De kunst van
Handleidingenreeks II
het vertellen
Handleiding voor het vertellen van verhalen
Jan Swagerman
Nederlands Centrum voor Volkscultuur, F.C. Dondersstraat 1, 3572 JA Utrecht
De kunst van het vertellen Handleiding voor het vertellen van verhalen
Jan Swagerman
Colofon
De kunst van het vertellen Handleiding voor het vertellen van verhalen Handleidingenreeks II Een uitgave van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur Redactie en exploitatie: Nederlands Centrum voor Volkscultuur F.C. Dondersstraat 1 3572 JA Utrecht tel. 00 - 31 - (0) 30 2760244 fax. 00 - 31 - (0) 30 2736111 Auteur: Jan Swagerman Eindredactie: drs. Ineke Strouken Foto’s: drs. Ineke Strouken © 1998 Nederlands Centrum voor Volkscultuur Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige ander manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISBN: 90-71840-24-7
Inhoud
I II
Vertellen als kennisoverdracht Een aanzet tot vertellen Je eigen ‘oral history’
III
5
7
Hoe vertel ik het verhaal van Roodkapje Handleiding bij het vertellen van sprookjes Omgaan met spanning
26
Het begin
27
Scheppen van een verhaalpersonage
10
Werken aan je voorstellingsvermogen
28
Beschrijven van ervaringen
10
Het perspectief van je verhaal
29
Inleven in een personage
29
Het doel van je vertelling
30
De eigenlijke vertelling Werken met tekst
12
Groepsverhalen
31
Een verhaal instuderen
12
Het maken van associaties
31
Een verhaal spannend maken
13
Een voorbeeld van een zon-associatie
32
Elke associatie kan een nieuw
IV
Mogelijkheden om de vertelling kracht bij te zetten
kernwoord opleveren
Lichaamstaal
16
Werken met attributen
18
32
Zelf vertellen
34
Literatuur V
Belangrijke sociale aspecten bij een vertelling 20
Vingerpoppetjes van papier (Elsa Reicheld)
De luisteraars
20
Hoe maak ik Roodkapje, de wolf
Jezelf
22
en Grootmoeder?
Je verhaal
VI
32
Het optreden
35
36
Enkele veel voorkomende vragen Mag je elke tekst zomaar veranderen?
24
Is het geven van achtergrondinformatie nodig?
24
Hoe ga je om met kritiek?
24
Hoe regel ik praktische zaken?
25
Wat je moet regelen en weten
25
Hoe nu verder?
25
3
Hoofdstuk I Vertellen als kennisoverdracht
Vertellen is een heel andere manier van kennis over-
vaak niet zo gemakkelijk gepraat wordt, zoals drugs-
dragen dan doceren. Iemand die doceert beschikt over
gebruik, criminaliteit of zingevingsvragen.
objectieve kennis die de toehoorder zich eigen moet maken. Uitleggen en verklaren is zijn vak. De verteller
Zo heeft het verbieden van drugs meestal weinig
geeft geen feiten maar ervaringen door, hij verhaalt
resultaat, maar wie het verhaal van een junk vertelt
zelfs van gebeurtenissen, die hij zelf niet kan ver-
laat zien wat er gebeurt. De luisteraar ziet de samen-
klaren. Hij legt niets uit en is eerder een soort verslag-
hang tussen oorzaak en gevolg. Feiten en gemoraliseer
gever, maar dan wel één die kijkt door de bril van een
kunnen irriteren. Verhalen daarentegen vinden vaak
concreet personage. De toehoorder begrijpt zijn
een willig oor.
verhaal of niet. Een vertelling is dan ook veel meer dan het uit het De echte moeilijkheid is dat de verteller zich nergens
hoofd leren van een tekst: het is het schenken van
achter kan verstoppen: niet achter zijn tekst, zijn over-
vertrouwen. Wie wil vertellen zal zich moeten afvragen
headprojector, zijn methode, zijn medespelers of zijn
of hij degene tegenover hem ècht wil ontmoeten en
rol. De verteller verstaat de kunst met lege handen te
zijn ervaringen met de ander wil delen. Vertellen is
staan en moet erop vertrouwen dat de aanwezigen
dan ook altijd een sociale gebeurtenis.
zich een voorstelling van zijn vertelde ervaring kunnen maken.
Bij het overdragen van kennis heeft het vertellen van verhalen een ondersteunende functie. Het is handig
Hij bouwt daartoe een brug tussen de luisteraar, zich-
om enige vertellingen in voorraad te hebben, zodat je
zelf en zijn verhaal. Hij probeert integer en authentiek
met een verhaal kunt illustreren wat je wilt uitleggen.
te zijn in plaats van allerlei feiten te verkondigen. Het
Vaak is het namelijk effectiever een verhaal als voor-
is zijn vak, als hij bijvoorbeeld de oorlog niet heeft
beeld te gebruiken dan iets uit te leggen. Welk verhaal
meegemaakt, zich zo in te leven dat een vertelling
je kiest is afhankelijk van wat je ermee wilt bereiken.
hierover toch waarheidsgetrouw overkomt. Als hij iets over de oorlog wil vertellen, zal hij alle informatie die
Soms is het noodzakelijk een vertelling in te leiden,
hij ter beschikking heeft ‘vertalen’ in (ingestudeerde)
bijvoorbeeld omdat de aanwezigen niet gewend zijn
ervaring en emotie.
naar een verteller te luisteren. Het is goed als er een soort ‘vertelcode’ ontstaat, zodat de toehoorder weet
De verteller wil meer dan alleen maar een weergave
dat er een verhaal gaat komen en zich op die bijzon-
van de feiten: hij verplaatst zich in de ervaringen en
dere gebeurtenis kan instellen. Vertel bijvoorbeeld op
emoties van anderen. Bijvoorbeeld: in plaats van over
vaste tijdstippen, bij bepaalde gelegenheden, gebruik
de oorlog les te geven probeert de verteller in de huid
steeds hetzelfde openingsritueel, zoals een vaste zin,
te kruipen van een vrouw die in de oorlog in Londen
of zorg dat de vertelling steeds op dezelfde plek
de bommen van het dak schepte. Samen met de
plaatsvindt.
toehoorders ontdekt hij het verhaal van die vrouw en dat maakt vertellen tot zo’n boeiende aangelegenheid.
Wil je vertellen gebruiken om kennis over te dragen dan is het de kunst objectieve informatie te vertalen in
Een verhaal maakt motieven en beweegredenen van
ervaring en emotie. Feiten kun je opschrijven of via
mensen van binnenuit begrijpbaar. Daardoor worden
beeldschermen verwerken, maar wat de media niet
ook zaken bespreekbaar waarover in andere situaties
kunnen is een menselijke relatie leggen.
5
Bij een vertelling daarentegen kan de luisteraar zich
Oefening
Zoek eens dierennamen bij mensen
voorstellen dat hij de verteller of een personage uit het
met wie je vaak omgaat. Wie is de trotse pauw? Wie de
verhaal is. Wie in de jas kruipt van een (denkbeeldige)
slang? Wie de leeuw? Wie het zwijn? Wie de papegaai?
figuur ervaart het leven van alledag tegen de achter-
Wie altijd het haasje?
grond van de grote geschiedenis. De luisteraar die hoort hoe er in een oorlogsverhaal wordt getafeld weet
Oefening
Maak nu eens een verhaal, waarin al
meteen ook hoe de voedselsituatie was. Deze manier
die dieren voorkomen. Je zult merken dat bepaalde
van werken kan zowel voor verteller als luisteraar heel
dieren graag met elkaar optrekken en andere niet. Ook
diep gaan. Men is niet meer de objectieve buitenstaan-
zijn ze allemaal op een ander soort voedsel en
der maar medebetrokkene. Het is aan te raden veel tijd
aandacht uit. Let in het verhaal steeds op de eigen-
te nemen voor de emotionele voorbereiding.
schappen van de mensen die je concreet voor ogen hebt en de ‘vertaling’ van de werkelijkheid naar je
Oefening
Zoek een gebeurtenis die als illustratie
verhaal. Maak hier nu een fabel van. Uiteraard gaat het
kan dienen bij informatie die je aan de aanwezigen
er niet om mensen te beledigen. Wel kun je aan de
wilt doorgeven. Ga vervolgens na welke aspecten het
hand van een dierenverhaal duidelijk maken hoe
beste mondeling kunnen worden doorgegeven. Zet de
bijvoorbeeld ruzies ontstaan en welke mogelijkheden
antwoorden op papier.
er zijn om daarmee om te gaan.
Oefening
Maak een lijst van zaken die in de
eigen vertelling aan bod moeten komen. Orden deze (wat komt eerst, wat tot slot, enzovoort) en zoek er vervolgens herinneringen, gebeurtenissen en anekdotes bij. Eventueel kun je een voorval fantaseren. Wie een verhaal vertelt kan gebruik maken van de zogenaamde ‘flash-back’. Dat is een manier van vertellen waarbij op herinneringen aan vroegere gebeurtenissen wordt teruggegrepen. Vaak wordt daarbij een actuele aanleiding gebruikt om de herinneringenstroom op gang te brengen. Iemand herinnert zich bijvoorbeeld door een televisieuitzending plotseling weer wat hij in de oorlog meemaakte: ‘Gisteravond zag ik rellen met fascisten op tv. Ik moest opeens weer denken aan die zomeravond in 1943 toen ik...’ Vaak worden de eigenschappen van dieren als metafoor voor menselijke eigenschappen gebruikt. Niet alleen de fabels van La Fontaine zijn beroemd, maar ook de Afrikaanse verhalen met onder andere Anansi de Spin die iedereen te slim af is. In feite staat een dier dan voor een bepaalde emotionele kwaliteit en door het verhaal maak je zichtbaar wat er gebeurt als mensen eenzijdig bepaalde eigenschappen ontwikkelen en daar op een bepaalde manier mee omgaan.
6
Hoofdstuk II Een aanzet tot vertellen
Iedereen heeft een eigen verhaal te vertellen, het
van het verhaal (het hoeft dus niet compleet te zijn)
verhaal van zijn leven, en je kunt dat verhaal uit je
en beschrijf de sfeer tijdens de vertelling. Waar werd er
onderbewustzijn naar boven halen. Wie een verhaal
verteld en hoe zag die omgeving er uit? Ter gelegen-
wil vertellen moet authenticiteit uitstralen en ver-
heid waarvan werd verteld? Wat waren je gedachten
trouwen weten te wekken. Daarom is het belangrijk
toen? Weet je nog wat je verwachtingen waren voordat
dat je bepaalde gevoelens in een verhaal zo echt
de vertelling begon? Wat ging je doen toen het verhaal
mogelijk overbrengt door je eigen emoties er in te
was afgelopen? Wat dacht je toen?
leggen. In dit hoofdstuk leer je hoe je dit kunt doen. De sfeerbeschrijving is in dit geval belangrijker dan het
Je eigen ‘oral history’
verhaal zelf. Die geeft je namelijk het gevoel terug dat
Er zijn verschillende soorten verhalen. Sagen en legen-
je had toen je zelf werd ingewijd. De luisteraar krijgt
den zijn een goed voorbeeld van verhalen waar
daardoor ook een gevoel dat hij wordt ingewijd.
wellicht ooit een kern van waarheid in zat. In de loop der tijd is er echter zoveel van verminkt en bijgefanta-
Oefening
Probeer in een paar zinnen die oude
seerd dat de werkelijkheid niet meer te achterhalen is.
vertelsfeer zo op te roepen, dat je een (vaste) opening
Overigens worden zulke verhalen niet altijd verteld
voor je eigen vertelling krijgt. Bijvoorbeeld:
om de objectieve waarheid (zo die bestaat) weer te
‘Zondagavond na het eten pakte mijn grootmoeder
geven, maar om bijvoorbeeld de eigen groep moed in
altijd het dikke verhalenboek uit de kast en dan begon
te spreken of een voorbeeld te stellen.
ze te vertellen. Altijd ging het over die stroper, genaamd Piet. Dit keer zou Piet...’, enzovoort. Nu
Oefening
Vertel een kleine gebeurtenis die je
begint het verhaal dat je had willen vertellen.
lang geleden hebt meegemaakt met je ouders of verzorgers. Laat door het verhaal aan te dikken
Ieder van ons loopt rond met duizenden verhalen of
merken hoe moedig of belangrijk je (denkbeeldige)
beter gezegd ‘constructies van de werkelijkheid’. We
vader was. Probeer dat ook eens te doen zoals een
brengen namelijk steeds een samenhang, een ordening
kind het zou doen.
aan tussen de vele duizenden indrukken, die onze zintuigen iedere minuut bereiken. Sommige indrukken
Een ander soort verhalen wordt juist heel exact overge-
kunnen we herkennen, andere dingen weten we zeker
dragen; dit zijn de zogenaamde ‘inwijdingsverhalen’.
of vermoeden we. Soms moeten we de betekenis van
Vroeger mocht men deze verhalen alleen vertellen als
wat op ons afkomt maar gokken of afwachten.
men was ingewijd door een ‘meester-verteller’ die precies wist wat de voorouders van generatie op
Toch zullen we moeten handelen en we maken
generatie hadden doorverteld. Aan zulke verhalen
daarom in ons bewustzijn een soort hypothese: een
werd nooit iets veranderd uit respect voor het verhaal
vooronderstelling op grond waarvan we onze
en de oorspronkelijke verteller. We noemen ze
handelingen verrichten. We weven een draad tussen
‘oral- history’-verhalen.
het bekende en het onbekende. Het enige materiaal dat we daartoe ter beschikking hebben is ‘het verhaal
Oefening
Tracht jezelf momenten te herinne-
tot nu toe’ waar we steeds een nieuw vervolg aan
ren waarop en door wie je werd ‘ingewijd’ in een
maken. De draad die we tussen verleden en toekomst
bepaald verhaal, bijvoorbeeld toen je werd voorgele-
weven, wordt de draad van ons levensverhaal.
zen uit je eerste sprookjesboek. Vertel wat je nog weet
7
Ieder mens beschikt over duizenden ervaringen die
dat nu vergeten, want...’, enzovoort. Even later is hij
verteld kunnen worden als verhalen. Vaak gaan ze niet
het verhaal wéér vergeten. Dit gaat net zo lang door
over wereldschokkende gebeurtenissen maar ze maken
tot de groepsleden in feite al het materiaal hebben
wel de persoonlijke beleving van wat zich in de wereld
aangedragen en de verteller met de eer gaat strijken.
afspeelt zichtbaar. Juist door de bril van iemand die we goed kennen, zoals bijvoorbeeld een ouder fami-
De kunst is het verhaal niet uit handen te geven zodat
lielid, krijgt de grote geschiedenis een menselijke
de groep niet zelf gaat vertellen. Pak dus steeds zinnen
maat. Het gaat er immers om de beweegredenen te
terug, houd het centraal en vertel pas verder nadat je
achterhalen van mensen die in andere tijden en
alle aandacht weer in handen hebt. Uiteraard hangt
andere omstandigheden leefden dan wij en die dan
het slagen van deze oefening af van de bereidwillig-
ook andere beslissingen namen. Met ons hedendaags
heid van de groep om mee te spelen.
bewustzijn zouden we misschien heel anders gehandeld hebben.
Oefening
Een bepaald personage, bijvoor-
beeld de wolf uit Roodkapje, wordt op een stoel gezet. Deze ervaringen kunnen echter pas worden verteld als
Dit is de verteller. De groepsleden ondervragen de
we bereid zijn ze (opnieuw) tot ons bewustzijn toe te
wolf, bijvoorbeeld: ‘Waarom val je toch steeds kleine
laten, er woorden bij te zoeken en onze eigen samen-
meisjes lastig?’ Iedereen die meent een beter antwoord
hang er in aan te brengen. Zo ontstaan oorzakelijke
te hebben mag de wolf aflossen. Degene die wil aflos-
verbanden, want een verhaal is niets anders dan een
sen gaat achter de verteller staan en tikt hem op de
verslag van de werking van oorzaak en gevolg.
schouder. De verteller maakt zijn zin af en de nieuwe verteller neemt het over. Vaak is het nodig even een
De volgende groepsoefeningen zijn niet alleen leuk,
laatste zin te herhalen of te veranderen om het verhaal
maar ook heel leerzaam, want je ontdekt al doende de
een nieuwe wending te geven.
werking van oorzaak en gevolg. Zoals we geleerd hebben is een verhaal immers niets anders dan de
Oefening
Iedereen vertelt in het kort wat het
draad die tussen oorzaak en gevolg wordt geweven.
mooiste of dapperste moment in zijn of haar leven is
Mensen zijn zowel in deze oefening als in het dage-
geweest. Het doet er niet toe of het echt gebeurd is of
lijks leven elkaars oorzaak en gevolg en samen maken
niet. Een variant hierop is het in vertelvorm geven van
ze het verhaal van de geschiedenis.
een antwoord op een vraag, bijvoorbeeld: ‘Waar was je vorig jaar op nieuwjaarsdag?’, of: ‘Op 23 mei?’, ‘Toen
Oefening
Het eerste groepslid begint met één
de oorlog uitbrak?’, enzovoort.
of enige zinnen uit een verhaal of met zo maar een opening. Vervolgens gaat de linker buurman verder en
Nu volgt een aantal individuele oefeningen om tot je
maakt er spontaan een paar zinnen bij. Daarna is
eigen ‘oral history’ te komen.
diens linker buurman aan de beurt. Dit gaat zo door totdat de kring rond is.
Oefening
Schrijf je eigen levensgeschiedenis in
korte punten op. Probeer eens of je door kunt schrijOefening
‘Het vergeten verhaal’. Iemand
ven naar een ‘happy end’. Je bedenkt eerst wat je alle-
presenteert zich als verteller, maar na een paar woor-
maal zou willen doen of hebben in het leven.
den is hij al vergeten waar het verhaal over zou gaan.
Vervolgens doe je alsof het tien jaar verder is en je op
Gelukkig wil een van de andere groepsleden hem er
de een of andere manier alles gedaan en gekregen hebt
wel aan herinneren, zoals van te voren is afgesproken:
wat je wilde. Vertel nu terug vanuit de toekomst: ‘In
“O ja, ik zou vertellen over die man in de bergen. Hoe
1995 was ik nog... maar in het jaar 2005 ben ik..., en
kon ik dat nu vergeten? Nou, die man had een...’
dat komt omdat...’
enzovoort. Maar al spoedig is onze verteller het verhaal alweer vergeten en weer helpen de luisteraars: ‘O ja natuurlijk, hij had een brief bij zich. Hoe kon ik
8
Oefening
Ga na welke historische gebeurtenis-
sen je in je leven hebt meegemaakt. Zet achter al die
gebeurtenissen waar, hoe en met wie je op dat
vertelde dat...’, ‘Dat portiek, waar ik voor het eerst
moment was en vertel deze verhalen.
verliefd werd...’. Ga maar weer eens staan zoals toen en vertel...!
Oefening
Weef een rode draad door gebeurte-
nissen in je leven. Er blijken vele rode draden te zijn,
Om je eigen ‘mondelinge geschiedenis’ vorm te geven
dus vele verhalen die je uit eigen ervaring kunt vertel-
kun je gaan grasduinen in bibliotheken of oudheidka-
len. Een aantal voorbeelden van ‘draden’ zijn: ‘De
mers. De medewerkers helpen graag met het vinden
jeugd toen en nu’, ‘Opkomst en ondergang van de
van lokale verhalen en soms zijn er oude kranten en
arbeidersbeweging zoals ik het zelf heb beleefd’, ‘Wat
tijdschriften beschikbaar, waaruit inspiratie kan
ik hoorde over de Balkan-oorlog en de Bosnische
worden geput. De grote bibliotheken beschikken over
Serviërs’, ‘Fascisme toen en nu...’, ‘50 jaar visserij’,
consulenten die behulpzaam kunnen zijn. Meer nog
‘Van de eerste radio tot de laatste cd-speler’, ‘De buurt
zijn oude mensen ‘die het zelf nog hebben
100 jaar...’, enzovoort.
meegemaakt’ vaak goede informanten.
Het is leuk om foto’s of objecten te verzamelen die
Oefening
Ga je eigen familieleden eens langs
betrekking hebben op het thema. Aan de hand
en vraag of ze zich nog iets herinneren van het jaartal
daarvan kun je bijvoorbeeld vertellen hoe een belang-
of onderwerp waarover jij iets wilt vertellen. Bij oude
rijk voorwerp in je bezit gekomen is.
mensen is het van belang dat je van hen kunt afkijken hoe ze vertellen. De manier van zeggen, het taalge-
Oefening
Maak een wandeling langs histori-
sche plaatsen of monumenten en vertel het verhaal
bruik en de onderwerpen die men belangrijk vindt maken een verhaal namelijk authentiek.
erachter. Ook gewone plekken kunnen overigens boeiende verhalen opleveren: ‘Het verhaal van de bakker...’, ‘Oma die voor haar huisje zat en altijd
Oefening
Probeer iemand te interviewen over
vroeger. Daarna vertel jij dit verhaal alsof je zelf die
9
persoon bent. Zoek dus dezelfde soort formuleringen
komen heb je al een plek uitgezocht waar hij zich
en lichaamstaal. Vervolgens laat je deze los en vertel je
bevindt. Je weet precies hoe groot die persoon is, hoe
je eigen ervaring tijdens het interview: ‘Ik ben bij die
hij eruit ziet en zich beweegt. Je kent zijn naam en
en die geweest en ze vertelde me... Toen ze dat zei
afkomst, zijn vrienden en vijanden en zijn emoties.
dacht ik nog... en keek nog naar...’. Oefening
Schep een personage en vertel
Goed vertellen waarbij je doet of je een ander bent
vervolgens het verhaal waar dit personage in voor-
vraagt een zeer intensieve en degelijke voorbereiding.
komt. Houd intussen steeds non-verbaal contact met
Zonder een dergelijke voorbereiding bestaat de kans
deze onzichtbare persoon. Kijk hem of haar bijvoor-
dat de vertelling kitscherig en oppervlakkig wordt.
beeld af en toe aan alsof je een bevestiging wilt horen,
Het doel van deze oefeningen is ervoor te zorgen dat
geef een knipoog, enzovoort. Let op wanneer en hoe
je verhaal authentiek overkomt en geloofd wordt.
de luisteraars de persoon opmerken en vraag hun na
Hiertoe moet je een sfeer van authenticiteit en
afloop hoe die er volgens hen uitziet.
vertrouwen zien te scheppen. Herhaal deze oefening enige malen en gebruik iedere
Scheppen van een verhaalpersonage
keer minder ‘acts’. Op het laatst gebeurt er misschien
De momenten waarop we voor het eerst sprookjes
wel helemaal niets maar zullen de luisteraars toch
hoorden waren de veilige momenten waarop er
‘iets’ merken. De onzichtbare persoon, die alleen
iemand was die op zijn woord vertrouwd kon worden.
aanwezig is in het bewustzijn van de verteller, maakt
Degene die toen vertelde wijdde ons in in de vertel-
dat luisteraars in een andere werkelijkheid belanden.
kunst. Als we aan dat moment van toen terugdenken komen meestal ook de gevoelens boven die daarbij
In alle verhalen die gevoelens beschrijven zul jij ze
hoorden.
moeten invullen, want het vertellen van een verhaal is werken met emoties. Wanneer je een spookverhaal
De kunst is om die gevoelens vast te houden terwijl we
vertelt, zul je je op de een of andere manier iets engs
vertellen. Nu is het immers ònze beurt om de luiste-
uit je eigen ervaring voor de geest moeten halen, zodat
raars in te wijden in de wereld van verhalen, een
je deze op het spook in je verhaal kunt ‘plakken’.
bepaalde vertrouwdheid aan te bieden en onze
Innerlijk beschrijf je de ervaring, maar je noemt deze
(ingestudeerde) gevoelens met hen te delen.
voor de luisteraars een spook. Doe je dat niet, dan heeft de tekst geen echte inhoud en komt niet over.
In ieder van ons leeft wel een oerbeeld van een verteller. We denken bijvoorbeeld aan rondtrekkende
Oefening
Stel je voor dat ‘de angst die spook
minstrelen op kastelen, moeders met kinderen, oude
heet’ er echt is. Het is misschien een raar idee voor
mannetjes op marktpleinen of Afrikaanse stammen
een volwassene om dit te doen, maar je zult merken
met hun vertellers. Of die beelden juist zijn doet er nu
dat het werkt bij het overbrengen van je emoties. Het
niet zo toe. Het gaat erom jezelf toe te staan dat er
helpt je om je de vertelmomenten uit je eigen leven te
vertellers binnenin je leven, die je een bepaald inner-
herinneren.
lijk gevoel kunnen geven. Kruip eens in de huid van zo’n denkbeeldige verteller en doe net of jij die verteller bent...
Beschrijven van ervaringen Het gaat in een vertelling om het doorgeven van ervaringen en emoties en niet om teksten die de luisteraar
Vertellers zijn scheppers van nieuwe werkelijkheden.
net zo goed zelf had kunnen lezen. Het is daarom
Als de schrijver het in zijn boek over een bepaald
belangrijk een verhaal niet alleen uit het hoofd te
personage heeft, moet de verteller dat personage in
leren. Het gaat erom het verhaal ‘zichzelf te laten
zijn voorstellingsvermogen tot leven laten komen. Doe
vertellen’, wat niet betekent dat er niets hoeft te
alsof het om een echt bestaande persoon gaat, die
worden voorbereid. Wel gaat zo’n voorbereiding
tijdens je verhaal aanwezig is. Voordat de luisteraars
anders in zijn werk dan veel mensen denken.
10
Wie verslag wil doen van ervaringen moet iets hebben
Oefening
Zoek foto’s en gegevens van een
meegemaakt. Alles waar de verteller het over heeft,
bepaalde plaats waar je nog nooit bent geweest,
heeft hij dus zelf meegemaakt of hij heeft zich zo inge-
bijvoorbeeld de Zuidpool, zodat je aan andere mensen
leefd dat hij het beleefd zou kunnen hebben. Ook als
kunt vertellen hoe die plek er volgens jou uitziet.
het gaat over vliegende tapijten, sprekende dieren,
Bedenk daarbij dat een lezing en een vertelling twee
lang vervlogen tijden en verre landen. De verteller
verschillende dingen zijn. Het gaat niet om cijfers en
brengt verslag uit van zijn bevindingen en weet iets
overzichten maar juist om het persoonlijke. Vertel dus
wat de nieuwsgierige luisteraar niet weet.
niet hoeveel vierkante kilometer ijs er is, maar hoe jij van de ene op de ander schots moest springen en niet
Wie wil vertellen over de wolf en Roodkapje zal
kon zien waar het ijs ophield. De luisteraar wil jouw
misschien naar een dierentuin moeten gaan om
ervaring delen.
wolven te observeren. Beter is het op zoek te gaan naar een angstige ontmoeting die je zelf beleefd hebt. Pas
Oefening
Beschrijf een ‘echt bestaande’ plaats
zo kan de ontmoeting tussen de wolf en Roodkapje
in de middeleeuwen, een onbekend land of een plek
‘ingekleurd’ worden.
op de maan. Probeer die op verschillende manieren te beschrijven totdat je toehoorders aangeven dat het
Oefening
Beschrijf eens een plek waar je echt
verhaal geloofwaardig klinkt.
bent geweest: een dorpsplein, een winkel, een huisdeur, een bosweg, je eigen huiskamer. Probeer in een paar woorden de beelden te vangen.
Oefening
Ga tot slot na waarom een verteller
nu eigenlijk geloofwaardig overkomt. Is een leugenaar eigenlijk ook een verteller en een verteller een leuge-
Oefening
Sla een boek met verhalen op en
naar?
zoek tot je een verhaal vindt dat bepaalde voorstellingen en herinneringen oproept. Beschrijf nu, net als in
Het beschrijven van ervaringen is overigens nog geen
de vorige oefening, een beeld dat bij je opkomt als je
vertelling; daartoe zijn ook een structuur, een bepaal-
het verhaal leest. Vertel uitgebreid wat je innerlijk voor
de opbouw en een plot noodzakelijk. Ervaringen
je ziet. Gaat het bijvoorbeeld om een spookverhaal,
vormen wel de ‘grondstof’ van wat we willen vertellen.
dan zul je ergens uit je voorraad ‘eigen levenservaringen’ een angstig moment moeten opdiepen. Op deze manier krijgt de tekst in het boek een lading mee. Het benoemen van ervaringen is ook belangrijk omdat het je helpt in innerlijke beelden te denken en het oog voor details te scherpen. Net als een kunstschilder weet ook de verteller een bepaalde sfeer op te roepen door een enkele vertelling. Hieronder volgen enige oefeningen om innerlijke verhalen te schilderen. Oefening
Vertel in het kort een paar gebeurte-
nissen aan een aantal mensen. Sommige heb je wel echt meegemaakt, andere niet. Alle beschrijvingen moeten overtuigend zijn maar je moet proberen zo min mogelijk details te gebruiken. De anderen moeten raden welk verhaal klopt en welk niet.
11
Hoofdstuk III De eigenlijke vertelling
Wie verhalen wil vertellen zal lange tijd moeten
schijnbaar onbetekenende details je bijblijven. Toch
werken aan zijn productie. Pas dan kan hij zich instel-
zijn die details vaak onmisbare bouwstenen voor het
len op een steeds wisselend publiek. Het verhaal moet
ontstaan van het geheel. Zo werkt het geheugen nu
namelijk een vaste, herhaalbare structuur krijgen. De
eenmaal. Dit geldt voor de verteller maar ook voor de
verteller zal met zijn materiaal moeten worstelen,
luisteraar. Misschien blijft er niet meer dan een schijn-
zoals de beeldhouwer met een steen en de schilder
baar onbetekenend voorval van de vertelling hangen.
met zijn verf. Pas als het verhaal werkelijk doorleefd
Dit zijn vaak de beeldende momenten waarbij je je
is, wordt het tijd voor een vaste tekst. De verteller
iets kunt voorstellen en deze innerlijke voorstellingen
moet zich innerlijk verplaatsen in wat er in het verhaal
onthoud je makkelijker dan feiten.
gebeurt om zich er een voorstelling van te kunnen maken. Het is dan niet moeilijk meer om op de juiste
Het taalgebruik in het verhaal vraagt misschien om
woorden te komen.
een bepaalde manier van vertellen. Beslis voor jezelf of je de tekst al dan niet wilt aanpassen aan de taal
Ook wie een geschreven tekst wil vertellen, zal eerst
van de luisteraars of de spreektaal.
deze weg moeten bewandelen. Het uit het hoofd leren van de tekst gebeurt pas in een latere fase van de voor-
Een literaire tekst heeft altijd een bepaalde vorm die
bereiding en is dan meestal niet meer zo moeilijk
bepalend is voor de kracht van het verhaal. Let dus op
omdat de verteller zich al een voorstelling heeft
de manier waarop de tekst is opgebouwd: op eventu-
gemaakt van de inhoud van zijn verhaal.
ele herhalingen, bepaalde vormen van beschrijven en woordkeuze.
Werken met tekst Werken met een vastliggende tekst gaat net zoals
Ook als je niet alles letterlijk wilt vertellen moet je
werken met een spontane tekst. Bij een vastliggende,
toch letten op bepaalde ‘sleutelwoorden’, namen,
geschreven tekst zijn er echter nog wat extra complica-
uitdrukkingen, enzovoort.
ties. Laten we eens kijken hoe de procedure is als we besluiten een verhaal uit een boek na te vertellen.
Er zijn woorden die schijnbaar niets betekenen (namen bijvoorbeeld), maar door hun klank of ritme
Het beste is de tekst een paar keer goed door te lezen.
toch een bepaald gevoel overbrengen. ‘Proef’ deze
Let daarbij op het specifieke woordgebruik van de
woorden als het ware eens. Herhaal ze en spreek ze uit
schrijver. Probeer vervolgens na te gaan waarom de
in alle toonaarden. Op die manier gaat de tekst iets
schrijver juist díe woorden gebruikt. Wie een verhaal
zeggen en al doende kruip je als verteller in de huid
niet helemaal letterlijk wil weergeven, kan voor zich-
van de schrijver.
zelf een lijst maken met zaken die wel essentieel zijn in het verhaal. Denk aan namen, plaatsen, herhalin-
De manier van schrijven wordt voor de verteller lang-
gen, speciale uitdrukkingen, enzovoort. Zorg dat deze
zaam een natuurlijke manier van zeggen en is geen
elementen in ieder geval een plek krijgen in jouw
boekentaal meer. Hij maakt de dode letters tot levende
eigen hervertelling.
woorden.
Leg daarna het boek weg en vertel hardop voor jezelf
Een verhaal instuderen
waar het verhaal ongeveer over gaat. Je zult zien dat je
Herinner je een gebeurtenis of een tekst die je in een
bepaalde belangrijke zaken vergeet terwijl sommige,
boek gelezen hebt. Begin met ‘zo maar te vertellen’ en
12
herhaal deze procedure van tijd tot tijd, waarbij je je
Soms is iets of iemand vreemd of verdacht maar weet
activiteiten steeds uitbreidt. Iedere keer als je blijft
de luisteraar nog niet precies wat er aan de hand is.
steken ga je terug naar het oorspronkelijk verhaal en
Ook kunnen mensen of dingen onverwachte wendin-
vertel je met eigen woorden weer verder. Je zult
gen veroorzaken. Iets of iemand hoort bij een komplot
merken dat je op die manier steeds minder een tekst
of de verteller kan personages in het verhaal ten tonele
oplepelt en steeds meer de beelden verwoordt die je
voeren die iets weten wat de nieuwsgierige luisteraars
voor je ziet. Je kijkt als het ware naar een film die
niet weten. Het optreden van een boodschapper is
niemand om je heen ziet en daarom speel je voor een
bijvoorbeeld een klassieke manier om het verhaal een
soort verslaggever.
bepaalde wending te geven. Ook dieren en niet menselijke wezens kunnen de personages helpen. In
Het is handig om tekeningen bij tekstgedeeltes te
veel verhalen is het overigens niet eens nodig extra
maken. Bij een eenvoudig verhaal zijn vijf tekeningen
dramatische effecten te gebruiken.
voldoende, één van het begin, één van het eind, één van het hoogte- en dieptepunt en tot slot nog twee van
Beginnende vertellers hebben nogal eens de neiging te
het moment voor en na het hoogtepunt. Bij een inge-
overdrijven. Alles moet groot en bijzonder zijn, anders
wikkelder verhaal kun je de diverse hoofdstukken ook
is het niet spannend. Dat hoeft echter niet altijd, al
weer volgens dit patroon indelen. Schrijf dan uit het
hangt het natuurlijk wel af van het soort verhalen en
hoofd in een paar steekwoorden de rode draad van
het soort publiek. Bedenk dat de verteller geen
het verhaal op. Kies vervolgens een personage uit je
‘verhaaltjes’ vertelt, maar de waarheid.
verhaal en verdiep je in zijn of haar ontwikkeling. Ook een personage kun je uittekenen en je kunt zijn of
Een ‘saaie’ weg kan de luisteraar al in een bepaalde
haar verhaal in steekwoorden weergeven. Hoe meer
sfeer brengen door alleen maar te beschrijven wat je
karakteristieken je vindt hoe beter. Belangrijk zijn in
innerlijk voor je ziet: de bomen, de huizen, het weer
ieder geval de naam, leeftijd, woonplek, kleding, fami-
en de tijd van het jaar, de geuren van de buitenlucht,
lie, relaties, vrienden en vijanden, enzovoort.
enzovoort. De poëzie van de natuurbeschrijving boeit
Misschien weet je ook iets over zijn of haar bezit,
en de luisteraar krijgt zin om met de verteller op weg
wensen, politieke ideeën, hobby’s, religieuze
te gaan.
achtergrond, vervoermiddel, enzovoort. Enige mogelijkheden om de spanning op te bouwen: Het hardop uitspreken van gedachten die een bepaald
Ook al heeft de schrijver er niets over vermeld, toch is
–
dit soort informatie van belang. Als de gebroeders
persoon, een voorwerp of plaats kunnen oproepen. De
Grimm het hebben over ‘Roodkapje’, dan roept dat bij
saaie weg wordt heel anders als de verteller denkt
iedere verteller weer een ander beeld op. Voor de een
‘haar’ daar te zullen aantreffen of als de verteller zijn
is ze een zevenjarig, keurig, bedeesd meisje met
angst om gezien te worden uitspreekt. De weg kan
vlechtjes en lakschoenen. Een ander denkt aan een
hem ook doen denken aan ‘die keer in zijn jeugd
puber die wel eens wil weten wat er allemaal voor
toen...’ en het verhaal begint.
avonturen in de wereld zijn te beleven. Dit worden Het vertragen van de tijd. Deel niet droogjes mee,
dus twee totaal verschillende verhalen omdat iedere
–
verteller een andere emotie bij de tekst kreeg, ondanks
dat de deur open ging, maar vertel van moment tot
het feit dat de letterlijke tekst dezelfde is.
moment precies wat voor geluiden die deur maakte, hoe hij knarste, hoe de knop langzaam omgedraaid
Een verhaal spannend maken
werd, enzovoort. Vol spanning wachten de luisteraars
Elke saaie situatie kan spannend worden gemaakt. De
af, wie er binnen komt. Dit noemen we het slakken-
verteller verstaat de kunst om ergens een probleem
perspectief. De slak immers neemt blaadje voor
van te maken en de oplossing ervan uit te stellen tot
blaadje waar en kent misschien niet eens de hele
de laatste zin van zijn verhaal.
boom.
13
–
Het versnellen van de tijd. De verteller ziet er niet
naar’, maar de verteller kan ook net zo goed beweren
tegenop de tijd naar zijn eigen hand te zetten en gaat
dat ‘wij’ moordenaars zijn. Je kunt bijvoorbeeld
argeloos verder met ‘...en honderd jaar later...’. Vanuit
zeggen: ‘Namens ons moordenaars kom ik iets vertel-
een vogelperspectief voltrekken zich geschiedenissen
len over hoe het voelt om opgesloten te zijn’. Maar
door de eeuwen heen.
‘wij’ kan ook slaan op de fysiek aanwezigen: het publiek kan als mede-moordenaar aangesproken
–
Een onverwacht standpunt. Je kunt een moordver-
worden, al hoeft dat niet expliciet te gebeuren!
haal vertellen vanuit de optiek van de dader maar ook
Moordenaars onder elkaar hebben een andere manier
vanuit de ervaringen van het slachtoffer, vanuit getui-
van vertellen dan advocaten, rechters of bezoekers van
gen, vanuit de beleving van vrienden en bekenden,
een verhalenhuis. Er ontstaat een speciaal soort
politie, criminelen, buren, journalisten of de huismus.
vertrouwdheid als het publiek in de ‘ons’-stijl wordt
De verteller kan zelfs het verhaal vertellen van het mes
aangesproken. Bepaalde zaken hoef je dan niet uit te
dat zo graag bloed wilde zien. Als een soort koerier
leggen, ‘ons kent ons’, nietwaar? Je gaat er gewoon
doet hij (afstandelijk) zijn verslag, maar hij kan ook
vanuit dat iedereen het gevoel kent hoe het is om
opbiechten zelf de moordenaar te zijn. Door dit laat-
opgepakt te zijn. In dezelfde bewoordingen waarmee
ste schept hij een intieme band met zijn luisteraars,
je aan medecriminelen iets zou vertellen, vertel je dit
want wie stopt zijn oren dicht als hij in vertrouwen
aan het publiek.
genomen wordt en iets te horen krijgt wat nog niemand anders weet? Als het bovendien een taboe
Deze truc werkt wonderwel. De meest nette burger die
betreft en ook nog spannend is, wordt het al heel
toevallig op een verhalenavond is beland, zal zich in
moeilijk om niet te luisteren.
het moordenaarsmilieu thuisvoelen. Belangrijk is dan dat taalgebruik, termen en gewoontes kloppen met
–
Een wisselend gebruik van persoonlijke
wat gangbaar is in het desbetreffende milieu. Het kost
voornaamwoorden. Het maakt verschil of er gezegd
behoorlijk wat tijd om dit uit te zoeken. Bedenk dat
wordt ‘Ik ben de moordenaar’ of ‘Hij is de moorde-
men in het huis van de dief niet over stelen praat.
14
Vaak zijn er heel wat eufemismen om zaken te verhul-
Oefening
Geef een probleem aan vanuit de
len: stelen heet dan bijvoorbeeld ‘iets lenen’.
verteller. Bijvoorbeeld: ‘In een ver land leefde eens een
Moordenaars spreken niet vaak over gevangenissen. Ze
rijk man. Deze man werd bestolen, en toen...’
praten over ‘Leeuwarden’ en bedoelen daarmee de aan iedere aanwezige bekende strafgevangenis in die
De kunst van het vertellen is om de spanning naar een
plaats. Wanneer er goed verteld wordt begrijpt de
hoogtepunt te voeren en dan naar het slot toe weer
luisteraar vanzelf dat ‘Leeuwarden’ staat voor een
terug te nemen. Klassiek is bijvoorbeeld het sprookje.
penitentiaire inrichting.
Iets gebeurt drie maal: dat is de code. Aan het begin van het verhaal is er een brief die niet open mag.
Niet alles hoeft duidelijk te zijn, onduidelijkheid
Later, soms veel later, komt de brief in het verhaal
schept ook een zekere spanning. Maar de vertelling
opnieuw aan de orde. Weer mag hij niet open. De
moet wel begrijpelijk zijn en authentiek overkomen.
derde keer wordt de brief opengemaakt. Zo stopt de verteller, soms als een schijnbaar onbelangrijk detail,
–
Het gebruik van verschillende tijdsvormen. ‘Vorige
week is er in de stad een moord gepleegd’ klinkt
in het begin van zijn vertelling de elementen, waar hij later op bouwt.
anders dan: ‘Ik waarschuw je voor de laatste keer en anders zal ik je neersteken’.
Oefening
Maak eens een lijstje met ‘proble-
men’. Bijvoorbeeld: een jongen ziet een meisje en Er zijn nog andere tijdsperspectieven die de spanning
wordt verliefd, of: er ontstaat ruzie over een erfenis.
kunnen beïnvloeden. De verteller kan zelfs vanuit het
Breng vervolgens structuur in het probleem aan. Wat
perspectief van de dood vertellen, bijvoorbeeld in een
is voor een buitenstaander noodzakelijk om te weten?
spookverhaal: ‘U kunt het geloven of niet, maar ik ben
Dit is het begin. Ga dan na welke elementen ertoe
pas vermoord. Ik zal U vertellen hoe dat komt...’ Ook
bijdragen om zicht op de oplossing van het probleem
een plotselinge herhaling van voorvallen uit het verle-
te krijgen. Bijvoorbeeld een geheim dat bekend raakt
den (flash-backs) is mogelijk.
bij de luisteraars.
Een verhaal is een formule waarin wordt uitgedrukt
Beschouw het verhaal vervolgens als een legpuzzel en
hoe een probleem wordt gemaakt en weer opgelost.
onderzoek welk probleem en welke oplossing het
De nieuwsgierige luisteraar wil dit weten en de vertel-
beste in het verhaal passen en via welk personage ze
ler doet het haarfijn uit de doeken. Als alles duidelijk
aan de orde zullen worden gesteld. Met andere
is, is het verhaal afgelopen. Een verhaal zonder ‘nood-
woorden: laat als verteller niet meteen het achterste
zakelijkheid’ is geen verhaal. Alleen maar poëtisch
van je tong zien, dan is de spanning eraf. Je bent
beschrijven hoe mooi een rivier is, is geen vertelling al
eigenlijk aan het componeren. Hoe is de ouverture of
kan dat op zich prachtige woordkunst zijn. Ergens aan
de finale? Wat moet staccato worden voorgedragen?
het begin van het verhaal moet iets gebeuren dat de
Waar vallen de stiltes? Waar komt het hoge woord
vertelling in beweging zet zoals een bericht, de komst
eruit? Je stem past zich vanzelf aan, hij wordt harder
van een vreemde, een voorspelling, een aanval of
en zachter, versnelt en vertraagt.
betovering. Een aardige oefening voor beginnende vertellers is het de luisteraars aan het begin van een vertelling met een probleem te confronteren. Oefening
Geef een probleem aan vanuit een
personage. Bijvoorbeeld: ‘Ik ben net bestolen en ga nu...’
15
Hoofdstuk IV Mogelijkheden om de vertelling kracht bij te zetten
Lichaamstaal
Zo heb ik eens een vrouw meegemaakt die voor het
Het grote verschil tussen het schrijven en vertellen van
eerst in haar leven haar oorlogservaringen vertelde. Ze
verhalen is dat de verteller niet één maar twee talen
kon alleen maar stotteren en huilen en keek niemand
gebruikt. Hij gebruikt naast de letters ook de taal van
aan. Wie zou haar dat kwalijk nemen? Toch was haar
zijn lijf. Of de luisteraar bereid is iemand te ver-
verhaal overtuigend. Het was ontroerend om te
trouwen, hangt af van de relatie die er is tussen de
merken hoe deze vrouw de aanwezigen vertrouwde en
verteller en de luisteraar op een uniek en onherhaal-
voelde dat er nu, na vijftig jaar, eindelijk een plek was
baar moment. Meestal is men bereid iemand te
waar mensen openstonden voor wat zij te zeggen had.
vertrouwen als er overeenstemming is tussen woorden
Wie vertelt zegt dus niet een van buiten geleerde tekst
en lichaamstaal, of beter gezegd de hele uitstraling van
op: vertellen betekent wezenlijk dat je bereid bent je
de verteller. Het is dan ook een eerste vereiste dat
(gecontroleerde) gevoelens te delen met een ander.
beide talen met elkaar in overeenstemming zijn. Ondanks deze opmerkingen is het toch goed als een Er is geen kant en klaar antwoord op de vraag hoe dit
verteller zich oefent in theatervakken. Als hij wil
precies moet. Het geheim zit hem niet in wat trucjes,
optreden moet hij goed hoorbaar zijn en een goede
maar in de oprechtheid van het verhaal. Het gaat in de
houding hebben. Zelfs de vrouw die haar oorlogs-
eerste plaats dan ook niet om de juiste gebaren of
ervaringen vertelt moet verstaanbaar zijn als ze voor
stembuigingen, maar om de echtheid van je woorden.
een publiek haar verhaal wil doen.
Toch kun je, paradoxaal genoeg, best instuderen hoe je geloofwaardig kunt worden.
Wie in het begin teveel aandacht aan het lichaam geeft kan juist verkrampen. Als je goed vertelt zul je merken
De verteller werkt op een andere manier met zijn lijf
dat je lijf ‘vanzelf’ meedoet. Verandert de vertelstijl,
dan de toneelspeler, al zijn er acteurs die vertel-
dan verandert vaak ook de lichaamshouding.
technieken gebruiken en vertellers die acteren. De verteller hult zich niet in de (schijn)persoonlijkheid
Oefening
Vertel een gebeurtenis, bijvoorbeeld
van zijn personage, maar blijft herkenbaar als de
een ruzie, eens afstandelijk en daarna emotioneel
persoon die hij in het dagelijks leven is. Hij voegt geen
betrokken. Noteer de verschillen in lichaamshouding,
nieuwe, ingestudeerde eigenschappen aan zichzelf toe
gebaren, stem, enzovoort.
maar gaat op zoek naar ervaringen en kwaliteiten die al in hemzelf aanwezig zijn. Hoe bewuster hij zich is
Er zijn twee extreme luister- en vertelstijlen:
van zijn eigen rijkdom aan emoties, des te over-
–
tuigender zal zijn verhaal overkomen.
die herinneringen aan die ‘goeie ouwe tijd’ ophaalt, –
ontspannen onderuitgezakt in de luie stoel, als opa alert op de toehoorders gericht, als een koopman
De eigen, natuurlijke lichaamshouding zal de vertel-
op de markt, die klaar staat om de eerste de beste
ling ondersteunen. Het lijf kleurt ‘vanzelf’ de emoties
klant aan te klampen.
in de tekst. Wie bijvoorbeeld echt iets te vertellen heeft zal in onze cultuur vanzelf oogcontact maken. Toch is
De beste manier om met lichaamstaal te oefenen is je
het goed mogelijk dat de verteller juist niemand
bewust te worden van de vele mogelijkheden, die het
aankijkt. Bijvoorbeeld als hij herinneringen ophaalt en
lijf heeft om iets te vertellen. Behalve met je mond kun
verzonken is in overpeinzingen over zijn ervaringen.
je ook met heel wat andere lichaamsdelen je zegje doen.
16
Oefening
Vertel ter voorbereiding je verhaal
Eventueel kun je elke groep ook nog een opdracht met
eens zonder woorden. Doe dit door uitdrukkelijk
betrekking tot het gekozen lichaamsdeel laten uit-
alleen met gebaren aan te wijzen wat en waar in de
voeren. Zo kan de ‘ogengroep’ de ogen dichtdoen of
ruimte iets gebeurt. De klanken van de letters kunnen
de aanwezigen vragen met de ogen dicht naar een
daarbij helpen. De wijsvinger wijst bijvoorbeeld alles
verhaal te luisteren. De bedoeling is zich op zo’n
aan en zegt al wijzend de letter ‘d’ van ‘die’, ‘dat’,
manier aan de anderen te presenteren dat ze overtuigd
‘daar’, ‘deze’, enzovoort. Overdrijf door je gebaren
worden. Hier komt het dus aan op ‘koopmanschap’
groot te maken en ver te wijzen. Bij de uiteindelijke
en overredingskracht.
vertelling worden de gebaren vanzelf weer kleiner. In feite komen al deze oefeningen neer op bewustzijn Ontdek welke mogelijkheden er zijn om zonder woor-
en aandacht. Het is een groot verschil of de verteller
den iets te vertellen. Vingers kunnen wijzen maar ook
kijkt of ziet, hoort of luistert; of hij alleen een tekst
inhalen of bezweren. Handen kunnen gebaren van
weergeeft of met elke vezel van zijn lichaam bij het
openheid en vrede maken of tot vuisten worden
vertelde betrokken is. Wanneer de tekst geen probleem
gebald. Armen kunnen omhelzen of afsluiten. Er zijn
meer vormt, is het goed om op allerlei manieren met
zelfs vertellers die hun armen gebruiken om onder het
het verhaal te spelen. Op die manier zullen nog tal
vertellen in de lege ruimte een soort beeldhouwwerk
van andere mogelijkheden, die de lichaamstaal biedt,
van hun personage te maken.
worden ontdekt.
Vertaal de geschreven tekst in een
Iedereen die wel eens op een terrasje heeft gezeten,
soort doventaal die je zelf bedenkt en maak hiervan
weet hoe boeiend het is om onbekende mensen te
een soort mimevoorstelling. Probeer om steeds vanuit
observeren en aan hun lichaamshouding hun verhaal
andere lichaamsdelen te vertellen en dit zowel zittend,
af te lezen. De één struikelt over zijn eigen voeten, de
staand of lopend te doen. Ontdek de verschillen.
ander sjokt met een kromme rug door de straten. De
Oefening
volgende loopt zelfbewust kaarsrecht en kijkt wat op Ook ogen kunnen iets vertellen: in plaats van te
de mensen neer. Weer een ander kijkt onderdanig
zeggen ‘hij zag iemand aankomen’ kun je heel sterk
omhoog of haast zich schichtig voorbij.
naar de deur kijken, alsof je iemand daadwerkelijk ziet aankomen. Je kunt een luisteraar aankijken met
De verteller weet dat zijn eigen lichaam ook iets
onschuldige grote kijkers die vertellen dat het absoluut
uitstraalt, maar hij zelf kiest per verhaal wat hij wil
waar is wat je zegt. Knipoogjes en grote ogen werken
uitstralen. Het verschil tussen hem en de mensen in de
vaak sterker dan woorden.
straat is dat hij wéét hoe zijn uitstraling is en daar
De oren kunnen vertellen door met een half gedraaid
hard voor gewerkt heeft.
hoofd ergens naar te luisteren en na een stilte te zeggen: ‘Ze komen...’ Dit dwingt de toeschouwer als
Het zou een misverstand zijn te denken dat je geen
het ware tot meeluisteren.
boodschap uitzendt als je je mond houdt: de luisteraars pikken toch voortdurend allerlei non-
Oefening Laat mensen in een groep opschrijven
verbale signalen op. Het kan zelfs gebeuren dat een
welk lichaamsdeel ze voor een verteller het belang-
verteller die de tekst kwijt is, niettemin de aandacht
rijkst vinden. Er mag maar één lichaamsdeel genoemd
van het publiek weet vast te houden, doordat zijn
worden al zal iedereen wel begrijpen dat de verteller
lichaam actief blijft en geen paniekreactie laat zien.
juist zijn hele lichaam moet gebruiken.
Dat wil niet zeggen dat er veel beweging moet zijn.
Vorm groepjes van mensen die hetzelfde lichaamsdeel
Integendeel!
hebben gekozen. Zo ontstaat een ‘mondengroep’, een ‘orengroep’, een ‘ogengroep’, enzovoort. Iedere groep
Het publiek kan iemand zien die ‘alleen maar’ op een
moet nu argumenten zoeken waarom juist dit
stoel zit en vertelt. Het weet vaak niet hoe innerlijk
lichaamsdeel het belangrijkst is.
actief het lichaam van de verteller is. Soms loopt hij
17
bijvoorbeeld heel langzaam naar zijn stoel en slaat
–
vervolgens een dik verhalenboek op. Er wordt niets
een manier om het hart te luchten. Wat hij zelf vindt
gezegd, maar er ‘heerst’ een verhaal.
van de gebeurtenissen in het verhaal, van het publiek
Het omgekeerde gebeurt soms ook als een verteller
en wat hem zelf allemaal bezig houdt, wordt uitdruk-
veel probeert duidelijk te maken zonder dat het
kelijk ingebracht in het verhaal. Deze houding kan een
lichaam er echt bij is. Hij is afwezig, al komt er geluid
sfeer oproepen van ‘wij onder elkaar’, waardoor een
uit zijn mond. De ogen gaan alle kanten op, de
serieuze band met de luisteraars ontstaat. Wel bestaat
handen wriemelen of hij maakt veel overbodige
het gevaar dat de vertelling oubollig en zelfs gênant
bewegingen. Het publiek zal dit gedrag makkelijk
wordt of dat de verteller hier zo nodig zijn ei kwijt
overnemen.
moet en teveel aandacht voor zichzelf opeist. –
Je kunt expressief vertellen. Dit is voor de verteller
Je kunt relationeel vertellen door bewust een
Vertellen is ook de kunst om iets niet te zeggen. Wie
beroep op de aanwezigen te doen. Hoewel soms
deze kunst verstaat heeft zijn lichaam onder controle.
alleen maar in gedachten, is er een wisselwerking
Elke beweging is bewust en natuurlijk en er zijn geen
tussen verteller en publiek, die sterk werkt. De verteller
‘acts’ meer nodig die afleiden van de woorden. Met
is al gauw een soort woordvoerder van wat de aanwe-
dat lichaam kunnen de luisteraars zich identificeren.
zigen bezig houdt omdat hij zelf de aanzetten daartoe
Als het lichaam van de verteller, hoe beweeglijk ook,
gegeven heeft. De reacties en de sfeer bepalen voor
rustig en gecontroleerd is zullen de luisteraars die rust
een belangrijk deel de vertelling.
en aandacht overnemen. Ondertussen reist de geest van de verteller naar een andere tijd en wereld en
Bij al deze mogelijkheden gaat het lichaam vanzelf een
schept zo nieuwe werkelijkheden.
houding aannemen. Wanneer je, zoals de marktkoopman, extreem op het manipuleren van de toehoorders
Een ander veel voorkomend misverstand is de
gericht bent, kijk je mensen vanzelf aan en sta je er
gedachte dat een tekst neutraal weergegeven kan
actief bij. Wanneer je je meer concentreert op de
worden. Men denkt dat de vertelling af is als de vertel-
inhoud van het verhaal, de boodschap of de herinne-
ler de tekst maar goed heeft ingestudeerd en duidelijk
ring, zul je een andere lichaamshouding aannemen
praat. Vergeten wordt dat ook de manier van zeggen,
(zoals opa in zijn luie stoel).
die ook weer heeft te maken met lichaamstaal, de tekst beïnvloedt. De luisteraars horen behalve de woorden
Voor beginnende vertellers is het goed bij de voorbe-
ook hoe de verteller zelf staat tegenover hetgeen hij
reiding meer een soort koopman te zijn die zijn
zegt. Dit onbewuste commentaar kan irritatie of
verhaal moet slijten en dus overdreven contact met
sympathie opwekken.
zijn luisteraars houdt. Al je daadwerkelijk voor het eerst op de vertelstoel zit, heb je de neiging om geba-
Er zijn vier, elkaar soms overlappende of aanvullende
ren terug te nemen vanwege de spanning. Wie al naar
presentatiemogelijkheden die ieder weer een ander
binnen gekeerd begint te vertellen loopt het risico dat
gevoel oproepen bij de luisteraars:
hij of zij het lichaam helemaal niet meer durft te
–
gebruiken. Overigens is ‘opa’s stoel’ in een zaal tech-
Je kunt iets zakelijk vertellen. In feite probeer je
dan de eigen emoties niet te laten zien. De indruk dat
nisch veel moeilijker, want de achterste rij moet het
je er boven staat wordt als snel gewekt en het gevaar
verhaal ook kunnen verstaan.
bestaat dat de presentatie saai en onpersoonlijk wordt. –
Je kunt appellerend vertellen. Door middel van het
Soms is dus de ene vertelstijl beter, dan weer de
vertelde doe je een beroep op de luisteraar. Je kunt een
andere. Dit hangt af van het verhaal, het doel van de
moraal of boodschap in je verhaal stoppen en zo de
vertelling en je publiek.
luisteraars tot ander gedrag of inzicht aanzetten. Het nadeel kan zijn, dat de toehoorders zich afkeren
Werken met attributen
omdat ze voelen dat hun iets wordt opgedrongen,
Allerlei objecten kunnen aanzetten tot verhalen.
waardoor ze zich niet vrij voelen.
Sommige voorwerpen, zoals foto’s, souvenirs,
18
kledingstukken, schilderijen of boeken, worden zelfs
–
speciaal bewaard vanwege de herinnering, die ze
voor waken dat je geen toneelstukje op gaat voeren. Je
oproepen. Er zijn musea waar dankzij allerlei voorwer-
blijft als verteller een van ons, je hoort bij deze wereld
pen verhalen van vroeger bewaard blijven. Ze wachten
en bent als zodanig herkenbaar. Speciale kleding is
op een verteller, die hun glorie weer tot leven wekt.
functioneel als je net in Peru bent geweest en tijdens je
Alle voorwerpen hebben een verhaal en kunnen inspi-
Peruaanse vertelling een indiaanse jas aantrekt, maar
reren, maar dit geldt ook voor de mensen die ze bewa-
‘indiaantje spelen’ is iets anders.
ren.
–
Ook kleding wekt suggesties op, maar je moet er
Er bestaan specifieke vertelattributen, zoals vertel-
doeken. In ons land kenden we de smartlap met plaatHet maakt meer indruk een voorwerp te tonen dan het
jes, aan de hand waarvan men zijn verhaal vertelde.
te beschrijven. Toch moet je voorzichtig zijn met het
Hiertussen stonden vaak teksten die de luisteraars mee
gebruik van attributen omdat ze de aandacht van de
konden zingen. Zo is de smartlap aan zijn naam
vertelling kunnen afleiden.
gekomen. –
Vertelkastjes zijn een variatie op dit gegeven. Bij
Het is belangrijk, dat je als beginnend verteller eerst de
het Japanse Kamishibai-kastje, dat een beetje lijkt op
kern van de vertelkunst onder de knie krijgt en niet
een televisie, verschuift de verteller een serie kaarten
vlucht in een toneelstukje. Wie aan het begin van zijn
met illustraties uit zijn verhaal. Eén stap verder en we
of haar vertelcarrière staat kan zich beter beperken tot
zijn bij de poppenkast, de toverlantaarn, het flanel-
de verteltechniek. Dus als we het hier over attributen
bord en misschien wel bij de standwerker met zijn
hebben, gebruiken we ze op een vertelmanier.
verhaal. –
Soms gebruikt men rituele objecten, zoals een
Hieronder volgen een aantal voorbeelden van het
‘talking stick’ die bij bepaalde indianenstammen
gebruik van vertelattributen:
rondgaat als men bij elkaar zit. Wie de stok in zijn
–
hand heeft krijgt het woord.
Met een ansichtkaart, brief, foto, ketting, steen of
kledingstuk kan een verhaal worden ingeleid, bijvoor-
–
beeld zo: ‘Willen jullie weten wat dit is?’ of: ‘Hoe ik
hand en wisselen verhalen en zang elkaar af. Ook
hieraan gekomen ben? Nou, dat is een heel verhaal,
worden verhalen vaak gezongen, waarbij men zichzelf
luister maar...’
begeleidt of laat begeleiden. Denk maar eens aan
–
minstrelen of troubadours.
In Afrika hebben vertellers vaak een knapzak vol
Elders gaan muziekinstrumenten van hand tot
‘rommel’ op hun rug. Wie het verhaal van het bordje
–
of pannetje wil weten kan daarover onderhandelen.
zoals een speciaal houtje of een steentje door. Vooral
–
een vertelsteen wordt vaak gebruikt. Wie hem vast
Reisverhalen kun je vertellen aan de hand van uit
Soms geeft men in een vertelgroep een voorwerp
verre landen meegebrachte voorwerpjes. Eventueel
heeft is de verteller. Er kan nu niet door elkaar gespro-
kun je langzaam een koffer uitpakken en bij elk
ken worden, zodat het verschil tussen vertellen en
volgend voorwerp een ander verhaal vertellen.
gewoon praten duidelijk wordt.
19
Hoofdstuk V Belangrijke sociale aspecten bij een vertelling
Voor en tijdens een vertelling heb je altijd te maken
verteller en publiek. Door je van deze wisselwerking
met de volgende aspecten:
bewust te zijn kun je de reacties van het publiek
1. Je verhaal (soort, taalgebruik, lengte, opbouw)
begrijpen. Bij sommige verhalen is het noodzakelijk
2. De luisteraars (aantal, leeftijd, verwachtingen)
een brug te slaan tussen de wereld, die in het verhaal
3. Jezelf (vertrouwen, aandacht, lichaamstaal, stem,
vanzelfsprekend is, een ander land of een andere tijd,
spanning)
en de wereld van de luisteraars.
Je verhaal
Het is bij de voorbereiding dus niet voldoende om de
Om te weten welk verhaal je het beste kunt kiezen,
tekst nog eens over te lezen. Het is belangrijk dat je
moet je eerst weten waarom je eigenlijk wilt vertellen.
informatie hebt over de grootte en het soort publiek
Heb je er een bepaalde bedoeling mee, of vertel je ter
dat je zult aantreffen. Hoeveel toehoorders zijn er?
ontspanning?
Wat verwachten ze? Is er een bepaalde gebeurtenis ter gelegenheid waarvan verteld wordt? Hoeveel tijd is er
Vervolgens moet je je afvragen of je een eigen gemaakt
beschikbaar? Wat voor verhalen kent het publiek al?
verhaal of een verhaal uit een boek wilt vertellen. Be-
Een antwoord op deze vragen beperkt de verhaalkeuze
denk, dat wanneer je een verhaal uit een boek vertelt,
behoorlijk.
dezelfde problemen opduiken als bij een eigen verhaal. Je zult in beide gevallen hard moeten werken aan
Lengte, opbouw en woordkeuze van je verhaal moeten
de innerlijke voorstelling die een tekst bij je oproept.
dus worden afgestemd op het publiek. Het maakt nogal een verschil of je aan kinderen of senioren
Bij iedere vertelling moeten zorg en aandacht worden
vertelt. Wie voor een onbekende leeftijdsgroep wil
besteed aan het taalgebruik. Of de verteller met een
vertellen doet er dan ook goed aan zich te informeren
accent, dialect of Algemeen Beschaafd Nederlands
over de specifieke eigenschappen van die groep. Als
spreekt, bepaalt hoe de vertelling overkomt bij het
richtlijn kun je er van uit gaan dat hoe jonger het
publiek. Soms wil hij de suggestie wekken dat hij de
publiek is, hoe eenvoudiger en directer het taalgebruik
wereld van de aanwezigen kent of er zelf vandaan
moet zijn.
komt. Alles wat hij dan zegt moet tot in de details kloppen met wat in die wereld gangbaar is. Is de
Bij kinderen zijn korte verhaaltjes met eenvoudige
verteller in een sprookje de afgezant van de koning,
zinnen belangrijk. Abstracties of zaken die niet in de
dan zullen taal en gewoontes moeten doorklinken in
directe kinderwereld voorkomen zijn niet geschikt.
wat hij zegt.
Aan de andere kant staan kinderen veel opener voor sprookjes en het wonderbaarlijke dan volwassenen.
Voor het taalgebruik en ook voor de lengte en opbouw
Tieners houden vaak van verhalen met een korte span-
van je verhaal zijn verder de leeftijd en het bevattings-
ningsboog en een realistische dramatiek. Vertel je aan
vermogen van het publiek belangrijk. We komen zo
senioren dan moet je vooral rekening houden met de
op ons tweede aspect: de luisteraars.
fysieke situatie en lichamelijke conditie van de luisteraars. Zit men goed? Is men naar het toilet geweest? Zij
De luisteraars
er toehoorders die doof of suffig zijn?
Er wordt vaak vanuit gegaan dat een goed verhaal vanzelf aan zal spreken. Men vergeet daarbij dat een
Een goede verteller houdt dus rekening met zijn
vertelling juist bestaat uit de wisselwerking tussen
publiek.
20
Misschien is het wel helemaal niet in staat om je
en nagaan welke van deze gedachten juist en bruik-
verhaal te begrijpen vanwege de intellectuele ontwik-
baar zijn. Daartoe dient de volgende oefening.
keling, culturele achtergrond of leeftijd? Oefening
Neem een groot vel papier, zet
Een andere oorzaak dat er iets misgaat kan zijn dat het
hierop een kring en schrijf binnenin waar je je gedach-
publiek iets anders verwachtte dan wat het aangebo-
ten over wil laten gaan, bijvoorbeeld ‘ouderen’ als je
den kreeg. Vaak kun je echter van te voren de verwach-
voor senioren gaat vertellen en met die leeftijdsgroep
tingen beter inschatten dan je denkt. Behalve door te
geen ervaring hebt. Schrijf vervolgens woorden
letten op de zojuist genoemde kenmerken van luiste-
rondom de kring die volgens jou kenmerkend zijn
raars kun je dit doen door na te gaan waarom er nu
voor ouderen. Als het vel vol is streep je enige essen-
juist om een verteller is gevraagd. Misschien weet je
tiële woorden aan waar je rekening mee wilt houden
ook hoe je bent aangekondigd.
in je vertelling. Misschien is er een woord, waar je nog niet veel mee kunt beginnen. Zet dat woord ook in
Via een associatietechniek kun je je onbewuste gedach-
een kring en begin opnieuw.
ten over een bepaald soort publiek zichtbaar maken
21
Oefening
Doe nu hetzelfde als in de vorige
oefening, maar zet in het kringetje ‘een goede vertel-
meer aandacht te geven aan je eigen stem en de tekst even terzijde te leggen.
ling’. Noteer wat voor jou een goede vertelling is. Haal hier de drie belangrijkste zaken uit, waaraan je in je
Tenslotte moet je ruim aandacht besteden aan het
komende verhaal aandacht wilt schenken. Vraag na
omgaan met je eigen spanning voor of tijdens een
afloop van de vertelling aan het publiek of dat gelukt is.
vertelling, want deze kan je verhaal negatief beïnvloeden. Vooral als je voor het eerst in het openbaar
Jezelf
optreedt, is het nuttig om dit in een cursus of onder
Natuurlijk is het bij een vertelling van groot belang
goede vrienden te oefenen.
hoe je zelf overkomt. Als je een bepaalde vertrouwdheid uitstraalt is het makkelijker om de aandacht te
Desnoods herhaal je openingszinnen of een kort tekst-
krijgen en vast te houden.
fragment net zo lang tot de angst om iets in de groep te zeggen weg is. Ongrijpbaarder is wat het lijf doet.
Je moet dus een sfeer van ‘we begrijpen elkaar wel’
Peuter je aan je gezicht? Straalt je lichaam openheid en
zien te scheppen. We kennen ze allemaal wel: mensen
betrokkenheid uit of juist verkramping en afsluiting?
die, als je op de bus staat te wachten, ineens allerlei
Vaak heb je zelf niet in de gaten wat je lijf precies doet.
ziekenhuisverhalen, verhalen over de politiek en bele-
Manieren om hiermee om te gaan zijn:
venissen van de nicht van de buurvrouw beginnen te
–
vertellen. Of je wilt of niet, binnen een paar minuten
Onbewuste gedragingen zijn vaak ingesleten en het zal
weet je al hun lief en leed. Ook zij scheppen op hun
niet lukken deze er onder dwang snel weer uit te
manier een ‘we begrijpen elkaar wel’-sfeertje.
krijgen. –
Oefening
Als je weer eens zo’n verhaal hoort
Het neutraal waarnemen wat het lichaam doet.
Het bewustmaken van onbewuste gedragingen:
friemel bijvoorbeeld eens bewust met je handen.
let dan goed op de vorm en presentatie. Vraag je
Omdat het lijkt alsof je het zo bedoelt, is dit nu al veel
vervolgens af of het leuk is zulke verhalen aan te
minder storend.
horen en wanneer ze irritant worden. Waar ligt dat
–
aan? Schrijf de redenen in steekwoorden op een lijstje
wat je met je handen moet doen. Een schrijfmap of
zodat je dit kunt bekijken als je zelf een verhaal wilt
boek geeft letterlijk houvast.
vertellen.
–
Het vast houden van een voorwerp als je niet weet
Vertellen, dat je gespannen bent. Wie zijn vertel-
angst durft te tonen kan ook andere emoties laten Oefening
Probeer nu zelf eens zo’n ‘ware
zien. Vaak verdwijnt de vertelangst na verloop van tijd.
gebeurtenis’ te bedenken, bijvoorbeeld een ruzie die je
Binnen een paar minuten vergeet je de spanning en
had, roddels over de buren of een ziekte die je hebt
komt de oorspronkelijke betrokkenheid met het
gehad. Je moet deze gebeurtenis vertellen alsof je hem
verhaal boven.
echt hebt meegemaakt. Probeer dit ook eens uit bij een bushalte of in de trein. Houd in de gaten waar-
Vertellen is dus niet een kwestie van gevoelens
door je geloofwaardig bent en hoe je aandacht kunt
verstoppen maar van gevoelens delen en ook spanning
krijgen en vasthouden.
is zo’n gevoel dat je moet delen.
Zoals eerder gezegd is ook je lichaamstaal belangrijk
Er zijn eigenlijk maar twee redenen, waarom vertel-
bij hoe je overkomt, het winnen van vertrouwen en
angst terecht kan zijn: als je het verhaal niet goed hebt
het krijgen van aandacht. Lichaamstaal en tekst
voorbereid en als je je uitgeeft voor beter dan je in
moeten daarom goed op elkaar zijn afgestemd.
feite bent. Iedere kunstenaar moet zijn materiaal prepareren voordat hij begint. Zo ook de verteller. Hij
Verder kan het zo zijn dat je bijvoorbeeld moeilijk
moet zichzelf stemmen zoals een musicus zijn
hoorbaar of vermoeid bent en dat het verhaal daar-
instrument, want hij is zijn eigen materiaal en vertelt
door niet overkomt. Soms is het dan beter om eerst
met zijn totale wezen. Bij de voorbereiding van je
22
optreden moet je dan ook proberen je hele wezen op
–
de vertelling af te stemmen.
dan even bewust op de manier waarop je lichaam
Gaat er tijdens de vertelling iets mis, concentreer je
reageert. Registreer neutraal je lichaamsreacties. Oefening
Zie het verhaal voor je als een film
Bedenk, dat hetgeen je vertelt jouw verhaal niet is,
alvorens je begint te vertellen. Herhaal de openings-
maar dat het alleen maar je taak is het door te geven.
en slotzin, herinner je de belangrijke stukken en
Herinner je daarom waar je verhaal vandaan komt
namen en vooral je emoties. Ga in gedachten de
door aan degenen te denken, van wie jij het destijds
personages langs en zeg hun wat je wilt, alsof ze
hoorde. Of denk aan wat je inspireerde om tot dit
werkelijk bestaan. Zie vervolgens het publiek voor je
verhaal te komen.
en stel je voor hoe ze naar je luisteren. Misschien verwacht je vragen of opmerkingen. Ga daar in
–
gedachten rustig op in.
het geval er iets misgaat. Zeg bijvoorbeeld: ‘Volgende
Het is handig een paar trucs paraat te hebben voor
keer verder’, vraag: ‘Hoe denken jullie, dat het verder Oefening
Doe een ‘warming up’ voor je lijf
gaat?’ of zeg: ‘Hoe het verder gaat hebben ze mij ook
met behulp van ontspanningsoefeningen. Er zijn
niet verteld, maar ooit zullen we de afloop misschien
ontspanningsoefeningen te vinden in literatuur over
nog wel te horen krijgen’.
yoga en meditatie. Een paar diepe buikademhalingen
–
bijvoorbeeld zorgen ervoor dat de spanning letterlijk
het publiek jezelf voor de volgende keer een paar
zakt en niet in de keel blijft steken.
eenvoudige nieuwe opdrachten te geven, zoals
Het is nuttig om aan de hand van de reacties van
bijvoorbeeld om niet te zacht te spreken. Na afloop Om de stem los te maken kun je langgerekte klinkers
van het volgende optreden informeer je alleen naar
in verschillende toonaarden zingen, spreken of gillen.
het stemvolume, waarna je weet of je op het goede
Ook ‘gekke bekken trekken’ is een goede voorberei-
spoor zit of niet. Zo groei je elk verhaal weer verder.
dingsoefening omdat het gezicht er soepel van wordt. Trek je gezicht dus in allerlei rare grimassen en oefen
Alledrie de in dit hoofdstuk genoemde aspecten, het
zo je gezichtsspieren.
verhaal, de luisteraars en de persoon van de verteller, zijn van belang en kunnen je optreden positief of
Oefening
Ontwerp voor jezelf een vast
‘warming up’-ritueel. Zoek die oefeningen bij elkaar
negatief beïnvloeden. Ze verdienen dan ook allemaal aandacht.
die je persoonlijk het beste bevallen. Na verloop van tijd kun je je programma eventueel aanpassen. Aandachtspunten tijdens de vertelling: –
Misschien loopt het verhaal wel heel anders dan je
zelf had bedacht. Raak dan niet in paniek maar vertel rustig verder. Neem de tijd. Je mag ook best eens een stilte laten vallen. Bedenk dat een stilte die voor jou eindeloos lijkt, voor de luisteraar misschien helemaal niet te lang is. Liever even pauzeren, dan een verhaal halverwege afbreken, waardoor de magie verdwijnt. –
Durf er op te vertrouwen dat je op het goede
moment de juiste woorden zult vinden. Het verhaal zal zichzelf wel vertellen. Als jij niet met je ego tussen het verhaal en het publiek in gaat staan, hoef je je ook niet zenuwachtig te voelen. ‘Verdwijn’ gewoon uit de zaal en ga op reis naar de wereld van je verhaal.
23
HOOFDSTUK VI Enkele veel voorkomende vragen
Mag je elke tekst zomaar veranderen?
de letterlijke tekst wilt veranderen kun je kiezen voor
Los van ingewikkelde auteursrechtelijke problemen
een toelichting vooraf. Belangrijk is dat deze toelich-
moet ieder voor zich beslissen hoe hij met bepaalde
ting geen kleine lezing wordt, omdat dit ten koste van
teksten om wil gaan. Eén ding moet echter voorop
de vertelsfeer gaat. Andere manieren om informatie te
staan: het respect voor de tekst en de bedoeling van de
verstrekken zijn een toelichting op de programma-
schrijver, ook al kan het zijn dat twee vertellers daar
aankondiging en het ophangen van fotomateriaal.
elk op een totaal verschillende manier blijk van geven. Het beste is om eerst beeldend te vertellen en pas In iedere tekst zitten vele verhalen verborgen. Welk
daarna met allerlei informatie te komen. Pas als men
verhaal uit het verborgene naar voren treedt hangt van
zich al luisterend iets bij bepaalde situaties kan voor-
het standpunt af dat je inneemt. Door steeds weer een
stellen krijgt de informatie een functie. Heeft het
ander standpunt in te nemen komt de tekst in het
verhaal de nieuwsgierigheid eenmaal gewekt, dan zal
voorstellingsvermogen van de verteller tot leven. Voor
men ook meer willen weten over het net betreden, nog
de luisteraar biedt iedere vertolking nieuwe perspectie-
onbekende gebied.
ven. De dode letters mogen dan altijd dezelfde zijn, de verteller brengt de woorden tot leven, en hoe dat moet staat nu eenmaal niet in de tekst.
Hoe ga je om met kritiek? Natuurlijk probeer je je vertelling steeds te verbeteren en hierbij is het de kunst om erachter te komen waar
Is het geven van achtergrondinformatie nodig?
het aan schort. Als je kritiek krijgt moet je er rekening mee houden dat er mensen bestaan, die altijd negatief
Het kan zinvol zijn om iets te lezen over de achter-
zijn of gewoon geen kennis van zaken hebben. Een
grond van de schrijver van je verhaal. Daardoor
verhaal kan bovendien emoties oproepen, die losstaan
begrijp je eerder waarom hij het juist zo en niet anders
van de vertelling als zodanig.
heeft geformuleerd. Misschien is het zelfs nodig ook
Men vindt dan bijvoorbeeld, dat het verhaal anders
de luisteraars, al dan niet van te voren, iets mee te
verteld had moeten worden. Zeker bij religieuze
delen over de achtergrond van de schrijver. Zeker als
vertellingen of waar gebeurde verhalen is dit nog al
het teksten uit andere landen en tijden betreft. Als een
eens een punt van kritiek.
verhaal een historisch document is, kan dat een reden zijn om het te vertellen, hoewel je het misschien met
Een vertelling is altijd het resultaat van een langdurig
de schrijver niet eens bent. Dat kun je dan vooraf aan
proces. In de loop van dat proces kiest de verteller uit
het publiek kenbaar maken.
vele mogelijkheden. Eigenlijk is alleen iemand die dit proces van dichtbij heeft meegemaakt ,– omdat hij de
Ook is het mogelijk dat bepaalde zaken uit het verhaal
ontwikkeling van het verhaal kent –, in staat zinvolle
niet worden begrepen door het publiek. Verouderd
kritiek te leveren.
taalgebruik of vreemde gewoontes kunnen om een noodzakelijke aanpassing aan het publiek vragen. Hoe
Toch zijn ook de opmerkingen van de luisteraars die
je dit oplost is per geval verschillend. Je kunt een
niet over die kennis beschikken belangrijk, mits ze op
kleine toelichting in het verhaal opnemen, bijvoor-
hun juiste waarde worden geschat. Als je als verteller
beeld over de ligging van bepaalde plaatsen of over de
precies weet wat je wilt bereiken, kun je aan de hand
functies van personages in het verhaal. Als je niets in
van de reacties van de luisteraars nagaan of je op de
24
Hoe nu verder?
goede weg bent of niet. Je kunt er van uit gaan dat als verschillende mensen die elkaar niet kennen met
Vertellen kan een eenzame bezigheid zijn. Daarom is
dezelfde soort opmerkingen komen, er wel iets van
het goed in contact te komen met andere vertellers en
waarheid in zal zitten. Andere opmerkingen hoor je
op de hoogte te blijven van ontwikkelingen op vertel-
misschien maar een keer en zijn het gevolg van de
gebied.
sfeer op een bepaald moment. In heel wat steden zijn vertelkringen. Dat zijn kleine Het is zaak al die verschillende reacties op hun waarde
groepjes mensen die regelmatig bij elkaar komen om
te schatten en hieruit de juiste conclusies te trekken.
verhalen te vertellen. Het is een prima mogelijkheid om uit te testen hoe een door jou ingestudeerd verhaal
Hoe regel ik praktische zaken?
bij anderen overkomt.
Wie wil optreden als verteller heeft meestal geen impresariaat om allerlei praktische zaken te regelen.
Ook is het aan te raden eens naar een verteloptreden
Het is handig een lijst bij te houden over de gemaakte
of vertelfestival te gaan. Hier zijn vaak open podia
afspraken. Die kan na elk optreden worden aangepast
waar beginnende vertellers kunnen optreden.
en aangevuld. In ons land zijn geen specifieke vertelorganisaties, –
Wat je moet regelen en weten
maar wel instellingen die behulpzaam kunnen zijn:
Er moet een contract worden opgemaakt.
–
Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur,
Informeer goed naar de manier waarop de betaling
Lucasbolwerk 11, 3512 EH Utrecht,
geregeld is. Ontvang je een netto- of bruto-bedrag?
tel. 030 - 2319997. Dit centrum is het landelijk steun-
Hoe zijn de reiskosten en de consumpties geregeld?
punt voor onder andere de vertelkunst en biedt een
–
aantal vertelprojecten en -cursussen aan.
Zorg dat je op de hoogte bent wie er verantwoor-
delijk is voor de betaling, pers en publiciteit en zaal-
–
huur, zodat je weet wie je aan kunt spreken als er iets
via postbus 2265, 3500 GG Utrecht. Deze nieuwsbrief
misgaat.
vermeldt onder andere adressen van verhalenhuizen
–
en verteltheaters in Nederland.
Spreek goed af hoe laat de vertelling begint en hoe
De nieuwsbrief ‘Op verhaal komen’, te bestellen
lang die mag duren. –
Controleer zo mogelijk hoe de ontvangst van de
Van de buitenlandse instellingen valt te noemen de
bezoekers, parkeergelegenheid, bereikbaarheid, garde-
Europäische Märchengesellschaft, die een uitgebreide
robe en dergelijke geregeld zijn.
bibliotheek over sprookjes bezit in Schloss Bentlage,
–
Rheine, Duitsland. De Märchengesellschaft organiseert
Belangrijk is ook om te weten of iemand je
aankondigt of dat je jezelf moet aankondigen.
ook lezingen, cursussen en dergelijke. Het adres is:
–
Postfach 1322, D–48403 Rheine.
Verder zijn technische zaken als zaalopstelling, het
al dan niet gebruikmaken van een microfoon, lichteffecten en de mogelijkheid tot vastleggen van de vertelling op audio of video belangrijk.
25
Handleiding bij het vertellen van sprookjes Hoe vertel ik het verhaal van Roodkapje
Het is niet gemakkelijk om een sprookje goed te vertellen en een schriftelijke handleiding kan maar ten dele helpen. Een sprookje is er om gesproken te worden: door steeds maar weer hardop te vertellen, krijg je gevoel voor het ritme en de herhalingen in het sprookje. Het is immers niet toevallig dat sommige dingen driemaal gebeuren of dat bepaalde getallen, zoals zeven of twaalf, steeds worden genoemd. Stem en lichaamshouding richten zich daar na verloop van tijd vanzelf naar. Het sprookje is dan als het ware één geworden met de verteller en niet langer een uit het hoofd geleerde tekst. Maar wie eenmaal boeiend kan vertellen heeft daar wel lang en hard voor moeten werken. De vertelkunstenaar verschilt in dat opzicht niet van andere kunstenaars. Iedere kunstenaar moet zichzelf zware discipline opleggen om uiteindelijk zijn doel te bereiken. Hardop vertellen is niet alleen belangrijk om het ritme van het verhaal onder de knie te krijgen, maar ook omdat er nu eenmaal altijd aan iemand verteld moet worden. Bij het vertellen van een verhaal is er een
ning te maskeren. Ze halen er dan van alles bij en
wisselwerking tussen verteller en luisteraars en het is
blazen de zaak op. Overdrijf dus niet, kies eenvoudige
dus verstandig van te voren alvast over je aanstaande
woorden en probeer vooral rustig te blijven. Dat komt
publiek na te denken.
de geloofwaardigheid ten goede.
Al studeer je nog zolang op het sprookje, de ene groep
Omgaan met spanning
zal in doodse stilte naar je luisteren, terwijl de andere
Een zekere spanning bij ‘verteloptredens’ is heel
sprookjes maar kinderachtig zal vinden of zal gaan
normaal. Hoe vaker je vertelt, des te gemakkelijker het
giechelen. Het is daarom belangrijk iets van de groep
zal gaan. Maar de kunst is dan niet in routine te
af te weten. Wat zijn het voor mensen, hoe oud zijn ze
vervallen en de spanning op de juiste manier bij je
en waarvoor interesseren ze zich? Wat zijn hun
verhaalopbouw te gebruiken.
verwachtingen? Hebben ze ervaring met vertellers en sprookjes? Bestaan er misschien spanningen in de
Ontkennen dat je gespannen bent helpt nooit. Wees je
groep?
bewust van je eigen spanning, denk liever ‘wat maakt het uit!’, dan verdwijnt de spanning eerder. Trouwens,
Belangrijk is ook jezelf te kennen: je eigen vaardighe-
wie spanning wegdrukt kan verwachten dat er op de
den en beperkingen. Beginnende vertellers hebben
gekste momenten ineens iets mis gaat, omdat je er dan
nogal eens de neiging te overdrijven om zo hun span-
onverhoeds door overvallen wordt.
26
Soms is het voldoende om gewoon tegen het publiek
een schakel tussen verhaal en luisteraar. Hij wordt
te zeggen dat je weinig vertelervaring hebt. De aanwe-
vergeten, het verhaal niet. Slechte vertellers zijn
zigen willen je graag helpen. Ze zijn je vijand niet en
mensen die hun ei kwijt moeten of zelf graag zoveel
zijn er heus niet op uit je te laten afgaan.
mogelijk aandacht willen krijgen.
Ga nooit tijdens je vertelling over jezelf nadenken.
Een goede verteller droomt weg naar een wereld die
Kritiek komt later wel. Als jij je aandacht niet meer bij
echter is dan de realiteit. Hij is dan als het ware
het verhaal hebt en je mislukkingen aan het tellen
Roodkapje, de Wolf of Grootmoeder. Om zover te
bent, zijn de luisteraars er ook niet langer bij.
komen is hij misschien wel naar de dierentuin geweest om wolven te observeren of is hij zelf eens in een bos
Vertellen betekent: erop vertrouwen dat het verhaal
verdwaald. Misschien herinnert hij zich een angstige
zichzelf vertelt. Heb je je goed voorbereid dan zal er
ervaring uit zijn eigen leven net als hij over de
weinig mis gaan. Heb je je slecht voorbereid dan is
ontmoeting met de wolf spreekt. Echte ervaring maakt
daar op dat moment toch niets meer aan te doen.
dat een sprookje waar is. Het is niet de vraag of iets
Luister naar je eigen woorden. Dan zullen de anderen
echt is gebeurd, maar of de verteller echt ervaren heeft
dat ook doen.
wat hij zegt. Dat kun je horen, daar word je stil van.
Vaak is de verteller bang zijn tekst kwijt te raken.
Het begin
Natuurlijk kan dat best wel eens gebeuren, maar de
Als je nog nooit of lang geleden Roodkapje verteld
tekst is niet het belangrijkste. Vertellen is het overdra-
hebt, kun je het beste beginnen hardop samen te
gen van emoties en gevoelens.
vatten wat je nog weet. Vertel tot het einde. Wanneer het verhaal stokt, wacht dan gewoon en ga even later
De luisteraar zal zich – via de verteller – willen inleven
weer verder. Misschien gaat het wel anders dan je
in de personages in het sprookje. De verteller is maar
dacht, dat geeft niet. Pas als je het een paar keer zo gedaan hebt, kun je gaan bijschaven. Je zult ontdekken dat je een eigen manier van vertellen, een eigen stijl, hebt. Je hoeft over die stijl niet meteen tevreden te zijn. Je kunt er verder aan werken. Hoe was je opening, je structuur, je slot, je stemgebruik, je woordkeus, je spanningsopbouw? Wat zou je willen veranderen? Probeer hier net zo lang mee bezig te zijn tot je tevreden bent. Je zult merken dat jouw vorm een bepaald soort luisteraars aanspreekt. Houd aan het begin van je vertelcarrière aan die vorm vast. Later kun je altijd nog veranderen. Je zult ook merken dat er nogal wat versies en vertelstijlen van het sprookje bestaan. Kies een vorm die je ligt en neem die als uitgangspunt. Uiteindelijk groei je zo naar een herhaalbare, vaste vertelling toe. Het gaat dus om vertellen en dat is iets anders dan voorlezen. Voorlezen lijkt gemakkelijker, maar dat is het niet. Om goed te kunnen voorlezen moet je het verhaal kunnen vertellen en de tekst vele malen
27
hardop gelezen hebben. Je moet namelijk tegelijkertijd
handen en armen eens een keer overdreven de richting
contact houden met het publiek, met je eigen emoties
aan: dáár is de wolf, en dáár het huisje van Groot-
en met het boek. Dat is erg moeilijk, moeilijker dan
moeder. Het helpt jezelf letterlijk de ruimte te geven.
gewoon vertellen. Wel komt het gebruik van een boek soms de sfeer ten goede of is het gewoon prettig om
Experimenteer zo ook met licht en eventueel met een
iets in je handen te hebben. Handen willen nogal eens
microfoon, maar bedenk wel: hoe natuurlijker hoe
in de weg zitten of overal aan wriemelen, wat erg
beter. Een vertelling is geen theater, maar verslagge-
storend is voor het publiek.
ving van een gebeurtenis. Beperk dus het aantal hulpmiddelen zo veel mogelijk.
Als je zo langzamerhand je vorm gevonden hebt, experimenteer dan met je lichaamstaal, bijvoorbeeld
Werken aan je voorstellingsvermogen
hoe je de ruimte het beste kunt gebruiken, of je zittend
Als de verteller vertelt, ziet hij het hele verhaal als een
of staand wilt vertellen, enzovoort. De werking van je
film voor zich. De film in het voorstellingsvermogen
lichaam versterkt bepaalde effecten. Soms kun je om
van de verteller heeft een titelbeeld, een begin en een
de aandacht te krijgen beter zacht praten dan je stem
einde. Het titelbeeld zet als het ware de hele sfeer neer,
verheffen. Wie geheimzinnig fluistert krijgt al gauw
de personages, de plaats en tijd waarin het sprookje
aandacht. Je moet er dan natuurlijk wel voor zorgen
zich afspeelt. Na verloop van tijd is het genoeg dat
toch verstaanbaar te blijven. Zoals in elke vertel-
beeld in je bewustzijn op te roepen om je de hele
situatie.
vertelling weer voor de geest te halen.
Het is een aardig experiment eens alleen in klanken te
Teken de scènes maar uit op grote vellen papier. Je
vertellen. Of uitsluitend met je handen of je ogen.
zult je dan moeten afvragen hoe jouw Roodkapje en
Want handen, ogen en intonatie zeggen veel. Schenk
jouw Grootmoeder er uitzien. Hoe groot zijn ze, wat
daar apart aandacht aan. Geef onder het vertellen met
voor kleren dragen ze, hoe is hun gezichtsuitdrukking? Hoe bewegen ze zich, hoe is de vorm van het huisje, het mandje? Dat weet je als je erbij bent geweest of als je die vragen aan jezelf hebt gesteld. Door het verhaal te tekenen word je gedwongen jezelf die vragen te stellen. Heb je een titelbeeld, begin- en eindscène, dan zijn er nog twee scènes nodig om de film compleet te maken. Eén scène die het begin verbindt met de belangrijkste gebeurtenis (hoogtepunt of dieptepunt), en één die de gebeurtenis verbindt met de slotscène. Nu kun je in een titelbeeld en vijf shots je film beschrijven, oftewel je verhaal vertellen. Maak je een lange vertelling, dan kun je je verhaal indelen in hoofdstukken en ieder hoofdstuk opnieuw verdelen in zo’n serie beelden. Het voordeel van deze methode is dat je nooit de tekst kwijt bent. Het enige dat je in de gaten moet houden is of men de sprong van de ene naar de andere scène goed volgt. Komen er opmerkingen of hinderlijke onderbrekingen, dan kun je daar gewoon op ingaan, en daarna terugkeren naar de beschrijving van je innerlijke filmbeelden.
28
Heb je veel tijd, dan vertel je elk detail. Heb je weinig tijd, dan draai je de film sneller af. De opbouw en de volgorde blijven echter hetzelfde. Ook kun je, afhankelijk van de groep waaraan je vertelt, ingaan op bepaalde bijzonderheden. Misschien zal je aan stadskinderen iets meer over de wolf moeten vertellen, in een andere groep leg je meer nadruk op de gezinssituatie. Je kunt je vertaling van de innerlijke film aanpassen aan de leeftijd en de interesses van de luisteraars. Als regel geldt echter dat wat jij je niet bewust bent, ook niets oproept bij het publiek.
Het perspectief van je verhaal Let nu eens op hoe je je film getekend hebt. Wat is het standpunt van waaruit je kijkt? Hoe groot is het huisje van Grootmoeder? Hoever lopen is dat, dus hoeveel tijd heb je nodig om er te komen? Staat de wolf levensgroot voor je, vult hij het hele vel papier? Of zit je in een vliegtuig en heb je een soort plattegrond getekend? Als verteller moet je letterlijk weten waar je staat in het verhaal. Wanneer je erop let, zul je merken dat vertellers vaak veel vertellen, maar zelden hun eigen standpunt duidelijk maken. Maar als Roodkapje alleen met de wolf in het bos liep, waar was de verteller dan? Is
Roodkapje, de wolf, Grootmoeder, de jager, maar ook
hij een gluurder die hen bespioneerde? Of is de vertel-
het mandje en de stenen hebben hun verhaal. Vertel
ler iemand die er niet mee zit op meerdere plaatsen en
dat maar eens. Er blijken vele verhalen in dat ene
in meerdere personen tegelijk aanwezig te zijn?
sprookje te zitten. Zelfs is het verhaal mogelijk van de
Bestudeer bijvoorbeeld eens de zin: ‘Ondertussen
ongelovige tiener die van het sprookje Roodkapje
hadden haar ouders zich al zorgen gemaakt, maar
hoorde. En waarom zou je het niet eens voor de boze
gelukkig kwam een jager langs en die dacht: “Ik ga
wolf opnemen? Wat let je om jezelf als wolf voor te
eens in het huisje kijken”.’
stellen en het misverstand uit de weg te ruimen dat wolven slecht zouden zijn. Misschien hebben die lieve
Net als de tekenaar heeft ook de verteller een perspec-
wolven alleen niet zoveel op met vertellers omdat die
tief. Wanneer je dat verandert, zal het hele verhaal
hen altijd als boos en gemeen afschilderen. Laat de
veranderen. Je kunt bijvoorbeeld schuiven met de
wolf zelf maar eens aan het woord.
tijdsvorm. ‘Lang geleden was er eens...’ kun je veranderen in: ‘Wat zal ik doen? Zou hij me opeten?
Inleven in een personage
Wacht...’.
Om vanuit de diverse personages te kunnen vertellen
De verteller zelf kan ook veranderen. Er is de objectie-
moet je je hun levensgeschiedenis voorstellen. Je
ve verteller die afstandelijk verslag doet van de gebeur-
kruipt als het ware in hun huid. Wat heeft Roodkapje
tenissen. Maar personages uit het sprookje kunnen via
in haar leven tot nu toe meegemaakt? Heeft ze nog
zijn mond ook zelf hun verhaal doen: ‘Ik ben
broers en zusters? Wat vindt ze van Grootmoeder?
Roodkapje en weet je wat er met mij gebeurd is? Ik
Wanneer is ze jarig? Wat voor snoepjes lust ze het
ben net door een wolf opgegeten...’ Dat klinkt al
liefst? Loop eens rond zoals je denkt dat Roodkapje
verrassend nieuw.
rond zou kunnen lopen of huppelen.
29
Of praat eens met je vrienden alsof je Grootmoeder
Je kunt er ook een opvoedkundig doel mee willen
bent. Je hoeft niet per se een gemaakte stem op te
dienen. Het cliché ‘luister naar je moeder en wijk niet
zetten. Maar je weet wel meteen een antwoord als je
van de weg af’ is daar een voorbeeld van. Het is dan
vrienden je vragen wat ze vanochtend heeft gegeten,
zaak dat de boodschap goed overkomt.
welke krant ze leest en wat ze van wijlen(?) haar man vindt. Jij bent immers Grootmoeder! De kunst is niet
Vertel je met de bedoeling dat men een dieper zelfin-
uit je rol te vallen en op dat moment te kunnen
zicht krijgt dan gaat het erom in het sprookje de spie-
vergeten dat je iemand anders bent.
gel van het eigen onbewuste te ontdekken. In de verteltherapie gaat het bijvoorbeeld over ‘opgegeten
Zulke gesprekken kunnen stuk voor stuk prachtige
worden door het kwaad en er toch levend uitkomen’.
vertellingen opleveren, al is het nog zo hard werken
Dit is een thema dat in zeer veel zogenaamde initiatie-
om er een vaste, herhaalbare vorm aan te geven. Maar
verhalen voorkomt. Roodkapje kan dan het verhaal
ook wanneer je trouw wilt blijven aan de oorspronke-
zijn van de volwassenwording van een klein meisje.
lijke tekst, helpt deze oefening. Je vertelling verraadt
Overigens zijn er talloze verklaringen voor het
altijd een gevoel, bijvoorbeeld of je deze Roodkapje
‘waarom’ van Roodkapje, die elkaar soms ook
een Schatje of een kreng vindt. Dit gevoel achter de
tegenspreken.
woorden maakt de vertelling. Dat Roodkapje opgegeten wordt wisten de luisteraars al. Maar dìt Roodkapje,
Afhankelijk van het doel kun je nu verschillende
dat lieve meisje waar de verteller met zoveel warmte
uitgangspunten kiezen. Je kunt van de overgeleverde
over vertelt, ja, dat is toch wel wat anders.
tekst uitgaan en je op de kunstzinnige, literaire vormgeving concentreren. Je kunt ook van je eigen gevoel
Het doel van je vertelling Er kunnen verschillende redenen zijn een sprookje te
uitgaan. Dan ben je meer zelfontdekkend en therapeutisch bezig.
vertellen. Het kan gewoon ter ontspanning bedoeld zijn. Dan verwacht je gekke en leuke momenten,
Vraag je ook af in hoeverre je met emoties wilt werken.
verhalen over boze wolven en lieve meisjes.
Komt het publiek op een gezellige middag naar
30
sprookjes luisteren, dan is een therapiesessie niet op
Het kiezen van groepen, die als groep Roodkapje, de
zijn plaats. Komt men om de versie van de gebroeders
wolf of een ander personage vertegenwoordigen, is
Grimm of van Charles Perrault uit de sprookjes van
ook een mogelijkheid. Iedere groep moet zijn eigen
Moeder de Gans te horen, dan gelden weer andere
strategie ontwikkelen. De wolven hebben honger: hoe
regels en gaat het er om die schrijvers tot hun recht te
moeten ze aan eten komen? De Roodkapjes moeten
laten komen.
oplossingen zien te vinden voor wat de wolvengroep hun vraagt. De wolf vraagt Roodkapje bijvoorbeeld
Groepsverhalen
met hem mee te gaan. Roodkapje wacht even met
Bij het werken aan groepsprocessen gelden weer
antwoorden, want de Roodkapje-groep moet eerst een
andere overwegingen. Vanuit een gemeenschappelijke
antwoord voor haar bedenken. Het verhaal moet dus
interesse kan er voor gekozen worden sprookjes te
telkens onderbroken worden om de groepen de gele-
vertellen. Gezamenlijk vertellen kan dan een manier
genheid te geven te beraadslagen.
zijn om te leren luisteren, sociale vaardigheden te oefenen of een groepsgesprek te beginnen.
Kortom, het vertellen van een sprookje is iets dat zich tussen de verteller, de luisteraar en het verhaal
Samen een verhaal maken is erg leuk. Ieder kan
voltrekt. Het resultaat is van deze drie factoren, en met
– zittend in een kring – om de beurt een deel van het
name ook van de doelstelling en de verwachtingen,
sprookje voor zijn rekening nemen. Ook kan ieder
afhankelijk.
groepslid een monoloog houden. Uiteindelijk worden al die monologen door een verteller samengevoegd.
Er moet onderscheid worden gemaakt tussen vertellen als ontspanning, als middel om een boodschap over te
Iemand is bijvoorbeeld Roodkapje, een ander is
dragen en als wegwijzer voor zelfonderzoek. Er bestaat
Grootmoeder, weer een ander de jager. De verteller
als het ware een stilzwijgende afspraak tussen verteller
kondigt aan wat er gaat gebeuren. Dan geeft hij het
en luisteraar over de emoties die losgemaakt en de
woord aan bijvoorbeeld Roodkapje. Is Roodkapje
accenten die gelegd worden. Verwijst het verhaal naar
klaar, dan introduceert ze Grootmoeder die vervolgens
een meisje dat de aanwezigen kennen of misschien
haar verhaal vertelt. Tot de verteller het publiek
zelf zijn? Is het een allegorie om iets duidelijk te
verklapt dat ook Grootmoeder niet alles weet: ‘Want
maken? Gaat het om symbolen, getallen, om oer-
ondertussen was er in het bos een jager en die
patronen in het menselijk bewustzijn? Om een vrij-
sprak...’. Waarop de jager van wal steekt.
blijvende vertelmiddag? Of is het juist de bedoeling dat de aanwezigen er nog mee verder gaan?
Een vertelling met een open einde is ook erg leuk, juist bij bekende verhalen. De groep moet dan op het
In alle gevallen is de presentatie belangrijk, maar de
moment dat de verteller ophoudt gezamenlijk de
beoordeling ervan is afhankelijk van het doel van de
oplossing zien te vinden. Stel dat de verteller zegt dat
vertelling. Iemand die als sprookjesverteller volle zalen
de wolf en Roodkapje verliefd op elkaar zijn geworden
wil trekken en op een groot publiek mikt, hoort
en het plan beramen naar een ver land te gaan. De
anders beoordeeld te worden dan de moeder die haar
aanwezigen kunnen dan in kleine groepjes op deze
kind verhaaltjes vertelt of de therapeut die zijn cliënt
onverwachte wending voortborduren en hun ideeën
helpt om –in wolfskleren– naar zijn eigen angsten te
opschrijven. De verteller kan die invallen weer in zijn
kijken.
nieuwe verhaal gebruiken. Hij kan dus af en toe pauzeren en om advies vragen. Als de groep goed
Het maken van associaties
meespeelt kan het een lang en spannend verhaal
Uiteindelijk blijft de vraag: waar haal je het vandaan?
worden. Komen er meerdere antwoorden dan kan ‘uit
Een goed middel om snel een heleboel zaken boven
de hoge hoed’ een papiertje met een oplossing
water te krijgen, waarmee je iets zou kunnen doen, is
worden getrokken.
de associatie. Vaak weet je meer dan je zelf denkt. Over wolven, over grootmoeders, maar ook over de
31
verwachtingen van je luisteraars. Als je dat boven tafel
Een voorbeeld van een zon-associatie
hebt (wat niet wil zeggen dat het ook klopt) kun je
Elk woord kan weer als nieuw kernwoord dienen,
ermee aan het werk. Selecteer wat je kunt gebruiken en
waaromheen op een ander vel papier weer andere
welke zaken je verder moet uitwerken.
associaties ontstaan. Van die woorden kunnen dan opnieuw ‘zonnen’ gemaakt worden. Kies na verloop
Het eenvoudigste voorbeeld van een associatie is een
van tijd die woorden die je gebruiken kunt en vergeet
ketting-associatie. Hierbij roept het ene woord vanzelf
de rest.
een ander woord in je op: vakantie... zon... strand... Spanje. Iemand anders zal bij het woord ‘vakantie’ ongetwijfeld weer hele andere associaties krijgen want
Elke associatie kan een nieuw kernwoord opleveren
iedereen ontwikkelt bij een bepaald woord nu
Wie nooit wolven gezien heeft, en dus ook niet weet
eenmaal z’n eigen voorstellingen.
hoe bang je daarvoor kunt zijn, kan zich dat al associërend toch proberen voor te stellen.
Het is belangrijk geen censuur toe te passen. Alles wat
Afbeeldingen en naslagwerken helpen ook om de
direct bij je opkomt is prima, later kan er wel geselec-
wereld van de wolven tot leven te wekken.
teerd worden. Schrijf je associaties op, liefst op grote vellen papier. Dwing jezelf dit tien minuten lang vol te
Om een brug te slaan naar het publiek kennen we de
houden. Als je denkt dat je niets meer weet, blijk je
zogenaamde brug-associatie. Bijvoorbeeld: hoe vertel je Roodkapje aan tieners? Kan dat wel en hoe dan? Ga in zo’n geval na welke overeenkomsten er tussen Roodkapje en tieners bestaan. Roodkapje gaat haar eigen weg. Tieners willen dat ook. Dat zou een punt van overeenkomst kunnen zijn. Gebruik als opstapje bijvoorbeeld het te laat thuiskomen uit de disco, knoop dat vast aan het thema ‘je eigen weg gaan’ en maak vervolgens de overstap naar Roodkapje. Probeer zoveel mogelijk aan te sluiten bij situaties, die voor tieners herkenbaar zijn. De suggestie, dat je de situatie van het publiek kent, en dat het verhaal daar over gaat is erg belangrijk. Daarna kan vaak de meest traditionele tekst goed verteld worden, omdat er een opening en bereidheid tot luisteren bij het publiek is ontstaan. Overigens wil dit niet zeggen dat sprookjes vertellen aan tieners daarmee een eenvoudige zaak is geworden.
een minuut later toch ineens weer op wat nieuws te
Een brugassociatie kan helpen om contact te maken
komen. Je kunt je associaties in je eentje opschrijven,
met een moeilijk bereikbaar publiek.
maar het is ook erg leuk dat in groepsverband te doen.
Het optreden Een leuke variatie is de ‘zon-associatie’, die zo wordt
Uiteindelijk heb je alles ingestudeerd. Je hebt gemerkt
genoemd omdat een bepaald woord omcirkeld wordt.
dat er een groot verschil bestaat tussen zomaar vertel-
Dat woord vormt het uitgangspunt. Daaromheen
len en je eigen repertoire ontwikkelen. Nu word je als
komen afgeleide associaties als stralen om de zon. Je
verteller aangekondigd. Het beste is dan je verhaal te
kunt samen een associatie rond het woord ‘wolf’
vertellen op een speciale plek, bijvoorbeeld vanuit een
bedenken. Maar ook rond thema’s als ‘een goede
‘magische stoel’ die je de ‘vertelstoel’ noemt. Daarin
vertelling’ of ‘lastige tieners die niet luisteren’.
zit niet jij met al je spanning, maar ‘de verteller’. En de
32
luisteraars weten: zo gauw je in die stoel zit, gaat het
Neem voordat je begint even tijd voor jezelf. Zie de
beginnen.
film van het verhaal nog even voor je en bedenk hoe je zou willen dat je publiek straks zal reageren.
Net als een musicus zal je echter van tevoren je
Gedachten hebben ook een uitwerking. Houd jezelf
instrument goed gestemd moeten hebben. Als verteller
voor dat je wat te vertellen hebt en dat het publiek met
ben je je eigen instrument, je zult in de goede
een positieve verwachting komt. Probeer je daarbij op
stemming moeten zijn. Er zijn talloze ontspannings-
je gemak te voelen.
oefeningen die hierbij kunnen helpen. Je kunt bijvoorbeeld goed letten op je (buik)ademhaling, of je er op
Je hebt je tijd voor de aanvang ook nodig omdat je de
concentreren dat je voeten steun vinden op de grond
alledaagse wereld achter je moet laten. Vergeet de
en dat de stoelleuning letterlijk een steuntje in de rug
boodschappen en de telefoontjes. Nu hoor je bij die
geeft.
andere wereld waarin wolven spreken. Het kost even
33
En dan gebeurt het wonder: je vergeet alles en begint. De film draait en de kunst is om opzij te stappen en het verhaal zichzelf te laten vertellen. Er kan veel fout gaan, maar dat is meteen je huiswerk voor de volgende keer. Het is het best om een soort verteldagboekje bij te houden en elke keer te eindigen met een nieuwe opdracht voor jezelf. Gun jezelf de tijd. De Ierse barden hadden zo’n tien jaar full-time studie nodig om meesterverteller te worden. Je vertelling hoeft dus niet morgen perfect te zijn. Een goede vertelling is als kaas en wijn: hoe ouder hoe beter. Het sprookje moet rijpen en steeds weer opnieuw verteld worden. Dan zul je iedere keer iets nieuws ontdekken. En de luisteraar met je.
Zelf vertellen Organiseer met vrienden en bekenden een vertelkring. Je komt dan bijvoorbeeld eenmaal per maand een avond bij elkaar om verhalen te vertellen. De regel is dat er niets anders gebeurt en dat iedereen een verhaal bij zich heeft. Dat kan kort zijn, want als er tien mensen met een verhaal van tien minuten komen is de avond al bijna om. Kies samen een bepaald soort verhalen en spreek af wat voor reactie je van elkaar tijd om daarbij te gaan horen. Soms helpt een fysiek ding, bijvoorbeeld een steentje dat je in het bos vond toen je zelf verdwaalde. Je kunt zelfs even praten met Roodkapje en de wolf en hun vragen je te helpen. Voor sommige mensen is dat onzin, voor anderen erg handig om de andere werkelijkheid concreet te maken. Ook is het belangrijk om al een beetje vertrouwd te zijn met de ruimte. Natuurlijk heb je gekeken of je een microfoon nodig hebt. Vertel bij voorkeur zonder microfoon, maar in de praktijk kan dit niet altijd, want iedereen moet je goed kunnen horen. Let vooral op de belichting en de plaats waar je gaat vertellen. De opstelling van de stoelen verdient eveneens de aandacht. Sta je voor de groep, dan is er een letterlijke afstand tot de luisteraars, je spreekt ze als het ware toe. Zit je daarentegen in een kring dan ben je een van de kringleden en daarbinnen eigenlijk een soort woordvoerder. De anderen voelen zich dan meer met je verbonden. In sommige zalen is een U-vorm een goede tussenoplossing.
34
wilt hebben. Samen kun je veel leren!
Literatuur
Uiteraard is het belangrijk om het verhaal van Roodkapje in zoveel mogelijk versies te lezen, in ieder geval die van Grimm en Perrault. Verder zijn de volgende boeken aan te raden: –
Phil Dumoulin, Je kunt me nog meer vertellen,
PABO-perspectieven, Baarn 1988. –
Hoe Roodkapje wordt verteld en opgegeten, thema-
nummer van het tijdschrift Volkscultuur, 6 (1989) nr. 4. –
Märchenerzähler, Erzählgemeinschaft, Europäische
Märchengesellschaft, Kassel 1983. –
Nieuwsbrief Op verhaal komen. Te bestellen bij
Postbus 2265, 3500 GG Utrecht. –
Op de stroom van de rivier, NBLC, Den Haag 1989.
–
Anne Pelowski, The Family Storytelling Handbook,
New York/London 1987. –
Hans Ritz, Die Geschichte von Rotkäppchen,
Göttingen 1993. –
Rimke Rohaan-Mul, Vertel eens... een verhaal,
Onderwijskundige Brochurereeks, Tilburg 1980. –
Ruth Sawyer, The way of the story-teller,
Harmondsworth 1986. –
Han Straver, De zee van Verhalen. De wereld van
Molukse vertellers, Utrecht 1993. –
Jan Swagerman, Maar het verhaal gaat verder...,
Deventer 1991. –
Vertellen, lezen, schrijven. Adresboek, uitgegeven
door de NBLC, Postbus 43300, 2504 AH Den Haag.
35
Elsa Reicheld
Vingerpoppetjes van papier
Om het verhaal van Roodkapje en de wolf een extra dimensie te geven, kan bij het vertellen gebruik worden gemaakt van vingerpoppetjes. Deze poppetjes beelden de hoofdfiguren uit: Roodkapje, de wolf en Grootmoeder. Als u de poppetjes om uw ring- en wijsvinger schuift, kunnen ze zelf hun verhaal aan het publiek vertellen.
Hoe maak ik Roodkapje, de wolf en Grootmoeder? Benodigdheden: –
dik wit papier
–
dun karton
–
schaar
–
hobbymes
–
lijm
–
kleurpotloden, viltstiften, verf
Stap 1 Vergroot of verklein de tekeningen van de poppetjes op pagina 34 uit het patroon tot het gewenste formaat en neem ze over op stevig papier.
Stap 3 Plak de poppetjes op dun karton en snij de vormen
Stap 2 Kleur Roodkapje, de wolf en Grootmoeder met kleur-
met een hobbymes uit. Snij daarna de gaten voor de vingers uit.
potloden, stift en/of verf.
Stap 4 Roodkapje, de wolf en Grootmoeder zijn klaar om een rol te spelen in het door u vertelde verhaal.
Tip In plaats van de poppetjes in te kleuren, kunt u ze ook beplakken met stof, kraaltjes of papier. Zo kunt u bijvoorbeeld nepbont gebruiken voor de huid van de wolf, rood vilt voor het mutsje van Roodkapje en kraaltjes voor de ogen van Grootmoeder. Heeft u de smaak te pakken gekregen, dan kunt u zelf de jager uit het sprookje Roodkapje en de wolf ontwerpen en uitvoeren.
36
37