korte schuld in euro
12
Financiële instrumenten in vreemde valuta, afgerekend met andere middelen (bv. in euro)
13
Verpande middelen
14.1 14.2 14.3 14.4
Geleende en uitgeleende effecten Uitgeleende effecten opgenomen in sectie i Uitgeleende effecten niet opgenomen in sectie i Geleende effecten opgenomen in sectie i Geleende effecten niet opgenomen in sectie i
-117 0 0 117
-44 0 0 0
-693 0 0 377
-925 0 0 93
-121 0 0 34
-90 0 0 58
-37 0 0 0
-93 0 0 0
0 0 0 0
-96 0 0 0
14
Totaal geleende en uitgeleende effecten
0
-44
-316
-832
-87
-32
-37
-93
0
-96
15.1 15.2 15.3 15.4 15.5
Financiële derivaten (netto, tegen marktwaarde) Termijncontracten Futures Swaps Opties Overige
0 0 11 0 0
0 0 115 0 0
0 0 -56 0 0
0 0 291 0 0
0 0 -39 0 0
0 0 3 0 0
0 0 24 0 0
0 0 -77 0 0
0 0 -21 0 0
0 0 -3 0 0
15
Totaal financiële derivaten (netto, tegen marktwaarde)
11
115
-56
291
-39
3
24
-77
-21
-3
16
Financiële derivaten met margeverplichtingen, resterende looptijd langer dan 1 jaar
17.1 17.2
Uitsplitsing officiële reserves Valuta deel uitmakend van de sdr Valuta niet deel uitmakend van de sdr
18.952 1
19.205 1
18.132 1
16.977 0
16.638 1
17.070 1
16.171 1
15.453 1
15.522 1
15.485 1
17
Totaal officiële reserves
18.953
19.206
18.133
16.977
16.639
17.071
16.172
15.454
15.523
15.486
71*
Tabel 5.13 Bruto externe schuld van Nederland Ultimocijfers in miljoenen euro’s
2003
2004 ii
iii
iv
i
ii
iii
Overheid 1.1.1 1.1.2 1.1.3
Korte termijn Geldmarktpapier Leningen, valuta en buitenlandse rekeningen Overige verplichtingen
24.958 3.195 563
24.145 1.566 570
18.369 2.145 459
23.738 440 554
22.014 930 587
23.954 959 556
1.1
Totaal korte termijn
28.716
26.281
20.973
24.733
23.531
25.468
1.2.1 1.2.2 1.2.3
Lange termijn Kapitaalmarktpapier Leningen, valuta en buitenlandse rekeningen Overige verplichtingen
107.520 828 0
109.465 834 0
111.269 853 0
116.260 864 0
119.060 863 0
127.287 869 0
1.2
Totaal lange termijn
108.348
110.299
112.122
117.125
119.923
128.156
1
Totaal overheid
137.064
136.580
133.095
141.857
143.454
153.624
-4.734 0
3.070 0
2.055 0
1.434 0
-994 0
3.929 0
-4.734
3.070
2.055
1.434
-994
3.929
0
0
0
0
0
0
-4.734
3.070
2.055
1.434
-994
3.929
Monetaire autoriteiten 2.1.1 2.1.2
Korte termijn Leningen, valuta en buitenlandse rekeningen Overige verplichtingen
2.1 2.2
Totaal korte termijn Totaal lange termijn
2
Totaal monetaire autoriteiten Banken
3.1.1 3.1.2 3.1.3
Korte termijn Geldmarktpapier Leningen, valuta en buitenlandse rekeningen Overige verplichtingen
20.584 357.281 9.848
15.307 340.765 10.785
14.753 339.329 9.909
18.904 355.486 14.504
18.125 365.555 11.546
18.112 388.673 12.610
3.1
Totaal korte termijn
387.713
366.857
363.991
388.894
395.226
419.395
3.2.1 3.2.2 3.2.3
Lange termijn Kapitaalmarktpapier Leningen, valuta en buitenlandse rekeningen Overige verplichtingen
188.060 43.081 0
193.392 47.919 0
193.796 53.556 0
206.495 57.877 0
215.401 60.217 0
215.198 53.242 0
3.2
Totaal lange termijn
231.141
241.311
247.352
264.372
275.618
268.440
3
Totaal banken
618.854
608.169
611.343
653.265
670.844
687.835
Overige sectoren 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4
Korte termijn Geldmarktpapier Leningen, valuta en buitenlandse rekeningen Handelskrediet Overige verplichtingen
2.739 14.838 13.941 9.414
2.639 15.808 13.786 5.500
4.445 15.718 14.040 3.136
4.584 15.639 15.192 4.557
6.521 16.861 15.756 3.544
4.333 14.605 14.861 4.661
4.1
Totaal korte termijn
40.932
37.734
37.339
39.973
42.681
38.461
4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4
Lange termijn Kapitaalmarktpapier Leningen, valuta en buitenlandse rekeningen Handelskrediet Overige verplichtingen
86.074 49.042 437 434
81.599 47.787 420 380
100.496 50.591 420 4.646
92.349 51.258 420 4.644
92.011 51.949 420 4.632
92.507 51.927 420 4.627
4.2
Totaal lange termijn
135.987
130.185
156.153
148.671
149.012
149.482
4
Totaal overige sectoren
176.919
167.919
193.491
188.644
191.693
187.942
5.1 5.2
Directe investeringen; intra-concernleningen Verplichtingen aan dochtermaatschappijen Verplichtingen aan moedermaatschappijen
27.254 148.867
30.239 148.911
29.510 143.290
28.822 138.398
33.486 139.549
35.899 138.490
5
Totaal directe investeringen
176.122
179.150
172.801
167.219
173.035
174.389
6
Bruto externe schuld
1.104.224
1.094.888
1.112.785
1.152.419
1.178.032
1.207.719
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
72*
Tabel 6.1 Economische kerngegevens voor Nederland en het eurogebied 1999
2000
2001
2002
2003
2004
2003 i
Prijzen
ii
iii
Procentuele mutaties ten opzichte van vorige overeenkomstige periode
1.1.1.1 1.1.1.2 1.1.1.3 1.1.1.4 1.1.1.5
Nederland Geharmoniseerde index van consumentenprijzen (hicp) Onbewerkte voedingsmiddelen Bewerkte voedingsmiddelen Industriële goederen exclusief energie Energie Diensten
2,3 1,4 1,5 2,8 2,6
0,3 1,7 0,9 14,9 1,5
9,8 5,6 3,7 8,4 4,5
3,6 3,8 2,7 3,3 5,0
0,7 2,3 0,0 4,6 3,8
-3,0 -0,1 -0,9 5,5 3,3
-1,9 2,8 0,9 7,2 4,2
0,3 2,7 -0,1 3,3 4,0
2,2 2,4 -0,2 4,2 3,6
1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4
Totaal hicp Consumentenprijzen, nationale definitie Producentenprijzen, binnenlandse afzet Invoerprijzen
2,0 2,2 0,4 0,0
2,3 2,5 8,1 12,6
5,1 4,2 1,9 1,1
3,9 3,3 -0,6 -0,9
2,2 2,1 1,4 -4,9
1,4 1,2 4,5 .
2,8 2,4 3,9 -1,4
2,2 2,0 1,1 -7,4
2,1 2,1 0,1 -4,8
1.2.1.1 1.2.1.2 1.2.1.3 1.2.1.4 1.2.1.5
Eurogebied Geharmoniseerde index van consumentenprijzen (hicp) Onbewerkte voedingsmiddelen Bewerkte voedingsmiddelen Industriële goederen exclusief energie Energie Diensten
0,0 0,9 0,7 2,4 1,5
1,7 1,1 0,4 13,0 1,5
7,0 2,9 1,0 2,2 2,5
3,1 3,1 1,4 -0,6 3,1
2,1 3,3 0,8 3,0 2,6
0,7 3,5 0,8 4,5 2,6
0,1 3,1 0,7 7,0 2,8
1,5 3,2 0,9 1,4 2,6
3,4 3,1 0,7 2,1 2,4
1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4
Totaal hicp Consumentenprijzen, nationale definitie Producentenprijzen, binnenlandse afzet Invoerprijzen
1,1 1,2 0,1 3,3
2,1 2,2 4,8 22,0
2,4 2,5 1,2 0,2
2,3 2,2 0,3 -2,5
2,1 2,0 0,9 -3,2
2,1 2,1 2,5 2,6
2,3 2,3 2,1 0,0
2,0 1,9 0,8 -5,3
2,0 1,9 0,4 -3,3
Lonen en loonkosten verwerkende industrie 2.1.1 2.1.2
Nederland Reële uurlonen Loonkosten per eenheid product
0,9 0,8
1,0 0,1
-0,3 4,9
0,4 4,5
0,6 3,6
0,4 .
0,8 4,1
0,6 6,0
0,3 2,7
2.2.1 2.2.2
Eurogebied Reële uurlonen Loonkosten per eenheid product
1,5 0,8
1,0 -0,3
1,0 2,7
1,6 0,9
0,8 1,3
. 0,1
0,7 0,3
1,5 2,6
0,9 1,9
Effectieve wisselkoers/concurrentie-indicator 3.1.1 3.1.2
Nederland Nominale concurrentie-indicator Reële concurrentie-indicator (cpi/hicp)
-2,6 -0,9
-5,0 -3,9
0,8 4,0
1,4 3,6
5,1 5,3
1,6 0,9
5,1 5,5
6,2 6,3
4,5 4,7
3.2.1 3.2.2
Eurogebied Nominale effectieve wisselkoers Reële effectieve wisselkoers
-6,1 -5,9
-11,3 -10,7
1,5 2,3
3,5 4,9
12,4 13,2
4,2 4,8
12,7 13,3
15,2 16,0
10,6 11,5
Productievolume 4.1.1 4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3 4.1.1.4 4.1.1.5 4.1.2 4.1.3
Nederland Nijverheid wv Halffabrikaten Investeringsgoederen Duurzame consumptiegoederen Niet-duurzame consumptiegoederen Energie Industrie Bouwnijverheid
1,4 4,2 0,8 7,4 1,7 -3,8 2,4 5,4
3,5 4,2 7,1 8,5 2,6 -1,0 4,4 4,2
0,4 0,2 -1,0 -8,5 0,0 4,6 -0,7 2,2
-0,3 -0,5 -2,9 -7,9 0,7 1,8 -0,8 -3,2
-2,4 -0,8 -4,1 -8,6 -3,4 -0,5 -2,8 -5,0
2,2 2,3 0,1 -3,3 -0,9 8,0 0,3 .
0,3 0,0 -2,6 -6,7 -3,5 7,5 -2,2 -5,5
-5,1 -1,8 -4,3 -10,4 -4,7 -9,3 -3,7 -3,1
-4,0 -2,0 -4,8 -11,3 -3,6 -7,6 -3,2 -7,4
4.2.1 4.2.1.1 4.2.1.2 4.2.1.3 4.2.1.4 4.2.1.5 4.2.2 4.2.3
Eurogebied Nijverheid wv Halffabrikaten Investeringsgoederen Duurzame consumptiegoederen Niet-duurzame consumptiegoederen Energie Industrie Bouwnijverheid
1,8 1,9 2,4 1,3 1,1 0,6 1,8 4,2
5,2 6,2 8,2 6,1 0,9 1,7 5,6 2,4
0,4 -0,7 1,7 -2,1 0,8 1,4 0,2 0,8
-0,5 -0,1 -1,7 -5,5 0,7 1,2 -0,8 0,8
0,3 0,2 -0,1 -4,6 0,2 3,0 0,0 -0,1
1,9 1,9 3,0 -0,3 0,7 2,2 2,0 .
0,9 1,1 0,8 -6,0 0,3 5,0 0,5 -2,1
-0,9 -0,9 -1,8 -6,5 -0,4 1,9 -1,4 0,9
-0,4 -0,8 -1,1 -4,0 0,9 2,0 -0,6 0,2
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
74*
vervolg op de volgende bladzijde
2003
2004
2004
2005
iv
i
ii
iii
iv
nov.
dec.
jan.
feb.
2,1 1,2 -0,6 3,7 3,6
-0,9 -0,4 -0,9 2,4 3,8
-2,5 0,4 -1,0 7,1 3,4
-4,9 -0,5 -0,9 6,2 3,1
-3,9 0,1 -0,7 6,5 3,1
-5,1 0,3 -0,5 6,5 3,1
-2,0 0,7 -1,3 4,8 3,0
-2,9 0,8 -1,2 9,6 2,0
-0,7 1,2 -1,5 10,7 2,1
1,9 1,9 0,6 -6,1
1,4 1,2 0,6 -5,1
1,6 1,4 4,5 -0,3
1,2 1,1 6,6 2,2
1,4 1,3 6,5 .
1,5 1,3 6,5 .
1,2 1,2 5,4 .
1,2 1,5 4,7 .
1,5 1,6 . .
3,6 3,8 0,8 1,6 2,4
2,2 3,5 0,8 -1,6 2,6
1,5 3,9 0,9 4,8 2,5
-0,3 3,6 0,9 6,3 2,6
-0,8 2,8 0,8 8,5 2,6
-1,0 2,3 0,8 8,7 2,6
0,0 3,2 0,8 6,9 2,7
-0,7 2,8 0,4 6,2 2,4
. . . . .
2,1 1,9 0,4 -3,7
1,7 1,6 0,2 -4,6
2,3 2,2 2,4 3,0
2,3 2,2 3,5 5,8
2,3 2,2 4,0 6,3
2,3 2,1 3,9 6,6
2,3 2,3 3,8 4,9
1,9 1,9 3,7 .
. . . .
0,5 1,2
0,5 -2,6
0,5 -3,3
0,5 -2,0
0,2 .
0,2
0,3
-0,3
.
0,0 0,4
1,4 0,8
0,1 -0,9
-0,2 -0,1
. 0,8
4,7 4,5
3,4 3,1
0,3 -0,1
1,1 0,2
1,6 0,7
2,0 1,3
1,5 0,4
0,5 .
0,4 .
11,2 12,2
8,5 9,3
1,1 1,8
3,0 3,7
4,1 4,5
5,2 5,4
3,7 4,1
1,2 1,5
0,9 1,2
-1,2 0,4 -4,5 -6,2 -2,1 2,0 -2,1 -4,3
1,5 2,0 -2,2 -3,6 -2,2 4,9 0,1 3,5
3,4 4,0 -0,2 -4,2 -0,3 13,0 1,0 -1,3
3,2 2,2 2,6 -3,4 -0,3 15,3 0,3 .
1,1 1,0 0,3 -2,2 -0,9 4,2 -0,2 .
1,6 1,2 1,9 -5,9 -0,6 7,5 -0,8
3,4 -1,8 -1,9 3,4 -1,6 11,2 0,6
-1,0 -1,7 0,6 1,4 3,9 -3,5 -0,5
. . . . . . .
1,4 1,4 1,9 -1,9 0,2 2,8 1,3 0,5
1,0 0,8 0,8 0,9 0,4 2,0 1,0 1,4
3,1 2,7 4,9 3,0 1,3 2,8 3,3 0,0
2,9 3,1 5,2 -0,6 0,7 2,4 3,1 -0,2
0,8 1,2 1,3 -4,2 0,2 1,7 0,6 .
0,4 0,8 0,3 -4,6 -0,1 2,6 -0,1 -4,4
1,0 1,7 -0,7 -5,1 1,7 3,7 0,7 .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
75*
Tabel 6.1 Economische kerngegevens voor Nederland en het eurogebied (vervolg) 1999
Arbeidsmarkt Werkloosheid 5.1.1 Nederland 5.1.2 Eurogebied Werkgelegenheid 5.2.1 Nederland 5.2.2 Eurogebied Conjunctuurenquêtes
2001
2002
2003
2004
2003 i
ii
iii
4,7 8,6
5,2 8,7
5,4 8,7
-0,1 0,2
-0,5 0,2
Gemiddelden in % van de civiele beroepsbevolking . 9,2
3,8 8,2
3,4 7,8
4,1 8,2
5,3 8,7
6,4 8,8
Procentuele mutaties ten opzichte van vorige overeenkomstige periode 3,4 1,8
2,4 2,2
1,9 1,3
0,9 0,6
-0,3 0,2
-1,5 .
0,3 0,2
Saldo van gunstige (+) en ongunstige (-) antwoorden in procenten van het totaal
Nederland 6.1.1 Producentenvertrouwen 6.1.2 Consumentenvertrouwen
3 26
4 21
-9 -1
-4 -8
-5 -10
-3 -8
-9 -17
-12 -16
-8 -14
Eurogebied 6.2.1 Producentenvertrouwen 6.2.2 Consumentenvertrouwen
0 -1
5 -1
-16 -11
-10 -16
-8 -16
-4 -13
-11 -21
-13 -19
-9 -17
81,7 81,1
82,7 81,6
82,3 81,2
81,9 80,8
81,2 80,9
Bezettingsgraad verwerkende industrie 6.3.1 Nederland 6.3.2 Eurogebied Overheidsfinanciën
In procenten van de productiecapaciteit 84,1 81,8
84,5 83,8
84,5 83,2
83,0 81,2
In procenten van het bruto binnenlandse product
Nederland 7.1.1 emu-saldo 7.1.2 emu-schuld
0,7 63,1
2,2 55,9
-0,1 52,9
-1,9 52,6
-3,2 54,3
Eurogebied 7.2.1 emu-saldo 7.2.2 emu-schuld
-1,3 72,1
0,2 69,6
-1,7 69,4
-2,4 69,4
-2,7 70,7
Macro-economische totalen (volume)
-2,5 55,7
Procentuele mutaties ten opzichte van vorige overeenkomstige periode
8.1.1 8.1.2 8.1.3 8.1.4 8.1.5 8.1.6
Nederland Particulier verbruik Overheidsconsumptie Bruto investeringen Invoer van goederen en diensten Uitvoer van goederen en diensten Bruto binnenlands product, marktprijzen
4,7 2,5 7,8 5,8 5,1 4,0
3,5 2,0 1,4 10,5 11,3 3,5
1,4 4,8 0,2 2,2 1,6 1,4
1,3 3,6 -3,6 0,8 0,9 0,6
-1,0 1,8 -3,1 0,6 0,0 -0,9
0,5 0,2 1,6 6,7 7,2 1,3
0,2 1,9 -5,0 1,0 0,9 -0,2
-0,8 1,2 -4,8 -0,2 -1,2 -1,4
-1,5 1,4 -3,9 -0,6 -0,9 -1,4
8.2.1 8.2.2 8.2.3 8.2.4 8.2.5 8.2.6
Eurogebied Particulier verbruik Overheidsconsumptie Bruto investeringen Invoer van goederen en diensten Uitvoer van goederen en diensten Bruto binnenlands product, marktprijzen
3,5 1,7 5,8 7,2 4,9 2,8
2,9 2,2 5,1 11,2 12,4 3,6
1,9 2,4 -0,2 1,8 3,5 1,6
0,7 3,1 -2,5 0,5 1,9 0,9
1,0 1,6 -0,6 2,0 0,2 0,5
1,1 1,6 1,7 5,9 5,6 1,8
1,5 1,8 -1,8 3,7 1,6 0,7
1,1 1,5 -0,5 1,0 -1,2 0,2
0,9 1,7 -0,2 1,4 0,3 0,4
445 7.081
454 7.267
465 7.550
Aanvullende gegevens 9.1 9.2
Bruto binnenlands product, marktprijzen Nederland Eurogebied
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
76*
2000
Bedragen in miljarden euro’s 374 6.153
402 6.458
429 6.848
2003
2004
2004
2005
iv
i
ii
iii
iv
nov.
dec.
jan.
feb.
5,8 8,8
6,3 8,9
6,4 8,8
6,3 8,8
6,5 8,8
6,5 8,7
6,5 8,8
. 8,8
. .
-1,0 0,1
-1,4 0,2
-1,6 0,3
-1,5 0,5
-1,4 .
-5 -10
-4 -10
0 -6
-2 1
-3 -8
-2 -3
-3 -8
-2 -4
-2 -4
-8 -16
-7 -14
-5 -14
-3 -13
-4 -13
-3 -13
-4 -13
-5 -13
-7 -13
81,4 81,4
82,2 81,1
82,9 81,1
83,1 82,0
82,4 82,1
-1,6 2,6 1,3 2,3 1,0 -0,5
0,4 -0,1 4,5 3,5 3,5 1,2
0,4 0,4 1,4 6,3 7,5 1,3
0,7 0,3 0,7 8,0 7,8 1,5
0,4 0,1 0,0 9,0 9,9 1,3
0,6 1,4 0,2 2,0 0,2 0,8
1,2 1,9 1,2 2,8 3,6 1,6
1,2 1,8 1,9 6,0 7,2 2,2
0,9 1,5 2,1 7,8 5,6 1,9
1,3 1,2 1,6 7,1 6,0 1,6
77*
Tabel 7.1 Balansen van geregistreerde kredietinstellingen (bedrijfseconomische opstelling) Ultimocijfers in miljoenen euro’s
Balans binnenlands bedrijf
Geconsolideerde balans
2004
2003
2004
2004
ii
iii
iv
iv
i
ii
iii
okt.
nov.
dec.
14.460 6.677 290.891 793.426 156.426 16.365 34.685 52 11.230 6.331 0 29.866
12.168 9.539 279.822 810.050 160.464 16.499 33.855 52 11.286 8.910 0 48.982
14.900 6.944 286.433 826.160 165.959 23.287 37.532 62 10.920 9.964 0 52.755
35.441 20.509 244.023 1.108.968 389.812 40.491 5.219 59 18.384 27.053 0 38.897
32.785 24.851 292.378 1.144.053 434.491 49.284 6.788 59 17.838 26.636 0 44.115
41.435 31.349 288.598 1.172.905 448.002 43.844 6.964 57 18.517 26.012 0 44.415
28.832 34.504 293.067 1.190.571 458.302 40.173 7.008 58 18.298 24.818 0 61.114
35.060 35.326 294.451 1.186.003 444.365 42.402 6.983 59 18.255 25.171 0 62.530
38.703 32.994 302.385 1.201.287 451.599 49.460 7.316 65 18.040 27.792 0 70.606
36.665 35.318 270.064 1.194.045 456.656 57.483 6.927 67 17.836 25.581 0 67.888
1.360.409
1.391.627
1.434.916
1.928.856
2.073.278
2.122.099
2.156.745
2.150.606
2.200.247
2.168.530
386.417
407.056
390.316
394.609
463.189
474.008
483.049
473.689
476.652
466.751
207.812 328.303 273.490 24.151 35.538 4.638 4.824 26.027 8.642
210.338 322.025 274.132 13.924 57.766 4.438 4.846 25.760 8.752
210.989 348.021 282.047 21.989 69.375 6.226 4.997 25.636 10.945
357.714 549.662 359.772 73.041 51.757 32.281 5.128 33.266 5.273
381.849 577.083 378.777 100.866 42.964 14.236 5.159 31.744 7.636
399.815 577.159 403.134 92.567 44.874 14.580 5.183 31.860 8.675
411.157 578.551 392.529 93.757 65.726 14.599 5.206 31.312 8.753
413.732 580.038 387.141 91.930 69.740 14.481 5.213 31.683 8.704
415.147 597.802 389.710 105.446 79.372 14.517 5.268 31.375 8.748
419.735 579.976 391.877 95.986 77.205 16.419 5.356 30.962 10.945
15.550 1.043 1.944 30.249 4.821 6.960
15.410 1.069 1.939 30.552 6.329 7.290
13.539 1.009 1.934 29.354 9.474 9.065
15.774 1.039 1.969 37.995 23 9.554
15.976 975 1.934 26.676 6.735 17.481
15.550 1.043 1.944 30.270 4.827 16.611
15.410 1.069 1.939 30.529 6.329 16.827
15.410 1.107 1.938 30.262 6.974 18.567
15.921 1.118 1.938 30.206 8.764 18.264
13.539 1.009 1.934 29.328 9.476 18.031
1.360.409
1.391.627
1.434.916
1.928.856
2.073.278
2.122.099
2.156.745
2.150.606
2.200.247
2.168.530
38.259 92.824
39.554 92.198
39.749 95.562
84.474 239.987
79.045 261.780
80.646 279.713
82.081 284.739
82.750 284.409
81.659 282.662
79.885 280.461
74.542 23.718 2.905 95.355 830.029
77.179 23.859 2.844 98.194 864.324
79.435 23.208 2.795 99.848 880.977
81.097 22.705 2.906 100.896 898.091
83.256 23.030 2.872 103.414 904.816
85.241 22.739 3.118 104.862 912.129
83.960 22.346 3.087 103.219 898.529
Activa 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Kasmiddelen Kortlopend overheidspapier Bankiers Kredieten Rentedragende waardepapieren Aandelen Deelnemingen Immateriële activa Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Overige activa Van aandeelhouders opgevraagde stortingen Overlopende activa
13
Totaal activa Passiva
14
Bankiers Toevertrouwde middelen 15.1 Spaargelden 15.2 Overige toevertrouwde middelen 16 Schuldbewijzen 17 Overige schulden 18 Overlopende passiva 19 Voorzieningen 20 Fonds voor algemene bankrisico’s 21 Achtergestelde schulden 22 Kapitaal Reserves 23.1 Agioreserve 23.2 Herwaarderingsreserve 23.3 Wettelijke en statutaire reserves 23.4 Overige reserves 24 Onverdeelde winst 25 Belang van derden 26
Totaal passiva Verplichtingen buiten de balans
27 28
Voorwaardelijke schulden Onherroepelijke faciliteiten Aanvullende gegevens
29 30 31 32 33
Tier 1-vermogen Tier 2-vermogen Totaal aftrekposten Totaal toetsingsvermogen (29 + 30 - 31) Risico gewogen activa
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
78*
Tabel 7.2 Baten en lasten van geregistreerde kredietinstellingen Gecumuleerde kwartaalcijfers binnen een kalenderjaar in miljoenen euro’s
Geconsolideerde resultatenrekening 2003
Rente Rentebaten Rentelasten Opbrengsten uit effecten en deelnemingen Provisie Provisiebaten Provisielasten Overige inkomen 1.4.1 Resultaat uit financiële transacties 1.4.2 Overige baten 1.1.1 1.1.2 1.2 1.3 1.3.1 1.3.2
2004 i
ii
iii
iv
i
ii
iii
iv
20.344 13.695 239
41.593 28.074 527
61.311 40.598 800
82.462 54.471 1.231 10.245
20.206 13.093 466
41.650 27.116 790
62.472 40.672 1.322
84.918 55.825 2.561
2.794 422
5.731 904
8.723 1.437
3.356 570
6.586 1.095
9.779 1.587
13.353 2.160
818 981
1.711 1.958
2.466 2.752
3.109 3.587
1.161 714
2.185 1.499
2.787 2.157
3.842 3.346
11.059
22.540
34.017
46.164
12.240
24.499
36.257
50.034
1
Totaal baten
2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.2 2.3 2.4
Bedrijfslasten Personeelskosten Andere beheerskosten Afschrijvingen Overige bedrijfslasten Waardeveranderingen van vorderingen Waardeveranderingen van financiële vaste activa Toevoeging/onttrekking fonds algemene bankrisico's
4.323 2.665 478 22 927 317 38
8.537 5.272 978 72 1.776 149 61
12.872 8.067 1.437 92 2.596 139 95
17.679 11.176 1.980 110 3.490 4 132
4.432 2.619 461 44 539 -24 37
8.843 5.834 926 72 999 86 71
13.305 8.667 1.368 93 1.325 54 103
19.047 12.391 1.982 117 1.343 459 136
2
Totaal lasten
8.770
16.844
25.299
34.572
8.109
16.831
24.914
35.475
3 4 5 6 7 8 9 10 11
Bedrijfsresultaat vóór belastingen (1 – 2) Belastingen bedrijfsresultaat Bedrijfsresultaat ná belastingen (3 – 4) Buitengewone baten en lasten Belastingen buitengewoon resultaat Buitengewoon resultaat ná belastingen (6 – 7) Groepswinst/verlies (5 + 8) Belang van derden Nettowinst/verlies (9 – 10)
2.289 666 1.623 54 18 36 1.659 131 1.528
5.696 1.636 4.059 53 18 35 4.094 293 3.801
8.719 2.525 6.194 55 18 37 6.231 419 5.812
11.592 3.137 8.455 -1 -1 -1 8.455 633 7.821
4.131 1.132 2.999 0 0 0 2.999 164 2.835
7.668 2.102 5.566 -24 0 -24 5.541 330 5.211
11.343 3.037 8.306 -34 -2 -32 8.274 485 7.789
14.559 3.596 10.964 -50 -2 -48 10.916 647 10.269
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
79*
Tabel 7.3 Buitenlandse schuldverhoudingen van mfi’s Ultimocijfers in miljoenen euro’s
Vorderingen
Verplichtingen
Netto vorderingen
2004
2004
2004
i
ii
iii
iv
i
ii
iii
iv
i
ii
iii
iv
Europa België Cyprus Denemarken Duitsland Finland Frankrijk 1 Griekenland Guernsey Hongarije Ierland Italië Jersey Liechtenstein Luxemburg Malta Noorwegen Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Rusland Slowakije Spanje Tsjechië Turkije Verenigd Koninkrijk IJsland Zweden Zwitserland Overig Europa 2
39.987 259 1.995 65.478 1.259 27.372 3.989 64 400 28.883 25.361 889 124 5.848 299 1.698 3.520 1.983 1.496 476 2.099 383 9.796 971 3.946 147.502 263 2.809 8.529 455
44.651 126 1.636 62.549 1.224 27.973 4.108 108 451 29.447 25.905 975 139 5.846 156 1.405 3.305 2.051 1.681 580 2.198 262 12.697 1.021 4.338 142.634 165 2.664 9.087 493
54.842 135 1.977 65.502 1.442 30.355 5.499 106 601 28.892 24.572 1.594 61 5.654 168 1.586 3.234 2.105 1.685 788 1.954 375 12.655 1.078 4.131 142.619 189 3.047 7.138 705
48.590 162 4.381 65.568 1.240 28.842 6.366 125 576 28.321 24.224 1.380 205 5.587 131 1.448 3.466 2.169 1.421 935 1.971 726 11.937 1.405 3.626 152.957 149 3.214 8.330 709
54.111 1.771 1.479 22.821 639 12.702 1.376 1.395 164 8.956 5.645 11.962 2.596 12.172 154 473 2.900 2.313 2.506 143 2.340 2 15.462 399 958 109.706 5 1.959 34.610 2.002
53.921 1.876 1.017 21.169 230 18.771 926 1.257 97 9.861 3.314 12.701 2.232 12.877 123 164 1.478 3.172 1.393 65 1.785 98 19.647 568 866 113.837 1 2.417 35.875 2.187
64.344 1.199 1.866 23.076 624 16.352 1.245 1.018 543 11.164 3.060 13.760 2.556 12.922 123 131 1.819 2.254 2.101 150 1.689 22 19.565 573 1.124 113.977 2 1.783 37.571 2.068
68.168 1.122 2.187 24.153 339 15.201 812 1.200 417 8.018 5.025 13.439 2.262 12.597 135 222 1.265 2.631 2.584 223 1.485 9 14.819 476 994 117.203 1 1.701 41.029 2.024
-14.124 -1.512 516 42.657 620 14.670 2.613 -1.331 236 19.927 19.716 -11.073 -2.472 -6.324 145 1.225 620 -330 -1.010 333 -241 381 -5.666 572 2.988 37.796 258 850 -26.081 -1.547
-9.270 -1.750 619 41.380 994 9.202 3.182 -1.149 354 19.586 22.591 -11.726 -2.093 -7.031 33 1.241 1.827 -1.121 288 515 413 164 -6.950 453 3.472 28.797 164 247 -26.788 -1.694
-9.502 -1.064 111 42.426 818 14.003 4.254 -912 58 17.728 21.512 -12.166 -2.495 -7.268 45 1.455 1.415 -149 -416 638 265 353 -6.910 505 3.007 28.642 187 1.264 -30.433 -1.363
-19.578 -960 2.194 41.415 901 13.641 5.554 -1.075 159 20.303 19.199 -12.059 -2.057 -7.010 -4 1.226 2.201 -462 -1.163 712 486 717 -2.882 929 2.632 35.754 148 1.513 -32.699 -1.315
Totaal Europa Europese Unie 3
388.132 365.295
389.870 370.507
404.690 386.569
410.151 391.422
313.721 252.434
323.923 266.948
338.680 278.831
341.743 279.098
74.411 112.861
65.947 103.559
66.010 107.738
68.408 112.324
Verdeling naar land 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5 1.1.6 1.1.7 1.1.8 1.1.9 1.1.10 1.1.11 1.1.12 1.1.13 1.1.14 1.1.15 1.1.16 1.1.17 1.1.18 1.1.19 1.1.20 1.1.21 1.1.22 1.1.23 1.1.24 1.1.25 1.1.26 1.1.27 1.1.28 1.1.29 1.1.30 1
2.1 2.2 2.3 2.4
Afrika Liberia Mauritius Zuid-Afrika Overig Afrika
415 3 243 419
436 0 209 389
377 10 304 380
411 5 146 441
153 4 515 846
124 4 827 678
140 4 863 909
120 18 986 691
262 -1 -272 -427
312 -4 -618 -289
237 6 -559 -529
291 -13 -840 -250
2
Totaal Afrika
1.080
1.034
1.071
1.003
1.518
1.633
1.916
1.815
-438
-599
-845
-812
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Midden-Oosten Bahrein Iran Libanon Saoedi-Arabië Verenigde Arabische Emiraten Overig Midden-Oosten
115 213 11 91 209 311
113 271 7 79 216 357
149 234 6 110 264 367
121 280 4 83 217 364
414 295 990 2.009 751 4.136
407 322 942 2.740 940 4.064
583 354 930 2.942 942 4.490
396 131 924 1.675 707 3.933
-299 -82 -979 -1.918 -542 -3.825
-294 -51 -935 -2.661 -724 -3.707
-434 -120 -924 -2.832 -678 -4.123
-275 149 -920 -1.592 -490 -3.569
3
Totaal Midden-Oosten
950
1.043
1.130
1.069
8.595
9.415
10.241
7.766
-7.645
-8.372
-9.111
-6.697
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Inclusief Monaco. 2 Estland, Letland, Litouwen, Slovenië, Andorra, Farøer, Gibraltar, Groenland, Man, San Marino,
80*
Vaticaanstad, Albanië, Bosnië-Herzegowina, Bulgarije, Kroatië, Macedonië, Moldavië, Montenegro, Oekraïne en Wit-Rusland.
3 Reeksbreuk tweede kwartaal 2004 als gevolg van uitbreiding eu.
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 4.13 4.14 4.15 4.16 4.17 4
Amerika Argentinië Aruba Bahama’s Bermuda Brazilië Canada Caymaneilanden Chili Colombia Cuba Mexico Nederlandse Antillen Panama Uruguay Venezuela Verenigde Staten Overig Amerika Totaal Amerika Latijns-Amerika en Caraïbsch gebied
Vorderingen
Verplichtingen
Netto vorderingen
2004
2004
2004
i
ii
iii
iv
i
ii
iii
iv
i
ii
iii
iv
552 426 388 982 4.942 1.419 2.572 519 288 72 1.344 2.065 484 118 284 47.410 1.395
596 407 382 1.032 4.619 1.696 3.416 538 197 73 1.495 2.253 515 130 273 51.326 1.599
605 391 389 1.703 4.693 1.604 2.987 635 194 71 1.220 2.646 406 155 292 46.955 1.710
663 375 339 1.016 4.387 1.546 2.737 611 155 71 1.131 2.449 406 146 261 44.989 1.676
191 66 542 802 486 416 13.087 460 23 1 521 5.359 554 605 103 30.677 6.057
181 85 642 616 573 411 13.818 634 90 2 516 5.532 553 619 168 33.531 6.376
193 89 811 581 213 484 13.227 525 87 1 384 6.161 553 710 196 31.817 6.332
193 86 939 724 433 405 11.342 605 79 1 152 6.690 526 649 249 31.889 6.198
361 360 -154 180 4.456 1.003 -10.515 59 265 71 823 -3.294 -70 -487 181 16.733 -4.662
415 322 -260 416 4.046 1.285 -10.402 -96 107 71 979 -3.279 -38 -489 105 17.795 -4.777
412 302 -422 1.122 4.480 1.120 -10.240 110 107 70 836 -3.515 -147 -555 96 15.138 -4.622
470 289 -600 292 3.954 1.141 -8.605 6 76 70 979 -4.241 -120 -503 12 13.100 -4.522
65.260
70.547
66.656
62.958
59.950
64.347
62.364
61.160
5.310
6.200
4.292
1.798
8.356
8.163
8.130
7.661
3.009
3.611
3.039
3.032
5.347
4.552
5.091
4.629
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14 5.15
Azië China Filipijnen Hongkong India Indonesië Japan Kazachstan Maleisië Oezbekistan Pakistan Singapore Taiwan Thailand Zuid-Korea Overig Azië
731 539 2.847 658 675 11.598 313 215 25 67 4.059 1.533 329 2.093 92
835 475 1.726 818 622 14.213 284 339 24 155 3.949 1.747 334 1.307 88
802 387 2.178 834 665 12.524 276 273 20 54 3.702 1.239 92 1.404 94
1.217 400 2.510 874 704 11.236 283 705 17 44 2.669 1.750 15 1.436 91
537 277 6.923 898 523 7.263 48 400 174 528 4.271 403 65 1.718 268
691 169 5.463 1.384 499 4.934 54 533 135 373 3.736 365 234 1.140 297
658 249 7.334 1.581 449 5.123 6 552 95 305 4.186 275 173 2.100 213
715 250 8.358 1.399 447 3.084 167 690 73 374 3.866 581 455 1.924 280
194 262 -4.076 -240 152 4.335 265 -185 -149 -461 -212 1.130 264 375 -176
144 306 -3.737 -566 123 9.279 230 -194 -111 -218 213 1.382 100 167 -209
144 138 -5.156 -747 216 7.401 270 -279 -75 -251 -484 964 -81 -696 -119
502 150 -5.848 -525 257 8.152 116 15 -56 -330 -1.197 1.169 -440 -488 -189
5
Totaal Azië
25.774
26.916
24.544
23.951
24.296
20.007
23.299
22.663
1.478
6.909
1.245
1.288
6.1 6.2 6.3
Oceanië Australië Nieuw-Zeeland Overig Oceanië
2.144 55 215
1.929 68 224
2.212 29 178
2.272 81 154
878 72 79
1.244 69 49
1.249 99 41
1.408 61 106
1.266 -17 136
685 -1 175
963 -70 137
864 20 48
6
Totaal Oceanië
2.414
2.221
2.419
2.507
1.029
1.362
1.389
1.575
1.385
859
1.030
932
7 8
Niet aan landen toe te delen Internationale organen
16 753
7 517
-2 466
2 581
3 4.252
2 5.089
9 4.013
12 4.383
13 -3.499
5 -4.572
-11 -3.547
-10 -3.802
Verdeling naar geldsoort 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5
Buitenlandse geldsoorten Amerikaanse dollars Britse ponden Japanse yens Zwitserse franken Overige buitenlandse geldsoorten
140.603 40.017 8.194 5.133 21.108
142.245 33.529 10.624 6.746 19.916
141.342 33.103 6.195 4.735 19.787
143.681 24.311 6.207 4.301 19.531
133.269 50.318 4.163 3.874 16.174
145.904 43.857 4.012 5.107 15.485
144.133 40.921 2.383 3.981 16.740
141.562 37.383 1.029 5.553 15.086
7.334 -10.301 4.031 1.259 4.934
-3.659 -10.328 6.612 1.639 4.431
-2.791 -7.818 3.812 754 3.047
2.119 -13.072 5.178 -1.252 4.445
9 10
Totaal buitenlandse geldsoorten Euro’s
215.055 269.324
213.060 279.095
205.162 295.812
198.031 304.191
207.798 205.566
214.365 211.413
208.158 233.753
200.613 240.504
7.257 63.758
-1.305 67.682
-2.996 62.059
-2.582 63.687
Verdeling naar tegenpartij 11 12
Banken Niet-banken
312.070 172.309
306.468 185.687
308.834 192.140
303.809 198.413
321.968 91.396
339.027 86.751
357.492 84.419
343.457 97.660
-9.898 80.913
-32.559 98.936
-48.658 107.721
-39.648 100.753
13
Totaal (1 t/m 8 = 9 + 10 = 11 + 12)
484.379
492.155
500.974
502.222
413.364
425.778
441.911
441.117
71.015
66.377
59.063
61.105
81*
Tabel 7.4 Geconsolideerde activa van geregistreerde kredietinstellingen: internationale vorderingen Ultimocijfers in miljoenen euro’s
Totaal
Tot en met 1 jaar
2003
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12 1.13 1.14 1.15 1.16 1.17 1.18 1.19 1.20 1.21 1.22 1.23 1.24 1.25 1.26 1.27 1.28 1.29 1.30 1.31 1
2004
2003
2004
ii
iii
iv
i
ii
iii
ii
iii
iv
i
ii
iii
Europa België Cyprus Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Guernsey Hongarije Ierland Italië Jersey Liechtenstein Luxemburg Malta Monaco Noorwegen Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Rusland Slowakije Spanje Tsjechië Turkije Verenigd Koninkrijk IJsland Zweden Zwitserland Overig Europa
31.903 459 6.373 85.126 2.309 30.836 9.590 116 914 10.074 40.585 724 303 11.769 366 589 3.950 6.225 2.487 5.659 1.013 3.840 235 29.986 879 7.051 115.171 356 11.632 11.271 785
43.714 420 5.237 88.248 2.618 32.309 8.516 218 1.004 12.249 38.871 1.153 228 12.491 352 593 4.192 7.781 2.334 5.698 1.072 3.936 197 26.253 798 7.626 115.759 542 12.043 8.730 884
47.336 528 4.511 82.759 2.364 31.570 7.723 377 1.036 11.506 33.594 1.308 200 10.956 272 279 4.078 6.705 2.354 5.695 987 4.177 133 25.343 807 6.880 103.334 415 8.634 8.710 921
47.227 635 6.772 97.950 2.780 39.435 8.943 267 950 13.554 39.707 1.225 182 15.960 340 499 5.154 6.655 2.215 5.544 1.126 4.900 137 28.015 819 7.323 128.558 633 12.884 9.151 978
49.837 534 5.972 90.163 2.606 44.532 9.604 134 874 13.119 41.977 1.571 193 12.687 178 369 4.133 6.373 2.278 5.349 1.193 5.519 176 32.634 893 7.594 128.344 570 11.152 8.556 1.189
59.354 551 5.904 92.212 3.139 41.174 12.151 156 873 12.823 44.169 1.812 188 17.399 211 490 4.422 6.936 2.168 5.697 1.259 5.331 145 33.380 730 7.487 121.101 571 13.418 9.015 1.207
17.296 376 4.366 42.898 1.086 16.352 3.084 51 302 7.481 14.943 313 300 9.183 222 440 2.343 2.349 972 1.851 570 1.642 140 13.050 494 4.980 97.958 61 9.064 9.304 442
26.810 347 2.882 44.182 1.471 17.165 2.154 129 457 9.759 11.188 728 226 9.870 208 456 2.180 3.370 905 2.277 671 1.861 124 10.349 437 5.567 95.349 205 9.618 6.684 545
32.146 462 1.669 37.050 976 16.671 1.746 149 488 8.658 10.572 831 197 8.128 142 157 2.202 2.323 1.040 2.518 606 2.485 90 8.870 394 5.034 79.906 88 6.257 7.021 505
32.568 591 4.545 53.565 1.432 20.280 2.682 63 386 10.347 14.130 818 178 12.980 218 457 3.120 2.409 1.072 2.450 752 3.093 86 9.331 422 5.344 101.402 160 9.710 7.286 562
35.040 466 3.824 44.565 1.174 25.537 3.210 46 267 9.187 13.275 1.171 187 9.487 73 334 2.032 2.326 1.131 1.927 801 3.227 145 14.301 576 5.752 98.769 130 8.810 6.574 767
45.377 450 3.932 44.421 1.729 23.406 4.356 76 321 8.642 14.784 1.299 182 14.070 68 438 2.430 2.446 983 2.176 766 3.741 112 14.228 553 5.745 91.578 233 11.160 7.247 678
Totaal Europa Europese Unie 1
432.576 397.237
446.066 411.786
415.492 382.030
490.518 453.984
490.303 459.418
505.473 473.700
263.913 240.959
268.174 246.444
239.381 217.490
302.439 277.831
295.111 274.156
307.627 284.863
2.1 2.2 2.3 2.4
Afrika Liberia Mauritius Zuid-Afrika Overig Afrika
1.002 50 566 922
935 239 493 923
778 324 463 915
864 361 659 825
813 251 667 969
777 393 696 1.300
192 28 368 402
197 217 295 443
165 303 277 428
160 341 486 360
137 234 485 523
106 366 492 865
2
Totaal Afrika
2.540
2.590
2.480
2.709
2.700
3.166
990
1.152
1.173
1.347
1.379
1.829
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Midden-Oosten Bahrein Iran Libanon Saoedi-Arabië Verenigde Arabische Emiraten Overig Midden-Oosten
282 756 34 1.186 448 692
187 529 34 850 584 773
295 529 32 799 576 835
245 629 36 831 789 838
326 744 86 752 1.221 921
378 758 48 776 1.083 954
240 403 23 1.110 300 366
146 203 24 784 418 438
261 187 25 788 439 473
207 214 30 825 632 455
294 296 84 745 1.072 579
336 301 43 767 912 603
3
Totaal Midden-Oosten
3.398
2.957
3.066
3.368
4.050
3.997
2.442
2.013
2.173
2.363
3.070
2.962
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 Begin nieuwe reeks per juni 2004 wegens de toetreding van Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië.
82*
vervolg op de volgende bladzijde
Totaal
waarvan: tot en met 1 jaar
2003
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 4.13 4.14 4.15 4.16 4.17 4.18 4
Amerika Argentinië Aruba Bahama's Bermuda Brazilië Canada Caymaneilanden Chili Colombia Cuba Mexico Nederlandse Antillen Panama Uruguay Venezuela Verenigde Staten West-Indië Overig Amerika Totaal Amerika Latijns-Amerika en Caraïbisch gebied
2004
2003
2004
ii
iii
iv
i
ii
iii
ii
iii
iv
i
ii
iii
1.630 77 471 1.818 4.250 6.272 6.522 1.265 396 284 2.234 1.485 772 448 662 77.904 1.495 847
1.660 397 446 2.005 4.351 6.413 7.184 1.233 345 280 2.306 1.192 782 435 664 73.103 1.281 848
1.276 376 353 2.394 4.343 6.623 7.590 1.069 303 247 2.179 1.025 795 452 682 71.549 1.218 881
1.284 396 391 2.681 4.226 6.361 7.808 1.028 328 239 2.138 1.057 860 433 696 77.195 2.313 948
1.346 375 407 2.592 4.749 6.794 8.986 1.032 313 243 2.183 1.017 791 486 702 85.697 2.291 879
1.329 364 450 3.381 4.619 6.312 8.952 1.129 320 245 2.041 1.121 863 529 695 72.147 2.501 853
992 36 271 978 1.827 3.360 1.699 692 222 250 846 925 325 214 215 39.188 1.076 461
1.015 38 244 1.204 1.916 3.560 1.629 703 200 244 1.025 699 332 214 226 40.263 908 449
656 33 226 1.026 1.829 3.829 1.558 599 168 188 930 496 364 256 201 38.432 818 492
668 35 236 1.595 1.742 3.352 1.360 480 150 218 990 577 369 287 214 42.968 1.893 542
677 30 234 1.520 1.805 3.790 1.996 460 117 233 962 504 334 364 219 49.788 1.998 508
703 29 250 1.718 1.754 3.857 1.571 534 151 232 654 584 322 348 202 37.378 2.152 451
108.832
104.925
103.355
110.382
120.883
107.851
53.577
54.869
52.101
57.676
65.539
52.890
11.910
12.003
11.329
11.221
11.835
11.663
5.653
5.935
5.264
5.242
5.288
4.981
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14 5.15
Azië China Filipijnen Hongkong India Indonesië Japan Kazachstan Maleisië Oezbekistan Pakistan Singapore Taiwan Thailand Zuid-Korea Overig Azië
2.244 1.160 3.231 1.570 2.491 6.119 256 1.181 306 197 4.325 1.903 925 3.334 202
2.451 1.135 3.815 2.025 2.440 7.398 271 702 292 173 4.311 2.897 1.008 3.319 240
1.770 1.112 4.341 1.921 2.141 7.240 342 1.007 257 165 4.331 3.413 802 3.892 215
3.174 1.173 4.247 2.601 2.322 9.554 438 1.107 242 159 4.851 4.247 808 5.891 218
2.596 1.368 2.643 2.715 2.241 7.877 444 790 229 142 5.000 4.426 688 5.385 221
2.700 1.318 3.215 2.743 2.200 9.744 549 746 208 134 5.345 5.272 562 4.733 205
1.643 398 2.120 1.121 1.654 4.930 152 794 50 140 3.648 1.690 550 2.232 101
1.890 558 2.545 1.589 1.583 6.325 155 322 39 122 3.280 2.459 686 2.233 167
1.239 513 2.625 1.517 1.327 6.165 235 660 13 131 3.055 2.990 492 2.584 147
2.596 521 2.535 2.170 1.540 8.433 330 743 18 128 3.490 3.761 540 4.512 143
1.671 535 1.292 2.251 1.478 6.586 304 452 92 106 3.474 4.107 503 4.053 148
2.196 417 1.837 2.275 1.459 6.581 436 457 17 110 3.975 5.021 455 3.591 139
5
Totaal Azië
29.444
32.477
32.949
41.032
36.765
39.674
21.223
23.953
23.693
31.460
27.052
28.966
6.1 6.2 6.3 6.4
Oceanië Australië Britse overzeese gebieden Nieuw-Zeeland Overig Oceanië
3.175 721 286 227
3.447 685 481 215
4.276 1.059 469 194
3.983 119 518 255
4.598 90 740 259
4.334 72 580 277
1.306 663 106 81
1.254 631 122 85
2.208 1.003 138 86
1.527 91 119 101
1.498 71 240 77
1.056 64 147 72
6
Totaal Oceanië
4.409
4.828
5.998
4.875
5.687
5.263
2.156
2.092
3.435
1.838
1.886
1.339
7 8
Niet aan landen toe te delen Internationale organen
0 1.275
0 1.261
0 1.196
0 1.352
0 1.172
0 1.048
0 144
0 175
0 212
0 245
0 221
0 228
9
Totaal (1 t/m 8)
582.478
595.110
564.553
654.259
661.559
666.471
344.448
352.425
322.188
397.391
394.263
395.843
83*
Tabel 7.4 Geconsolideerde activa van geregistreerde kredietinstellingen: lokale vorderingen in lokale valuta (vervolg) Ultimocijfers in miljoenen euro’s
Totaal 2003
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12 1.13 1.14 1.15 1.16 1.17 1.18 1.19 1.20 1.21 1.22 1.23 1.24 1.25 1.26 1.27 1.28 1.29 1.30 1.31 1
Europa België Cyprus Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Guernsey Hongarije Ierland Italië Jersey Liechtenstein Luxemburg Malta Monaco Noorwegen Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Rusland Slowakije Spanje Tsjechië Turkije Verenigd Koninkrijk IJsland Zweden Zwitserland Overig Europa Totaal Europa Europese Unie 1
2004 ii
iii
iv
i
ii
iii
45.183 0 922 49.596 227 11.115 510 0 981 4.814 12.609 11 0 1.196 0 51 339 655 4.787 938 334 450 932 7.345 1.822 139 31.359 0 345 1.230 123
42.843 0 1.581 54.229 180 8.420 488 0 790 5.194 13.995 26 0 663 0 51 354 1.080 5.159 881 410 391 815 10.391 1.872 142 34.066 0 404 1.432 112
43.386 0 1.494 56.073 186 10.200 464 0 780 6.151 11.006 33 0 695 0 53 374 1.340 4.840 936 464 479 892 13.004 2.274 137 27.066 0 259 916 133
46.735 0 1.257 65.374 193 9.804 485 0 1.092 7.458 13.973 2 0 1.121 0 73 457 1.175 4.479 1.054 602 482 1.079 16.621 1.901 154 37.186 0 1.047 925 136
47.264 0 945 65.381 230 13.987 502 0 1.009 8.442 13.056 0 0 1.062 0 15 452 1.158 4.820 1.107 504 440 991 21.475 2.086 162 48.932 0 634 1.001 194
46.464 118 583 62.985 198 12.496 575 0 936 9.425 13.470 0 0 1.008 0 30 504 604 6.233 1.131 745 499 1.098 20.642 2.474 86 46.615 0 613 911 148
178.013 166.815
185.969 174.416
183.635 172.258
214.865 203.483
235.849 233.081
230.591 227.672
2.1 2.2 2.3 2.4
Afrika Liberia Mauritius Zuid-Afrika Overig Afrika
0 0 413 0
0 0 409 0
0 0 373 0
0 0 481 0
0 0 220 0
0 0 268 0
2
Totaal Afrika
413
409
373
481
220
268
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Midden-Oosten Bahrein Iran Libanon Saoedi-Arabië Verenigde Arabische Emiraten Overig Midden-Oosten
0 0 0 0 363 0
0 0 0 1 374 0
0 0 0 1 325 0
0 0 0 1 449 0
0 0 0 0 466 0
0 0 0 0 471 0
3
Totaal Midden-Oosten
363
375
326
450
466
471
84*
Totaal 2003
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 4.13 4.14 4.15 4.16 4.17 4.18 4
Amerika Argentinië Aruba Bahama's Bermuda Brazilië Canada Caymaneilanden Chili Colombia Cuba Mexico Nederlandse Antillen Panama Uruguay Venezuela Verenigde Staten West-Indië Overig Amerika Totaal Amerika Latijns-Amerika en Caraïbisch gebied
2004 ii
iii
iv
i
ii
iii
199 0 0 0 8.816 8.246 0 424 172 0 1.576 16 0 74 65 224.719 1 97
179 0 0 0 8.587 8.626 0 438 148 0 1.115 15 0 76 124 221.598 0 97
158 0 0 0 10.582 8.735 0 435 128 0 1.276 12 0 89 46 190.781 0 97
190 0 0 0 11.051 9.480 0 393 111 0 1.264 17 0 86 38 207.339 7 93
241 0 0 0 11.209 10.467 0 332 107 0 1.429 12 0 91 31 206.202 0 104
221 0 0 0 12.915 11.393 0 347 110 0 1.692 19 0 98 41 213.306 0 99
244.405
241.003
212.339
230.069
230.225
240.241
11.424
10.764
12.811
13.226
13.543
15.523
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14 5.15
Azië China Filipijnen Hongkong India Indonesië Japan Kazachstan Maleisië Oezbekistan Pakistan Singapore Taiwan Thailand Zuid-Korea Overig Azië
109 143 2.643 3.859 710 19.732 82 424 17 515 1.971 3.245 2.849 1.942 68
210 175 2.716 3.746 666 16.458 85 454 0 499 1.926 3.732 3.143 1.601 59
120 109 2.889 3.539 586 19.816 67 446 11 488 2.061 3.641 3.051 1.742 50
97 144 2.366 4.359 700 23.167 62 491 11 614 2.920 4.457 3.039 2.116 37
137 186 2.136 3.962 463 28.513 94 490 12 501 2.340 4.293 3.019 2.040 44
209 204 1.677 4.185 521 22.148 126 447 12 531 2.413 3.548 383 2.177 39
5
Totaal Azië
38.309
35.470
38.616
44.580
48.230
38.620
6.1 6.2 6.3 6.4
Oceanië Australië Britse overzeese gebieden Nieuw-Zeeland Overig Oceanië
19.311 0 1.737 0
20.612 0 1.877 0
22.150 0 1.997 0
24.289 0 2.038 0
25.677 0 2.100 -1
26.283 0 2.206 0
6
Totaal Oceanië
21.048
22.489
24.147
26.327
27.776
28.489
7 8
Niet aan landen toe te delen Internationale organen
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
9
Totaal (1 t/m 8)
482.554
485.714
459.434
516.774
542.766
538.678
85*
Tabel 7.5 Onderhandse derivatencontracten bij Nederlandse banken Ultimocijfers in miljoenen Amerikaanse dollars
december 2003 Totaal Instrument
Amerikaanse dollar
Euro
Japanse yen
Britse pond
Overig
Valutacontracten 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Outright forwards & Forex swaps Currency swaps otc options sold otc options bought
1
938.683 550.591 68.613 82.105
849.304 447.247 72.732 80.830
398.351 306.706 3 15.141 3 35.496
140.273 76.482 8.852 10.455
156.007 84.767 10.756 10.795
333.431 185.980 29.745 26.632
Totaal uitstaande bedragen
1.639.992
1.450.113
755.694
236.062
262.324
575.790
Bruto positieve marktwaarde Bruto negatieve marktwaarde
50.682 52.099
47.050 47.677
29.029 31.397
4.571 5.611
6.861 6.310
13.854 13.203
Rentecontracten 2.1 2.2 2.3 2.4
Forward rate agreements Renteswaps otc options sold otc options bought
657.178 5.630.224 315.785 386.250
204.549 1.262.331 116.505 117.788
175.905 3.173.548 127.677 180.845
8.545 265.049 13.236 19.631
78.713 337.923 50.401 59.054
189.464 591.374 7.966 8.933
2
Totaal uitstaande bedragen
6.989.437
1.701.172
3.657.975
306.461
526.091
797.738
Bruto positieve marktwaarde Bruto negatieve marktwaarde
106.918 108.351
33.444 28.328
59.113 67.372
2.335 2.305
3.539 3.146
8.486 7.201
Totaal
Japan
vs
Europa 2 Latijns Overig Amerika Azië
Overig
Aandelencontracten 3.1 3.2 3.3
Forwards and swaps otc options sold otc options bought
13.828 25.490 20.529
3.603 1.314 1.310
620 1.719 1.850
5.220 22.408 17.264
0 0 0
306 49 105
4.079 0 0
3
Totaal uitstaande bedragen
59.847
6.227
4.189
44.892
0
460
4.079
Bruto positieve marktwaarde Bruto negatieve marktwaarde
3.415 938
445 130
213 20
2.700 781
0 0
4 1
53 6
Totaal contracten 4
Uitstaande bedragen (1 + 2 + 3) Bruto positieve marktwaarde Bruto negatieve marktwaarde
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 1 De totalen zijn gecorrigeerd voor dubbeltellingen; telling van beide zijden van elke valutatransactie betekent dat de valutaire uitsplitsing optelt tot twee maal de bedragen in de totaalkolom.
86*
8.689.276
161.015 161.388
2 Betreft Europa exclusief voormalig Oostblok. 3 Start nieuwe reeks.
juni 2004
december 2004
Totaal
Amerikaanse dollar
1.150.932 657.044 116.779 110.097
1.064.467 542.668 93.414 88.110
465.282 340.688 35.302 33.477
173.866 118.978 33.621 32.774
215.107 96.863 20.168 19.357
2.034.851
1.788.659
874.749
359.239
34.561 33.447
28.973 29.114
18.578 18.902
1.002.334 6.804.652 388.848 471.107
383.044 1.762.003 150.628 148.760
8.666.942
97.675 102.368
Totaal
Euro
Totaal
Amerikaanse dollar
383.139 214.890 51.053 46.475
1.190.201 809.927 107.766 105.172
1.113.401 635.789 89.944 95.517
481.166 468.408 24.308 19.513
171.773 121.320 30.294 27.449
162.253 144.953 17.285 16.964
451.809 249.384 53.699 50.901
351.495
695.559
2.213.065
1.934.651
993.396
350.836
341.455
805.793
4.079 4.345
6.612 4.152
10.880 10.379
66.224 69.816
58.820 62.012
38.804 39.860
4.844 7.135
7.299 7.430
22.681 23.194
331.186 3.554.299 147.575 219.998
5.250 318.816 24.698 29.267
93.212 476.429 51.366 61.085
189.642 693.105 14.581 11.998
665.047 7.529.301 391.322 618.881
144.365 1.805.187 104.538 257.309
229.060 3.918.233 185.101 242.230
8.087 357.960 34.551 40.517
75.820 541.594 55.752 64.095
207.714 906.327 11.379 14.730
2.444.436
4.253.059
378.030
682.091
909.326
9.204.550
2.311.399
4.574.625
441.115
737.261
1.140.150
24.936 25.268
60.606 65.765
1.201 1.275
3.283 3.085
7.648 6.976
125.789 128.381
24.402 24.360
84.339 88.189
2.519 2.693
4.228 4.021
10.301 9.119
Japan
vs
Japanse yen
Britse pond
Overig
Europa 2 Latijns Overig Amerika Azië
Overig
Totaal
Euro
Japanse yen
Overig
Europa 2 Latijns Overig Amerika Azië
Japan
vs
Britse pond
Overig
21.598 23.138 19.641
7.931 1.455 1.226
534 3.176 3.208
10.118 18.446 15.000
0 0 0
62 61 207
2.954 0 0
35.248 20.882 21.848
4.104 2.941 2.667
3 5 16
26.714 17.256 18.132
0 0 0
443 538 1.012
3.986 142 20
64.378
10.613
6.917
43.565
0
329
2.954
77.979
9.712
25
62.102
0
1.993
4.148
3.350 3.102
944 762
196 238
2.178 2.085
0 0
11 2
21 15
4.022 3.664
347 309
1 0
3.085 3.164
0 0
72 110
516 80
10.766.171
11.495.594
135.586 138.917
196.035 201.861
87*
Tabel 7.6 Transacties en omzetten in het topgiraal betalingsverkeer naar type betaling Aantal transacties in duizenden 8007verkeer 1999 2000 2001 2002 2003 2004
Targetverkeer
TfTverkeer
Omzetten in miljarden euro’s
Overig verkeer
Totaal
8007verkeer
Targetverkeer
TfTverkeer
Overig verkeer
Totaal
1.560 1.476 1.381 1.193 1.219 1.252
358 486 508 561 628 788
984 1.435 1.534 1.517 1.560 1.368
330 329 600 1.276 1.309 1.358
3.232 3.725 4.023 4.548 4.717 4.766
1.186 1.326 1.251 1.209 1.255 1.168
8.089 10.145 11.868 11.480 11.871 12.879
602 925 909 682 649 771
5.111 5.578 6.661 7.432 7.590 8.780
14.987 17.974 20.689 20.803 21.365 23.597
2003 i ii iii iv 2004 i ii iii iv
278 286 310 345 342 344 289 278
136 145 165 183 205 219 183 181
387 408 387 377 406 330 310 322
322 332 335 319 325 339 341 352
1.124 1.171 1.198 1.224 1.277 1.233 1.123 1.133
317 408 278 251 302 277 292 297
3.003 2.971 3.004 2.893 3.097 3.090 3.144 3.548
137 173 174 165 199 200 183 189
1.874 1.871 1.930 1.915 2.160 2.108 2.125 2.388
5.331 5.424 5.386 5.224 5.758 5.673 5.745 6.422
2004 nov. dec. 2005 jan. feb.
92 101 84 83
61 65 58 57
105 105 108 115
117 123 114 109
375 394 364 363
95 109 103 88
1.151 1.273 1.254 1.176
68 50 89 80
732 807 709 604
2.046 2.240 2.155 1.948
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
88*
Tabel 7.7 Wisselactiviteiten van geldtransactiekantoren 2003
2004
2004
2004
2005
i
ii
iii
iv
okt.
nov.
dec.
jan.
Miljoenen euro’s Ontvangsten
1.1
Aankopen chartaal
Euro Amerikaanse dollar Japanse yen Britse pond Zwitserse frank Deense kroon Noorse kroon Zweedse kroon Canadese dollar Overig
162,6 149,6 5,9 183,0 42,9 5,0 7,0 3,1 3,2 5,6
147,5 132,1 4,5 160,7 40,5 4,1 6,6 2,3 2,8 5,9
31,4 30,1 1,0 41,5 11,3 0,9 1,7 0,4 0,5 1,4
37,5 34,6 1,2 49,3 11,7 1,0 1,7 0,6 0,6 1,2
42,0 35,0 1,3 36,4 9,7 1,4 2,0 0,8 0,9 2,2
36,6 32,4 1,0 33,5 7,8 0,8 1,2 0,5 0,8 1,1
12,5 11,0 0,3 12,2 2,7 0,3 0,4 0,1 0,3 0,5
11,9 11,9 0,4 11,7 2,7 0,2 0,5 0,2 0,3 0,4
12,2 9,5 0,3 9,6 2,4 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2
8,8 7,8 0,2 6,4 2,0 0,2 0,4 0,1 0,2 0,3
Totaal waarvan EUR 10.000 en meer
567,9 76,6
507,0 65,4
120,2 14,3
139,4 21,9
131,7 14,3
115,7 14,9
40,3 4,7
40,2 5,2
35,2 5,0
26,4 2,9
Uitgaven
Verkopen chartaal
Euro Amerikaanse dollar Japanse yen Britse pond Zwitserse frank Deense kroon Noorse kroon Zweedse kroon Canadese dollar Overig
431,1 126,4 1,3 28,2 4,6 1,7 1,7 1,3 2,6 11,1
366,1 109,4 1,1 39,3 4,8 2,1 2,1 1,8 2,8 13,8
90,6 26,9 0,3 6,7 1,5 0,2 0,3 0,3 0,3 1,9
103,2 26,9 0,3 11,7 1,1 0,7 0,7 0,5 1,0 2,8
93,4 26,5 0,3 10,5 1,4 0,9 0,9 0,7 1,2 6,2
78,9 29,1 0,2 10,4 0,8 0,3 0,2 0,3 0,3 2,9
28,0 9,5 0,1 3,3 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 1,2
27,5 10,1 0,1 3,7 0,2 0,1 0,0 0,1 0,1 0,6
23,4 9,5 0,0 3,4 0,4 0,1 0,1 0,1 0,1 1,1
20,1 6,6 0,0 1,5 0,3 0,0 0,1 0,1 0,1 0,4
2.1
Totaal waarvan EUR 10.000 en meer
610,0 92,9
543,3 80,3
129,0 18,8
148,9 25,4
142,0 17,7
123,4 18,4
42,7 5,8
42,5 6,4
38,2 6,2
29,2 4,0
2.2
Aankopen van cheques waarvan EUR 10.000 en meer
35,0 3,9
30,3 1,0
5,0 0,2
8,7 0,4
10,1 0,2
6,5 0,2
2,5 0,1
2,2 0,1
1,8 0,0
1,6 0,0
2.3
Aankopen van rentecoupons waarvan giraal
406,2 0,0
346,9 0,0
80,1 0,0
71,6 0,0
69,3 0,0
125,9 0,0
29,6 0,0
39,3 0,0
57,0 0,0
14,1 0,0
Aantal transacties Ontvangsten Euro Amerikaanse dollar Japanse yen Britse pond Zwitserse frank Deense kroon Noorse kroon Zweedse kroon Canadese dollar Overig
Aankopen chartaal 418.567 457.370 19.134 398.853 49.129 14.955 11.527 12.150 15.499 79.640
429.877 405.457 17.244 341.802 47.213 18.968 14.115 14.085 16.633 100.011
81.189 91.038 3.562 80.935 11.548 2.371 2.466 2.340 2.918 17.931
112.537 107.094 4.543 88.616 11.872 6.572 2.828 3.153 3.855 21.478
139.685 112.006 4.912 90.480 13.970 6.853 5.897 5.422 5.628 37.817
96.466 95.319 4.227 81.771 9.823 3.172 2.924 3.170 4.232 22.785
35.988 33.249 1.566 29.829 3.694 1.286 1.051 1.221 1.633 9.024
29.232 34.257 1.587 27.226 3.063 984 971 980 1.337 7.224
31.246 27.813 1.074 24.716 3.066 902 902 969 1.262 6.537
24.864 25.886 907 18.393 2.566 712 740 747 866 5.645
Totaal waarvan EUR 10.000 en meer
1.476.824 2.993
1.405.405 2.280
296.298 567
362.548 686
422.670 527
323.889 500
118.541 173
106.861 167
98.487 160
81.326 94
Uitgaven
Verkopen chartaal
Euro Amerikaanse dollar Japanse yen Britse pond Zwitserse frank Deense kroon Noorse kroon Zweedse kroon Canadese dollar Overig
1.176.126 136.199 2.081 100.964 15.736 9.431 6.077 6.875 8.485 82.144
1.064.210 134.195 2.241 112.577 17.092 10.507 7.544 8.095 9.422 93.679
234.286 32.024 458 19.245 5.285 774 816 900 1.218 13.857
275.010 31.144 526 32.847 3.636 4.023 2.380 2.459 3.160 23.083
309.584 36.569 618 31.626 5.642 4.696 3.569 3.546 3.704 37.996
245.330 34.458 639 28.859 2.529 1.014 779 1.190 1.340 18.743
89.021 11.928 295 10.603 991 460 304 357 495 7.912
83.621 11.318 184 8.856 408 265 196 338 347 4.960
72.688 11.212 160 9.400 1.130 289 279 495 498 5.871
66.643 8.707 110 4.123 981 186 241 314 289 4.218
2.1
Totaal waarvan EUR 10.000 en meer
1.544.118 2.494
1.459.562 2.331
308.863 572
378.268 651
437.550 561
334.881 547
122.366 169
110.493 200
102.022 178
85.812 120
2.2
Aankopen van cheques waarvan EUR 10.000 en meer
118.913 191
101.016 73
18.286 16
28.946 21
34.345 24
19.439 12
7.802 6
6.463 5
5.174 1
4.803 3
2.3
Aankopen van rentecoupons waarvan giraal
32.144 0
29.312 0
7.002 0
6.273 0
5.891 0
10.146 0
2.299 0
3.415 0
4.432 0
1.584 0
1.1
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
89*
Tabel 7.8 Geldtransferactiviteiten van geldtransactiekantoren 2003
2004
2004
2004
2005
i
ii
iii
iv
okt.
nov.
dec.
jan.
Miljoenen euro’s Ontvangsten
1.1
Aankopen chartaal Euro Overig
180,8 0,0
230,9 0,0
52,3 0,0
61,5 0,0
61,3 0,0
55,8 0,0
20,2 0,0
17,6 0,0
18,0 0,0
15,7 0,0
Totaal waarvan EUR 2.000 en meer
180,8 81,0
230,9 97,8
52,3 22,0
61,5 25,8
61,3 26,3
55,8 23,7
20,2 8,6
17,6 8,0
18,0 7,1
15,7 6,3
7,2 0,0
9,9 0,0
2,1 0,0
2,7 0,0
2,5 0,0
2,6 0,0
0,9 0,0
0,8 0,0
0,9 0,0
0,7 0,0
7,2 1,8
9,9 3,9
2,1 0,8
2,7 1,1
2,5 1,0
2,6 1,0
0,9 0,4
0,8 0,3
0,9 0,3
0,7 0,2
Verkopen chartaal Euro Overig
46,1 0,0
66,0 0,0
15,7 0,0
16,1 0,0
18,1 0,0
16,1 0,0
6,1 0,0
5,1 0,0
4,9 0,0
4,1 0,0
Totaal waarvan EUR 2.000 en meer
46,1 24,2
66,0 35,6
15,7 8,2
16,1 8,7
18,1 10,0
16,1 8,7
6,1 3,3
5,1 2,9
4,9 2,5
4,1 2,2
7,4 13,7
3,3 15,1
0,7 3,8
0,5 4,5
0,7 3,5
1,4 3,3
0,3 1,3
0,4 0,9
0,7 1,1
0,6 2,5
21,1 17,4
18,4 18,4
4,5 4,5
5,0 5,0
4,2 4,2
4,7 4,7
1,6 1,6
1,3 1,3
1,8 1,8
3,1 3,1
Ontvangsten per bankrekening (giraal) Euro Amerikaanse dollar Overig 1.2
Totaal waarvan EUR 2.000 en meer Uitgaven
2.1
Uitgaven per bankrekening (giraal) Euro Amerikaanse dollar Overig 2.2
Totaal waarvan EUR 2.000 en meer
Aantal transacties Ontvangsten
1.1
Aankopen chartaal Euro Overig
358.838 28
513.904 0
117.145 0
135.747 0
133.798 0
127.214 0
44.449 0
37.368 0
45.397 0
36.634 0
Totaal waarvan EUR 2.000 en meer
358.866 23.133
513.904 26.391
117.145 5.994
135.747 7.171
133.798 7.092
127.214 6.134
44.449 2.250
37.368 2.059
45.397 1.825
36.634 1.605
13.497 1
25.821 0
5.976 0
7.215 0
5.981 0
6.649 0
2.106 0
2.054 0
2.489 0
1.911 0
13.498 569
25.821 672
5.976 155
7.215 170
5.981 146
6.649 201
2.106 73
2.054 64
2.489 64
1.911 40
Verkopen chartaal Euro Overig
58.529 22
77.840 6
18.838 0
19.213 6
20.509 0
19.280 0
6.708 0
6.078 0
6.494 0
5.364 0
Totaal waarvan EUR 2.000 en meer
58.551 6.741
77.846 10.153
18.838 2.429
19.219 2.422
20.509 2.793
19.280 2.509
6.708 919
6.078 852
6.494 738
5.364 637
5.802 565
206 526
64 180
53 149
48 106
41 91
13 35
15 25
13 31
12 64
6.367 1.268
732 671
244 226
202 182
154 138
132 125
48 46
40 35
44 44
76 73
Ontvangsten per bankrekening (giraal) Euro Amerikaanse dollar Overig 1.2
Totaal waarvan EUR 2.000 en meer Uitgaven
2.1
Uitgaven per bankrekening (giraal) Euro Amerikaanse dollar Overig 2.2
Totaal waarvan EUR 2.000 en meer
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage.
90*
Tabel 8.1 Voorziening pensioenverplichting en dekkingsgraad pensioenfondsen Miljoenen euro’s
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
1 2 3 4 5 6 7
Stand begin boekjaar Toevoeging uit premies (+) Toevoeging uit interest (+) Uitkeringen (–) Kosten (–) Onttrekking resultaat (–) Overige wijzigingen (+)
239.470 7.711 11.088 9.056 150 -2.698 10.721
266.794 8.926 12.631 9.942 156 -1.243 10.807
291.031 10.471 14.217 10.733 174 -713 15.096
329.477 11.766 15.305 11.632 194 -343 8.120
365.058 13.617 15.995 12.902 209 -5.645 -2.872
385.048 17.726 16.142 14.095 209 -2.540 14.798
419.083 19.398 18.138 15.166 234 914 17.010
8
Stand einde boekjaar (1 t/m 7)
262.481
290.304
320.622
353.185
384.332
421.950
457.315
9 10 11 12
Stand einde boekjaar, mutaties niet verantwoord (+) Totaalstand einde boekjaar (8+9) Herverzekerd Technische voorziening pensioenen (10+11)
6.658 269.139 4.909 274.048
3.107 293.411 4.229 297.640
5.283 325.905 4.680 330.586
162 353.346 3.777 357.123
2.476 386.808 2.060 388.867
2.305 424.255 2.239 426.494
1.173 458.488 2.333 460.821
13 14 15 16
Balanstotaal Waardering balansposten op actuele waarde Schulden (–) Spaarfondsen (–)
337.124 9.725 6.461 132
391.907 6.192 6.199 245
462.531 836 9.324 419
474.383 1.402 8.146 597
468.847 92 10.469 693
437.752 15 9.642 716
486.094 521 11.207 751
17
Dekking van de technische voorziening (13 t/m 16)
340.256
391.656
453.624
467.042
457.777
427.410
474.657
18 19
Gemiddelde dekkingsgraad (17 ÷ 10) Geüniformeerde dekkingsgraad
126 138
133 145
139 150
132 141
118 127
101 108
104 114
92*
Tabel 8.2 Pensioenpremies en -uitkeringen van pensioenfondsen Miljoenen euro’s
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
Bruto premies 1 2 3
Periodieke premies Premies ineens Spaarbijdragen
7.507 561 44
8.455 687 37
9.522 573 51
10.248 589 91
11.637 1.071 122
16.327 2.033 138
18.268 2.105 178
4 5 6
Totaal bruto premies (1 t/m 3) Herverzekeringspremie (–) Netto premie (4 – 5)
8.112 1.112 7.000
9.179 1.099 8.080
10.146 858 9.288
10.928 523 10.405
12.829 605 12.224
18.499 506 17.993
20.552 476 20.075
Bruto uitkeringen 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Ouderdomspensioen Invaliditeitspensioen Nabestaandenpensioen (excl. wezenpensioen) Wezenpensioen Afkopen wegens gering bedrag Afkopen wegens emigratie Premierestituties Gelegenheidsuitkeringen Prepensioenuitkeringen Overig, niet gespecificeerd
6.238 441 2.346 32 29 3 1 8 300 249
6.972 464 2.455 32 25 1 2 11 337 199
7.115 515 2.647 32 19 0 2 10 372 583
8.213 597 2.892 39 18 0 8 10 886 540
8.466 569 2.998 36 26 0 7 10 550 686
9.235 644 3.208 37 24 3 0 8 692 722
10.114 679 3.358 38 31 0 0 2 740 648
17
Totaal bruto uitkeringen (7 t/m 16)
9.647
10.498
11.294
13.203
13.347
14.572
15.611
93*
Tabel 8.3 Balans en actuele waarde beleggingen van pensioenfondsen Miljoenen euro’s
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
Activa 1 2 3 4 5 6 7
Beleggingen in zakelijke waarden Beleggingen in vastrentende waarden Overige beleggingen Herverzekerde technische voorziening Vorderingen Overlopende activa Overige activa
105.881 182.106 40.439 10.219 9.935 620 4.846
140.806 196.578 45.300 8.436 10.395 684 4.188
204.313 189.094 55.047 8.241 9.426 367 2.951
190.715 206.703 61.265 7.891 9.496 269 5.220
192.924 202.276 61.174 6.187 7.180 336 4.564
149.231 207.856 59.922 6.244 8.643 393 10.449
184.942 208.594 74.332 6.254 7.686 364 9.323
8
Totaal activa
354.046
406.388
469.440
481.559
474.640
442.738
491.495
Passiva 9 10 11 12 13 14 15 16
Stichtingskapitaal Reserves Aandeel derden in geconsolideerde deelnemingen Technische voorziening pensioenverplichtingen Spaarfondsen Overige voorzieningen Schulden Overlopende passiva
6 63.669 79 279.358 194 3.720 6.209 811
6 93.188 83 301.848 340 4.166 6.249 508
6 119.494 83 334.146 482 5.534 7.392 2.303
40 105.358 75 361.237 693 5.762 7.956 438
170 65.442 64 392.995 788 4.302 10.442 438
142 -1.053 0 430.499 821 2.355 9.454 520
10 13.038 0 464.742 877 1.524 10.601 703
17
Totaal passiva
354.046
406.388
469.440
481.559
474.640
442.738
491.495
Actuele waarde beleggingen 18 19 20 21 22 23 24 25 26
Terreinen en gebouwen Deelnemingen, niet geconsolideerd Aandelen e.a. niet-vastrentende waardepapieren Obligaties e.a. vastrentende waardepapieren Hypothecaire leningen Leningen op schuldbekentenis Deposito’s Overige beleggingen Liquide middelen
31.608 167 105.881 107.761 12.270 61.380 695 8.663 4.735
35.498 158 140.806 128.489 13.210 54.126 753 9.645 4.068
41.535 2.613 204.313 134.546 13.212 40.603 732 10.899 2.811
47.965 3.055 190.715 162.092 14.013 30.235 363 10.245 5.074
49.609 2.922 192.924 165.219 14.331 22.189 537 8.643 4.403
46.564 2.916 149.231 176.356 15.464 14.772 1.264 10.442 10.287
47.788 4.721 184.942 181.963 14.348 10.626 1.657 21.824 9.179
27
Totaal actuele waarde (18 t/m 26)
333.161
386.753
451.265
463.758
460.777
427.297
477.047
94*
Tabel 8.4 Baten- en lastenrekening van pensioenfondsen Miljoenen euro’s
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
Baten en lasten 1 2 3 4 5 6 7 8
Premie eigen rekening (+) Saldo waardeoverdrachten (+) Beleggingsopbrengsten (+) Overige baten (+) Uitkeringen eigen rekening (–) Mutatie technische voorzieningen (–) Kosten (–) Overige lasten (–)
7.001 -374 38.933 2.479 9.069 24.734 431 3.215
8.080 436 41.977 1.628 9.956 25.148 562 1.771
9.288 438 66.706 2.833 10.792 31.627 567 1.818
10.405 412 12.006 1.909 11.693 23.492 635 1.334
12.224 128 -11.549 1.510 12.961 19.268 715 316
17.993 606 -35.336 1.830 14.164 35.300 779 627
20.075 446 45.630 859 15.186 38.623 809 1.318
9
Resultaat pensioenbedrijf (1 t/m 8)
10.591
14.685
34.461
-12.421
-30.947
-65.777
11.075
10 11
Buitengewone baten en lasten (+) Aandeel van derden in resultaat (–)
-602 8
463 4
-1.575 4
27 11
295 6
673 1
-36 0
12
Resultaat (9 + 10 – 11)
9.982
15.144
32.882
-12.405
-30.658
-65.105
11.039
Uitsplitsing resultaat 13 14 15 16
Resultaat op interest (+) Resultaat op kosten (+) Resultaat op premie, sterfte etc. (+) Toevoeging vpv op grond van bijzondere oorzaken (–)
27.058 -36 -2.700 6.088
29.333 -128 -1.246 4.008
52.453 -96 -761 7.883
-3.340 -109 -338 -5.008
-27.598 -72 -5.649 -192
-51.525 -97 -2.529 20.388
27.487 -61 911 12.761
17
Totaalresultaat op grondslagen (13 t/m 16)
18.233
23.951
43.714
1.222
-33.127
-74.539
15.576
18 19 20 21
Toevoeging vpv op grond van wijzigingen regeling (–) Premiekorting/suppletie (+) Aandeel derden in resultaat geconsolideerde deelnemingen (+) Overig resultaat (+)
4.893 -820 -8 -2.625
5.664 -906 -4 -1.992
5.772 -1.678 -4 -3.082
11.235 -1.754 -11 -492
8.588 -1.876 -6 13.075
9.999 -1.363 -1 20.795
3.514 -868 0 -156
22
Totaal resultaat (17 t/m 21)
9.888
15.384
33.178
-12.269
-30.522
-65.108
11.039
Beleggingsopbrengsten 23 24
Directe beleggingsopbrengsten (huren, rente, dividenden etc.) Gerealiseerde waardemutaties
16.738 7.662
17.570 7.183
17.517 12.933
17.633 -577
16.745 -7.548
15.945 -3.047
15.226 11.004
25
Totaal gerealiseerde beleggingsopbrengst (23 + 24)
24.400
24.753
30.449
17.055
9.197
12.898
26.231
26
Niet gerealiseerde waardemutaties
14.533
17.223
36.257
-5.049
-20.745
-48.234
19.400
27
Totale beleggingsopbrengst (25 + 26)
38.933
41.977
66.706
12.006
-11.549
-35.336
45.630
95*
Tabel 8.5 Aantal deelnemers pensioenfondsen en aanspraken Duizenden
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
Actieve deelnemers 1 2 3 4 5 6 7 8
Stand einde vorig boekjaar Nieuwe toetredingen (+) Herintredingen (+) Ontslag met premievrije aanspraak (–) Waardeoverdracht (–) Ingang pensioen (–) Overlijden (–) Andere oorzaken (+)
4.762 443 118 352 9 53 10 -79
4.835 618 161 476 15 53 11 -128
4.925 718 180 479 7 55 11 -96
5.191 715 175 559 8 56 10 -57
5.442 978 196 600 7 62 12 -29
5.904 943 202 665 5 70 12 -77
6.059 700 190 777 6 75 12 -85
9
Stand einde boekjaar (1 t/m 8)
4.821
4.931
5.176
5.391
5.905
6.220
5.995
10
Aanspraak op jaarbasis einde boekjaar (EUR miljoen)
16.851
16.704
17.039
17.886
21.459
21.975
22.783
Gewezen deelnemers 11 12 13 14 15 16 17
Stand einde vorig boekjaar Ontslag met premievrije aanspraak (+) Herintredingen (–) Waardeoverdracht (–) Ingang pensioen (–) Overlijden (–) Andere oorzaken (+)
5.804 352 118 33 85 24 17
5.892 476 161 94 93 18 101
6.093 479 180 80 92 21 56
6.242 559 175 88 92 19 59
6.600 600 196 101 91 19 281
7.068 665 202 109 92 20 133
7.368 777 190 116 99 20 68
18
Stand einde boekjaar (11 t/m 17)
5.914
6.104
6.253
6.487
7.074
7.442
7.789
19
Aanspraak op jaarbasis einde boekjaar (EUR miljoen)
4.020
4.153
4.369
4.332
4.853
5.193
5.224
Pensioentrekkende deelnemers 20 21 22 23 24
Stand einde vorig boekjaar Ingang pensioen (+) Overlijden (–) Afloop (–) Andere oorzaken (+)
1.821 214 84 16 -56
1.864 218 84 17 -65
1.914 218 87 16 -60
1.958 224 87 17 -65
2.018 234 89 25 -8
2.131 244 93 20 -54
2.200 249 96 25 -53
25
Stand einde boekjaar (20 t/m 24)
1.879
1.915
1.969
2.014
2.131
2.207
2.276
26
Aanspraak op jaarbasis einde boekjaar (EUR miljoen)
9.018
9.973
10.702
11.527
11.878
13.811
13.878
96*
97*
Tabel 9.1 Solvabiliteit verzekeraars Miljoenen euro’s
Gestort en opgevraagd kapitaal
50% Obligo
1
2
Herwaarderingsreserve
Overige reserves
Onverdeelde winst
Waarderingsmarges
Achtergestelde schulden en ledenrekeningen
Suppletiebijdragen
Vermogensoverschot Nederlandse vestiging
Andere bestanddelen
3
4
5
6
7
8
9
10
11
898 1.351 1.515 1.534 1.592 1.938 2.144
14.840 19.275 21.116 17.696 12.516 7.199 7.244
5.852 5.648 6.368 4.709 6.445 6.345 7.873
41 38 625 806 868 465 1.676
16 -80 -95 -103 -28 21 23
281 300 293 297 239 488 621
658 734 993 1.046 644 484 356
473 608 524 621 621 474 593
9 9 9 9 12 13 13
18 18 32 12 42 23 21
32 37 44 34 55 47 56
2 3 5 8 5 1 4
82 122 163 169 -1 29 0
0 0 0 0 1 1 1
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
1 1 0 0 0 0 0
652 891 1.058 1.383 1.400 1.488 1.775
2.707 3.607 4.024 2.911 1.931 794 819
4.393 4.511 3.957 3.979 4.182 4.228 4.524
63 60 155 234 207 141 906
78 176 58 70 60 48 77
286 284 270 268 223 279 273
33 37 31 29 29 33 34
186 178 217 204 177 177 216
2 23 -4 -6 39 26 -39
Agioreserve
Levensverzekeraars 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
655 668 642 624 651 666 677
149 173 178 201 204 244 226
Natura-uitvaartverzekeraars 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
3 4 4 4 5 6 6
0 0 0 1 0 1 1
Schadeverzekeraars 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
98*
825 875 1.056 919 973 934 916
153 174 240 239 223 234 219
Aanwezige solvabiliteitsmarge (1 t/m 12)
Bestanddeel voorziening levensverzekering risico verzekeraar
Bestanddeel voorziening levensverzekering risico polishouder
12
13
14
15
1 2 17 18 25 30 19
23.863 28.712 32.141 27.412 23.726 18.295 21.414
4.546 4.970 5.252 5.431 5.789 5.966 6.202
213 265 352 416 436 386 407
0 0 1 1 5 5 5
147 194 257 237 114 117 98
13 14 8 14 26 35 45
9.365 10.802 11.054 10.218 9.419 8.347 9.675
Immateriële activa (–)
Bestanddeel tegoed spaarkassen
Bestanddeel verzekerd kapitaal op risicobasis
Bestanddeel premies aanvullende verzekeringen
16
17
18
40 48 66 83 82 71 79
1.075 1.152 1.264 1.317 1.396 1.422 1.495
73 77 82 83 85 80 90
Subtotaal
Toevoeging tot minimumbedrag garantiefonds
Vereiste solvabiliteitsmarge
Gemiddelde solvabiliteitsratio (%)
19
20
21
22
5.946 6.512 7.016 7.329 7.787 7.925 8.274
9 10 19 7 6 6 5
5.954 6.522 7.035 7.335 7.793 7.932 8.279
401 440 457 374 304 231 259
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
32 35 37 34 37 39 42
459 553 685 692 306 298 234
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
2.135 2.313 2.460 2.622 2.844 3.121 3.247
439 467 449 390 331 267 298
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
2.103 2.280 2.425 2.589 2.817 3.096 3.221
33 33 36 33 27 25 26
99*
Tabel 9.2 Uitkeringen en premies van verzekeraars Miljoenen euro’s
Bruto premie
Mutatie voorziening niet verdiende premie 1
Verdiende premie
2
Herverzekeringspremie
Verdiende premie eigen rekening
Uitkeringen
w.v. herverzekerd
Uitkeringen eigen rekening
3
4
5
6
7
8
17.330 19.751 21.206 23.829 25.879 24.051 24.845
968 1.133 791 824 852 913 793
16.363 18.618 20.415 23.005 25.027 23.138 24.051
8.585 8.952 10.965 14.812 13.805 20.179 17.237
345 339 364 508 668 576 530
8.240 8.613 10.601 14.303 13.137 19.603 16.707
1 1 1 1 1 1 3
63 69 72 63 87 71 79
Uitvaarten door derden (+)
Uitvaarten eigen bedrijf (+)
Uitkeringen in geld (+)
Totaal uitkeringen (=)
w.v. herverzekerd (–)
Uitkeringen eigen rekening (=)
9
10
11
12
13
14
24 27 28 25 28 37 36
2 2 2 2 2 2 2
7 8 9 9 10 5 6
33 36 39 36 39 44 44
0 0 1 1 1 1 1
33 36 39 36 39 43 44
Levensverzekeraars 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
17.330 19.751 21.205 23.827 25.879 24.052 24.838
0 0 -1 -3 -1 0 -7
Natura-uitvaartverzekeraars 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
100*
64 70 73 64 88 72 81
0 0 0 0 0 0 0
64 70 73 64 88 72 81
Tabel 9.2 Uitkeringen en premies van verzekeraars (vervolg) Miljoenen euro’s
Bruto premie
Mutatie voorziening niet verdiende premie 1
Verdiende premie
2
Herverzekeringspremie
3
Verdiende premie eigen rekening
4
Bruto betaalde schade
5
Mutatie schadevoorziening
Herverzekerde schade (–)
Geleden schade
Geleden schade eigen risico
6
7
8
9
10
5.691 6.076 6.706 7.137 7.920 9.090 9.662
4.701 5.133 5.436 5.687 6.401 7.173 7.571
597 711 877 1.091 700 806 748
5.297 5.843 6.313 6.778 7.101 7.979 8.319
339 315 279 323 346 391 299
4.959 5.528 6.033 6.456 6.755 7.589 8.020
3.069 3.147 3.300 3.543 3.775 3.985 4.173
2.079 2.278 2.418 2.553 2.791 3.009 2.989
236 264 281 316 284 234 217
2.314 2.543 2.698 2.869 3.074 3.243 3.206
81 149 91 95 119 126 112
2.234 2.394 2.607 2.774 2.955 3.117 3.094
13 -2 21 118 20 49 4
380 370 353 467 393 451 389
108 102 114 179 108 117 34
272 268 239 288 286 334 355
Schadeverzekeraars, branche ongevallen en ziekte 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
6.024 6.421 7.106 7.595 8.437 9.661 10.279
-21 7 21 40 70 29 155
6.045 6.414 7.086 7.554 8.367 9.632 10.123
354 338 380 417 447 542 462
Schadeverzekeraars, branche motorrijtuigen 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
3.175 3.279 3.463 3.759 3.988 4.222 4.381
-2 27 49 88 62 70 42
3.177 3.253 3.414 3.671 3.927 4.153 4.339
108 105 114 129 151 168 166
Schadeverzekeraars, branche zee, transport en luchtvaart 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
523 520 490 515 543 579 598
1 -2 18 0 -1 4 -1
522 521 472 515 544 575 599
155 147 137 152 155 128 119
367 375 334 363 389 447 480
367 372 332 350 373 402 385
Schadeverzekeraars, branche brand en andere schade aan zaken 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
2.458 2.527 2.512 2.674 2.814 3.129 3.314
-9 26 -3 30 18 42 39
2.467 2.501 2.515 2.643 2.796 3.087 3.275
637 646 630 687 682 837 823
1.830 1.855 1.885 1.957 2.114 2.251 2.451
1.400 1.533 1.488 1.859 1.822 1.775 1.807
138 117 274 221 -24 56 93
1.538 1.650 1.762 2.079 1.798 1.832 1.900
476 573 723 908 540 370 513
1.062 1.077 1.039 1.172 1.258 1.461 1.387
313 501 503 636 650 745 690
1.147 1.199 1.265 1.337 1.479 1.686 1.877
771 913 936 896 1.165 1.367 1.292
191 127 103 318 224 19 180
962 1.040 1.040 1.214 1.390 1.386 1.472
222 277 254 363 453 331 263
740 763 786 852 937 1.056 1.209
1.568 1.737 1.764 2.020 2.086 2.419 2.260
12.103 12.652 13.490 14.336 15.677 17.459 18.644
9.318 10.229 10.609 11.344 12.552 13.727 14.043
1.175 1.217 1.556 2.063 1.204 1.164 1.243
10.492 11.447 12.166 13.408 13.757 14.892 15.286
1.225 1.416 1.461 1.867 1.566 1.335 1.221
9.267 10.030 10.705 11.541 12.191 13.557 14.064
Schadeverzekeraars, overige branches 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
1.482 1.741 1.809 2.022 2.202 2.495 2.632
22 41 41 49 73 64 64
1.460 1.700 1.767 1.973 2.129 2.432 2.568
Schadeverzekeraars Totaal 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
13.662 14.488 15.379 16.564 17.984 20.086 21.203
-9 99 125 207 222 208 299
13.671 14.389 15.254 16.357 17.763 19.878 20.904
101*
Tabel 9.3 Balans en actuele waarde beleggingen Miljoenen euro’s Beleggingen voor risico polishouders
Immateriële Activa
1
Vorderingen
Overige activa
Vermogenstekort Nederlandse vestiging
7
8
9
10
3.879 4.592 4.583 8.790 7.377 7.808 8.467
3.946 4.169 4.362 4.355 4.301 4.731 4.842
1.248 902 1.421 2.571 2.790 4.235 4.046
0 0 0 0 0 0 0
185.023 212.820 234.144 246.057 251.214 240.571 255.597
47 43 50 165 57 109 137
17 16 21 21 9 22 19
22 24 25 23 58 59 63
15 13 24 17 22 28 25
0 0 0 0 0 0 0
804 921 1.040 1.039 943 937 1.020
15.006 16.561 16.845 17.087 18.134 19.399 21.330
2.762 3.095 2.890 2.724 3.117 3.354 3.772
3.100 2.998 3.219 3.849 4.458 4.752 4.635
1.053 1.083 1.290 1.312 1.438 1.418 1.566
738 752 1.034 1.086 984 1.179 1.379
0 0 0 0 0 0 0
28.145 31.010 32.899 33.752 34.200 34.504 36.942
102.664 113.628 114.879 117.660 121.113 126.800 134.804
22.398 23.596 24.703 26.021 27.563 28.468 29.879
6.996 7.606 7.823 12.660 11.844 12.582 13.121
5.021 5.276 5.677 5.690 5.797 6.208 6.471
2.001 1.667 2.479 3.674 3.796 5.442 5.450
0 0 0 0 0 0 0
213.972 244.751 268.083 280.848 286.357 276.012 293.559
Beleggingen in zakelijke waarden
Beleggingen in vastrentende waarden
Overige beleggingen
3
4
5
6
26.715 34.829 39.411 36.158 32.870 23.299 22.441
87.151 96.527 97.476 100.105 102.502 106.928 112.997
19.589 20.458 21.763 23.132 24.389 25.005 25.970
196 283 360 341 312 237 290
507 540 558 468 477 473 477
5.473 6.507 7.612 7.680 6.043 4.367 4.216
32.384 41.619 47.383 44.179 39.225 27.903 26.947
2
Overlopende activa
Totaal activa
Levensverzekeraars 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
1 2 17 18 25 30 19
42.493 51.342 65.111 70.928 76.960 68.535 76.814
Natura-uitvaartverzekeraars 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
0 0 1 1 5 5 5
0 1 1 2 2 4 5
Schadeverzekeraars 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
13 14 8 14 26 35 45
Totaal 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
102*
14 16 26 33 56 70 69
42.493 51.343 65.112 70.930 76.962 68.539 76.819
Overlopende Passiva
Vermogensoverschot Nederlandse vestiging
Totaal passiva
18
19
20
21
2.822 2.729 3.528 3.810 3.650 3.301 3.249
12.933 15.062 17.310 20.975 17.932 15.101 16.060
2.262 2.710 3.479 4.025 4.190 4.341 4.297
658 734 993 1.046 644 484 356
185.023 212.820 234.144 246.057 251.214 240.571 255.597
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
14 18 19 17 46 34 36
0 0 0 0 0 0 0
27 24 42 12 19 24 37
2 3 6 5 2 1 2
0 0 0 0 0 0 0
804 921 1.040 1.039 943 937 1.020
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
14.106 15.292 17.222 18.359 19.689 20.984 22.175
609 721 841 815 569 378 375
72 66 87 110 128 124 113
2.944 2.931 3.163 3.595 3.441 3.414 3.443
375 303 504 636 612 723 680
186 178 217 204 177 177 216
28.145 31.010 32.899 33.752 34.200 34.504 36.942
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
14.106 15.292 17.222 18.359 19.689 20.984 22.175
2.466 2.960 3.100 3.658 2.835 1.774 1.276
2.894 2.795 3.615 3.920 3.778 3.425 3.362
15.904 18.017 20.515 24.582 21.392 18.539 19.540
2.639 3.016 3.989 4.666 4.804 5.065 4.979
844 912 1.210 1.250 821 661 572
213.972 244.751 268.083 280.848 286.357 276.012 293.559
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
Technische voorzieningen voor risico polishouder
Technische voorziening voor schaden
Overige voorzieningen
Depots herverzekeraars
13
14
15
16
17
281 300 293 297 239 488 621
98.531 107.465 114.161 118.929 123.618 126.851 131.430
40.514 48.250 59.090 65.648 72.112 66.766 74.641
1.843 2.221 2.240 2.826 2.220 1.362 865
135 185 221 320 123 100 110
0 0 0 0 1 1 1
625 690 750 683 750 771 829
1 1 2 2 3 4 5
9.568 11.235 10.596 9.766 9.360 8.425 9.666
286 284 270 268 223 279 273
34.881 44.768 43.866 38.586 36.092 30.402 33.854
567 584 563 565 463 768 895
Eigen vermogen
Achtergestelde schulden
11
12
25.178 33.348 33.049 28.500 26.609 21.877 24.078
Technische voorzieningen voor risico maatschappij
99.156 108.155 114.911 119.612 124.368 127.622 132.259
40.515 48.251 59.092 65.650 72.115 66.770 74.646
Schulden
103*
Tabel 9.3 Balans en actuele waarde beleggingen (vervolg) Miljoenen euro’s Terreinen en gebouwen
22
Beleggingen in groepsmaatschappijen en deelnemingen
Aandelen e.a. nietvastrentende waardepapieren
Obligaties e.a. vastrentende waardepapieren
23
24
25
40.750 55.160 70.465 72.007 73.544 60.917 68.128
Belangen in beleggingspools
Overige beleggingen
Depots bij verzekeraars
Liquide middelen voor rekening polishouders
Totaal actuele waarde beleggingen
29
30
31
32
33
35.305 33.689 31.500 29.176 26.964 25.806 21.663
2.156 3.609 3.891 4.209 4.310 4.670 4.208
5.673 6.801 8.275 9.780 10.032 9.418 9.321
1.281 1.667 1.912 2.054 2.201 2.305 2.369
451 407 502 630 657 644 586
175.949 203.156 223.761 230.322 236.720 223.767 238.222
28 28 28 4 4 3 3
216 205 222 226 202 171 152
19 24 22 16 25 34 35
0 0 2 0 2 1 8
0 0 0 0 0 0 0
750 866 968 975 847 819 904
350 385 394 403 454 501 528
3.135 2.895 2.504 2.094 1.597 1.580 1.349
818 671 729 503 489 660 1.071
367 520 564 572 727 1.006 1.018
120 102 100 102 109 122 152
23.242 26.163 27.348 27.491 27.294 27.120 29.318
22.625 24.771 27.495 29.184 29.422 28.720 28.590
38.656 36.789 34.226 31.496 28.763 27.557 23.164
2.993 4.304 4.642 4.728 4.824 5.364 5.314
6.040 7.321 8.841 10.352 10.761 10.425 10.347
1.401 1.769 2.012 2.156 2.310 2.427 2.521
Hypothecaire leningen
Andere leningen
26
27
28
51.701 60.279 61.793 63.959 69.064 70.337 80.929
847 896 944 1.103 928 970 1.370
22.247 24.358 27.073 28.777 28.964 28.216 28.059
196 283 360 341 312 237 290
244 283 286 223 247 264 287
0 0 0 0 0 0 0
1.795 2.028 1.853 1.683 1.872 1.807 2.200
5.473 6.507 7.612 7.680 6.043 4.367 4.216
10.704 12.610 13.218 14.087 15.595 16.658 18.382
8.894 8.509 8.634 7.437 7.404 7.640 10.417
46.419 61.950 78.437 80.028 79.899 65.521 72.634
62.649 73.172 75.297 78.269 84.906 87.259 99.598
Deposito’s
Levensverzekeraars 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
8.468 9.835 10.653 12.901 14.535 14.676 13.419
7.069 6.455 6.751 5.727 5.522 5.809 8.170
Natura-uitvaartverzekeraars 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
16 17 19 138 45 85 82
30 26 30 27 10 24 47
Schadeverzekeraars 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
481 445 374 367 409 420 401
Totaal 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
104*
8.965 10.297 11.046 13.406 14.989 15.181 13.902
847 896 944 1.103 928 970 1.370
451 407 502 630 657 644 586
199.941 230.185 252.077 258.788 264.861 251.706 268.444
105*
Tabel 9.4 Baten- en lastenrekening van verzekeraars Miljoenen euro’s
Verdiende premie eigen rekening (+)
1
In rekening gebrachte uitvaarten (+)
Beleggingsopbrengst technische rekening (+)
Overige baten technische rekening (+)
2
3
4
5
12.344 12.868 17.091 10.944 7.734 2.080 14.087
997 715 1.727 644 1.281 655 732
48 56 61 53 47 31 46
2 5 0 0 5 0 0
938 1.038 1.028 1016 1.011 752 1.212
103 93 81 118 74 102 258
13.330 13.962 18.180 12.013 8.792 2.863 15.345
1.102 813 1.808 762 1.360 757 990
Uitkeringen eigen rekening (–)
Geleden schade (–)
Mutatie technische voorzieningen (–)
Winstdeling en kortingen (–)
7
8
9
10
8.240 8.613 10.601 14.303 13.137 19.603 16.707
13.148 14.141 17.920 11.339 11.101 -1.611 11.481
3.999 4.033 5.371 2.690 1.478 -400 2.713
2.299 2.647 2.817 2.960 3.303 3.158 3.230
583 638 795 851 958 923 819
33 36 39 36 39 43 44
46 53 50 49 60 28 61
29 31 31 26 24 27 27
0 0 0 0 0 0 0
6
Bedrijfskosten (–)
Beheerskosten en rentelasten (–)
Levensverzekeraars 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
16.363 18.618 20.415 23.005 25.027 23.138 24.051
Natura-uitvaartverzekeraars 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
63 69 72 63 87 71 79
5 5 6 6 6 9 7
Schadeverzekeraars 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
12.103 12.652 13.490 14.336 15.677 17.459 18.644
9.267 10.030 10.705 11.541 12.191 13.557 14.064
12 19 7 -26 -4 -13 -9
74 78 72 45 119 128 103
3.105 3.266 3.422 3.695 4.019 4.320 4.477
7 11 6 15 19 19 4
9.267 10.030 10.705 11.541 12.191 13.557 14.064
13.206 14.213 17.977 11.362 11.157 -1.596 11.533
4.073 4.111 5.443 2.735 1.597 -272 2.816
5.433 5.944 6.270 6.681 7.346 7.505 7.734
590 649 801 866 977 942 823
Totaal 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
106*
28.529 31.339 33.977 37.404 40.791 40.668 42.774
5 5 6 6 6 9 7
8.273 8.649 10.640 14.339 13.176 19.646 16.751
Beleggingsopbrengst niettechnische rekening (+)
Andere baten en lasten (+)
Buitengewone baten en lasten (+)
13
14
15
16
165 832 225 716 2.148 3.439 1.722
1.270 1.297 1.506 1.734 1.916 761 2.198
982 1.197 1.582 1.894 1.538 92 1.214
-56 -104 -30 10 -6 -266 -37
1 2 1 0 18 1 0
9 13 17 10 5 10 -1
3 3 4 4 7 -14 23
Overige lasten technische rekening (–)
Wijziging egalisatievoorziening (–)
11
12
Resultaat technische rekening (=)
Beheerskosten en rentelasten (–)
17
Aandeel van derden in resultaat (–)
Belasting (–)
Resultaat (=)
18
19
20
-2 -2 32 -1 1 0 -5
22 29 93 134 137 176 152
402 448 579 733 719 171 426
1.770 1.911 2.417 2.771 2.593 240 2.793
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
0 -1 0 0 -1 0 0
0 -1 0 1 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
4 5 6 4 3 -1 7
8 10 15 10 8 -3 14
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
48 105 52 8 54 85 286
13 9 20 1 0 1 3
621 265 314 191 364 216 1.185
612 680 720 745 579 132 551
-54 -73 -56 84 31 -19 16
20 -70 -22 58 -19 3 10
74 76 83 87 80 79 92
2 1 1 1 1 2 2
230 158 223 275 212 55 399
892 566 650 714 662 197 1.270
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
214 939 278 724 2.220 3.525 2.008
13 9 20 1 0 1 3
1.900 1.575 1.837 1.935 2.285 987 3.382
1.597 1.880 2.306 2.643 2.124 210 1.788
-110 -178 -86 94 24 -285 -21
18 -73 10 58 -18 3 5
74 76 83 87 80 79 92
24 30 94 135 138 178 154
636 611 808 1.012 934 225 832
2.670 2.487 3.082 3.495 3.263 434 4.077
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
107*
Tabel 9.4 Baten- en lastenrekening van verzekeraars (vervolg) Miljoenen euro’s Resultaat op interest
21
Resultaat op kosten
22
Resultaat op technische grondslagen
Wijziging grondslagen en methoden
Resultaat op grondslagen (+)
Contra ctuele resultatendeling
Afschrijving rentestandkorting
Resultaatafhankelijke resultatendeling
Correctie resultatendeling i.v.m. herverzekering
Totaal beschikbaar gestelde resultatendeling (–)
Resultaat (=)
Wijziging overige technische voorzieningen (+)
Resultaat technische rekening (=)
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
849 931 1.063 963 1.177 1.317 1.204
-209 -153 -189 198 -319 -42 -73
5.228 5.333 6.900 4.539 3.017 264 4.881
2.538 2.466 3.882 1.063 -40 -1.800 1.380
820 837 785 761 805 857 808
725 798 794 801 594 349 503
-84 -67 -88 -40 19 104 -12
4.000 4.034 5.372 2.585 1.377 -491 2.680
1.228 1.299 1.527 1.954 1.641 755 2.201
41 -2 -21 -220 275 9 -2
1.269 1.296 1.506 1.734 1.916 764 2.198
Levensverzekeraars 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
4.941 4.972 6.370 3.692 2.558 -590 4.234
-353 -417 -344 -314 -399 -421 -484
Natura-uitvaartverzekeraars 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 Schadeverzekeraars 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 Totaal 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
108*
Gerealiseerde waardemutaties
Totaal gerealiseerde beleggingsopbrengst
Niet gerealiseerde waardemutaties
Totale beleggingsopbrengst
34
35
36
37
38
11.008 11.761 13.102 12.590 12.205 9.928 12.206
443 616 952 868 307 -378 -44
11.451 12.377 14.054 13.458 12.512 9.549 12.162
1.876 1.688 4.620 -620 -3.240 -7.378 3.139
13.327 14.065 18.673 12.838 9.272 2.172 15.301
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
46 50 55 47 46 44 47
5 8 8 8 2 1 3
51 57 63 55 48 44 50
1 2 2 3 7 0 18
51 59 65 57 55 44 69
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
1.324 1.415 1.482 1.556 1.488 1.351 1.382
250 256 252 230 157 -56 111
1.574 1.671 1.735 1.786 1.645 1.295 1.493
-24 46 14 -25 -55 -411 269
1.550 1.717 1.748 1.761 1.590 885 1.763
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
12.378 13.226 14.639 14.193 13.739 11.323 13.635
698 880 1.212 1.106 466 -433 70
13.076 14.105 15.852 15.299 14.205 10.888 13.705
1.853 1.736 4.636 -642 -3.288 -7.789 3.426
14.928 15.841 20.486 14.656 10.917 3.101 17.133
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
Directe beleggingsopbrengsten (huren, rente, dividenden etc.)
109*
Tabel 10.1 Wisselkoersen en goudprijs Gemiddelden
1992
Wisselkoersen te Amsterdam 1 2
Amerikaanse dollar (1) Japanse yen (10.000)
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10
Valuta’s in het eurogebied Belgische/Luxemburgse frank Duitse mark Griekse drachme Spaanse peseta Franse frank Ierse pond (1) Italiaanse lire (10.000) Oostenrijkse schilling Portugese escudo Finse mark
4.1 4.2 4.3 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2,0706 182,82
2,3930 222,09
2,4627 202,88
0,6770
0,6550
Guldens per hoeveelheid vreemde valuta’s (per 100, tenzij anders aangegeven) 1,7563 138,72
1,8594 168,01
1,8181 177,95
1,6062 171,32
1,6856 155,02
1,9524 161,75
1,9825 152,06
5,46915 112,597 0,9220 1,71993 33,2161 2,99016 14,3059 16,0007 1,30235 39,3328
5,37552 112,334 0,8100 1,46256 32,7917 2,72101 11,8210 15,9663 1,15710 32,5060
5,44250 112,145 0,7500 1,35818 32,7874 2,72000 11,2766 15,9404 1,09624 34,8935
5,44441 112,017 0,6930 1,28812 32,1689 2,57442 9,8708 15,9221 1,07032 36,7764
5,44482 112,055 0,7000 1,33110 32,9539 2,69877 10,9345 15,9272 1,09306 36,7245
5,45429 112,545 0,7150 1,33274 33,4330 2,95827 11,4598 15,9925 1,11332 37,5956
5,46437 112,723 0,6720 1,32767 33,6242 2,82318 11,4197 16,0213 1,10052 37,1026
Andere valuta’s in de Europese Unie Deense kroon Zweedse kroon Britse pond (1)
29,130 30,269 3,0960
28,656 23,867 2,7903
28,612 23,565 2,7829
28,644 22,533 2,5343
29,075 25,141 2,6332
29,542 25,563 3,1977
29,598 24,930 3,2842
29,638 25,029 3,3486
29,565 26,102 3,6174
29,572 23,827 3,5446
Overige valuta’s Noorse kroon Zwitserse frank Ecu (1) Canadese dollar (1) Australische dollar Nieuw-Zeelandse dollar Singaporese dollar Hongkongse dollar Zuid-Afrikaanse rand Surinaamse gulden Nederlands-Antilliaanse gulden Arubaanse gulden Bijzondere trekkingsrechten (1)
28,294 125,19 2,2717 1,4545 129,09 94,48 107,82 22,689 61,597 . 98,519 98,519 2,4729
26,177 125,81 2,1716 1,4410 126,29 100,66 115,18 24,045 56,865 . 104,307 104,307 2,5952
25,769 133,14 2,1525 1,3322 132,96 107,87 119,05 23,524 51,260 0,392 101,993 101,993 2,6033
25,333 135,82 2,0752 1,1704 119,17 105,34 113,19 20,763 44,293 0,363 90,054 90,054 2,4335
26,107 136,53 2,1114 1,2362 131,99 115,99 119,56 21,793 39,433 0,419 94,525 94,525 2,4464
27,578 134,55 2,2044 1,4105 145,00 129,15 131,62 25,227 42,372 0,488 109,552 109,552 2,6852
26,250 136,87 2,2238 1,3388 124,84 106,47 118,62 25,592 36,095 0,491 111,246 111,246 2,6885
26,530 137,70
27,166 141,53
27,386 145,93
1,3944 133,67 109,51 122,19 26,684 33,849 0,240 115,673 115,673 2,8295
1,6104 138,76 108,78 138,67 30,707 34,520 0,199 133,688 133,688 3,1525
1,5912 127,39 103,53 137,45 31,575 29,035 0,113 137,580 137,580 3,1346
19.416
21.542
22.447
19.824
21.004
20.737
18.744
18.536
21.453
21.465
Goudprijs te Londen 6
1 kilogram fijn, in guldens
Bilaterale conversiekoersen 1 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10
Valuta’s in het eurogebied Belgische/Luxemburgse frank Duitse mark Griekse drachme 2 Spaanse peseta Franse frank Ierse pond (1) Italiaanse lire(10.000) Oostenrijkse schilling Portugese escudo Finse mark
Guldens per hoeveelheid vreemde valuta’s (per 100, tenzij anders aangegeven) 5,46285 112,674 0,64672 1,32446 33,5953 2,79813 11,3812 16,0150 1,09921 37,0637
Voor de toelichting wordt verwezen naar de bijlage. 4 Met ingang van 1 januari 2005 is de Turkse lira 1 Geldig vanaf 1 januari 1999 (trl) vervangen door de Nieuwe Turkse lira (try) in 2 Geldig vanaf 1 januari 2001 een omruilverhouding van 1.000.000 trl = 1 try. 3 Met ingang van 1 januari 2004 is de Surinaamse gulden (srg) vervangen door de Surinaamse dollar (srd) in een omruilverhouding van 1.000 srg = 1 srd.
110*
1999
Wisselkoersen
2000
2001
2002
2003
2004
2004
2005
nov.
dec.
jan.
feb.
Hoeveelheid vreemde valuta’s per euro
8 9
Amerikaanse dollar Japanse yen
1,0658 121,32
0,9236 99,47
0,8956 108,68
0,9456 118,06
1,1312 130,97
1,2439 134,44
1,2991 136,09
1,3408 139,14
1,3119 135,63
1,3014 136,55
10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6 10.7 10.8 10.9 10.10 10.11 10.12 10.13 10.14
Valuta’s in de Europese Unie Tsjechische koruna Deense kroon Estlandse kroon Griekse drachme Cypriotische pond Letlandse lat Litouwse litas Maltezer lira Hongaarse forint Poolse zloty Sloveense tolar Slowaakse koruna Zweedse kroon Britse pond
36,884 7,4355 15,647 325,77 0,5788 0,6256 4,2641 0,4258 252,77 4,2274 194,47 44,123 8,8075 0,6587
35,600 7,4538 15,647 336,63 0,5739 0,5592 3,6952 0,4041 260,04 4,0082 206,61 42,602 8,4452 0,6095
34,069 7,4521 15,647
30,804 7,4305 15,647
31,846 7,4307 15,647
31,891 7,4399 15,647
31,286 7,4313 15,647
30,636 7,4338 15,647
30,304 7,4405 15,647
29,957 7,4427 15,647
0,5759 0,5601 3,5823 0,4030 256,59 3,6721 217,98 43,300 9,2551 0,6219
0,5753 0,5810 3,4594 0,4089 242,96 3,8574 225,98 42,694 9,1611 0,6288
0,5841 0,6407 3,4527 0,4261 253,62 4,3996 233,85 41,489 9,1242 0,6920
0,5818 0,6652 3,4529 0,4280 251,66 4,5268 239,09 40,022 9,1243 0,6787
0,5779 0,6803 3,4528 0,4319 245,36 4,2573 239,79 39,546 8,9981 0,6986
0,5791 0,6900 3,4528 0,4325 245,80 4,1354 239,80 38,872 8,9819 0,6950
0,5817 0,6963 3,4528 0,4322 246,48 4,0794 239,77 38,573 9,0476 0,6987
0,5832 0,6961 3,4528 0,4309 243,69 3,9867 239,74 38,044 9,0852 0,6897
11.1 11.2 11.3
Valuta’s van kandidaat-leden van de Europese Unie Bulgaarse lev Roemeense leu Turkse lira 4
. 16.345 447.238
1,9534 19.922 574.816
1,9482 26.004 1.102.425
1,9492 31.270 1.439.680
1,9490 37.551 1.694.851
1,9533 40.510 1.777.052
1,9559 39.848 1.883.365
1,9559 38.696 1.870.690
1,9559 38.168 1,7784
1,9559 36.733 1,7104
12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 12.6 12.7 12.8 12.9 12.10 12.11 12.12 12.13 12.14 12.15 12.16
Overige valuta’s Noorse kroon IJslandse kroon Zwitserse frank Canadese dollar Australische dollar Nieuw-Zeelandse dollar Singaporese dollar Hongkongse dollar Zuid-Koreaanse won Mexicaanse peso Zuid-Afrikaanse rand Surinaamse gulden/dollar 3 Nederlands-Antilliaanse gulden Arubaanse gulden Bijzondere trekkingsrechten Taiwanese dollar
8,3104 77,182 1,6003 1,5840 1,6523 2,0145 1,8064 8,2694 1.267,26 10,1945 6,5188 927,44 1,9077 1,9077 0,779587 34,397
8,1129 72,585 1,5579 1,3706 1,5889 2,0288 1,5923 7,1973 1.043,50 8,7361 6,3899 1.202,59 1,6533 1,6533 0,699873 28,825
8,0484 87,417 1,5105 1,3864 1,7319 2,1300 1,6039 6,9855 1.154,83 8,3710 7,6873 1.951,12 1,6032 1,6032 0,703230 30,275
7,5086 86,178 1,4670 1,4838 1,7376 2,0366 1,6912 7,3750 1.175,50 9,1628 9,9072 2.209,63 1,6926 1,6926 0,729141 32,671
8,0033 86,648 1,5212 1,5817 1,7379 1,9438 1,9703 8,8079 1.346,90 12,2144 8,5317 2.946,12 2,0248 2,0248 0,807101 38,912
8,3697 87,140 1,5438 1,6167 1,6905 1,8731 2,1016 9,6881 1.422,62 14,0392 8,0092 3,400 2,2266 2,2266 0,839418 41,560
8,1412 87,150 1,5216 1,5540 1,6867 1,8540 2,1446 10,1028 1.411,15 14,7711 7,8566 3,553 2,3255 2,3255 0,858157 42,569
8,2207 83,992 1,5364 1,6333 1,7462 1,8737 2,2002 10,4264 1.408,77 15,0226 7,6847 3,644 2,4000 2,4000 0,870396 43,201
8,2125 82,120 1,5469 1,6060 1,7147 1,8620 2,1501 10,2269 1.362,01 14,7795 7,8386 3,562 2,3484 2,3484 0,860709 41,899
8,3199 80,737 1,5501 1,6128 1,6670 1,8192 2,1327 10,1507 1.330,26 14,4992 7,8337 3,533 2,3295 2,3295 0,857559 41,004
8.411
9.735
9.741
10.553
10.344
10.587
10.865
10.636
10.409
10.460
Goudprijs te Londen 13
1 kilogram fijn, in euro
Onherroepelijke conversiekoersen voor de euro 1
Hoeveelheid vreemde valuta’s per euro
Valuta's in het eurogebied 14.1 Belgische/Luxemburgse frank 14.2 Duitse mark 14.3 Griekse drachme 2 14.4 Spaanse peseta 14.5 Franse frank 14.6 Ierse pond 14.7 Italiaanse lire 14.8 Nederlandse gulden 14.9 Oostenrijkse schilling 14.10 Portugese escudo 14.11 Finse mark
40,3399 1,95583 340,750 166,386 6,55957 0,787564 1.936,27 2,20371 13,7603 200,482 5,94573
111*
Bijlage: toelichting op de statistieken Algemeen Onder eurogebied wordt verstaan het gebied bestaande uit de twaalf eu-lidstaten die overeenkomstig het eg-Verdrag zijn overgegaan op de euro als gemeenschappelijke munt. Het Eurosysteem is de benaming voor de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken (ncb’s) die in de derde fase van de emu op de euro zijn overgegaan. Zodra alle vijfentwintig eulidstaten aan de muntunie deelnemen, zal de naam Eurosysteem synoniem zijn met het Europees Stelsel van Centrale Banken (escb). Met ingang van 1 januari 2001 is ook Griekenland tot het eurogebied toegetreden. De betreffende statistieken zijn per die datum aangepast. De tijdreeksen zullen daarom bij de jaarovergang van 2000 naar 2001 reeksbreuken vertonen. De toetreding van tien nieuwe lidstaten tot de eu per 1 mei 2004 leidt vanaf het tweede kwartaal van 2004 tot reeksbreuken. Bij de publicatie van statistische informatie in druk of op elektronische wijze volgt de Bank de internationale publicatiestandaards inzake kwaliteit en tijdigheid (zie Inhoud p. 4 en het artikel ‘Kwaliteit en tijdigheid van macro-economische statistieken’, in Statistisch Bulletin September 1999). Waardering van buitenlandse geldsoorten De meeste buitenlandse geldsoorten worden in de tabellen in het algemeen gewaardeerd tegen dagkoersen. In de bankbalansen vindt de waardering van buitenlandse geldsoorten plaats tegen de dagkoers. In de betalingsbalansregistratie worden buitenlandse geldsoorten gewaardeerd tegen maandgemiddelden van dagkoersen. De historische reeksen die in euro's luiden zijn berekend door de oorspronkelijk in guldens luidende bedragen over de volle reekslengte te delen door de vaste met ingang van 1-1-1999 geldende officiële omrekeningsfactor 2,20371. Op deze wijze wordt voorkomen dat in de Nederlandse tijdreeksen breuken optreden als gevolg van de vervanging van de gulden door de euro. Om weer tot de oorspronkelijke guldensbedragen te komen moeten de eurobedragen met bovenstaande factor worden vermenigvuldigd. Een waarschuwing past voor het gebruik van deze historische cijfers bij internationale vergelijking of in de berekening van totalen voor een aantal landen of voor het hele eurogebied. Omdat elk van de landen fictieve euroreeksen op voornoemde wijze berekend heeft door in de nationale munt uitgedrukte reeksen te delen door de eigen vaste omrekeningsfactor, weerspiegelen de euroreeksen niet de veranderingen die tot 1999 in de onderlinge wisselkoersen van de nationale munten zijn opgetreden. In euro's uitgedrukte historische reeksen van verschillende landen zijn dus niet zonder meer vergelijkbaar of optelbaar. Afhankelijk van het doel van de desbetreffende economische analyse kan het gewenst zijn uit te gaan van de reeksen luidende in oorspronkelijke valuta en deze te bewerken met behulp van de historische wisselkoersverhoudingen. Tabel 1.1 Rentetarieven van de Nederlandsche Bank en van de Europese Centrale Bank Vanaf 1 januari 1999 is het Europees Stelsel van Centrale Banken verantwoordelijk voor het monetaire beleid in het eurogebied. Besluiten over het monetaire beleid worden genomen door de Raad van Bestuur van de ecb. Dit betekent onder meer dat de eigen tarieven van de Nederlandsche Bank per die datum niet meer van kracht zijn. Depositorente De depositofaciliteit biedt kredietinstellingen de mogelijkheid om bij de nationale centrale banken kortlopende deposito’s aan te houden. Normaliter is de toegang tot deze faciliteit niet onderhevig aan limieten of andere beperkingen. De rente op de depositofaciliteit stelt in de regel een ondergrens aan de zeer korte marktrente. Basis-herfinancieringstransacties Deze transacties bestaan uit reguliere liquiditeitsverschaffende transacties met wederinkoop, met een wekelijkse frequentie en een DNB
/ Statistisch Bulletin Maart 2005
looptijd van twee weken. Deze transacties werden door de nationale centrale banken tot en met 15 juni 2000 uitgevoerd op basis van vaste tenders. Vanaf 28 juni 2000 worden de transacties uitgevoerd op basis van variabele tenders. In deze tabel worden de inschrijvingen alleen op wijzigingsdatum van de basis-herfinancieringsrente weergegeven. Een volledig overzicht van de wekelijkse inschrijvingen is te vinden op onze internetsite www.statistics.dnb.nl. Marginale beleningsrente Kredietinstellingen kunnen gebruik maken van de marginale beleningsfaciliteit ter verkrijging van daggeld van de nationale centrale banken tegen onderpand van beleenbare activa. Normaliter is de toegang tot de faciliteit niet gebonden aan krediet- of andere limieten behoudens de vereiste dat voldoende onderliggende activa beschikbaar moeten zijn. De marginale beleningsrente stelt in de regel een bovengrens aan de zeer korte marktrente. Vaste voorschotrente (tot 1-1-1999) Met ingang van 23 mei 1997 betrof dit tarief de rente waartegen geregistreerde kredietinstellingen een vast voorschot kunnen opnemen. Voorheen betrof dit tarief de voorschotrente waartegen aan geregistreerde kredietinstellingen voorschotten in rekeningcourant werden verstrekt. Marginale voorschotrente (tot 1-1-1999) De marginale voorschotrente, die op 23 mei 1997 is geïntroduceerd, betrof het tarief waartegen geregistreerde kredietinstellingen krediet voor één dag kunnen opnemen. Rente op speciale beleningen (tot 1-1-1999) De rente op speciale beleningen betrof de rente waartegen aan kasreserveplichtige kredietinstellingen additioneel krediet werd verstrekt. Deze rente werd door de Bank (behoudens bij toepassing van het rentetender-systeem) bij aankondiging van de speciale belening vastgesteld. Tabel 2.1 Balans van de Nederlandsche Bank (monetaire opstelling) Sectorindeling Mfi’s Tot de sector Monetair-financiële instellingen (mfi) worden gerekend de centrale banken, kredietinstellingen, geldmarktfondsen en enige overige instellingen, alle voorzover gevestigd in het eurogebied. Een volledig register met alle in de emu gevestigde mfi’s wordt periodiek gepubliceerd. Voor de Nederlandse kredietinstellingen betreft het die instellingen die zijn ingeschreven in het register zoals bedoeld in artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992 (zie: http://www.dnb.nl). Overheid De sector Overheid omvat de centrale en lagere overheid alsmede de wettelijke-sociale-verzekeringsinstellingen. Overige overheid De sector Overige overheid omvat de lagere overheid en de wettelijke-sociale-verzekeringsinstellingen. Overige ingezetenen De sector Overige ingezetenen omvat overige financiële instellingen, verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen, nietfinanciële vennootschappen en huishoudens. Kolomindeling 1 Leningen aan Mfi’s De leningen aan mfi’s omvatten tevens saldi uit hoofde van target-rekeningen. Ingeval deze saldi een creditstand vertonen worden ze onder Deposito’s van Mfi’s (kolom 17) vermeld. 12 Externe activa De externe activa betreffen de officiële reserves (goud en deviezen alsmede tot juni 1998 het met het emi geswapte goud), alsmede
113*
bancaire vorderingen van de Nederlandsche Bank op ingezetenen van buiten het eurogebied (waaronder target-rekeningen).
Tabel 2.2.1 Leningen van mfi’s aan de private sector, naar sectoren, oorspronkelijke looptijd en instrument
16 Chartale geldomloop De chartale geldomloop betreft de euromunten uitgegeven door De Nederlandse Munt nv alsmede de in omloop gebrachte eurobankbiljetten (tot en met 31 december 2002 tevens de nog in omloop zijnde guldensmunten en de nog uitstaande guldensbankbiljetten, die vanaf 1 januari 2003 onder Overige passiva zijn verantwoord). Het bedrag van de eurobankbiljetten wordt op basis van de door het Eurosysteem gekozen accountancyregels met betrekking tot de uitgifte van eurobankbiljetten als volgt vastgesteld. Op maandbasis wordt een aandeel van 8% van de totale waarde van de in omloop zijnde eurobankbiljetten aan de ecb toegewezen. De tegenpost van deze aanpassing wordt aangeduid als een ‘intra-Eurosysteem-verplichting uit hoofde van bankbiljettenuitgifte’. De overige 92% van de waarde van de eurobankbiljetten in omloop wordt eveneens op maandbasis aan de nationale centrale banken toegewezen, waarbij iedere nationale centrale bank op haar balans een deel van de uitgegeven eurobankbiljetten, overeenkomend met het door haar gestorte aandeel in het kapitaal van de ecb, opvoert. De tegenpost van de munten is begrepen in kolom 14 Overige activa
Sectorindeling
17 Deposito’s van Mfi’s De deposito’s van mfi’s omvatten tevens saldi uit hoofde van target-rekeningen. 23 Kapitaal en reserves De post Kapitaal en reserves omvat tevens de herwaarderingsrekening. 24 Externe passiva In de externe passiva is de tegenwaarde van toegewezen sdr’s inbegrepen. Tabel 2.2 Balans van de in Nederland gevestigde mfi’s (exclusief dnb) De gegevens in deze tabel zijn gebaseerd op de rapportages van monetair-financiële instellingen met een gezamenlijk balanstotaal van circa 96% van het balanstotaal van alle Nederlandse monetairfinanciële instellingen exclusief de Nederlandsche Bank. Deze gegevens zijn tot 100% opgehoogd. Sectorindeling Zie tabel 2.1. Kolomindeling 6 Effecten met uitzondering van aandelen uitgegeven door de overheid Deze post omvat obligaties van de centrale en lagere overheid alsmede kortlopend overheidspapier zoals schatkistpapier (in Nederland Dutch Treasury Certificates) respectievelijk commercial paper. 15 Overige activa In deze post zijn de kasvoorraden van mfi’s inbegrepen. 20 Giraal geld Deze post omvat tevens direct opvraagbare vreemde valutategoeden alsmede daggeld. Voorts zijn inbegrepen tegoeden op de door mfi’s uitgegeven elektronische portemonnees.
Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen De sector Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen omvat alle particuliere en publieke institutionele eenheden met als hoofdfunctie financiële intermediatie door middel van het spreiden van risico’s. Overige financiële instellingen De sector Overige financiële instellingen omvat alle particuliere en publieke instellingen anders dan Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen met als hoofdfunctie financiële intermediatie door het aangaan van verplichtingen alsmede eenheden met als hoofdfunctie financiële dienstverlening. Niet-financiële particuliere vennootschappen De sector Niet-financiële particuliere vennootschappen omvat alle particuliere bedrijven met als hoofdfunctie productie van goederen en niet-financiële diensten met winstoogmerk. Niet-financiële publieke vennootschappen De sector Niet-financiële publieke vennootschappen omvat alle bedrijven met als hoofdfunctie productie van goederen en nietfinanciële diensten met winstoogmerk waarover overheidsinstellingen zeggenschap hebben. Huishoudens De sector huishoudens omvat natuurlijke personen alsmede verenigingen en stichtingen zonder zakelijk doel. Looptijdindeling De gehanteerde looptijdindeling van tot en met 1 jaar, vanaf 1 jaar tot en met 5 jaar en meer dan 5 jaar heeft betrekking op de oorspronkelijke looptijd. Tabel 2.2.2 Bij mfi’s aangehouden deposito’s van de private sector, uitgesplitst naar sector en instrument Sectorindeling Zie tabel 2.2.1 Girale deposito’s Girale deposito’s omvat alle tegoeden die onmiddellijk of per het eind van de dag in chartaal geld kunnen worden omgezet of waarover zonder noemenswaardige kosten per pinpas, e.d. beschikt kan worden. Deposito’s met vaste looptijd Deposito’s met vaste looptijd omvat alle deposito’s die met een vaste termijn zijn uitgezet. Hierbij zijn inbegrepen deposito’s waarvan de rentetarieven en/of andere voorwaarden door nationale bepalingen zijn vastgelegd en die voor specifieke doelen worden aangehouden. Deposito’s met opzegtermijn Deposito’s met opzegtermijn omvat alle deposito’s die zonder vaste termijn zijn uitgezet en die alleen zonder noemenswaardige kosten met vooraankondiging kunnen worden opgenomen.
22 Deposito’s met opzegtermijn In deze post zijn inbegrepen tegoeden, zoals sommige spaarrekeningen, die met onmiddellijke ingang kunnen worden opgezegd.
De bedragen die zijn vermeld omvatten deposito’s in euro’s van ingezetenen van het eurogebied, aangehouden bij banken in Nederland. Voor de deposito’s met vaste looptijd en met opzegtermijn wordt in tabel 2.6 het aandeel van alleen in Nederland ingezeten huishoudens weergegeven.
26 Aandelen/participaties in geldmarktfondsen Daar in Nederland geen geldmarktfondsen in de rapportage zijn betrokken is de omvang van deze post nihil.
Repo’s Repo’s omvat alle deposito’s die samenhangen met de tijdelijke verkoop van activa.
27 Schuldbewijzen In deze post is zowel de uitgifte van het kortlopende als langlopende schuldpapier opgenomen.
114*
Tabel 2.3 Gecombineerde balans dnb en in Nederland gevestigde mfi’s In deze tabel zijn over het algemeen de posten van tabel 2.1 en 2.2 bij elkaar geteld. Enige (deel)posten zijn gesaldeerd, hetgeen per post wordt toegelicht. Sectorindeling Zie tabel 2.1 Kolomindeling 12 Chartale geldomloop De chartale geldomloop betreft de euromunten uitgegeven door De Nederlandse Munt nv alsmede de in omloop gebrachte eurobankbiljetten (tot en met 31 december 2002 tevens de nog in omloop zijnde guldensmunten en de nog uitstaande guldensbankbiljetten) onder aftrek van de chartale kassen van de mfi’s, voor zover luidende in eurovaluta’s (onderdeel van kolom 15 van tabel 2.2). Zie voor de bepaling van de waarde van de eurobankbiljetten de toelichting bij tabel 2.1, kolom 16. 19 Aandelen/participaties in geldmarktfondsen In deze post worden de door Nederlandse geldmarktfondsen uitgegeven aandelen/participaties gesaldeerd met de door Nederlandse mfi’s aangehouden aandelen/participaties in geldmarktfondsen. Aangezien geldmarktfondsen buiten de rapportagepopulatie vallen kan deze post een negatief cijfer vertonen. 20 Schuldbewijzen In deze post worden de door Nederlandse mfi’s uitgegeven schuldbewijzen gesaldeerd met door Nederlandse mfi’s aangehouden schuldbewijzen van mfi’s (respectievelijk kolom 12 van tabel 2.2 en kolom 5 van tabel 2.1 en tabel 2.2). 21 Kapitaal en reserves In deze post wordt Kapitaal en reserves gesaldeerd met door mfi’s aangehouden aandelen die door mfi’s zijn uitgegeven (tabel 2.1 en tabel 2.2, kolom 9). 24 Overschot inter-mfi passiva In deze post worden de actiefposten op andere in het eurogebied gevestigde mfi’s (kolommen 1 en 9 van tabellen 2.1 en 2.2) gesaldeerd met de verplichtingen aan andere in het eurogebied gevestigde mfi’s (tabel 2.1, kolom 17 en tabel 2.2, kolom 18). Tabel 2.4 Bijdrage van Nederland aan monetaire aggregaten in het eurogebied De Nederlandse bijdrage aan de monetaire aggregaten in het eurogebied betreft de monetaire passiva (exclusief chartaal geld) van in Nederland gevestigde mfi’s (inclusief dnb) in handen van ingezetenen van Nederland en overig eurogebied. De bijdrage van Nederland aan de monetaire aggregaten in het eurogebied is berekend op dezelfde wijze als de monetaire aggregaten van het eurogebied. Dit betekent dat een aanpak van volledige consolidatie is gevolgd. Aangezien de chartale geldomloop niet meer weerspiegelt wat in Nederland aan chartaal geld circuleert – zowel door het gebruik van de ecb kapitaalsleutel (zie de toelichting bij kolom 16 tabel 2.1) als door de mogelijke migratie van chartaal geld binnen het eurogebied – wordt deze post niet meer gepresenteerd, ook niet als onderdeel van een monetair aggregaat (behalve als aanvullend gegeven). De stromen zijn berekend door de mutaties in opeenvolgende standen te schonen voor reeksbreuken en herwaarderingen. De gegevens zijn berekend door samentelling van de relevante posten uit de tabellen 2.1 en 2.2. 5 Aandelen/participaties in geldmarktfondsen Zie de toelichting bij tabel 2.2, kolom 26. 6 Schuldbewijzen met looptijd tot 2 jaar De post Schuldbewijzen met looptijd tot 2 jaar is een onderdeel
van post 22 van tabel 2.1 en 27 van tabel 2.2 onder aftrek van door Nederlandse mfi’s aangehouden schuldbewijzen die door mfi’s in Nederland en in het overige eurogebied zijn uitgegeven. Verder is gecorrigeerd voor kortlopende schuldbewijzen die buiten het eurogebied worden aangehouden. 15 Kredietverlening aan Overige ingezetenen van het eurogebied Deze post betreft de Leningen, Effecten met uitzondering aandelen en Aandelen en deelnemingen zoals opgenomen in tabel 2.1 en 2.2, posten 3, 7 en 10. 17 Netto externe activa In deze post zijn de externe activa (tabel 2.3, post 8) gesaldeerd met de externe passiva (tabel 2.3, post 22). 18 Overige posten In deze posten zijn de leningen aan andere mfi’s in het eurogebied (tabel 2.1, post 1 en tabel 2.2, post 1), de vaste activa (tabel 2.3, post 9), de overige activa (tabel 2.3, post 10) gesaldeerd met de verplichtingen aan andere mfi’s in het eurogebied (tabel 2.1, post 17 en tabel 2.2, post 18) en de overige passiva (tabel 2.3, post 23). Tabel 2.5 Ontwikkeling acceptatiecriteria en vraag bancaire kredietverlening bij in Nederland gevestigde mfi’s Algemeen In deze tabel wordt weergegeven wat de mening van de 6 deelnemende in Nederland gevestigde banken is over hun kredietverlening aan ingezetenen van het eurogebied op de verschillende meetmomenten. Peildatum is de 1e kalenderdag van het kwartaal. Per waarneming wordt in twee kolommen de mening van de banken weergegeven over de op de peildatum afgeronde periode van drie maanden (‘afgelopen kwartaal’, oneven kolommen) en de inschatting van deze banken van het kredietbeleid en de vraagontwikkeling voor het zojuist gestarte kwartaal (‘volgend kwartaal’, even kolommen). Leningen De gebruikte definitie van leningen is die welke is opgenomen in Verordening (eg) nr. 2423/2001 van de Europese Centrale Bank van 22 november 2001 met betrekking tot de geconsolideerde balans van de sector monetaire financiële instellingen (mfi) (ecb/2001/13). Netto percentage De cijfers in de tabel zijn netto percentages van banken. Dit percentage geeft de verhouding aan tussen de door de banken gegeven antwoorden over kredietverruiming of -verkrapping en over vraagtoename of -afname. Ter illustratie: als 20% van de banken een toename van de vraag aangeeft en 30% een afname, dan is het netto percentage -10%. Banken die een neutrale positie innemen, dat wil zeggen geen noemenswaardige verandering aangeven, spelen bij de bepaling van het netto percentage geen verdere rol. Er wordt in deze tabel bij de bepaling van het netto percentage geen onderscheid gemaakt naar de mate waarin een bepaalde ontwikkeling zich voordoet bij elke afzonderlijke bank. Dit houdt in dat, wat betreft het kredietbeleid, alle instellingen die bijvoorbeeld hun beleid aanscherpen samen worden genomen, ongeacht de mate van aanscherping bij elke individuele bank. Dit geldt ook voor de vraagontwikkeling: alle instellingen die bijvoorbeeld een vraagafname signaleren worden gesommeerd, ongeacht de mate van afname. Acceptatiecriteria Acceptatiecriteria zijn de interne richtlijnen of maatstaven die het kredietverleningsbeleid van een bank weerspiegelen. Zij vormen de op schrift gestelde en ongeschreven criteria, of andere handelingswijzen die verband houden met dit beleid, die vastleggen welk type leningen de bank wenselijk en onwenselijk acht, waar de geografische prioriteiten liggen, welk onderpand aanvaardbaar en welk onaanvaardbaar wordt geacht, etc. Voor de acceptatiecriteria - in het bovenste deel van de tabel heeft het netto percentage betrekking op het verschil tussen het deel van de banken dat aangeeft een strenger kredietbeleid te voeren en het deel dat aangeeft het beleid te versoepelen.
115*
Vraag Bij de vraagontwikkeling – in het onderste deel van de tabel – geeft het netto percentage het verschil aan tussen het percentage banken dat een toenemende vraag signaleert en het deel dat een afnemende vraag waarneemt. Ondernemingen Hiermee worden niet-financiële ondernemingen bedoeld, d.w.z. alle private en publieke institutionele entiteiten, ongeacht hun omvang en juridische vorm, die financiële intermediatie niet als hoofdactiviteit hebben, maar goederen produceren of nietfinanciële diensten leveren. De informatie met betrekking tot kredietverlening aan bedrijven kent twee opdelingen. De eerste opsplitsing is naar bedrijfsomvang: grote ondernemingen versus kleine en middelgrote ondernemingen, waarbij voor grote ondernemingen als richtlijn geldt dat de netto jaaromzet groter dan eur 50 miljoen is. De tweede opsplitsing betreft een onderscheid naar looptijd van de lening: langlopende versus kortlopende leningen, waarbij deze laatste categorie een oorspronkelijke looptijd heeft van één jaar of minder. Eurogebied De uitkomsten voor het eurogebied zijn de geaggregeerde nationale uitkomsten, gewogen met het aandeel per land in het totale uitstaande bedrag aan verstrekte leningen aan ingezetenen van het eurogebied. Tabel 2.6 Spaargeld Algemeen De spaargeldtabel omvat deposito’s in euro’s met een spaargeldbehandeling die door huishoudens in Nederland worden aangehouden bij in Nederland ingezeten banken. De bedragen in tabel 2.6 omvatten, in tegenstelling tot de depositobedragen in tabel 2.2.2., geen deposito’s die door huishoudens uit andere landen van het eurogebied bij Nederlandse banken worden aangehouden. Girale deposito’s zijn niet in de tabel opgenomen. Onder huishoudens vallen natuurlijke personen alsmede verenigingen en stichtingen zonder zakelijk doel. Chartaal uitbetaalde rente is niet in de tabel opgenomen. Ook rente die niet op deposito’s is bijschreven, is niet in de tabel opgenomen. Deposito’s met vaste looptijd en met opzegtermijn Zie toelichting tabel 2.2.2 Beginstand De beginstand van een maand kan afwijken van de eindstand van de voorafgaande maand in verband met statistische verschillen, die veroorzaakt kunnen worden door populatiewijzingen, overnames, correcties, wijziging van de ophoogfactor of afrondingen. Tabel 3.1 Balansen van institutionele beleggers Groepen instellingen Verzekeringsinstellingen De gegevens voor de verzekeringsinstellingen zijn gebaseerd op de rapportages van de zeven grootste verzekeringsconcerns. Tot en met 1998 iv bevatten de cijfers het binnenlandse levens- en schadeverzekeringsbedrijf en andere binnenlandse financiële dochterondernemingen. Vanaf 1999 i rapporteren de zeven verzekeringsconcerns alleen over hun levens- en schadeverzekeringsactiviteiten, maar worden deze cijfers opgehoogd tot het totaal van onder het toezicht van de Pensioen- en Verzekeringskamer vallende levens- en schadeverzekeraars. De gerapporteerde beleggingen van verzekeringsinstellingen bedragen in dit kader circa 70% van de totale beleggingen van verzekeraars. Voor de ontbrekende 30% heeft derhalve een ophoging van de cijfers plaatsgevonden. Voor ultimo 1998 is een dubbele waarneming beschikbaar, zodat de reeksbreuk zichtbaar is. Met ingang van 2002 is de enquête herzien. Zo is het aantal posten
116*
uitgebreid, waarmee volledige balansgegevens beschikbaar zijn gekomen. De presentatie van de balans in tabel 3.1 voor deze groep instellingen is daarop aangesloten. Voor de nieuwe posten geldt dat deze slechts beschikbaar zijn vanaf 2002. Naast de uitbreiding is ook een wijziging doorgevoerd in de waardering. Zo zijn nu alle beleggingen gewaardeerd tegen marktwaarde; voor leningen betekent dit inclusief opgelopen rente. De gewijzigde enquête heeft geleid tot het nalopen van de gehele rapportage door de rapporteurs, hetgeen tot verdere aanpassingen in de data heeft geleid. Om deze redenen sluiten standgegevens niet op elkaar aan. Al deze verschillen zijn herleid tot een reeksbreuk, zoals die voor 2001 iv is weergegeven. Pensioenfondsen Tot en met 1998 komen de gerapporteerde beleggingen van de pensioenfondsen overeen met circa 95% van de totale beleggingen van pensioenfondsen. Voor de ontbrekende 5% heeft een ophoging van de gegevens plaatsgevonden. Per ultimo 1998 is de ophogingsmethodiek geactualiseerd en verfijnd. Van de in de tabel weergegeven beleggingen van pensioenfondsen is circa 85% door pensioenfondsen gerapporteerd; 15% van de gegevens betreft een ophoging. Met ingang van 2002 is de enquête herzien. Zie het bovenstaande hierover bij verzekeringsinstellingen. Beleggingsinstellingen Tot de beleggingsinstellingen zijn alle instellingen gerekend die zijn ingeschreven in de afdelingen i en ii van het register zoals bedoeld in artikel 18 van de Wet toezicht beleggingsinstellingen (Wtb), met uitzondering van de instellingen met een tijdelijke vergunning en van instellingen met een statutaire vestigingsplaats buiten Nederland. Geldmarktfondsen behoren tot de beleggingsinstellingen in de context van de Wtb. Binnen het monetaire en statistische kader worden geldmarktfondsen echter tot de monetair-financiële instellingen gerekend en maken zij impliciet deel uit van de mfi-cijfers. Daarom zijn de geldmarktfondsen en de beleggingsinstellingen exclusief deze geldmarktfondsen hier ook als afzonderlijke categorieën weergegeven. Per 1999 111 is er sprake van een reeksbreuk als gevolg van een herrubricering door een rapporterende Wtb-instelling. Zonder deze reeksbreuk zou het balanstotaal (kolom 17) eur 1.836 miljoen lager zijn geweest. Tot en met 2002 zijn de cijfers gebaseerd op rapportages door alle beleggingsinstellingen (voorzover deel uitmakend van de hierboven vermelde populatie). Vanaf 2003 zijn de gegevens gebaseerd op de rapportages van beleggingsinstellingen met een gezamenlijk balanstotaal van 95% van het balanstotaal van alle beleggingsinstellingen. Deze gegevens zijn tot 100% opgehoogd. De resulterende reeksbreuk per ultimo 2002 is voor de afzonderlijke balansposten expliciet gemaakt door voor beide methodieken de cijfers te presenteren. Kolomindeling verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen Bij de presentatie van de balansgegevens voor verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen is de indeling naar instrumenten (kolom 1 t/m 25) grotendeels overeenkomstig de classificatie in het Europees Systeem van Rekeningen (esr) 1995, dat op Europees niveau geharmoniseerde richtlijnen bevat voor de samenstelling van de Nationale Rekeningen. 9 en 22 Financiële derivaten Onder financiële derivaten worden hier de vorderingen verstaan die zijn gebaseerd op of zijn afgeleid van een andere onderliggende waarde. Die onderliggende waarde is gewoonlijk een andere vordering, maar het kan ook een goed of een indexcijfer zijn. Voorbeelden zijn opties, futures en swaps. Tot deze categorie behoren alleen de vorderingen die een marktwaarde hebben uit hoofde van verhandelbaarheid of compenseerbaarheid op de markt. Tot deze categorie behoren niet de onderliggende waarden waarop de derivaten zijn gebaseerd, of de met de derivaten samenhangende margestortingen. 11 Herverzekerde technische voorzieningen Onder deze post valt het deel van de verzekeringstechnische voorzieningen (zie omschrijving bij post 23) waarvoor herverzekeringscontracten zijn afgesloten.
13 Overig Dit betreft onder andere alle transitorische posten en overlopende activa zoals vorderingen uit directe verzekeringen op verzekeringsnemers en op tussenpersonen, vorderingen uit herverzekeringen en de opgelopen rente op activa voor zover niet opgenomen in de waarde van het desbetreffende instrument. 15 Eigen vermogen Deze post bestaat uit het nominaal gestort aandelenkapitaal, de agioreserves en de overige reserves. 16 Minderheidsbelang van derden Bij het integraal consolideren van een meerderheidsbelang worden de aandelen van derden in de geconsolideerde eenheid onder deze post aan de passiefzijde van de balans opgenomen. 23 Technische voorzieningen Dit betreft de actuariële voorzieningen van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen ten behoeve van de polishouders of deelnemers. Zij bestaan uit de verzekeringstechnische verplichtingen uit hoofde van toekomstige uitkeringen (ineens of als periodieke uitkering) bij levens- en pensioenverzekeringen, alsmede uit hoofde van toekomstige betalingen op reeds ingediende claims of nog te verwachten claims. 24 Overig Dit betreft onder andere alle transitorische posten en overlopende passiva, zoals schulden uit verzekeringen en herverzekeringen. Waarderingsgrondslagen Vóór 2002 sluit de waardering van activa en passiva aan bij die welke wordt gehanteerd in het jaarverslag. Vanaf 2002 zijn zij gewaardeerd tegen marktwaarde dan wel (indien dit niet mogelijk is) tegen geraamde marktwaarden, bijvoorbeeld aan de hand van waargenomen prijzen van vergelijkbare activa en passiva. Kolomindeling beleggingsinstellingen Bij de presentatie van de balansgegevens van de beleggingsinstellingen wijkt de kolomindeling sterk af van die bij de verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen. Dat komt omdat de thans beschikbare gegevens slechts in beperkte mate aansluiten bij de instrumentenclassificatie conform het esr 95. Omdat ook de informatie over tegenpartijsector slechts beperkt beschikbaar is, wordt de postindeling soms gecombineerd met tegenpartijsectorinformatie., 16 Overige activa Dit betreft onder meer vorderingen die geen beleggingen zijn met een looptijd langer dan één jaar, alsmede beleggingen die niet onder kolom 1 t/m 15 vallen. 22 Eigen vermogen/fondsvermogen Deze post bestaat uit het aandelenkapitaal of fondsvermogen, de reserves, onverdeelde winst en winst uit lopend boekjaar. Waarderingsgrondslagen Deze sluiten aan bij die van de jaarrekeningen van de individuele beleggingsinstellingen. De activa zijn veelal gewaardeerd tegen marktwaarde. De cijfers van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen zijn ontleend aan een gezamenlijke enquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek en de Nederlandsche Bank. De berekeningen zijn gemaakt door de eerstgenoemde instelling. De gegevens van beleggingsinstellingen zijn gebaseerd op de kwartaalrapportages die deze instellingen doen toekomen. Vanaf 2003 is dat een beperkte, representatieve groep waarna ophoging plaatsvindt (zie hierboven). Voorts is een deel van de gegevens (korte en lange vorderingen) geraamd op basis van een rapportage van, naar balanstotaal gemeten, circa 75% van alle rapporterende instellingen.
Tabel 3.1.1 Activa en passiva van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen naar sectoren Deze tabel geeft een uitsplitsing van de activa en passiva (voorzover relevant en beschikbaar) van de in tabel 3.1 weergegeven data voor verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen naar tegenpartij. Binnen Nederland betreft dit een uitsplitsing naar economische sectoren en voor het buitenland naar geografie (eurogebied en overig). Sectorindeling Overheid De sector overheid omvat de centrale overheid, de lagere overheid en de wettelijke-sociale-verzekeringsinstellingen. Mfi’s Onder mfi’s vallen hier de Nederlandsche Bank, de kredietinstellingen en geldmarktfondsen. Overige financiële instellingen Onder Overige financiële instellingen zijn hier onder meer begrepen verzekeringsinstellingen, pensioenfondsen, onder toezicht staande beleggingsinstellingen, overige financiële intermediairs (zoals zelfstandige financierings- en leasemaatschappijen, gemeentelijke kredietbanken en participatiemaatschappijen), financiële hulpbedrijven (zoals de effecten- en optiebeurs, bedrijven op het gebied van krediet- en hypotheekbemiddeling, assurantietussenpersonen en pensioenadviesbureaus) en houdstermaatschappijen van mfi’s en verzekeringsinstellingen. Niet-financiële vennootschappen De sector niet-financiële vennootschappen omvat alle bedrijven en instellingen met als hoofdfunctie het produceren van goederen en verhandelbare niet-financiële diensten. Huishoudens en IZW’S De huishoudens omvatten alle natuurlijke personen met in begrip van hun eventuele bedrijf (zelfstandigen). Tot de izw’s (Instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens) behoren stichtingen en verenigingen waarvan de middelen voor het merendeel afkomstig zijn uit vrijwillige bijdragen van huishoudens of uit inkomen uit vermogen (zoals religieuze instellingen, liefdadigheidsinstellingen, vakbonden en sportverenigingen). De cijfers zijn ontleend aan een gezamenlijke enquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek en de Nederlandsche Bank. De berekeningen zijn gemaakt door de eerstgenoemde instelling. Tabel 3.2 Aanbod en beroep op de kapitaalmarkt Vanwege de veranderde opzet van de monetaire statistieken in verband met de vorming van de emu zijn exacte, consistente gegevens voor een aantal posten voor de periode tot en met 1998 IV niet beschikbaar. Dit geldt voor de deelmarkten obligaties en onderhandse leningen waarop door mfi’s wordt belegd (aanbodzijde). Voor de hierboven vermelde ontbrekende gegevens (post 2.2, 2.3, 16.1 en 17.3) is tot en met het vierde kwartaal 1997 gebruik gemaakt van cijfers die zijn gebaseerd op het toenmalige monetaire rapportagekader. Voor 1998 zijn voor deze posten ramingen opgesteld, die een indicatief karakter dragen. Vanaf het eerste kwartaal van 1999 zijn deze gegevens echter weer gebaseerd op de monetaire rapportages zoals de mfi’s die aan de Bank doen toekomen. De vier deelmarkten van de kapitaalmarkt Tabel 3.2 is opgebouwd uit gegevens van vier deelmarkten, te weten de effectenmarkt, de onderhandse markt, de markt voor woninghypotheken en de markt voor onroerend goed. Tot de effectenmarkt worden gerekend de aan- en verkopen en de uitgifte van aandelen (inclusief deelnemingen) en obligaties en dergelijke zoals notes, bankbrieven en pandbrieven. De posten onderhandse leningen in de tabel omvatten in voorkomende gevallen mede de niet-woninghypotheken. De markt voor onroerend goed wordt
117*
alleen geregistreerd voor zover door verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen, beleggingsinstellingen, bouwfondsen en mfi’s op die markt wordt belegd. Herwaarderingen op effecten en onroerend goed Het netto aanbod van de verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen en beleggingsinstellingen op de effectenmarkt en op de markt voor onroerend goed is ontleend aan hun opgaven van aanen verkopen (inclusief aflossingen). Dit betekent dat de desbetreffende cijfers die in deze tabel zijn gepresenteerd geen herwaarderingen (op grond van bijvoorbeeld beurskoersontwikkelingen) omvatten en derhalve louter het netto aanbod weergeven. Van mfi’s zijn geen aan- en verkopen bekend. Teneinde toch een zo representatief mogelijk beeld van het netto aanbod op de kapitaalmarkt te geven, zijn op het netto aanbod van mfi’s op de effectenmarkt (ontleend aan hun balansopgaven) correcties voor herwaarderingen aangebracht. Deze correcties zijn gebaseerd op ontwikkelingen in de beurs- en valutakoersen in verhouding tot de omvang van de effectenportefeuilles van mfi’s zoals die uit hun balansopgaven blijkt. Gezien de beperkte gegevens van mfi’s zijn de correcties – en derhalve ook het resulterende netto aanbod – indicatief van aard. Sectorindeling Sociale-verzekeringsinstellingen Tot de wettelijke-sociale-verzekeringsinstellingen zijn onder meer gerekend: instellingen op het gebied van volksverzekeringen, ziektekostenverzekeringen en een aantal instellingen op het gebied van inkomensderving zoals onder meer bedrijfsverenigingen, de Stichting Sociaal Fonds Bouwnijverheid en het Gemeenschappelijk Administratiekantoor. Mfi’s Voor de sector Monetair-financiële instellingen wordt verwezen naar de toelichting bij tabel 2.1. De geldmarktfondsen zijn vanaf 1998 in de Mfi-cijfers begrepen. Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen Voor de sector verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen wordt verwezen naar de toelichting bij tabel 3.1. Beleggingsinstellingen Tot en met 1997 omvat deze sector alle beleggingsinstellingen, dus inclusief geldmarktfondsen. Vanaf 1998 zijn de geldmarktfondsen in de mfi-cijfers begrepen. Voor de sector beleggingsinstellingen wordt verwezen naar de toelichting bij tabel 3.1. Overige overheid De sector Overige overheid bestaat uit de lagere overheid en de sociale-verzekeringsinstellingen. De lagere overheid omvat de provincies, de gemeenten en, voor zover geregistreerd, waterschappen en lichamen die bepaalde gemeenschappelijke belangen van gemeenten en/of provincies behartigen (de zogenoemde gemeenschappelijke regelingen). Overige financiële instellingen Deze sector omvat de bouwfondsen, holdings van financiële instellingen en andere financiële instellingen (waaronder de ‘special purpose vehicles’). Huishoudens en niet-financiële vennootschappen Het aanbod op de diverse deelmarkten van de sector huishoudens en niet-financiële vennootschappen is als sluitpost berekend. Als gevolg hiervan omvat deze sector mede instellingen waarvan de kapitaalmarkttransacties niet expliciet in de tabel worden geregistreerd. Dit impliceert dat de voor deze sector gepresenteerde data meer indicatief van aard zijn. Het aanbod van aandelen door deze sector is soms neerwaarts vertekend door operaties van ondernemingen, die met betrekking tot de kapitaalmarkt, feitelijk resulteerden in een intrekking van aandelen. Deze intrekkingen vinden wel hun weerslag aan de beroepzijde van de tabel, maar in geringere mate aan de aanbodzijde. Dat komt doordat instellingen die in deze effecten
118*
beleggen, de omwisselingsoperaties van de oude in de nieuwe aandelen verschillend behandelen. De omwisseling wordt namelijk niet altijd als een ver- en aankooptransactie beschouwd. Daardoor is het aanbod van deze instellingen opwaarts vertekend, met als gevolg dat de uitkomst van de sluitpost is onderschat. Dit geldt met name voor het tweede kwartaal van 1999, waar de vertekening is becijferd op eur 6,7 miljard, en voor het derde kwartaal van 2000, waar de onderschatting mogelijk eur 2,0 miljard bedraagt. Postindeling Netto aanbod op de effectenmarkt Het netto aanbod van de centrale overheid (deel uitmakend van de sector overheid) is gebaseerd op gegevens van het Centraal Planbureau en eigen berekeningen en omvat uitsluitend aandelenverkopen uit hoofde van de verkoop van staatsdeelnemingen. Het netto aanbod van de sociale-verzekeringsinstellingen, van de verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen, en van de beleggingsinstellingen wordt ontleend aan hun opgaven van aan- en verkopen (waaronder ontvangen aflossingen) van effecten. Het netto aanbod van mfi’s op de effectenmarkt is gebaseerd op hun balansopgaven, maar indicatief gecorrigeerd voor herwaarderingseffecten. Het netto aanbod van het buitenland komt voor wat betreft aandelen respectievelijk obligaties e.d. overeen met de desbetreffende posten uit tabel 5.7.1. Het netto aanbod van huishoudens en niet-financiële vennootschappen is als sluitpost bepaald. Netto beroep op de effectenmarkt Het netto binnenlandse beroep (zie voor het totale binnenlandse beroep de posten 18.1 en 18.2) is berekend uit: (1) de statistiek van de Nederlandse emissiemarkt; (2) gegevens, voor zover bekend, over onderhandse plaatsing van aandelen; (3) gegevens over aflossingen, conversies en – vanaf het derde kwartaal van 1998 – inkopen (i.c. intrekkingen) van eigen aandelen; (4) opgaven van de centrale overheid, lagere overheid, sociale-verzekeringsinstellingen, mfi’s, verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen, beleggingsinstellingen van hun netto beroep door uitgifte van obligaties en dergelijke. Het beroep van beleggingsinstellingen in de vorm van aandelen bestaat uit de vergroting van het aandelenkapitaal of fondsvermogen, vermeerderd met de mutatie van de agioreserve. Het netto beroep van het buitenland komt voor wat betreft aandelen respectievelijk obligaties e.d. overeen met de desbetreffende posten uit tabel 5.7.1. Onderhandse markt Het netto binnenlandse aanbod en beroep is, met uitzondering van dat van huishoudens en niet-financiële vennootschappen, ontleend aan (balans)opgaven van de desbetreffende sectoren; vergelijk voor het aanbod van mfi’s, verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen en beleggingsinstellingen de tabellen 2.1 en 3.1. Het netto aanbod en het netto beroep van het buitenland komen overeen met de posten 10.4.1 respectievelijk 3.4.1 van tabel 5.8. Het beroep van de sector huishoudens en niet-financiële vennootschappen omvat de desbetreffende kredietverstrekking aan die sectoren, zoals die uit de betalingsbalansstatistiek en uit de rapportages van de verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen, sociale-verzekeringsinstellingen, beleggingsinstellingen, mfi’s en bouwfondsen blijkt. Het aanbod van de sector huishoudens en niet-financiële vennootschappen op de markt voor onderhandse leningen is als sluitpost bepaald. Woninghypotheken Het netto aanbod van de onderscheiden sectoren wordt, met uitzondering van het navolgende, ontleend aan de balansopgaven van de desbetreffende sectoren. Voor beleggingsinstellingen is geen uitsplitsing naar woninghypotheken en overige hypotheken beschikbaar, maar aangenomen mag worden dat het overgrote deel (mogelijk zelfs het geheel) betrekking heeft op woninghypotheken. Voor ‘special purpose vehicles’, behorende tot de sector Overige financiële instellingen, is het netto aanbod gebaseerd op de uitgifte van ‘mortgage-backed securities’. Markt voor onroerend goed Het netto aanbod van de verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen, sociale-verzekeringsinstellingen en de beleggings-
instellingen wordt ontleend aan hun opgaven van aan- en verkopen van onroerend goed. Het netto aanbod van mfi’s en bouwfondsen wordt berekend als de mutatie in hun bezit aan onroerend goed, zoals dat uit hun balansopgaven blijkt (zie voor de balansopgaven van mfi’s tabel 2.2). Het totale beroep op de markt voor onroerend goed (= post 18.5) is gelijkgesteld aan het waargenomen totale aanbod op die markt (= post 7.5). Dit beroep kan in de tabel niet naar sectoren worden uitgesplitst. Tabel 3.3 Netto inleg bij beleggingsinstellingen naar fondstype
Looptijd De weergegeven looptijd heeft betrekking op de looptijd bij uitgifte. Aandelenemissies beleggingsinstellingen Aandelenemissies van beleggingsinstellingen betreffen alleen emissies waarbij een formele inschrijvingsperiode geldt en een introductiebericht/prospectus is uitgegeven. Verdere plaatsingen (als gevolg van inschrijvingen/inleg na genoemde periode) zijn hier niet onder begrepen.
Beleggingsinstellingen Hiervoor wordt verwezen naar de toelichting bij tabel 3.1.
Tabel 3.6 Emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen
Netto inleg Onder netto-inleg wordt verstaan: de bruto ingelegde gelden minus de onttrekkingen.
De tabellen 3.6, 3.6.1, 3.6.2, 3.6.3 en 3.7 zijn zoveel mogelijk opgesteld overeenkomstig het Europees Systeem van Rekeningen (esr 1995). Dit is een internationaal boekhoudkundig raamwerk voor een systematische en uitvoerige – statistische – beschrijving van een volledige economie.
Indeling naar fondstype Bij de indeling van beleggingsinstellingen naar fondstype is een zestal groepen onderscheiden op basis van het beleggingsbeleid: aandelenfondsen, obligatiefondsen, vastgoedfondsen, geldmarktfondsen (ook wel liquiditeitenfondsen genoemd), gemengde fondsen en overige fondsen. In de categorie overige fondsen zijn onder meer begrepen: fondsen die beleggen in derivaten (zoals de meeste garantie- en/of clickfondsen en indexfondsen), onderhandse leningen en ‘groene’ projecten. Ook een aantal hedge funds valt hieronder. De geldmarktfondsen vallen echter ook onder de definitie van de monetair-financiële instellingen. Zij zijn hier in de tabel opgenomen om de totale Wtb-populatie (voorzover statutair in Nederland gevestigd) weer te geven. Wel wordt ook een subtotaal vermeld voor de beleggingsinstellingen exclusief deze geldmarktfondsen. De aandelenfondsen zijn verder onderverdeeld naar geografisch beleggingsgebied. Onderscheiden kunnen worden de regio’s Nederland, Europa, Noord-Amerika, Verre Oosten, Wereldwijd en Overig. Om reden van vertrouwelijkheid (het voorkomen dat gegevens van individuele instellingen in de tabel zichtbaar zouden worden) zijn de fondsen die behoren tot de regio Overig in de tabel ondergebracht bij de regio Wereldwijd. Tabel 3.4 Balanstotalen van beleggingsinstellingen naar fondstype Beleggingsinstellingen Hiervoor wordt verwezen naar de toelichting bij tabel 3.1. Balanstotaal Per 1999 111 is er sprake van een reeksbreuk als gevolg van een herrubricering door een rapporterende Wtb-instelling. Zonder deze reeksbreuk zou het balanstotaal van de vastgoedfondsen (kolom 8) en het totaal van alle beleggingsinstellingen (kolom 13) eur 1.836 miljoen lager zijn geweest. Indeling naar fondstype Hiervoor wordt verwezen naar de toelichting bij tabel 3.3. Tabel 3.5 Emissiemarkt In de tabel zijn uitsluitend obligatie- en aandelenemissies door ingezetenen met een omvang van eur 20 miljoen of meer, exclusief herplaatsingen, opgenomen. Onder obligaties zijn mede begrepen notes en – in hoofdzaak – eurobonds. Deze laatste zijn al dan niet officieel genoteerde schuldtitels met een oorspronkelijke looptijd langer dan één jaar die, in tegenstelling tot gewone obligaties, voornamelijk in grote coupures luiden en waarbij het usance is de provisie vrijwel geheel door te geven aan de geldgever. Bij de berekening van het emissierendement is van volledige doorgifte uitgegaan. Zie ook het artikel ‘Emissiestatistiek: vernieuwd en uitgebreid’, in Statistisch Bulletin December 1999.
Ingezetenschap Als ingezetenen worden beschouwd eenheden die een economisch belangencentrum hebben in het economisch gebied van Nederland, dat wil zeggen dat zij gedurende een periode van minimaal een jaar economische activiteiten in dit gebied verrichten. Registratie emissie De emissie wordt geregistreerd op het moment dat de emittent de betaling ontvangt (de stortingsdatum bepaalt derhalve het moment waarop de emissie plaatsvindt). Kortlopende effecten Onder kortlopende effecten vallen verhandelbare schuldinstrumenten met in principe een oorspronkelijke looptijd van één jaar of minder. Het betreft onder meer certificates of deposit, commercial paper en Dutch Treasury Certificates. De cijfers omvatten ook commercial paper met een oorspronkelijke looptijd van langer dan één jaar. Niet inbegrepen echter is euro-commercial paper (commercial paper luidende in een andere valuta dan van het land waar de emissie plaatsvindt). Langlopende effecten met uitzondering van aandelen Onder de langlopende effecten met uitzondering van aandelen worden de langlopende schuldtitels, met name obligaties, verstaan. Met langlopend wordt in principe bedoeld een oorspronkelijke looptijd van langer dan één jaar. Uitsplitsing naar valuta De emissies zijn uitgesplitst naar euro’s en overige valuta’s. Euro’s omvatten vóór 1 januari 1999 emissies in de nationale valuta’s van de landen die vanaf die datum tot de emu zijn toegetreden en in de ecu. Vanaf 1 januari 1999 omvatten zij tevens emissies in euro’s. Waarderingsgrondslagen Gepresenteerd worden (bruto-)emissies, aflossingen, netto-emissies en uitstaande bedragen (standen). Waardering geschiedt overwegend tegen nominale waarde. Alleen de waardering van de ‘zero-coupon’ effecten is afwijkend: de bruto-emissies zijn gewaardeerd tegen opbrengstwaarde, de uitstaande bedragen tegen opbrengstwaarde plus opgelopen rente. Emissies en aflossingen van effecten in niet-eurovaluta’s worden omgerekend naar euro’s op basis van de relevante middenkoers op de dag van betaling. Uitstaande bedragen van effecten in nieteurovaluta’s worden omgerekend tegen de middenkoers op de laatste werkdag van de desbetreffende periode. De mutaties in de standen kunnen afwijken van de netto-emissies vanwege waarderingsverschillen, koersontwikkelingen, herrubriceringen en andere aanpassingen. Bronnen De cijfers zijn ontleend aan balansopgaven van de mfi’s (uitstaande bedragen voor de sector mfi’s), gegevens van het Ministerie van Financiën (voor de sector overheid) en openbare bronnen.
119*
Tabel 3.6.1 Bruto-emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen Voor informatie over het ingezetenschap, het moment van registratie van de emissie, de definities van kort- en langlopende effecten, de uitsplitsing naar valuta, de waarderingsgrondslagen en de bronnen wordt verwezen naar de toelichting bij tabel 3.6. Sectorindeling De sectorclassificatie is in overeenstemming met het esr 95. Dit impliceert bijvoorbeeld dat holdings van verzekeringsinstellingen, die binnen verzekeringsconcerns vaak de emissies plaatsen, vallen onder de sector Overige Financiële Instellingen. Dit verklaart de geringe bedragen die voor de sector Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen zijn geregistreerd. Aansluiting bij het esr 95 betekent ook dat onder de sector centrale overheid niet alleen het Rijk valt. In deze sector zijn naast de emissies van staatsobligaties met name ook emissies van de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (nio) begrepen. Tabel 3.6.2 Netto-emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen Onder netto-emissies worden verstaan de emissies verminderd met de aflossingen. Voor informatie over het ingezetenschap, het moment van registratie van de emissie, de definities van kort- en langlopende effecten, de uitsplitsing naar valuta, de waarderingsgrondslagen en de bronnen wordt verwezen naar de toelichting bij tabel 3.6. Voor informatie over de sectorindeling wordt verwezen naar de toelichting bij tabel 3.6.1. Tabel 3.6.3 Uitstaande bedragen van effecten met uitzondering van aandelen uitgegeven door Nederlandse ingezetenen Voor informatie over het ingezetenschap, het moment van registratie van de emissie, de definities van kort- en langlopende effecten, de uitsplitsing naar valuta, de waarderingsgrondslagen en de bronnen wordt verwezen naar de toelichting bij tabel 3.6. Voor informatie over de sectorindeling wordt verwezen naar de toelichting bij tabel 3.6.1. Tabel 3.7 Emissies en koerswaarden van op de Euronext Amsterdam Stock Market genoteerde aandelen Voor informatie over het ingezetenschap, het moment van registratie van de emissie wordt verwezen naar de toelichting bij tabel 3.6. Voor informatie over de sectorindeling wordt verwezen naar de toelichting bij tabel 3.6.1. Beursgenoteerde aandelen Deze tabel bevat alleen gegevens over aan de Euronext Amsterdam Stock Market genoteerde aandelen die zijn uitgegeven door ingezetenen. Conform het esr 1995 worden aandelen/participaties in beleggingsinstellingen niet tot de categorie beursgenoteerde aandelen gerekend (ook niet als de beleggingsinstelling wel aan de beurs is genoteerd). Waarderingsgrondslagen Gepresenteerd wordt (bruto-)emissies en koerswaarden. De emissies zijn geregistreerd tegen opbrengstwaarden. De koerswaarden hebben betrekking op marktwaarden (marktkapitalisaties). De cijfers zijn ontleend aan gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek en aan eigen berekeningen. Tabel 3.8.1 Marktrentevoeten en aandelenbeursindices Geldmarkttarieven 1 Daggeld Het tarief voor daggeld in het eurogebied betreft de zogenaamde Eonia (Euro OverNight Index Average). De Eonia wordt berekend
120*
als een gewogen gemiddelde van de effectieve daggeldrentevoeten van alle interbancaire transacties zonder onderpand, voorzover die binnen het eurogebied door een vaste populatie banken zijn aangegaan. 2.1 Euribor Het Euribortarief (Euro Interbank Offered Rate) is het gemiddelde van de rentetarieven (met uitzondering van de hoogste en laagste waardes) waartegen 57 banken in het eurogebied bereid zijn interbancair euro’s uit te lenen. Kapitaalmarktrentevoeten 3 Obligaties Nederland De rendementen, met uitzondering van het rendement op de jongste tienjarige staatslening, worden in het algemeen berekend als ongewogen gemiddelde van de medianen van de dagwaarnemingen binnen de desbetreffende looptijdklassen. De afbakening van de looptijdklassen vindt plaats op basis van de gemiddelde resterende looptijden. Het rendement op de vijf langstlopende staatsleningen wordt berekend als gewogen gemiddelde van de individuele effectieve rendementen van de vijf betrokken leningen. De gegevens over de obligatierendementen zijn ontleend aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (cbs), met uitzondering van het rendement op de jongste tienjarige staatslening, welke wordt ontleend aan Datastream. Het cbs is per 1-1-2004 gestopt met de berekening van de rendementen. 4 Staatsobligaties buitenland/internationaal De gegevens over de obligatierendementen zijn ontleend aan de Bank voor Internationale Betalingen en Datastream. Aandelenbeursindices Weergegeven worden nationale, buitenlandse en internationale (grensoverschrijdende) aandelenindices. De hier weergegeven indices van Euronext Amsterdam kenden in 1983 een beginwaarde van 45,38. Aangezien deze indices strikt genomen geen echte indices zijn, maar feitelijk een mandje van aandelen vertegenwoordigen, zijn deze waarden namelijk geconverteerd naar euro’s. De nationale beursgraadmeters zijn ontleend aan gegevens gepubliceerd door Euronext Amsterdam. De gegevens over de buitenlandse en internationale aandelenbeursindices zijn ontleend aan data van de Bank voor Internationale Betalingen en Datastream. Tabel 3.8.2 Rentes van in Nederland gevestigde mfi’s op deposito’s en leningen, met bijbehorende volumes Algemeen De vereisten voor de rentestatistiek zijn vastgelegd in ecbverordening ecb/2001/18, die op 20 december 2001 door de Raad van Bestuur van de ecb is vastgesteld. De rentestatistiek omvat leningen en deposito’s die door in Nederland ingezeten banken zijn vastgelegd in overeenkomsten luidende in euro’s met huishoudens en bedrijven gevestigd binnen het gehele eurogebied. Rentepercentages Het rentetype voor alle leningen en deposito’s is de zgn. ‘annualised agreed rate’. Dit is het op jaarbasis gebrachte rentepercentage dat is overeengekomen tussen de rapporterende instelling en de cliënt (huishouden of bedrijf) voor een deposito of een lening. Dit rentepercentage is gebaseerd op alle rentebetalingen, exclusief overige kosten. Het volume aan nieuwe contracten voor de posten 1,3,4,7 en 11 betreft het totale uitstaande bedrag. De gemiddelde rente is berekend op basis van deze totale volumes. Volumes Volumes zijn berekend door ophoging van het totaal aan gerapporteerde volumes met behulp van een ophogingsfactor die is bepaald op basis van het balanstotaal van de rapporterende instellingen.
Volumes voor uitstaande bedragen zijn niet gebaseerd op gegevens die worden vergaard in het kader van de rentestatistiek. Hiervoor worden gegevens gebruikt die worden gerapporteerd als onderdeel van de maandelijkse sociaal-economische rapportage van de banken. Dit geldt ook voor bovengenoemde posten waar de nieuwe contracten gelijk worden gesteld aan het totaal aan uitstaande contracten.
3.5 Bijzondere verbruiksbelasting De bijzondere verbruiksbelasting is een belasting op de aankoop van nieuwe personenauto’s en motorrijwielen.
1-13 Nieuwe contracten Volumes aan nieuwe contracten omvatten de maandelijkse omzet aan afgesloten contracten. Het betreft hier nieuw afgesloten overeenkomsten tussen rapporterende instellingen en hun cliënten. Onder nieuw afgesloten overeenkomsten worden alle nieuwe contracten gevat, maar ook alle nieuw met de cliënt overeengekomen contractvoorwaarden – zoals de rente – voor bestaande deposito’s en leningen. Het gaat hierbij om hernieuwde contracten waarvan expliciet of impliciet een rentetarief wordt overeengekomen tussen bank en cliënt. Prolongaties van bestaande contracten die reeds in de betreffende contracten zijn vastgelegd en daarmee automatisch worden gerealiseerd, dienen niet als nieuwe transacties te worden beschouwd. Bij deze prolongaties hoeven niet opnieuw contractvoorwaarden, inclusief het rentepercentage, overeen te worden gekomen.
6 Overige ontvangsten Onder de overige ontvangsten zijn hoofdzakelijk begrepen gasbaten, dividend en deelnemingen, verkoop van goederen en diensten, rente op overheidsvorderingen en de aflossingen op onder meer woningwetleningen door lagere overheden.
14-19 Uitstaande bedragen De tarieven die betrekking hebben op uitstaande bedragen betreffen gewogen gemiddelde percentages per maandultimo. Bij de berekening van gewogen gemiddelde rentes op uitstaande bedragen zijn slechte leningen en leningen ten behoeve van schuldherstructurering buiten beschouwing gelaten.
12 Netto kort opgenomen middelen Deze post betreft bij mfi’s en niet-mfi’s netto geplaatste vlottende schuld in de vorm van schatkistpapier/Dutch Treasury Certificates met een oorspronkelijke looptijd van korter dan twee jaar, kasgeldleningen en vrije tegoeden bij de Schatkist. Onder deze post zijn mede begrepen de door het Rijk aan voornamelijk de sociale-verzekeringsinstellingen verstrekte (premie)voorschotten.
1,4 Girale deposito’s De gemiddelde rentepercentages voor girale deposito’s hebben betrekking op alle girale tegoeden, ongeacht of deze rentedragend zijn. 7,11 Rekening courant krediet Rekening-courantkrediet wordt gedefinieerd als debetstand (roodstand) op betaalrekeningen. Het gaat om het totale bedrag aan roodstand, ongeacht een eventuele overschreden kredietlimiet. Aanvullende kosten in de vorm van boetes enz. worden echter niet meegenomen bij de berekening van het rentepercentage. 8,9 Leningen inclusief kostenopslag De tarieven bij de posten voor alle woninghypotheken en al het consumptief krediet, inclusief kostenopslag, zijn berekend op basis van het principe van het ‘annual percentage rate of charge’, ofwel ‘jaarlijks kosten percentage’, zoals is vastgelegd in eu-verordening 87/102/eec en daaropvolgende wijzigingsbladen van deze verordening. Als kosten kunnen onder andere beschouwd worden: administratiekosten, documentkosten, onderzoekskosten, kosten van garantiestelling en verzekering, voor zover rechtstreeks verbonden aan de zekerheid tot terugbetaling van de hoofdsom en kosten van het geleende bedrag. 18.1 Uitstaand consumptief krediet en overige leningen aan huishoudens met looptijd van 1 jaar of minder Onder deze posten zijn tevens de rekening courantkredieten (roodstand) opgenomen. 19.1 Uitstaande leningen aan niet-financiële vennootschappen met looptijd van 1 jaar of minder Onder deze posten zijn tevens de rekening courantkredieten (roodstand) opgenomen. Een ontbrekend cijfer geeft aan dat dit onbekend of vertrouwelijk is. Tabel 4.1 Financiën van het Rijk op kasbasis 3.1 Invoerrechten De opbrengsten aan invoerrechten komen vrijwel volledig ten goede aan de Europese Unie.
3.7 Motorrijtuigenbelasting Onder de motorrijtuigenbelasting is mede de toeslag ten behoeve van het Infrastructuurfonds begrepen.
7 en 8 Uitgaven De uitgaven zijn gesplitst in Begrotingsuitgaven van ministeries (post 3) en Uitgaven (-) van begrotingsfondsen gesaldeerd met nietbelastingontvangsten (post 4). Onder de begrotingsfondsen zijn hoofdzakelijk begrepen het Gemeente- en provinciefonds en het Infrastructuurfonds. 9 Derdenrekeningen Deze rekeningen omvatten mede de saldi op de tussenrekening van de belastingdienst en de derdenrekeningen van ministeries.
18 EMU-saldo totale overheid Het emu-saldo betreft – overeenkomstig de definities van het Verdrag van Maastricht – het vorderingensaldo op transactiebasis voor de totale overheid (centrale overheid, lagere overheid en sociale-verzekeringsinstellingen). Het vorderingensaldo geeft de mutatie in het saldo van de financiële activa en passiva weer. De cijfers zijn ontleend aan gegevens van het Ministerie van Financiën en het Centraal Bureau voor de Statistiek. Tabel 4.2 Staatsschuld 1 tot en met 14 Langlopende staatsschuld naar resterende looptijd De langlopende staatsschuld (ook wel vaste staatsschuld genoemd) bestaat uit obligaties en langlopende (onderhandse) leningen. Deze schuld wordt uitgesplitst naar resterende looptijd. De hier gepresenteerde gedetailleerde uitsplitsing is slechts beschikbaar vanaf 1998. 15 Schatkistpapier/DTC’s Met ingang van 1993 is onder schatkistpapier begrepen Dutch Treasury Certificates (dtc ’s). Deze dtc ’s worden onderhands geplaatst op discontobasis en hebben een looptijd van maximaal een jaar. De cijfers zijn in hoofdzaak ontleend aan en berekend uit gegevens van het Ministerie van Financiën. Tabel 4.3 Ontvangsten, uitgaven en vorderingensaldo van de overheid Algemeen In deze tabel worden de gedeeltelijk geconsolideerde ontvangsten en uitgaven getoond van de Nederlandse overheid en de euinstellingen. De berekeningen zijn door dnb gemaakt volgens richtlijnen van de ecb. Een nadere toelichting op de wijze van samenstelling van tabel 4.3 wordt gegeven in het artikel ‘Nieuwe statistieken over overheidsfinanciën’ in het Statistisch Bulletin December 2001. Een identieke presentatie, maar dan voor het
121*
gehele eurogebied, is opgenomen in tabel 7.1 van het ‘Maandbericht’ van de ecb.
26 Investeringen Dit betreft de investeringen in vaste activa.
1 Directe belastingen Deze kolom omvat de belastingen op inkomen en vermogen die de overheid ontvangt van niet-financiële vennootschappen, financiële instellingen, huishoudens en ingezetenen van het buitenland.
27 Kapitaaloverdrachten Deze post omvat de kapitaaloverdrachten, waaronder investeringsbijdragen en subsidies voor de volkshuisvesting, door de overheid. De kapitaaloverdrachten door de overheid aan eu-instellingen zijn hierop in mindering gebracht met een tegenboeking onder de overige inkomensoverdrachten in kolom 23.
4 Indirecte belastingen Omvat de belastingen op productie en invoer die de Nederlandse overheid en de eu-instellingen ontvangen van Nederlandse ingezetenen. De indirecte belastingen die eu-instellingen ontvangen zijn tegengeboekt aan de uitgavenzijde onder overige inkomensoverdrachten in kolom 23. 6 Sociale premies Omvat de door de overheid ontvangen sociale premies met inbegrip van de aan de overheid toegerekende sociale premies. 8 Sociale premies, waarvan premies wettelijke sociale verzekering t.l.v. overigen Dit betreft de premies voor de wettelijke sociale verzekering ten laste van werknemers, zelfstandigen en niet-werkenden. 9 Verkopen De verkopen omvatten de marktproductie van de overheid en de investeringen in eigen beheer. 10 Overige lopende ontvangsten Deze kolom omvat onder meer renteontvangsten, overig inkomen uit vermogen en overige inkomensoverdrachten. De inkomensoverdrachten die de Nederlandse overheid van eu-instellingen ontvangt, zijn hierop in mindering gebracht (met een tegenboeking – als negatieve post – aan de uitgavenzijde onder overige inkomensoverdrachten in kolom 23). 11 Kapitaalontvangsten Dit betreft de door de overheid ontvangen kapitaaloverdrachten. De kapitaaloverdrachten die de overheid van eu-instellingen ontvangt zijn hierop in mindering gebracht (met een tegenboeking – als negatieve post – aan de uitgavenzijde onder overige inkomensoverdrachten in kolom 23). 12 Vermogensheffingen Dit betreft de successierechten (niet-periodieke heffingen op vermogen), die tot de kapitaaloverdrachten gerekend worden. 17 Beloning van werknemers Deze kolom omvat salarissen en sociale premies ten laste van de overheid (als werkgever). 18 Intermediair verbruik Dit betreft de aankoop van goederen (met uitzondering van investeringsgoederen) en diensten door de overheid. 19 Rente Betreft de rente op de overheidsschuld. 20 Sociale uitkeringen Deze post omvat sociale uitkeringen in geld, sociale uitkeringen in natura via marktproducenten en overige overdachten aan huishoudens. 21 Subsidies Omvat subsidies betaald door de overheid en subsidies betaald door de eu-instellingen (met een tegenboeking onder de overige inkomensoverdrachten in kolom 23). 23 Overige inkomensoverdrachten Deze post omvat de overige inkomensoverdrachten, waaronder die aan het buitenland in het kader van de ontwikkelingssamenwerking. Door de wijze van tegenboeken in de consolidatie van de transacties van de overheid en de eu-instellingen omvat deze post tevens de netto betalingen (diensten, inkomensoverdrachten en kapitaaloverdrachten) van de overheid aan de eu-instellingen.
122*
29 Overige netto aankopen van niet-financiële activa Omvat het saldo van transacties in niet-financiële activa. Het gaat hier met name om transacties in grond, maar in het jaar 2000 ook om de opbrengsten van de umts-veiling. Deze kolom bevat tevens veranderingen in voorraden. Een minteken betekent dat de overheid per saldo ontvangsten heeft. 32 Primaire uitgaven De primaire uitgaven zijn gelijk aan het totaal lopende uitgaven zonder de rente-uitgaven. 38 Primair saldo Het primaire saldo is gelijk aan het saldo van lopende uitgaven en ontvangsten zonder de rente-uitgaven. 42 Saldo transacties met EU-instellingen Dit betreft de netto betalingen van de overheid aan de euinstellingen; omvat betalingen uit hoofde van zowel diensten, (in casu de vergoeding die de Nederlandse overheid van eu-instellingen ontvangt voor de inning van belastingen), inkomensoverdrachten als kapitaaloverdrachten. De gegevens zijn ontleend aan de Nationale rekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Tabel 4.4 Overheidsschuld conform emu-definities De overheidsschuld wordt gepresenteerd conform emu-definities zoals vastgelegd in het Verdrag van Maastricht (ook wel emuschuld genoemd). Deze schuld betreft de bruto geconsolideerde schuld van de totale overheid (voor een toelichting op de sector overheid, zie de toelichting bij tabel 4.3). Bruto houdt in dat vorderingen van de overheid niet in mindering zijn gebracht op de schuld. Geconsolideerd betekent in dit verband in dat overheidsverplichtingen tegenover andere overheidssectoren, zoals kredietverleningen tussen overheden onderling of het aanhouden van overheidsobligaties door de sociale-verzekeringsinstellingen, zijn geëlimineerd. De schuld luidt op basis van de nominale waarde (‘face value’) exclusief de opgebouwde rente. Geen onderdeel van de emu-schuld vormen de financiële derivaten, handelskredieten en transitorische passiva. Instrumentindeling De indeling naar instrumenten (kolom 1 t/m 5) volgt de classificatie in het Europees Systeem van Rekeningen (esr 1995), dat op Europees niveau geharmoniseerde richtlijnen bevat voor de samenstelling van Nationale rekeningen. De post chartaal geld en deposito’s (kolom 1) betreft hier louter de in omloop zijnde munten. Niet-geconsolideerde/geconsolideerde schuld De niet-geconsolideerde schuld (kolom 14 t/m 17) geeft de totale schuld van de overheid weer, waarbij wel schulden tegenover eenheden binnen dezelfde subsector van de overheid tegen elkaar zijn weggestreept, maar niet die tegenover eenheden uit andere subsectoren van de overheid. Bij de geconsolideerde schuld (emuschuld; kolom 18 t/m 21) zijn ook de uitstaande verplichtingen tegenover andere subsectoren van de overheid geëlimineerd, zodat alleen de schuld jegens andere sectoren dan de overheid resteert Relatie vorderingensaldo en mutatie overheidsschuld Om de aansluiting tussen het vorderingensaldo en de mutatie in de schuld te bewerkstelligen moet rekening worden gehouden met onderstaande posten.
Transacties in voornaamste door overheid aangehouden financiële activa (kolom 27 t/m 31) Deze transacties in financiële activa moeten erbij worden opgeteld, omdat de overheidsschuld louter bestaat uit financiële passiva terwijl in het vorderingensaldo ook de transacties in financiële activa zijn meegenomen. Het vorderingensaldo is immers (ook) gelijk aan de transacties in financiële activa minus de transacties in financiële passiva. Transacties in andere activa en passiva (kolom 32) Dit betreft instrumenten die niet in de definitie van overheidsschuld zijn meegenomen (financiële derivaten, handelskredieten en transitorische posten), maar wel in het vorderingensaldo. Waarderingseffecten (kolom 33) Er zijn waarderingsverschillen, met name omdat het vorderingensaldo is gewaardeerd tegen transactiewaarde en de overheidsschuld tegen nominale waarde. Waarderingseffecten bestaan uit het agio/disagio bij de uitgifte en inkoop van schuld en uit wisselkoerseffecten bij schuld in vreemde valuta. Overig (kolom 34) Tot slot is er nog sprake van een restpost waarin onder meer herrubriceringen en statistische verschillen tot uitdrukking komen. Het vorderingensaldo (kolom 26) met omgekeerd teken en het totaal van bovenstaande aansluitposten (kolom 35) geeft de mutatie in de overheidsschuld (kolom 36). De weergegeven data zijn gebaseerd op gegevens van het cbs, het Ministerie van Financiën en eigen berekeningen. Tabel 5.1 Betalingsbalans De opstelling van de betalingsbalans sluit aan bij de internationale richtlijnen van de vijfde editie van het imf Balance of Payments Manual, 1993. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar het artikel ‘De Nederlandse betalingsbalans volgens nieuwe internationale richtlijnen’ in het Kwartaalbericht van juni 1996. Zie ook voor latere aanpassingen het artikel ‘De Nederlandse betalingsbalans: aanpassing van wijze van samenstelling en presentatie’, in Statistisch Bulletin Juni 2000 en ook de toelichting bij de tabellen 5.2 tot en met 5.11. De gegevens worden ontleend aan het rapportagestelsel voor de betalingsbalans van de Nederlandsche Bank, tenzij anders aangegeven. Met ingang van 1 april 2003 is een nieuw rapportagestelsel voor de betalingsbalans geïntroduceerd dat primair gebaseerd is op directe rapportages door ingezetenen. De indirecte rapportages door middel van het oude kasrapportagestelsel over de aard van het betalingsverkeer dat via het Nederlandse bankwezen met het buitenland werd afgewikkeld, is daarmee volledig komen te vervallen. In het nieuwe rapportagestelsel is de verantwoordelijkheid voor de meting van het grensoverschrijdend dienstenverkeer door het Centraal Bureau voor de Statistiek (cbs) overgenomen. Daar het cbs vanouds ook de verantwoordelijkheid voor de Statistiek van de Buitenlandse Handel heeft is het Bureau daarmee grotendeels verantwoordelijk voor de meting van het lopende verkeer met het buitenland. De Nederlandsche Bank richt zich met haar dataverzameling primair op de grensoverschrijdende financiële transacties en posities van ingezetenen, tezamen met de daarmee verband houdende financiele inkomens, als rentes en dividenden. Voor een uitgebreide beschrijving van het nieuwe rapportagestelsel wordt verwezen naar ‘ Balance of payments in the Netherlands: The road to a modern survey system’, Statistical Bulletin May 2003, Special issue. 2 Vermogensoverdrachtenrekening Tot de vermogensoverdrachten behoren onder meer schenkingen van investeringsgoederen, schuldkwijtschelding, goederen en financiële activa die migranten bij hun verhuizing meenemen, alsmede overige transacties zoals legaten en sinds 1 april 2000 de handel in stamrechten.
4.1 Monetair goud Als deelnemer aan het ems droeg Nederland door middel van een driemaandelijkse swap 20% van haar goudvoorraad over aan de Europese Centrale Bank (tot 1 juni 1998 het Europees Monetair Instituut; voor 1 januari 1994 het Europese Fonds voor Monetaire Samenwerking). In 1997 is de totale goudvoorraad gedaald door de verkoop van 300 ton. In samenhang hiermee werd bij de daaropvolgende vernieuwing van de goud-ecu swap 60 ton minder goud overgedragen aan het Europees Monetair Instituut. Dit heeft geleid tot een navenante toeneming van de door de Bank aangehouden goudvoorraad. Per eind 1998 is in verband met de overgang naar de emu de goud-ecu swap beëindigd. De uit dien hoofde ontvangen ecu’s werden teruggegeven, waartegenover goud werd ontvangen. Tabel 5.2 Goederenrekening Het goederenverkeer omvat de ‘klassieke’ goederenhandel – uitvoer (fob) en invoer (fob) – tussen ingezetenen en niet-ingezetenen die gepaard gaat met eigendomsoverdracht. Tot deze categorie behoren tevens de transacties in niet-monetair goud. Transitotransacties (met eigendomsoverdracht) worden evenwel netto in het dienstenverkeer geboekt (zie tabel 5.3). Het goederenverkeer omvat voorts de (bruto) waarde van de goederenstroom die betrokken is bij veredelingstransacties, waarbij goederen tijdelijk de grens overgestuurd worden om ze tegen vergoeding vergoeding (het veredelingsloon) een bewerking te laten ondergaan zonder dat eigendomsoverdracht plaats vindt. Tenslotte zijn reparatie aan goederen en de levering van goederen in (lucht)havens aan transportondernemingen (bunkering) in het goederenverkeer opgenomen. De bron van de gegevens wordt gevormd door de handelsstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Aanvullende gegevens Teneinde te voldoen aan de internationale richtlijnen voor de registratie van de goederenhandel zijn aanpassingen op de cijfers van de handelsstatistiek noodzakelijk. Deze aanpassingen hebben betrekking op de volledigheid waarmee transacties geregistreerd worden (verschil in dekking), op de classificatie en op het tijdstip van registratie. De omvangrijkste aanpassing, die voor dekking, hangt samen met een wijziging van de waarneming van het intraeu handelsverkeer door het Centraal Bureau voor de Statistiek, als gevolg waarvan de uitkomsten voor de handelsstatistiek sinds januari 1993 niet meer vergelijkbaar zijn met die van voorliggende jaren. Voorts blijken de cijfers niet zonder meer inpasbaar in de Nationale rekeningen en de Kwartaalrekeningen. In verband hiermee is het Bureau ertoe overgegaan de uitkomsten van de handelsstatistiek, die voorheen in het integratieproces van de Nationale rekeningen vrijwel geen aanpassing behoefden, te corrigeren. Deze correcties worden door de Nederlandsche Bank overgenomen voor de samenstelling van de betalingsbalans. Met de laatste revisie van de Nationale rekeningen zijn deze correcties vanaf 1995 sterk gereduceerd, waardoor zich met ingang van dat jaar een reeksbreuk voordoet. Het voornaamste bestanddeel van de classificatieverschillen is de herwaardering van de invoer naar fob-waarde (handelsstatistiek: cif-waarde). Het verschil wordt als invoer van vervoers- en verzekeringsdiensten in het dienstenverkeer opgenomen, voor zover deze diensten door nietingezetenen worden geleverd. Vanaf 1995 is de methode voor het berekenen van deze herwaardering herzien. Met ingang van datzelfde jaar zijn tevens de activiteiten van distributiecentra in de goederenrekening opgenomen. Tabel 5.3 Dienstenrekening Met ingang van 1 april 2003 is de verantwoordelijkheid voor de meting van het grensoverschrijdend dienstenverkeer door het Centraal Bureau voor de Statistiek (cbs) overgenomen. Daar de cijfers voor het dienstenverkeer voor het meest recente kwartaal nog niet beschikbaar zijn voor opname in het Statistisch Bulletin, heeft dnb ramingen gemaakt voor zowel invoer als uitvoer van de drie hoofdgroepen van de dienstenrekening: de vervoersdiensten, het reisverkeer en de overige diensten. De ramingen zijn gemaakt met zogenoemde Arima-modellen.
123*
1.1 en 2.1 Vervoersdiensten Vanaf 1995 zijn de aanpassingen van de vervoersdiensten herzien, zodat deze aansluiten bij de meting van de goederenstromen op fob-basis. De bedragen voortvloeiend uit deze aanpassingen, waaronder de tegenpost van de herwaardering van de goedereninvoer (zie hierboven), zijn niet langer alleen aan de zeescheepvaart toegerekend maar ook aan andere vervoerstakken. 1.2 en 2.2 Reisverkeer De introductie van de euro heeft vanaf 1999 de internationale terugzending van bankbiljetten door het bankwezen sterk doen toenemen. Het effect daarvan op het reisverkeer is moeilijk te kwantificeren. Door de introductie van de chartale euro begin 2002 is de tot dan toe gebruikelijke waarneming van de chartale reisuitgaven door ingezetenen van het eurogebied niet meer mogelijk. Per 1 januari 2002 worden gegevens omtrent het reisverkeer daarom op een andere wijze verzameld. Daartoe stelt het Centraal Bureau voor de Statistiek, verantwoordelijk voor de compilatie van de statistiek van het reisverkeer, gegevens samen op basis van enquêtes onder ingezetenen naar de gemaakte reisuitgaven in het buitenland en het gebruik van logiesaccomodaties. De verandering in de waarneming betekent dat er begin 2002 een breuk optreedt in de registratie van het reisverkeer. 1.5 en 2.5 Verzekeringen Deze posten bevatten een reeksbreuk per eind 1994. Tot dat tijdstip werden Nederlandse verzekeringsdiensten niet afzonderlijk waargenomen maar gesaldeerd met buitenlandse verzekeringsdiensten. 1.7 en 2.7 Computer- en informatiediensten Deze posten bevatten een reeksbreuk per eind 1994. Tot dat tijdstip werden computer- en informatiediensten niet afzonderlijk geregistreerd maar maakten zij deel uit van de overige zakelijke dienstverlening. 1.8 en 2.8 Royalty’s en licenties Deze post bevat de vergoedingen voor het gebruik van stamrechten. Tot 1 april 2000 omvat deze post tevens de handel in stamrechten. 1.9.1 Transito Deze post betreft de door transitohandelaren verdiende marge op aan- en verkoop van goederen die niet in het vrije verkeer van Nederland worden gebracht. 1.10 en 2.10 Particuliere diensten Deze posten bevatten een reeksbreuk per eind 1994. Tot dat tijdstip werden particuliere diensten, waartoe gerekend worden audiovisuele diensten en overige persoonlijke en recreatieve diensten, niet afzonderlijk geregistreerd maar maakten zij deel uit van de overige zakelijke dienstverlening. Tabel 5.4 Inkomensrekening Tot de inkomenstransacties behoren inkomen uit arbeid en kapitaal, met een nader onderscheid tussen inkomen uit directe investeringen, effecten en overige financiële activa en passiva. Dit onderscheid sluit aan bij de classificatie van de financiële rekening (zie tabellen 5.6 tot en met 5.8) en het extern vermogen van Nederland (tabel 5.11). 2.1.2 en 5.1.2 Ingehouden winsten Deze post betreft de ingehouden winsten (of verliezen) van dochterondernemingen in direct-investeringsverband. De tegenpost van deze transacties is de herinvestering van winsten binnen de directe investeringen (regels 1.2 en 9.2 in tabel 5.6). De informatie wordt ontleend aan een jaarlijkse rapportage onder in Nederland gevestigde moedermaatschappijen en dochterondernemingen. Voor (de kwartalen van) het lopende jaar worden de cijfers over de ingehouden winsten geraamd op basis van het verleden en zijn derhalve met grote onzekerheden omgeven. 2.1.3 en 5.1.3 Rente op leningen Bij de boeking van de rente-inkomens (op accrual basis) aangaande leningen die een dochtermaatschappij aan haar moeder
124*
verstrekt heeft, wordt het concept van directional principle toegepast (zie de toelichting bij tabel 5.6). 5.2.2 Rente op effecten De renteboekingen op obligaties en geldmarktpapier geschieden sinds april 2003 op accrual basis. Volgens dit principe wordt het rente-inkomen toegerekend aan de periode dat vorderingen worden aangehouden of verplichtingen uitstaan. Hierdoor dient het renteinkomen op rentedragende vorderingen en verplichtingen geheel los te worden beschouwd van feitelijke rentebetalingen. In de periode voor april 2003 vond alleen de renteboeking op Nederlandse obligaties op accrual basis plaats. Tabel 5.5 Inkomensoverdrachten Tot de inkomensoverdrachten behoren onder meer schenkingen in geld of natura die in de consumptieve sfeer worden aangewend, premies en uitkeringen van sociale-verzekeringsinstellingen en door de overheid geheven belastingen. De waarneming van de inkomensoverdrachten is voor de meest recente kwartalen niet geheel volledig en omvat mede enige ramingen. Tabel 5.6 Directe investeringen Tot de directe investeringen worden de transacties gerekend die samenhangen met de verwerving van aandelenkapitaal door ondernemingen in buitenlandse ondernemingen (door oprichting, fusie of overname) met als doel zeggenschap in het bestuur van die onderneming te verkrijgen. Verder behoren daartoe alle overige financiële transacties tussen gelieerde ondernemingen (leningen, ingehouden winsten, mutaties in onderlinge rekeningen-courant), alsmede de aan- en verkopen van onroerend goed. De verdeling naar land betreft het land van vestiging van de rechtstreekse buitenlandse moeder- of dochteronderneming. Conform het imf Balance of Payments Manual wordt het directional principle toegepast bij de meting van de Nederlandse directe investeringen in het buitenland en de buitenlandse directe investeringen in Nederland. Volgens dit principe worden financiële (en daaraan gerelateerde inkomens) stromen van de dochter naar de moeder gesaldeerd met de transacties van de moeder naar de dochter. Ten aanzien van de samenstelling van de landen(groepen) wordt in het algemeen de definitie gevolgd die Eurostat hanteert. De samenstelling van de meest gebruikte landen(groepen) is hieronder weergegeven. Frankrijk: inclusief Frans-Guyana, Guadeloupe, Monaco, Martinique, Saint-Pierre en Miquelon, Reunion en Mayotte. Overige eu-landen: Portugal en Griekenland. Vanaf 1 mei 2004 vallen ook de op die datum tot de eu toegetreden landen onder deze landengroep: Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië incl. voormalig Tsjechoslowakije. Oost-Europa: (tot 1 mei 2004) Albanië, Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Estland, Hongarije, Kroatië, Letland, Litouwen, Macedonië, Moldavië, Oekraïne, Polen, Roemenië, Rusland incl. voormalige ussr, Servië en Montenegro, Slovenië, Slowakije, Tsjechië incl. voormalig Tsjechoslowakije en Wit-Rusland. Vanaf 1 mei 2004 vallen de tot de Europese Unie toegetreden landen niet meer in deze landengroep: Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië incl. voormalig Tsjechoslowakije. Overig Europa: (tot 1 mei 2004) Oost-Europa, Andorra, Cyprus, Faeröer, Gibraltar, Guernsey, Jersey, Liechtenstein, Malta, Man, Noorwegen incl. Spitsbergen en Jan Mayen, San Marino, Turkije, Vaticaanstad, IJsland en Zwitserland. Vanaf 1 mei 2004 vallen de tot de Europese Unie toegetreden landen niet meer in deze landengroep: Cyprus en Malta. Zuidoost-Azië: Brunei, Cambodja, China, Filipijnen, Hongkong, Indonesië, Oost-Timor, Laos, Maleisië, Myanmar, Singapore, Taiwan, Thailand, Vietnam incl. voormalig Zuid-Vietnam en Zuid-Korea.
Tabel 5.7.1 Effectenverkeer Tot het verhandelbaar effectenverkeer behoren transacties in aandelen, obligaties (zijnde verhandelbaar schuldpapier met een looptijd langer dan een jaar) en geldmarktinstrumenten (zijnde verhandelbaar schuldpapier met een looptijd van maximaal een jaar) voor zover niet vallend onder de directe investeringen of de officiële reserves. Het onderscheid tussen Nederlandse en buitenlandse effecten is gebaseerd op het land van ingezetenschap van de emittent van de stukken. De netto transacties van de buitenlandse effecten worden onderverdeeld naar sector van de houder. De netto transacties van de Nederlandse effecten worden onderverdeeld naar sector van de emittent. Tabel 5.7.2 Buitenlandse effecten, niet-emu, naar sector van de houder. Tabel 5.7.2. toont netto transacties door Nederlandse beleggers in buitenlandse effecten uitgegeven door niet-ingezetenen van de 12 landen van het eurogebied. Deze door niet-ingezetenen van het eurogebied uitgegeven stukken, worden onderverdeeld naar sector van de houder. Tabel 5.8 Financiële derivaten en overige financiële transacties Financiële derivaten zijn instrumenten waarvan de waarde afgeleid is van de prijs van een ander effect, index of goed. Voorbeelden van financiële derivaten zijn opties, futures en andere termijncontracten, renteswaps en forward rate agreements. Bij opties en futures wordt in de rapportage een onderscheid gemaakt in transacties naar activa en passiva. Voor de overige typen derivaten wordt, conform de richtlijnen van het imf, een ontvangst als de inning van een vordering gezien en een betaling als het voldoen van een verplichting. Ten behoeve van het bankenverkeer binnen de overige financiële transacties wordt vanaf 1999 gebruik gemaakt van standencijfers uit de monetaire statistiek. Het gaat hierbij voornamelijk om de leningen en deposito’s die banken verstrekken aan c.q. ontvangen van buitenlandse tegenpartijen. Bij de bepaling van de stromencijfers worden de standenmutaties aangepast om de effecten van de in desbetreffende maand opgetreden wisselkoersschommelingen op het bankenverkeer te neutraliseren.
schrijdende effectenbezit in 2003’ in het Statistisch Bulletin van september 2004. De breuk in de waarneming van de standen van directe investeringen, financiële derivaten en overig kapitaal per ultimo 2003 is toegelicht in het artikel ‘Het externe vermogen van Nederland in 2003’ in het Statistisch Bulletin van december 2004. Qua samenstelling sluit het externe vermogen aan bij de internationale richtlijnen met betrekking tot de ‘international investment position’ in de vijfde editie van het Balance of Payments Manual, 1993 van het imf. De standen zijn vrijwel geheel afkomstig van informatie uit het nieuwe rapportagestelsel van de betalingsbalans en geven zo veel mogelijk marktwaarden weer. 4.1 en 10.1 Handelskrediet Deze post omvat zowel kort als lang handelskrediet. Het korte handelskrediet is gebaseerd op een ramingsmodel. 4.4 en 10.4 Overige activa/passiva De overige activa en passiva omvatten onder andere vorderingen en verplichtingen uit hoofde van de deelnemingen van de overheid in internationale organisaties. Tabel 5.12 Internationale reserves Algemeen De gegevens hebben betrekking op de monetaire autoriteiten en, in principe, centrale overheidsinstellingen (exclusief sociale zekerheidsfondsen) voor zover statistisch significant. Dit is voor Nederland niet het geval. In principe zijn in deze tabel alleen middelen in en aanspraken op vreemde valuta opgenomen. Instrumenten in vreemde valuta of geïndexeerd naar een wisselkoers ten opzichte van de euro, maar afgerekend in euro of andere middelen, zijn opgenomen als memorandum posten. Cijfers over andere posten dan de officiële reserves zijn voor de periode vóór 1999 niet beschikbaar. Zie ook het artikel ‘De statistische meting van internationale reserves’, in Statistisch Bulletin Juni 2000. Voor de bepaling van middelen en aanspraken wordt in het algemeen de transactiedatum gebruikt en niet de verrekeningsdatum.
1.2 en 6.2 Kort handelskrediet De mutaties in het korte handelskrediet worden niet als afzonderlijke post waargenomen, maar zijn geraamd op basis van de relevante goederenstromen.
Sectie I: Officiële reserves en overige middelen in vreemde valuta De post officiële reserves omvat uitsluitend liquide vorderingen in vreemde valuta van de Nederlandsche Bank op niet-ingezetenen van het eurogebied.
2.1.1 Activa, lange leningen, Overheid De grote uitgaande post in het eerste kwartaal van 1999 heeft grotendeels betrekking op de monetaire autoriteiten en vormt de tegenpost van de overdracht van officiële reserves door dnb aan de ecb.
Sectie II en III: Vaststaande en mogelijke korte-termijn aanspraken op middelen in vreemde valuta De posten in deze secties hebben betrekking op ontvangsten en betalingen binnen één jaar na de referentiedatum die invloed hebben op het totaal aan beschikbare internationale reserves.
Tabel 5.10 Geografische uitsplitsing van de Nederlandse betalingsbalans
Sectie IV: Memorandum posten Deze posten omvatten verdere uitsplitsingen van posten uit de secties i-ii en andere waarderingsprincipes voor posten in secties i-iii.
De cijfers uit tabel 5.1 zijn uitgesplitst naar onderscheiden regio. Tabel 5.11 Extern vermogen van Nederland De externe vermogenspositie geeft een overzicht van de ultimostanden van vorderingen en verplichtingen van Nederlandse ingezetenen ten opzichte van niet-ingezetenen. De standencijfers zijn nauw gerelateerd aan de overeenkomstige onderdelen van de financiële rekening van de betalingsbalans (tabellen 5.1 en 5.6 t/m 5.8). Zoals vermeld bij de toelichting op tabel 5.1, is met ingang van 1 april 2003 een nieuw rapportage-stelsel voor de betalingsbalans geïntroduceerd. De verbeterde waarneming binnen dit nieuwe stelsel heeft in het extern vermogen in een aantal gevallen geleid tot reeksbreuken ten opzichte van voorgaande jaren. De breuk in de waarneming van het grensoverschrijdende effectenbezit per ultimo 2003 is nader toegelicht in het artikel ‘Het grensover-
1.1.1 Effecten Deze post betreft in principe zowel aandelen als schuldpapieren. In de praktijk worden de Nederlandse officiële reserves alleen in schuldpapier van hoge kwaliteit belegd. Onder schuldpapieren vallen onder andere (overheids)obligaties, maar ook diverse geldmarktinstrumenten. 1.1.2.1 Andere nationale centrale banken, BIB en IMF Onder deze post vallen tevens de middelen die uit hoofde van een leenovereenkomst met het imf en onder staatsgarantie op rekening zijn gezet van imf’s Poverty Reduction and Growth Facility Trust. 1.1.2.2 en 1.1.2.3 Banken met hoofdkantoor in/buiten het eurogebied Tot de officiële reserves van het Eurosysteem worden alleen vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied gerekend.
125*
1.1 Totaal deviezenvoorraad Deze post omvat onder meer de in Amerikaanse dollars en Japanse yen belegde deviezenreserves van de Bank. 1.4 Goud (inclusief goud leningen en goudswaps) Uitgeleend en geswapt goud wordt gerekend tot de goudvoorraad. De waardering van deze post geschiedt tegen marktwaarde per de kwartaalultimo. 2 Totaal overige middelen in vreemde valuta Dit onderdeel betreft voornamelijk niet-euro vorderingen op ingezetenen van het eurogebied. De post buitenlandse rekeningen omvat zowel rekeningen courant als depositorekeningen. 3 Leningen, effecten en buitenlandse rekeningen Het betreft hier het saldo van ontvangsten en betalingen, inclusief eventuele renteontvangsten en -betalingen, voor zover deze binnen de aangegeven tijdshorizon vallen. Indien er sprake van is, worden vreemde valutarekeningen die door niet-ingezetenen van het eurogebied bij dnb worden aangehouden onder deze post opgenomen. 4 Posities in termijncontracten en futures in vreemde valuta vis-à-vis de euro Deze post betreft de samengevoegde short en long posities, inclusief het deel van valutaswaps dat betrekking heeft op toekomstige betalingen, de zgn. ‘forward leg’. In het geval er sprake is van termijncontracten of future posities met margeverplichtingen en een resterende looptijd langer dan 1 jaar, worden deze opgenomen in sectie iv. Eventuele opties in vreemde valuta zijn opgenomen in sectie iii. 5.5 en 5.6 Overige te betalen en te ontvangen posten Deze posten kunnen betrekking hebben op goederen en diensten die op krediet zijn aangeschaft, rentebetalingen na afloop van een bepaalde periode, afbetalingen van leningen en toekomstige loonen salarisbetalingen. 6.1 Borgstelling op schuld, resterende looptijd één jaar of korter Als voor deze post een bedrag wordt aangegeven, betreft dit een mogelijke toekomstige betaling die voortvloeit uit de borgstelling en niet de waarde van het onderpand. Onder deze post vallen eventuele kredietgaranties in vreemde valuta, afgegeven door de autoriteiten of overheidsgelieerde instellingen om commerciële risico’s in euro’s af te dekken. 6.2 Overige mogelijke verplichtingen Onder deze post vallen onder andere eventuele vreemde valuta leenovereenkomsten die zijn afgesloten door nationale autoriteiten met binnenlandse organisaties en instellingen. 8 en 9 Onbenut, onvoorwaardelijk krediet verstrekt door/aan Uitsluitend onbenutte vreemde valuta kredieten vallen onder deze posten. Eventuele reeds aangesproken vreemde valuta kredieten zijn opgenomen in sectie i voor wat betreft de toename/afname van de reserves en in sectie ii voor wat betreft de hieruit voortvloeiende vaststaande terugbetalingen. 8.2, 8.3, 9.2, 9.3 Financiële instellingen Onder financiële instellingen wordt verstaan: Banken en overige financiële instellingen 9.1.3 Onbenutte, onvoorwaardelijke kredietlijnen verstrekt aan het IMF Onder deze post worden eventuele esaf kredieten (Enhanced Structural Adjustment Facility) of de opvolger hiervan, prgf kredieten (Poverty Reduction and Growth Facility) niet opgenomen. Dit geldt ook voor gab/nab faciliteiten, waarbij op individuele basis aan het imf krediet in euro’s wordt verstrekt. Deze worden beschouwd als onderdeel van de totale reservemiddelen van de imf-lidstaat. 14 Geleende en uitgeleende effecten Het betreft hier zowel de daadwerkelijk (uit)geleende effecten, als de contracten met een terugkoopovereenkomst: (reverse) repurchase agreements (repo). Alle bestaande repo’s zijn opgenomen, ook repo’s met een vervaldatum meer dan 1 jaar na de
126*
referentiedatum. De gegevens betreffen de markt(bied)waarde van het onderpand (de effecten) inclusief eventuele aangegroeide rente. Goudswaps worden behandeld als repo’s. 15 Financiële derivaten Deze post betreft derivatenposities op ingezetenen en nietingezetenen, ongeacht of ze al in secties i-iii zijn vermeld. Tabel 5.13 Bruto externe schuld van Nederland De bruto externe schuld van Nederland is een momentopname van de uitstaande verplichtingen van Nederlandse ingezetenen ten opzichte van het buitenland. Deze standencijfers, die deel uitmaken van de passivazijde van het externe vermogen (zie tabel 5.11 + toelichting), worden sinds het tweede kwartaal 2003 opgesteld volgens de internationale richtlijnen van het imf. Deze richtlijnen zijn tot stand gekomen in het kader van de Special Data Dissemination Standard (sdds). De bruto externe schuld is gebaseerd op informatie uit het directe rapportage-stelsel voor de betalingsbalans en aanvullende (externe) bronnen en is in beginsel gewaardeerd tegen marktwaarde Een belangrijk verschil tussen de bruto externe schuld van Nederland en de passivazijde van het externe vermogen is dat aandelenkapitaal, hetzij in de vorm van deelnemingen, hetzij in de vorm van verhandelbare aandelen, niet tot de bruto externe schuld wordt gerekend. Daarnaast bevat de schuldenstatistiek een indeling naar sectoren (overheid, monetaire autoriteiten, banken en overige sectoren) en wordt onderscheid gemaakt tussen korte- en langetermijnverplichtingen. Voor een nadere toelichting over de bruto externe schuld en de sdds wordt verwezen naar het Statistisch Bulletin van maart 2004. Tabel 6.1 Economische kerngegevens voor Nederland en het eurogebied De cijfers aangaande Nederland zijn in hoofdzaak ontleend aan en berekend uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De cijfers betreffende de werkloosheid, de conjunctuurenquête, de lonen en de prijzen zijn niet gecorrigeerd voor seizoeninvloeden. De cijfers aangaande het eurogebied hebben betrekking op de lidstaten die tijdens de door de statistieken bestreken periodes deel uitmaken van het eurogebied. Een uitzondering wordt gemaakt voor de periode voorafgaand aan de oprichting van de emu. In deze periode hebben de reeksen betrekking op de elf landen die de euro per 1 januari 1999 ingevoerd hebben. De cijfers zijn in hoofdzaak ontleend aan en berekend uit gegevens van Eurostat. 2.1.1 Reële uurlonen Nederland De reële uurlonen betreffen de cao-lonen in de verwerkende industrie gedefleerd met de consumentenprijzen. 3.1.1 Nominale concurrentie-indicator Nederland De nominale concurrentie-indicator van Nederland wordt op dezelfde wijze berekend als voorheen de nominale effectieve wisselkoers van de gulden (zie onder 3.2.1 voor een definiëring van de nominale effectieve wisselkoers). Voor de naamswijziging is gekozen om verwarring te voorkomen. Per 1 januari 1999 heeft de euro de gulden op de financiële markten opgevolgd. De euro is echter ook de officiële munt in de 10 andere landen die deel uitmaken van het eurogebied. In de bepaling van de concurrentengewichten die worden gehanteerd voor de berekening van de concurrentie-indicator zijn de handelsrelaties met de andere landen van het eurogebied ook van betekenis. Zie voor een nadere toelichting het artikel ‘Vernieuwing effectieve wisselkoersen en concurrentie-indicator’, in Statistisch Bulletin September 2000. 3.1.2 Reële concurrentie-indicator Nederland De reële concurrentie-indicator van Nederland wordt op dezelfde wijze berekend als voorheen de reële effectieve wisselkoers van de gulden (zie ook onder 3.2.2).
3.2.1 Nominale effectieve wisselkoers van de euro De nominale effectieve wisselkoers van de euro is een gewogen gemiddelde van de wisselkoers van deze valuta ten opzichte van andere valuta’s. De gewichten zijn zogenaamde concurrentengewichten, die worden afgeleid uit een matrix van handelsrelaties (betreffende de in- en uitvoer van industriële goederen) tussen het eurogebied en andere landen. De concurrentengewichten brengen de betekenis tot uitdrukking die deze landen hebben als concurrent van het eurogebied. 3.2.2 Reële effectieve wisselkoers van de euro De reële effectieve wisselkoers van de euro is een gewogen gemiddelde van de wisselkoers van deze valuta ten opzichte van de valuta’s van andere landen, gedefleerd met de verhouding van de consumentenprijzen in het eurogebied en deze landen. 5.1.1 Werkloosheid Nederland De door het cbs samengestelde statistiek met betrekking tot de werkloze beroepsbevolking is in hoofdzaak gebaseerd op de Enquête Beroepsbevolking. Daarnaast wordt bij de samenstelling gebruik gemaakt van de Arbeidsrekeningen. De werkloze beroepsbevolking bestaat uit mensen van 15-64 jaar die zoeken naar een baan van twaalf uur of meer per week, daarvoor beschikbaar zijn en geen werk hebben of een baan van minder dan twaalf uur per week. De uitkomsten hebben betrekking op het gemiddelde aantal werklozen in een driemaandsperiode (geplaatst in de middelste maand) en zijn gecorrigeerd voor seizoeninvloeden. Tabel 7.1 Balansen van geregistreerde kredietinstellingen (bedrijfseconomische opstelling) De cijfers in deze tabel hebben betrekking op maandstaten van instellingen ingeschreven in de afdelingen i, ii en iii van het register zoals bedoeld in artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992. Onder het binnenlands bedrijf wordt verstaan zowel de binnenlandse als de grensoverschrijdende activiteiten van in Nederland gevestigde kredietinstellingen. De aanvullende gegevens hebben in tegenstelling tot de andere cijfers alleen betrekking op de instellingen ingeschreven in de afdelingen i en ii van het register. Voor de berekening van de solvabiliteitsratio kan niet worden uitgegaan van het toetsingsvermogen zoals vermeld bij de aanvullende gegevens. Deze tabel is per januari 1998 aangepast vanwege de invoering van nieuwe bedrijfseconomische rapportages, waarbij de maandstaat meer in overeenstemming is gebracht met het model van de balans als bedoeld in artikel 415 boek 2 bw. Tabel 7.2 Baten en lasten van geregistreerde kredietinstellingen De cijfers in deze tabel hebben betrekking op maandstaten van instellingen ingeschreven in de afdelingen i, ii en iii van het register zoals bedoeld in artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992. De kwartaalcijfers betreffen een cumulatie van het lopende en de voorgaande kwartalen in het kalenderjaar. Tabel 7.3 Buitenlandse schuldverhoudingen van mfi’s De gegevens in deze tabel zijn gebaseerd op de rapportages van monetair-financiële instellingen met een gezamenlijk balanstotaal van circa 96% van het balanstotaal van alle Nederlandse monetairfinanciële instellingen exclusief de Nederlandsche Bank. Deze gegevens zijn tot 100% opgehoogd. De in deze tabel gepresenteerde cijfers kunnen niet zonder meer worden vergeleken met die in tabel 7.4. Deze laatste zijn namelijk op geconsolideerde basis opgesteld. Daarentegen betreffen de in tabel 7.3 gepresenteerde cijfers slechts de vorderingen en verplichtingen van in Nederland gevestigde mfi’s. Voor een toelichting, zie het artikel ‘Buitenlandse vorderingen van Nederlandse banken in 2000’, in het Statistisch Bulletin van Juni 2001.
Tabel 7.4 Geconsolideerde activa van geregistreerde kredietinstellingen De cijfers in deze tabel hebben betrekking op buitenlandse activa van instellingen ingeschreven in de afdelingen i, ii en – voorzover van toepassing – iii van het register zoals bedoeld in artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992, met een indeling naar resterende looptijd. Onder buitenlandse activa zijn begrepen alle grensoverschrijdende uitzettingen van de Nederlandse banken in derde landen, alsmede de vorderingen van de buitenlandse vestigingen van Nederlandse banken in lokale en niet-lokale valuta op ingezetenen ter plaatse. De uitzettingen omvatten tevens de vorderingen met dekking door de Nederlandsche Credietverzekering Maatschappij. Niet in de cijfers opgenomen is het zogenaamde netto financieel belang in de buitenlandse vestigingen van de Nederlandse banken. (Het netto financieel belang omvat de kapitaaldotatie aan het kantoor c.q. de intrinsieke waarde van de deelneming alsmede het saldo van vorderingen op en schulden aan de vestiging.) De in de tabel gepresenteerde cijfers zijn op geconsolideerde basis opgesteld. Dat betekent dat intercompany claims wegvallen. De cijfers kunnen daarom niet zonder meer worden vergeleken met die in tabel 7.3, onder meer omdat de laatste niet op geconsolideerde basis zijn berekend. Voor een toelichting, zie het artikel ‘Buitenlandse vorderingen van Nederlandse banken in 2000’, in het Statistisch Bulletin Juni 2001. Tabel 7.4 valt in tweeën uiteen: het eerste deel presenteert gegevens omtrent internationale vorderingen (alle grensoverschrijdende uitzettingen van de Nederlandse banken in derde landen, alsmede de vorderingen van de buitenlandse vestigingen van Nederlandse banken in niet-lokale valuta). In de het tweede deel ‘Geconsolideerde activa van geregistreerde kredietinstellingen (lokale vorderingen in lokale valuta)’ worden vorderingen gepresenteerd van de buitenlandse vestigingen van Nederlandse bankconcerns, maar dan luidend in lokale valuta. Tabel 7.5 Onderhandse derivatencontracten bij Nederlandse banken In deze statistiek worden gegevens verzameld omtrent uitstaande bedragen en bruto marktwaarde van derivatencontracten van Nederlandse banken met tegenpartijen in binnen- en buitenland. De bruto marktwaarde meet de vervangingskosten van alle uitstaande contracten als deze vereffend zouden worden op de rapportagedatum. De term bruto geeft aan dat contracten met positieve en (absolute waarde van) negatieve vervangingswaarden met dezelfde tegenpartij niet worden gesaldeerd. Ook binnen een risicocategorie (zoals valuta-of rentederivaten) vinden geen salderingen plaats. Bruto marktwaarden vormen een alternatieve maatstaf voor de marktomvang van derivaten en zijn in de enquête omschreven als de som van de positieve marktwaarde van alle openstaande otc-contracten en de som van de negatieve marktwaarde van die contracten met tegenpartijen. De cijfers hebben uitsluitend betrekking op onderhands afgesloten contracten. De rapporterende banken beslaan ruim 95% van de onderhandse derivatenactiviteiten van Nederlandse banken. Deze rapportage is op geconsolideerde basis opgesteld: alle mondiale activiteiten van een bank (met een Nederlands hoofdkantoor) die vanuit het binnenland, maar ook die welke vanuit buitenlandse dochters en bijkantoren worden verricht, zijn daarin verwerkt. Om dubbeltellingen te voorkomen worden intraconcerntransacties niet meegeteld. Aandelencontracten In het onderste paneel zijn de aandelencontracten naar regio gespecificeerd. Het betreft hier derivaten op een individueel aandeel dan wel op een aandelenindex in de betrokken regio. Tabel 7.6 Transacties en omzetten in het topgiraal betalingsverkeer naar type betaling In het topgirale betalingsverkeer worden girale transacties afgewikkeld via het rtgs (real time gross settlement)betalingssysteem van dnb. Dit hoogwaardig betalingssysteem, bij dnb top-systeem genoemd, verwerkt in het algemeen betalingen
127*
met gemiddeld een hoge waarde per transactie. Het top-systeem is vanaf het najaar van 1997 operationeel en vormt de Nederlandse component van het gemeenschappelijke target-systeem van het Europese Stelsel van Centrale Banken. Het 8007-verkeer is onderdeel van het top-systeem en is in het bijzonder bestemd voor de afwikkeling van interbancaire cliënttransacties, waarbij een niet-ingezetene is betrokken (8007 staat voor de betrokken betalingsbalanscode). target-verkeer betreft transacties met een rekeninghouder in het rtgs-systeem van een andere centrale bank in het escb. Tft-verkeer betreft verkeer dat betrekking heeft op effectentransacties, waarbij de betaling plaatsvindt in het topsysteem van dnb (Tft staat voor Trade for Trade, hetgeen verwijst naar het feit dat dergelijke transacties op individuele basis bruto worden afgewikkeld). Per 1 oktober 2001 is de zogenoemde bulkverevening, waarbij de door Interpay geleverde netto bedragen van de retailbetalingen éénmaal per dag in top werden afgewikkeld, vervangen door ‘kavelsettlement’. Zie ook ‘Kavelverevening in top’ in het Kwartaalbericht van de Nederlandsche Bank, december 2001. Tabel 7.7 Wisselactiviteiten van geldtransactiekantoren Sinds de inwerkingtreding van de Wet inzake de geldtransactiekantoren (Wgt) op 19 juli 2002 staan deze kantoren onder toezicht van dnb. Een geldtransactiekantoor is ieder natuurlijk persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig ten behoeve van derden geldtransacties uitvoert. De bedoeling van deze wet is de integriteit van het financiële stelsel in Nederland te beschermen, het witwassen van misdaadgeld tegen te gaan en het voorkomen van het financieren van terrorisme. Alle wisselactiviteiten van in het register van de Bank opgenomen kantoren zijn in deze tabel verwerkt (zie Stand der inschrijvingen in de registers Wtk en Wgt). Wisselactiviteiten van kredietinstellingen zijn niet inbegrepen. Per ultimo december 2003 zijn de instellingen gwk en ChangeExpress als juridische onderdelen van gwk Bank opgenomen in het Wtk register en als gevolg daarvan uitgeschreven uit het Wgt register. Uit oogpunt van continuïteit van de statistiek en vertrouwelijkheid van de individuele informatie blijven zij wel onderdeel uitmaken van de statistiek voor wisseltransacties en geldtransfers. In deze tabel worden ontvangsten en uitgaven bezien vanuit het standpunt van geldtransactiekantoren. Wisselactiviteiten bestaan uit het wisselen van munten of bankbiljetten (van één valuta naar een andere of van grote coupures naar kleine coupures en vice versa), het uitbetalen van munten of bankbiljetten tegen inlevering van cheques, het uitbetalen van munten of bankbiljetten op vertoon van een creditcard. De aangekochte bedragen aan chartaal geld in vreemde valuta zijn zoveel mogelijk via gemiddelde wisselkoersen tegenover de euro omgerekend. Indien geen gemiddelde koersen aanwezig waren zijn ultimokoersen gebruikt. Couponuitbetalingen zijn het uitbetalen van munten of bankbiljetten tegen inlevering van een of meer onderdelen van het couponblad van een waardepapier aan toonder, tegen inlevering waarvan de rente op dit waardepapier kan worden geïnd. Vrijgevallen delen van (veelal buitenlandse) waardepapieren, zogeheten coupons, worden dan verzilverd tegen contant geld. Zowel oorspronkelijke coupons als cheques kunnen luiden in euro’s maar ook in vreemde valuta, de aankopen daarvan zijn omgerekend in euro. De som van de ontvangsten van geldtransactiekantoren hoeft niet gelijk te zijn aan uitgaven door geldtransactiekantoren. Kantoren kunnen bv. interen op hun liquide middelen of juist hun kassen aanvullen. Voorts oefenen een aantal kantoren ook nevenactiviteiten uit (niet in de tabel opgenomen) die een verschil tussen ontvangsten en uitgaven kunnen overbruggen. In het Statistisch Bulletin van september 2003 ‘Wisseltransacties en rentecouponuitbetalingen overheersen bij geldtransactiekantoren’ is een overzichtsartikel opgenomen.
Tabel 7.8 Geldtransferactiviteiten van geldtransactiekantoren Net als in tabel 7.7 (zie boven) worden in deze tabel ontvangsten en uitgaven bezien vanuit het standpunt van geldtransactiekantoren. Alle geldtransferactiviteiten van in het register van de Bank opgenomen kantoren zijn in deze tabel verwerkt (zie Stand der inschrijvingen in de registers Wtk en Wgt). Geldtransferactiviteiten van kredietinstellingen zijn niet inbegrepen (zie ook de toelichting bij tabel 7.7). Een geldtransfer is een rechtstreekse overmaking van (veelal) contant geld naar het buitenland. Er wordt gewerkt buiten het traditionele bankverkeer om, via intermediairs. Middelen met de bedoeling die over te maken kunnen chartaal worden aangeboden (regel 1) of kunnen zijn ontvangen op een rekening die het kantoor bij een bank aanhoudt (regel 2). Ook uit te betalen middelen vinden op chartale wijze (regel 3) of op girale wijze (regel 4) plaats. Tabel 8.1 Voorziening pensioenverplichting en dekkingsgraad pensioenfondsen Populatie De hierin opgenomen pensioenfondsen betreffen de pensioenfondsen vallend onder de Pensioen- en spaarfondsenwet (Stb. 1952, 275) en onder de Wet betreffende verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling (Stb. 1972, 400). De in de tabellen opgenomen statistiek over ondernemingspensioenfondsen heeft betrekking op de eigen risicodragende fondsen met een voorziening pensioenverplichtingen eigen rekening van één miljoen euro of meer. Grondslagen Pensioenfondsen kunnen verschillende grondslagen kiezen voor de waardering van de bezittingen en schulden en voor de bepaling van het resultaat. Voor het opstellen van deze statistiek zijn de gehanteerde grondslagen zoveel mogelijk geharmoniseerd. Zo zijn de beleggingsgegevens zoveel mogelijk tegen de actuele waarde opgenomen. Dit neemt niet weg dat grondslagverschillen in de gepubliceerde cijfers tot uitdrukking kunnen komen. Daarnaast kunnen aansluitverschillen optreden in de overzichten die ontwikkelingen binnen een boekjaar laten zien. Dit betekent dat de waarde aan het einde van het vorige boekjaar af kan wijken van de waarde aan het begin van het boekjaar. Deze verschillen houden verband met herrubricering van balansposten, met wijzigingen in waarderingsgrondslagen en met populatieverschillen tussen de van jaar tot jaar in de statistiek opgenomen pensioenfondsen. De dekkingsgraad is berekend als het vermogen tegen actuele waarde dat ter beschikking staat als dekking voor de technische voorziening voor pensioenen. Hierbij is uitgegaan van het balanstotaal waarop de schulden en de spaarfondstegoeden in mindering zijn gebracht. Omdat pensioenfondsen verschillende grondslagen en boekhoudmethoden mogen gebruiken, is de weergegeven gemiddelde dekkingsgraad niet geheel correct. Met name door de toepassing van de zgn. vermogensmethode ontstaat een vertekend beeld. In de geüniformeerde dekkingsgraad is voor dit vertekende beeld gecorrigeerd. Volledig herverzekerde fondsen zijn niet in deze cijfers opgenomen omdat zij zijn vrijgesteld van de indiening van een aantal rapportagestaten. Tabel 8.2 Pensioenpremies en -uitkeringen van pensioenfondsen De uitsplitsing naar soort uitkering wordt niet door alle pensioenfondsen ingevuld. Met name de volledig herverzekerde fondsen ontbreken in dit overzicht. Tabel 8.3 Balans en actuele waarde beleggingen van pensioenfondsen In deze verzamelbalans zijn de beleggingen tegen de actuele waarde opgenomen. Het verschil tussen actuele waarde en balanswaarde is op de post reserves geboekt.
128*
Tabel 8.4 Baten- en lastenrekening van pensioenfondsen
Tabel 10.1 Wisselkoersen en goudprijs
De totaaltelling van de baten- en lastenrekening komt niet overeen met de totaaltelling van de uitsplitsing resultaat omdat niet alle pensioenfondsen (met name de herverzekerde fondsen) de uitsplitsing van de resultatenrekening opgeven.
Wisselkoersen De in deze tabel gepresenteerde wisselkoersen betreffen tot en met eind 1998 informatieve koersen vastgesteld door de Nederlandsche Bank. De wisselkoersen vanaf 1 januari 1999 zijn voorzover het de koersen voor de euro betreft de referentiekoersen zoals die dagelijks door de ecb per 14.15 uur worden vastgesteld. De eurokoersen van de Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse gulden zijn afgeleid uit de vaste verhouding van deze valuta’s tot de Amerikaanse dollar. Met ingang van 1 januari 2004 is de Surinaamse gulden (srg) vervangen door de Surinaamse dollar (srd) in een omruilverhouding van 1000 srg is 1 srd. De koers van de Surinaamse gulden/dollar wordt dagelijks vastgesteld door de Surinaamse Centrale Bank. De sdr-koers is afgeleid uit de dagelijks door het imf vastgestelde koers luidende in Amerikaanse dollars. De koersen voor de gulden zijn na 1 januari 1999 met behulp van de conversiekoers voor de euro berekend. Met ingang van 1 januari 2002 is de berekening van guldenkoersen gestaakt.
Tabel 8.5 Aantal deelnemers pensioenfondsen en aanspraken In deze tabel is het aantal pensioenen weergegeven. Per persoon zijn meerdere pensioenen mogelijk, bijvoorbeeld door niet overgedragen aanspraken of het werken voor meerdere werkgevers. Tabel 9.1 Solvabiliteit verzekeraars In de financiële gegevens zijn alle activiteiten opgenomen van de verzekeringsmaatschappijen die onder het toezicht staan van dnb. Dat betekent dat ook de buitenlandse activiteiten van Nederlandse verzekeraars zijn opgenomen. Daarnaast betreffen de cijfers in de tabellen niet de gehele Nederlandse verzekeringsmarkt. De gegevens van buitenlandse verzekeraars die verzekeringen in Nederland hebben afgesloten, direct of via een bijkantoor, zijn niet opgenomen. Ook de kleinere onderlinge waarborgmaatschappijen, die vrijgesteld zijn van het toezicht, zijn niet opgenomen. Binnen bepaalde grenzen kunnen verzekeraars verschillende grondslagen kiezen voor de waardering van de bezittingen en schulden en voor de bepaling van het resultaat. Voor het opstellen van deze statistiek zijn de gehanteerde grondslagen zoveel mogelijk geharmoniseerd. Zo zijn de beleggingsgegevens zoveel mogelijk tegen de actuele waarde opgenomen. Dit neemt niet weg dat grondslagverschillen in de gepubliceerde cijfers tot uitdrukking kunnen komen. Tenslotte kunnen er aansluitverschillen optreden in de tabellen die ontwikkelingen binnen een boekjaar laten zien. Dit betekent dat de waarde aan het einde van het boekjaar kan afwijken van de waarde aan het begin van het volgende boekjaar. Deze verschillen houden verband met herrubricering van balansposten, met wijzigingen in waarderingsgrondslagen en met populatieverschillen tussen de van jaar tot jaar in de statistiek opgenomen verzekeraars. Bij schadeverzekeraars kan de vereiste marge op twee manieren berekend worden; op basis van premieberekening of op basis van schadeberekening. Voor elke maatschappij wordt de berekeningswijze gekozen die leidt tot de hoogste vereiste marge. Het totaal van de vereiste marge is daardoor groter dan het totaal van de vereiste marge op basis van één van beide berekeningsmethoden.
Het valutapakket waaraan de ecu is gelijkgesteld, werd laatstelijk per 21 september 1989 als volgt vastgesteld: 0,6242 Duitse marken, 1,332 Franse franken, 0,08784 Pond sterling, 151,8 Italiaanse lires, 0,2198 Nederlandse guldens, 3,431 Belgisch/Luxemburgse franken, 6,885 Spaanse peseta’s, 0,1976 Deense kronen, 0,008552 Ierse ponden, 1,44 Griekse drachmes en 1,393 Portugese escudo’s. Per 31 december 1998 is de ecu opgehouden te bestaan. Het valutapakket waaraan het bijzondere trekkingsrecht (sdr) is gelijkgesteld, werd laatstelijk per 1 januari 2001 als volgt vastgesteld: de Amerikaanse dollar (met een gewicht van 45%), de euro (gewicht 29%), de yen (gewicht 15%) en het pond sterling (gewicht 11%). Goudprijs De goudprijs is gebaseerd op de ochtendfixing in Londen van 10.30 uur (Londense tijd) omgerekend in guldens en euro’s tegen de dollarkoers van de betreffende dag. Bilaterale conversiekoersen en onherroepelijke conversiekoersen voor de euro De bilaterale conversiekoersen zijn gebaseerd op de onherroepelijke conversiekoersen voor de euro die op 31 december 1998 zijn vastgesteld door de ministers van financiën van de 11 landen binnen het eurogebied. Vanaf 1 januari 2001 is Griekenland als twaalfde lidstaat toegetreden tot het eurogebied. Voor de Griekse drachme geldt de bilaterale conversiekoers dan ook m.i.v. 1 januari 2001.
Tabel 9.2 Uitkeringen en premies verzekeraars De posten in de tabel zijn niet voor elke categorie verzekeraar gelijk. Levensverzekeraars en natura-uitvaartverzekeraars hebben een ander soort verzekeringsbedrijf dan de schadeverzekeraars en staan daarom op aparte bladzijden. Tabel 9.3 Balans en actuele waarde beleggingen In de balans zijn de beleggingen tegen de actuele waarde opgenomen. Het verschil tussen de actuele waarde en balanswaarde is op het eigen vermogen geboekt. Bij de schadeverzekeraars is de technische voorziening voor niet-verdiende premies opgenomen in de post ‘Overige voorzieningen’. Tabel 9.4 Baten- en lastenrekening van verzekeraars In de baten- en lastenrekening is geen rekening gehouden met verschillen tussen actuele waarde en balanswaarde van beleggingen.
129*
Stand der inschrijvingen in de registers Wtk, Wgt en Wtt Aantallen instellingen per ultimo
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004 1
11
111
1v
Wet toezicht kredietwezen (Wtk) Afdeling 1 Kredietinstellingen ingevolge artikel 6 onder toezicht geplaatst Onderafdeling 1 Algemene banken Onderafdeling 2 Centrale kredietinstellingen Onderafdeling 3 Kredietinstellingen aangesloten bij een centrale kredietinstelling Onderafdeling 4 Effectenkredietinstellingen Onderafdeling 5 Spaarbanken Onderafdeling 6 Hypotheekbanken Onderafdeling 7 Elektronisch-geldinstellingen
94 1
100 1
104 1
101 1
93 1
93 1
94 1
94 1
94 1
94 1
444 13 24 4 -
423 12 21 4 -
397 12 4 4 -
369 12 4 4 -
349 11 4 4 -
339 10 4 4 1
325 10 4 4 1
325 10 4 4 1
317 10 4 4 1
317 10 4 4 1
Afdeling 11 Bijkantoren van kredietinstellingen met een hoofdkantoor buiten de eu Onderafdeling 1 Algemene banken Onderafdeling 2 Elektronisch-geldinstellingen
11 -
10 -
10 -
10 -
10 -
8 -
8
8
7
7
Afdeling 111 Bijkantoren van kredietinstellingen met een hoofdkantoor binnen de eu Onderafdeling 1 Algemene banken Onderafdeling 2 Elektronisch-geldinstellingen
15 -
21 -
25 -
23 -
22 -
23
24
25
25
26
Afdeling 1V eu-kredietinstellingen die grensoverschrijdende diensten verlenen in Nederland Onderafdeling 1 Algemene banken Onderafdeling 2 Elektronisch-geldinstellingen
194 -
214 -
261 -
289 -
308 -
315
332 1
338 1
340 1
353 1
2
2
2
3
3
3
3
3
3
3
802
808
820
816
805
801
807
814
807
821
51
44
44
37
26
32
31
32
29
30
Afdeling I Trustkantoren die ingevolge artikel 2, eerste lid, Wtt een vergunning hebben verkregen
0
0
10
21
Afdeling II Groepen van trustkantoren die ingevolge artikel 2, eerste lid, Wtt een vergunning hebben verkregen
0
0
3
10
Afdeling III Trustkantoren die op grond van een ontheffing als bedoeld in artikel 2, vierde lid, Wtt hun diensten mogen verlenen
0
0
0
0
Totaal
0
0
13
31
Afdeling V, V1 en V11 Overige financiële instellingen Totaal Wet inzake de geldtransactiekantoren (Wgt) Aantal instellingen Wet toezicht trustkantoren (Wtt)
Toelichting: De Bank houdt, conform artikel 52 Wtk en artikel 6, eerste lid Wgt registers bij van respectievelijk banken en geldtransactiekantoren. Tevens houdt de Bank conform artikel 7 Wtt, eerste lid, het register bij van trustkantoren.
131*
Onder toezicht staande pensioenfondsen en verzekeraars Aantallen instellingen per ultimo
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
67 15 957 9 11 1
66 19 938 6 11 2
66 27 904 6 11 2
67 25 877 6 11 2
70 30 843 7 11 2
71 31 804 7 11 2
75 28 753 6 11 2
78 24 714 8 13 2
Totaal pensioenfondsen
1060
1042
1016
988
963
926
875
839
Verzekeraars Levensverzekeraars Met zetel in Nederland Bijkantoor in Nederland
104 3
105 3
106 3
98 3
95 3
89 3
84 3
82 3
28
60
46
47
46
46
46
41
Schadeverzekeraars Met zetel in Nederland Bijkantoor in Nederland
268 18
277 17
274 17
250 16
247 15
240 11
236 10
229 8
Totaal verzekeraars
421
462
446
414
406
389
379
363
Pensioenfondsen Bedrijfspensioenfondsen verplicht Bedrijfspensioenfondsen niet verplicht Ondernemingspensioenfondsen Ondernemingsspaarfondsen Beroepspensioenfondsen Speciale wetgeving
Natura-uitvaartverzekeraars
132*
Overzicht verschenen artikelen 1999-2005 Juni 1999 • Het grensoverschrijdend effectenbezit: 1990-1997 • Standen directe investeringen in 1996 en 1997 September 1999 • Landenrisicostatistiek • Kwaliteit en tijdigheid van macro-economische statistieken • Nieuwe monetaire kwartaalstatistieken December 1999 • Het externe vermogen van Nederland in 1998 • Emissiestatistiek: vernieuwd en uitgebreid Maart 2000 • Het grensoverschrijdend effectenverkeer in 1998 en 1999 • Beleggingsinstellingen in 1999 • Bijzondere financiële instellingen in Nederland Juni 2000 • De statistische meting van internationale reserves • De Nederlandse betalingsbalans: aanpassing van wijze van samenstelling en presentatie • Landenrisico in 1999 September 2000 • Vernieuwing effectieve wisselkoersen en concurrentie-indicator • Het grensoverschrijdend effectenbezit in 1998 en 1999 • Derivaten Nederlandse banken in 1999 December 2000 • Sterke toename securitisatie woninghypotheken • Het externe vermogen van Nederland in 1999 • De ontwikkelingen in de internationale handel in diensten Maart 2001 • Nederland wereldwijd sterk investeringsland • Recordinleg bij beleggingsinstellingen in 2000 • Financieringsgedrag monetair-financiële instellingen Juni 2001 • Buitenlandse vorderingen van Nederlandse banken in 2000
September 2001 • Valutamarktenquête 2001: sterke omzetdaling valutahandel • Het grensoverschrijdende effectenbezit in 2000 • Derivaten Nederlandse banken in 2000 December 2001 • Het externe vermogen van Nederland in 2000 • Nieuwe statistieken over overheidsfinanciën • Ontwikkelingen in de geconsolideerde resultatenrekening van banken 1995-2000 Maart 2002 • Beleggingsinstellingen in 2001: waardedaling beleggingsportefeuille • Effectenportefeuille van Nederlandse monetairfinanciële instellingen Juni 2002 • De betalingsbalans in 2001 ondervindt effecten van de verslechterende wereldconjunctuur • Buitenlandse vorderingen van Nederlandse banken in 2001 September 2002 • Het grensoverschrijdende effectenbezit in 2001 • Sterke groei derivatengebruik Nederlandse banken in 2001 December 2002 • Indicatoren financiële soliditeit bankwezen • Onderschatte kredietgroei door toenemende securitisaties • Het externe vermogen van Nederland in 2001 Maart 2003 • De Nederlandse betalingsbalans in 2002 • Beleggingsinstellingen in 2002: inleg ondanks forse koersverliezen Juni 2003 • Nieuwe kwartaalenquête kredietverlening • Recente ontwikkelingen bij Bijzondere Financiële Instellingen • Buitenlandse vorderingen van Nederlandse banken in 2002 • Verrijking monetaire statistiek
133*
September 2003 • Wisseltransacties en rentecouponuitbetalingen overheersen bij geldtransactiekantoren • Renteswaps drijven derivatenmarkt op • Het grensoverschrijdende effectenbezit in 2002 December 2003 • Nieuwe bancaire rentestatistiek • Stijgende rente-inkomsten in de resultatenrekening van banken • Het Nederlandse externe vermogen: netto schuldpositie toegenomen • Toenemend belang van securitisaties en ‘special purpose vehicles’ Maart 2004 • Nieuwe statistiek over buitenlandse schuld • Beleggingsinstellingen in 2003: topjaar voor obligatiefondsen Juni 2004 • Buitenlandse vorderingen van Nederlandse banken in 2003 • De Nederlandse betalingsbalans in 2003 • Resultaten enquête naar kredietverlening September 2004 • Het grensoverschrijdende effectenbezit in 2003 • Groei derivatenmarkt houdt aan December 2004 • Het externe vermogen van Nederland in 2003 • Licht herstel pensioen- en verzekeringsbranche in 2003 • Valutamarktenquête 2004: omzetten fors gestegen • Nederlandse bancaire rentetarieven in het eurogebied Maart 2005 • Huishoudens op zoek naar meer rendement • Beleggingsinstellingen minder in trek • Omzet geldtransfers gestegen • Pensioenpremie en indexatie in 2005
134*
Overzicht verschenen Themanummers Statistisch Bulletin Het externe vermogen van Nederland, februari 2002 Balance of payments in the Netherlands The road to a modern survey system, May 2003 Monetair-financiële statistieken 1982-2002, oktober 2003
135*
136*