De langste reis het reisverhaal van een ziel Bijna vier jaar geleden werd ik plots heel moe, niet zo maar een beetje moe, nee… zo moe dat ik de eerste dagen gewoon mijn bed niet meer uitkwam, ik had geen kracht meer, kon niet meer normaal functioneren. Mijn leven werd omgegooid, alle actie werd er uitgehaald, het werd stil rond me… ik trachtte te overleven. De maatschappij was te druk, te lawaaierig, te veeleisend, te…te…te…, alles was te… Ik paste me zoveel mogelijk aan, mijn leven werd rustig, stil, gemoedelijk… vrienden en bezigheden ging ik zorgvuldig uitkiezen… alles wat in het teken stond van genezen en van genieten mocht blijven, de rest werd geweerd, … zoveel als mogelijk toch. Maar die grote maatschappij waar we in leven, in moeten presteren, in mee moeten doen, doorheen moeten rijden, boodschappen in moeten doen, zoveel in moeten … kon ik niet aanpassen, … en zij zou zich niet aan mij gaan aanpassen… Ook hier werd geweerd, … zoveel als mogelijk toch. Ik leerde loslaten, hulp vragen, er-niet-bij-zijn, toekijken-zonder-deel-te-nemen, tweedehandsgenieten (meegenieten van het leven van de andere), wel willen-niet kunnen, blij zijn met kleine dingen, tevreden zijn in plaats van gelukkig… Overleven dus. Overleven lukte misschien nog wel, maar overleven en LEVEN… dat is niet hetzelfde! Ik besefte snel dat ik bij mezelf moest gaan zoeken, in mezelf zat de oorsprong van dit alles en dus ook de reden en de oplossing. Dokters, therapieën, medicijnen, … het voelde niet dat ik daar moest zijn, ik geloofde er niet in, daar moest ik mijn heil niet gaan zoeken. Geen pleistertjes, geen pilletjes of middeltjes, geen nieuwe afhankelijkheden, … enkel mijn eigen kracht had ik nodig, mijn eigen IK wilde ik vinden. Als ik terug wilde LEVEN moest ik bij mezelf zijn. Ik moest niet bij anderen leven gaan halen, ik kon het niet kopen of lenen… Niemand kon het me geven. Een innerlijke groei was nodig, innerlijk weten, wakker worden. Een bijzondere vriendin hielp me om de rode draad te vinden, ze steunde me, supporterde voor me, was een wegwijzer en een spiegel, ze confronteerde me met mezelf, weende en leerde me wenen, hielp me opstaan en liet me vallen … zodat ik zelf kon leren opstaan, ze begeleidde me op haar unieke manier …maar vooral, ze geloofde in me! Ik ontmoette mezelf, … ik ontdekte mijn eenzaamheid, diep verstopt in mij, ik keek mijn angsten aan, doodsbang, ik besefte de overmacht van mijn gedachten en vaste patronen, heer en meester in mijn huis. Ik wilde ze eerder niet zien. Ik besefte ook mijn gevoeligheid, stevig weggedrukt, en ik vond mijn verlangens en wensen, strikt geheim gehouden. Zij mochten er al helemaal niet zijn. Het verleden werd me getoond, het verre verleden en ik leerde. Voor de toekomst wilde ik dit leren, alles uit het verleden halen wat er in zat, … niet om er in te blijven steken, niet om me zielig te voelen of anderen de schuld te geven van mijn pijn, niet om me erachter te verstoppen,… maar net om er uit te barsten, om te groeien zo groot ik kon, … om te zijn wie ik altijd al geweest was.
1
Ik begreep die eenzaamheid, ik voelde mijn gevoeligheid, zag de angsten in mij. Mijn verlangens kregen een plaats, mijn gedachten kregen een bodem. Ik zag ze, ik herkende ze. Maar ik wilde ze niet, ik wilde dit niet zien, dit niet voelen, … dat was ik niet, dat had niets met mij te maken. Toch kon ik er niet onderuit, steeds weer kwam er een nieuwe confrontatie,… ik kon dit niet blijven ontkennen, wilde ik verder gaan moest ik eerlijk kijken, eerlijk voelen en vooral … eerlijk zijn. Er zat zoveel in mij, … ik ontdekte een wereld in mij, een wereld met vele inwoners. Er was het slachtoffer, de vermoordde, de verkrachte en misbruikte, de onderdrukte, de zwakke, de onmondige, de zielige, de sterke, de moordenaar, de onderdrukker, de manipulator, de genezer, de schrijver, de dienaar, de engel, de god in mij … Ik ontmoette het kind in mij, jij zat goed verstopt hé, de vrouw in mij, zo verwaarloosd en misbruikt , de moeder, ontkend en vergeten, de verzorgster, ja, jou kende ik al wel, de bitch, ach zo, jij bent er dan toch ook, en hé, er zat zelfs een man in mij, waar kom jij vandaan, en er was ook nog het elfje, zo subtiel. Ik aanvaarde ze en leerde ze zelfs te koesteren, … ze waren van mij, en van mij alleen. Ik kon erkennen dat ze er waren, het mocht, ze mochten er zijn, ze waren van mij, ze hadden MIJ gevormd, … de enige die ik was. Maar wie was ik nu eigenlijk, … ik was dus zoveel meer dan, … of beter gezegd … ik was niet die … die vriendin, die collega, die dochter, die zus… Ik kende me niet. Ik was niet die ik altijd geweest was en wist niet wie dan wel. Ik voelde mijn verdriet en eenzaamheid, mijn angst, … gelukkig ook nog vreugde en pleziertjes, maar … shit, … ik was ook kwaad, jaloers en geslepen… Ik wilde gesteund en getroost worden, verzorgd en vertroeteld, ik wilde lachen, spelen en dansen, ik wilde slaan, schoppen, krabben, ik wilde schreeuwen en schelden, ik wilde kussen en gekust worden, gestreeld en verwend … Was ik dat, … wilde ik dat allemaal? En kon dat dan zomaar, mocht dat dan? Was dat dan niet egoïstisch, zielig, gemeen, vulgair …? Ja! Het mocht, het kon, ik wilde het. Ik mocht het voelen, ik mocht het willen. Ik kon het voelen, ik wilde het! Moest ik het dan ook allemaal doen, … misschien wel, misschien niet …, maar ik moest mezelf wel toelaten dit te voelen, dit te willen. Niet een beetje,… niet sommige wel, andere niet, … niet als-dan, … nee, gewoon voelen dat ik dit wilde, … het voelen zoals het was. Ik speelde met het kind en wanneer ik te moe was om te gaan schaatsen aten we samen pannenkoeken, ( en ja … eerst met tranen omwille van het-niet-kunnen) de vrouw ging naar de kapper en de zonnebank en genoot van een heerlijk kruidenbad, de moeder vond haar kindjes, de kindjes van lang geleden en van nu, de verzorgster werd nog liefdevoller, echt liefdevol voor de ander, het elfje ging mee wandelen en door haar liet ik me vertederen en nieuwsgierig maken en de bitch,… tja, de bitch, … ze verleidde… Ik ontdekte mezelf en zag dat ik kon kiezen, ik gebruikte wat er in me zat en kon loslaten wat ik niet meer nodig had. Want ik had ze niet meer nodig, … ik hoefde die eenzaamheid niet meer om MIJ te zijn, ik kon zonder die angsten, die gedachten en patronen kon ik laten gaan. Mijn gevoeligheid kon ik pas gebruiken als ik ze niet meer weg zou drukken, mijn verlangens lieten zich niet meer verstoppen, zodat ik echt kon genieten.
2
Ze hadden MIJ gevormd, ja, maar niet alleen dat, … ze hadden ook de echte IK belemmerd om te groeien! Alles waar ik vroeger aan vast hield, alles wat vroeger MIJ vormde kon ik loslaten… moest ik loslaten als ik IK wilde laten zijn wie ze was. Wanneer ik IK de kans wilde geven te groeien moest ik haar de ruimte geven. Ik wilde me vrij maken, ik wilde ruimte krijgen, nee… IK zou ruimte krijgen. Ik wilde IK vinden. Ik keek naar de toekomst en verlangde. Ik wilde de echte IK naar boven laten komen. Wie was ze, waar was ze, wat wilde ze? Het was moeilijk, ik viel soms terug in het oude, het nieuwe was er nog niet, de ruimte was nog leeg en het oude wilde zich graag terug nestelen. Het voelde zich wel vertrouwd bij mij, en eerlijk gezegd… ik ook. Doordat het zo vertrouwd aan mij was voelde het niet bedreigend, en als ik even niet oplette dan was er weer meer van het oude dan voordien, meer dan ik wilde en nodig had… opnieuw die confrontaties, opnieuw herkennen, opnieuw schrikken, opnieuw erkennen en loslaten,… opnieuw en opnieuw, steeds opnieuw… Telkens weer was ik teleurgesteld, ontgoocheld, kwaad, … op alles en iedereen, maar … als ik eerlijk kon kijken … eigenlijk teleurgesteld in mezelf, kwaad op mezelf. Leerde ik het dan nooit, bleef ik het dan steeds opnieuw fout doen, hoe kon ik toch zo stom zijn … of erger nog, wilde ik misschien niet … niet echt dan... Ik leerde mezelf niet natrappen wanneer ik opnieuw gevallen was. Ik kon enkel kijken naar wat er gebeurd was, leren, opstaan en verder gaan, … steeds opnieuw… En ik ging, steeds opnieuw…, de prijs van het oude was me te hoog en de beloning voor het nieuwe was veelbelovend, ja toch, …dat voelde ik toch, … daar vertrouwde ik toch op. En ik groeide, leerde, ontwaakte. Aan een rustig tempo, soms langzaam, bijna onopvallend... Soms stond ik even stil, of ik ging zelfs achteruit, daar schrok ik van, ik verloor dat wat ik eerder gewonnen had. Later merkte ik dat ik enkel achteruit gegaan was om een grotere aanloop te kunnen nemen … om nog verder te kunnen springen. En ik sprong… Ik leerde dat ik een lege ruimte niet leeg kon laten, … niet eventjes, niet een beetje. Als ik wilde loslaten moest ik ook weer vullen. Met wat dan wel, … met IK, ja, … maar ik wist nog steeds niet wie ze was! Waar was ze, waar moest ik haar dan zoeken? Ik ontdekte de lange weg tussen mijn hoofd en mijn hart, zo’n dertig centimeter … maar zelfs als je de weg kent is ze zo moeilijk te bewandelen. Weten is één ding, WETEN is iets heel anders. Ik ontdekte het verschil… Wanneer ik iets leerde, weet ik het dan al wel, maar WEET ik het daarom nog niet. Ik leerde voelen wanneer ik iets weet en wanneer ik het WEET. Ik leerde dat ik niets kon afdwingen, … wanneer ik wel weet maar nog niet WEET kan ik mezelf niet naar de weg naar mijn hart slepen, ik kwam er wel terecht als de tijd rijp was, … gewoon omdat ik wilde. Belangrijk was wel dat ik tenminste niet meer dacht dat ik dan al WEET, maar alleen nog maar weet. Telkens opnieuw zat ik op dat paadje tussen mijn hoofd en mijn hart, het paadje werd wat vlakker, wat breder. Door vaak die weg te zoeken vond ik gemakkelijker de inrit, … het paadje werd een weg. Geen gemakkelijke weg, … maar een toegankelijke, bewandelbare weg.
3
WETEN is zo verrijkend, telkens ik in mijn hart aankwam was ik zo veel rijker, zo veel lichter, zo veel wijzer. De zoektocht telkens opnieuw naar die weg was extra moeilijk omdat het verstand nooit echt meewerkte… Waarom ga je daarnaar toe, blijf toch hier, bij mij. Het is toch goed hier, wij samen, …we hebben dat stomme hart toch helemaal niet nodig, we weten het nu toch, je hebt het net geleerd! Het verstand ging me echt niet stimuleren om die weg te gaan, … van het verstand moest ik het nu niet hebben. Eerst moest iemand, een bijzonder iemand, het me voorzeggen, je zit weer in je hoofd, voel, … wat voel je. Daarna kon ik het zelf voelen, … ik zocht weer eens op de foute plek, opnieuw moest ik op weg, op weg van mijn hoofd naar mijn hart. Maar ik ging, telkens opnieuw ging ik op weg. Het verstand beheerste immers die oude gedachten en die belemmerden me om de echte IK te kunnen laten groeien. Het verstand hoorde bij die oude stukken, die stukken die MIJ gevormd hadden en mijn IK onderdrukt hadden. Het verstand hield een deel vast van wat ik ging loslaten. De strijd met het verstand... Hoe kon ik die ooit winnen! Het verstand kende me immers door en door, al jaren waren we de beste maatjes,… samen hadden we toch al zoveel beleefd (of beter, hadden we het doorstaan), … opgelost (of hadden we het weggedrukt), …verwerkt (of verdrukt),… rationeel overwonnen (of vergeten). En nu ging ik me tegen het verstand keren… Pff… hoe…wat …wanneer … ik wist het allemaal niet meer… Ik ontdekte dat ik niet alleen een verstand en een hart had, … ik had ook een wil, en ik wilde zo graag... Ik wilde hier uit,… ik wilde door en niet terug. Ik liet me niet meer strikken door mijn verstand, ik liet me niets meer wijsmaken, mijn verstand had niet meer alles voor het zeggen. Ik leerde voelen … in plaats van denken, telkens opnieuw, … wat voel je, nee, niet wat denk je, wat voel je! Uit dat hoofd, op weg naar het hart. In mijn hart kwam ik de liefde tegen, of beter … Liefde. Ontroerend … mooi … zacht… Eindelijk rust, … eindelijk wist ik waarom ik dit allemaal deed, eindelijk kreeg ik een stukje van de beloning te zien. Maar er zat niet alleen Liefde, daar beneden. Liefde had ook nog een buurtje, … dicht bij Liefde woonde angst, …de angst om te sterven … de angst om te leven, de angst dat ik mezelf zou vinden, … mezelf zou zijn … de angst om mezelf niet te vinden, … nooit te vinden, de angst dat er niemand van me zou houden … de angst dat er iemand van me zou houden … De enige, echte angst! Wat was ik bang van de angst. Zo bang dat ik Liefde vergat. Gelukkig was de wil er nog, … zonder de wil was ik verdronken in mijn angst, gevlucht naar mijn verstand, … maar de wil om door te gaan, de wil hier uit te geraken dreef me terug in de armen van Liefde, … opnieuw ontdekte ik Liefde, … opnieuw, … en opnieuw, … steeds weer opnieuw. Ik vergat ze weer, … en vond ze weer, … telkens weer, tot ik ze kende, ik kende ze en herkende ze … zelfs in het donker … in de donkerte van de angst herkende ik het klein sprankeltje Liefde dat er altijd was, ... dat nooit wegging ... alleen af en toe vergeten werd. Ik leerde dat ik kon kiezen, ik kon kiezen tussen mijn verstand en mijn hart, en ik kon kiezen tussen Liefde en de angst. Wat een keuze … natuurlijk zou ik voor mijn hart kiezen, … natuurlijk koos ik voor Liefde… Soms werd het kiezen me moeilijk gemaakt, soms was ik te moe en vergat ik dat ik kon kiezen, soms lette ik even niet op en nam de angst het snel over … zo snel, of ging het verstand hard schreeuwen… zo hard… De stille taal van Liefde kon hier dan niet tegen op … en ik verdwaalde opnieuw… Maar ik vergat niet telkens alles, …nee, ik leerde nog steeds…
4
ik leerde immers voelen en ik kon het toch al een beetje! Wie is er nu eigenlijk aan het woord, het verstand… het hart…de angst… Liefde… Ik leerde hoe ik het verstand kon doen zwijgen, ik leerde niet meer bang te zijn van de angst, ik leerde luisteren naar de stille stem van het hart. Ik leerde het kleine sprankeltje Liefde, dat nooit wegging, … te laten groeien en liet het vonken… Ik zou het nooit meer vergeten. Ik leerde rust brengen in mijn hoofd, in mijn lichaam, … ik leerde ademen en mijn hart genoeg ruimte geven om zich te roeren, om zich ook te laten horen. Ik leerde niets te doen wanneer ik voelde dat het verstand nu aan het woord was, ik leerde wachten tot de angst weer zweeg,… ik leerde rustig worden en ademen … om ruimte te geven aan mijn hart… ruimte voor Liefde. Het hart nam de ruimte, dankbaar, … eindelijk, … het hart ontving Liefde, dankbaar, … eindelijk, … het hart straalde, Liefde straalde,… eindelijk. Een klein beetje voelde ik me IK, … soms, … eventjes… toch. Ik voelde de kracht, … voelde het vuur, de warmte. Ik voelde de Liefde in me, door me heen stromen, nee … door me heen razen. Het stroomde uit me, langs alle kanten … naar alle kanten, uit mijn handen en mijn ogen, uit al mijn poriën… Ik voelde nu ook Liefde rond me, om me heen … ik herkende ze in de mensen om me heen, in de wereld om me heen… Overal voelde ik en herkende ik Liefde, mijn ogen keken met Liefde … en zagen Liefde, mijn oren luisterden met Liefde … en hoorden Liefde, mijn huid was Liefde … en voelde Liefde, … Mijn hart straalde en jubelde… Ja, hier deed ik dit alles voor! Maar het was nog maar eventjes. Het hart voelde het het eerst, … het verstand werkte weer niet mee, wat beeld je je wel in, dat ben jij toch niet, wat probeer je jezelf toch weer wijs te maken, welk spelletje ben je nu weer aan het spelen, … nee, het verstand werkte weer eens niet mee. Anderen zagen het wel en wezen me erop, mensen om me heen, die bijzondere vriendin die steeds in me bleef geloven, … zelfs enkele grote namen zagen het …het licht in mij, mijn kracht, … mijn wezen, mijn zijn… Ik durfde ze niet geloven, zou het echt zo zijn, … vergisten ze zich niet, … of trapten zelfs zij in het spel dat de duivel met mij speelde, … ongeloof, wantrouwen ,… alweer het verstand aan het woord! Maar vanaf nu was ik het verstand te slim af, …weet je nog, ik wist nu toch hoe ik naar het hart moest en het verstand kon doen zwijgen, ik kon toch ademen en rustig worden, ik kon het hart ruimte geven … het verstand probeerde nog wel eens, … krampachtig vasthoudend, strijdlustig in het rond slaand probeerde het verstand weer heer en meester te worden, … heer en meester in mijn huis, … het verstand kon niet zo snel opgeven, het verstand kon en wilde zijn macht niet overdragen aan het hart, toch niet op een nette manier, het moest en zou strijden, maar uiteindelijk, … machteloos toekijkend zag het verstand zich gedwongen tot overgave, … overgave aan het hart, … overgave aan Liefde. Zij namen het over, … het hart, Liefde, … geleidelijk aan kregen ze de macht in handen en konden zij naar voor treden, zonder telkens weer een lange strijd te moeten leveren, zonder in gevecht te gaan… Het hart, Liefde kon eindelijk zijn ware kracht tonen…En deed dit, zonder rancunes naar het verstand! Het verstand werd niet vermoord, uitgeschakeld of verbannen… Het verstand mocht blijven en de krachten van het verstand werden ingeschakeld wanneer het nodig was, zonder dat het de macht terug kreeg, … maar vanuit de verbinding met het hart, vanuit Liefde… Gedaan met de strijd …
5
Nu heeft het hart ruimte, … het verstand wacht tot het nodig is en ingeschakeld wordt, … ik heb leren voelen, … en … mijn wil heeft ook al een beetje kunnen oefenen. Wat een veranderingen, wat een verschil. Het brengt rust, … rust in mij, evenwicht in mij. Maar het is meer dan dat, … ik voel de kracht in mij, … ik voel het leven in mij. Niet de kracht van vroeger, niet het leven van vroeger, … niet dat van vier jaar geleden. Nee, die nieuwe kracht zonder al die vastgehouden en belemmerende gedachten en patronen, zonder gevoelens die enkel weggedrukt en ontkend worden, maar met plaats voor mijn echte IK, plaats voor de IK die ik altijd geweest ben. Mijn levensenergie die al die tijd vast zat, kan weer stromen en geeft me weer leven. Mijn gedachten zijn niet meer enkel belemmerend, mijn gevoelens mogen gevoeld en getoond worden, mijn verlangens en wensen mogen er zijn. Zij vormen nu de IK die ik altijd geweest ben, maar nooit kende. IK ben er, IK BEN… Het ongeloof, ben ik dat, … en het wantrouwen, dat kan toch niet, … worden steeds kleiner. Het ongeloof wordt geloven en van daaruit WETEN, het wantrouwen wordt vertrouwen en van daaruit ZIJN. Rustig gaat dit alles door, met vallen en opstaan, maar steeds minder vallen, … met pieken en dalen, maar de dalen worden steeds minder diep… Ook nu weer neem ik soms een grote sprong. Soms voel ik weer de angst, de eenzaamheid, heel eventjes dan… ik herken ze, ik erken ze, ik geef ze de ruimte, adem en geef ze wat ze nodig hebben… Ik geef ze ruimte, … ik geef ze Liefde, … ik geef ze …IK BEN… Ik voel me steeds verder open gaan, deze openheid en verbondenheid worden de basis van mijn nieuwe IK. Ik ervaar de openheid, ik ben niet meer enkel dat wat iedereen ziet, IK ben de hele wereld en de hele wereld is in mij. Ik ervaar de rust, de rust in mij, … de rust rond mij, … IK ben rust! Ik ervaar de kracht en het leven in mij, … rond mij,… IK ben kracht, IK ben leven! Ik ervaar de Liefde in mij, … IK ben Liefde! Ik BEN IK … helemaal … en alleen … IK. Ik kan weer leven, ik durf weer leven… ik leef!
Bijna vier jaar geleden, op 17 februari 2001, werd ik plots heel moe. Nu, december 2004, ben ik plots niet meer moe.
All Love Rina 6