Teekens, I. (2010)
De kunst van communiceren. Handboek Garant: Antwerpen-Apeldoorn
Birgit Bongaerts
‘Conflicten en problemen zijn terug te voeren op ineffectieve communicatie… De kunst is het verbeteren van de communicatie… Door sturing te geven aan onze communicatie kunnen we onze relaties beter beheren.’ Op de achterflap lees ik verder ook nog dat het boek geschreven is voor iedereen die belang hecht aan de kracht van communiceren. Dit boek belooft een recept voor goede communicatie. De focus wordt daarbij vooral op jezelf gericht. De complexiteit van menselijke communicatie wordt sterk vereenvoudigd. Naast je eigen gedachten en gevoelens bestaat er ook nog zoiets als de betekenisgeving van anderen, contexten, het verschil tussen intentie en effect, visieverschillen en verschil in stijlen, gewoontes en omgangsvormen (Steens, 1993). Maar in dit boek gaat het om een model van communicatie dat verschilt van een visie die uitgaat van wederzijdse beïnvloeding en effect op elkaar. En dat maakt het niet eenvoudig om het te lezen en te bespreken. Teekens is een communicatiedeskundige die werkt vanuit het model van ‘geweldloze communicatie’. Achter dit model schuilt zorgzaamheid. De auteur beweert dat deze vorm van communicatie een beter mens van je kan maken, een mens die minder oordeelt, ook niet over zichzelf. Hoe de auteur naar mensen kijkt en over ze spreekt is aangenaam en warm. Een * personalia boeken / JG30 / 2012 / SB1
kritische bespreking van een boek dat gaat over geweldloze communicatie voelt daarbij als ongepast. En toch heb ik enkele forse bedenkingen. Ik bespreek dit boek dan ook met een gemengd gevoel. Het model dat de auteur gebruikt werd ontwikkeld door de Amerikaanse psycholoog Marshall Rosenberg op basis van de ideeën van Carl Rogers (grondlegger van de cliënt-centered en experientiële therapiemodellen). De naam, geweldloze communicatie, is geïnspireerd op de ideeën van Mahatma Gandhi. De pijlers van geweldloze communicatie zijn: je waarnemingen (zintuiglijke prikkels), je gevoelens (lijfelijke gewaarwordingen) en je behoeften. De motor of intentie achter geweldloze communicatie is mededogen, het tot uitdrukking gebracht meeleven (p. 170). De beleving dat je, zoals wie je op dat moment bent, met alles wat er op dat moment is, erkend en geaccepteerd wordt (p. 103). Geweldloze communicatie vertrekt vanuit bewustwording van je binnenkant. Stilstaan bij de eigen behoeften, gevoelens en het besef van je eigen interpretaties is een eerste stap. Neem je binnenkant ernstig, negeer je noden niet en tracht over te krijgen wat je wil. Gevoelens (h)erkennen en accepteren is een belangrijke opdracht voor mensen. Dit vraagt een ‘wezenlijke nieuwsgierigheid’ (p. 31) naar onszelf en naar de innerlijke wereld van de ander. De auteur omschrijft dit als authenticiteit en het aanvaarden van eigenheid. De volgende stap is kiezen om iets van die innerlijke wereld uit te spreken. Wat je zegt en hoe je het zegt is de eigen verantwoordelijkheid opnemen. Binnen deze communicatievisie ligt de nadruk dus volledig op jezelf. Interactie komt in het boek vooral ter sprake in actie-reactie sequenties en niet in termen van verbindingen, knooppunten en brede samenhangen. In het hoofdstuk over de strijdcirkel (p. 79-80) wordt uitgelegd hoe we in een vicieuze cirkel terechtkomen als we ruimtegebrek ervaren (als iemand onze eigenheid bedreigt). We reageren met hetzelfde en bevechten de eigenheid van de andere. We geraken in een escalatie zonder einde of oplossing. Ook beloning en straf verwijzen volgens de auteur naar vastliggende reactiewijzen. Mensen conformeren zich als reactie op straf of ze vechten terug. En dat is niet goed. De auteur stelt dat beloning en straf morele begrippen zijn die we inzetten vanuit ons denken over goed en kwaad. Ze
JG30 / 2012 / SB1 / boeken
leiden zelden tot zelfontplooiing en groei (p. 81). Ook het hoofdstuk over emotionele chantage beschrijft een groeibeperkend patroon tussen mensen. Om eruit te geraken is het nodig de eigen kwetsbaarheid te erkennen. Teekens’ communicatiesuggesties kunnen beschouwd worden als hypothesen over wat er zoal kan mislopen. Bijvoorbeeld bij de verschillende manieren om je mededogen te uiten (p. 89-92) geeft Teekens aan dat het kan mislopen als je te veel je best doet het leed van de ander te willen stoppen, of als je te veel mee lijdt. Ook door in het eigen verdriet te schieten kan je onvoldoende checken bij de ander wat overkomt. Te snel een oplossing geven (Quick Fix p. 93-94) houdt ook een valkuil in, namelijk mensen te weinig ruimte geven om zelf uit te zoeken wat hen kan helpen. Wie graag met lijsten werkt, of mensen hiermee aan het werk wil zetten, vindt er vier in het boek. De lijst met gevoelens is een hulpmiddel om een passend woord te vinden, of om een gevoelsnaam te nuanceren. De opgelijste quasi-gevoelens zeggen meer iets over hoe we gebeurtenissen en gevoelens interpreteren. De lijst behoeften is bedoeld om je te helpen bewust te worden van de betekenis van je behoeften. En om je te helpen bij zelfreflectie volgt de lijst strategieën, manieren om je noden en behoeften te kunnen vervullen. Per behoefte vind je inspiratie over hoe je ze kan realiseren: voor de eigen vervulling, voor die van de andere, of zelfs voor iedereen en alles. De behoeften zijn in tabellen voorzien van strategieën: voorbeelden van vervullingen, voor ieder wat wils. De voorbeelden zijn zeer breed, soms grappig, luchtiger dan de rest van het boek. Het boek sluit af met enkele ‘modellen’: concrete scenario’s om te luisteren, erkenning te geven en te vragen, met feedback te werken. In de begrippenlijst vielen me een aantal woorden op: ‘blurpen’ is het hardop uitspreken van de verwarring die op dat moment in je leeft om helderheid te creëren (p. 99). Of ‘muurpraten’ (p. 103): blijven communiceren terwijl de ander aangeeft of heeft aangegeven op dat moment geen contact te willen. De kunst van communiceren is een boek dat verschillende doelen kan dienen: als boek voor jezelf of om met anderen aan de slag gaan, in een training of therapie.
boeken / JG30 / 2012 / SB1
Er zitten in dit boek algemene handvatten en richtlijnen voor wie met zijn eigen communicatieve stijl aan het werk wil, of anderen hiermee wil helpen. De voorbeelden en bespiegelingen gaan over interacties tussen twee personen, collega’s, werkgever en werknemer, vriendinnen… zonder dat er bedenkingen worden gegeven over de positie die mensen hebben of het systeem waarbinnen de lastige invloed wordt ervaren. Het goede zorgen, zoals beschreven in het boek, vraagt inzet, opletten en bijsturen in een soort innerlijke dialoog, zonder veel context. De complexiteit, maar ook de spontaneïteit van communicatie dreigt er wel door verloren te gaan, het zet mensen aan nog meer na te denken voor ze iets zeggen of doen. Vooral beperkend voor diegenen die al veel piekeren en die hun soelaas zoeken in boeken zoals dat van Teekens. Om met dit model aan de slag te gaan, stel ik voor enkele contextfactoren toe te voegen die mensen ook helpen relativeren. Door ervan uit te gaan dat misverstanden niet te vermijden zijn, hoe hard je ook je best doet, en hoe diep je ook in jezelf graaft, wordt ieders begrenzing begrijpelijker. Het idee dat je nooit een volledig overzicht kan hebben over de contexten en samenhangen die ons beïnvloeden, stemt mensen milder. Niet oordelen over jezelf en de andere lukt beter als je er rekening mee houdt dat vele contexten invloed hebben. Dit helpt ook om iets te kunnen met de concrete tips uit het boek: neen zeggen en afgrenzen lukt beter naarmate je de neen meer richt op de concrete inhoud van de vraag en hierbij de persoon als actieve betekenisgever in ere houdt. Het boek leest als een etiquette, een soort gedragscode, die ons kan helpen in het voeren van een zorgzame, heldere, niet veroordelende communicatie. Het schijnt vast te liggen wat kan kwetsen. En zoals elk etiquetteboek werkt ook dit boek voor mij normerend: zo hoort het, wij weten wat juist is… Het laat weinig ruimte voor aparte en andere manieren van zijn, zich gedragen of contexten waarbinnen je betekenis geeft, handelt en voelt. Voorbeelden van weinig zorgzame manieren om je behoefte over te brengen zijn opdrachten geven, vragen, eisen en bevelen. Ze zouden minder ruimte geven aan de andere om te weigeren (p. 97). Te veel verkleinwoorden gebruiken kan respectloos overkomen. (p. 17) Woorden gebruiken waarvan we weten dat ze eigenlijk iets anders uitdrukken (p. 18) maakt
JG30 / 2012 / SB1 / boeken
je boodschap mistig... Het is tegenstrijdig: door niet te willen oordelen doet Teekens juist strenge uitspraken over wat wel en niet veroordelend is. Het is geen ontspannend boek. Het is een werkboek en een zelfhulpboek waarbij concrete tips worden afgewisseld met beschrijvingen van wat tussen mensen gebeurt. Het leest daardoor niet soepel. Het eerste deel is opgebouwd uit korte hoofdstukken, de begrippenlijst die volgt herhaalt sommige thema’s en voegt nieuwe toe. Negenenveertig bladzijden van het boek zijn voorbeelden van strategieën. Na enkele pagina’s voelde ik geen inspiratie meer om na te denken over de manieren waarop we behoeften kunnen vervullen. Ik mis ook humor en relativering in het boek. Het is voor mij te veel gericht op de eigen buik. In De kunst van communiceren is de onderliggende idee dat als je zorgzaam met mensen omspringt, ze ook goed voor jou zullen zorgen. Dit lijkt me een abstractie, ver van de concrete realiteit. Goed zijn voor een ander vraagt mededogen en dat heeft grenzen, hoor ik regelmatig als verzuchting in vorming en therapie. Het kan omslaan in van je laten profiteren en over je heen laten lopen. Goed zijn voor de ander kan een intentie zijn, maar heeft zeker niet altijd het effect dat we daardoor onze ‘relaties kunnen beheren’. Deze visie op communicatie gaat volgens mij voorbij aan de realiteit van last en benadeling, conflicten en misverstanden die voortkomen uit blindheid voor interpunctieverschillen en de gevoeligheid voor interpersoonlijke en sociale perspectieven. Om maar enkele communicatieve analyses te noemen die ons doen bedenken dat conflicten en strijd onontkoombaar deel uitmaken van de menselijke werkelijkheid. Een conclusie die ook de filosoof Achterhuis (2009) in zijn boek Met alle geweld trekt (p. 717-718). In zijn boek onderzoekt hij de vele vormen van geweld en hoopt uit te komen bij het ideaal van de geweldloze communicatie (p. 709). Achterhuis besluit dat dit onmogelijk is: geweldloze communicatie is een utopie. Bij zoveel complexiteiten, tegenstrijdige en dringende belangen duiken strijd en conflict vroeg of laat op. Juist het (ongewild) negeren of ontkennen van geweld kan geweld oproepen. We kunnen beter ruimte geven aan het bestaan ervan en het bespreekbaar maken als iets wat tussen mensen kan gebeuren.
boeken / JG30 / 2012 / SB1
Referenties Achterhuis, H. (2010). Met alle geweld. Een filosofische zoektocht. Rotterdam: Lemniscaat. Steens, R. (1993) Menselijke communicatie. Een zoektocht naar haar complexiteit. Werkboek. Antwerpen: Interactie-Academie.
JG30 / 2012 / SB1 / boeken
personalia
albrechts birgit
Unitmanager; GZ-Psycholoog; systeemtherapeut bij Mondriaan, Divisie Kinderen & Jeugd te Heerlen. Geassocieerde trainer bij de Interactie-Academie. E-mail:
[email protected] bongaerts birgit
klinisch psycholoog, systeemtheoretisch psychotherapeut bij PC SintAmedeus te Mortsel. Senior geassocieerde trainer van de Interactie-Academie. E-mail:
[email protected] faes mieke
Klinisch psycholoog-psychotherapeut en opleider; staflid van de Interactie-Academie. E-mail:
[email protected] korber daniëlle
Vaktherapeut beeldend vormen. Werkzaam bij Emergis, Centrum voor geestelijke gezondheidszorg Zeeland. Als vaktherapeut verbonden aan de afdeling klinische kinder- en jeugd psychiatrie en de deeltijdbehandeling voor gezinnen. E-mail:
[email protected] poels veerle
Klinisch psycholoog-psychotherapeut, Department of Corrections Psychological Service, Rotorua, Nieuw-Zeeland. E-mail:
[email protected]
begin artikel
personalia / JG30 / 2012 / SB1
rombouts katrien
Klinisch psycholoog-systeemtherapeut in de dagkliniek van het OPZGeel. E-mail:
[email protected] van bockel janneke
Janneke van Bockel is moeder van twee dochters, ouderschapscoach en schrijver van het boek IJskastmoeder over het samenleven met een kind met asperger vanuit ouderperspectief. Meer informatie en andere colums over het ouderschap op www.metamama.nl. E-mail:
[email protected] van daele mieke
Orthopedagoog, systeemtheoretisch psychotherapeut en opleider; staflid van de Interactie-Academie. E-mail:
[email protected] vander cruys bieke
Hulpverleningscoach bij Tonuso - Atomix, een residentieel centrum in Laken voor multimodale gezins- en jongerenbegeleiding. E-mail:
[email protected] vermeire sabine
Psychotherapeut, orthopedagoog en opleider; staflid van de InteractieAcademie. E-mail:
[email protected]
JG30 / 2012 / SB1 / personalia
begin artikel