DE KOSTERSTEEI\ Nummer f09 Augustus 2009
DE KOSTERSTEEN Nummer 109 Augustus 2009
Open Monumentendag 2009 Redactie Open Monumentendag wordt dit jaar wordt gehouden op zaterdag 12 september. De Historische Vereniging Oud-Bennekom zal dan speciale aandacht schenken aan het voormalige landgoed Nergena. Door dit gebied wordt een fietstocht uitgezet. Wie kennis heeft van de historische ontwikkelingen die in het gebied hebben plaats gevonden, zal veel meer interessante verschijnselen in het landschap waarnemen dan de argeloze toeschouwer. Daarom worden in deze Kostersteen enkele artikelen gepubliceerd over de geschiedenis van deze omgeving. Nergena heeft een interessante geschiedenis. Lange tijd werd dit gebied gedomineerd door grootgrondbezitters die hun inkomsten verkregen uit de pacht van de boerderijen. De adel speelde hier een belangrijke rol; Bennekom was een deftige plaats. Nadat in 1795 de feodaliteit was afgeschaft, werden in de loop van de 19e eeuw voormalige pachtboeren eigenaar van de grond. In Bennekom ontstond een zelfbewuste boerenstand. De eerdere adellijke families hadden hun bezit uitgebreid en geconsolideerd door gunstige huwelijksrelaties. De nieuwe boeren-elite volgde hun voorbeeld. In het bos- en heidegebied aan de oostkant van Bennekom verschenen na de verkoop van de domeingronden in de 19e eeuw nieuwe grootgrondbezitters. Een van hen was Cornelis Dros. Zijn zoon, Hendrik Willem, betrok in 1873 de nieuw gebouwde villa Erica. In 1898 werd Erica verkocht aan Willem Alexander Insinger, die kort nadien ook Oostereng verwierf. Insinger bezat ook grond in het westen van Bennekom. In 1943 kocht het Rijk van hem ca 45 ha grond op de grens van Wageningen en Bennekom. Bij de herontginning verdween het Nergenase Bos, om plaats te maken voor Groot Nergena met omliggende proefvelden. Voor de fietstocht op 12 september kan men vanaf 10.00 uur informatie verkrijgen in de St. Alexanderkerk. Op vrijdagavond 11 september worden vanaf 19.30 uur Bennekommers uitgenodigd voor een feestelijke bijeenkomst in en rond huize Erica aan de Heelsumseweg.
De Kostersteen 109, Augustus 2009
1
Het huis Nergena. Tekening door Cornelis Pronk uit 1771
Luchtfoto Nergena 1944 (Royal Air Force). De foto is georiënteerd op het Noorden. Duidelijk zichtbaar zijn van links naar rechts resp. de Dijkgraaf, de Bornsesteeg en de Lage steeg die nadien is ontwikkeld tot Mansholtlaan en Dreeslaan. Aan de bovenkant van de foto een deel van de Langesteeg. Geheel rechtsboven de Nergenase Bosweg. Iets ten zuiden daarvan aan de westkant van de Dreeslaan, waar in 1954 Groot Nergena gebouwd zou worden, bevinden zich de Grote en de Kleine Vijver, toen nog verscholen in een bosrijke omgevin, het Nergenasche Bos. De afwijkende richting van de verkaveling links op de foto herinnert aan de uitweg van huize Nergena via de Dijkgraaf naar Wageningen. De heer Anthonij George Baron van Eck, Heer van Nergena, was ook burgemeester van Wageningen.
2
De Kostersteen 109, Augustus 2009
Het Nergenasche Bos en de vijvers Gesprek van Kees Heitink met ds. H.A. van Slooten op 21 februari 1984 over zijn grootvader, meester Van Slooten. “Hij is gestorven in 1940. Toen was hij 94 jaar. De 19e juli, de verjaardag van mijn grootvader, was vroeger een groot feest. Dat werd ook door de schoolkinderen gevierd. Dan ging men kolven halen bij de kolvenkolk. Die is er misschien nog wel, achter Nergena (boerderij). Die kolven werden gedoopt in peterolie. Daar bleven ze een poosje in staan, dan trok er aardig wat peterolie in en dan had je een mooie fakkel. Ik heb het later ook wel eens gedaan. En op de avond dat de meester jarig was werden er dan kolven gebrand als een soort verlichting. Je had vroeger aan de kant van Nergena, van de kant van dorp af, een zandweggetje, dat kwam dan zo’n beetje uit achter het Nergenase bos. En daar rechts van, als je van de Langesteeg dat weggetje in ging, daar had je die kolvenkolk. Je weet dat daar vroeger, voor de landbouwhogeschool die zaak daar grondig heeft vernield en wat iedere Bennekommer nog altijd pijn doet en wat vandaag nooit gebeurd zou zijn, voor de oorlog, had je daar het Nergenase bos. Met twee prachtige visvijvers: de grote vijver met riet er omheen en dan had je zo’n beekje en dan kreeg je de kleine vijver. De kleine vijver
was eigenlijk nog mooier dan de grote vijver. Die is er nog, die kleine vijver. Je kon er op twee manieren komen. Je kon vanaf de Langesteeg komen, dat ene gedeelte weg is er nog dacht ik, via de (Nergenase) Bosweg en een haakse bocht kwam je dan bij de grote vijver en dan liep je een eindje door en dan kwam je bij de kleine vijver. Maar je kon ook in het Nergenase bos komen via wat tegenwoordig de Kierkamperweg heet . Dan had je links de landerijen van de Paardenkamp en rechts de Eikelhof. Ongeveer waar die voetbalvelden zijn. Waar nu de nieuwe weg (Dreeslaan) is daar ging men dan eerst iets links en dan iets rechts verder het veld in naar de Kruisweg zeiden wij vroeger. Naar de witte brug, maar dan rechts en dan ging je het Nergenase bos in. En aan de kant groeiden daar in het voorjaar prachtige bosanemonen en speenkruid. En als je die weg dan een eindje in was gegaan, dan maakte je een draai en dan kwam je ook bij die grote visvijver. Die kolven moest je halen achter boerderij Nergena. Aan deze kant van Nergena er in had je de rietvijver.
Opm. De grote vijver ligt nu vlak voor het gebouw Groot Nergena aan de Dreeslaan. Ongeveer 200 m westelijk hiervan ligt de kleine vijver. De Kolvenvijver is te vinden achter de boerderij Nergena aan de Langesteeg. Een bezoek aan deze vijvers is opgenomen in de fietsroute die is uitgezet op 12 september t.g.v. Open Monumentendag.
De Kostersteen 109, Augustus 2009
3
Het landgoed Nergena Ad Nooij In 1771 ondertekende Bartinus van Geer een acte waarbij hij als gevolmachtigde rentmeester van Roosendael ‘in vollen en vrijen eijgendom’ overdroeg aan de Hoog Wel Gebooren Gestrenge Heer Anthonij George Baron van Eck, Heer van Nergena, Rigter van Arnhem en Veluwezoom, burgemeester der stad Wageningen: het erf Hoog of Groot Steenbergen met huis, schuur, bergen, schaapskooien, boomgaard en hof, gelegen op de Veluwe in het ambt Ede onder Bennekom, tesamen ongeveer groot 58 morgen, zijnde alles vrij allodiaal goed met geen extra lasten bezwaard. De heren van Roosendael – van het thans nog bestaande kasteel in de Gelderse gemeente met dezelfde naam – hadden veel grondbezit in Bennekom. In 1771 werd door Lubbert Adolph Torck, heer van Roosendael, een deel verkocht aan de Heer van Nergena. Diens broer had eerder een prachtige kasteelwoning laten bouwen aan de Langesteeg. Dit was een hoogtepunt in de ontwikkeling van het landgoed Nergena. De aangekochte grond zorgde voor extra pachtinkomsten voor de Heer van Nergena. Hendrik Teunisse was ten tijde van de overdracht de pachter. Hij zou de stamvader worden van het boerengeslacht Van Steenbergen dat in de 19e en 20ste eeuw prominent aanwezig zou zijn in het westelijke deel van Bennekom. Ontginning Wat ging er vooraf aan dit hoogtepunt van 1771?. Het gebied kent een lange geschiedenis van menselijke bewoning. Toch was het niet het gebied waar de eerste bewoners van Bennekom zich vestigden. Hun voorkeur ging uit naar de hoger gelegen en daarom minder natte gebieden die later namen zouden krijgen als Hoekelumse Brink, Halderbrink en Bennekomse Brink. De eerste vestigingen westelijk van de drie genoemde brinken vonden plaats op de twee naar het westen gerichte zandruggen waar nu resp. de Langesteeg en de Krommesteeg zijn te vinden. Dat moet al vroeg in onze jaartelling zijn gebeurd. Tussen de twee zandruggen zijn later enkele dijkjes aangelegd. Eén hiervan is het Harnse Dijkje, dat iets ten zuiden van de boerderij “De Harn” recht
4
door het lage gebied oversteekt naar de Langesteeg. Nog niet zo lang geleden lag er ten oosten van de Dreeslaan in het verlengde van de Nergenase Bosweg aan de noordkant van de Driestweg nog zo’n dijkje. Ten noorden van de Krommesteeg vinden we Bennekomse polders, en ten zuiden van de Langesteeg de Wageningse polders. Zowel de Bennekomse als de Wageningse polders worden van elkaar gescheiden door ‘stegen’ die ongeveer een noord-zuid richting hebben. Elke steeg bestaat uit een sloot met aan de oostzijde een weg. Historisch gezien de belangrijkste is de Dijkgraaf. Mogelijk was dit oorspronkelijk een beek, die later gekanaliseerd is. Wanneer dat is gebeurd, is onbekend, maar waarschijnlijk reeds vóór de twaalfde eeuw.
De Kostersteen 109, Augustus 2009
Overzichtskaart Nergena en de Kraats omstreeks 1960. (Met enige aanpassingen ontleend aan Dijkveld Stol). De huidige Driestweg is nog onderdeel van de Langesteeg, waar drie boerderijen zijn ingetekend: Klein Nergena, Nergena en groot Steenbergen. Tegenover Klein Nergena ligt aan de andere zijde van de Dijkgraaf de boerderij Schoonhoven. De Dijkgraaf had een afwateringsfunctie naar de Rijn, maar hield ook de Wageningse stadsgracht schoon. Daarom houdt de aanleg mogelijk verband met de stichting van de stad Wageningen aan de voet van de Wageningse berg. De aanleg van de Bennekomse en Wageningse polders was een aanzienlijk onderneming, die waarschijnlijk in fasen tot stand is gekomen. Het ligt voor de hand te veronderstellen dat eerst de Boven-
dijkgraafse gronden (oostelijk van de Dijkgraaf) zijn ontgonnen, en pas later de nattere Benedendijksgraafse gronden. Deze systematische ontginning was te omvangrijk om toegeschreven te kunnen worden aan individuele Bennekomse boeren. Dit moet het werk zijn geweest van kapitaalkrachtige heren die hier een rendabele investering vermoedden. Wie dat waren, is onbekend. Wel is duidelijk, dat deze ontginning past in een patroon
De Kostersteen 109, Augustus 2009
5
van ontwikkelingen die zich tezelfdertijd elders in Nederland en Europa voordeden. De periode van ongeveer 1000 tot 1350 werd gekenmerkt door een belangrijke economische groei, samenhangend met een toename van de bevolking1. Dit was ook de periode waarin de steden zich sterk ontwikkelden. Wageningen, de stad die in 1263 stadsrechten kreeg, is hiervan een voorbeeld. Ook voor de landbouw was het een gunstige periode. De groeiende vraag naar agrarische producten maakte de investeringen in ontginningen rendabel. Ontginningen vonden niet alleen plaats in de omgeving van Wageningen en Bennekom, maar ook in het noorden van de Gelderse Vallei. Het klooster van Elten was hier éen van de initiatiefnemers.2 Elten en Paderborn Kloosters te Elten en te Paderborn hebben een belangrijke rol gespeeld in o.m. het gebied ten westen van Wageningen en Bennekom. Gezien de grote afstand van Bennekom tot Elten en vooral tot Paderborn lijkt dit merkwaardig. De kloosters hadden echter steunpunten op de Veluwe. Zo had het klooster van Elten op de Veluwe hoven in o.m. Renkum en Voorthuizen. Na de Karolingische tijd maakten de Nederlanden deel uit van het Heilig Roomse Rijk, met aan het hoofd de Duitse Keizer. Deze keizer had overal in zijn rijk graven aangesteld, in feite keizerlijke ambtenaren. Maar de keizer was ver weg en de verbindingen waren slecht. Daarom beschouwden de graven zich steeds meer eigenaar van hun gebied. Vooral toen hun positie erfelijk werd, ontwikkelden zij zich tot ware grootgrondbezitters.
6
In 10e eeuw behoorde de Veluwe tot het graafschap Hameland. Graaf Wichman had wel een zoon, maar deze overleed voortijdig. Daardoor zou wellicht zijn grondbezit terugvallen op de keizer. Om dit te voorkomen werd in 963 of 967 het vrouwenklooster te Elten gesticht waar zijn dochter Luitgarda de eerste abdis werd. Graaf Wichman wist keizer Otto I (936-973) ertoe over te halen zijn leengoederen te schenken aan dit wereldse klooster, waardoor zijn dochter er het vruchtgebruik van had. De inkomsten bestonden uit de opbrengst van in deze gebieden gevestigde boerderijen. Graaf Wichman stierf in 980. Naast Luitgarda had hij nog een tweede dochter, Adela, die de schenkingen aan Elten gewapenderhand betwistte. Na veel strijd deed in 996 keizer Otto III (983-1002) voor het hof te Nijmegen een uitspraak waarbij de geschonken goederen werden verdeeld.3 Zo kon dus enige tijd later de zoon van Adela toch een deel van de oorspronkelijke goederen van Wichman erven. Deze zoon nam echter een voorbeeld aan zijn grootvader en schonk een deel van zijn goederen aan het klooster in Paderborn. Ook dit klooster had een beheerder op de Veluwe. Dat was de kelnerij van Putten, die hoven had in Renkum en Bennekom. Op deze wijze zijn meer dan duizend jaar geleden goederen in de omgeving van Bennekom in eigendom gekomen van de kloosters in Elten en Paderborn. Mogelijk hebben deze kloosters ook een rol gespeeld bij de geleidelijke ontginning van de Bennekomse en Wageningse polders. De Orde van St. Jan Er zijn ook nog andere grootgrondbezitters.
De Kostersteen 109, Augustus 2009
Enkele eeuwen later blijkt ook de Orde van St. Jan een belangrijk grondbezitter in deze contreien. Deze orde staat ook bekend als de Ridderlijke Duitse Orde, of de Johanniter Orde. Kort na het begin van de kruistochten had deze orde in 1099 te Jeruzalem een hospitaal gesticht. De orde had een commanderij in o.m. Utrecht en Arnhem. In 1292 trad Gijsbert van Dolre, die veel grondbezit had in deze contreien, in bij de Orde van St.Jan en verpandde bij die gelegenheid het gebied rond Nergena aan deze orde4. Dat wil niet zeggen dat hij voortaan brodeloos was; hij had weliswaar het eigendom overgedragen, maar hij bleef leenman van hetzelfde gebied en had hiervan nog inkomsten. De orde had meer bezittingen in deze omgeving, zoals de polderatlas van 1752/3 laat zien. Mogelijk zijn deze percelen gekocht van de kloosters te Elten en Paderborn. Ook is denkbaar dat deze goederen afkomstig zijn uit erfdelen van twee andere kinderen van Adela.5 Driedeling van Schoonhoven Belangrijk voor de ontwikkeling van eigendomsrechten in dit gebied is ook geweest de geleidelijke afschaffing van de horigheid. Dit speelde vooral in de 14e eeuw. De eigenaren van de gronden hadden de beschikking over de opbrengsten van de boerderijen in hun gebied. Zelf verrichtten zij echter geen boerenarbeid, dat was ver beneden hun waardigheid. Het werk werd gedaan door horigen. Zij werden zo genoemd omdat zij gebonden waren aan de grond van hun heer, d.w.z dat zij niet ontslag mochten nemen om bij een andere heer te gaan werken. Voor hen was dit een zeer ongunstige rechts-
positie, en voor de heer een profijtelijke. Deze arbeidsverhouding is vooral belangrijk geweest in de periode dat de geldeconomie nog een beperkte rol speelde. Met de groeiende betekenis van de handel en de opkomst van de steden, werd geld een steeds belangrijker ruilmiddel. Dit heeft er mede toe geleid dat geleidelijk de horigheid werd omgezet in een pachtverhouding. De aanvankelijk horige boer ging nu pacht (tijns) betalen. Ook als de horige boer zijn heer had bijgestaan in de vele oorlogen die in deze tijd werden gevoerd, was dit reden tot ‘bevrijding uit de horigheid’. De omzetting van horige goederen naar tijnsgoederen had echter nog een ander gevolg. Wanneer een omzetting plaats vond, kreeg de hertog (de graaf van Gelre was in 1389 gepromoveerd tot hertog) soms een derde deel van deze goederen in eigendom. Op deze wijze kwam een deel van de kloostergoederen in bezit van de hertog, die deze goederen vervolgens weer in leen kon overdragen aan andere heren. Deze ontwikkeling heeft zich waarschijnlijk ook voorgedaan in het gebied van Nergena. Het tegenwoordige Schoonhoven ligt westelijk van de Dijkgraaf, maar toen Gijsbert van Dolre dit in 1292 overdroeg aan de Duitse Orde was het veel omvangijker. Schoonhoven omvatte niet alleen het huidige Schoonhoven, maar ook het latere landgoed Nergena alsmede het oostelijk daarvan gelegen Wulvengoed. In het kader van de bevrijding uit de horigheid heeft er waarschijnlijk een driedeling plaats gevonden, waardoor zowel Nergena als Wulvengoed werden afgesplitst van Schoonhoven. Het resterende deel van Schoonhoven was in 1302
De Kostersteen 109, Augustus 2009
7
In 1497 kreeg Johan Van Sallandt Nergena in leen. Van vader op zoon treden dan achtereenvolgens aan Wijnandt in 1547 en Cornelis in 1553. Laatstgenoemde was schout van Arnhem; hij stierf in 1561. De zuster van Cornelis trouwde met Christoffel van Wees; hun zoon, Cornelis van Wees, kreeg in 1561 Nergena in leen. Diens zoon, in 1600 met Nergena beleend, heeft dit leen vermaakt aan de kinderen van zijn broer Marcus, die het in juli 1642 in leen ontvingen en het reeds in december van hetzelfde jaar overdroegen aan Christoffel van Balveren tot Druynenborch, een familielid op enige afstand. De Van Balverens hebben later een belangrijke rol gespeeld op kasteel Hoekelum in Bennekom. Hun bemoeienis met Nergena is echter slechts van korte duur geweest. In 1663 werd het goed verkocht aan Lubbert van Eck die in 1664 met Nergena werd beleend. Lubbert van Eck had drie zonen, waarvan er twee gewelddadig om het leven kwamen. De oudste zoon overleed in 1678 bij een duel in Wageningen. De tweede zoon, Lubbert van Eck, ambtsjonker te Ede, was enige tijd heer van Nergena; hij sneuvelde in 1706 als majoor generaal van de cavalerie. Voordien was hij echter reeds opgevolgd door zijn broer Johan Karel van Eck die in 1699 met Nergena werd beleend. Johan Karel’s oudste zoon, eveneens een Johan Karel, werd in 1722 beleend met Nergena; hij was ambtsjonker in Ede en schout van Wageningen. In 1760 werd zijn broer Anthony George van Eck beleend met Nergena, de man die Groot Steenbergen toevoegde aan Nergena. in erfpacht bij het Catharina Gasthuis te Arnhem en mogelijk eigendom van de graaf van Gelre.6 (zie verder artikel van Jan van Eck in deze Kostersteen). Over het middengedeelte, het latere landgoed Nergena, ontbreken directe gegevens over de periode tussen 1292 en 1497. Wel is bekend dat Klein Nergena, gelegen aan de westzijde van het goed Nergena tot in de Franse tijd eigendom is geweest van de Duitse Orde.7 Van Wulvengoed tot Groot Steenbergen Het Wulvengoed was het oostelijke deel van het oorspronkelijke Schoonhoven. Met dit goed werd in 1482 Geertruid van Zuylen Johansdochter beleend. Zij stamde mogelijk af van de Van Dolres, de familie waartoe Gijsbert van Dolre be-
8
hoorde die in 1292 toetrad tot de Duitse Orde. De familie was nog steeds invloedrijk; haar oom had mogelijk het naburige Nergena in leen, terwijl haar moeders achterneef heer van Doorwerth was.8 Geertruid van Zuylen was gehuwd met Hendrik van Renesse, die tevens haar momber was. Dat betekende dat hij voogd over haar was geweest zolang zij onmondig was, en dat hij tevens haar erfgoed beheerde. Zo trad de familie van Renesse aan op Wulvengoed. Bijna honderd jaar later, in 1570, werd door het ontbreken van een mannelijke erfgenaam een dochter, Geertruid van Renesse, beleend met het Wulvengoed. Zij was gehuwd met Karel van Steenbergen. Het ligt voor de hand te veronderstellen dat de latere naam van dit goed “Steenbergens Bouwhof” afgeleid is van de naam
De Kostersteen 109, Augustus 2009
van deze Karel van Steenbergen en diens erfgenamen. Onder deze naam werd dit goed een eeuw later vermeld in de polderatlas van 1752/3. In 1646 werd het goed uit de leenplicht ontslagen, en in 1752 stond het op naam van Lubbert Adolph Torck, landdrost van de Veluwe en heer van Roosendaal. Dit was een zeer invloedrijk man. Hij had een vordering van niet minder dan f 40.000 op de heer van Doorwerth.
De Nergenabank in de Alexanderkerk.te Bennekom. In 1717 gaf Johan Karel van Eck, heer van Nergena opdracht tot de bouw van deze bank
Nergena En zo naderen we het hoogtepunt in de geschiedenis van Nergena, waarvan sprake was in de inleiding tot dit artikel. De erfgenamen van Lubbert Adolph Torck hebben in 1771 Steenbergens Bouwhof, voor f 13.011 verkocht aan hun buurman, Anthony George van Eck, heer van Nergena. Hendrik Teunisse was toen de pachter op Groot Steenbergen. Toen in 1810 alle inwoners van Nederland onder het Franse bewind van Napoleon werden verplicht zich met een zelf gekozen achternaam in te schrijven bij de gemeente, koos Hendrik Teunisse voor de naam ‘Van Steenbergen’. Hij was de stamvader van de familie Van Steenbergen die zich later een belangrijke positie zou verwerven in de agrarische gemeenschap van de Nergena en de Kraats; zie hiervoor het artikel van Wout Hol in deze Kostersteen. Anthony George van Eck was in 1760 zijn broer opgevolgd. Deze broer was in zijn tijd een belangrijk heerschap. Hij liet in 1731 een tekening maken door Cornelis Pronk van het ‘kasteel’ Nergena, dat gebouwd was tegen het einde van de 17e eeuw, dus waarschijnlijk nadat Lubbert van Eck Nergena had gekocht. Ook liet de broer van Anthony het Sterrebos aanleggen, een geometrisch aangelegde tuin naar de Franse mode van die tijd. Groot Steenbergen was niet de laatste uitbreiding van Nergena. In 1772 werden Anthony George van Eck en zijn vrouw beleend met de helft van het goed Harn en in 1782 ook met de andere helft. Haar zuster kreeg in 1792 nog Dikkenest in leen 9. Tegen het einde van de 18e eeuw omvatte het bij Nergena behorende bezit meer dan 300 morgen.
De Kostersteen 109, Augustus 2009
9
Het landgoed Nergena. (Bijgewerkt, ontleend aan Edelman-Vlam en Edelman). Het landgoed wordt omgrensd door de Dijkgraaf, de Langesteeg, de Nergenase Bosweg en de Lage Steeg (nu Dreeslaan). 1. Schoonhoven 2. Klein Nergena 3. Huize Nergena en Kolvenvijver 4. Uitweg via Dijkgraaf naar Wageningen 5. Wulvengoed, later Steenbergens Bouwhof, of Groot Steenbergen 6. Het Sterrebos 7. De vijver waarbij in 1954 Groot Nergena is gebouwd
Revolutie en afbraak Nergena De roemrijke periode van Nergena heeft niet lang geduurd. De kasteelwoning Nergena is omstreeks 1815 afgebroken. Ongeveer tezelfder tijd vielen ook het Bennekomse kasteel Harsselo en het Renkumse kasteel Grunsvoort onder de sloophamer. Zoveel afbraak in zo’n kort tijdsbestek, dat is geen toeval. Gebrek aan opvolgers kan zeker een rol hebben gespeeld. Maar er was ook een belangrijke maatschappelijke ontwikkeling. Tijdens de 18e eeuw had de adel een belangrijke positie op het Gelderse platteland. Dat gold met name voor de Veluwezoom, met aan de oostzijde kasteel
10
Roosendael en aan de zuidkant o.m. kasteel Doorwerth. Bennekom nam in dit geheel een aparte plaats in. Hier waren drie kastelen, Hoekelum, Harsselo en Nergena. Bovendien was de heer van Roosendael in deze contreien een belangrijke grootgrondbezitter. Ook waren er familierelaties van Roosendael met de bewoners van Harsselo. Veel meer dan in Ede en Lunteren was in Bennekom de adel prominent aanwezig.10 Het open landschap in de Nergena en de Kraats is mede gevormd door het adellijke grootgrondbezit. In de tijd van de Republiek had de adel op het platteland een dubbele machtsba-
De Kostersteen 109, Augustus 2009
sis. Als grootgrondbezitter hadden leden van de adel economische macht; daarnaast hadden zij bestuurlijke macht, zowel op provinciaal als lokaal niveau. Op provinciaal niveau vertegenwoordigde de ridderschap het platteland in de Staten; op plaatselijk niveau vormden leden van de adel het college van ambtsjonkers. In de loop der tijd hebben de ambtsjonkers meer macht naar zich toegetrokken, ten koste van de positie van de schouten.11 Zo waren zij o.m. belast met het innen van de belasting. In 1795 kwam mede met behulp van het Franse leger een eind aan de Republiek. Een van de eerste bestuursdaden van de nieuwe Bataafse Republiek betrof de afschaffing van de feodaliteit. Op zondag 15 februari 1795 werden in de Veluwse dorpen gemeenteraden gekozen; de ambtsjonkers hadden hun functie verloren.12 Het verlies van de bestuurlijke functies betekende in een aantal gevallen een gevoelig verlies aan inkomsten voor adellijke personen. Anthony George van Eck werd in 1775 opgevolgd door zijn weduwe. Zij vermaakte in 1792 al haar bezittingen aan de kleindochter van haar zuster Jacoba Louisa baronesse van Lynden. De bezittingen werden in 1810 verkocht aan Gerard van Hasselt, inspecteur der belastingen. Hij liet het huis en omliggende landerijen in 1815 publiekelijk veilen. Het huisperceel werd in de veilingsacte van 1815 als volgt omschreven: De Buitenplaats Nergena bestaande in een Capitaal fraay modern gebouwd en geheel onderkolderd heerenhuis, voorzien van 25 zo boven als beneden meest behangen
kamers, voorts knegts en meide kamers, kelders, ruime keukens, ruime zolders, Koetshuis en Stalling voor twaalf paarden, Bouwhuis en menagerie” en “voorts grote vijver, moes- en broeituinen met Exquise vruchtboomen beplant en een Engelsche naar de nieuwste smaak aangelegde Partij voor, bezijden en achter het Huys. 13 Die Engelse partij, die volgens de nieuwste smaak was aangelegd, zal er wel voor hebben gezorgd dat het Sterrebos, dat nog volgens de Franse stijl was aangelegd, als ouderwets zal zijn ervaren. Er waren verschillende kopers. Klein Nergena was in pacht bij de weduwe Hendriksen en werd gekocht door haar kleinzoon, Hendrik Harmsen Kroesbergen (1767-1852). Klein Nergena werd als volgt omschreven: “een boerenerf genaamd ‘Klein Nergena’, gelegen in de gemeente Bennekom, bestaande uit Huisinge, Hof, Schuur en Koornberg, Heghout en opgaande boomen, best bouw- en weiland …. Tezamen groot 24 morgen 3 1/8 hont, zijnde dit perceel leenroerig aan het Duitse Huis …. in pacht bij de Weduwe Hendriksen” 14 . Andere delen van Nergena werden gekocht door o.m. baron van Haersolte en Frank van Essen, die later ook Dikkenes zou kopen. Maar interessanter dan de lijst van kopers in 1815 is de consolidatie van bezitsverhoudingen die de kadasterkaart van 1830 laat zien. Boeren als eigenaar Een belangrijk deel van het voormalige landgoed Nergena blijkt in 1830 eigendom te zijn van boeren die voordien deze
De Kostersteen 109, Augustus 2009
11
Grondeigenaren Nergena in 1832. Links de Dijkgraaf, Rechts-boven de Nergenase Bosweg en rechts-onderde Lage Steeg,thansDreeslaan. Westelijk van de Lage Steeg is de vijver getekend waarachter thans Groot- Nergena ligt.
grond in pacht hadden. Eenzelfde ontwikkeling heeft zich voorgedaan bij de verkoop van gronden van het voormalige kasteel Harselo. De verkoop van adellijke goederen heeft in de eerste helft van de 19e eeuw de basis gelegd voor een zelfbewuste Bennekomse boerenstand met veelal grote bedrijven. Het oude Wulvengoed, later genaamd Groot Steenbergen, blijkt in 18330 in bezit te zijn van Jacob van Steenbergen (1774-1848), zoon van de eerder genoemde Hendrik Teunisse. Ten westen van het vroegere Groot Steenbergen heeft zijn broer Aart van Steenbergen (17691839) een aanzienlijk deel van Nergena in bezit. (Zie voor de verdere expansie
12
van de familie Van Steenbergen het artikel van Wout Hol in deze Kostersteen). Het westelijke gedeelte van het voormalige landgoed Nergena, met de boerderij Klein Nergena vlak bij de Dijkgraaf, is in 1830 in bezit van de familie Kroesbergen. Ten zuiden van het gebied dat in eigendom is bij Jacob en Aart van Steenbergen vinden we een aanzienlijk bezit van de weduwe Jan Maximiliaan van Hulstein en cons.. De rest van het landgoed is vrijwel geheel in het bezit van Hermanus Theodorus Prins. Zijn vader en zijn broer waren gevolmachtigden van de verkoper bij de verkoop. Misschien heeft dat geholpen. Zoals de kaart laat zien, bestond
De Kostersteen 109, Augustus 2009
dit eigendom uit twee duidelijk te onderscheiden gedeelten. Op het westelijke deel stond het kasteelhuis en een boerderij, terwijl op het oostelijke deel het sterrebos was te vinden.
Deze was in 1832, en waarschijnlijk reeds in 1815, de nieuwe eigenaar van het gedeelte van het voormalige landgoed waarop de kasteelwoning stond en waar het sterrebos was gelegen. Ook deze Hermanus Theodorus Prins was een man van aanzien. Hij was burgemeester van Ede, en tevens buurtrigter (voorzitter) van de Bennekomse Buurt, de vereniging van landeigenaren in Bennekom. Hij is degene die de kasteelwoning heeft laten afbreken. Vader en zoon hebben in die tijd in de Dorpsstraat van Bennekom een nieuw onderkomen gebouwd, genaamd de Prinsenhof. De zonnewijzer en de stenen bollen die de vroegere kasteelwoning sierden, werden overgebracht naar de Prinsenhof. Dit statige huis is inmiddels ook verdwenen; het stond op de plaats van het huidige adres Dorpsstraat 23. De zonnewijzer en de stenen bollen zijn nu te vinden bij Groot-Nergena dat in 1954 werd gebouwd. (zie het artikel van Henk Gijsbertsen in deze Kostersteen)
De familie Prins Niet lang na de veiling is het statige huis Nergena afgebroken. Wel bleef er een boerderij op het terrein staan, waar een pachtboer woonde. Dat is niet de tegenwoordige boerderij Nergena; deze is van meer recente datum. Theodorus Prins en zijn zoon Henricus Theodorus waren gevolmachtigden van de verkoper bij de verkoop van Nergena in 1815. Theodorus Prins was vanaf 1811 burgemeester van Bennekom; dat was in de tijd van de Franse overheersing, toen Bennekom een afzonderlijke gemeente was. Een andere zoon van deze burgemeester was Hermanus Theodorus Prins.
Hermanus Theodorus Prins gaf zowel het gebied rond de boerderij Nergena als het Nergenasche Bos door aan zijn zoon Theodoor, die evenals zijn vader burgemeester werd van Ede. Theodoor gaf op zijn beurt het erfgoed door aan zijn zuster Catharina (1833-1916). Zij was ongehuwd. Zij vermaakte het erfgoed aan de Prinsstichting, die in de Dorpsstraat van Bennekom het ziekenhuis Bethanië in stand hield. De boerderij Nergena met omliggende gronden die reeds werd gepacht door een telg uit het geslacht Van Steenbergen, werd in 1926 aan hem verkocht (Zie ook artikel van Wout Hol in deze Kostersteen). Het Nergenasche Bos
Klein Nergena Klein Nergena dat deel uitmaakte van het voormalige landgoed Nergena, werd in 1815 gekocht door Hendrik Harmsen Kroesbergen (1767-1852), een kleinzoon van de pachtster weduwe Hendriksen. Hij wordt opgevolgd door Gijsbertje Kroesbergen (1820-1900), die trouwt met Peter van Grootheest (1798-1861). Ook nu is er alleen een dochter voor de opvolging, namelijk Maria van Grootheest (1860-1909). Zij trouwt met Meeuwis Bouw (18621946) . Meeuwis Bouw wordt opgevolgd door Jan Hendrik Bouw. Dit is de laatste boer opKlein Nergena. Thans woont daar de kaashandelaar Vonk.
De Kostersteen 109, Augustus 2009
13
De naam Nergena op de huidige boerderij Nergena aan de langesteeg. Noten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Bieleman, p.19 Mijnsen p.28 Jappe Alberts, p.38 Dijkveld Stol, p.25 Idem, p 8. Idem, p.60 Idem, p.63
werd door de stichting Bethanië in 1919 verkocht aan Willem Alexander Insinger; deze woonde op huize Erica aan de Heelsumseweg. Erfgenamen van Insinger verkochten het bos in 1943 aan de Nederlandse Staat. In 1954 werd op dit terrein het huidige huis Groot Nergena gebouwd. Het landgoed is definitief verdwenen. De naam Nergena is nog te vinden op de voorgevel van de boerderij aan de Langesteeg nr.21, niet ver van de plaats waar het vroegere kasteel heeft gestaan.
8. Idem p.47 9. Idem p.74 10. Verstegen, p.162 11. De Jonge, passim 12. Verstegen, p.10 13. Dijkveld Stol, p.66 14. Idem.p.69
Literatuur Bieleman, J., Geschiedenis van de landbouw in Nederland 1500-1950. Meppel/Amsterdam 1992 Dijkveld Stol, J.J., De duizendjarige geschiedenis van het landgoed “De Nergena” temidden van de polders van Wageningen en Bennekom. Wageningen 1968 Edelman-Vlam, A.W., en C.H. Edelman, Over belangrijk grondbezit te Bennekom in het verleden. In: Een Veluws Dorp, pp.136-162. 1958 Jappe Alberts, W., Geschiedenis van Gelderland van de vroegste tijden tot het einde der Middeleeuwen. ’s Gravenhage 1966 De Jonge, Evert, De regering ten plattelande; De Veluwse ambtsjonkers: hun opkomst en de verwerving van adellijke hegemonie. In: Bijdragen en Mededelingen Gelre. 2007 Historisch Jaarboek voor Gelderland deel XCVIII., blz. 51 – 66 Mijnssen-Dutilh, Margriet, Amersfoort lag aan zee. Waterschapskroniek Vallei en Eem, deel 1 (777-1616). Utrecht/Leusden 2007 Verstegen, S.W., Gegoede ingezetenen; Jonkers en geërfden op de Veluwe 1650-1830. Arnhem 1990
14
De Kostersteen 109, Augustus 2009
Nergena, van buitenplaats naar boerenplaats Wout Hol Wie boer is, wil boer blijven. Boerenbedrijven, soms eeuwenoud, die opgebouwd zijn door het voorgeslacht, worden graag doorgegeven aan erfopvolgers. Bennekomse boeren vormen geen uitzondering op deze regel. In de Kraats treffen we in een vaak fijnmazig netwerk met talloze dwarsverbindingen de namen aan van oude boerengeslachten zoals Adams, Van Beek, Van de Berg, Jochemsen, Kroesbergen, Van Roekel en Van Steenbergen. Namen die verbonden zijn met boerenbedrijven waarvan de oorsprong ligt vroeg in de 19e eeuw. Dat waren toen nog gemengde bedrijven, een combinatie van veeteelt en akkerbouw. Na de periode van de Franse overheersing aan het eind van de 18e eeuw en het begin van de 19e eeuw, waarin de oude machtsstructuren in ons land drastisch veranderden, was een nieuw politiek klimaat ontstaan, zeker ten gunste van de boerenstand. Vóór die periode was in Bennekom een belangrijk deel van de boerengrond in eigendom van de adel. Boeren waren pachters. Nadien kwam boerengrond meer en meer in eigendom van de boeren zelf. De feodaliteit werd formeel afgeschaft in 1795. Dat had ook grote gevolgen voor Nergena. Zie hiervoor ook het artikel van Ad Nooij in deze Kostersteen. Boerenstand Het is het begin van boerenfamilies die op eigen naam onroerende goederen verwierven en de ambitie hadden tot verdere groei. Groei in agrarische bedrijvigheid. Andere bedrijfstakken en beroepen bleven lange tijd uitgesloten. Die groei werd bereikt door het aankopen van grond, door huwelijken met partners die een overeenkomstig erfgoed inbrachten, en door nieuwbouw van boerderijen voor de volgende generatie. Het waren boerenfamilies die bestuursverantwoordelijkheid wilden en konden dragen. Functies als buurtmeester, ouderling, kerkvoogd of notabel, raadslid, in de registers komen hun familienamen voor. Groot was de eensgezindheid ten tijde van de Doleantie; massaal nam de Bennekomse boerenstand afstand van de Hervormde Kerk en raakte nauw betrok-
Het verhaal gaat dat…lang geleden… een boerenzoon op het vrijerspad contact kreeg met een kruideniersdochter. Dat was niet volgens de regel. In eigen kring schamperde men: “Hij wil suukerballe goan verkope”.
Het verhaal gaat dat…lang geleden… een nog maar korte tijd inwonende schoonzoon zijn middagmaal wat magertjes vond. Zijn schoonmoeder rechtstreeks op de hak nemen durfde hij niet. Hij neemt de juskom, schept nog wat jus op zijn bord en vraagt aan de knecht naast hem: “Wil jij ook nog wat, anders geef ik het aan de bloemen”.
De Kostersteen 109 Augustus 2009
15
ken bij de totstandkoming van de Gereformeerde Kerk. Na de landbouwcrisis van 1880 ontstond de coöperatieve samenwerking, eerder in Duitsland geïntroduceerd door burgemeester Raiffeisen. Dit gedachtegoed werd door de Bennekomse boeren op ruime schaal in praktijk gebracht door het stichten van diverse coöperatieve verenigingen, zoals de aan- en verkoopvereniging Landbouwbelang, de Boerenleenbank en de Eerste Coöperatieve Dorschvereeniging. En men deed mee met de eierveiling en de melkfabriek, ook op coöperatieve grondslag. Deze boerenfamilies stonden in hun traditie met gepaste trots maar ook met gematigdheid. In de mooie kamer een gebogen kabinet, en op stal een Gelders paard voor de tilbury. Ook was er een knechtenkamer op ´de hilt´ (zolderverdieping op de deel) en een meidenkamer. Godvrezend waren zij, in het bezit van stichtelijke literatuur en gekochte zitplaatsen in de kerk. Met een terughoudende levensstijl, want het bedrijf stond voorop. Van Steenbergen Opvallend is hoe sterk de familienaam Van Steenbergen, zeker tot de vijftiger jaren van de vorige eeuw, vertegenwoordigd is aan de Langesteeg, de openbare weg die de noordelijke grens vormde van het oude landgoed Nergena. Dat kan geen toeval zijn, daar moeten historische structuren achter zitten. De ontwikkeling van dit gebied na de feodale periode is nauw verbonden met de familie Van Steenbergen. Als we de historische ontwikkeling rond de boerderijen van die familie in kaart hebben ge-
16
bracht, dan zal daarmee ook impliciet het verhaal van Nergena van na 1800 zijn verteld. Overigens niet helemaal, want op Klein Nergena, aan de westzijde van het voormalige landgoed, speelde een andere familie (Kroesbergen, gevolgd door Van Grootheest en Bouw) een belangrijke rol. In 1811 is Nergena verkocht aan Gerard van Hasselt, inspecteur der belastingen van het voormalige hertogdom Gelre. In 1815 vond een openbare veiling plaats waarbij het landgoed Nergena in delen werd verkocht. Een van de kopers was Theodorus Prins, burgemeester van Bennekom, en zijn zoon Henricus Theodorus. Het statige huis werd toen afgebroken en de familie Prins ging wonen aan de Dorpsstraat in Bennekom in een nieuw gebouwd huis: De Prinsenhof. De stenen bollen van het poorthek en de zonnewijzer bleven gespaard en verhuisden mee. Kaart Om een voorstelling te krijgen van de situatie die de familie Prins met betrekking tot Nergena achterliet, kunnen we de kadastrale kaart van 1832 raadplegen. (Zie tekening hierna). Door het midden van de tekening loopt van oost naar west de Langesteeg. Ten noorden van de Langesteeg zien we Den Breukelderweg. Beide wegen lopen op de rand van hoger gelegen land: de dekzandruggen. Om het tussen de twee wegen liggende drassige land wat comfortabeler te kunnen oversteken waren dijkjes aangelegd, het Steenbergensdijkje (niet meer bestaand) tegenover boerderij Steenbergen en het Harnsedijkje (nog wel bestaand) tegenover boerderij De Harn. De later aangelegde Dreeslaan / Mans-
De Kostersteen 109 Augustus 2009
holtlaan is met een stippel-lijntje toegevoegd. Onze aandacht richt zich nu op het blok van de kaart waarin “2e blad” staat. Daar lag het landgoed Nergena. We treffen het kasteel niet meer aan op de schets. We zien wel drie rondjes die de nog steeds bestaande vijvers op het landgoed aanduiden. Aan de noordzijde van het gebied staan drie boerderijen aan de Langesteeg aangegeven: in het westen tegen de Dijkgraaf: Klein Nergena, in het midden: Nergena en in het oosten: Steenbergen. Deze laatstgenoemde boerderij ligt tegenwoordig aan de Driestweg; vóór de afsluiting vanwege de Dreeslaan was dit een gedeelte van de Langesteeg. In de 18e eeuw werd deze boerderij aangeduid als Groot- of Hoog Steenbergen. Klein Nergena komt in 1815 in handen van de familie Kroesbergen. Boerderij Nergena, in 1832 omschreven als huis en tabaksschuur, blijft nog lange tijd in eigendom van de familie Prins. In 1901 wordt in opdracht van Catharina
Prins het voorhuis van de huidige boerderij gebouwd. Op de boerderij Groot Steenbergen woonde Hendrik Teunisse (1740-1828) en zijn vrouw Aaltje Aartsen. Zij waren pachters op dit bedrijf. Met Hendrik Teunisse en Aaltje Aartsen als beginpunt volgen wij onderstaand de familielijnen om tot ons doel te geraken: inzicht in de ‘boerderijen-geschiedenis’ van hun nazaten tot en met de eerste helft van de 20e eeuw. Het ontstaan van hun boerderijen, of zij nog bestaan en waar zij staan, daar gaat het ons om. En in het bijzonder in de relatie met het oude Nergena. Hendrik Teunisse en zijn drie zonen Hendrik Teunisse en Aaltje Aartsen (van Manen) krijgen zes kinderen. Als in de Franse tijd iedereen een achternaam moet kiezen, neemt Hendrik Teunisse in 1812 de naam van zijn boerderij ‘Van Steenbergen’. Hendrik Teunisse van Steenbergen overlijdt in 1828. Er zijn drie opvolgers in de mannelijke lijn: Willem, Aart en Jakob.
De Kostersteen 109 Augustus 2009
17
De voormalige boerderij Groot Steenbergen, alias De Dikke Boom. De boerderij is in 1948 herbouwd. Zoon Willem gaat boeren ten zuidoosten van boerderij Steenbergen aan de Agterstraat. Hij trouwt met Grietje Gerrits en vernoemt de boerderij naar zijn vrouw: de Grietjeshoeve. De boerderij bestaat niet meer; wel vinden we op die plaats de Grietjeshof, een straatnaam die herinnert aan Grietje Gartsen. Pardon, beter gezegd: Grietje van Steenbergen van de Grampel. Er worden drie kinderen geboren. Willem overlijdt in 1812. Deze familietak raakt uitgestorven. Zoon Aart (1767-1839) betrekt boerderij De Harn. Mogelijk mede door zijn huwelijk met Klaasje Kroesbergen krijgt hij deze boerenplaats als pachter. Het echtpaar krijgt zes kinderen. Zoon Jacob (1774-1848) blijft op Groot Steenbergen. Hij trouwt in 1828
18
met Willempje van Grootheest. Er worden vier kinderen geboren. Al in 1815 komen de broers Aart en Jacob en hun zwager Jan van Soetendaal voor als gezamenlijke kopers van een perceel op Nergena. In 1832 bezitten Aart, Jacob en de Wed. Willem van Steenbergen samen ruim 103 ha. grond op diverse plaatsen in Bennekom.
Drie lijnen Aan de hand van de familiestamboom volgen we nu de lijnen van Aart en van Jacob naar de eerste helft van de 20e eeuw. Op zoek naar boerderijen. Zoals het schema hiernaast laat zien, splitst de lijn van Aart zich in twee lijnen. In totaal zijn er dan drie lijnen: de lijn Dijkgraaf, de lijn Nergena en de lijn Steenbergen. Deze drie
De Kostersteen 109 Augustus 2009
lijnen zullen we nader gaan bekijken. We beginnen met de lijn Dijkgraaf.
Hendrik Teunisse van Steenbergen
Lijn Dijkgraaf Zoals hierboven al vermeld, Jacob Aart betrekt Aart (1767-1839) de boerderij De Harn op Harnsedijkje 2. Zijn zoon Teunis zal Teunis Hendrik hem daar opvolgen (zie verder bij 'lijn Nergena'). Maar zijn oudste zoon Hendrik (18061858) krijgt een boerderij aan de Dijkgraaf. De boerderij aan Steenbergen Dijkgraaf Nergena de Dijkgraaf wordt door Hendrik doorgegeven aan zijn zoon Aart (1826-1902). Deze heeft zijn zoon Hendrik Jan, die de boerderij op drie zonen, Marinus (1862-1942), Teuzijn beurt doorgeeft aan zijn zoon Aart. nis (1865-1962) en Hendrik Jan (1868De oudste zoon van Aart (1826-1902) is 1955), die hij elk graag op een eigen Marinus (1863-1942). Voor hem wordt in boerderij ziet. Ook heeft hij een dochter 1883 de boerderij aan de Langesteeg 17 Maria Maatje (1878-1972). De boerderij gebouwd. Diens zoon Aart (1891-1940) aan de Dijkgraaf wordt voortgezet door zal deze boerderij overnemen, maar voor Lijn Dijkgraaf Hendrik Teunisse (1740-1828) Aart (1769-1838) Hendrik (1806-1858) x Jantje van Eck Aart (1826-1902) x Geertruida Maassen Hendrik Jan (1868-1955) x Cornelia van Steenbergen Aart x Teuni van de Vliert Marinus (1862-1942) x Willempje van Steenbergen Aart (1891-1940) x Elisabeth Jochemsen Hendrik (1889-1960) x Maria Jochemsen Teunis (1865-1962) x Maatje van de Berg Aart (1898-1991) x Antje Hop Hendrik (1901-1986) x Klaasje Melissen Maas (1903-1978) x Hendrikje van Beek Jannetje (1905 – 1984) x Cornelis Klaas van St. Maria Maatje (1878 – 1972) x Cornelis Jochemsen
De Kostersteen 109 Augustus 2009
Steenbergen De Harn Dijkgraaf 1/A id. id. id. Langesteeg 17 id. Langesteeg 14 Langesteeg 33 id. L. Rijnsteeg 39 Harnsedijkje 7 Zie Nergena Langesteeg 18
19
zijn oudste zoon Hendrik (1889-1960) wordt een nieuwe boerderij gebouwd op het adres Langesteeg 14. Er zitten zo langzamerhand heel wat Van Steenbergens op de Langesteeg. Maar het gaat nog verder. Teunis, een derde zoon van Aart (1826-1902) betrekt de boerderij aan de Langesteeg 33. En dochter Maria Maatje trouwt met Cornelis Jochemsen van boerderij Schoonhoven en zij vestigen zich op Langesteeg 18. Lijn Nergena Aart van Steenbergen (1767-1839) werd door zoon Teunis (1814-1879) opgevolgd op boerderij De Harn. Diens zoon, Aart Teuniszoon (1850-1918), verruilde de Harn voor Nergena. Hij trouwde in 1879 met Gerritje Adams (1853-1933). Zoals vermeld werd het voorhuis van Nergena gebouwd in 1901 en met ingang van 9 oktober van dat jaar ging Aart de boerenhofstede “De Nergena” huren voor de prijs van Fl. 540, - per jaar, pachtrecht niet inbegrepen. Nerge-
na bestaat dan uit woonhuis annex tabaksschuur, schuur, schaapskooi, twee korenbergen, huis, tuin, tabaksbouw, wei en hooiland en uitwegen. Opmerkelijk is dat in deze omschrijving twee huizen worden genoemd. Dat doet vermoeden dat de oude boerderij, in 1832 genoemd als woonhuis en tabaksschuur, in etappes is herbouwd naar het hedendaagse complex. Bezien we opnieuw de details op de kaart van 1832 dan blijkt dat het oude “huis annex tabaksschuur” aan de andere zijde van de inrit was gelegen. Ondanks de voortdurende aandacht voor investeringen in landerijen groeiden de financiële reserves van Aart Teuniszoon. In de 19e eeuw werden diverse 'tiendpligtigheden' afgekocht en werd bovendien geld besteed aan het verstrekken van hypotheken aan particulieren. Ook de sigarenindustrie in Wageningen werd mede door hem gefinancierd, waarschijnlijk om de afzet van de eigen geproduceerde tabak veilig te stellen. Aart Teuniszoon (1850-1918), de eerste
Lijn Nergena Hendrik Teunisse (1740-1828) Aart (1767 – 1839) Teunis (1814 – 1879) x Cornelia Breunissen Aart Teuniszoon (1850-1918) x Gerritje Adams Cornelis Klaas (1894-1991) x Jannetje v Steenbergen Cornelia (1880-1953) x Jacob van Steenbergen Joachem (1881-1970) x Willempje Jochemsen Teunis Jan (1883-1977) x Jantje van Steenbergen Aaltje (1886-1967) x Reijer Jochemsen Jan (1888-1976) x Gijsbertha Lokhorst Evert (1891-1980) x Geertruida Bouw Marinus (1889-1976) Klaasje (1897-1990)
20
De Kostersteen 109 Augustus 2009
Steenbergen De Harn De Harn Nergena id. Rijnsteeg 14 Oud Dickenes Maanderbuurtweg Dickenes 1910 Woudenberg De Hul Langesteeg 27 id.
Van Steenbergen op boerderij Nergena, kreeg een groot gezin; er werden elf kinderen geboren waarvan er twee jong zijn overleden. Staande in de traditie van erfopvolging in de boerenstand zal de toekomst van zijn kinderen hem vast en zeker de nodige zorgen hebben opgeleverd. Natuurlijk zal in zijn gepuzzel gerekend zijn met in te brengen ‘bruidsschatten’ van toekomstige partners. Misschien lag er een mogelijkheid bij boerderij Dickenes (68 ha.). Die was voor de helft in eigendom van zijn zuster Klaasje en haar man Cornelis Kroesbergen. De andere helft was van zijn vrijgezelle broer Marinus. Op Dickenes waren geen opvolgers. Het enige kind van Klaasje, Hendrikje Teunisje, was als baby al overleden. En deze familie bezat inmiddels ook (een deel van?) Nergena. Zeker was de mogelijkheid om een van zijn kinderen op de boerderij De Hul te plaatsen, deze boerderij kwam via zijn vrouw in eigendom. Geleidelijk aan ziet hij zijn kinderen uitvliegen. Zijn dochter Cornelia (1880-1953) ver-
bond zich in 1909 met Jacob van Steenbergen, die afkomstig was uit de 'lijn Steenbergen' van de boerderij Groot Steenbergen (zie verderop). Zij vertrokken naar Rijnsteeg 14. Zoon Joachim (1881-1970) verliet het gezin in 1910 om te gaan boeren op Dickenes. Een volgende zoon, Teunis Jan (1883-1977) kreeg in 1913 zijn plaats in Ede aan de Maanderbuurtweg. Voor dochter Aaltje (18861967) en haar toekomstige man Reijer Jochemsen werd in 1910 een nieuwe boerderij gebouwd op Dickenes. Zoon Jan (1888-1976) vond in 1916 zijn plaats in Woudenberg. Vader Aart Teuniszoon overleed in 1918. Zijn vrouw bleef toen achter op Nergena met nog vier ongetrouwde kinderen. Een jaar later vertrok Evert (1891-1980) naar boerderij De Hul. De drie overgebleven kinderen, Marinus (1889-1976), Cornelis Klaas (1894-1991) en Klaasje (18971990), zetten het bedrijf op Nergena voort. In 1926 werd het oude bedrijfsgedeelte achter het nieuwe voorhuis vernieuwd. Het huwelijk in 1930 van Corne-
Lijn Steenbergen Hendrik Teunisse (1740-1828) Jacob (1774-1848) x Willempje van Grootheest Teunis (1837-1909) x Wilhelmina van Schothorst Jacob (1884-1976) x Cornelia v Steenbergen Maria Wilhelmina (1886) x Cornelis Heij Reijer (1888) x Gerritje Adams Willem (1890) x Klaasje Adams Hendrik (1893) x Roelofje v d Broek Aaldert (1896) x Willemina Gerritsen Albertus Hendrikus (1898) x Johanna v Vliet Jan Teunis (1900-1916) Marinus (1904) x Gijsbertha Bouw
De Kostersteen 109 Augustus 2009
Steenbergen Steenbergen Steenbergen Rijnsteeg 14 Harsloweg 1 Rijnsteeg 10 Dijkgraaf 1 Betuwe Steenbergen, oost. Steenbergen, dikke boom
21
lis Klaas noopte Marinus en Klaasje om ten westen van de boerderij grond af te zonderen en daarop een nieuw herenhuis te bouwen: Langesteeg 27. Marinus en Klaasje bleven ongehuwd. Alle kinderen van Aart Teuniszoon kregen hun plaats en zij erfden in gelijke delen de eigendommen van Cornelis Kroesbergen en Klaasje van Steenbergen van Dickenes. Op 13 december 1921 vond de formele overdracht plaats van de boerderijen Dickenes en Nergena. Op 8 februari 1927 gevolgd door de verdeling van hun overige bezittingen. De formele bekrachtiging van de toewijzing van de boerderijen aan de kinderen vond plaats op 17 november 1925 met een acte van scheiding van de nalatenschap van wijlen de Heer Aart van Steenbergen Teuniszoon te Bennekom.
Lijn Steenbergen De derde lijn die we volgen is de lijn van de oorspronkelijke boerderij Groot Steenbergen, waaraan de familie haar naam heeft ontleend. Zoals eerder vermeld, was Hendrik Teunisse (17401828) degene die in 1772 de boerderij Groot Steenbergen kocht. Hij had drie zonen, Willem, Aart en Jakob. Zoon Jacob (1774-1848) blijft op Groot Steenbergen. Hij trouwt in 1828 met
Willempje van Grootheest. Er worden vier kinderen geboren. Jacob van Steenbergen werd op boerderij Steenbergen opgevolgd door zoon Teunis (1837-1909). Teunis trouwde in 1883 met Wilhelmina van Schothorst (geb. 1862). Zij kregen negen kinderen. De oudste daarvan, Jacob (1884-1976), trouwde in 1909 met de eerdergenoemde Cornelia van Steenbergen (zie bij de 'lijn Nergena') en vestigde zich aan de Rijnsteeg nr.14. Maria Willemina (1886) trouwde in 1914 met Cornelis P. Heij, huisschilder in Bennekom aan de Brinkstraat nr. 14. Zij was daarmee een van de weinigen in de familie die de boerentraditie niet voortzette. Reijer (1888) ging boeren aan de Harsloweg nr. 1. Willem (1890) op Rijnsteeg 10. Hendrik (1893) betrok de boerderij aan de Dijkgraaf 1. Aaldert (1896) vertrok naar de Betuwe. Albertus Hendrikus (1898) bleef op Steenbergen, hij betrok het oostelijk deel van het complex. Jan Teunis (1900) overleed op 16-jarige leeftijd. En de jongste uit het gezin van Teunis en Wilhelmina, Marinus (1904), vestigde zich in de ouderlijke woning. Van geslacht op geslacht Boerderij Steenbergen (de dikke boom) wordt thans bewoond door het echtpaar M.W. van Steenbergen en J.H. van Steenbergen – Van Steenbergen.
Bronnen - Dank aan: Gerrit Jochemsen (Dickenes), Riet van Steenbergen (Nergena) en Wim van Steenbergen (Dijkgraaf 1) voor de informatieve gesprekken. - Genealogische bestanden. - Archivalia.
22
De Kostersteen 109 Augustus 2009
De twee boerderijen ‘Steenbergen’ aan de Driestweg, herbouwd als ‘herenhuis’ nadat tijdens WO II. de oorspronkelijke boerderij was verwoest.
De voormalige boerderij ‘De Grietjeshoeve’
Langesteeg 17
Langesteeg 14
Langesteeg 18
De Kostersteen 109 Augustus 2009
23
Boerderij Nergena, Langesteeg 21
Langesteeg 33
Langesteeg 27
Langesteeg 35 ´Klein Nergena´
Harnsedijkje 7 ´Nieuw Raven´
24
De Kostersteen 109 Augustus 2009
Groot-Nergena Henk Gijsbertsen
Eind 2007 publiceerde minister R. Plasterk een lijst met 100 objecten uit de Wederopbouw-periode (1946-1958), die volgens hem in aanmerking komen voor de status van beschermd rijksmonument. Eén van deze objecten is het gebouw “Groot Nergena” van het voormalige IVRO/RIVRO, nu SERES, aan de Dr. W. Dreeslaan 1, in Bennekom. Dit gebouw uit 1954, is een ontwerp van de toenmalige Rijksbouwmeester G. Friedhoff en zijn rechterhand, de architect M. Bolten. Twee andere ontwerpen van Friedhoff, de Vuurtoren van Ouddorp (1950) en het Belasting-kantoor van Amsterdam (1958), zijn ook op deze lijst voorgedragen als monument. Friedhoff was Rijksbouwmeester van 1946 tot 1958. IVRO Als voorbeeld voor het te bouwen hoofdgebouw van het IVRO maakte Friedhoff gebruik van een tekening van C. Pronk van 1731 van het “Heerenhuis Nergenna”. De originele tekening bevindt zich in het archief van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie te’s Gra-
28
venhage. Ondanks het feit dat Nederland door Duitsland werd bezet, werd op 29 juli 1942 het IVRO (Instituut voor Rassenonderzoek van Landbouwgewassen) opgericht. Het Instituut kwam tot stand als een direkt gevolg van het inwerking treden van het “Kweekersbesluit 1941”.
De Kostersteen 109 Augustus 2009
Dit besluit opende de mogelijkheid voor de kwekers om op de door hen gekweekte produkten eigendomsrechten te krijgen, waardoor voor hen uitzicht ontstond op een redelijke beloning voor hun werkzaamheden. Per 1 juni 1967 trad de Zaaizaad- en Plantgoedwet in werking ter vervanging van dit Kwekersbesluit van 1941. De taak van het IVRO werd vastgesteld bij beschikking van 29 juli 1942 van de Directie van de Landbouw. Het Instituut moest in samenwerking met andere instellingen en diensten die met landbouwkundig onderzoek belast waren, onderzoek verrichten met betrekking tot rassen van landbouwgewassen ten behoeve van: a. de Raad voor het Kwekersrecht b. de Commissie die belast is met de samenstelling van de Rassenlijst voor Landbouwgewassen Met ingang van 1 september 1942 werd Ir. J.K. Groenewolt benoemd tot directeur van het Instituut. Een maand later kreeg Dr.Ir.F.E. Nijdam een aanstelling als plaatsvervangend directeur. Weer een maand later (1 november 1942) kwam Ir. J.A.Hogen Esch als landbouwkundige in dienst. Huurpanden In de beginjaren werd er onder zeer moeilijke omstandigheden gewerkt. Op 1 oktober 1942 werd in Wageningen het pand Schoolstraat 4/4a gehuurd. Op 1 januari 1943 kwam hier het pand Hoogstraat 105 bij. Meer dan 10 jaar heeft men zich in deze twee huurpanden moeten behelpen. Het waren geen ideale werkomstandigheden. Op 1 juli 1943 kocht het Rijk ± 45 HA grond op de grens van Wageningen en Bennekom van
de heer W.A. Insinger. Het betrof de percelen “De Born-Noord” en het “Nergenasche Bosch”. Door het verloop van de 2e Wereldoorlog duurde het echter nog tot 15 augustus 1945 voor met de herontginning van de proefterreinen door de Nederlandsche Heidemaatschappij kon worden begonnen. Op 25 november 1949 werd de proefboerderij “De Hoge Born” in gebruik genomen. Deze boerderij is van het type “Groninger tweekapschuur”. De architect hiervan was J. Wiedijk. De boerderij is gelegen op Wagenings grondgebied aan de Bornsesteeg, op de grens met Wageningen en Bennekom. (Is nu een Zorgboerderij). De herontginning en drainering van de grond heeft 6 jaar geduurd, op 31 oktober 1951 was men hiermee gereed. Op 5 september 1952 vond eindelijk de aanbesteding door de Rijksgebouwendienst van het nieuw te bouwen hoofdgebouw “Groot Nergena” plaats. Opening Het hoofdgebouw ligt op Bennekoms grondgebied en kreeg als adres Nieuwe Wageningseweg 1, Bennekom. De officiele opening werd op 25 juni 1954 verricht door de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, S.L. Mansholt. (Na 1958 Dr. S.L. Mansholt). Voor de openingstoespraak van de directeur werd in het voorjaar van 1954 door het personeelslid Ir. J.J. Dijkveld Stol l.i., een studie gemaakt van de geschiedenis van het vroegere landgoed “De Nergena”. Van eind 1964 tot de zomer van 1967 is er bij tussenpozen gewerkt om al de in 1954 verzamelde gegevens te bundelen tot een boekwerk. Dit resulteerde in 1968 tot de uitgifte van het
De Kostersteen 109 Augustus 2009
29
boek: “De duizendjarige geschiedenis van het landgoed “DE NERGENA” temidden van de polders van Wageningen en Bennekom”. Het boek werd op stencil gezet en er werden 50 exemplaren van afgedrukt. Het is echter nooit in de handel uitgegeven.
Gevelsteen boven de hoofdingang Boven de hoofdingang van het gebouw is een gevelsteen ingemetseld. Het beeldhouwwerk is van de Amsterdamse beeldhouwer Atze Haitsma. Er zijn 5 figuren afgebeeld, die in relatie tot het (graan) ras staan. Vier mannen en één vrouw. V.l.n.r. zijn dit: De kweker, die zijn kweekprodukt geeft aan de boer, die het ras gaat verbouwen. De koopman kijkt de wereld in waar hij de oogst op de markt kan brengen. De bakker, als symbool voor ambacht en industrie, verwerkt de oogst tot het eindprodukt. Hij overhandigt het brood aan de huisvrouw, de consument”. In 1969 kreeg het IVRO de zonnewijzer van het herenhuis “Nergena” van de familie van der Mandele, erfgenamen van de familie Prins. De zonnewijzer die in 1731 al op tekening van C. Pronk voor
30
kwam. Zie hiervoor De Kostersteen, no. 81 van september 2002. De bollen die op het achterhek van “Het Prinsenhof”, aan de Dorpsstraat in Bennekom hadden gelegen, waren al eerder aan het IVRO geschonken. Die kwamen nu op de toegangspoort te liggen. In 1985 is (op mijn verzoek) de zonnewijzer op de Edese Gemeentelijke Monumentenlijst geplaatst. In 1977 fuseerde het IVRO met het I.V.T. (het Instituut voor de Veredeling van Tuinbouwgewassen) en werd toen het RIVRO, het Rijksinstituut voor het Rassenonderzoek van Cultuurgewassen. Bij de aankoop van de landerijen van Nergena door het Rijk, behoorde ook de voormalige toegangsweg (oprijlaan) naar het kasteel/herenhuis “Nergena”, de “Nergenase Bosweg”, een laan met drie rijen eikenbomen. Deze loopt nu vanaf de Molenstraat naar de Dr. W. Dreeslaan. (Vroeger was dit vanaf de Langesteeg naar de Nieuwe Wageningseweg.) Het IVRO gebruikte deze weg onder andere voor het aanleggen van proefveldjes met graszaden. Welk graszaadras was het beste bestand tegen bomen? (schaduw, vocht, wortels). De gemeente Ede heeft in het midden van deze weg de riolerings-persleiding liggen van het dorp Bennekom naar de rioolzuiveringsinstallatie aan de Dr. Dreeslaan. Een aantal putdeksels van deze riolering is nog duidelijk zichtbaar in de weg. Bij notariële akte van 5 december 1988 werd deze grond door de Dienst der Domeinen, op verzoek van het RIVRO, aan de Gemeente Ede verkocht.
De Kostersteen 109 Augustus 2009
Nadat Dr.W. Drees op 14 mei 1988 was overleden, vroeg de raadsfractie van de P.v.d.A. in de Gemeente Ede, om een straat naar hem te willen vernoemen. Door de gemeenteraad van Ede werd hierop besloten de Nieuwe Wageningseweg om te dopen in Dr. W. Dreeslaan. Op 10 februari 1989 werd het bord Dr.W. Dreeslaan door Dr. S.L. Mansholt en Ineke Drees, een kleindochter van Dr. Drees, onthuld. Na nog een aantal fusies en naamsveranderingen (CRZ en CPRO-DLO) vertrok het RIVRO in 1994 uit het gebouw en kwam dit leeg te staan. Hiermee kwam aan 40 jaar Rassenonderzoek in Bennekom een einde. Een nieuwe bestemming Makelaar A. Hartman uit Bennekom bood het pand voor 1.750.000 gulden te koop aan. Koper was (augustus 1995) de Dienst Landbouw Voorlichting uit De Meern. (DLV). In Maart 2003 zette ma-
kelaar Hartman het weer te koop. Nu voor € 3.300.000. Ook nu werd er een koper gevonden, n.l. het kantoor van SERES Accountants en Belastingadviseurs uit Wageningen. Op 18 september 2004 werd met de onthulling van de gerestaureerde zonnewijzer, door de Edese loco-burgemeester W.Dekker en de Wageningse burgemeester A. Pechtold, het gebouw officieel geopend. Nadat minister Plasterk eind 2007 het pand voordroeg als Rijksmonument, heeft de gemeente Ede, alle hiervoor in aanmerking komende instanties om advies gevraagd. In oktober 2008 is daarna door de gemeente een positief advies afgegeven aan de Rijksdienst. (Sinds 11 mei 2009 heet deze dienst officieel de: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.) De eigenaar (SERES) kan tegen dit advies nog bezwaar aantekenen. Het wachten is nu op de beslissing van de minister en een eventueel Koninklijk Besluit.
Groot-Nergena met de grote vijver. In het bosje achter Groot Nergena ligt de kleine vijver verborgen.
De Kostersteen 109 Augustus 2009
31
Huize Erica te Bennekom Ad Nooij De bouw van de aanzienlijke villa Erica werd voltooid in 1873. Opdrachtgever en eigenaar was Hendrik Willem Dros die in 1870 een stuk grond, zuidelijk van de Bennekomse begraafplaats had gekocht van de familie Folmer. Dros was geen onbekende in Bennekom. Zijn vader, Cornelis Dros, had reeds in de jaren veertig van de 19e eeuw 111 ha grond (dennenbos en heide) verworven toen de domeingronden oostelijk van Bennekom publiekelijk werden verkocht. Dit gebied is thans onderdeel van de boswachterij Oostereng te Wageningen. Dros was een aanzienlijk grootgrondbezitter. Zo bezat hij tezamen met A.Thieleman, evanals Dros zeepzieder te Leiden, een nieuw aangelegd dennenbos van 137 ha in de omgeving van de Buunderkamp. Bewoners Dat zoon Hendrik Willem zich metterwoon te Bennekom vestigde, had niet alleen te maken met de grondaankopen door zijn vader, maar ook met de verbeterde verbindingen – spoorlijn en tramweg - van Bennekom met het westen van het land. De villa Erica werd gebouwd op een grondstuk van 11.000 ca. Later is dit
gebied in oostelijke richting uitgebreid met 13.540 ca., en aan de overzijde van de huidige Heelsumseweg met 9.680 ca. In 1898 verkoopt Dros het landgoed aan Willem Alexander Insinger (1857-1921), die stamde uit een Amsterdams koopmansgeslacht. Omstreeks 1895 kwam hij naar Bennekom. Aanvankelijk woonden hij als huurder op huize Zuidereng. In 1898 werd de villa Erica betrokken, een huis van veel grotere omvang. Insinger was ook geïnteresseerd in het landgoed Oostereng, dat toen eigendom was van de familie Quarles van Ufford. Op 16 april 1899 vond de aankoop plaats ten huize van Willem Alexander Insinger voor notaris W.F.J. Fischer. Het landgoed Oostereng was Huize Erica in eerste helft 20ste eeuw. Rechts de oranjerie op dat moment 161 ha groot.
32
De Kostersteen 109, augustus 2009
Op Oostereng liet Insinger een geheel nieuw landhuis bouwen, ontworpen door de architect J.W. Hanrath (1867-1932). Dit is dezelfde architect die in 1917 een nieuw ontwerp voor kasteel Hoekelum maakte, nadat de Rijkscommissie voor Monumentenbeschrijving op voorspraak van de architect J Cuypers had geoordeeld dat het oude Hoekelum van onvoldoende belang was om behouden te blijven. In 1898 was Insinger financieel betrokken bij de oprichting van de ‘Naamlooze vennootschap Stoomzuivelfabriek De Hoop’ te Wageningen. In 1903 vond een fusie plaats met Ede en ontstond de Coöperatieve Vereeniging Stoomzuivelfabrieken Concordia Wageningen-Ede, waarbij de heer Insinger werd gekozen tot voorzitter van de Commissie van Toezicht. In 1901 werd hij lid van de gemeeteraad te Ede. Insinger verhuisde in 1909 naar het nieuw gebouwde landhuis Oostereng.
Huize Erica werd toen verkocht aan Jan Maurits Brants. Na diens overlijden in 1926 bleef zijn weduwe Sara Brants-van der Hoop er wonen tot 1944. In oktober 1944 moest de gehele bevolking van Bennekom evacueren. Mevrouw Brants zou niet meer terugkeren naar Erica, zij overleed in Ede. In 1954 verkochten de erfgenamen het landgoed Erica voor f 62.500,-- aan de Coöperatieve Woonvereniging Erica. Dit had tot gevolg dat Erica een totaal andere bestemming kreeg. Er worden 51 bejaardenwoningen gebouwd; tegenwoordig zouden we dat seniorenwoningen noemen. De inrichting van het terrein werd gemaakt door J.T.P. Bijhouwer, hoogleraar tuinarchitectuur te Wageningen. In 1978 werd de Coöperatieve Woonvereniging omgezet in een Vereniging van Eigenaars. Huize Erica staat op de gemeentelijke monumentenlijst.
Literatuur: - Bodlaender, K.B.A., en B. Hulst (red.), Kasteel en landgoed Hoekelum;. Stichting Vrienden van Hoekelum en de Stichting Luthers Buitencentrum, 2001 - Nooij, Ad, Geschiedenis van bos en heide te Bennekom. In: Van Woeste gronden, Uitgave van Hist. Ver. Oud-Bennekom, Oud-Ede en Oud-Lunteren en Gemeentearchief Ede, 2005, pp. 3-16 - Quarles van Ufford, Cyp, Oostereng Uitg Matrijs Utrecht 2007 - Smit, Piet en Margreet Smit-van Rooijen, Erica, van buitenplaats tot woonpark. Uitgave door de Vereniging van Eigenaars Het Ericapark, Bennekom 2002. N.B. In deze uitgave is niet alleen de geschiedenis van het huis, maar ook van het park uitvoerig beschreven. De tekst van deze uitgave is ook gepubliceerd in de Kostersteen nr 80 van april 2002.
De Kostersteen 109, augustus 2009
33
Fietsroute Open Monumentendag 12 september 2009 De fietsroute voert door het voormalige landgoed Nergena. De geschiedenis van dit landgoed is beschreven in deze Kostersteen. Wie kennis heeft genomen van de geschiedenis van adel en boeren in deze streek, zal veel interessante aanknopingspunten herkennen in het landschap. In 1815 is dit landgoed in delen verkocht en is het huis afgebroken. De grond is in eigendom gekomen van een zelfbewuste boerenstand. Met name de familie Van Steenbergen verwierf zich een vooraanstaande positie aan o.m. de Langesteeg. De boerderijen die in de beschrijving van de fietsroute worden genoemd, zijn vanaf de weg goed zichtbaar. Het is niet de bedoeling dat u het erf van deze boerderijen betreedt. Echter bij boerderij Nergena aan de Langesteeg 21 komt u wel op het erf. Voor de excursie naar de Kolvenvijver kunt u zich op deze dag melden op Langesteeg 27; vanaf dit adres is er elk uur een wandeling naar de vijver. NB. De nummers op de kaart zijn huisnummers.
De Kostersteen 109, augustus 2009
1
►► Begin van de fietsroute bij de Oude Kerk van Bennekom In de kerk bevindt zich de Nergenabank. In de 18e eeuw zaten hier, verheven boven het gewone kerkvolk, de heer van Nergena cum suis. De bank staat nu aan de noordgevel van de 19e eeuwse uitbreiding van de kerk. Op de kansel ligt de Nergenabijbel. Deze is thans echter in restauratie. De bijbel is aan de kerk geschonken door de heer van Roosendael, eigenaar van o.m. Groot Steenbergen, dat in 1771 werd gekocht door de heer van Nergena. ►►Via Brinkstraat en Molenstraat naar de Driestweg
Driestweg 7 De twee boerderijen die hier staan, zijn gebouwd na de tweede wereldoorlog. Tegen het eind van de oorlog is de eerdere boerderij (foto links), genaamd De Dikke Boom, door de Duitse bezetter afgebroken, omdat men schootsveld wilde hebben. De zeer oude kolossale boom is blijven staan. Bij de herbouw zijn twee boerderijen gesticht (foto’s hieronder), waarbij men nadrukkelijk rekening heeft gehouden met de dikke boom. Op de fotolinks-onder staat rechts de noodwoning die na de oorlog is gebouwd. Helaas is de boom later door de bliksem getroffen. Niettemin is de boom toch weer uitgelopen. Deze boom wordt ook reeds vermeld door Heinrich Witte in zijn “Wandelgids voor Bennekom’s Omstreken” (1901) : “We komen nu aan de groote boerderij van Steenbergen. Daar vóór ligt een uitgestrekt plein, geheel beheerscht en overschaduwd door een enkelen, maar dan ook monumentalen Lindeboom. Om zich een voorstelling van dezen reus te maken, stelle men zich een stam voor met een omtrek, op een Meter hoogte, van 5½ Meter, terwijl die vlak bij den grond niet minder dan 9 Meter omtrek heeft, en de kroon zich in beide richtingen p. m. 10 Meter uitstrekt, dus 20 Meter middellijn heeft, alzoo een cirkel beschrijvende van iets minder of meer dan 60 Meter, terwijl de hoogte daaraan geëvenredigd is”
De Kostersteen 109, augustus 2009
2
In de Middeleeuwen stond hier een boerderij, genaamd Wulvengoed; later werd dit goed aangeduid als Groot- of Hoog Steenbergen.Toen in 1771 Groot Steenbergen werd gekocht door de heer van Nergena, was Hendrik Teunisse de pachter. Hij koos in 1812 de achternaam Van Steenbergen. Hij was de stamvader van de familie Van Steenbergen. Ook nu nog wonen hier nazaten van Van Steenbergen. ►►Terug naar de Molenstraat en vervolgens rechtsaf de Nergenase Bosweg in De Nergenase Bosweg was de toegangsweg vanuit Bennekom naar het kasteel Nergena. Deze weg sloot aan op de Lange Allee, een niet meer bestaande weg op het landgoed Nergena. Heinrich Witte meldt in zijn “Wandelgids” van 1901 dat de dubbele rij beuken stamt uit de tweede helft van de 19e eeuw. De Nergenase Bosweg heeft de landschappelijke kaalslag van de jaren zeventig van de vorige eeuw overleefd. ►►Op de Dreeslaan niet oversteken maar linksaf naar stoplicht bij Kierkamperweg. Hier oversteken naar Kielekampsteeg en rechtsaf het laantje van Seres in. U kunt het terrein betreden.
Groot-Nergena Gelegen aan de Dreeslaan. Op Wagenings grondgebied heet deze weg Mansholtlaan. Ter bevordering van de modernisering van de Nederlandse landbouw zijn hier landbouwkundige onderzoeksinstituten verrezen met daarbij behorende proefvelden. Groot-Nergena was één van deze instituten. Tegenwoordig is hier een accountantskantoor gevestigd. Er zijn vergevorderde plannen om dit gebouw te plaatsen op de lijst van rijksmonumenten. Hier treffen we de Eerste vijver aan van het landgoed Nergena. De Bollen op de posten van het toegangshek zijn afkomstig van het voormalige kasteel Nergena. Dat geldt ook voor de Zonnewijzer. Na afbraak van het kasteel zijn de bollen en de zonnewijzer verhuisd naar de Prinsenhof, de woning van de familie Prins in Bennekom. Ook dit huis is inmiddels afgebroken. Voordat Groot-Nergena werd gebouwd en de Dreeslaan werd aangelegd, lag de vijver in een bosrijke omgeving. Men kon de vijver gemakkelijk vanuit het dorp bereiken via de Nergenase Bosweg, Ook Heinrich Witte vermeldt de vijver in zijn “Wandelgids”van 1901: “Toch is en blijft de Vijver van Nergena, gewoonlijk eenvoudig “de Vijver” genoemd, het doel van veler wandeling. Op slechts een goed kwartier van het dorp gelegen, is die rondom den vijver loopende mooie beukenlaan een wezenlijk aantrekkingspunt, dat dan ook wel een wandeling daarheen waard is.”
De Kostersteen 109, augustus 2009
3
►►Terug naar Kielekampsteeg, rechtsaf tot het eerste kruispunt. Dan rechtsaf de doodlopende weg (Bornse Steeg) in en dan opnieuw rechtsaf door het openstaande hek over het proefterrein naar de vijver. Dit is de Tweede vijver van het landgoed Nergena., door Bennekommers in vroegere jaren aangeduid als ‘de kleine vijver’. De vijver op het voorterrein van het huidige Groot Nergena was ‘de grote vijver’. Beide vijvers waren geliefkoosde plekken voor vissers. ►►Terug naar Bornsesteeg, rechtsaf, over particulier terrein naar boerderij Nergena aan de Langesteeg
Langsteeg 21, Boerderij Nergena, Deze boerderij stond in de onmiddellijke omgeving van het voormalige kasteel Nergena. Het kasteel en de boerderij met omliggende landerijen kwamen in 1815 in bezit van Theodorus Hermanus Prins, die het kasteel liet afbreken. De boerderij, in 1832 omschreven als huis en tabaksschuur, bleef nog lange tijd in eigendom van de familie Prins. In 1901 werd in opdracht van Catharina Prins het voorhuis van de hierbij afgebeelde boerderij gebouwd, en op 9 oktober van dat jaar ging Aart van Steenbergen (1850-1918), deze boerenhofstede “De Nergena” huren. Hij was de achterkleinzoon van Hendrik Teunisse die we tegenkwamen bij De Dikke Boom op Driestweg 7. In 1921 verwierf Aart van Steenbergen het eigendom. Zijn zoon, Cornelis Klaas (18941991), zette het bedrijf voort ►►Rechtsaf de Langesteeg volgen in oostelijke richting
Langesteeg 17 Deze boerderij, een gemeentelijk monument, is in 1883 gebouwd voor Marinus van Steenbergen (1862-1942). Het is een Tboerderij met een dwarsgebouwd voorhuis. Marinus werd opgevolgd door zijn zoon Aart.
Langesteeg 12-14 Hier boerde Hendrik van Steenbergen (1889-1960), broer van Aart, die werd genoemd bij Langesteeg 17.
De Kostersteen 109, augustus 2009
4
►►We gaan terug over de Langesteeg in westelijke richting. Nadat we boerderij Nergena (Langesteeg 21) zijn gepasseerd, zien we op nr. 27 een herenhuis staan.
Langesteeg 27 Dit is geen boerderij, maar een herenhuis uit 1930. Aart van Steenbergen (1850-1918), de eerste pachter van Nergena (Langesteeg 21), had een groot gezin. Vrijwel al zijn kinderen wist hij op een boerderij te plaatsen. Twee kinderen, Marinus en Klaasje, bleven ongehuwd. Voor hen werd dit herenhuis gebouwd. ►►Vanaf hier te voet naar de Derde vijver, de Kolvenvijver Vanaf het huis op Langesteeg 27 wordt op deze dag op elk heel uur een begeleide wandeling gemaakt naar de Kolvenvijver. Het verhaal gaat dat in vroegere jaren schoolkinderen rietkolven gingen halen bij deze Derde Vijver. Thuis werden deze kolven in petroleum gedoopt, zodat ze als fakkels gebruikt konden worden. ►►Terug naar de Langesteeg en deze vervolgen in westelijke richting
Langesteeg 16-18 Deze boerderij is gebouwd voor Maatje van Steenbergen. Zij was een zuster van Marinus van Steenbergen (zie Langesteeg 17) en van Teunis van Steenbergen (zie Langesteeg 33). Zij trouwde met Cornelis Jochemsen, die afkomstig was van de boerderij Schoonhoven aan de Dijkgraaf.
Langesteeg 33 Op deze boerderij is Teunis van Steenbergen (1865-1962) begonnen. Hij was de jongere broer van Marinus (18631942), die we tegenkwamen op Langesteeg 17 en van Maatje die woonde op Langesteeg 16-18. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Aart (1898-1991). De huidige boerderij is de opvolger van een boerderij die in de jaren vijftig afbrandde.
De Kostersteen 109, augustus 2009
5
Langesteeg 35 Klein Nergena Deze boerderij, die dateert uit de 19e eeuw, is een gemeentelijk monument. Het is een grote hallehuisboerderij onder een zadeldak met wolfseinden. In 1647 stond hier reeds een boerderij die deel uitmaakte van het landgoed Nergena. Toen dit landgoed in 1815 werd geveild, kocht Hendrik Harmsen Kroesbergen de boerderij Klein Nergena. Zijn dochter Gijsbertje (1820-1900) trouwde met Peter van Grootheest (1798-1861). Hij werd opgevolgd door zijn dochter Maria van Grootheest (1860 1909), die trouwde met Meeuwis Bouw (1862 - 1946). Daarna kwam zijn zoon Jan Hendrik Bouw op de boerderij. Thans woont hier kaashandelaar Vonk. ►►Bij de Dijkgraaf linksaf, tot het op de routekaart aangegeven punt.
Uitweg van kasteel Nergena naar Wageningen. In de verte zien we de eerder bezochte Kolvenvijver. Vandaar lopen perceelsgrenzen tot het punt waar we nu staan. Dit zijn nog in het landschap zichtbare herinneringen aan de weg vanuit het kasteel Nergena naar de Dijkgraaf en vandaar naar Wageningen. Zo’n uitweg was van belang, omdat Johan Karel van Eck, vanaf 1722 tot 1760 heer van Nergena, niet alleen ambtsjonker was in Ede, maar ook schout (burgemeester) van Wageningen. Hij was trots op zijn landgoed; van het kasteel liet hij een tekening maken door Cornelis Pronk. In de nabijheid van het kasteel werd het Sterrebos aangelegd. ►►We gaan terug over de Dijkgraaf in noordelijke richting. Links van de weg staan twee boerderijen (Dijkgraaf 42 en 40). Even verder staat zowel links als rechts van de weg nog een boerderij (Dijkgraaf 38 en 35). Deze vier boerderijen staan bekend onder de naam Schoonhoven.
Schoonhoven Het landgoed Schoonhoven wordt reeds genoemd in een acte van 1297. In 1302 is Schoonhoven in het bezit van het Catharina Gasthuis in Arnhem. In het midden van de 18e eeuw is Johan Burchard Tulleken, burgemeester van Elburg eigenaar van Schoonhoven. Zijn zoon verkoopt in 1854 Schoonhoven aan Johannus en Hendrina van Eck; zij zijn broer en zus. Als
De Kostersteen 109, augustus 2009
6
beiden op dezelfde dag trouwen, blijft Johannes op de oude boerderij wonen (Dijkgraaf 42) en wordt voor Hendrina en haar echtgenoot een nieuwe boerderij gebouwd (Dijkgraaf 40). Hun dochter trouwt in 1879 met Elbertus Jochemsen (1855-1934). De boerderij wordt in 1925 uitgebouwd in westelijke richting, dit wordt Dijkgraaf 38. Tussen Dijkgraaf 38 en 42 staat een traditionele schaapskooi. Een zoon van Johannes (van Dijkgraaf 42) bouwt in 1916 een nieuwe boerderij (Dijkgraaf 35). Diens zoon Hendrikus zet het bedrijf voort. Thans wordt het huis bewoond door studenten. De boerderijen Dijkgraaf 40 en 42 zijn in 1880 door brand verwoest. De muurankers die in de achtergevel van Dijkgraaf 42 het jaartal 1879 aangeven, herinneren hier nog aan. Dijkgraaf 40 is in 1897 nogmaals door brand verwoest en weer opgebouwd. De thans aanwezige vier boerderijen staan alle op de gemeentelijke monumentenlijst. ►►We vervolgen de Dijkgraaf verder naar het noorden tot aan de Dickenesweg. Op de hoek van de Dijkgraaf en de Dickenesweg staat het dorshuisje.
Dorshuisje In deze Dorsmachineschuur, een gemeentelijk monument, werd de coöperatief aangeschafte dorsmachine gestald van de in 1915 opgerichte Eerste Coöperatieve Dorschvereeniging. Het dorshuisje is geheel gerestaureerd en wordt thans beheerd door de Stichting De Dorschkast. Bij het dorshuisje wordt uitleg gegeven over de activiteiten en de geschiedenis. ►►De Dickenesweg volgen tot Zwartesteeg, daar linksaf tot de kampeerboerderij
Kampeerboerderij Deze kampeerboerderij markeert een nieuwe ontwikkeling in het gebied. Agrarische bedrijven moeten tegenwoordig groot en kapitaalintensief zijn om het hoofd boven water te kunnen houden. Dat lukt niet altijd. Om toch voldoende inkomsten te krijgen is dan bedrijfsverbreding soms een uitkomst. Extra inkomsten kunnen worden verkregen uit een paardenhouderij, maar ook voorzieningen voor kleinschalig kamperen behoort tot de mogelijkheden. De kampeerboerderij is een aangewezen plek voor een pauze.
De Kostersteen 109, augustus 2009
7
►► U kunt vanaf hier terugfietsen naar Bennekom via de Zwartesteeg en de Langesteeg. Maar interessanter is om via de Dickenesweg naar de Dijkgraaf te gaan, en deze linksaf te volgen tot de Krommesteeg.
Krommesteeg 39 ‘De Raven’ Deze boerderij stamt uit de 16e eeuw. Opvallend is de trapgevel, die echter vanaf de openbare weg slechts beperkt zichtbaar is. De boerderij staat op de Rijksmonumentenlijst; groot onderhoud lijkt dringend gewenst.
►► De Krommesteeg volgen tot Harnsedijkje, daar rechtsaf.
Harnsedijkje 7 ‘Nieuw Raven’ Omstreeks 1925 is ook deze boerderij gebouwd voor een lid van de familie Van Steenbergen, nl. Maas van Steenbergen, een achterkleinzoon van Aart van Steenbergen die zich op De Harn vestigde (zie hierna).
Harnsedijkje 2a ‘De Harn’ De eerste vermelding van boerderij De Harn, een gemeentelijk monument, dateert van 1398. Aan de noord-west zijde is een stenen kamer gebouwd. Kennelijk was de eerste eigenaar een man van aanzien. Hier vestigde zich in het begin van de 19e eeuw Aart van Steenbergen, de zoon van Hendrik Teunisse, stamvader van de Van Steenbergen-familie, die woonde op de eerste boerderij uit deze fietstocht, De Dikke Boom aan de Driestweg. ►► Harnsedijkje vervolgen in zuidelijke richting Voorbij De Harn in zuidelijke richting bevindt zich de oorspronkelijke dijk als verbindingsweg tussen de noordelijke en de zuidelijke zandrug. ►► Via de Langesteeg komt u weer terug in Bennekom-dorp
De Kostersteen 109, augustus 2009
8
Correctie en Oproep In de Kostersteen 108 van april 2009 stond in het artikel ‘Een overval in de Lindelaan’ vermeld dat de zussen Jet en Koos Wennekes een naaiatelier hadden op de Lindelaan 17. Mevr. Anne-Marie van Amerongen Weernekers attendeerde ons op een onjuiste vermelding van de achternaam. Het waren de zussen Jet en Koos Weernekers. De Joodse mevrouw Josina van Crevel-de Winter is tijdens de oorlog op twee adressen in Bennekom en op één adres in Wageningen-Hoog ondergedoken. Zij overleed in Heelsum in april 1944. Wie heeft informatie over haar? Gaarne uw reactie naar de redactie van de Kostersteen.
Bestuursmededelingen Najaarsexcursie Excursiecommissie Donderdagavond 17 september zal een bezoek gebracht worden aan Hartman Tweewieler Centrum. Roel Hartman zal vertellen over de geschiedenis van dit Bennekomse familiebedrijf, dat in 1930 opgericht is. Hij beschikt over oude foto’s, die te zien zullen zijn. Ook komen de panden waarin het bedrijf gevestigd is ter sprake en zult U de laatste uitbreidingen kunnen zien. Wij nodigen U hierbij van harte uit voor deze excursie. Deelnemers worden om 19.00 uur in de Lindelaan verwacht. De excursie zal tot ongeveer 21.00 uur duren. In deze Kostersteen treft U een opgaveformulier aan. Dit kunt U tot uiterlijk zaterdag 12 september inleveren bij Ineke Knoppers, Prinsenlaan 15, 6721 EB Bennekom. Er kan slechts een beperkt aantal mensen deelnemen. Indien de belangstelling te groot is, vindt er op 24 september een tweede excursie plaats. Plaatsing geschiedt in volgorde van aanmelding. Mocht U na aanmelding toch verhinderd blijken te zijn, dan stellen wij het op prijs, als U ons dit doorgeeft (tel. 0318-418008 of 06-26735832). We verwachten een interessante avond.
Nieuwe leden Het bestuur heet de volgende personen van harte welkom als nieuwe leden van de Historische Vereniging Oud-Bennekom: Dhr. en mevr. J. ten Veen Dhr. en mevr. D.J.N. Egberts Dhr. J.C. Verhoef Dhr. H.G. Kelderman Dhr. en mevr. H. de Wit Dhr. en mevr. A. Kleinrensink Dhr. en mevr. M. en R. Zwietering-Redder Dhr. en mevr. J. en G. Nugteren Mevr. E. Vaarkamp
42
De Kostersteen 109, augustus 2009
Agenda van de Historische Vereniging Oud-Bennekom -
Woensdag 26 augustus Vlegeldag Vrijdagavond 11 september 19.30 uur optreden Triple B Big Band Bennekom en feestelijke start Open Monumentendag bij villa Erica aan de Heelsumseweg. Zie mededelingen in plaatselijke pers. Zaterdag 12 september; vanaf 10.00 uur kunt u deelnemen aan een fietstocht door Nergena t.g.v. Open Monumentendag. Zie elders in deze Kostersteen. Donderdag 17 september 19.00 uur avondexcursie naar Hartman Tweewieler Centrum. Zie blz. 42 van deze Kostersteen Woensdag 11 november Najaarslezing HVOB; nadere bijzonderheden in de volgende Kostersteen.
Documentatiecentrum Bennekom Het documentatiecentrum van de historische vereniging Oud-Bennekom is gevestigd op de bovenverdieping van het Kijk en Luister museum, en is elke dinsdag voor bezoekers geopend van 09.00 – 12.00 uur en 14.00 – 16.00 uur. Geïnteresseerden in de historie van Bennekom zijn welkom na een afspraak via onderstaande personen: Henk Gijsbertsen, telefoon (0318) 415275; email:
[email protected] Riet Hoogkamer, telefoon (0318) 416180; email:
[email protected]
Bestuur A.J.Lever, voorzitter W.Hol, secretaris W.C.L. van Kalleveen, penningm A. van Kampen Mevr. C.J. Knoppers A.T.J. Nooij Mevr. G.J.M. van Raan-Onderwater
Website: www.oudbennekom.nl Ledenadminsitratie Mevr. G.J.M. van Raan-Onderwater Grietjeshof 18, 6721 VJ Bennekom
Beheer foto- en diacollectie H. Gijsbertsen Bibliotheek Mevr. G.M. Hoogkamer-Weijman Conservator Historische Collectie C.C. Meulenkamp Redactie Kostersteen A.T.J.Nooij, eindredacteur C.A. Heitink H.J. van den Oever P. Smit Email:
[email protected]
De Kostersteen 109, augustus 2009
43