Moet je doen • kunst & cultuur
De metamorfose Instructie voor groep 7 en 8 (helpers in de klas) Algemeen Jullie werken vandaag met de leerlingen uit de groepen 1 tot en met 6. Jullie zijn de regisseurs van de dag. Tijdens de ‘grote metamorfose’ moet de hele school in één dag veranderen. Daarvoor moet heel veel werk verzet worden in heel korte tijd. Zonder jullie hulp is dit onmogelijk: jullie zijn op deze dag dus heel belangrijk! Zonder jullie hulp: – kunnen de leerkrachten op deze dag niet voldoende doen; – kunnen de leerlingen van groep 1 tot en met 6 geen totale metamorfose ondergaan; – hebben de reporters geen onderwerpen; – hebben de filmmakers geen filmmateriaal; – krijgen de ouders geen performance te zien. Elke hulptroep zal op deze dag zijn eigen werk hebben. Overleg eerst met je leerkracht wat jullie allemaal moeten doen op deze dag. Kies vervolgens iets wat het beste bij jou past!
Hulptroepinstructie groep 1 en 2 Het tijdschema voor groep 1 en 2 ziet er als volgt uit: Tijd
Groep 1 en 2 - Rupsen en vlinders
Welk hulp is nodig?
10.00
Grimeren
Je helpt met schminken. Je helpt met het scheuren van stof voor de kostuums en het knippen van vleugels.
11.00
Versieren Liedjes zingen
Je helpt met het ophangen van de bladeren.
12.00
Lunch
Je luncht in je eigen groep.
13.00
Kostuums maken
Je helpt bij het maken van de kostuums.
14.00
Bewegen
Je helpt met het oefenen van de dansbewegingen.
14.45
Film en PowerPoint-presentatie bekijken/ Dit doe je met je eigen groep. muurkrant lezen
15.00
Performance
10.00 uur
Je hebt drie leerlingen onder je hoede. Samen zoeken jullie een plekje in de school waar de leerlingen hun dansbewegingen kunnen laten zien.
Grimeren (klaslokaal) De activiteit is gesplist; de jonge leerlingen worden rupsen, de oudere leerlingen worden vlinders. Je helpt bij het schminken van het gezicht en de vinger van de leerlingen die rups worden. Ze dopen één vinger in een potje groene waterverf. Als
Moet je doen • kunst & cultuur
de verf droog is, kun je twee ogen als zwarte stipjes op de nagel stippen. Op het gezicht van de leerlingen worden rond de neus groene cirkels getekend tot aan kin en haargrens. De oudere leerlingen van de groep worden vlinderkinderen en krijgen bloemetjes op hun wangen.
11.00 uur
Versieren en liedjes zingen (klaslokaal) Je helpt bij het ophangen van de bladeren op verschillende plekken in de school.
12.00 uur
Lunchpauze
13.00 uur
Kostuums maken (klaslokaal) Rups:
voor iedere leerling zijn er vijf stroken bruine en groene stof, drie stroken net zo lang als de omvang van de buik en de borst van de leerling en twee stroken die vier keer zo lang zijn. Knoop de twee lange stroken stof aan de linkerarm. Trek de strook achter de rug langs. Knoop het andere uiteinde van de strook aan de rechterarm. Bind de drie andere stroken om buik en borst van de leerling.
Vlinder: hiervoor zijn oude lappen of lakens beschikbaar. Voor iedere leerling wordt een cirkel met een middellijn van 60 cm geknipt. De cirkel wordt in twee helften geknipt. Plak een kant van de cirkel met plakband aan de pols van de leerling. Trek de stof strak naar de oksel en maak de stof in de oksel vast met een veiligheidspeld. Als er tijd over is, kunnen de leerlingen zelf met stiften versieringen aanbrengen op de vleugels of jij kunt dat doen.
Rups en vlinder
Moet je doen • kunst & cultuur
14.00 uur
Bewegen (gymzaal of speellokaal)
Opwarming (samen met de leerkracht) De leerlingen leren bewegen als rupsen. Hoe beweegt een rups? Snel of langzaam? Ze gaan eerst een snel dier nadoen. Een dier dat grote sprongen kan maken. De leerkracht stelt allerlei vragen: Wie kent zo’n dier? Wie kan een kangoeroe nadoen? Eén leerling doet het voor. Vervolgens doen alle leerlingen een kangoeroe na. Hoe doet een konijn? Eén leerling doet het voor en alle leerlingen doen het na. Wie is groter? De grote kangoeroes doen grote sprongen door de ruimte, de konijnen doen kleine sprongen. Hoe hoog kunnen de dieren springen? De leerlingen springen zo hoog mogelijk en als kangoeroe of konijn door de ruimte. De rupsen en de vlinders worden vervolgens gesplitst. Je gaat met de vlinders of met de rupsen mee. Laat de leerlingen eerst tien minuten zonder muziek oefenen en zet later pas de muziek in. De muziekjes staan op de audio-cd. Vraag aan de leerkracht van de kleuterbouw welke muziek gebruikt wordt. Zorg dat je enkele grote bladeren meeneemt als je met de rupsen gaat oefenen.
De rupsen De leerkracht vraagt de leerlingen de rupsen in de lucht te steken. Dan gaat de rups op de hoogste tak zitten: de leerlingen steken hun vinger nog verder in de lucht. Ze rekken zich helemaal uit. Hoe beweegt een rups? De leerlingen knielen en bewegen hun vinger als een rups over de vloer. Als er vensterbanken of banken in de ruimte zijn, mogen daar ook rupsen overheen kruipen. De leerlingen buigen en strekken hun vinger vier keer. De leerlingen gaan staan. Ze blijven bij deze oefening op hun plek staan. Nu gaan ze hetzelfde doen als de rups, maar dan in de lucht. Ze gaan op de hurken zitten en strekken zich omhoog. Dit doen ze vier keer. Daarna trekken ze hun armen tegen hun lijf en strekken de armen omhoog. Ook dit doen ze vier keer. Daarna combineren de leerlingen de twee bewegingen: op de hurken met je armen tegen je lijf, daarna gaan staan en armen omhoog strekken. Ook dit doen ze vier keer. De leerlingen gaan op hun buik op de grond liggen. Een leerling wordt gevraagd om een rupsbeweging na te doen. De andere leerlingen doen dit na. Maak twee rijen tegenover elkaar. Leg in het midden van de twee rijen een blad. Allebei de rupsen kruipen naar het blad om daarvan te eten. De leerlingen liggen met de armen boven het hoofd, ze duwen de billen omhoog, trekken de knieën op en strekken weer. De rupsen eindigen ineengedoken. Ze worden nu een cocon: ze houden hun armen tegen het lijf en zitten op de grond met de kin op de borst.
Moet je doen • kunst & cultuur
De vlinders De vlinders beginnen ineengedoken. Zij zijn nog een cocon: ze houden hun armen tegen het lijf en zitten op de grond met de kin op de borst. De stof van de vleugels zit ineengevouwen onder hun benen. De leerlingen heffen eerst langzaam het hoofd en kijken rond. Ze doen dit vier keer. De vleugels worden nu gedroogd. De leerlingen laten hun armen slap langs het lijf hangen en laten ze trillen van kou en nattigheid. Ze bibberen ook met de schouders. Dan doen ze een arm omhoog en laten het hoofd mee omhoog gaan. Het gezicht kijkt naar de hand in de lucht. Ze doen dit met beide armen vier keer. Dan strekken ze beide armen omhoog, het gezicht ook, en klappen met de handen boven het hoofd. Nu zijn de vleugels droog en strak. De leerlingen gaan staan en draaien hun hoofd rond. Ze draaien hun lijf om, met de armen nog steeds in de lucht. Ze doen de armen naar beneden langs hun lijf. Nu strekken ze de armen horizontaal. De armen gaan in en uit. Ze oefenen het vliegen op de plek. Dan gaan de armen op en neer, nog steeds op dezelfde plek. Na vier keer buigen ze de knieën ook samen met de armen. De vlinder vliegt nu op de plek. Een van de vlinderkinderen wordt gevraagd om een vliegroute te verzinnen. De leerling volgt een vliegroute door de ruimte. Alle leerlingen sluiten zich een voor een aan, totdat ze een lange rij vormen. Zo vliegen de vlinders door de ruimte. Een andere leerling mag nu een andere route volgen. Nu volgen alle leerlingen die leerling. Als de rupsen en de vlinders voldoende geoefend hebben, komen ze weer samen. Er worden tweetallen van de rupsen en de vlinders gevormd. De rupsen doen hun dansje. Bij de coconfase komt de vlinder naast de rups te staan. De rups blijft in coconhouding zitten. De vlinder neemt de dans over.
14.45 uur
Film en PowerPoint-presentatie kijken, muurkrant lezen De film, de muurkrant en de PowerPoint-presentatie die door de verslaggevers zijn gemaakt, worden met de hele school bekeken. Dit doe je in je eigen groep.
15.00 uur
Performance Tijdens de performance doen de leerlingen de dans nog eens. Je neemt groepjes leerlingen mee naar een plek waar zij hun dans kunnen doen. Dit zal overigens in veel gevallen zonder muziek zijn. Overleg met de leerkracht waar muziek gebruikt kan worden en waar niet.
Moet je doen • kunst & cultuur
Hulptroepinstructie groep 3 Het tijdschema voor groep 3 ziet er als volgt uit: Tijd
Groep 3 - Wandelende takken
Welke hulp is nodig?
10.00
Versieren liedjes zingen
Je helpt met het versieren. Je maakt bloemen om de school mee te versieren.
11.00
Kostuums maken
Je gaat op zoek naar bladeren en takken. Eventueel maak je takken van pitriet die je omwikkelt met crêpepapier.
12.00 13.00
Lunch Bewegen
Je luncht in je eigen groep. Je gaat de dansbewegingen oefenen met een groepje van drie leerlingen.
14.00
Grimeren hoofdversiering maken
Je helpt bij het grimeren. Je helpt de leerlingen bij het verkleden.
14.45
Film en PowerPoint-presentatie bekijken/ Dit doe je met je eigen groep. muurkrant lezen
15.00
Performance
10.00 uur
Je hebt drie à vier leerlingen onder je hoede. Samen zoeken jullie een plekje in de school waar de leerlingen hun dansbewegingen kunnen laten zien.
Versieren Help bij het versieren van het lokaal en de gangen met bloemen.
11.00 uur
Kostuums maken Het kostuum voor de wandelende takken wordt gemaakt van takjes met bladeren, bij voorkeur wat langere takken van minimaal 50 centimeter. Die kunnen vastgebonden worden en in de kleding gestoken worden. Eventueel kun je extra takken maken van stukjes pitriet die bruin of grijs worden geschilderd of omwonden met crêpepapier. In de herfst kunnen oude bladeren op het pitriet worden vastgeplakt met plakband. Maak heel veel takken.
Wandelende tak
Moet je doen • kunst & cultuur
12.00 uur
Lunchpauze
13.00 uur
Bewegen
Opwarmen (samen met de leerkracht) De leerlingen gaan straks de stijve-takkendans doen. Maar eerst doen ze een soepel dier na. De leerkracht vraagt de leerlingen naar een soepel dier (bijvoorbeeld slang, aap, rups). De leerlingen doen de volgende oefening staand op hun plek. Ze gaan op de hurken zitten en strekken zich omhoog. Dit doen ze vier keer. Daarna trekken ze hun armen tegen hun lijf en strekken ze de armen omhoog. Ze doen dit vier keer. Vervolgens combineren de leerlingen de twee bewegingen: ze gaan op hun hurken zitten en houden hun armen tegen hun lijf. Ze gaan staan en strekken de armen omhoog. Ze doen dit ook weer vier keer.
Stijve-takkendans De grote takken worden nu aan de armen bevestigd. Met stijve benen lopen de leerlingen door de zaal. Ze houden de armen strak langs het lichaam. De takken gaan nu op de plaats staan. Ze bewegen om de beurt de armen en de benen. Alles moet heel stram bewegen. Ze doen hun elleboog naar achteren, de vuist tegen de borst. Ze doen hun elleboog opzij en strekken hun vuist naar voren. Nu doen ze de onderarm naar boven. De vuist is nu in de lucht. Dit doen ze met beide armen. De leerlingen trekken de knieën omhoog tot voor de buik. Ze maken een grote stap naar voren, met beide benen een paar keer. Ze bewegen de arm mee. Nu houden de leerlingen met de handen iets vast: de muur, een bank of een andere leerling. Ze doen een been in de lucht en maken een stap. Ze zoeken met hun hand een andere plek om zich aan vast te houden. Zo bewegen ze door de ruimte: over de grond, tegen de muur, over tafels en tegen en met elkaar. Steeds moeten drie ledematen verbonden zijn met een muur, een bank of een andere leerling. Dus ze gebruiken twee voeten en een hand, of twee handen en een voet. Deze oefening wordt met een paar leerlingen in een groepje gedaan. Daarna wordt de oefening op muziek gedaan. Vraag aan de leerkracht van groep 3 welke muziek je hiervoor moet gebruiken.
14.00 uur
Grimeren Je helpt bij het schminken van de gezichten van de wandelende takken in de kleuren bruin en grijs die zijn afgestemd op de eerder gemaakte of verzamelde takken. Teken op de wangen kleine groene blaadjes en met kohl een zwarte ring om de ogen. Maak de oogleden geel. Als er tijd over is, maak dan van een strook papier of stof een hoofdband. Maak de uiteindes aan elkaar vast. Laat de leerlingen de strook versieren. Steek aan de achterkant van de strook twee takjes met bladeren.
Moet je doen • kunst & cultuur
14.45 uur
Film en PowerPoint-presentatie kijken, muurkrant lezen De film, de muurkrant en de PowerPoint-presentatie die door de verslaggevers zijn gemaakt, worden met de hele school bekeken. Dit doe je in je eigen groep.
15.00 uur
Performance Bij de performance doen de leerlingen de dans nog eens. Je neemt groepjes leerlingen mee naar een plek waar zij hun dans kunnen doen. Dit zal in veel gevallen overigens zonder muziek zijn. Vraag aan de leerkracht waar wel en waar geen cd-speler gebruikt kan worden.
Moet je doen • kunst & cultuur
Hulptroepinstructie groep 4 Het tijdschema voor groep 4 ziet er als volgt uit: Tijd
Groep 4 - Kameleons
Welke hulp is nodig?
10.00
Kostuums maken
Je helpt bij het maken van de kostuums.
11.00
Bewegen
Je helpt kleine groepjes bij het oefenen van de dans.
12.00
Lunch
Je luncht in je eigen groep.
13.00
Lianen ophangen
Je helpt bij het klaarleggen van spullen voor het grimeren, het knippen van de hoofdbanden en de driehoeken. Je helpt met het versieren.
14.00
Masker maken
Je helpt bij het grimeren van de leerlingen en het maken van de maskers.
14.45
Film en PowerPoint-presentatie bekijken/ Dit doe je met je eigen groep. muurkrant lezen
15.00
Performance
10.00 uur
Je hebt drie à vier leerlingen onder je hoede. Samen zoeken jullie een plekje in de school waar de leerlingen hun bewegingen kunnen laten zien.
Kostuums maken Knip de pijpen en mouwen van de kledingstukken af. Iedere leerling krijgt meerdere pijpen en mouwen. Mouwen en pijpen kunnen ook binnenstebuiten gedragen worden. De voeringstof kan ook gebruikt worden. Niet aan een kant de uiteinden aan elkaar. Trek rafels aan de stof zodat de pijpen er rafelig uitzien. Trek de pijpen en mouwen over de benen en armen van de leerlingen aan. Als de kameleon verandert, doet hij of zij dit door een laag pijp of mouw omhoog of naar beneden te trekken. Laat de leerlingen proberen te lopen met de lagen kleding over elkaar heen. Ze kunnen een groot colbert achterstevoren aantrekken, met de knopen op de rug. Een vulling met een ballon geeft de kameleon een hoge rug.
Kameleons
Moet je doen • kunst & cultuur
11.00 uur
Bewegen
Opwarmen (met de leerkracht) De leerlingen gaan snelle dieren nadoen en veel rennen door de ruimte. Geef zelf ook voorbeelden van snelle dieren en hun bewegingen. Bij een stopteken kruipen alle dieren in hun hol. Daar gaan zij stil ineengedoken wachten op het teken van de leerkracht.
Kameleons De leerkracht vraagt aan de leerlingen hoe een kameleon beweegt. Een kameleon kan heel stil staan en dan alleen zijn ogen bewegen. Als hij loopt, doet hij dat heel statig en deftig. Soms beweegt hij even heel snel, dan staat hij weer stil en draait hij met zijn ogen. De leerlingen gaan doodstil staan. Ze lopen een paar passen deftig en staan dan weer doodstil. Ze oefenen dat een paar keer. De leerkracht vraagt hoe de tong van een kameleon werkt en laat een rolfluitje zien. De ‘tongen’ gaan snel naar buiten en weer naar binnen. De leerlingen oefenen dat een paar keer. Ze draaien daarna hun hoofd opzij, zover mogelijk en zo traag mogelijk. Als ze hun hoofd helemaal naar links hebben gedraaid, rollen ze de tong langzaam naar buiten. Vervolgens draaien ze het hoofd helemaal naar rechts en rollen ook daar de tong langzaam naar buiten. De leerlingen doen een stap. Ze stappen heel langzaam door de zaal, draaien na drie stappen hun hoofd naar beide kanten en steken hun tong uit. Nu gaan de leerlingen bewegen naar een andere leerling toe. Ze strekken, als ze dicht bij de ander zijn, hun nek tot aan het gezicht van de ander. Ze kijken elkaar aan zonder uitdrukking. Vervolgens draaien ze hun hoofd weer naar een andere kant. Ze bewegen daarna een ander lichaamsdeel. De leerlingen mogen geen uitdrukking hebben op hun gezicht.
12.00 uur
Lunchpauze
13.00 uur
Lianen ophangen Help bij het ophangen van de eerder gemaakte stroken stof door de hele school heen. Knoop de dunne stroken aan elkaar; knoop aan dikkere en langere stroken eerst een touwtje. Hang de lianen in groepjes bij elkaar, dan is het effect groter. De lianen kunnen leiden naar de bloemen en de bladeren die door de kleuters gemaakt zijn. Gebruik de hoogte van de gangen en lokalen, de raampartijen, de deuren. Als er tijd over is, kun je kleine vliegende insecten tekenen, uitknippen en door de school heen ophangen.
Moet je doen • kunst & cultuur
14.00 uur
Maskers maken Help de leerlingen om de driehoeken uit te knippen. In de driehoek zit een uitsparing voor een oog. Deze uitsparing worden ook uitgeknipt. De eierdozen worden in stukken geknipt. Sommige leerlingen kunnen dat zelf, anders kun jij erbij helpen. Iedere leerling krijgt twee eierbakjes. De eierbakjes klemmen ze in de uitsparing: dit zijn de ogen van de kameleon. De driehoeken kunnen nu aan een hoofdband of een strook papier worden geniet. Buig de voorste punten naar elkaar en niet ze vast. Help bij het maken van hoofdbanden door een strook stof rond het hoofd te knopen.
Masker van de kameleon
14.45 uur
Film en PowerPoint-presentatie kijken, muurkrant lezen De film, de muurkrant en de PowerPoint-presentatie die door de verslaggevers zijn gemaakt, worden met de hele school bekeken. Dit doe je in je eigen groep.
15.00 uur
Performance Bij de performance doen de leerlingen de dans nog eens. Je neemt groepjes leerlingen mee naar een plek waar zij hun dans kunnen doen.
Moet je doen • kunst & cultuur
Hulptroepinstructie groep 5 en 6 Het tijdschema voor groep 5 en 6 ziet er als volgt uit: Tijd
Groep 5 en 6 - Supermensen: Batman, Batwoman en Spiderman
Welke hulp is nodig?
10.00
Bewegen
Je krijgt drie leerlingen onder je hoede die je helpt bij het bedenken en uitvoeren van de bewegingen.
11.00
Versieren
Je helpt mee met het versieren, of je legt alvast de spullen klaar voor de kostuums.
12.00
Lunch
Je luncht in je eigen groep.
13.00
Grimeren en hoofdversiering maken
Je krijgt drie leerlingen onder je hoede voor het grimeren, of je helpt de leerkracht met voorbereidingen voor de kostuums.
14.00
Kostuums maken
Je helpt drie leerlingen bij het maken van de kostuums. Als er tijd over is, oefenen de leerlingen vast de bewegingen.
14.45
Film en PowerPoint-presentatie bekijken/muurkrant lezen
Dit doe je met je eigen groep.
15.00
Performance
Je zoekt, samen met je groepje, plekjes in de school waar de leerlingen hun bewegingen kunnen laten zien.
10.00 uur
Bewegen De acrobatiekles wordt ingevuld door de leerlingen zelf. De leerlingen laten zien wat ze goed kunnen. Sommige leerlingen kunnen misschien niets bedenken. Help ze door voorbeelden te geven, zoals gymoefeningen met springen, karatetrappen, schijngevechten, salto’s, hoog springen, koprollen, radslag, de arabier, snel met de voeten trappelen, als een Superman lopen met gespreide armen en roepen: ‘Superman!’ De leerlingen kunnen elkaar optillen en weglopen, van de tafel afspringen, door de knieën zakken en weer opspringen.
11.00 uur
Versieren Zorg dat wat eerder op de ochtend nog niet is ingepakt, nu alsnog wordt ingepakt. De leerlingen uit groep 5 en 6 zijn specialist in klimmen, klauteren en vliegen, dus kunnen ze overal bij. Het is jullie taak om ervoor te zorgen dat ze toch voorzichtig zijn.
12.00 uur
Lunchpauze
Moet je doen • kunst & cultuur
13.00 uur
Grime en hoofdversiering
Batman en Batwoman Knip een pijp van een zwarte panty af. Leg aan de ene kant van de pijp een knoop. Trek bij meisjes met lang haar het haar door de pijp. Knoop een elastiekje om de staart en het uiteinde van de panty. Knip aan de kant van het gezicht een gat. In de panty worden aan de zijkant twee ‘oren’ gestoken, die gemaakt zijn van driehoekjes van zwart karton. Schmink het gezicht zwart tot en met de neus. De ogen staan in witte driehoeken.
Spiderman Trek twee panty’s over het hoofd: eerst een rode panty en daarover een zwarte panty. Trek ladders in de zwarte panty. Knip gaten voor de ogen. Knip stroken van zwart papier. Maak van de stroken driehoeken voor de ogen.
Batman
Spiderman
Moet je doen • kunst & cultuur
14.00 uur
Kostuums maken Maak van stof een cape. Gebruik hiervoor een halve cirkel van stof.
14.45 uur
Film en PowerPoint-presentatie kijken, muurkrant lezen De film, de muurkrant en de PowerPoint-presentatie die door de verslaggevers zijn gemaakt, worden met de hele school bekeken. Dit doe je in je eigen groep.
15.00 uur
Performance (door de hele school heen) Ga met de leerlingen de school rond. Wat zijn goede plekken voor de supermensen? De leerlingen doen hun bewegingen door de school en op het plein. Zij bewegen rond de rupsen, vlinders en kameleons. Ze kunnen ook de ouders begeleiden door de school. Zij doen hierbij hun speciale Batman-, Batwoman- en Spiderman-bewegingen en ze kijken ook als deze figuren. Ze praten bij voorkeur niet.