Belgie - Belgique P.B. - P.P. 9050 Ledeberg 1 BC 5100
L J
æ
TV & Co
de mare
d r i e m a a ndelijks blad - jaargang 25 - afgiftekantoor: 9050 Gentbrugge.
v. u . : D i r k M o m b a e r t s, v z w O u d e r v e re n i g i n g V r i j e Rudolf Steinerschool Gent, Lousbergskaai 57, 9000 Gent.
Vrije Rudolf Steinerschool Gent
voo
rwo
ord
I
Dag lezer! Het eerste nummer van de derde jaargang van De Mare, nieuwe stijl, ligt in je handen. Tijdens de vakantie heeft de redactie niet stilgezeten en heeft ze het zelfs aangedurfd om een thema op te pakken dat op school vaak wat gevoelig ligt: het gebruik van moderne media, in de eerste plaats dan de televisie, door kinderen. We hebben ervoor gekozen om er niet een theoretische verhandeling over te maken maar wel zoveel mogelijk verschillende gedachten van verschillende mensen een plaats te geven. We hopen eigenlijk ook op reacties van lezers, die we dan eventueel in een later nummer (dat dan misschien meer op het gebruik van computer zal focussen) aan bod kunnen laten komen. Enigszins in het verlengde van dit onderwerp ligt het thema van gezonde voeding, waarover ook een inleidend stukje te lezen valt. In dit nummer zijn er geen prijswinnaars, er was immers ook geen wedstrijd meer uitgeschreven. We zijn op zoek naar andere wegen om de interactiviteitsgraad van De Mare op te krikken; je leest er later nog wel over. Mooie tekeningen en teksten van kinderen zijn en blijven natuurlijk altijd welkom! Tussen de andere, meer vertrouwde rubrieken door zal je ook een poëtisch verwoorde oproep vinden om aan De Mare mee te werken. De redactie van De Mare is inderdaad een beetje uitgedund geraakt en heeft enkele stoelen voor nieuwe enthousiaste medewerkers vrij. Wanneer je hoofd gonst van de ideeën of wanneer je je pen voelt kriebelen in je hand: neem gerust contact op met een van de redactieleden! Veel leesgenot, de redactie.
3
T
C V&
o
æ
MEBOYS EN KIDS A G , S R E T U P M O C , S E I S I V E TEL
Kids? Ik hoor zoveel liever ‘kinderen’. Maar dat onze jonge spruiten steeds meer ‘kids’ genoemd worden is een van de vele voorbeelden hoe uit de Engels-Amerikaanse wereld een bepaald soort cultuur de rest van de wereld overspoelt. En daar hoort in de allereerste plaats het voer bij dat onze kinderzielen aangeboden krijgen via grote en kleine beeldschermen. Al in 1920 zei Rudolf Steiner aan de leraren dat de hele MiddenEuropese civilisatie sinds eind 19e eeuw in feite door de wereldbeschouwelijke impulsen van de westelijke volkeren overspoeld wordt, en dat dit voornamelijk het geval is op het gebied van de opvoedkunst. Die ‘westelijke’ impuls zou men kort zo kunnen omschrijven: een kind is een leeg blad papier, en de opvoeding schrijft dit vol met de nodige inhouden opdat het kind later op de gewenste manier zou functioneren in de maatschappij. Heel anders is Steiners uitgangspunt, dat hij zijn leven lang ontwikkelde, voortbouwend op de grote Duitse Verlichtingsdenkers: het innerlijke wezen van het kind brengt een rijkdom mee, en de opvoeding moet in de eerste plaats deze rijkdom niet beschadigen maar hem geleidelijk te voorschijn toveren, op een verschillende manier naargelang de belevingswereld van het kind in elke leeftijdsfase. Al lezend in Steiners pedagogische werken en voordrachten heb ik me vaak afgevraagd hoe hij toch aan die diepzinnige, radicaal spirituele, merkwaardige en soms op het eerste gezicht vreemd aandoende, maar steeds weer enthousiasmerende en vooral vruchtbare visie op het opgroeiende kind komt. Mijn conclusie is: dat kan alleen maar door zich zeer intensief, in-voelend, met de ziel tastend, zonder volwassen vooroordelen, in te leven in de
4
ziel van het kind. Door als het ware zelf kind te worden, en weer gewaar te worden hoe een mens als kind in de wereld voelt en doet en ervaart. En die kinderziel blijkt dan geen kleine, blanco box te zijn die zich langzamerhand opvult met de inhouden en gedragspatronen van de grote mensen, maar juist een heel grote binnenwereld, vol leven en beweging, die wellicht des te groter is naargelang het lichaampje nog kleiner is. De krachtlijnen kennen we, uit de Steinerliteratuur en van op de klasavonden, en we kunnen er dagelijks bij onze eigen kinderen proberen wakker voor te zijn en ervan te genieten; onze leraren werken ermee, de antroposofische menskunde is hun lang leven en hun immer verfrissende bron. In de kleutertijd leeft het kind vanuit de impulsen van het willen, het bewegen, het doen. Het vraagt zich niet eerst af wat het een keer zou ondernemen, het bezint niet eer het begint: een gezond kind beweegt zich al spelend door de dag, vanuit een onuitputtelijke energiereserve, en schept daarbij voortdurend uit de beeldenwereld van de opborrelende fantasie enerzijds en uit de voorbeelden die het om zich heen waarneemt anderzijds. ‘Voor-beelden’: wat een mooi begrip! Volgens Steiner is het kind in deze fase voortdurend gericht op wat het aan ‘Ich-haftes’ in de wereld ontmoet, en is de hele werkelijkheid voor het kind nog doordrongen van dat Ich-hafte. Niet alleen de mensen stralen voor het kind in de eerste plaats hun innerlijke, ‘ik-achtige’, wezenlijke uit, dat wil zeggen hoe en wie zij van binnen zijn; ook de dieren en de planten, en zelfs de levenloze dingen uit de natuur, gebruiksvoorwerpen en knuffels zijn voor het kind wezen-lijk. Alles is nog bezield en heeft nog een magische glans, alles is nog verbonden met de creatieve krachten die de wereld
voortbrachten, en met zijn eigen scheppende fantasie heeft het kind daar deel aan. Het leeft vanuit een spontaan vermogen tot verwondering en eerbied. De prille kindertijd herinnert aan vroegere tijden, toen de mensen leefden in een soort beeldrijk bewustzijn dat we herkennen in alle mythologieën ter wereld, een bewustzijn dat nog niet geheel wakker was voor de concrete aardse werkelijkheid. Hoe zou televisie dan zijn voor een kleuter? Daar is er geen sprake van levende beelden die in het innerlijk van het kind ontstaan dank zij zijn eigen beeldvormend vermogen, maar gebeurt het omgekeerde: de beelden worden kant en klaar geleverd. Bovendien wisselen zij elkaar zo snel af dat het kind zich met geen enkel beeld kan verbinden en er innerlijk verder op bouwen. Het kind speelt niet, het beweegt niet, zelfs zijn ogen bewegen niet (terwijl in gewone omstandigheden onze ogen de meest bewegende organen van ons lichaam zijn: ze tasten voortdurend en actief de ruimte af en ieder wezen dat zich binnenin die ruimte ‘beweegt’), zelfs de pupillen blijven strak op de zelfde grootte. Hoe zouden computer en computerspelletjes dan werken op een kleuter? Die magische wereld van flitsende beelden die je kunt oproepen door een simpele muisklik of druk op de knop? Die macht die je lijkt te hebben om de gebeurtenissen op het scherm te beïnvloeden, om te winnen, om de tegenstander uit te schakelen? Maar waarbij je ook weer stil zit, niet je krachten metend met reële dingen en andere kinderen en mensen om je heen, maar slaafs toepassend wat anderen als beeld en symbool ontworpen hebben? En terwijl je eigen beeldvormende vermogen intussen op nul staat en vervangen wordt door een vloed van virtuele beelden uit een hoogtechnologisch apparaat die je hersenen overspoelen?
In de tweede zevenjaarsperiode, de schoolkindfase, is het gevoelsleven het element van waaruit het kind in de wereld staat - of liever beweegt. Op die leeftijd leeft het kind nog steeds niet primair vanuit een oordelend, kritisch, zelfstandig denkend vermogen. De indrukken gaan niet meer zo ongefilterd en diep naar binnen als bij een jonger kind, maar nu wekken zij een rijkdom aan gevoelens op. Wat er ook aan verhalen en aan leerstof aangeboden wordt: de gevoelens van vreugde, spanning, schoonheid, harmonie of disharmonie, bewondering of afkeer die het oproept zijn de toegangspoort voor de kinderziel. Wie herinnert zich niet uit de eigen jeugd hoe juf of meester, of een van de ouders of een familielid spannend kon vertellen en hoe je je daaraan met volle teugen laafde. De interesse voor al wat die grote wereld te bieden heeft wordt gewekt via de verwondering, en via de bewondering voor die volwassene die dat allemaal weet. Nog steeds draait de fantasie op volle toeren; nog steeds is een mens in deze fase bij uitstek een spelend wezen. Van Schiller (de ontdekker van de drie oer-aandriften van de mensenziel: de Stofftrieb, de Formtrieb, en tussen beiden de Spieltrieb) komt de stelling dat een mens maar werkelijk mens is in zoverre hij speelt. Hoe is het dan voor zo’n kind wanneer het urenlang van een scherm zijn beelden, informatie en ‘ontspanning’ krijgt in plaats van via het levende woord van een concrete medemens, die alle inhouden die hij of zij aan te bieden heeft eerst in het eigen innerlijk tot leven en bloei heeft gebracht? Wat leveren uren onvermoeibaar spel met andere kinderen op aan menselijke contacten, aan sociaal oefenmateriaal, aan taalontwikkeling, in vergelijking met evenveel uren stil en eenzaam ‘spelen’ of informatie opnemen aan een scherm, met behulp van toetsenen muiswerk?
5
Hiermee is nog steeds niets gezegd over de inhoud van alles wat TV-, computer- en gameboyschermen te voorschijn toveren, doch alleen nog maar over het medium zelf en hoe zijn technische werking zich verhoudt tot het kinderbestaan. Dat het medium door zijn aard zelf verslavend kan werken, voor kinderen en volwassenen, is intussen voldoende aangetoond. Dat overbeweeglijk gedrag sterk wordt bevorderd door veel TV kijken en roerloos aan het scherm zitten, eveneens: de gezonde energie die in het kind bruist moet toch haar uitweg vinden. Maar ook over de werking van de inhoud is intussen veel ervaring opgedaan. Het duidelijkst is dit wat betreft de uitwerking van geweld op het scherm of in het virtuele spel. Onderzoek hierover komt uit Amerika: zinloos geweld tot en met massamoorden door jongeren hebben rechtstreeks verband met wat zij voorheen op het scherm als voorbeeld zagen of zelf oefenden. Pas vanaf ongeveer 6 jaar begint een kind immers te onderscheiden tussen werkelijkheid en schijn; pas vanaf ongeveer 12 jaar gaat het zich langzamerhand een zelfstandig moreel oordeel vormen over goed en kwaad. Wat of wie zou daar belang kunnen bij hebben, kinderen wereldwijd van jongsaf aan te doordrenken met gewelddadige beelden en handelingsimpulsen? We moeten echter niet alleen het geweld aan de kaak stellen. Wie vindt het belangrijk of leuk, kinderen met belachelijke, misvormde, karikaturale, écht kinderachtige – wat niet hetzelfde is als kinderlijke – beelden of taal van mensen, dieren, sprookjesfiguren te bestoken, die de nog-niet-afgestompte toeschouwer van veel moderne kinderprogramma’s meteen doen walgen? Is het alleen maar een totaal onbegrip voor de werkelijke honger van kinderen naar beeldschone beelden? Hiermee wil ik niet betogen dat TV en computer helemaal des duivels zijn. Computerspelletjes voor kinderen zijn het volgens mij wel, totaal. Maar TV en computer zijn formidabele werkinstrumenten, voor mensen die de leeftijd van het zelfstandige oordeelsvermogen
6
bereikt hebben. Daarvoor is nodig dat je als kind eerst een gezonde fantasie, een creatieve wil, een rijk en beweeglijk gevoelsleven ontwikkeld hebt: slechts op die basis kan zich een actief en vrij denkvermogen vestigen. Vanaf de puberteitsjaren pas ontwaakt dit. Dan heeft een kind nog meer dan tijd genoeg om het medium TV te leren gebruiken en genieten en om in computervaardigheden geïnitieerd te worden. Het blijkt trouwens dat de meeste pubers van vandaag een formidabel leervermogen hebben op dat vlak, veel groter dan dat van hun ouders. Ikzelf dank al mijn (beperkte) kennis van de computer aan mijn kinderen, die er pas rond hun 16e op zijn beginnen werken met als enige voorbereiding een cursus tekstverwerking. Het is een onding hoe de overheid de burgers wil wijsmaken dat hun kinderen best al van in de kleuterklas leren met de computer werken, en daar de nodige eindtermen aan wijdt. Weer stelt zich de vraag wie eigenlijk belang heeft bij deze boodschap. Geen enkele van de uitvinders van de grandioze ICT die we nu rijk zijn, heeft de knepen van het vak geleerd in de middelbare, laat staan lagere of kleuterschool! Jamaar, het hoort toch bij onze tijd, je kunt hen dat toch niet onthouden, anders ben je toch achterlijk? En hoe moeten we onze kinderen anders bezighouden? Ik hoop dat mijn betoog duidelijk gemaakt heeft dat gezonde kinderen die echt kind mogen zijn zichzelf ‘bezig’ houden. En misschien heeft onze tijd niet zozeer nood aan een haastig aanpassen van onze kinderen aan een technologie die hoop en al 40 jaar bestaat, maar veel meer aan een steeds bewuster leren aanvoelen en onderkennen van de eigenlijke belevingswereld en behoeften van een kind, een vermogen dat eeuwenlang intuïtief gegeven was maar in snel tempo verdwijnt.
Luc Vandecasteele
Over TV en andere technologieën
Jezelf opvoeden, dat voedt kinderen op. Dat is een revolutionair idee van Steiner.
Hierna volgt de neerslag van een zeer actief rondetafelgesprek, gehouden in het begin van de vakantie die nu alweer ver achter ons ligt, over enkele hete hangijzers en taboes. De Mare schuwt ze niet en ging eens kijken hoe er bij ouders en leerlingen van onze school met TV, computerspelletjes, internet en dergelijke wordt omgegaan. Rond de tafel zaten: Loïc De Buck, in september 2004 12de klasser; Marnix Schaubroeck, redactielid De Mare en schoolarts; Lieven Debrouwere, vader van 3 (zijn jongste is 17); Koen Vanden Hautte, vader van 4 (tussen 6 en 12 jaar oud); Edith Vanden Berghe, moeder van 6 (oudste is 24 en jongste 11), Roos Decraene, moeder van 3 (oudste 28, jongste ); Lucie Spranghers, redactielid De Mare en gesprekscoördinator.
Lucie: Hoe sta jij tegenover deze materie, Loïc, hoe ga je er zelf mee om? Loïc: Ik gebruik alle media zeer veel, misschien wel teveel. Eigenlijk gaat mijn vrije tijd naar TV en computer, zo’n 4 uur per dag besteed ik daaraan. Ik speel geen spelletjes, op computer gebruik ik het meest internet en wat TV betreft kijk ik naar reportages, vooral National Geographic is mijn favoriete zender. Ik heb ook niet het gevoel dat ik verslaafd ben of de computer of TV nodig heb om de uren vol te krijgen. Wanneer ik door omstandigheden geen TV kan kijken zie ik
daar niet van af, dan doe ik gemakkelijk andere dingen. Integendeel, ik ervaar soms een computerbeuheid. Videospelletjes en gameboy speelde ik een paar jaar geleden wel, maar dat kan mij nu niet meer boeien. Ik speelde zowel geweldspelletjes, als competitiespellen, strategische spelletjes, actiespellen, alles wat ik te pakken kon krijgen. Ik kreeg geen spelletjes van mijn ouders, ik raakte er zelf altijd aan. Vooral mijn moeder probeerde mijn spelgebruik te beperken.
7
T
C V&
o
Lucie: Koen, hoe ga jij om met computer en TV-gebruik voor de kinderen, en misschien ook met gsm-gebruik? Lieven: Misschien is een betere vraagstelling: hoe ga je om met de computer en hoe ga je om met kinderen die met computer omgaan? Koen: Onze kinderen kunnen er niet genoeg van krijgen. Toch beseffen ze dat het net is als snoep, je mag er niet teveel van innemen, anders voel je je niet lekker. Wijzelf beperken hun gebruik tot 1 uur per dag, de jongste maakt nog geen gebruik van de computer. Ze kunnen zichzelf nog niet beperken op dit gebied. Wij moeten werkelijk optreden. Ze kijken samen TV, dus kijken ze soms naar een programma dat voor de één te gemakkelijk is of voor de ander te moeilijk. Maar dat maakt niet uit, ze kijken. Door samen te kijken, leren ze rekening houden met elkaar. Ze moeten al eens iets kiezen dat enkel voor een van de broers of zussen interessant is. Lucie: Heb jij dergelijke beperkingen gehad Loïc? Loïc: Als kind mocht ik enkel in het weekend kijken. Computerspelletjes spelen was beperkt, enz. Maar sinds de laatste twee jaar heb ik een TV op mijn kamer, omdat ik ook videobewerkingen doe als hobby. Nu bepaal ik dus zelf hoe ik met TV omga. Lucie: Roos, is er een verschil tussen het omgaan met TV, enz. voor je oudste en je jongste kind? Roos: Ik merk op wat Koen net aanhaalde, namelijk dat de aantrekkingskracht van TV, computer enz, heel sterk toegenomen is. Ook mijn zoontje mag maar beperkt kijken. Hij moet zijn programma’s kiezen in de loop van de week en mag niet elke dag kijken. Hijzelf zou onbeperkt kijken. Het is dan ook een levende vraag voor mij: hoe komt het dat deze jonge kinderen zo aangetrokken worden door TV, enz.? Het lijkt mij een vraag die betrekking heeft op binnen- en buitenwereld. Wat is er in mijn binnenwereld, hoe ga ik daarmee om en hoe sta ik in de buitenwereld? Lucie: Edith heeft nooit een TV gehad, maar er is wel internet in huis. Edith: Onze kinderen zeggen zelf dat ze heel blij zijn dat er geen TV in huis geweest is. In al die jaren heb ik misschien 3 keer de opmerking gehoord: Waarom hebben wij geen TV? Vooral mijn zoon (18 j) zegt dat hij wel zelf een TV wil, maar zijn kinderen wil hij er niet laten naar kijken. Als ik zeg dat dat moeilijk wordt, reageert hij dat hij dat wel zal regelen. Toch is hij heel blij met de manier waarop het bij ons was. De kinderen vinden dat ze een heel gezellige jeugd gehad hebben. We hebben veel gelezen, samen spelletjes 8
gespeeld. In het weekend gingen we wandelen, fietsen. We hebben nu wel internet maar de twee jongste (14 en 11j) maken daar nog geen gebruik van en vragen er ook niet naar. Zij vinden het wel leuk om bij een vriendinnetje TV te kijken, maar geen van beiden mist het als ze thuis zijn. Lucie: Hoe dan ook komen kinderen vandaag met TV, enz. in contact. Ik heb vrienden met een zoontje van 5 jaar. De ouders hebben geen TV, er zijn geen videospelletjes en toch vertelt dat kind verhalen over de Lion King. Hij gaat sinds een jaar naar school. Loïc: Hier speelt waarschijnlijk het fenomeen: wat mijn vriendje heeft, wil ik ook. Lieven: Misschien is het niet alleen dat. Misschien speelt hier ook de beeldkwaliteit. Je mag niet alle invloed uitsluitend toeschrijven aan de aantrekking van de technologie. Ook de aantrekkingskracht van de beelden op zich kan zeer sterk zijn. Technologie is dan enkel de drager. Misschien ziet dat kind in de beelden ook de achterliggende kwaliteiten van de Lion King. Lucie: Hoe ga jij zelf met TV om? Lieven: Ik ga daar niet mee om. Jan, mijn zoon, heeft een TV binnengesmokkeld toen hij ongeveer 14 jaar was. En toen was het hek van de dam. Vooral in het begin keek hij bijna de klok rond. Nu gaat hij liever naar Torhout-Werchter! Ik treed niet corrigerend op wat TV of computergebruik betreft. Ik neem aan dat het gebruik ervan vanzelf evolueert. Roos: Het is mijn ervaring dat je kinderen maar kan begeleiden in het niet kijken door zèlf niet te kijken. Iemand die zelf voortdurend voor de TV zit kan zijn kinderen niet verbieden te kijken. De kinderen van vandaag zijn zeer individualistisch, ze aanvaarden het gewoon niet meer dat hun ‘goed’ anders zou zijn dan het jouwe. Je moet zelf staan voor wat je zegt en doet. Met mijn oudste kinderen kon ik al een zelf iets ‘in den duik’ doen, maar mijn jongste kind pikt dat niet. Ik moet veel consequenter zijn. Marnix: Waarom kies je eigenlijk voor geen TV? Roos: Ik maak me ongerust over de invloed van TV op de ontwikkeling van de ziel van het kind. Ik denk dat kinderen gemanipuleerd worden door TV, onbewuste beelden worden via TV doorgegeven, beelden die niet gezien worden, maar die door het onderbewuste van de mens opgenomen worden (Roos verwijst hier naar een artikel over zogenoemde subliminale beelden die ongemerkt tussen de “gewone” beelden meegezonden worden).
Loïc: Zenders als Ketnet krijgen gratis programma’s van productiehuizen. Deze firma’s hebben een commerciële bedoeling, dat zit verwerkt in de programma’s. Dat besef ik toch al een paar jaar. Roos: Ik wil TV-kijken in een veel breder kader plaatsen: namelijk de werkzaamheid van de tegenkrachten. Kijk naar onze maatschappij, hoe wij steeds meer in structuren gevat worden. De creativiteit van de mens wordt steeds meer aan banden gelegd. De mensen worden angst aangejaagd met boetes, allerlei papieren die hij steeds weer moet invullen om ‘in orde te zijn’, zoniet raakt hij uitgestoten. De hele chipsevolutie om de mens te controleren, honden, koeien, kinderen, iedereen krijgt een chip ingeplant. Dit zijn net als TV mogelijkheden om een greep te krijgen op het wezen, de ziel van de mens. Daarom wil ik mijn kind geen tv laten kijken. Ik heb ook bedenkingen bij het speelgoed dat vandaag zo populair is en teruggrijpt op de tekenfilms: reptielen, draken, wapens. Lelijke dingen, maar kinderen zijn er gek van. Marnix: Reptielen en draken komen ook in sprookjes voor, maar daar heb je ook de tegenbeelden, die je in de tv-verhalen en strips niet krijgt. Roos: Daar schuilt juist het gevaar. Er wordt maar één aspect van deze beelden gebruikt. Ik maak mij ongerust over deze gang van zaken en ervaar dit als een manipulatie van het zielenwezen van de kinderen. Lucie: Misschien is het niet nodig om zo ongerust te zijn. Onze kinderen hebben ook TV mogen kijken. Nu zijn ze 17 en 19 en bepalen ze zelf wat en hoeveel ze kijken, weliswaar in afspraak met de andere leden van het gezin. TV mag onze huiskamer niet regeren. Soms komt onze dochter van 17 thuis van school en heeft ze zin in niks behalve TV-kijken. Dan kijkt ze naar de - in mijn ogen - stomste dingen eerst, zoals die gewelddadige en lelijke tekenfilms. Ik maakte er laatst een opmerking over en ze antwoordde: “Maar Lucie, natuurlijk heb je gelijk. Een kind mag je daar zeker niet naar laten kijken, maar komaan, ik vind dat es wijs.” Voor mij is dat het bewijs, dat wanneer kinderen een genuanceerde houding tegenover deze genotsmiddelen geleerd hebben, ze daar wel degelijk kunnen mee omgaan en er een kritische houding kunnen tegenover aannemen. Dit hoort wel degelijk bij hun tijd. Lieven: Ik vind het verbluffend dat zij daarover al een dergelijk bewustzijn ontwikkeld hebben. Ze weten wat ze doen, wat het inhoudt, want een klein kind zouden ze er niet vóór zetten.
Lucie: Computer ervaar ik als veel méér verslavend, vooral de internetsessies. Lieven: Aan internet zit ook een positieve kant aan, TV is veel passiever. Mijn dochters bijvoorbeeld zitten voortdurend te chatten of met gsm en telefoon te bellen. Dat is niet louter passief. Koen: Eigenlijk kan je elk van die media zowel positief als negatief, passief of actief gebruiken. TV is een gemakkelijk medium om aan informatie te komen. Maar de verleiding om af te glijden of te blijven plakken is altijd groot. Roos: Zijn wij niet te weinig bewust van bijvoorbeeld de vervuiling die veroorzaakt wordt door al die sms-berichtjes die helemaal niet nodig zijn. Ik wil niet pessimistisch zijn, maar als opvoeder hebben we de taak om zelf bewust te zijn en dat aan onze kinderen door te geven. Er zijn consequenties aan onze levenswijze. Lieven: Ik weet niet of het zozeer onze taak is om onze kinderen te leren. Ik vraag me zelfs af of het niet eerder omgekeerd is. Door hun houding tonen ze ons iets. Steiner zei dat het in ons tijdperk gaat om de confrontatie met het kwaad. Dat moeten we leren aankunnen. Wij volwassenen - ik mag natuurlijk niet veralgemenen - gaan die confrontatie liefst niet aan. Onze kinderen doen dat blijkbaar in onze plaats. Wij proberen de dingen te regelen voor hen, maar eigenlijk bewijzen zij door te doen wat ze doen, want ze ontmoeten het kwaad in alles rondom hen, dat ze de confrontatie aandurven. Zij doen wat wij niet durven. Roos: Maar hebben zij genoeg weerstandsvermogen? Wat zit achter die draak? Lieven: Zij nemen onze taak op zich. Marnix: Wát zouden wij dan moeten doen? Lieven: Hiervan bewust zijn zonder angst zou al een hele stap zijn. De tegenmachten willen door ons verlost worden. Zij vragen iets van ons. Hoe doe je dat? Door bewustzijn. Er zijn dingen die aan deze tafel niet kunnen uitgesproken worden, omdat iedereen direct zou toeklappen en er een sfeer zou kunnen ontstaan van angst en ‘dat mag niet’. Zo sluit je je af voor openheid en eerlijkheid. Lucie: Kan je zo’n taboe noemen?
9
T
C V&
o
Lieven: Uitspraken over de aanslagen op joden in Antwerpen bijvoorbeeld. Daar kan niet genuanceerd over gesproken worden, wil je niet als racist veroordeeld worden. Wanneer je naar je kinderen kijkt herken je vaak je eigen trekjes, waar jij nog moet aan werken. We geven dit door, wanneer we er zelf niet aan werken moeten onze kinderen het doen. Loïc: Wat Lieven zegt over taboes, daar kan ik achterstaan. Ik moet zeggen dat ik een dergelijke zwijghouding het afgelopen jaar ook ervaren heb in gesprekken binnen de klasgroep rond politieke onderwerpen. Sommige dingen worden a-priori als verkeerd beschouwd. Daar kan dan niet meer over gesproken worden. Lucie: Ik zou even willen terugkeren naar ons thema. Koen raakte daarnet het appèl van deze media aan de wilskracht van onze kinderen aan. Ik zou dat aspect willen verbinden aan Lievens uitgangspunt, het appèl van onze kinderen aan onszelf, aan onze eigen ontwikkelingsmogelijkheden. Wij vinden dat onze kinderen volgens onze normen weinig wilskracht hebben, weinig aanpakken; ze hangen, ze laten zich gaan, ze nemen alles liefst van de gemakkelijke kant. Het is ook een appèl aan ons, dit te zien. De opdracht die daar ligt voor onze kinderen is veel zwaarder dan wij ooit gekend hebben. Onze wil werd nog gevoed door ritme en gewoonte, autoriteit. Onze kinderen moeten het alleen doen. Wij hebben onze wilskracht nog in onze opvoeding gekregen. Onze kinderen worden met een dusdanige vrijheid geconfronteerd dat ze die wilskracht zogoed als volledig uit zichzelf moeten halen. Marnix: Omdat wij er niet meer in slagen hen die te geven! Lieven: Dus het is de schuld van de ouders?! Lucie: Toch gebruik ik hier liever het woord verantwoordelijkheid. Onze kinderen dagen ons vandaag uit onze eigen wilskracht te ontwikkelen. Mensen die TV, computer, gameboy, enz. in huis hebben, moeten elke dag opnieuw hun eigen wilskracht aanspreken om de kinderen een grens te stellen. Marnix: Spijtig genoeg beginnen die mensen daar dan meestal te laat mee. Opvoeden begint namelijk vanaf de geboorte. Het is óók een teken van onze tijd dat wij niet meer instinctief weten hoe we moeten opvoeden. Sommige mensen laten baby’s naar TV kijken. Ouders die, omdat ze bang zijn om hun kind verdriet te laten hebben, elke nacht 4 keer uit hun bed komen om hun kind te troosten, zijn verkeerd bezig. Natuurlijk moet je begrip hebben voor je kind, maar je moet zelf innerlijk sterk genoeg zijn om je kind te leiden.
10
Ook dit wijst op een gebrek aan pedagogische kracht en aan autoriteit bij veel ouders. Eigenlijk moeten de jonge ouders opnieuw opgevoed worden en opvoedingspraktijken leren. Lieven: Ja, maar hoe bereik je dat? Welke technieken gebruik je om met de tegenmachten om te gaan? Als ik die vraag stel sta ik voor een leegte. Lucie: Hoe breng je moraliteit over? Lieven: Nee, het gaat niet om overbrengen. Ik verwijs naar een werk dat ik laatst las: ‘Pedagogie als kunst’; daarin trof me het volgende over straf: je mag geen kinderen straffen om ze op te voeden. Niet de leraar voedt de kinderen op, een kind voedt zichzelf op! De vraag is dus: Hoe pak ik mezelf aan? Die hele technologie is in wezen zeer verslavend. Zo kom je dus bij je eigen verslaving. Eigenlijk stelt zich hier de vraag: hoe ga je om met je eigen verslaving. Als je met je eigen verslavingen kan omgaan, zal je je kinderen hierin kunnen begeleiden. Kinderen spiegelen jezelf. Als jij het niet kan, zullen zij het ook niet kunnen. Ik kan mij voorstellen dat mensen die dit begrijpen veel meer kunnen loslaten, er rustiger mee omgaan. Als je moet vechten tegen je kinderen, ben je verloren. Dergelijke strijd kan je niet winnen met vechten. Koen: De verantwoordelijkheid tot een bewustzijn hierover ligt bij de mensen die daartoe de mogelijkheid hebben. Wie moet krabben om aan zijn primaire behoeften te voldoen komt daar niet aan toe; ouders die moeten overleven zetten hun kinderen voor de TV. Edith: Er zijn vandaag toch veel mensen die wél de mogelijkheid hebben en toch hun kind voor de TV zetten. Hoewel ze de materiële mogelijkheid hebben om andere dingen met hun kind te doen. Koen: Inderdaad, meer dan de helft van de Belgische bevolking heeft overschot, maar gebruikt die niet om in hun kinderen te investeren, maar wel om een grotere auto te kopen, of om hun financiële zekerheid te vergroten. Edith: Een van mijn dochters studeert voor opvoedster. In een van haar colleges kreeg ze te horen dat het belangrijk was dat ouders minstens 10 minuten per dag echt met hun kinderen zouden bezig zijn, naast het voldoen van de fysieke behoeftes. Blijkbaar doen heel veel mensen dat niet; 10 minuten per dag met je volle aandacht luisteren naar je kind, moet vandaag blijkbaar aangeleerd worden!
Roos: Dit fenomeen is rechtstreeks verbonden met het beeld van TV-verslaving, jongerenzelfmoord, geweld, zwaarlijvigheid, suikerziekte. Het verband hiertussen is de weerspiegeling van de manier waarop wij met onze jongeren omgaan en de tegenmachten die aan het werk zijn.
heel simpel, maar moeilijk om te doen.
Lieven: Ik denk niet dat je deze strijd alleen aankan. Eigenlijk komt de vraag “Hoe moet ik mijn kinderen opvoeden” neer op: hoe moet ik mezelf opvoeden.? Ik heb dat al ondervonden: door met mezelf over iets in het reine te komen stelt het probleem zich ook niet meer voor de kinderen. En dan die vraag: hoe doe je dat? Roos: Dat heb je toch zelf gezegd, door aan jezelf iets te veranderen. Lieven: Goed, dan vraag ik terug: wát kan je aan jezelf veranderen zodat je kinderen uit zichzelf niet meer voor de computer gaan zitten? Daarvoor moet je heel diep gaan kijken! Ik heb zelf een idee: in deze tijd zijn wij totaal naar buiten gericht, dat moeten we proberen omkeren. Lucie: Dat is inderdaad wat je ziet bij de kinderen: TV, computer, ook hun chatsessies liggen eigenlijk allemaal buiten henzelf. Marnix: Daarom is het zo belangrijk het middengebied te ontwikkelen. Muziekopvoeding is hiervoor zeer belangrijk, en ook bewegingsontwikkeling. Lieven: Maar dan wel met het juiste bewustzijn voor het lichaam. Steiner verwees naar het lichaam als een enorm kunstwerk. Fysieke ontwikkeling betekent niet datgene wat in bijvoorbeeld fitnesscentra gebeurd. Marnix: Als je over het lichaam spreekt, kom je al vlug bij het aspect voeding, nog zoiets belangrijks. Ook daar zijn mensen vandaag zo onwetend. Ik heb nog een concrete vraag die ik hier op vraag van een ouder moest stellen: hoe ga je om met een kind dat elke dag een half uurtje naar tv mag kijken, maar dan begint het circus er rond: chips en frisdrank en snoep! Welk alternatief heb je hier? Roos: Dat hele probleem ligt toch in de lijn van wat we reeds zegden: zelf gezond omgaan met voeding
Edith: Dan geef je hen toch geen chips?! Lieven: Zo simpel is dat niet, Edith. Lucie: Lieven, als je geen chips in je kast zitten hebt is er toch geen verleiding.Loïc: Laat hen toch chips eten, ze zullen het wel beu worden Lieven, Roos, Koen: Dat weet ik nog zo niet!
Lucie: Het is ook afhankelijk van wie je zelf bent, hoe je reageert op TV, chips, enz. Voor sommige kinderen zal zich nooit een verslavingsprobleem stellen, voor anderen wel. Lieven: Daar komen we bij de essentie van ons opvoedingsverhaal. Wanneer een kind zich als IK erkend voelt, kan je er veel meer mee doen. Dat brengt je opnieuw bij de zelfopvoeding, de vraag naar het karma: wie ben ik, wat kom ik hier doen. Contact krijgen met het IK is ook de weg naar de wilskracht. Wat bij de ene mens werkt, doet dat bij de andere niet. Dus op welke manier je iemand van de chips of TV afhoudt is niet vast te leggen. Edith: Mijn kinderen krijgen ook chips, maar als we er een tijdje in huis gehad hebben en we zouden er te dikwijls gaan van snoepen, dan zeg ik, kom we kopen er een tijdje geen meer. De kinderen vinden dat goed. Het gaat toch om het voorbeeld geven. Dat zeggen mijn kinderen zelf. Ze vinden dat ik hen goed opgevoed heb. Als ik dan zeg dat ik eigenlijk niets bewust heb gedaan, is hun antwoord: dat is het juist, gij waart wie ge zijt en dat voorbeeld heeft het gedaan. Ik eet ook graag chips. Maar soms eet ik maanden geen chips. Mijn kinderen zien die houding gewoon. Marnix: Eigenlijk gaat het erom dat je zelf moet weten wat je wil en hierin consequent zijn. Lucie: Een afsluitertje over ons thema? Lieven: Het gaat vaak niet om wat kinderen te zien krijgen. Gewoon het stilzitten is niet normaal voor een kind. Als je een kind gewoon laat zijn, zit het nooit stil. Kinderen worden gehypnotiseerd door TV, computer, enz. Dat is pervers. De wilspool wordt gewoon stilgelegd.
Baby’s die naast een luide radio staan, nog zoiets absurds. Het toont gewoon dat ouders vandaag niet meer weten hoe zo’n kind in elkaar zit, wat een baby’tje nodig heeft. We moeten ons opnieuw bewust worden van wat een kind is. Marnix: ‘t Is dus eigenlijk heel simpel, maar moeilijk om te doen. 11
T
C V&
o
TV-seeing
TV kijken: teveel zenders, te oppervlakkig, te snel, te veel geweld, te veel soaps, te verslavend en ga zo maar door. Je moet behoorlijk gestoord zijn om hieraan mee te doen, zou ik logisch besluiten. En toch moeten velen onder ons toegeven dat we zo’n beeldbuis in huis hebben. Wij hebben er ook een. Hij is zelfs niet weggestopt in een of andere kast. Bij ons is het ding beschilderd, met bloemen, het kan een eerste tip zijn om het beest wat toegankelijker te maken. Ondanks deze stelling vraag ik me af of dit medium zo extreem moet benaderd worden. Ikzelf heb mijn portie gehad tijdens mijn jeugd. Ik kan me vele programma’s nog levendig voorstellen: “Zorro”, “De Hulk”, “De man van Atlantis”, “Tita Tovenaar”, “De man van 6 miljoen”, “Bonanza”,… Was dat nu zo slecht? Als rijpere dertiger wil ik ze best nog eens bekijken. Ja, alles loopt sneller, dat is te merken, de techniek staat niet stil; maar als je goed kijkt is de architectuur van een goed programma nog steeds dezelfde. Laten we eens “Lord of the Rings” onder de loep nemen. Het is me wat. Geweld, monsters, effecten en dat drie keer drie uren. Waar kan dat nu goed voor zijn? Opmerkelijk is dat de kinderen er wel drie uur naar kunnen kijken. Is dat nu omwille van het geweld? Als je goed kijkt schuilen achter deze technologische hoogstand ook trouw, vriendschap, vaderschap, doorzetting, heldhaftigheid, trots, duidelijkheid tussen goed en kwaad, moed, thema’s die kinderen enorm boeien. Ik zag dit bij Sneeuwwitje ook. Ja, maar dat geweld, zeg je nu. Wel, ik was verbaasd toen een van onze zonen vertelde dat “Lord of the Rings” helemaal niet zo erg is; ze zaten eerder te schudden en te beven bij het bekijken van “Harry Potter”. Ik dacht dat dit een vertolking van een fantasieverhaal was en fantasie is alweer de bron van het spelen. Dat klopt, zei onze zoon, maar het verschil zit in iets anders. Bij “Harry Potter” speelt het verhaal zich af in een school, bij “Lord of the Rings” kan het kind geen verbinding 12
leggen met zijn reële leefwereld; m.a.w. de figuren mogen er lelijk uitzien, toch kan het kind zijn angst gemakkelijk trotseren omdat het juist zo ver van hem afligt; maar de heldhaftigheid en de moed, die vat het kind veel meer. Kinderen zien sommige dingen anders, en als ouder kan je liefst je betrokkenheid tonen zodat er een pedagogisch gesprek kan uitvloeien. Als tiener had ik het geluk dat mijn vader mijn genegen muziek volgde. Niet dat hij het altijd met me eens was maar het was voor mij als puber een mooi discussieplatform; net hetzelfde geldt voor TV kijken. Kleine kinderen voor de TV zetten omdat mama en papa geen tijd voor hen hebben? Foei. Vooral wanneer het kind praktisch nog geen beelden kan opnemen. Maar wanneer het kind begint te imiteren bij het zien van “Tik Tak” is dit een teken dat het ergens klaar voor is. Tenslotte kan TV kijken een ontlading zijn, maar het mag niet de enige zijn. Spelen en lezen mogen niet vervangen worden. Kinderen zitten in een ritme dat soms veel te hoog ligt. Schoolgaan, muziekschool, dans, theater, het vraagt veel energie. TV kijken kan een beloning zijn, tenminste wanneer er een vast patroon gevolgd wordt. Je kunt ze bijvoorbeeld laten kijken op de halve schooldagen zodat ze genoeg tijd krijgen voor hun spel en hun taken. De volgorde: huiswerk, avondeten, TV kijken, spelen, slapen werkt bij ons het best. Vooral het spel na de televisie moet er zijn zodat ze hun fantasie kunnen uitleven vóór het slapengaan. ‘s Ochtends laat ik ze nooit kijken, een dag actief beginnen maakt ze goed wakker. Zappen is het mooiste teken dat het bedtijd is. Zoals bij vele dingen: het gaat hem eigenlijk om iets te beheersen, één van de belangrijkste waarden in de opvoeding. Peter Vandenberghe
J
L
S OA P S & C H I P S
G
We eten ons te pletter – dat wordt ons de laatste maanden in de media (jawel, ook op TV!) wel duidelijk gemaakt. Nu al lijdt zoveel procent van de westerse
bevolking aan overgewicht, en het wordt er niet beter op. De kosten (en het lijden, wat nog belangrijker is) ten gevolge van ziekten verbonden aan overgewicht
swingen de pan uit: suikerziekte, hoge bloeddruk, aderverkalking, hart- en vaatziekten, bepaalde kankers,… Natuurlijk wisten we het al eerder: we zagen het aankomen op TV-beelden (!) van over de grote plas, we zagen het aan de massa’s zoet en chips en fastfood en frisdrank en alcohol en prefabvoeding die de winkelkassa’s passeerden, en we voelden ons geweten allicht niet helemaal zuiver bij het bekijken van onze eigen boodschappentas… Veel van het overgewicht heeft te maken met te veel zitten – bij TV-kijken bijvoorbeeld – en met de ongezonde snacks die daarbij heel vaak opgepeuzeld worden. En voor veel ouders lijkt het heel moeilijk geworden om hun kinderen gezonde voedings- en snoepgewoonten aan te leren.
kunstmatige melkpoeders kunnen niet tippen aan de kwaliteit van moedermelk. Integendeel, mogelijks zijn ze mee verantwoordelijk voor heel wat problemen later; enerzijds omdat ze van koemelk gemaakt zijn (koemelk bevat veel te zware eiwitten, die bedoeld zijn voor de zeer snelle groei van een kalf – een mens groeit relatief véél trager!), anderzijds omdat ze teveel verzadigde en te weinig onverzadigde vetzuren bevatten, in het bijzonder te weinig omega-3 vetzuren (een tekort aan deze laatste zou een verstoring van de hersenontwikkeling veroorzaken en mogelijk mee aan de basis liggen van ADD en ADHD-problemen). Een zelfgemaakte pap op basis van karnemelk, rijstmeel, volwaardige zoetstof en olie (o.a. een beetje lijnzaadolie) is gezonder.
Gezonde voeding begint al in de babytijd (zo al niet vóór de geboorte, via wat de aanstaande moeder eet): borstvoeding geniet uiteraard de voorkeur. De
Om het kort te houden volgt hier een overzichtje van wat m.i. gezonde voeding voor zowel kinderen als volwassenen inhoudt: 13
T
C V&
o
J
VOEDINGSADVIEZEN: (Gewoon getypt = niet gebruiken; cursief getypt = wel gebruiken.) Gebruik zo veel mogelijk biologische voedingsmiddelen. Gebruik als basis voor de voeding: zetmeelhoudende voedingsmiddelen (vooral granen; aardappelen met mate), groenten (deels gestoofd of gestoomd, deels rauw; twee tot drie soorten per dag), fruit (minstens twee stuks per dag) en verzuurde zuivel. • Melk is te mijden! Evenals alle producten op basis van niet-verzuurde melk (volle melk, halfvolle melk, afgeroomde melk; chocomelk, smeerkaas, puddinkjes, ijsjes, enz.). Harde kazen (jonge, belegen, specialiteiten): zelden gebruiken, en in kleine porties! Wél mogen: verzuurde melkproducten zoals karnemelk, yoghurt, viili, yomio, kefir, plattekaas, cottage cheese; ook geitenkaas. Gebruik bij voorkeur halfvolle of magere zuivelproducten. Aanbevolen in verband met CALCIUM: sesamzaadpasta (=tahin). • Gebruik géén vooraf gekleurde of vooraf gezoete producten!!! Stel zelf je (drink)yoghourt of milkshake samen op basis van yoghurt, met vers fruit of diksap of een ander gezond zoetmiddel (zie verder). Granenmelken zoals havermelk, rijstmelk zijn OK voor tussendoor, maar zijn onvoldoende als basisvoeding. Eventueel sojamelk: als aanvulling of als noodoplossing (bvb bij koemelkallergie). • Suiker: is puur vergif voor de lever! Gesuikerde frisdranken, suikerhoudend snoep vermijden; zoete koeken, patisserie eerder uitzonderlijk. Honing is eerder een geneesmiddel dan een voedingsmiddel; dus enkel in bijzondere situaties te gebruiken, vb bij ziekte. Gebruik ook geen gewone rietsuiker, kandijsuiker, bruine suiker… (zijn in feite niet beter dan witte suiker). 14
Liever zoeten met pure appelstroop, andere pure vruchtenstropen, fruit, fruitmix, fruitsap, diksap, suikervrije confituur. Frisdrank kan je zelf maken met Spa-bruis en diksap (Spa-bruis en diksap van zwarte bessen smaakt als cola!) of Natu-C. Zo nodig “oerzoet” of “oersuiker” (vb: Sucanat) gebruiken. Uitstekend alternatief: de Si’Doux-granenstropen van Lima. • Varkensvlees en varkenscharcuterie (andere charcuterie: enkel indien biologisch). In het algemeen weinig vlees gebruiken, één tot twee keer per week, hormonenvrij. Regelmatig vette vis eten (haring, makreel, zalm, sardienen,…). • Citrusvruchten : appelsien, pompelmoes (zéér matig gebruiken: mandarijntjes); dus ook geen sap hiervan. - Rauwe tomaat; champignons; quorn (alles te belastend voor de lever). • Harde frituurvetten (gebruik frituurolie). Gebruik weinig boter maar veel olijfolie in de keuken, en eet dagelijks een koffielepeltje lijnzaadolie (kinderen ½ kfl). • Alcohol (in alle vormen)! Koffie (niet aan kinderen geven; volwassenen: beperkt); pindakaas, pindanoten; carob. Melkchocolade (hoe puurder, d.i. zwarter de chocolade, hoe minder belastend); “witte” chocolade. • Gist (veel plantaardige vleesvervangers, bijvoorbeeld pasta’s voor op de boterham, bevatten gist en zijn dus te mijden; vb: Tartex.). Zoek vleesvervangers op basis van bijvoorbeeld zonnebloempitten, kikkererwten, linzen of soja ipv gist. Gistbrood : zoveel mogelijk vervangen door zuurdesembrood. Kleur-, smaak- en bewaarstoffen. Kant-en-klare, geprepareerde gerechten. Conserven.
J J ALTERNATIEVEN :
Op de boterham: groenteslaatje; vegetarische pasta op basis van soja, sesam, kikkererwten, linzen of zonnebloempitten (natuurwinkels; vb Abinda, Streich); notenpasta (verschillende soorten noten, al dan niet met rozijnen gemixt); suikervrije confituur (zie verder), appelstroop, moutstroop, bietenstroop, vijgenpasta, dadelstroop, dadelpasta-hazelnoot (Deva-Hill); kastanjepasta (vb Priméal), hazelnoot-chocopasta (Ukkie), zonnebloempittenpasta (Horizon), enz… Koekjes en snoep met granen- of vruchtensiroop als zoetmiddel vind je in natuurvoedingswinkels in overvloed. Suikervrije confituur: gemaakt met geconcentreerd appelsap (als dikmiddel) in plaats van suiker; te verkrijgen in natuurwinkels (diverse merken) en Delhaize (Tutti Frutti). Suikerarme biologische ontbijtvlokken en chips zijn ook te vinden. In plaats van koffie: granenkoffie, kruidenthee. Cafeïnevrije koffie enkel indien op biologische manier (stoom) cafeïnevrij gemaakt (vb: Koffie Kan, Simon Levelt, Wereldwinkel).
kunt geven. Het is natuurlijk de vraag of kinderen echt wel zoveel snacks en snoep nodig hebben, en of het wel gezond is om bij het TV-kijken op onbewuste manier te zitten snoepen of eten. Een eerste gewoonte die je je kind zou kunnen aanleren is om geen twee dingen tegelijk te doen; dus: niet snoepen tijdens andere activiteiten, en als er dan toch gesnoept wordt, om er tijdens een pauze bewust en met tijd en aandacht van te genieten! De gouden regel, en eigenlijk de allereerste voorwaarde voor het aanleren van gezonde voedingsgewoonten aan kinderen is natuurlijk: als ouder zelf het goede voorbeeld geven! Dit houdt onder meer in: •
wat verboden of ongezond is als basisvoeding komt gewoon niet in huis;
•
ouders gaan zelf bewust om met snoep en andere genotsmiddelen; (tussen haakjes: ik ben blij dat op onze school geen frisdrankenautomaat staat – een waterfonteintje met gefilterd water of eventueel een automaat met flesjes bronwater zou ik wel appreciëren – maar voel me heel ongelukkig met het alcoholgebruik bij de talrijke feestelijke evenementen op school);
•
ouders zijn consequent in wat ze zelf doen én in wat ze van hun kinderen verlangen; ook dit begint al bij de borstvoeding; baby’s hebben heel snel door wanneer mama te snel toegeeft, en leren al heel vroeg hoe ze hun ouders kunnen manipuleren. Je ziet dan vaak al peuters en kleuters die door hun wispelturige en eisende gedrag hun ouders tot wanhoop drijven;
OPMERKINGEN: • Ei: maximum 1 (kinderen) tot 2 (volwassenen) per week. Onder de twee jaar: zelden eieren. • Bij te veel kalk in het leidingwater: ontkalk het water waar je mee kookt of koffie of thee mee maakt. Vb: Brita-filters. • Gebruik regelmatig: zuurkool, melkzuurdranken (Molkosan, Brooddrank), sesamzaad (sesampasta = tahin), lijnzaad(olie), zonnebloempitten, hazelnoten, amandelnoten. Het komt er op aan eens een uurtje te gaan rondsnuffelen in een bio-winkel om de aanbevolen voedingsmiddelen te vinden. Hetzelfde geldt voor de snacks en snoepjes die je aan kinderen
15
•
een algemene regel is dat wat peuters en kleuters te eten krijgen door hun ouders bepaald wordt en niet door henzelf; op deze leeftijd zijn kinderen mentaal nog niet in staat zelf te kiezen welk beleg op de boterham komt! Voor hen in de eerste plaats geldt: het goede voorbeeld en de wijze en liefdevolle autoriteit! Of om het met Paul Verhaeghe, psychoanalyticus en professor aan de Universiteit Gent te zeggen (in Knack Weekend van 25 augustus): “…verbieden en je autoriteit laten gelden is tegenwoordig nu eenmaal not done. Het is een gekke uitloper van de antiautoritaire bewegingen uit de jaren zestig en zeventig, toen de macht van kerk, politiek en moraal in vraag werd gesteld. Een goede zaak, maar ze hebben het kind met het badwater weggegooid. Nu moeten we plots ook met onze eigen kinderen onderhandelen. Akkoord, maar niet pakweg voor hun tiende levensjaar. Een kind heeft verbod nodig, want dat creëert veiligheid en houvast. Met een driejarige onderhandelen over bedtijd is gewoon belachelijk. Je kunt het kind geen beslissingsrecht geven over zaken waarover het niet kàn beslissen.”
J
J
Als uitsmijter het volgende berichtje dat ik ontving van een “overwerkte gestresseerde moeder van een pre-puberende zoon”, met de toestemming voor publicatie: “Een ware ontdekking! BioPlanet joepie!!! Al dat lekkers, het smaakt en het is gezond. Streich, een aanrader, bewaart ook redelijk lang en bestaat in veel variëteiten. De choco van Ukkie is al op, het was een succes! Ruime keuze aan brood en gebak, met of zonder gist, met of zonder zonnebloem/ pompoenpitten. - Groenten- en fruitabonnement genomen bij de Ringelwikke: lekker! En je krijgt dingen die je niet of nauwelijks kent en die je anders niet zou kopen. N. heeft deelgenomen aan het boerderijkamp op de Ringelwikke en we hebben de door hem daar geoogste rode biet met van enthousiasme gloeiende wangen opgegeten en in verschillende vormen uitgetest. Moet ik nog doorgaan?...” Marnix Schaubroeck.
TUSSENDOORTJES
• “Algemeen vormend onderwijs mag zich niet van zijn wezenlijke taak laten afleiden door een opmars van machines. Niet het schuimende oppervlak van maatschappelijke veranderingen biedt jongeren steun en perspectief, maar de stabiliteit van de bezonken lagen daaronder”. Gerard Bodifée, column “De computer en het schoolbord”, Knack 19mei 2004. • “En laat onderwijs de tegenmacht blijven waar deze maatschappij zo’n nood aan heeft. Waar jongeren een opvoeding krijgen, een historisch besef, een esthetisch gevoel, een kritische geest. Alles, behalve een opleiding voor een goede baan”. Yves Desmet, Standpunt, De Morgen 1 sept 2004. 16