De lamp
Copyright © Vakcollege Groep B.V. 2011. Alle rechten voorbehouden.
De lamp
Met lampen is het als met schoenen; ze zijn vanzelfsprekend en je ziet ze overal. Pas als de stroom een keer uitvalt, merk je hoe je licht nodig hebt. Maar heb je er al eens bij stil gestaan dat licht eigenlijk kunstmatig is? Het begon met een fakkel, de olielamp, daarna kwam de gloeilamp en tegenwoordig gebruiken we veel spaarlampen. We kunnen niet meer zonder kunstmatig licht. En…. licht maakt ons leven gezellig! Jij gaat een lamp maken. Je werkt in tweetallen aan de opdrachten. Je maakt wel je eigen lamp. Je hebt twintig lesuren de tijd.
Waar moet de opdracht aan voldoen? De opdracht moet voldoen aan eisen. De eisen zijn: • De lamp maak je van verschillende bestaande materialen; •
Die materialen zoek je zelf bij elkaar;
•
De lamp moet stevig zijn;
• •
De lamp moet op een veilige manier kunnen branden in de ruimte waar hij voor gemaakt is; De lamp is gemaakt voor een speciale doelgroep, bijvoorbeeld sporters, ouderen, kinderen of jongeren.
Bespreken Schrijf in je eigen woorden op wat er gedaan moet worden:
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
2
[
Moeilijke woorden Moeilijk woord
Wat betekent dit woord?
Doelgroep Kunstmatig
Leren Dit moet je kennen en kunnen om deze opdracht goed te kunnen doen: • Kennis van soorten lampen en hoe ze werken; • Keuzes maken in het ontwerp; • Maken van een lamp vanuit het bestaande materialen.
Voorbereiden Verzamel verschillende soorten materialen uit de schuur, uit de restbak op school, kijk eens op je zolder of door te straat- of strandjutten. Wat kun je met kiezels, stoeptegels, stokken of stukjes hout doen, met een gebogen koperen buis of een lapje stof. Loop de avond voordat het groot vuil wordt opgehaald eens door je wijk, de gekste dingen staan aan de straat.
Uitvoeren Werkkaart
Wat moet je doen?
1.
Verzamel informatie over lampen en de geschiedenis van het licht. Brainstorm over de lamp: doelgroep en plaats. Bedenk een lamp.
2.
Ontwerp de lamp
3.
Maak de lamp.
4.
Presenteer de lamp.
Presenteren Richt een ruimte in de school in met alle gemaakte lampen uit de klas. Verkoop je lamp zo goed mogelijk aan andere leerlingen, docenten, vrienden en familie. Dit doe je in de vorm van een pitch; een korte en aanstekelijke presentatie van drie minuten.
3
Werkkaart 1
Verzamel informatie over de lamp en bedenk de lamp
1. Informatie verzamelen Let op, je hebt voor het beantwoorden van deze vragen 60 minuten de tijd. Werk in tweetallen. Voor het maken van de tijdlijn kun je misschien extra tijd krijgen bij het vak geschiedenis. a. Ga naar www.hetklokhuis.nl. Bij zoek (rechts bovenaan) tik je in ‘licht’. En tik nu bij zoek ‘spaarlamp’. Kijk naar het filmpje over spaarlampen en geef antwoord op de vragen.
•
Waarom moet opa zo hard fietsen?
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ •
Hoe werkt een gloeilamp? Schrijf dit in eigen woorden op en maak er een tekening bij.
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ •
Wat is het grote verschil tussen een gloeilamp en een spaarlamp?
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
4
b. Doe nu een proefje zodat je kunt zien hoe een spaarlamp werkt. Ga hiervoor naar www.proefjes.nl. Lees ‘tegen de lamp’. •
Verzamel materiaal voor de proef en voer hem uit. Wat heb je nu geleerd van deze proef?
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ c.
Ga naar; ontwikkel.thinkquest.nl/~lla191/tijdlijnverlichting.html. Hier staat informatie over de geschiedenis van de verlichting. •
Maak een tijdlijn en geef daarin duidelijk aan wanneer de verschillende soorten verlichting zijn ontstaan. Gebruik voor informatie ook mediatheek.thinkquest.nl/~ll032;
•
Maak de tijdlijn van papier of karton en plak er afbeeldingen bij. Schrijf met dikke stift of print de jaartallen uit met een mooi groot lettertype; Let op! Heel lang was er geen kunstmatig licht en valt er ook niet veel te vertellen over de uitvindingen. In het begin sla je daarom perioden over. Zo tegen 1900 heb je weer meer ruimte nodig in je tijdbalk. Vraag aan je (geschiedenis)docent hoe je dat kunt doen of bedenk zelf een oplossing;
•
•
Bij welk jaar ga je beginnen? Wanneer gebruikten de mensen fakkels als verlichting?
d. De gloeilamp is niet de enige lamp die wij kennen. Zoek op www.netonline.be/wonen/energietips_verlichting.asp en schrijf op welke soort lampen er nu zijn.
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Welke grappige lampen ben jij zelf wel eens tegen gekomen? Zoek foto’s in tijdschriften, op internet of in meubelbladen. De afbeeldingen gebruik je bij de brainstorm.
5
2. Brainstormen Je brainstormt nu over de lamp. Werk alleen. a. Denk na over een doelgroep waarvoor jij graag een lamp wil maken. Voorbeelden zijn sporters, dromers, kinderen, ouderen, leraren. Laat je hersens kraken. b. In strips gebruiken ze de gloeilamp vaak als een briljant moment. Het stripfiguur heeft plotseling een geweldig idee! Daarom gebruiken we ook een gloeilamp als symbool bij de brainstorm. Teken een groot peertje van een lamp op een groot vel papier. Daarin plak je de mooiste afbeeldingen die je hebt gevonden. c.
Rondom de lamp schrijf je nu zoveel mogelijk ideeën op voor het ontwerpen van die lamp. Denk aan de sterkte van het licht, de plaats waar de lamp komt, de kleuren, vorm, stoffen en materialen die je wilt gebruiken. Vraag aan je docent of je een spaarlamp of een gloeilamp maakt. Denk ook aan hoe je de lamp vast gaat maken of laat staan. Moet de lamp te dimmen zijn? Moet je de lamp kunnen richten?
3. Keuzes maken Nu kijk je welke ideeen je kunt gebruiken voor het ontwerpen van je lamp. a. Voor wie maak je de lamp (doelgroep)?
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ b. Welke kleuren krijgt de lamp?
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ c.
Welke vormen passen daarbij?
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
6
d. Welke naam krijgt de lamp?
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ e. Kies je liever voor een gloeilamp of een spaarlamp en waarom?
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ f.
Welke ideeën heb jij opgedaan voor het maken van je lamp?
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
4. Het werk plannen Straks maak je de lamp. Maak daarvoor een planning.
Wat
Wie
Stappen
In tweetallen
De pitch voorbereiden
Voorbereiden, werk alleen
Uitvoeren, werk alleen
Afronden, werk alleen
7
Startdatum
Einddatum
Werkkaart 2
Ontwerp de lamp
1. Prototype Je gaat een prototype lamp ontwerpen. Gebruik de materialen die je hebt verzameld. Eerst maak je alleen de vorm. De lamp hoeft het nog niet te doen. Zorg dat je de lamp straks nog uit elkaar kunt halen om de fitting en de draden erin te verwerken. Experimenteer met je model. Denk aan je doelgroep. Acties: a. Verzamel materiaal waarmee je de lamp wilt maken. b. Maak met die materialen een prototype. Gebruik de verschillende materialen. Je mag het ook eenvoudig doen, bijvoorbeeld met plakband of een niettang. Het is om je idee ook echt te zien. c.
Maak je prototype uniek door te denken aan de functie (voor welke doelgroep?) en aan de vorm van de schoen.
d. Zorg dat iedereen kan zien: • Welke vorm de lamp krijgt; •
Hoe groot de lamp wordt (schrijf de maten in de tekening);
•
Waar de verlichting in geplaatst wordt;
•
Welke technieken je gebruikt om alles aan elkaar vast te maken.
8
2. De werktekening Bekijk het prototype goed. Ben je tevreden? Of moet er nog iets aangepast worden? Of aangevuld? a. Laat je prototype zien aan de docent. Verwerk eventuele opmerkingen. b. Vraag aan je docent om meer informatie voor het maken van de verlichting zelf. Is je plan uitvoerbaar? c.
Werk je prototype uit naar een werktekening in SketchUp. De werktekening moet compleet zijn met maten van de lamp.
d. Vraag je docent erbij. Leg uit hoe je de lamp wilt gaan maken en hoe deze eruit komt te zien. Overleg over de technieken die nodig zijn om de verschillende materialen aan elkaar te maken. Maak dan je materialenlijst en je gereedschapslijst.
OPDRACHT: Teken de werktekening met SketchUp
9
3. De materialen- en gereedschapslijst Je gaat vaststellen wat je nodig hebt voor het maken van de lamp. Kijk hiervoor ook op de website www.2college.nl/tech/soldeer/index.htm. LET OP! DE LAMP MAAK JE VOOR EEN GROOT DEEL VAN KOSTELOOS MATERIAAL Maak een overzicht van de technieken die je moet toepassen om de verschillende materialen aan elkaar te bevestigen. Zet ze in volgorde van maken. Denk logisch na, wat moet eerst gebeuren!! Welke technieken heb je nodig
Welke materialen heb je hiervoor nodig
1. 2. 3. 4. 5.
OPDRACHT: Maak een lijst van de materialen en de gereedschappen. OPDRACHT: Bereken de kosten. Materialenlijst Materiaal 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Hoeveelheid
Bewerking
Totaal Gereedschapslijst Gereedschap 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Waarvoor heb je het nodig
Kosten € € € € € € €
Hoe je het gebruikt
OPDRACHT: Vraag toestemming aan je docent of je al verder mag gaan met werkkaart 3.
10
Werkkaart 3
Maak de lamp.
1. Maak de lamp volgens de planning Je maakt je eigen lamp. Werk samen als dat nodig is en denk aan de tijd.
2. Testen Vergelijk de gemaakte lampen in tweetallen. Kijk of de lamp veilig kan branden, niet uit elkaar valt en geschikt is voor de doelgroep en de plaats waarvoor hij gemaakt is. a. Werkte de lamp voor de doelgroep?
Ja /
Nee, want:
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ b. Gaan jullie nog iets verbeteren aan de lamp? Schrijf op wat jullie gaan verbeteren en waarom. We gaan verbeteren:
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
11
3. Bijstellen lamp Na de test breng je de veranderingen aan. Je hoopt dat dit ook leidt tot verbeteringen a. Welke veranderingen hebben jullie aangebracht? We hebben veranderd:
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ b. Heeft dit tot verbeteringen geleid? Schrijf per verandering tot welke verbetering dit heeft geleid:
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ Door de verandering is de lamp:
beter
hetzelfde
slechter
Nu maak je een mooie foto van je lamp, op de plek waar hij moet staan/hangen en met de doelgroep voor wie hij is gemaakt. Klaar voor gebruik!
STUUR JE FOTO OP NAAR
[email protected].
12
Werkkaart 4 - Presenteren
Presenteer de lamp. Je gaat je lamp presenteren. De presentatie bereiden jullie voor in tweetallen. Dan geef je een pitch (een korte en aanstekelijke presentatie). Dat doe je alleen. Daarna evalueer je het werk samen met de docent.
1. Presenteren van de lamp a. Start met de verkooppresentatie in groepjes van vier. Denk aan de volgende stappen: •
De gemaakte lampen plaatsen jullie in een ruimte;
• •
Zorg voor genoeg ruimte tussen de lampen zodat je er bij kan staan; Laat goed de naam zien van jouw werk;
•
Vertel aan andere klasgenoten en andere belangstellenden over de keuze voor vorm, kleur en geschiktheid voor de doelgroep;
• •
Geef aan waarom ze jouw lamp zouden moeten kopen; Maak een lijst met goede argumenten. Die kan je ook gebruiken voor je pitch. Verkoopargumenten
1. 2. 3. 4. 5. 6.
b. Nu ben je toe aan de pitch. Denk na over wat je wilt vertellen over de lamp. Denk aan de verkoopargumenten en de doelgroep van de lamp. Je past jouw pitch daar ook op aan. Succes!
TIP: GEBRUIK BIJ DE PITCH DE FOTO DIE JE EERDER HEBT GEMAAKT!
13
2. Terugblik Bespreek met je docent het werk na. a
Bij welk domein past het werk wat je gedaan hebt: maakindustrie
energie
bouw
mobiliteit
b. Heb je de planning kunnen volgen bij de uitvoering van het werk?
procesindustrie Ja /
Nee, want:
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ c.
Je hebt samen gewerkt: •
Wat was jouw bijdrage aan het werk? Noem twee voorbeelden. Denk aan: informatie verzamelen, ideeën bedenken, ontwerpen, uitvoeren en testen, presenteren.
Ik heb de volgende bijdrage geleverd:
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ d. Ben je tevreden met de lamp die je hebt gemaakt? Waarom wel of niet? Ik ben
wel /
niet tevreden, want:
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ e. Hoe ging je presentatie? Was je zenuwachtig? Wat ging er goed? wel / niet zenuwachtig. Ik was Dit ging goed:
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ f.
Wat heb je geleerd van de opdracht? Ik kan aangeven wat de lamp met Ik licht en warmte te maken heeft:
14
Evaluatieformulier 1. Wat vind je zelf? Kruis aan waar jij staat: 1, 2, 3 of 4. Ontwerp voorbereiden
Ontwerp tekenen
Ontwerp maken
Planning maken
4 (Junior Vakman)
3
2
1 (beginner)
probleem analyseren, één oplossing kiezen uit een aantal zelfbedachte oplossingen en een programma van eisen opstellen.
van een docent een probleem analyseren. Ik kan zelf één oplossing kiezen uit een aantal zelfbedachte oplossingen en een programma van eisen opstellen.
van een docent een probleem analyseren, één oplossing kiezen uit een aantal aangereikte oplossingen en een programma van eisen opstellen.
van een docent voor een probleem één oplossing bedenken en krijg daarvoor een programma van eisen aangereikt.
□ Ik kan zelf een
□ Ik kan met behulp van
□ Ik kan op aanwijzingen
□ Ik kan een schets
□ Ik kan zelf een product □ Ik kan zelf een product maken met de juiste zelfgekozen (materiaal)vaardigheden.
maken met door de docent voorgeschreven (materiaal)vaardigheden.
□ Ik kan op aanwijzingen
□ Ik kan op aanwijzingen
□ Ik kan zelf een
□ Ik kan zelf een planning
□ Ik kan op aanwijzingen
□ Ik kan op aanwijzingen
□ Ik kan met een zelf
□ Ik kan met een checklist
opgestelde checklist een product testen en indien nodig verbeteren.
□ Ik kan een ruimtelijke
□ Ik kan op aanwijzingen
□ Ik kan op aanwijzingen
CAD zelf een werktekening (2D en/of 3D) maken, compleet met maten.
planning maken en uitvoeren. Testen en verbeteren
□ Ik kan op aanwijzingen
(werk)tekening maken, compleet met maten.
maken en met hulp van een ander uitvoeren.
een product testen en vervolgens uitleggen hoe het product verbeterd kan worden.
15
van de docent een (werk)tekening maken.
van een docent een product maken met de juiste zelfgekozen (materiaal)vaardigheden. van een docent een planning maken en uitvoeren.
□ Ik
kan op aanwijzingen van een ander een product na een test verbeteren.
maken op aanwijzingen van de docent.
van een docent een product maken met voorgeschreven (materiaal)vaardigheden. van een docent een gegeven planning uitvoeren.
□ Ik kan controleren of
een product werkt en met hulp van een docent verbeteren.
Evaluatieformulier 2. Wat vindt de docent? Product (beroepsvaardigheden)
Score
Max
Uit het ontwerp blijkt wat ik wil maken. Het prototype is duidelijk en laat zien wat ik wil. De lamp is getest op gebruik. De opmerkingen voor verbeteringen zijn verwerkt. De lamp is gemaakt volgens de eisen:
10
•
Je hebt zelfstandig gewerkt en een bijdrage geleverd bij het samenwerken.
10
•
De lamp bestaat uit bestaande materialen
10
•
De lamp is stevig en veilig
15
•
De lamp is voor een bepaalde doelgroep.
15
De presentatie is duidelijk en je ‘verkoopt’ je lamp goed. Totaal
16
5 5
10
20 100