De kracht van coalities Ruimte voor maatschappelijk rendement
Vitale coalities van overheid en samenleving In Nederland wordt veel gediscussieerd over bezuinigingen, herverdeling van taken, regionale samenwerking én manieren om burgers en bedrijven intensiever te betrekken bij beleid en beleidsuitvoering. Prangende maatschappelijke en bedrijfsmatige opgaven maken meer dan ooit duidelijk dat ook de lokale overheid zich anders moet gaan organiseren: effectiever, efficiënter en met meer draagvlak in de samenleving. ‘De publieke zaak’ vraagt in toenemende mate om een gezamenlijke aanpak en verantwoordelijkheid. Hierbij gaat het niet alleen om inspraak of om ‘burgerparticipatie’, maar om het werken met ‘vitale coalities’ waarin naast overheid en burgers ook ondernemers en maatschappelijke instellingen participeren. Daarom gebruiken wij liever de term ‘partnerparticipatie’: samenwerking van overheid en samenleving in de vorm van vitale coalities. In deze position paper presenteren wij kort ons ideeën over partnerparticipatie als manier om meer maatschappelijk rendement te boeken in het belangrijke lokale publieke domein. De publieke zaak is van ons allemaal Besturen is geen zaak meer van alleen overheden, maar een gezamenlijke operatie van verschillende partijen die elk hun toegevoegde waarde hebben bij het oplossen van maatschappelijke opgaven. Woningcorporaties, zorginstellingen, scholen, burgers, buurtverenigingen, welzijnsinstellingen en grote en kleine bedrijven nemen zelf hun verantwoordelijkheid, met inbreng van eigen kennis, ervaring en verantwoordelijkheden. In feite gaat het steeds vaker om lokaal bestuur (governance) in plaats van om de lokale overheid (government). Dat betekent ook dat de overheid niet altijd meer aan het stuur zit en (delen van) haar taken en verantwoordelijkheden moet durven loslaten – vanuit het vertrouwen dat andere partijen deze oppakken. We zien dit bijvoorbeeld al gebeuren in de welzijnssector (welzijn nieuwe stijl), bij infrastructuur (pps-constructies), wijkaanpak (integrale gebiedsontwikkeling), veiligheidsvraagstukken (private beveiliging en camera-inzet), ouderenzorg (‘zorg zonder regels’) en op vele andere plekken. Loslaten, vastpakken en aanpakken Samenwerking met – en zelfs het overdragen van taken aan – burgers, bedrijven en instellingen is noodzakelijk op weg naar een lokale publieke sector waar met minder middelen meer bereikt moet worden. De lokale overheid moet er dan wel op kunnen vertrouwen dat deze partijen hun verantwoordelijkheid serieus oppakken – en daar zo nodig zelfs garanties voor afgeven. Pas dan kan de gemeente ook echt loslaten. Anderzijds moeten maatschappelijke partners er op kunnen vertrouwen dat ze van de overheid voldoende ruimte krijgen om die verantwoordelijkheid op eigen wijze in te vullen – dus zonder al teveel controle en bureaucratie. Want pas als de een iets loslaat, kan de ander goed vastpakken – waardoor maatschappelijke vraagstukken effectief kunnen worden aangepakt. Van theorie naar realiteit: de uitvoering centraal Loslaten, vastpakken en aanpakken. Het klinkt mooi in theorie, maar hoe realiseer je dat? Onze ervaring leert dat het maatschappelijk rendement op uitvoeringsniveau, zoals dat in de dagelijkse praktijk door mensen wordt ervaren, altijd centraal moet staan. Oplossingen die geheel achter de tekentafel van de beleidsambtenaar worden verzonnen, kunnen zelden rekenen op een zachte landing in de uitvoeringspraktijk. Door de partijen die het uiteindelijk moeten doen (burgers, maatschappelijke partners, bedrijven, werknemers) vanaf de start te betrekken bij de beleidsontwikkeling, is de kans dat beleid ook tot succesvolle uitvoering leidt, een stuk groter. Simpelweg omdat dan niet de tekentafel van de beleidsmaker, maar de specifieke praktijksituatie vertrekpunt van planvorming en uitvoering is.
Met beleid loslaten
Balanceren op de loslaatladder Er zijn vele wegen die naar Rome leiden. Ze beginnen ons inziens allemaal bij daadwerkelijke participatie van de samenleving in publieke besluitvorming en uitvoering. Door elkaars inbreng serieus te nemen, in een stadium waarin die inbreng ook impact kan hebben. Door elkaar te zien en te behandelen als volwaardige coalitiepartners die samen de verantwoordelijkheid nemen om vraagstukken op te lossen. Door elkaar, binnen de gegeven wettelijke kaders, voldoende ruimte te geven om die verantwoordelijkheid goed in te kunnen vullen. En door steeds te zoeken naar mogelijkheden om elkaars initiatieven te faciliteren en elkaar te waarderen om de eigen kracht en mogelijkheden. Daarbij hoort een goede balans tussen loslaten en vastpakken – zonder dingen te laten vallen, maar ook zonder (nieuwe) hindernissen op te werpen voor het oppakken van verantwoordelijkheid door partners.
Loslaatladder
In de hiernaast gepresenteerde ‘loslaatladder’ – een variant op de bekende participatieladders en -piramides –, geven wij aan in welke relaties overheden, burgers, maatschappelijke partners en bedrijven als partners kunnen opereren en in hoeverre ze daarbij moeten loslaten of vasthouden. In de meest vergaande variant gaat het om een relatie waarbij gemeenten bewust afstand nemen van de ontwikkeling en sturing van beleid en uitvoering: ze dragen taken en verantwoordelijkheden over aan anderen (overdragen). Een trede lager houdt de gemeente slechts ‘grip’ op hoofdlijnen en laat veel los – haar rol beperkt zich tot het faciliteren van andermans initiatieven (faciliteren). Varianten als het samen doen (co-creatie of coproductie) of het samen bespreken (dialoog) zijn minder extreem, maar vergen ook al een meer dan gebruikelijke vorm van loslaten en gezamenlijk vastpakken. Voor alles wordt de basis gelegd in het (pro)actief ‘loslaten’ en uitwisselen van informatie en kennis – zowel door gemeenten als hun maatschappelijke partners (informeren).
ELKAAR INFORMEREN Onder aan de ladder starten we dus met een simpele maar essentiële voorwaarde voor partnerparticipatie: het elkaar goed op de hoogte houden van activiteiten en ontwikkelingen. Weten wat de ander doet – en waarom – is een voorwaarde om elkaars kennis en kunde goed te kunnen benutten. Dat klinkt vanzelfsprekend, maar is in de praktijk vaak nog bedroevend slecht geregeld. Elkaar regelmatig treffen, offline en online, en oprechte interesse in elkaar tonen, zijn hierbij noodzakelijke ingrediënten. Naast de bekende inspraak- en informatieavonden kan gebruik worden gemaakt van de kracht van allerlei informele ontmoetingen (netwerkbijeenkomsten, expertmeetings, carrousels), het beschikbaar stellen van informatie en discussieplatforms over voortgang, alternatieven en verwachtingen via internet, (digitale) nieuwsbrieven, maar ook via sociale media als Twitter, Facebook en LinkedIn of online platforms als Pleio (Plein Overheid, zie www.pleio.nl). SAMEN BESPREKEN (DIALOOG) Een stap verder is het voldoende om elkaars inbreng over zaken mee te nemen in de eigen keuzes en plannen. Niet voor de bühne of omdat het moet (denk aan de inspraakverordening), maar omdat anderen kennis en ervaring kunnen inbrengen die tot betere keuzes of plannen leiden en tot meer draagvlak voor die plannen. Met als resultaat: snellere en betere resultaten. Dit is een mooie manier om de kennis en kunde van anderen te benutten, maar wel zelf de touwtjes in handen te houden. Voorwaarde is dan wel dat de inbreng van kennis en ervaring plaatsvindt op een moment dat er nog wat met die inbreng gedaan kan worden. En dat deze inbreng serieus wordt meegenomen in de besluitvorming – dus dat dit geen loze belofte is.
Visie-ontwikkeling De toekomst wordt niet bepaald door een gemeente. Het zijn de sleutelfiguren in de uitvoering (waaronder ook burgers) die bepalen hoe de toekomst eruit zal zien, van een stad, een beleidsterrein, een gebied. Een wezenlijke dialoog zorgt ervoor dat de visie aansluit bij ieders ambities en mogelijkheden en daardoor ook uitvoerbaar wordt. De gemeente Eindhoven gaat voor haar Stadsvisie (2)040 online en offline in gesprek met haar (groot)aandeelhouder over hun gezamenlijke toekomst. In Purmerend wordt het maatschappelijke beleidskader, inclusief de bezuinigingen, samen met de betreffende instellingen ingevuld. En in Maastricht beseft men dat de impact van een groot infrastructureel project op de bereikbaarheid enorm is. Door dit probleem samen met forenzen, bewoners, ondernemers en OV bedrijven op te pakken ontstaan er honderden
SAMEN DOEN (CO-CREATIE) Als meerdere partijen nodig zijn om resultaat te boeken, zullen zij ook samen de schouders eronder moeten zetten – ieder vanuit eigen verantwoordelijkheden, met op elkaar afgestemde taken en bevoegdheden. Cocreatie vraagt om het loslaten van het eigen belang om samen tot een optimaal resultaat te komen voor de samenleving. Samen besturen, als het ware.
Ketenaanpak risicogroepen
Kern van de ketenaanpak is dat hulpvragers vanuit één loket een integraal aanbod vanuit samenwerkende (hulp)organisaties ontvangen. Twee voorbeelden: Frontlijn aanpak risicojeugd Veel overheidsorganisaties richten zich op risicojongeren, maar het lukt nauwelijks om de door hen veroorzaakte criminaliteit terug te dringen. De frontlijn-aanpak gaat uit van de jongere zelf en zijn directe omgeving (het gezin, de school) en achterhaalt de oorzaak van het probleem, voordat tot actie wordt overgegaan. De gemeente werkt hierbij succesvol samen met alle betrokken partijen en zet zowel studenten als professionele pedagogische hulpverleners in (zie www.rotterdam.nl/jeugd_interventieteam). 'Achter de Voordeur'-aanpak voor multiprobleem-gezinnen In veel aandachtswijken wonen multiprobleem-huishoudens: mensen die zoveel problemen hebben dat ze afglijden en geen perspectief hebben om zelf uit de problemen te komen. Ze zijn vaak niet bekend, hulpverleners van verschillende organisaties kennen elkaars cliënten niet, voor elke hulpvraag een ander loket, andere werkwijze en vaak wéér een wachtlijst. Kern van de aanpak is: één huishouden, één plan, één probleemeigenaar.
Kwaliteitskring Stratumseind In verschillende steden zijn zogenoemde ‘Kwaliteitskringen’ ontwikkeld. Dit zijn publiekprivate samenwerkingsverbanden waarbij diverse partijen samenwerken aan de veiligheid, aantrekkelijkheid en leefbaarheid in een gebied. De kwaliteitskring ‘Stratumseind’ is gestoeld op dergelijke samenwerking in een horecaconcentratiegebied. Politie, gemeente, brandweer, ondernemers en bewoners trekken gezamenlijk op in het bewaken en verbeteren van de veiligheid en aantrekkelijkheid. De nauwe contacten tussen de verschillende partijen maken het mogelijk om effectief te anticiperen op mogelijke problemen. Als het voorkomen van problemen niet mogelijk blijkt zoekt men gezamenlijk naar een haalbare oplossing. De kracht van deze samenwerking ligt in de gedeelde verantwoordelijkheid. Niemand schuift de verantwoordelijkheid door; als collectief is men zich bewust van het gedeelde belang en de hieraan verbonden gedeelde verantwoordelijkheid.
Welzijn Nieuwe Stijl Met Welzijn Nieuwe Stijl wordt getracht om burgers zelf weer grip te geven op hun leven, met ondersteuning vanuit hun eigen sociale omgeving. Professionals en gemeente zijn er vooral om die steun te mobiliseren en de basisvoorzieningen te realiseren om zelfredzaam te kunnen zijn. In Assen wordt zo het hele welzijn- en zorgsysteem opnieuw opgebouwd, met een sluitende aanpak voor de kwetsbare groepen en een flexibele afstemming tussen formele en informele zorg voor de meer weerbare burgers. Overal in het land (zoals bv. in Eindhoven en Roosendaal) wordt op wijkniveau gekeken hoe je burgers het effectiefst kunt ondersteunen om zichzelf te redden. Vaak vraagt het om een alliantie of wijkonderneming die met mandaat snel en slagvaardig te werk kan gaan.
FACILITEREN (INITIATIEVEN ONDERSTEUNEN) Soms komt er uit verwachte of onverwachte hoek een initiatief waar je geen nee tegen wilt zeggen. Omdat het de eigen kracht van de samenleving illustreert en oplossingen biedt die je zelf nooit had kunnen bedenken of realiseren. Dan past het om zoveel mogelijk ruimte te creëren voor zo’n initiatief en de betrokken partijen te faciliteren waar mogelijk. Of domweg niet in de weg te lopen.
'Lichtstraat Stratumseind’ De uitgaansgelegenheden op het Eindhovense Stratumseind zijn extra kwetsbaar in financieel moeilijke periodes. Het afnemende aantal bezoekers is echter niet enkel te wijten aan economische malaise. De uitstraling en het imago van het Stratumseind zakken steeds verder weg in negatieve associaties als ‘onveilig’, ‘verkeerd of te jong publiek’ en ‘verloederd’. Dit als gevolg van het aanwezige geweld, de agressie, het vandalisme, leegstand en het verval van enkele gebouwen. Objectieve gegevens èn de heersende sentimenten vragen samen om een nieuwe aanpak. Zowel publieke als private partijen zijn hier druk mee aan de gang. Gelet op de in Eindhoven aanwezige kennis op het gebied van innovatieve toepassingen van licht hebben de horecaondernemers in samenwerking met Philips een uniek project gelanceerd waarbij Philips interactieve verlichting zal ontwikkelen die de beleving en het gedrag van bezoekers van het Stratumseind positief beïnvloedt. Op initiatief van een onafhankelijke partij speelt het bedrijfsleven hier samen met de horeca in op de sterke behoefte aan verbetering van de openbare ruimte, zonder dat sprake is van vooraf opgesteld gemeentelijk beleid. De lokale overheid heeft uiteindelijk enkel hoeven 'aanhaken' bij het initiatief door hierin te participeren en ruimte te geven aan daadwerkelijke realisatie.
OVERDRAGEN (ANDEREN LATEN DOEN) Soms is het effectiever om je niet overal mee te bemoeien, maar om het bedenken of uitvoeren van zaken op voorhand aan anderen over te laten. Dit vanuit de overtuiging dat andere partijen soms vanuit hun eigen professionaliteit niet alleen beter weten hoe dat het beste kan, maar ook over de passende instrumenten beschikken. Loslaten betekent hierbij dat er echt ruimte gegeven wordt voor een eigen invulling, vanuit duidelijke kaders en met een helder doel voor ogen.
Maatschappelijk aanbesteden in de praktijk Wie zorgt er voor dat de Dichtersbuurt een levendige wijk wordt waar bewoners zich mee verbonden voelen? Dat is de open vraag die B&W van Oss stelt. Het antwoord blijkt een bonte coalitie te zijn van bewonersorganisaties, scholen, welzijn en zorginstellingen, en ondernemers, die samen met een integrale aanpak komen. Met nieuwe creatieve oplossingen, waarbij geld niet het punt is. Nieuw beleid volgt de concrete vraag. In Zeist formuleren bewoners, fel gekant tegen nieuwbouw in hun groene omgeving, samen het Programma van Eisen voor de nieuwbouw. Inclusief verkeersafhandeling en milieu eisen. Ambtenaren, raad en corporatie kunnen er prima mee uit de voeten, met draagvlak in de buurt. In Purmerend bepalen subsidiënten op het gebied van welzijn, zorg, sport, cultuur en educatie zelf hoe de forse bezuinigingen het beste gerealiseerd kunnen worden, met het belang van de inwoners van Purmerend voor ogen. Maatschappelijke organisaties, overheden, bedrijven en burgers zetten als gelijkwaardige partners samen de schouders onder een vraagstuk. En dat werkt.
Loslaten, hoe doe je dat?
Als partners op het gebied van participatie beschikken wij over een breed scala van instrumenten om partijen te helpen om ruimte te creëren voor anderen. Uiteraard werken wij hierbij graag met aanpakken die passen bij de context (lees: de betreffende trede van de loslaatladder) zoals hierboven gepresenteerd. We begeleiden processen van ‘informeren’ tot ‘overdragen’ en nemen soms ook zelf het initiatief om met verschillende partijen een oplossing te vinden voor een maatschappelijk vraagstuk. Daarnaast hebben we nog een aantal specifieke benaderingen in huis, die toegespitst zijn op het bepalen van de taken, verantwoordelijkheden en rollen van de betrokken partijen, het ontwikkelen van praktisch toepasbare ideeën, en het verkrijgen van zicht op de lokale context en de maatschappelijke kosten en baten. Een paar praktijkvoorbeelden: Kerntakendiscussie Wat voor (lokale) overheid, corporatie of (andere) maatschappelijke instelling willen we zijn? Waar willen we wel en niet over gaan? In tijden van bezuinigingen hebben partijen behoefte om zich te bezinnen op hun kerntaken. Wij hebben dit proces in diverse gemeenten en samenwerkingsverbanden begeleid door te starten vanuit de maatschappelijke opgave en daarna te bezien welke partijen (samen) een rol kunnen spelen in beleid en uitvoering. Een inventarisatie van waar je eigenlijk ‘toe op aarde bent’ helpt het college, de raad en het ambtelijk apparaat om bestuurlijke en papieren drukte te reduceren en zich om te vormen tot regisseur van de lokale publieke zaak. Op bedrijfsvoeringsterrein kan samenwerking of uitbesteding bijvoorbeeld al snel veel tijd en geld besparen. Ook beleidstaken kunnen soms effectiever, efficiënter en met meer draagvlak worden opgepakt als de gemeente zich beperkt tot de belangrijkste kaders en samen met haar omgeving aan de slag gaat met het zoeken van innovatieve oplossingen voor lokale maatschappelijke vraagstukken. In onze aanpak spelen raad, college en ambtelijk apparaat samen een belangrijke rol in de discussie over wat de gemeente moet loslaten en door anderen kan laten vastpakken – zonder vooropgezette aannames of probleemdefinities. Uiteraard spelen waar mogelijk hier ook de lokale en (sub)regionale maatschappelijke partners aan hun rol – afhankelijk van de aard en het karakter van de opgave, de taak en de (geografische of organisatorische) schaal en structuur. En na de kerntakendiscussie is het van belang om aandacht te besteden aan vernieuwing van de rolopvatting en invulling van de betrokken personen en instanties. Nieuwe rolinvulling Nieuwe verhoudingen tussen maatschappelijke partners vragen om een nieuwe rolinvulling van alle betrokkenen. Dat gaat niet vanzelf. Het vraagt om een krachtige overheid die weet wat ze wil bereiken en dat helder kan verwoorden in kaders en doelstellingen. Om projectleiders die procesregie in hun vingers hebben, om experts die kennis inbrengen zonder te sturen, om verantwoordingssystemen die niet belemmerend werken. Kortom, het vraagt om verandering. Wij helpen partijen bij het invullen van die nieuwe rollen. Niet door te vertellen hoe het moet, maar door te laten ervaren hoe het werkt. Van bestuurders tot werkvloer, individueel en in grote groepen, ‘on the job’. Zo hebben wij in Zeist raad, college, leidinggevenden en medewerkers getraind om interactief te werken en coachen wij onder andere in Purmerend en Assen projectleiders en beleidsteams om op een andere manier processen in te richten en aan te sturen, partners te binden en sessies te leiden. Een manier om interactief te werken, waarbij in sterke mate wordt ‘losgelaten’, is de methodiek van maatschappelijk aanbesteden. Maatschappelijk aanbesteden De vraag terugleggen bij de samenleving en als overheid een stap terugdoen. Daar draait het om bij maatschappelijk aanbesteden. Zo hebben onder regie van een woningcorporatie maatschappelijke partijen en burgers in Oss elkaar gevonden om de sociale cohesie in een wijk te versterken. In Purmerend bepalen subsidiënten op het gebied van zorg, welzijn, sport, cultuur en educatie gezamenlijk wat ze willen bereiken voor
de inwoners van Purmerend en hoe daarbij noodzakelijke bezuinigingen het beste ingevuld kunnen worden. Met een duidelijk stappenplan en heldere kaders durfden gemeenten de inhoud los te laten en echt ruimte te geven aan de kracht van de samenleving. Wat daarbij kan helpen is als de betrokkenen goed zicht hebben op de relevante interne en externe ontwikkelingen en behoeften – waarvoor bijvoorbeeld TOBIAS kan worden ingezet. Onderzoek en analyse (TOBIAS) ‘TOBIAS’ is een innovatief analyse- en onderzoeksinstrument. Een digitale plattegrond waarop, binnen een afgebakend geografisch gebied, bepaalde onderwerpen en thema’s zowel kwalitatief als kwantitatief worden ingetekend. Dit gebeurt onder andere op basis van informatie verkregen uit interviews met betrokkenen (bewoners, ondernemers en professionals) en analyses van gemeentelijke beleidsstukken. TOBIAS levert in één oogopslag overzichtelijke informatie op met betrekking tot de gewenste onderwerpen en brengt de daarbij relevante lokale spelers in kaart. Naast de gebiedsspecifieke en thematische informatie kan TOBIAS partijen ondersteunen in een gezamenlijke aanpak door hen een digitaal en interactief ‘projectportaal’ te bieden. TOBIAS biedt basisinformatie die helpt om vitale coalities te smeden en effectief te investeren in die dingen die in dat gebied het verschil maken. Zoals in de Eindhovense wijk Meerhoven, waar alle betrokken partijen middels de inzichtelijke informatiebundeling in TOBIAS duidelijk maken hoe de wijk zich kan voorbereiden op het groeiende aantal jongeren. Bovendien wordt de draagkracht van de wijk zichtbaar gemaakt door middel van aanvullend activerend onderzoek. Zowel publieke als private partijen worden op deze manier in beweging gebracht en werken via dit instrument samen aan de toekomst van ‘hun’ wijk. Als duidelijk is waar de wijk of de betrokken organisaties in willen investeren, kan het handig zijn een instrument te gebruiken om snel creatieve plannen te ontwikkelen voor de realisatie, zoals met de methode Ideeënmanagement. Ideeënmanagement De methode Ideeënmanagement is bedoeld om in alledaagse processen ontwikkeldoelstellingen te realiseren zoals het reduceren van de kosten, het verbeteren van de kwaliteit of van de tevredenheid van bewoners of van de veiligheid in wijken, het verhogen van inkomsten uit externe bronnen of het versterken van de onderlinge betrokkenheid. De Ideeënmotor is een webapplicatie waarmee de betrokkenen gezamenlijk aan ideeën werken door ze te beschrijven, te verbeteren, te selecteren en evalueren. Het stimuleert de creativiteit en het vergroot afstemming en draagvlak. Dit instrument is onder meer ingezet bij het project 'E-Missie' (Eindhoven-missie), dat kan worden gezien als een gestructureerde vorm van ideeën- of verbetermanagement. De aanpak draait om het optimaal benutten van de kennis, inzichten en creativiteit van medewerkers. Begin 2010 zijn vier pilots gestart, waarvan één bij het klantcontactcentrum. Doel van deze pilot was Eindhovenaren te verleiden het Digitaal Loket op Eindhoven.nl meer te gebruiken. De pilot met het Digitaal Loket heeft met twaalf medewerkers in dertien weken tijd 51 ideeën opgeleverd. Van die ideeën zijn er inmiddels tien uitgevoerd. Maatschappelijke Kosten-Batenanalyse (MKBA) Bij het (opnieuw) doordenken van taken, rollen en verantwoordelijkheden, het samen met partijen uit de maatschappelijke omgeving genereren van zicht op de wensen en mogelijkheden en goede ideeën over de realisatie daarvan, is uiteraard van belang dat we vooraf ook een goed beeld hebben van zowel de financiële als de maatschappelijke effecten. Wat is het rendement van onze inspanningen? Wie profiteren daarvan? Met een gedegen MKBA kunnen alle effecten van een investering in kaart worden gebracht, waar die ook terecht komen. Publieke en private investeringen en hun effecten op welzijn en welvaart worden meegenomen. De MKBA wordt op vele terreinen toegepast (stedelijke vernieuwing, infrastructuur, bedrijfsverplaatsingen, bodemsanering, ondergronds bouwen, leefbaarheid in de wijk). DEZE BROCHURE IS EEN INITIATIEF VAN: