De langstlevende financieel én fiscaal voordelig beschermen? Een belangrijke bekommernis tussen echtgenoten is enerzijds dat de langstlevende later zeker niets tekort zou komen, maar dat anderzijds de successierechten niet te hoog oplopen en kunnen betaald worden. Hoe kunt u dit regelen, zonder dat dit een fiscale aderlating moet zijn?
In theorie is de langstlevende goed beschermd Vruchtgebruik zorgt “in principe” voor inkomsten De wetgever heeft de langstlevende echtgenoot op het eerste gezicht behoorlijk goed beschermd bij het overlijden van zijn of haar partner. De langstlevende krijgt immers automatisch het vruchtgebruik over de hele nalatenschap van de overledene als er kinderen zijn. De kinderen krijgen voorlopig enkel de zgn. naakte eigendom. Hierdoor krijgt de langstlevende in principe ook alle inkomsten van de nalatenschap. Denken we maar aan de interesten op spaargeld, kasbons, termijnrekeningen en obligaties, de dividenden van de aandelen en fondsen, de huur van woningen of appartementen, enz. Dit vruchtgebruik geldt levenslang. De wetgever heeft er op deze manier willen voor zorgen dat de langstlevende kan blijven voorzien in zijn of haar levensonderhoud.
In de praktijk vaak anders In de praktijk merken we meer en meer dat de langstlevende vaak in de kou blijft staan, omdat de nalatenschap geen inkomsten opleveren. Dit komt voor een stuk, omdat heel wat populaire beleggingsproducten geen interesten of dividenden uitkeren. Denken we maar aan de talrijke gestructureerde producten, de kapitaliserende fondsen, de spaarverzekering (tak 21), de beleggingsverzekering (tak 23), enz. Daarnaast is er vaak nog een tweede verblijf dat men niet wenst te verhuren, een bouwgrond die niet onmiddellijk inkomsten oplevert, enz. Vaak is men zelfs verplicht om het tweede verblijf of de bouwgrond te verkopen om de successierechten te kunnen betalen. Maar dan heeft de vruchtgebruiker de toestemming nodig van de kinderen (de ‘naakte eigenaars’), wat tot heel wat discussies kan leiden. Op die manier kan de langstlevende in een financieel moeilijk parket belanden. Of denken we maar aan het geval waar het vermogen bijna volledig geïnvesteerd is in een familiale vennootschap. De langstlevende erft dan het vruchtgebruik van de aandelen van die vennootschap. Maar de meeste familiale vennootschappen kennen geen actieve dividendpolitiek. Ook dan blijft de vruchtgebruiker van zulke aandelen in de kou staan.
1
Wie kans loopt om in één van deze scenario’s terecht te komen, overweegt dus best om de langstlevende een extra bescherming te geven en/of te bevoordelen. We overlopen enkele heel eenvoudige en goedkope technieken, waarmee u dit probleem kan opvangen
Uw vermogen “bijsturen” Een eenvoudige ingreep is vaak dat u uw vermogen bijstuurt. U wilt bv. dat uw echtgenoot niets te kort komt, maar u wilt ook niet raken aan wat uw kinderen zouden erven volgens de wet (de naakte eigendom versus het vruchtgebruik). Kies dan voor vermogensbestanddelen die enerzijds veel inkomsten opleveren en die anderzijds weinig kosten meebrengen. Een typisch voorbeeld is een portefeuille die bestaat uit een mooie mix individuele kwaliteitsobligaties waar een zgn. buy en holdstrategie wordt toegepast. De kosten zijn miniem (vaak enkel een bewaarkost van 0,15 % per jaar) en de vruchtgebruiker weet perfect wat hij per jaar aan coupons zal krijgen. Maar ook andere vermogensbestanddelen komen in aanmerking om de inkomsten op peil te houden. Denken we maar een goede internetspaarrekening, de meeste distributiefondsen, kasbons, termijnrekeningen, een verhuurd appartement, enz. Voorzie ook een voldoende grote hoeveelheid geld die bijna onmiddellijk beschikbaar is. Op die manier zorgt u voor voldoende middelen voor de langstlevende om de successierechten te betalen. Een wat gelijkaardige strategie is dat oudere echtparen beslissen om een villa te verkopen en een goedkoper nieuw appartement te kopen. Zij doen dit vaak omdat zij kleiner willen gaan wonen, maar zo krijgen ze ook meer contant geld beschikbaar, terwijl de kosten van hun onroerende goederen beperkter worden (een nieuw appartement in plaats van een villa).
Bevoordelen via een testament Wie over een testament spreekt, denkt spontaan vaak aan een testament in het voordeel van de kinderen of van een vriend(in). Waar echter minder aan gedacht wordt, is de mogelijkheid om een testament op te stellen ten gunste van de langstlevende echtgenoot. Uit de praktijk blijkt nochtans dat dit meer en meer voorkomt. Een testament is immers uitermate geschikt, omdat het toelaat om de inhoud ervan aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden. Een testament is vlug gemaakt en op elk moment herroepbaar. Voor alle duidelijkheid: u kan perfect een notarieel testament herroepen via een recenter eigenhandig testament. U kunt uw echtgenoot bepaalde zaken legateren in volle eigendom (bv. cash geld) en/of meer geven dan datgene wat hij/zij gewoon volgens de wet zou krijgen (het vruchtgebruik dus), via een testament. U kunt hem of haar dan bv. niet alleen het vruchtgebruik geven van de nalatenschap, maar u kunt ook bepaalde zaken (geld, effecten, de gezinswoning, enz.) in volle eigendom geven. In Vlaanderen is het trouwens ook fiscaal interessant om de gezinswoning via een testament in volle eigendom te legateren
2
aan de langstlevende (zei Moneytalk van mei 2010). Uiteraard moet u er wel op letten dat de zgn. reserve van uw kinderen (d.w.z. datgene wat zij volgens de wet minstens moeten ontvangen) gerespecteerd blijft.
Een testament: snel, goedkoop, efficiënt en (te) soepel? In tegenstelling tot bv. een bevoordeling via het huwelijkscontract (bv. het klassieke ‘langst leeft, al heeft’) kunt u het voordeel dat in uw testament staat altijd eenzijdig herroepen. U hebt met andere woorden géén toestemming van uw partner nodig. Voelt u bv. aan dat de relatie met uw partner aan het verslechteren is of erger nog, is er sprake van een nakende echtscheiding, dan kunt u het testament gewoonweg herroepen. Dit geldt trouwens ook voor schenkingen tussen echtenoten Een testament heeft ook het voordeel dat u de nalatenschap kunt plannen tot op het allerlaatste ogenblik van uw leven. U kunt via een testament met andere woorden een regeling treffen die perfect beantwoordt aan de noden van de langstlevende echtgenoot. Dit is bv. niet steeds het geval bij een bevoordeling via het huwelijkscontract of bij een schenking omdat men dit meestal doet op een relatief ‘jonge’ leeftijd en men eigenlijk nog géén zicht heeft op de latere financiële noden. Een testament tussen echtgenoten wordt vooral gebruikt om bepaalde delen uit de nalatenschap in volle eigendom toe te wijzen aan elkaar. Als u geen testament opmaakt en u dus de wet laat spelen, heeft de langstlevende echtgenoot immers slechts recht op het vruchtgebruik van de nalatenschap en erven de kinderen de zgn. naakte eigendom. Het voordeel van het testament is tegelijkertijd misschien het nadeel ervan. De echtgenoot die via een testament wordt bevoordeeld, kan omwille van het zgn. herroepbare karakter van het testament nooit echt 100 % zeker weten wat ze werkelijk zal krijgen als hij of zij het langst blijft leven. Dit is wel zo als u uw echtgenoot bevoordeelt via het huwelijkscontract omdat dit enkel gewijzigd kan worden als beide partners hiermee instemmen.
Bevoordelen via het huwelijkscontract Er zijn ook manieren om zelfs de zgn. ‘reserve’ van de kinderen te omzeilen (en uw partner nog meer te bevoordelen). De meest gekende techniek is wellicht de ‘langst leeft, al heeft’-clausule in het huwelijkscontract. Deze bepaling houdt in dat bij het overlijden van één van de partners het hele gemeenschappelijke vermogen in volle eigendom overgaat naar de langstlevende. Als de meeste goederen in de gemeenschap zitten (wat in de praktijk meestal het geval is bij het wettelijk stelsel), dan worden uw kinderen dus (tijdelijk) volledig onterfd. De kinderen kunnen hier niets tegen inbrengen en moeten wachten totdat de langstlevende overleden is voordat zij iets krijgen (als er dan nog iets over is). Maar zoals u wellicht weet biedt een langst-leeft-al-clausule wel veel comfort aan de langstlevende,
3
maar is het fiscaal plaatje heel duur omdat men dan eigenlijk 2 maal successierechten betaalt vóór alles naar de kinderen gaat. Om te vermijden dat de kinderen helemaal met lege handen achterblijven, ziet men in de praktijk ook tussenoplossingen, zoals zgn. toewijzingsbedingen in het huwelijkscontract. Daarmee wijst de partner die eerst sterft dan bepaalde gemeenschapsgoederen toe aan de langstlevende. Men voorziet bv. dat de gezinswoning en de daarin aanwezige huisraad in volle eigendom toekomen aan de langstlevende echtgenoot. Men is er dan immers zeker van dat de langstlevende later alleen zal kunnen beslissen over bv. de verkoop van die woning, zonder dat daar het akkoord van de kinderen voor nodig zal zijn. Wellicht een bredere en meer efficiënte oplossing is het voorzien van een uitgebreid zgn. keuzebeding in uw huwelijkscontract. U moet dan wel een huwelijksstelsel hebben met een zgn. gemeenschap, maar eventueel kan u ook eerst uw huwelijksstelsel laten aanpassen van scheiding van goederen naar bv. het wettelijk stelsel. Dat kan trouwens vrij eenvoudig en goedkoop sinds de vereenvoudigde procedure.
Keuzebeding in het huwelijkscontract Een zgn. keuzebeding geeft de langstlevende echtgenoot het comfort om in functie van de situatie en de omstandigheden op dat ogenblik, die goederen uit de gemeenschap aan te wijzen die het best aansluit zijn of haar wensen. Met de vrijstelling op de gezinswoning in Vlaanderen is het doorgaans interessant om bij een keuzebeding te voorzien in de toebedeling van de gezinswoning in volle eigendom. Maar het belangrijkste punt voor een goed keuzebeding is dat er veel keuze is. In de praktijk merken we immers vaak dat sommige notarissen de keuze onvoldoende uitgebreid maken en soms beperken tot een viertal opties. Dat is te weinig, want uiteindelijk zal na het overlijden een optie gekozen moeten worden die het best aansluit bij wat men wenst én die ook fiscaal gezien interessant is. Vandaar dat we niet genoeg kunnen benadrukken dat hoe meer keuze er is, hoe beter. Werk daarom best met een zgn. passepartout-keuzebeding, zodat de langstlevende helemaal vrij is om te kiezen wat hij of zij wil. Hou er wel rekening mee dat uw echtgenoot (bv. als er ruzie is met de kinderen) dus ook de volledige gemeenschap kan kiezen.
Bevoordelen via een levensverzekering In principe is bevoordelen geen enkel probleem De verzekeringswetgeving voorziet dat de premies die betaald zijn voor een levensverzekering in principe niet in aanmerking komen voor een inkorting, dus u kunt uw echtgenoot zoveel bevoordelen als u wilt. Als u premies betaalt voor uw levensverzekering, dan zijn deze premies voorgoed verdwenen uit uw vermogen en zullen uw kinderen er geen aanspraak meer op kunnen maken (zelfs niet gedeeltelijk). In principe kan u dus uw echtgenoot aanduiden als begunstigde van uw levensverzekering en hem of haar zo bevoordelen. Wie u als begunstigde heeft aangeduid in de verzekeringspolis (bv. uw 4
echtgenoot), krijgt het verzekerde kapitaal bij uw overlijden zonder dat uw kinderen als reservataire erfgenamen daar iets aan kunnen doen. De begunstigde verkrijgt dit op grond van een beding ten behoeve van een derde, dit is een eigen recht, tenzij uw kinderen zouden kunnen bewijzen dat de premies die u in de levensverzekering gestopt heeft totaal overdreven zijn in verhouding tot uw totale vermogen. Zij kunnen op basis daarvan toch nog proberen om een zgn. inkorting te bekomen.
Uitkering verzekering belastbaar bij overlijden? De uitkering die betaald wordt op het ogenblik van het overlijden, wordt in principe belast in de successierechten. Dit komt omdat artikel 8 van het Wetboek Successierechten dit uitdrukkelijk zo bepaalt. Werden de premies van uw levensverzekering betaald met gemeenschapsgeld, dan is de uitkering slechts voor de helft belastbaar in de successierechten! In bepaalde gevallen is de uitkering zelfs niet belast (bv. groepsverzekeringen of IPT voor werknemers, kruiselingse verzekering enz.).
Opletten met spaar of beleggingsverzekering Let wel op om deze techniek toe te passen met spaar- of beleggingsverzekeringen (tak 21 en 23). In haar arrest van 26 juni 2008 antwoordde het Grondwettelijk Hof hierover op een prejudiciële vraag van het Hof van Beroep van Gent. Het standpunt van het Hof komt erop neer dat spaarverzekeringen en verzekeringsfondsen die doorgaans een spaarproduct of belegging zijn in een “verzekeringskleedje” de wettelijke regels op het gebied van reserve niet kunnen opzij zetten. Kortom spaarverzekeringen (tak 21) en verzekeringsfondsen (tak 23) die eigenlijk heel sterk lijken op beleggingsproducten, kunnen niet gebruikt worden om te onterven. Maar voor zuivere overlijdensverzekering, de verzekeraar betaalt dan enkel uit bij overlijden, is er geen probleem op het gebied van inkorting. Een zuivere overlijdensdekking is trouwens ook een goede oplossing als u vreest dat de langstlevende te weinig cash geld zal hebben om de successierechten te betalen of andere kosten te dragen. Deze techniek wordt vaak gebruikt bij mensen onder de 65 jaar, omdat de premie dan nog betaalbaar is.
Conclusie Via een goede combinatie van relatief eenvoudige technieken kan u ervoor zorgen dat de langstlevende zich financieel gezien geen zorgen hoeft te maken na uw dood en dat hij of zij dezelfde levensstandaard kan behouden. U kunt hierbij eigenlijk zover gaan als u zelf wilt, in functie van uw situatie en uw behoeften. U hoeft uw kinderen dus niet noodzakelijk te benadelen. U kunt een regeling laten uitwerken die voor iedereen goed uitkomt én die de successierechten optimaliseert.
5
Redactie: augustus 2010 Neven & Partners Johan Adriaens 0496/ 26.14.10
[email protected] www.neven-partners.be Kantoor: Romeinse straat 18, 3001 Leuven
6