1
Nr. 015
De LDGB'er
Inhoudsopgave
Van de redactie Voor u ligt nummer 15 van de LDGB’er. Buiten de vaste rubrieken treft u een bijdrage aan van de KPL Granneman over de Belgisch- Nederlandse samenwerking, De reünie LDGB door Ko Dirks en het afscheid van Willem van Olderen.
De LDGB'er...........................................................1 Van de redactie ...................................................1 Inhoudsopgave .....................................................1 Van de Voorzitter .............................................. 2 Van de vakschool. ............................................... 3 Benesam ................................................................ 6 Reünie .................................................................... 8 Vierkant…. Door Willem van Olderen .......... 8 Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst ...11 Het was- wordt overzicht. ............................ 12 Vanuit de ziekenboeg...................................... 12 De oude meesters ............................................ 12 Slotwoord. .......................................................... 13
De redactie is voor de volgende edities op de navolgende wijze te bereiken:
[email protected]
LTZ Derco Tabor 0223 - 656092
Jaargang 2012 nummer 15
Van de Voorzitter Afgelopen weekend lag er een brief in de bus van het ABP. Da’s raar dacht ik, want normaal gesproken komt het ABP met het pensioenoverzicht aan het begin van het jaar. Maar dit was wat anders……een brief waarbij werd aangegeven dat ik binnenkort met FLO ga en wat ik elke maand als UGM uitkering ga krijgen. Toen kwam het besef dat het einde van mijn diensttijd wel heel hard dichtbij gaat komen. Het besef dat mijn leven er plotseling heel anders uit gaat zien, geen werkdruk meer in een missiegebied, geen dagelijks contact meer met de collega’s, geen nieuwtjes, geen roddels enzovoort. Iets wat ik zeker zal gaan missen in het begin maar er zijn weer genoeg andere uitdagingen die op mijn pad zullen komen, dat weet ik zeker. In januari 2014 is het voor mij echt voorbij zijn en hoop dat collega’s zich geroepen voelen om het stokje over te nemen want ik ben niet de enige die met FLO gaat. Zo zullen bijvoorbeeld ook Hans Nolting, Leo van de Meer (redactie LDGB’er) en Hans Melkert met FLO gaan. Allen hebben nog steeds bijzonder veel bemoeienissen met het dienstvak en dragen de LDGB een warm hart toe. In de laatste LDGB’er had ik aangegeven dat de bezuinigingen op korte termijn niet zo desastreus zullen zijn voor ons dienstvak maar zodra het SAP steeds meer handen en voeten gaat krijgen zullen de gevolgen zeker merkbaar worden. Ik heb nog geen flauw benul hoe het er over een aantal jaren uit zal zien en troost me met de gedachte dat ik niet de enige ben. Door de huidige bezuinigingen zijn de onzekerheden nog steeds niet weggenomen en het SAP heeft ook met de nodige problemen te maken. Problemen die niet van vandaag op morgen zijn opgelost. Daarnaast weten we ook niet wat de politiek gaat doen als er weer een nieuwe regering is aangetreden………nog meer bezuinigingen? Kortom, het is belangrijk dat het dienstvak LDGB op de kaart blijft staan en dat gaat niet vanzelf. Gelukkig zijn er al een aantal collega’s die zitting gaan nemen in de commissie LD voor onderofficieren en verder hoop ik dat een ieder de LD landdag (waarschijnlijk op 22 november) niet aan zich voorbij zal laten gaan. Zoals ik in de vorige LDGB’er aangaf…… probeer vooral het “wij gevoel” uit te dragen want dat was destijds de absolute kracht van de magazijnbeheerders bij de Koninklijke Marine. Is het nu allemaal zo somber? Natuurlijk niet, want er is ook wat goeds te melden…… een nieuwe editie van de LDGB’er. Met interessante, leuke en gevarieerde onderwerpen die zeker de moeite waard zijn. Blijf vooral stukjes insturen over het wel en wee binnen het vak maar uiteraard mogen het ook ander interessante onderwerpen zijn. Volgende maand begin ik aan het opwerktraject voor PTG 5 en ga in mei 2013 voor zes maanden naar Kunduz als stafofficier personeel (S1). Ik blijf -hoe dan ook- in contact met zoveel mogelijk collega’s over de nieuwtjes en ontwikkelingen binnen de LDGB. Helaas weet ik niet of ik aanwezig zal zijn op reünie magazijnbeheerders (9 november a.s.) maar als het opwerktraject het toelaat, gaan we elkaar zeker zien. Rob Timmermans
2
Van de vakschool.
Roerige tijden bij het OTCLOG In deze nieuwsbrief ook weer een bijdrage van het OTCLOG in Soesterberg. Ook wij worden stevig geraakt door het reorganisatietraject. Op de totale sterkte van KM personeel van 14 personen leveren wij 3 man/vrouw in te weten 2 SGT-en LDGB en 1 KPLLDA. De arbeidsplaatsen van 1 SGTLDGB en de KPLLDA verdwijnen daadwerkelijk en de arbeidsplaats van de 2e SGTLDGB verhuist naar de nieuw te vormen instructiegroep SAP. Dit betekent dat er ruim 30% directe instructiecapaciteit verloren gaat wat consequenties kan gaan opleveren in de toekomst. Omdat op dit moment de aannamecijfers voor nieuwe matrozen ver achterblijven bij de behoefte zal er in de toekomst ergens een inhaalslag moeten plaatsvinden. Gezien de beperkte capaciteit die overblijft, zal dit een moeizaam proces gaan worden. Waar ik in deze bijdrage extra aandacht aan wil geven is de manier waarop binnenkort (vanaf 1 januari 2013) PBI matrozen de organisatie gaan instromen na afronding van de EVO. Hiervoor moet ik eerst een stukje achtergrondinformatie schetsen. Bij het begin van het reorganisatietraject zijn er een aantal blauwdrukken ontworpen (jullie waarschijnlijk niet onbekend). In de blauwdruk “Opleiden & Trainen” werd behoorlijk wat aandacht geschonken aan het fenomeen NBOF (Niet Beschikbaar Op Functie). Dit aantal moet stevig naar beneden. Het merendeel van de mensen die NBOF geplaatst zijn, zitten in een opleiding. Vandaar ook dat dit onderwerp binnen OKM de nodige aandacht heeft gekregen. Van de huidige ruim 1100 opleidingsarbeidsplaatsen gaan er 400 af. Dit terwijl deze 1100 arbeidsplaatsen al standaard werden overschreden met enkele honderden. De personeelskosten die dit met zich mee brachten werden betaald uit de loonkosten van de medewerkers van de familie “Vacature”. Omdat het KIM standaard 200 leerlingarbeidsplaatsen bezet houd blijven er nog maar 500 over na de reorganisatie van OKM. Omdat dit absoluut ontoereikend is om alle leerlingen van EVO’s (inclusief de gehele PBIperiode), VVO’s en functieopleidingen (langer dan 4 weken) te kunnen plaatsen heeft OKM een aantal maatregelen afgekondigd: • Duur van de initiële opleiding wordt beperkt (24 weken voor EMV, NBCD en EVO en maximaal 14 weken als het een leerling betreft die het traject Veiligheid & Vakmanschap bij een ROC heeft gevolgd). Omdat wij geen VEVA-leerlingen voor de LDGB werven betekent dit concreet dat de EVO maximaal 12 weken mag duren. Omdat de EVO LDGB 8 weken duurt, heeft de beperking van de opleidingsduur voor ons geen directe consequenties. Voor sommige andere dienstvakken (denk aan TD/WD) heeft dit enorme gevolgen. Een groot gedeelte van de lesstof uit de EVO zal worden overgeheveld naar het PBI boek met alle problemen van dien. Er wordt nu dan ook kritisch gekeken naar het takenpakket van deze matrozen; wat moeten deze mensen nu echt kunnen?
3
• Na de EVO wordt men direct op een arbeidsplaats geplaatst voor de duur van 3 jaar. Dit wil dus zeggen dat de verantwoordelijkheid voor het afleggen van het PBI boek nog nadrukkelijker bij de Commandant van de eenheid komt te liggen. Het is tenslotte vanaf dag 1 een volwaardig bemanningslid waarmee men 3 jaar vooruit moet. Nadeel hiervan is uiteraard dat in het slechtste geval deze matroos in de plaats komt van een ervaren kracht. • Er wordt kritischer gekeken naar de vulling van opleidingen. Omdat de capaciteit van alle scholen flink verlaagd wordt is het van belang dat de deelnemers aan een opleiding ook de juiste mensen zijn. Het is de bedoeling dat de opleiding gevolgd wordt omdat men deze nodig heeft voor de functie waarop men geplaatst is of gaat worden. Dit betekend dat er minder ruimte zal zijn voor het “vullen van je rugzakje”. Dit staat lijnrecht tegenover het principe dat je zelf verantwoordelijk bent voor je loopbaan maar gezien de omstandigheden niet te vermijden.
Verder zijn er voor opleidingsland een aantal uitgangspunten geformuleerd: • Onderwijs wordt zoveel mogelijk CGO (competentiegericht) of BGO (beroepsgericht) uitgevoerd. Hierbij wordt nadrukkelijk gekeken naar de mogelijkheden van E-learning. •
Er wordt nog meer gekeken naar samenwerking met de andere krijgsmachtdelen en/of andere landen.
•
Er wordt gestreefd naar maximale certificering van opleidingen, bij voorkeur in samenwerking met een ROC.
Vooral dit laatste heeft op dit moment onze volledige aandacht. In overleg met OKM en ROC Midden Nederland zijn wij op dit ogenblik bezig om de EVO LDGB te certificeren zodat alle matrozen LDGB na afronding van hun opleiding de kwalificatie “Logistiek medewerker MBO niveau 2” hebben. Deze kwalificatie staat onder toezicht van het kenniscentrum “Transport & Logistiek”. De doelstelling (en verwachting) is dat dit gaat gelden vanaf de 1e EVO in 2013. Op dit moment zijn we druk bezig om ons lesmateriaal aan te passen aan het betreffende kwalificatiedossier. Dit wil niet zeggen dat de inhoud van de opleiding of het PBI boek verandert, maar wel de manier waarop we e.e.a. op papier hebben staan. Tijdens de vergelijking van onze lesstof en die in het kwalificatiedossier bleek dat er eigenlijk maar weinig verschillen zijn en dat deze vooral in de omschrijving van de werkzaamheden zit. V.w.b. het niveau zitten wij, gelet op de inhoud van ons lespakket en PBI boek, bij sommige onderwerpen zelfs op niveau 3 + (Logistiek Teamleider). Het enige wat er voor ons verandert is dat er gedurende de EVO 1 X per week een instructeur van het ROC een dag komt lesgeven in de algemene vakken: Nederlands, Engels, Wiskunde en burgermanschap (normen en waarden). Ze moeten voor het behalen van het certificaat ook examen doen in deze vakken. Dit is niet van doorslaggevende betekenis voor hun aanstelling bij de KM maar alleen van belang voor de leerling zelf. Wel kan ik me voorstellen dat dit in de toekomst een eis gaat worden voor toelating in de VVO.
4
Wat gaat er nu veranderen voor de PBI begeleider? Eigenlijk maar heel weinig: • De naam PBI begeleider wijzigt in praktijkleermeester. Sinds dit jaar zit er een module praktijkleermeester in de kaderopleiding van de VVO. Voor het huidige bestand onderofficieren komt hiervoor een E-learning module beschikbaar. Hiermee is al een proef geweest aan boord van Hr. Ms. Tromp. Ook voor deze module is OKM bezig om dit te certificeren zodat de praktijkleermeesters de officiële kwalificatie krijgen. • Er komen meer evaluatiemomenten tussen de leermeester en de leerling. Omdat de Commandant volledig verantwoordelijk is voor dit deel van de opleiding is er geen evaluatie richting OKM meer (het 3 maandelijkse evaluatierapport verdwijnt). Dit maakt de taak van de leermeester zeker niet eenvoudiger. Omdat de LDV al jaren op deze manier werkt is er door ons goed gekeken hoe zij dit doen. Zij werken met 2 evaluatiekaarten vanaf het begin van de EVO. 1 kaart is gericht op het vaktechnische deel en 1 op de houdingsaspecten. Deze kaarten zijn vrij snel en eenvoudig in te vullen. Het is dus een kleine moeite om bijvoorbeeld 1 x per 2 weken deze kaarten in te vullen. • De leerling heeft geen PBI boek meer maar een Praktijk Werk Boek (PWB). Hierin zijn de te verrichten taken wat algemener benoemd (dus de KM terminologie is vertaald naar normaal Nederlands) en uitgebreider beschreven zodat wij kunnen voldoen aan de eisen die het kwalificatiedossier aan ons als organisatie stelt. Als dit traject is afgerond gaan we ook de VVO LDGB, EVO LDA en VVO LDA doornemen met het ROC om ook deze opleidingen te certificeren. Voor de VVO LDGB gaat dan waarschijnlijk gekeken worden naar het KD “Logistiek Teamleider MBO niveau 3”. Naast dit traject zijn we op dit moment bezig om SAP in de EVO en VVO te integreren, leiden we een EVO en VVO op en hebben we nog een project genaamd SPOT naar binnen geschoven gekregen (waarover een andere keer wellicht meer). Uitdagingen genoeg dus in opleidingsland!! Met vriendelijke groet, Marcel Jansen - AOOLDGB OTCLOG – Soesterberg
5
BENESAM Ik zal me even kort voorstellen; de naam is Edwin Granneman, KPLLDGB a/b Hr. Ms. Schiedam. Mijn input voor dé nieuwsbrief binnen de KM gaat over de Belgische-Nederlandse samenwerking (BENESAM). Vanaf heden worden Nederlandse mijnenbestrijdingsvaartuigen (MBV, de mijnenjagers) vanaf SARC3 ook ondersteund door de Belgische marine. Dit geld voor OPDEF’s, maar ook voor reguliere aanvragen. Diverse voorraden zullen niet meer in Den Helder liggen, maar in het pittoreske Zeebrugge. In 2011 waren wij nog een soort van ‘pilot’, maar die is inmiddels voorbij. De Zierikzee was ons al voor en aan de hand van de bevindingen van KPLLDGB Amilia Pilgrim ging ik rondom de tafel zitten met de logistieke Belgische collega’s. Zoals altijd levert iets nieuws vragen op en een scheef oog of we er wel op vooruit gaan. Echter was de samenwerking toch al zeker en dan kun je maar het beste ervan proberen te maken…
Wat houdt de samenwerking precies in? 1) Voorraden Als eerste is een belangrijk aspect dat voorraden van MBV gerelateerde onderdelen niet meer in Den Helder zullen liggen, maar in Zeebrugge. Dit heeft natuurlijk gevolgen voor als aan boord iets stuk gaat; indien het in Den Helder zou liggen, kan het dezelfde dag nog vervangen worden. Nu zullen er enkele (1 of 2) dagen (of vele uren) over heengaan, in principe niet erg, mits het niet op de dag van vertrek is… Uiteraard zullen niet alle voorraden naar Zeebrugge gaan, daarvoor is een indeling gemaakt in zogenoemde artikelpakketten: 1) Artikelen t.b.v. installaties Common Pool (CP), gezamenlijk aangekocht door KM en BM
Voorbeeld: IMCMS, Seafox 2) Artikelen t.b.v. installaties die gelijk zijn, maar afzonderlijk aangekocht door KM en BM
Voorbeeld: Compressor 3) Artikelen t.b.v. installaties die geen deel uit maken van de CP, omdat deze ook in gebruik zijn op andere installaties bij andere type-schepen
Voorbeeld: condensator t.b.v. radarsysteem AMBV als ook MMF 4) Artikelen t.b.v. installaties die enkel in gebruik zijn op AMBV, niet CMT ( of omgekeerd)
Voorbeeld: de watermist door Nederland De voorraden van de groepen artikelen 1 en 2 worden overgeheveld naar België. Alle groep-1 artikelen zijn al naar België gebracht en de groep-2 artikelen zijn onderweg. Dit heeft als gevolg dat het ODC geen voorraad meer heeft. Dit houdt dus in, dat in het VAS gekeken kan worden, maar mogelijk de voorraad 0 (nul) is.
6
Dat is dus een tweede veranderd aspect. De Belgen gebruiken het logistieke systeem ILIAS, wij het VAS (of SAP). In Den Helder kunnen ze ook inmiddels in het ILIAS, dus kunnen ze in beiden systemen kijken of er in Den Helder of Zeebrugge voorraad is. De Belgische collega’s van OPSLOG, zijn ook totaal niet beroerd om te kijken of er voorraad is. Die kunnen ook in het VAS. In de toekomst zal ILIAS ook aan boord van de MBV’ers komen, naast nu nog het SGA en later het SAP. Dat zal dus ook weer een aparte manier van werken zijn, met twee logistieke systemen. Hoe dat zich zal gaan ontwikkelen, daar kan ik niks over zeggen.
2) OPDEFS/ENGREP/LOGSUPS OPDEFS/ENGREP/LOGSUPS zullen in KBW/Incidenteel onderhoud platform, eerste aanspreekpunt voor OPDEFS en een aanvraag in het SGA gemaakt en format verstuurd.
den beginsel niet afgehandeld worden door BEVO maar via OPSLOG (België). OPSLOG is dan ook het LOGSUPS n.a.v. een OPDEF. Er wordt te allen tijde een LOGSUP (indien een artikel benodigd) volgens
Dit gaat natuurlijk ook weer verschillende kanten op. Mocht er voorraad zijn in België, wordt daaruit geleverd. Is daar geen voorraad of komt het artikel daar niet voor, dan wordt het weer bij BEVO KBW neergelegd. Zijn er meer artikelen nodig en is er in Zeebrugge niet voldoende voorraad, wordt er eveneens een beroep op Den Helder gedaan. Het ziet er allemaal omslachtig uit en dat is het allicht ook, echter de organisatie wil het zo. Tot op heden is er geen klagen met de Belgische collega’s. In het begin was (is) ben je nog zoekende, mede omdat ze niet zonder OPDEF met spoed leverde uit de Belgische voorraad (best raar, aangezien daar de voorraad ligt). Dus was een artikel met spoed benodigd en was er in Den Helder geen voorraad, maar in Zeebrugge wel; diende er een OPDEF en een LOGSUP verstuurd te worden. Gelukkig is dat verleden tijd en is een LOGSUP voldoende. Stortingen Als OPSLOG I-artikelen leveren, dan dienen deze gewoon gestort te worden bij de Expeditie MDC. Een aanvraag komt ook altijd in het VAS. Daar zorgt mede Peter van Zoest voor, die de Logistieke Coördinator BENESAM is. Hij is dan ook tussen de Belgen geplaatst in Zeebrugge. Evenals BEVO KBW zijn de Belgische collega’s er ook zeker op uit om je zo goed mogelijk te helpen. Desnoods eerst om het artikel aan boord te krijgen en dan de verdere administratieve afwikkeling. Al met al ben ik tevreden met de samenwerking, al is het soms wat omslachtig…
7
REÜNIE Voor - Magazijnbeheerders; Vliegtuigmaker-Magazijnbeheerders; voormalige Militairen van de dienstgroep Logistieke Dienst Goederenbeheer evenals actief dienende militairen van de dienstgroep Logistieke Dienst Goederenbeheer en burgermedewerkers welke werkzaam zijn of zijn geweest bij de toenmalige Marine Inventarisdienst (MID), de Marine Magazijnsdienst (MMD), Bureaus Bevoorrading en Onderhouds/Operationele diensten ressorterend onder het Commando der Zeestrijdkrachten zal op 9 november 2012 een reünie worden gehouden in de locatie “De Dukdalf” van de Marinebedrijf- Sport & Ontspanning Vereniging (MBSOV). De Dukdalf is gelegen in de directe nabijheid van het Marine Museum op de voormalige Rijkswerf te Den Helder. Aanvang 10.00 uur – Einde 16.00 uur.
Opgave voor deelname door storting van € 17,50 individueel of € 25,-- met partner t.n.v. J.H. Dirks, Reünisten Materieelbeheer, bankrekeningnr: 128815167 o.v.v. “Reünie 2012”. Aanmelding dient te geschieden vóór 25 oktober 2012. Voor nadere informatie kunt u bellen of mailen naar: Co Dirks; tel: 0223-644345; email:
[email protected] en/of Ben Vis; tel: 0223-630816; email:
[email protected].
Vierkant…. Door Willem van Olderen
31-08-2012
09-08-1976
`|}Ç {tÜàxÄ|}~x wtÇ~ äÉÉÜ âã átÅxÇãxÜ~|ÇzA
8
Vierkant………. Na 36 jaar zit het erop, dit klinkt negatiever, als dat ik het ervaar. Toen ik, “omdat ik toch in dienst moest”, de bon uit het Tros-kompas invulde, had ik niet gedacht, dat dit avontuur zó lang zou gaan duren. Na de eerste militaire vorming in Hilversum, naar de eerste vakopleiding in Amsterdam. Van de opleiding staat me niet zoveel meer bij, van Amsterdam des te meer. Met het takenboek, voor magazijnbeheerder der tweede klasse, onder de arm naar Marinevliegkamp Valkenburg. Na ongeveer een jaar, dit takenboek en het takenboek voor eerste klas afgerond en klaar om te VAREN. Helaas, na herhaaldelijke verzoeken, moest ik bij de divisiechef komen die mij op vaderlijke toon toesprak, dat ik eerst maar eens wat ervaring als magazijnbeheerder bij de Marine Luchtvaart Dienst op moest doen (Het beheersysteem van de MLD en de Vloot, verhoudt zich als het VAS en het SAP?!?!) Maar discussie was er in die tijd tussen een magazijnbeheerder en een officier niet; case closed. De tropische stranden, rieten rokjes, zon zee en zaligheid gingen in rook op…… In de Tros-kompas zat echter ook een bon voor de Luchtmacht, wat eerder lukte, lukte nu weer, contact gehad met een werver van de KLU, die mij een toekomstplaatje kon schetsen voor de komende 10-15 jaar. Daarin was een buitenlandplaatsing (Duitsland) en een carrière plaatje tot en met sergeant-1 uitgestippeld. Het schildwacht/patrouille lopen op Valkenburg, rond B-post, Zenderpark en de werkplaatsen, had ik langzamerhand wel door. Ook had ik mijn eerste selectietest gedaan, best gezellig met ruim 200 collega’s, jammer dat er maar een stuk of vier korporaalsplaatsen waren. Daarbij tellende de anciënniteitregeling, maakte het voor de “jonge” eersteklassers onmogelijk om korporaal te worden. De Luchtmacht kon mij dan wel geen tropische stranden, rietenrokjes, zon zee en zaligheid bieden, maar wel een toekomstplaatje. Ik had voor zes jaar getekend en volgens de werver maakte ik een goede kans dat de marine mij na vier en een half / vijf jaar zou laten overstappen. In tussentijd gewoon de selectietesten maken, uit de bakkies blijven en dan zou het met mij wel goed komen……Toen ik in 1980 de uitslag van de selectietest kreeg, zat ik in de problemen; Vakkennis voldoende, Militaire aard en eigenschappen voldoende, rekenen en taal sky high……..net als vorig jaar weer een grote klas en……de anciënniteit eraf….. je snapt het al….ik had me ingeselecteerd! Met spoed contact gezocht met de werver van de KLU, deze raadde mij aan om sowieso de korporaalsopleiding in te gaan, anders weigerde ik positieverbetering en was de KLU ook geen optie meer en minimaal bij te tekenen (toen 1 jaar en 8 maanden, om aan de drie jaar dienverplichting als KPLLDGB te voldoen). Ik kon het dan in mijn tweede jaar als KPL weer proberen…Toen die tijd gekomen was, had de KLU een aannamestop (zal wel n.a.v. een bezuiniging geweest zijn). En in 1982 (ook een crisisjaar) was het nu ook weer niet, dat je zomaar de dienst uitstapte en dus bleef ik “hangen”. Er kwam schot in de bevorderingen en in 1988, al na zeven en een half jaar, werd ik sergeant. 9
Ruim 12 jaar later, (ja….het gaat niet altijd even snel) sergeant-majoor en goed 5 jaar later adjudant. Toen ik, na anderhalf jaar, een functie aangeboden kreeg bij externe bemiddeling, zat daar als voordeel bij, dat ik weer walplaatser kon worden. Voor zover je van nadeel kunt spreken, zat daar wel een nadienverplichting aan van twee en een half jaar, omdat hier een officiers rang aan verbonden was, nog een bijkomend voordeel was, dat ik binnen de externe bemiddeling, zelfs door zou kunnen schuiven en als LTZA2OC in Doorn zou uitdienen. ………….Dat ik na klein twee jaar mezelf weer schaakte in Den Helder bij Matlog, geef maar weer eens aan dat niets zo veranderlijk is als een vrouw EN het plaatsingsbeleid van de Koninklijke Marine. Maar hoe anders kan het lopen, na anderhalf jaar belande ik thuis véél eerder onderaan de trap, dan ik van plan was. Links raakte mijn SI-gewricht ontwricht (diagnose van onze medische maffia pas na 3 maanden), in combinatie met versleten rugwervels, waarbij ik rechts moet ontzien, maakte dit de revalidatie op z’n zachts gezegd, niet makkelijk. Hierdoor kwam ik, na 6 maanden, bij SMD in de rol; je moet alles een keer meemaken en nu was het blijkbaar mijn beurt. Toen ik het aanbod kreeg om van mijn Matlog-functie overgeplaatst te worden en mijn revalidatie vanuit een tijdelijke te werk stelling in Doorn te starten, heb ik deze met beide handen aangegrepen. Niet de plaatsing in den Helder stond mij tegen, maar door mijn mankementen wel de afstand! Ik zat, toen ik mijn revalidatie kon beginnen, bijna 9 maanden thuis; uitbehandeld bij een manueel therapeut, met kieuwvorming van het therapeutisch zwemmen, met als tussendoortje nog een ziekenhuis opname i.v.m. een bloedvergiftiging. Wat was ik blij, dat ik weer wat kon gaan doen. Beginnende met twee halve dagen, naar 100 % in november, weliswaar met opname van verlofachterstanden, zodat ik geen volle werkweken meer zou hoeven te maken tot mijn FLO. Na een jaar kommer en kwel, kwam ik, door mijn plaatsing bij SMD, in de 70% regeling, een ”kwelling” op zich zelf! Op mijn verzoek werd ik overgeplaatst naar UPCZSK (met tijdelijke te werk stelling in Doorn), waar vanuit ik per1 september met FLO ben gegaan. Terugblikkend heb ik geen spijt, maar vind ik wel, dat ik op een, voor mij, gunstig tijdstip met FLO ga. (ik zal de NU van NU-KU-BU, proberen te veranderen in nuttig…aan de rest kan ook ik niet ontsnappen…) Dit was in het kort een schets van mijn tijd bij de Koninklijke Marine, qua eindrang en arbeidvreugde, heb ik helemaal niets te klagen. Maar omdat wij, als Nederlander, een klagend volk zijn, heb ik natuurlijk wel wat “aandachtspunten/tips” Ik heb geprobeerd te leren van de fouten van mijn militaire meerderen/collega’s. En ik heb mijn best gedaan om die fouten niet te maken; dat ik hierdoor andere fouten heb gemaakt, is in het kader van: “fouten maken is menselijk” weer leuk meegenomen bij; “als je niet werkt maak je ook geen fouten”. 10
Maar, ik vind het wel jammer dat, • … we mede door de verandering naar SAP, de voortschrijdende personeelsreducties, maar zeker ook door de veranderingen op sociaal gebied steeds minder tijd voor elkaar vrij kunnen-, maar misschien ook wel willen maken. Op Hyves, Twitter en Facebook, wordt meer gecommuniceerd als “in de whale-gang” • …we, als “baasjes” te weinig tijd vrij maken voor een goed coachend gesprek. Investeren in personeel is investeren in de toekomst en dat is precies en dat is wat zij/jullie zijn (en niet alleen voor defensie); DE TOEKOMST! • …het platform van OEXS-LDGB’ers/vakbazen, als een langzaam dovend, roetend kaarsvlammetje aan het uitgaan is. Redenen te over, maar géén excuus!!! Jullie kunnen nog veel betekenen, vooral ook in de huidige tijd. • … SAP nog steeds niet “past”, het systeem is naar mijn overtuiging goed. Ik had graag al voor de uitrol een goed verandermanagementteam met materiedeskundige uit de oude legacy systemen in combinatie met deskundigheid van het nieuwe MILITAIRE-SAP gezien. Dan was er ook een betere begeleiding van de nieuwe SAP-eenheden mogelijk geweest. Dit had heel veel frustratie en systeemaanpassingen kunnen voorkomen!!!! • … ik medeschuldig ben aan alle bovenstaande punten. “De waan van de dag”, heeft ook mij dikwijls geregeerd • … ik u niet meer van u kon uitnodigen, 120 personen was(arbo-technisch) het limiet, mijn gasten lijst kwam daar ver boven. Beslissingen, beslissingen tot het eind toe…maar zeker wel moeilijk, sommige van u zullen misschien teleur gesteld zijn, maar troost u, dat was ik ook. Ik dank jullie voor je medewerking/collegialiteit en ik realiseer mij terdege, dat ik nooit zover had kunnen komen zonder jullie steun, hulp en inzet. Ik wens jullie allemaal een vruchtbare toekomst, een glansrijke carrière, maar vooral veel gezondheid en geluk. Willem van Olderen
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst Onderstaande collega’s hebben gezinsuitbreiding gehad en misschien is dit wel de geboorte een klein magazijnbeheerdertje. De SGTLDGB Peter Hensen is de trotse vader geworden van een dochter, Lynn Tess. De SGTLDGB Marijke Dijkstra is de trotse moeder geworden van een zoon, Tom. De SGTLDGB Rodin Voorsluis is de trotse vader geworden van een zoon, Mads.
Allebei namens de vakgroep Van Harte Gefeliciteerd met jullie gezinsuitbreiding.
11
Het was- wordt overzicht. Onderstaande collega’s werden tussen de vorige en de huidige uitgave van de nieuwsbrief bevorderd. Allen hebben namens de contactgroep een felicitatiekaart ontvangen. LTZA 2OC Albert van Orden SGTLDGB Maickel Timmermans
KPLLDGB Valery Becker Daan Kleyheeg Jamy Meijers Yoeri de Haan Sebastiaan Koekkoek Jordy Muller Ruben Jansens Douwe Buwalda Ruben van Amerongen
Alle bevorderde collega’s bij deze alsnog van harte gefeliciteerd namens de overige collega’s uit de (sub)dienstgroep.
Vanuit de ziekenboeg. De matroos Wilco Spoelstra is geruime tijd ziek geweest waarvan hij gelukkig nu weer aan de betrende hand is. Namens de vakgroep wensen wij hem veel succes met het komend herstelproces. Misschien ben ik helaas een of meerdere collega’s vergeten, daarom doe ik op een ieder een beroep om langdurige (overplaatsing SMD) ziektes door te geven aan het redactieadres, zodat we als contactgroep een klein steuntje in de rug kunnen geven tijdens het herstelproces, beter dubbel doorgegeven dan vergeten.
De oude meesters Onderstaande collega(’s) gingen vanaf de uitgave van de vorige nieuwsbrief met FLO/UBM. LTZA 2OC Hessel van de Wolf LTZA 2OC Roel van den Berg LTZA 2OC Willem van Olderen Namens alle collega’s wensen wij hen veel gezondheid en voorspoed toe voor de jaren die volgen op de marine carrière.
12
Slotwoord. De houdbaarheid van een redacteur. Enige jaren geleden heb ik de redactie overgenomen van Hans Melkert die dat vele jaren had gedaan. Met veel enthousiasme heb ik vele collega’s binnen allerlei rangen en standen kunnen bewegen om een bijdrage aan onze LDGB’er te leveren. Nadat ik in 2010 werd overgeplaatst naar Den Haag, ben ik er achter gekomen dat wanneer je buiten de CZSK geplaatst ben, langzaam maar zeker je bronnen beginnen op te drogen om kopij aan te leveren. Aangezien door mij volgend jaar ook de FLO-datum bereikt gaat worden, ben ik een zoektocht binnen onze dienstgroep begonnen naar een aflosser voor mij. Gelukkig heeft de LTZ Derco Tabor zich als liefhebber opgeworpen. Dit zal dan ook mijn laatste editie zijn. Ons bestand aan OEX-en reduceert ook langzaam maar gestaag. Uiteraard is dit een gevolg van het aannamebeleid van aspirant officieren door P&O en de uitvoering van de Numerus Fixus waarbij vooral voor de loopbaanvolgende officieren een plaats in de herberg wordt gezocht. Wat ik wel een zorgelijke ontwikkeling vind is dat binnen de operationele logistiek steeds meer functies verdwijnen voor de “Tarissen” of worden overgenomen door de technische dienstgroepen. Logistiek, en vooral de operationele logistiek is een vak en niet iets wanneer je ergens “geparkeerd” moet worden, even gaat doen. Daar horen specifieke ”skills en drills” bij waarin je moet opgroeien. Zaak is dat er vanuit de loopbaanvolgende officieren ook voldoende interesse komt en blijft voor de gehele logistieke keten. Anders wordt het logistieke beleid straks bepaald door techneuten. Op dit moment lijkt het er dus op dat wij als LDGB een bedreigde diersoort aan het worden zijn. Ik ben er echter van overtuigd dat er een moment komt dat het tij gaat keren. Wanneer de economie gaat aantrekken zullen er weer gaten in de organisatie vallen doordat officieren van administratie naar de burgermaatschappij gaan vertrekken. Dan moeten onze adjudanten klaar staan om hierop in te spelen en geschikt zijn voor……. Voor de huidige onderofficieren is het wrang dat er weinig doorstroming zit binnen onze dienstgroep. Maar ook dit is een golfbeweging door de jaren heen die zich herhaalt. In de jaren zeventig was de ruimte voor bevordering naar korporaal gemiddeld 1 a 2 per jaar. De jaren tachtig waren er soms drie klassen per jaar van 20. Ik was in 2000 een sergeant –majoor zonder verdere vooruitzichten en zie waar dit toe heeft geleid. We moeten echter wel alert blijven en de kansen die er komen met beide handen aanpakken. Binnen bijvoorbeeld SAP liggen er voldoende uitdagingen en kansen om de LDGB op de kaart te houden. Ik hoop dan ook dat iedereen zich zal blijven inzetten binnen ons mooie bedrijf dat Koninklijke Marine heet. Met vriendelijke groet, Leo van der Meer
13