DE KLEINE MEIJERIJ Vlugschrift
van de Heemkundekring I-N HUT STRhl K A R C H I V A R I A A T V A N : O I S I H R W I J K B H R K H L - I N S C H O T HSCM H A A R l N Hl LVO1RT MOKRCiHSTI-L U D H N H O U T
DE KLEINE MEIJERIJ
1972 jaargang XXIII
vlugschrift van de heemkundekriny ; en het streekarchivariaat van Oisterwijk : Berkel Enschot, Esch, Haaien, Helvoirt, Moergestel, Oisterwijk, Udenhout
BESTUUR P. Drijvers, Burgemeester Canterslaan 29, Oisterwijk, voorzitter. E. van Waesberghe, Kerkstraat 19, Haaren, secretaris. Mevr. E.Moebs-Bayer, Duyvekotstraat 17, Moergestel, penningmeesteresse. Mevr. J. Suylen-van Lanschot, "Den Tulder" Oude Rijksweg 36 , Helvoirt. Broeder Adelbertus, Driehoeven 5, Haaren. A.H. de Weijer, Dorpstraat 44,Esch.
REDAKTIE PJ.M. Wuisman, streekarchivaris, Durendaaldreef 14, Oisterwijk. W.P.M.J. de Bakker, Scheepersdijk 15, Oisterwijk.
LIDMAATSCHAP Het lidmaatschap van De Kleine Meijerij bedraagt f. 20,- (leden die Brabants Heem reeds ontvangen f. 10,-- ). Alle betalingen bij de Boerenleenbank Oisterwijk, rekening 13.89.80.209, postrekening van deze bank 11.1 5.406, ten name van de penningmeester van De Kleine Meijerij.
TIJDSCHRIFTEN - UITWISSELING De Kleine Meijerij heeft ruilabonnementen met : Biabantia uitgave van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord Brabant en van de stichting Biabantia Nostra, Brabants Heem, tijdschrift voor Brabantse Heem- on Oudheidkunde. Met Gansen Trou, uitgave van de kring Onsenoort ti: Nieuwkuyk. Gemerts Heem, uitgave van de kling De Kommanderij Gemert. Bijdragen tol de Geschiedenis, inzonderheid van het Oud-Hertogdom Brabant. Ons Heem te Bokrijk. Heemschild, uitgave van de kring De Oude Vrijheid te Sint Oedenrode.
OMSLAGFOTO "Het welvaeren van 't quartier van Oosterwijk" , glazen beker, eigendom van de gemeente Oisterwijk (foto C. Aarts)
HOTEL - CAFÉ - RESTAURANT
KLEIN SPEYCK OISTERWIJK
SPECIALITEIT : * Brabantse koffietafel * Partijen en gezelschappen van 50 tot 1000 personen
BOEK- EN KANTOORBOEKHANDEL
STATIONSSTRAAT 17
TEL. 2227
CAMPING
DE BOSKANT Oirschotsebaan 8
Oisterwijk
Telefoon 04242-2059
biedt u de ruimte voor een fijne vakantie in een mooie natuur. Uw eigen tuin op onze mime camping met alle comfort zoals : stromend water, electra. en riolering. Kampwinkel voor zelfbediening, kantine voor verpozing aanwezig, aparte jeitgdkantine en cafetaria.
VERKOOP
RINEL _ STACARAVANS
VAN STRIEM WE6ENBOUW N.V. UDENHOUT
TELEFOON (04241) 205 - SPOORAKKERWEI -
(Industrieterrein) -
POSTBUS 21
* UITVOERING VAN GROND-, WATER- EN WEGENBOUW * VERHUUR VAN WEGENBOUWMACHINES * VERHUUR VAN BRONNERIIMG, POMPEN e.d.
N.V. BOOMKWEKERIJ
„d
"UDENHOUT" Telefoon (04241) - 258
BOOMKWEKERIJENBOSAANLEG SPECIALITEIT LAANBOMEN
VRAAGT ONZE BOMENFOLDER ! ! !
VOOR PLANTEN IN UW TUIN NAAR
TDOM-TUin groot assortiment uit k wekerij.
N.V. TON v.d. OEVER - Rijksweg 13 - Haaren - Telefoon 04117 - 462
TH. ROMMEN N.V %IGEN
Schilders- en Behangersbedrijf
WAARD Lindenlaan 23, Helvoirt Telefoon (04118) - 1277 Voor :
NIEUWBOUW UTILITEITSBOUW ONDERHOUDSWERK
FIRMA
VANOELAAK.SWINKELS
nnnnnn AANLEG VAN CENTRALE VERWARMING, GAS-
EN
OLIESTOOKINSTALLATIES
nnnnnnnnn Vught N-Br.
-
Helvoirtseweg 181
-
Tel.(04100)41179
Grondwerken - Wegenbouwwerken
Gebr.Wolfs
Oisterwijk
GAS
-
Tel. 04242 - 2258
KACHELS GEVELTOESTELLEN HAARDEN FORNUIZEN GEYSERS BOILERS
Snelle en vakkundige montage en service landelijk erkend gasinstallateur, aanleg en uitbreiding van
CENTRALE VERWARMINGSINSTALLATIES in bestaande woningen en nieuwbouw
KOSTER. VERWARMING DORPSTRAAT 24
OISTERWIJK
TEL. 04242-2695
FIRMA R VAN RIEL BOSSCHEWEG 26 - BERKEL - ENSCHOT - TEL. 04251 - 1223
GRAAN-, MEEL- EN KUNSTMESTHANDEL HOUTZAGERIJ EN HOUTHANDEL
ATELIER VOOR AMBACHTELIJKE KUNST OIRSCHOTSEBAAN 7 -OISTERWIJK
HANDWERKMEUBELEN - ANTIEKRESTAURATIES
Hotel Café Rottisserie
„BOS EN DUIN" UDENHOUT Tel. 04241-385
VOOR NIEUWBOUW EN UTILITEITSBOUW
R JANSEN WATERMOLENSTEEG 3 - OISTERWIJK - TEL. 2068
méér rente van uw geld bij VAN LANSCHOT
F.viin Liinschot
BANKIERS
's HERTOGENBOSCH - EINDHOVEN - TILBURG - VUGHT
VOOR HOUT, BOARD, TRIPLEX, MEUBEL- EN SPAANDERPLAAT
„DOE H E T Z E L F " PARKET EN OOK VOOR UW MACHINAAL TIMMERWERK
N.V. TIMMERFABRIEK VAN RIJCKEVORSSELLAAN 7 -
HORVERS
EN
WOLFS
OISTERWIJK - TELEFOON 04242-3901
maak van uw huis 'n thuis
klassiek bankstel in onovertroffen Queen-Anne stijl, luxe stoffering. Een rijk bezit voor lange tijd.
v.a.
f 860-
INTERIEUR -
VERZORGING
F. VUGTS Achterstraat 59 Telefoon (04118) -1274
H E L VOl R T
DE KLEINE MEIJERIJ Vlugschrift van de Heemkundekring EN HET STREEKARCHIVAAT VAN O1STERWIJK BERKEE - ENSCHOT ESCH HAAREN - HEEVOIRT MOERGESTEE OISTERWIJK UDENHOUT
DRIE-EN-TWINTIGSTE JAARGANG 1972
"HET WELVAEREN VAN 'T QUARTIER VAN OOSTERWIJK " door P.J.M. Wuisman In zijn beschrijving van Oisterwijk, meldt J. Craandijk "In 't bezit des Meeren R. is een glazen beker met het wapen van O. en het opschrift "Het welvaren van 't Quartier van Oosterwijk". D De O. in dit citaat heeft betrekking op Oisterwijk en de R., zo blijkt uit de overige tekst, is geplaatst voor de ontvanger Rijpperda. Bedoeld is de Rijksontvanger Jan Arnold Rijpperda, de in 1828 geboren zoon van de vrederechter Jan Rijpperda. Jan Arnold Rijpperda -het zij hier slechts terloops vermeld- woonde op de Lind en was van 1867 tot 1904 lid van de Oisterwijkse Gemeenteraad. In laatstgenoemd jaar vertrok hij naar 's Gra venhage. De vermelde glazen beker echter bleef in Oisterwijk en is thans in het bezit van de gemeente Oisterwijk. Een afbeelding ervan vindt men op de voorpagina van ons blad en bij dit artikel. De stijl en de erop aangebrachte versieringen wijzen erop, dat dit glas uit de tweede helft van de 18e eeuw moet stammen, een veronderstelling, die wordt bevestigd door een soortgelijke (doch kleinere } beker met het opschrift " 't Groeien en bloeien van 't geele Vaendel", die te zien is in het museum "de Lakenhal te Leiden. Van deze beker heeft men kunnen vaststellen, dat die gemaakt moet zijn in de periode 1766 - 1795. 2) De voorlopige lijst van monumenten dateert de beker voorzichtig ca. 1800.3) via Sjoerd Rijpperda, de laatste Griffier van het kwartier van Oisterwijk, is de beker wel licht in de familie gebleven en zo terecht gekomen bij zijn kleinzoon J.A.Rijpperda. Over het Kwartier van Oisterwijk zelf kan nog het volgende worden verteld. Het oude hertogdom Brabant was verdeeld in een viertal districten met als hoofdplaatsen Brussel, Leuven,-Antwerpen en 's Hertogenbosch. Aan het hoofd van deze distric ten stond de hoofdschout of "Praetor-Major". Naar hem werd het Bossche district ook wel Majorie of later Meijerij genoemd. De Bossche Meijerij was onderverdeeld in een viertal kwartieren, n.l. Kempenland, Maasland, Peelland en Oisterwijk. In een oud gezegde heet van deze kwartieren Kempenland het heerlijkste (zulks naar de vele kleine heerlijkheden in dit gebied). Maasland het vetste (het vruchtbaarste), Peelland het grootste
De Kleine Meijer!), jrg. X X I I I , afl. 1
1.
en tenslotte het kwartier van Oisterwijk het schoonste.4) Dit kwartier van Oisterwijk omvatte het gebied van Waalwijk tot Hoge- en Lage Mierde en van Riel tot St. Michielsgestel. De schout van Oisterwijk trad op als Kwartierschout en werd als zodanig oorspronkelijk benoemd door de hertog, later door de Staten Generaal in 's Gravenhage. De Oisterwijkse secretaris was tegelijk griffier van het Kwartierbestuur. Het kwartier van Oisterwijk bleef als bestuurseenheid bestaan tot 26 april 1810, op welke datum keizer Napoleon het Departement van de Monden van de Rijn oprichtte als nieuw departement in het Franse Keizerrijk en de Meijerij en haar kwartieren hierin werden opgenomen. 1.
J. Craandijk, wandelingen door Nederland 1882-1890, deel Noord-Brabarvt en Zeeland
2.
Het gele vaandel of vendel was een afdeling van de Leidse schutterij
(herdr. 1968) p. 134
3.
Voorlopige lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, deel X, 1931 pag. 284
4.
S. Hanewinkel, Reize door de Majorije, 1799 p.145
LEYMEESTERS VAN UDENHOUT EN BERKEL
door J.A.J. Becx
Op 3 juni 1600 verschenen ten huize van Jan Joachims van Esch binnen Oisterwijk een achttal oudere mannen om op verzoek van de burgemeesters van Udenhout en Berkel een verklaring af te leggen over de schouw van de Ley, zulks naar aanleiding van een klacht van de ingezetenen. Er werd een notariële akte van opgemaakt voor notaris Peter Berys, die destijds te Moergestel resideerde (Rijksarchief in Noord-Brabant, Notariële Archieven, no. 4817, folio 148v-149). De acht attestanten waren : 1. Gerard Jansen van de Pasen (83 jaar) ; 2. Antonis Gijsbert Claessen (82 jaar) ; 3. Leonard Peter Huenen (67 jaar) ; 4. Aert Adriaan de Meyer (70 jaar) ; 5. Peter Willem Goossens (66 jaar) ; 6. Lambert de Meyer (50 jaar) ; 7. Willem Adriaan Brekelmans (51 jaar) ; 8.
Daniel Adriaan Brekelmans (56 jaar) .
Deze personen verklaarden : "dat binnen Udenhout ende Berckell altijt is geweest een oude costume ende usantie, dat die gemeyne nagebueren van Udenhout ende van Ber ckell hebben onder malcanderen geordineert ende gecommitteert twee nagebueren van Udenhout ende eenen nabuer van Berckell, die zij noemden Leymeesters, diewelcke drie nagebueren altijt hebben begaen ende beschauwt den Leystroome, met alle toebehoorten, loopende doir Udenhout totte Runserse (? ) brugge toe, nae ouder behoorten ende den nagebueren aldair beschauwt ende die bruecken onder mallcanderen hebben doen betaelen ende daervoor geexecuteert ende gepant hebben.
2.
Ende dat hij Gerart omtrent 40 jaren geleeden, Anthonis ende Leonart omtrent 36 jaeren geleeden, Daniel omtrent 36 jaeren geleeden. Peeter ende Willem voirscreven omtrent 6 jaeren geleeden Leymeesters zijn geordineert bij de nagebueren van Udenhout ende Berckell voirscreven ende die schauwe van de Leystroom alzoo begaen ende be -
schauwt hebben als voirscreven staet ende dat den brueck was VII stuivers ende op coste van ongelijcken wedde bestaeyt ende dat zij attestanten henne voirouders hebben hooren zeggen, dat den Hertoige van Brabant den nagebueren van Udenhout ende Berckell zullcx vergunnen ende verleent hadde". Deze toevallige vondst over "oude costuymen en usantiën" kan wellicht een bijdrage leveren ten aanzien van de plaatselijke gebruiken van schouwvoering in vroeger tijden.
"MARIENHOF "TE HELVOIRT
doorP.J.M. Wuisman
(een aanvulling op de Helvoirtse monumentenlijst)
Op de lijst van onroerende monumenten in de gemeente Helvoirt, zoals die werd weergegeven in de jaargang 1970 (pag. 48) van "de Kleine Meijerij" is in september 1971 het
volgende pand toegevoegd : RIJKSWEG 16, HUIZE "MARIENHOF"
Landhuis, gebouwd aan het begin van de vorige eeuw op de plaats van een oude boerderij. Huis met 2 verdiepingen onder een naar achteren diep doorlopend schilddak ; grijs
gepleisterd. In de voorgevel op de begane grond zes vensters en openslaande deur ; op de verdieping drie vensters, een smeedijzeren balkon en een daklijst met blokfries. De achtergevel werd gemoderniseerd. Kamers met stucwerk. Achter het pand een koetshuis.
Over de geschiedenis van dit huis kan ik nog een en ander mededelen. 1) In 1736 en later in de 18e eeuw vond men op de plaats, waar thans "Marienhof" staat, een boerderij, die door de jaren heen werd bewoond door de Helvoirtse familie van
Gorcum (soms ook geschreven als Gorkum of Gorkem). In het begin van de 19e eeuw kocht Francois Jan Jacob des Tombes, ontvanger der gemeente Helvoirt, deze boerderij tesamen met enige landerijen in de naaste omgeving. Hier vestigde hij een landgoed, terwijl hij een groot huis liet bouwen, dat vernoemd werd naar de tweede naam (en wel licht de roepnaam) van zijn verloofde. Eva Maria Adriana de Jonge van Zwijnsbergen. Terstond na hun huwelijk op 26 april 1813, trok het jonge paar in "Marienhof", zodat wel aangenomen mag worden, dat het gebouw omstreeks 1812 werd opgetrokken. Op 14 februari 1824 overleed Francois Jan Jacob des Tombes. Op 16 juli 1830 her trouwde zijn weduwe met Willem Frederik Camp, eerste luitenant en adjudant bij de directie van de fortificatien. Dit huwelijk heeft niet lang mogen duren, want op 14 maart 1831 overleed Eva Maria Adriana de Jonge van Zwijnsbergen in het kraambed. In 1832 blijkt "Marienhof" het eigendom te zijn van haar broer, de Helvoirtse burgemeester Jhr. Marinus B.W. de Jonge van Zwijnsbergen.
3.
Na hem waren o.a. bezitters Charles P. Gracy de Senacleus en Duco Lodewijk, baron van Hardenbroek. De dochter van laatstgenoemde, Susanne C.S. baronesse van Hardenbroek was gehuwd met Jhr. Johan de Jonge van Zwijnsbergen en via hen kwam het pand weer in deze familie, doch niet voor erg lang, want in 1888 werd het landgoed verkocht aan Cornelis van lersel, die het gebouw intern liet veranderen. Sindsdien is het gebouw in het bezit van de familie van lersel gebleven. 1.
Vergelijk de aantekeningen over dit pand van M. van lersel in "de Kleine Meijerij" Jrg.IV no.9
HET GEZIN VAN MARTEN VAN HEES, NOTARIS TE OISTERWIJK VAN 1649 TOT 1686 1)
door ir. C.H.J. van den Brekel
^L?-~ Op een ongebruikelijke plaats is bij toeval de volledige samenstelling van het gezin van notaris Marten van Hees ontdekt. Op de laatste pagina's van zijn notarieel protocol 2) uit 1649 heeft deze laatste katholieke 17e-eeuwse notaris van Oisterwijk een memorie opgenomen. Hierin staat vermeld wanneer en met wie hij is getrouwd en op welke data , en zelfs hoe laat zijn kinderen zijn geboren. Bovendien is aangegeven naar wie de kinde ren zijn vernoemd en wie de doopheffers zijn geweest. Dank zij dit unieke document weten wij nu dat zijn vrouw op 14 october 1657 een miskraam heeft gehad ! De letterlijke tekst luidt : MEMORIE
Opten 4 Augusti 1646 heb lek solemnele geloifte van Trouw gedaen aen Maria Peijnenborch. Opten negentienden daer naest volghende ben lek mette selve getrouwt. Opten 17 Junij anno 1647 heeft Godt ons verteent een dochtere smorgens t ontrent ten twee vren wesende maendagh in de boxtelse kermis en is genaempt Gertruyt tot memorie van mijnen vaderlijcken grootmoeder. Susc. D. Wilhelmus van Beurden et Johanna vidua Gerardi Vrooman 3).
4.
Den sasten September 1648 ontrent ten een ure naer-middagh wesende Oysterwijck Kermis-dagh is gebooren onse tweede doghter, ende is ter memorien van mijn huijsvrouw vaderlycke grootvader genoempt Adriana. Susc. Socer cum Godefrido Patrus + Catha rina Heesters cum amita Somers.
Dan is 17 Maij 1650 tsavonts omtrent ten negen vren is gebooren ons derde kijndt we sende eenen soone en is ter memorien van mijn moederlycke grootvader genoempt Adamus waervan Peteren is geweest H en Mr Marten van Abeelen Pastor In Lede met mijn vader ende peetken Margariet wed6 Thomas van den Hoevel. Den 15en Novembris 1651 des morgens recht naer drij vren is gebooren ons vierde kijnt
wesende oyck eenen soone, ende is ter memorien van wijlen Mr. Lambert van den Hoevel in sijnen leven secretaris der vrijheyt ende Dinghbancke van Oisterwijck mijnder huijsvrouwen vaderlijcken oudt Oom genoempt Lambertus ende Jan Vrooman d'oude is Peteren geweest ende Eerken Aertssen van den Wiel Peete. Den 20 Decembris anno 1653 des avont ontrent elf vren is gebooren ons vijf f de kijnt wesende eenen soone ende is ter memorien van wijlen heere Johannes Masereel Heere van Balgoye genoempt Johannes. Daervan is Peteren geweest Aedriaen van Os, Pete Mevrouwe Brummer de Doerne ende Aleyd Conincx.
Opten 23 Octobris 1655 is gebooren ons seste kijnt wesende eenen soon ter memorie van weiedelen gebooren Heere Henrick van Doerne de Durendael genoempt Henricus, Peteren Franchois Strybosch, Lucas van Hees, pete jonckvrouwe Henriette van Doerne. Opten 4 Octobris 1658 is gebooren smorgens ten 9 vren het sevenste kijnt synde eenen soon genoempt Gijsbrecht Francois ter memorie van mijnen moederlyken oom Gijsbert
ende ten opsichte van den dag van geboirte te weten St franciscus. Peteren Johannes van Esch ende Peter Roisen, Peete Isabella moors huijev Leons van Beurden. Tussen dit ende t'voorgaende is noch een kint geweest by misval voor syn tyt gebooren ende doot der werelt gekomen anno 1657 14 (of 19) october Godt wil ons van soodanich ongeluck voorder bewaeren, d welcke was een dochterken soo geseght word Memorie Opten 6 julij 1660 is gebooren ten 5 vre naer-middach Cornelius onsen soone alsoo ge-
naempt ter memorie van der moederen van mijn schoonmoedëre. Peteren Tieleman Lemnius ende Ant. Gijsberts, peete Christina huijsvrouwe Adriaens van Esch. Daar er geen reden is aan te voeren waarom deze gegevens onbetrouwbaar zouden zijn, mogen we aannemen dat de juiste samenstelling van dit gezin nu bekend is. Deze memorie zou een interessante toetssteen kunnen zijn voor een onderzoek naar de betrouwbaarheid van de doopboeken uit die tijd. Ongelukkigerwijs echter, ontbreken de Oisterwijkse retroakten van 1637 tot 16584) , terwijl juist in dit tijdvak zes van de acht kinderen geboren zijn.
5.
Van de twee jongste kinderen, die nS 1658 zijn geboren, is in het Oisterwijkse Katholieke register slechts van Gijsbertus Franciscus op 4-11-1658 een doopakte ingeschreven.5) We mogen daarom hieruit concluderen dat dit doopboek zeker niet volledig is bijgehouden. * Een huwelijksaktie (1646) is evenmin te vinden, daar de trouwboeken zowel van de schepenbank van Oisterwijk als die van de Nederduits-Gereformeerde Gemeente pas vanaf 1648 bewaard zijn gebleven. 4) De trotse vader heeft, mogelijk rond 1658 reeds wetende dat het doopboek vanaf 1637 óf nooit heeft bestaan 6f verloren was gegaan, ons op deze manier willen informeren over de grootte van zijn gezin. 1.
J.A. ten Cate, De notariSle archieven in Noord-Brabant (1957)
2.
Not 5256, f 47 v en 48
3.
Oe namen van de doopheffers zijn later bijgeschreven
4.
L. Kruyff, Beschrijving van de Doop-, Trouw- en Begraafboeken enz. (1965)
5.
Oisterwijk 4, f 3V .
*
Na 1648 was het katholieke geestelijken nagenoeg onmogelijk de sacramenten normaal toe te dienen : L. Kruyff, Beschrijving ........... 5 (red.)
EEN BIJZONDERE EPIDEMIE IN OISTERWIJK EN HAAR NASLEEP door P.J.M. Wuisman Evenals welke plaats of streek dan ook ter wereld heeft Oisterwijk in de loop der jaren te lijden gehad van besmettelijke ziekten. Berucht zijn de middeleeuwse en latere uit barstingen van de pest , of, zoals die met een niets aan de fantasie overlatende naam bekend stond, de "zwarte dood". Pestjaren in Oisterwijk waren o.a. 1348 en 1603. Een andere epidemie, die de Oisterwijkers omstreeks 1781 en 1782 teisterde, was "de rode loop", een soort dysenterie. In het begin van de vorige eeuw heerste in Oisterwijk een ziekte, waarvan de eerste aantekeningen gevonden worden in de notulen van de gemeenteraad van 29 maart 1821 : "de schout geeft aan de Vergadering in bedenking of het niet noodzakelijk zoude zijn, om den heer president der geneeskundige commissie te 's Bosch kennis te geven, dat in deze gemeente verscheidene personen ziek zijn, dat ofschoon aan hem door den Medicine Doctor van Santen daarvan geen berigt gegeven is, dat die ziekte van eenen aanstekende aard is, het denzelve nogthans voorkomt, dat zulks zoude kunnen zijn". 1' Eerst bijna twee maanden later -op 20 mei- vinden we een reactie van dokter van Santen op het in bovenstaand citaat in bedekte termijnen geuite verwijt van de schout, dat deze nog geen melding van de ziekte had ontvangen. Dit verwijt moet dokter van Santen, die zelf lid van de gemeenteraad was toch wel bekend zijn.
6.
Had het even geduurd voordat de geneesheer reageerde, de omvang en uitvoerigheid van zijn rapport laten niets te wensen over. Hij beschrijft daarin de oorsprong, aard en ver loop van de ziekte en begint hoopvol : "Daar ik de grondige hoop voede (die mij ook niet heeft bedrogen) UEd. Achtbare tevens te kunnen communiceeren dat men de ziekte die in deze Gemeente zedert het begin der maand Maart gewoed heeft, als getermineerd (is bedwongen) zoude kunnen beschouwen, heb ik tot heden uitgesteld UEd. Achtbare mijn rapport aangaande dezelve toe te zenden, zijnde wel nog eenige menschen aan dezelve ziek, dog allen in een staat van Convalescentie". (is herstel) 2) Het relaas vervolgt dan met een herinnering aan een ziekte, die tevoren in Oisterwijk geheerst moet hebben : "Nadat er gedurende omtrent een jaar eene zenuw zinking koorts in deze gemeente had geheerscht, die egter nog zoo dodelijk, nog zoo uitgebreid was, dat zij bijzondere maatregelen ter stuiting vereischte, openbaarde er zig op den 2de Maart dezes lopende jaars eene koorts in het huis van Willem de Bresser in deze gemeente, welke mij in alle haare verschijnselen van de voorgenoemde scheen af te wijken ; den voort gang, die dezelve zoo wel in genoemd huis maakte, als ook den overgang van dezelve op alle die dit Huis bezogten, mij overtuigende, dat er eene locaale oorzaak van dezelve moest bestaan, deeden mij alle mogelijk onderzoek hier na doen". In het bedoelde pand bleek kort te voren een oudere vrouw te zijn overleden aan "het vogtige koud vuur in de uitgezakte baarmoeder en in de beenen". De hygiëne, die men bij deze ziekte in acht genomen had is ten hemel schreiend. Reeds tijdens het leven van de patiënte was de stank zo onverdragelijk geweest, "dat de naaste gebuuren bijna niet in hunne huizen hadden kunnen blijven en dat men daar en boven nog het bedde, nog het linnengoed der overledene behoorlijk had gezuivert, zoodat deze uitwaseming in een vertrek hetgeen niet behoorlijk van zuivere lugt konde voorzien worden, en waar verscheidene menschen bijeen woonden, niet anders dan een kwaadaardige ziekte konde ten gevolge hebben". Van deze nieuwe ziekte beschrijft dokter van Santen vervolgens de verschijnselen : "De voorlopige verschijnselen derzelve waaren, duizeligheid, verloren eetlust, bittere of zoete smaak in den mond, loomheid in lidmaaten, waarbij zig wel eens eene plaatselijke steekende pijn voegde ; nadat deze verschijnselen eenige dagen hadden aangehouden, openbaarde zig de koorts door een huiverigheid of koude, waarop schielijk hitte en natzweet volgde, den pols was dan vol zeer koortsig, de ogen helder en waterig, het wezen rood, de lijder klaagde over hoofdpijn, benaauwtheid en een lastige droge hoest, was zeer verzwakt, wierd slaperig of ijlde sterk". Ook verdere verschijnselen worden in alle uitgebreidheid medegedeeld, doch deze zijn deels van onsmakelijke aard en anderzijds te specifiek medisch om hier letterlijk weer te geven. 3)
In een hoogst ernstige toestand bleef de zieke verschillende dagen, "tot dat toenemende verzwakking een einde aan zijn leven maakte of de koorts op onzeekere dagen verminderende, hij even zoo langzaam herstelde als de koorts opgeklommen was".
7.
Hoe besmettelijk de ziekte was, lezen we in een volgende passage van dit lijvige stuk : "Daar de ziekte slegts die geene aantaste, die in het bovengemelde huis waaren geweest,
of die onmiddellijke gemeenschap met hun, die in dit huis de besmetting hadden opge daan, hadden gehad, was deze ziekte alleen contagieus. (is : besmettelijk). Hoe verder de besmetting zig van haaren oorsprong verwijderde, des te goedaartiger wierd de ziekte ; dezelve taste menschen tussen e n de 10 en 40 jaaren het hevigst aan, was bij mannen erger als bij vrouwen en allerzagts bij kinderen". Na een verslag over de aangewende geneesmiddelen, waarvan de beschrijving weer te ge -
specialiseerd-medisch is om hier weer te geven, besluit dokter van Santen zijn rapport met een opgave van het aantal slachtoffers : "Van deze ziekte zijn op eene bevolking van 1800 zielen van twee en vijftig lijders 4 gestorven". Sprak dokter van Santen aan het begin van dit verslag de hoop uit, dat de ziekte als bedwongen kon worden beschouwd, enige dagen later moest hij hierop terugkomen en melden, dat nog een drietal nieuwe huizen waren besmet.4) Daarna echter wordt over de ziekte zelf niets meer gevonden. Wist de Oisterwijkse geneesheer blijkens zijn rapport niet al te goed weg met de aard van
de ziekte, zelfs nu blijkt deze nog niet zo gemakkelijk te achterhalen. Ons medelid dokter W.A.M. Rijken kwam na raadpleging van collega Dr. D. de Moulin tot de conclusie, dat de zenuw-zinkingkoorts, waarvan het rapport in het begin melding maakt een typhus moet zijn geweest. Typhus is afgeleid van het grieks en betekent : beneveling, bedwelming, wanneer de temperatuur (koorts) een week hoog is geweest, is de psyche van de patiënt beneveld, vandaar de naam "zenuw-zinkingskoorts".
De eigenlijke besmettelijke ziekte moet als een veel gevaarlijker vorm van typhus worden beschouwd.3) Wie waren -zo luidt de volgende vraag- de slachtoffers van de ziekte? Door middel van de registers van de burgerlijke stand en het bevolkingsregister zijn we over hen inderdaad iets wijzer geworden 5) De oudere vrouw, wier kwaal als oorzaak van de besmetting wordt opgegeven is onge twijfeld Maria Vrins, weduwe van Christiaan Meijers, die op 2 maart 1821 op 67-jarige leeftijd overleed ten huize van haar schoonzoon Willem de Bresser, waar zij bij inwoonde. Een nader onderzoek wees uit dat Willem de Bresser woonde in de Kerkstraat, het tweede huis vanaf het Kerkplein, ongeveer tegenover de huidige r.k. pastorie en ter hoogte van het tegenwoordige pand Kerkstraat 120. Het is van uit dit pand, dat de ziekte werd verspreid. Aan het eind van zijn rapport vermeldt de dokter een viertal sterfgevallen. Het betreft hier waarschijnlijk de volgende gevallen. Op 8 en 10 maart 1821 overleden de echtelieden Maria Aarts, oud 42 jaar en Gerardus van Hest, oud 58 jaar, wonende aan het Kerkplein, vlak bij de besmettingshaard. Beide sterfgevallen worden bij de Burgerlijke Stand aangegeven door de schoolmeester en door de waard van de herberg aan het Kerkplein, die stond ter plaatse van het huidige "Pumpke'
8.
THESES M E D I C A IL I N A U GUR A L E S, Q U A S,
A N N U E N T E S U 3.1 M O N U .AI I N E , CX
4U?TOR.lT.-nK
Ji^CTOÜlS
.11.10 .V.' F.'CI,
SEBALDI JU.STINI B R U G M A N S , MED. DOCT EJUSDEfllflUK UT ET C l! F. F,} {.ƒ£ EOTsINlCES £ T 1IIS .-O R 1.1.C K.1T-JR.1LIS f ROïëi? OR I S O RDIX.-iKU, NEC
N ON
staspliför.i S ]ï N-A T U S A C A D E M I C I Cwfirfu , & NoLi.'iJflmas
l-'ACULTATIS iMEDICAE C; ;:/?. !:e ,
PPvO G H A D U D O C T O R A T Ü 7 S , 5-jranfsquc in M E D I C I N A Ilonoribus se Pimle^iis, IN UNIVERSITAIR I.L'C,DL'yO-EAT.iJrA , rite & le^ïtnnc confcqucudis , O?.fM EXAiIJNI
J O A N N E S
Si;
v A r*
S A N T E N ,
S Y J. VA D U C E N S ! S.
*1V;;: ivi;i. SL-rti! :.!Dccc;;r. //. i. O 6".
LUC DUN I BATArOP.UP!,
* p CD C O R ?; E L ï U M
D E T E C K E R,
H P C C C X I«
i Ft c\ ; nci:".;; •' • '••'o'-;:l'^fi v"n
j Kunc:-..r. i • V. • :• :-, -~lr<:r\
!•
i- »..•;•-.vr -j- .['
Theses Medicae van J. van Santen. 1811.
Ook Johanna Maria van Haaren, weduwe van Joannes van Baast, die op 1 april van dat jaar op 65-jarige leeftijd overleed, werd door deze beiden aangegeven en zal dus wel tot de slachtoffers behoren. Tenslotte overleed op 7 april de schoenmaker en winkelier Willem de Bresser in wiens huis de ziekte was begonnen. Hij was 44 jaar oud. In 1802 was hij te Oisterwijk gehuwd met Henrica Meijers, dochter van Christiaan Meijers en Maria Vrins, die we hierboven reeds hebben vermeld. Willem de Bresser liet zes kinderen na, terwijl enige weken na zijn dood het zevende kind, genaamd Willem, het levenslicht zag.
Wordt na 21 mei 1821 niets meer vernomen over de ziekte, zoveel te meer werd aange troffen over de -vooral voor dokter van Santen- onprettige nasleep ervan. In 1822 -de juiste datum is niet bekend- dient de geneesheer bij het gemeentebestuur een rekening in van f. 244,35 ten laste van de armen van Oisterwijk, dit als vergoeding voor medikamenten etc. tijdens de epidemie van het voorgaande jaar. Op 26 september 1822 wordt deze rekening door het Gemeentebestuur onbetaald geretourneerd, met de mededeling dat men "geene motiven heeft kunnen vinden om de gezegde rekening uit de Armenfondsen te doen betalen, alzoo Uwe Ed. een jaarlijks tractement van f. 120,- uit dat fonds is genietende". 6) Op 14 december volgt de mededeling van dokter van Santen "dat hij met primo january 1823 geene armen der gemeente meer behandelen zal dan op schriftelijken last van den schout of armmeesteren alhier". 7) De dokter was kennelijk boos. Hij deed trouwens nog meer ........ hij zocht zijn recht hogerop, bij Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. Deze nemen op 20 februari 1823 een beslissing "waarbij het verzoek van den Medicine Doctor Jan Joseph van Santen om zijne ingeleverde rekening van f. 244,35 zoo voor het visiteren van, als voor het toedienen van medicamenten aan de noodlijdende dezer ge meente tijdens het passeren eener besmettelijke ziekte in den jare 1821 uit de Armen fondsen te voldoen, wordt gewezen van den hand." 8) De armbesturen worden dus niet ontlast van betaling, maar de beslissing van Gedeputeerden ging nog verder. De Gemeente Oisterwijk moest maar betalen en wel op grond van een "in den jare 1814 gesloten contract, dat aan hem ingeval een epidemie of wanneer een vierde gedeelte der armen tevens ziek zoude zijn, eene voldoende bijlage zal worden uitgereikt." Met deze lezing was het Oisterwijkse gemeentebestuur het verre van eens. Men haalt het oude contract nog eens uit het archief en constateert, dat een vierde gedeelte der armen tegelijkertijd bedlegerig moet zijn, om de behandelende arts recht te geven op een extra toelage en men verklaart, "dat het gemeentebestuur met regt en billijkheid mag weigeren om de ingezondene rekening van den heere J.J. van Santen te betalen". Tot staving van bovengenoemde conclusie wordt op 21 augustus een lijst naar 's Hertogenbosch gezonden "van personen welke in den jare 1821 door de besmettelijke ziekte zijn aangetast ge weest en uit de arme fondsen dezer gemeente zijn gealimenteerd geworden, benevens opgave van het getal gealimenteerden in den voorschreven jaar 1821". 9) De ambtelijke molens maalden ook in het begin van de vorige eeuw al langzaam ;
10.
eerst op 26 juli 1824 -en de laatste slechtoffers waren toen al weer drie jaar geleden genezen verklaard- vinden we een vervolg van de affaire. In een nieuw rekest aan Gedeputeerden meldt de Oisterwijkse arts zijn werkzaamheden in verband met de epidemie in 1821 en het is in dit nieuwe rekest, dat hij tot veront waardiging van de Oisterwijkse vroede vaderen "durft te kennen geven, dat hij bij missive van den 27 maart 1821 aan den schout dezer Gemeente zoude hebben kennis gegeven van het daarzijn dier ziekte in deze gemeente". 10) Dit nu ontkent de Oisterwijkse schout ten volle en hij staaft zijn ontkenning met bewij zen, dat niet de dokter op 27 maart, maar hijzelf -de schout- op 29 maart voor het eerst melding heeft gemaakt van de ziekte en dat de dokter zijn verzuim heeft trachten te herstellen "door het schrijven van een brief welke hij geantidateerd heeft op den 27 maart 1821". Enfin, het gemeentebestuur is allerminst van plan te betalen. Men blijkt trouwens genoeg te hebben van de heer van Santen, want in de raadsvergadering van 26 juli 1824 -dezelfde, waarin bovengenoemde beschuldiging wordt geuit- wordt door enige leden opgemerkt : "dat doctor van Santen zedert een geruimen tijd de vergaderingen van het gemeentebestuur niet meer heeft bijgewoond" en "dat hij dienvolgens als nutteloos lid van het bestuur moet worden aangemerkt, die de gemeentebelangen niet meer aantrekt of derzelve mede helpt behartigen". Men stelt Gedeputeerde Staten voor het raadslid J.J. van Santen te ontslaan. Een maand later -op 19 augustus- wordt door Gedeputeerden het tweede rekest van J.J. van Santen afgewezen, doch zij vragen wel het gemeentebestuur om een voorstel te doen over "het bedrag der som, welke naar ons oordeel aan welgemelde Med. doctor bij wijze van subsidie wegens zijne verrigtingen tijdens het passeren dier besmettelijke ziekte zoude behooren te worden toegekend'.' Het gemeentebestuur heeft een gulle bui gehad en kwam op een subsidie van precies vijf en twintig gulden. 11) Ook gedeputeerden gaan accoord met dit bedrag, waarvan op 16 september gemeld wordt dat het "door Armmeesteren dezer gemeente bereids aan den Med. doctor van Santen zijn uitbetaald". 12) Op diezelfde dag volgt tevens het "Honorabel ontslag" van de dokter als raadslid, dit op "het door hem bij missive van den 13e dezer maand " gedane verzoek. De dokter heeft dus achteraf gepoogd de eer aan zich zelf te houden. Enkele maanden later vertrekt J.J. van Santen naar zijn geboortestad 's Hertogenbosch. Over hem vond ik tenslotte nog de volgende personalia. Johannes Josephus van Santen werd op 18 juli 1788 in de St. Jansparochie te 's Herto genbosch gedoopt als zoon van Godefridus Joannes van Santen en Willemyen van Venroy. Op 13 september 1806 werd hij als medisch student ingeschreven aan de Universiteit te Leiden, welke universiteit hij op 18 maart 1811 verliet na een promotie op "Theses Medicae" (stellingen). In datzelfde jaar vestigde hij zich als arts te Oisterwijk, waar hij in de periode 1820 - 1824 lid was van de Gemeenteraad.
11.
Na vorenvermelde strubbelingen en ook nog eens moeilijkheden in 1822 met het Udenhoutse gemeentebestuur over ook weer de behandeling van armlastigen, 13)f vertrok hij naar 's Hertogenbosch, waar hij op 8 november 1824 werd ingeschreven. Ook daar oefende hij de artsenpraktijk uit. Op 14 september 1831 huwde hij de Bossche koopmansdochter Elisabeth Antonia Vermeer en op 28 maart 1835 werd hij benoemd tot lid van de "plaatselijke commissie van Geneeskundig onderzoek en toevoorzicht". Op 8 okto ber van hetzelfde jaar volgde zijn benoeming als lid van de Bossche Gemeenteraad. Beide laatste functies vervulde hij tot zijn overlijden op 9 februari 1848 1.
Gem. Arch. Oisterwijk no. 1387 fol. 8
2.
Deze en volgende citaten zijn afkomstig uit het rapport, dat gevonden wordt in G.A. Oisterwijk
3.
Ik moge geïnteresseerden in de meer medische zijde van dit verhaal verwijzen naar een eerlang
1387 fol. 12 e.v.
door dokter W.A.M. Rijken in samenwerking met Dr. D. de Moulin, directeur van het instituut van Geschiedenis der Geneeskunde van de Katholieke Universiteit te Nijmegen te verschijnen artikel in "het Medisch Tijdschrift". 4.
G.A. Oisterwijk 1387 fol. 15
5.
De gegevens over pand en slachtoffers dank ik mede aan de heer W. de Bakker
6.
G.A. Oisterwijk 1387 fol. 59V
7.
G.A. Oisterwijk 1387 fol. 69V
8.
G.A. Oisterwijk 1387 fol. 86
9.
G.A. Oisterwijk 1387 fol. 92V
10.
G.A. Oisterwijk 1 388 fol. 29V e.v.
11.
G.A. Oisterwijk 1388 fol. 37
12.
G.A. Oisterwijk 1388 fol. 42 - 43
13.
Ik moge hiervoor verwijzen naar een volgend artikel in dit blad.
NIEUWE UITGAVEN C.H.J. van den Brekel Elf generaties van den Brekel met veel genaelogische gegevens uit Oisterwijk en Moergestel van de 17e tot de 19e eeuw.
P.J.M. Wuisman Udenhout in oude ansichten Een boekje met 38 afbeeldingen in de bekende serie.
12.
AFSTAMMING VAN YDA ROOTHAERT (Roetaert), stichteres van het Mannengasthuis te Esch.
door Anton Fasel.
Het archief van het Mannengasthuis te Esch bevat een kleine tweehonderd charters,
waarvan de oudste teruggaat tot 1328. Het zijn voornamelijk transporten van land en renten, voornamelijk liggende te Liempde. Al deze goederen zijn aan het geslacht Roetaert gekomen en via Yda Roetaert, die gehuwd was met Marten van Elmpt, tenslotte eigendom geworden van het Mannengasthuis. Aangezien in deze acten vele personen van het geslacht Roetaert voorkomen, leek het mij interessant deze personen in een stamreeks te passen. De oudste stamvader is ene Jan Roetaert, die een natuurlijke zoon was van Jan van Gunterslaar en natuurlijk broeder van Arnt van Gunterslaar. l. Jan geheten Rotart komt voor van 1373-1409, hij overleed vóór 1420. Hij was gehuwd met N.N. Uit dit huwelijk:
1. Korstiaen, overl. vóór 1423 x .............. (had een zoon Jacob). 2. Dirck (volgt 11 A) 3. Peter (volgt 11 B)
II A. Dirck, overl.c. 1439 x Aechte, uit dit huwelijk: 1. Willem, genoemd in 1435 2. Jan (volgt III) 3. Rutgher genoemd in 1429 4. Marie (nat.dochter), gen.1435 x Dirc Dirc 's Wyttensoen 5. Lambert, gen. 1455, 1485 (had een zoon Jan van der Wegesceiden alias Roetart, gen. 1492). 6. Agnese, gen. 1447, x Gherit Henric Hesselssoen 7. Heilwig, gen. 1447, x Jan Pauwei Coppenssoen II B. Peter, overl.c. 1438 x .................. Uit dit huwelijk:
1. Huybert ? 2. Lijsbeth
3. Agnese x Jan Janss Achtmans 4. Margriete x Hube Ghenen Chevaertssoen III
Jan, gen. 1439, overl. vóór 1492, x Luytken Jan van de Bekersdyck. Uit dit huwelijk: 1. Yda, geb. c. 1430, overl. 1492, x Marten Henricss van Elmpt, visser.
Uit dit huwelijk: Jan van Elmpt, gen.1531 en 1544, overl. vóór 1559, die de volgende kinderen had: Claes, Anneke x Henrick van Berse, Jutgen (overl.vóór 1559) x Dirck Dirck Arntssoen, Elisabeth x Claes Claesen van der Stegen. 13.
HUWELIJKEN TE LOON OP ZAND VAN PERSONEN UIT HET GEBIED VAN DE KLEINE MEIJERIJ (1)
door
p.j.M. Wuisman
In de vorige jaargang heb ik de huwelijken gepubliceerd van personen uit het gebied van onze heemkundige kring, die trouwden in Cromvoirt en Vught. Vele personen uit ditzelfde gebied- en vooral uit Udenhout- zijn gehuwd te Loon op Zand. Van Loon op Zand zijn bewaard gebleven Katholieke trouwregisters van 1608 tot 1810, Hervormde trouwregisters van 1679 tot 1786 en tenslotte trouwregisters van het gerecht van 1685 tot 1811. In de tijd van de republiek werden huwelijken, voor de katholieke pastoor gesloten, niet als wettelijk erkend; wel die voor de hervormde predikant gesloten waren. In de praktijk kwam het hierop neer dat katholieken niet alleen in de eigen kerk huwden, doch daarnaast ook nog voor schepenen of voor de predikant. Als eerste zullen behandeld worden de in aanmerking komende huwelijken voor de schepenen van Loon op Zand. De registers bevinden zich in het Rijksarchief te 's Hertogenbosch. (collectie Doop-Trouw- en Begraafregisters Loon op Zand nos. 26 - 30) De eerste genoemde datum is die van de ondertrouw, de tweede die van de huwelijkssluiting. Over de periode 1690-1737 ontbreken de schepenregisters. Datum
Namen
Geb.plaats
Woonplaats
Geerit Joost van Eersel Jenneke Adr. Schapendonk
—— Udenhout
-— Udenhout
1- 5-1688 19- 5-1688
Jan Willems van Hees Maria Floris de Jonge
Udenhout Tilburg
Udenhout Loon op Z.
2- 2-1743 19- 2-1743
Johannes van Spaandonk wedr. Maria Wouters van den Velden Judith Wouter Jans wed. Peeter Jan Hamers
——
Udenhout
——
Loon op Z.
10- 4-1745 25- 4-1745
Pater Adriaense de Helt Geertruy Timmers wed. Wouter Beysteren
Loon op Z. Loon op Z.
Udenhout Loon op Z.
10-12-1746 26-12-1746
Jan Verhaaren wedr. Pieternel van Dijck Maria Peterse de Ruyter wed. Arnoldus Poisson
Moergestel
Loon op Z.
Loon op Z.
Loon op Z.
2-2-1686 2-1686
14.
Datum
Namen
Geb.plaats
Woonplaats
31-12-1749 18- 1-1750
Adriaen Cornelis van lersel wedr. Maria Brok
——
Loon op Z.
Cornelia Willemse Smulders
Berkel
Udenhout
Hendrik van Beurden Johanna Kelders
Udenhout ——
Udenhout Loon op Z.
Sprang Loon op Z.
Udenhout Loon op Z.
21-11-1761 7-12-1761
wed. Gijsbert de Kort en
wed. Bastiaen van Dijck 21- 1-1764 5- 2-1764
Peter Steenbergen Christina Weyters
wed. Jan Deckers 29- 6-1765 14- 7-1765
Engelbert Kooymans ——— wedr. Anthonetta van Broekhoven Jennemaria Adriaense de Kort Loon op Z.
voorheen Udenhout
Barent van Berkel wedr. Maria Gerritze Johanna Swaans
Enschot
Loon op Z.
Loon op Z.
Loon op Z.
—— 17- 9-1775
Martinus van Vught Johanna Theresia van Walderen
—— ——
Udenhout
23- 1-1779 7- 2-1779
Jan Hessels wedr. Maria Jasper Nouwens Maria Jansse van Berendonk wed, Jan Dirk van Doórmalen
——
Loon op Z.
———
Oisterwijk
25-4-1772 10-5-1772
Loon op Z.
Cornelis Suys
——
18-11-1787
Elisabeth Tijsmans
——
Oisterwijk Loon op Z.
22- 4-1797 7- 5-1797
Adriaen Domintcus Johanna van Gorcum
—— Udenhout
Loon op Z. Loon op Z.
22-4-1797 7- 5-1797
Andries Willem Hamers Hendrina van de Velden
Udenhout Loon op Z.
Loon op Z. Loon op Z.
3-11-1787
14- 4-1798
Johannes de Jong
Loon op Z.
Udenhout
29- 4-1798
Adriana Pijnenburg
Loon op Z.
Loon op,Z.
14- 4-1798 29-4-1798
Martien Jacobus van Laarhoven Petronella Jan Hamers
—— ——
Udenhout Loon op Z.
15.
Datum
Namen
Geb .plaats
Woonplaats
28- 4-1798 13- 5-1798
Adriaen Hamers Maria Storymans
Loon op Z. Oisterwijk
Loon op Z. Loon op Z.
19- 4-1800 10- 5-1800
Cornelis van den Brekel Pieternella van Dongen wed. Hendrik van Beurden
Udenhout
Loon op Z. Loon op Z.
26- 7-1800 10- 8-1800
Adriaen Engelbertse Comans Adriaentje Schalke
Loon op Z. Loon op Z.
Udenhout Loon op Z.
11- 4-1801 26- 4-1801
Willem Schoenmakers
Udenhout
Engelina Comans
Loon op Z.
Loon op Z. Loon op Z.
11- 4-1801 26- 4-1801
Pieter van den Boer Helena Moonen
Oisterwijk Loon op Z.
Oisterwijk Loon op Z.
25- 4-1801 10- 5-1801
Cornelis Klaassen Anna Krijmers
Moergestel Loon op Z.
Loon op Z. Loon op Z.
29- 5-1801 14- 6-1801
Bartholomeus van Hulten
Moergestel Loon op Z.
Loon op Z. Loon op Z.
Geertruyd de Werdt wed. Johannes van Bruggen
26- 4-1806 11- 5-1806
Gillis Devallée Dirris de Rooy
Loon op Z. Oisterwijk
Loon op Z. Tilburg
11- 4-1807 26- 4-1807
Jan van Gurp Maria van der Plas
Enschot Loon op Z.
Loon op Z. Loon op Z.
13- 6-1807 28- 6-1807
Wilhelmus Andries de Jong Petronella Huybertse de Jong
——
Udenhout Loon op Z.
7- 5-1808 22- 5-1808
Jan Mouthaan Cornelia Ling
Loon op Z. Tilburg
Loon op Z. Oisterwijk
Cornelis Henricus van lersel
Johanna Witlox
Loon op Z. Helvoirt
Loon op Z. Loon op Z.
13- 5-1810
Johannes Storimans Johanna Kops
Oisterwijk Loon op Z.
Loon op Z. Loon op Z.
25-11-1810
Engelbert van Wezenbeek Maria van Broekhoven
Loon op Z. Udenhout
Loon op Z. Loon op Z.
6- 5-1810
16.
BROOD- EN BANKETBAKKERIJ
Frans v. Velthoven
Jos van Hulten
RADIO E L EGT R A
ECHTE nul
BAKKER! LZT
Kerkstraat 12, Telefoon 268
MOERGESTEL
Schoolstraat 7 MOERGESTEL Telefoon 245
Pianohandel
H. Vugts & Zonen Nieuwe en gebruikte piano's Oisterwijk, Telefoon (04242) - 2109
ruime sortering
Hotel
Annex Restaurant
TOONAANGEVEND
"LE PRINCE DE GALLAS" * Voornaamste huis ter plaatse * Restaurant van bijzondere
klasse * Gezellige terrassen * Ruime parkeerplaats J.A.M. Couwenberg, propr.
ACHTERSTRAAT 45
HELVOIRT TELEFOON (04118)
1245
Permanente Expositie
Oisterwijkse dekenkisten en vele andere massief eiken sfeermeubelen, zoals kasten, eettafels, bankstellen, mini-sets, broodkast, plantenbak, enz. kunt u dagelijks zien in de sfeervolle toonzaal van
MEUBELFABRIEK OISTERWIJK BENELUXSTRAAT 7, OISTERWIJK (N. BR.) TEL. 04242 - 3929.
Toonzaal open: maandag t/m zaterdag van l -18 uur en vrijdag tot 21 uur.
Spaarbank
Hypotheken
Privé - rekeningen
Persoonlijke leningen
Effekten
Financieringen
Bewaargeving
Deviezen
Vakantiereizen
Verzekeringen
lm n k roor i<'f/<»r«'«'fi
OISTERWIJK, Burg. Verwielstraat 6
Telefoon 3 3 8 5
Voor :
CENTRALE VERWARMING WASMACHINES VA ATWASMAC H l NES HAARDEN DIEPVRIEZERS KOELKASTEN
HEESTERS
-
Telefoon (04117) -441
HAAREN
ROMANESCO en
FILM
FOTO
Gespecialiseerd fotograaf voor ambachtelijke kunst Suggestieve en instructieve fotograf/e.
KADOBOUTIEK "OISTERWIJK' kunstnijverheid
Kleur - Zwart/wit - kleurendia's voor projectie of groot formaat voor druk werk.
speciaalzaak
* kunstnijverheid en luxe artikelen van van glas, kristal, aardewerk, porcelein metaal, hout of ander materiaal * artistieke byouterieën
* reproduktie en miniaturen * andere voorwerpen ter versiering van huis en hof BOXTELSEBAAN - OISTERWIJK Telefoon 2558
* je weet wel, dat leuke winkeltje met de boerenkar voor de deur op de
gemullehoekenweg 39
Bloemenmagazijn JOS KEEPERS KUNSTHANDEL
't oudste huis 1633
Lind 37 - Oisterwijk
HOVENIER
kunstnijverheid antiek Tuinaanleg Kerkstraat 90, Oisterwijk
Telefoon (04242) - 2833
Verzorging * Onderhoud
FIRMA
van lersel en Zoon Aannemer Cultuurtechnische Werken Verhuur van Bulldozers en Draglines en diverse Hydraulische Graafmachines
BIEZENMORTELSESTRAAT39
Hotel Café Restaurant
- UDENHOUT - TELEFOON (04118) - 1329
"Br6Cla'S W6lVafGH "
TILBURGSEWEG 2 - MOERGESTEL - T E L E F O O N (04243) - 302 Goede oude brabantse stijf met voordelen van nu! Speciale menu's en prijzen voor gezelschappen. Verzorgde goed onderhouden moderne kamers met balkon. Tochten in de bosrijke omgeving eindigen bij ons !
EIKEHOUT
uit voorraad : onderstammen en blokhout
Specialiteit : eiken balken voor restauratie, droog eiken plaathout (van 16 tot en met 105 mm)
Fa. J. C. van de Voor t .Hou t handel Kreitenmolenstraat 83
Udenhout Specialiteit in gesneden groenten !
TRAA GROENTEN EN FRUITHANDEL
Torenstraat 18
Helvoirt
Tel. 04118-1382
VOOR GOED VERZORGD DRUKWERK:
DRUKKERIJ CAFÉ - RESTAURANT
„D E JONGE
VAN DE WOUW
HERTOG" KERKSTRAAT 6 8 TELEFOON (04242) - 2220
OISTERWIJK TEL. 04242 - 2494
KENT U HET LAND EN VOLK IN UW OMGEVING 7 ?
DAN KENT U OOK
DE B O E R E N B O N D Alles voor uw dieren Alles voor uw tuin
LOOP ER EENS BINNEN
FOTO VLAMINCKX LIND25
al M v-Mtot n~ö~t \r c. R t n z.örn c n jigT H AAi^. c'nL' B r_ QLiS>'T'Ê._Ö,,w y K ' . - ' i Irt
""
GBOINKMBYER N.V Noordstraat 34
OISTERWIJK
"MEER DAN 40 JAAR HET BEKENDSTE ADRES TER PLAATSE "
DE ZWARTE LEEUW HOTEL - CAFÉ • RESTAURANT
TILBURG Telefoon (04250) -22120
BEKEND VAN 1450 AF !
VERWARMING
RIJKSWEG 18
20
SANITAIR HELVOIRT. TEL. 04118
1266
M. BEKS EN ZOON LOODGIETERSBEDRIJF - GAS- EN WATERFITTER SANITAIRE INSTALLATIES
DE LIND 35 - OISTERWIJK - TELEFOON 2016
BOUWBEDRIJF VERHOEVEN N.V. BAERDIJK 54 - OISTERWIJK - TELEFOON 04242 - 2373
ALLE SOORTEN NIEUWBOUW
De kruiwagen voor ieder doel, óók voor uw tuin /
STALEN KRUIWAGENFABRIEK
matiitlor Helvoirt
Telefoon 04198 I388
DORPSTRAAT OISTERWIJK UW WINKELSTRAAT
adviezen ontwerpen en uitvoering van bosbouw en cultuurtechnische werken recreatie- en beplantingsplannen
ontwatering wegen, sportvelden, parktuinen
Van lersel bosbouw en cultuurtechniek N.V.
rijksweg 18 helvoirt
telefoon 04118-IG50
DE KLEINE MEIJERIJ Vlugschrift
van de Heemkundekring I-N HUT STRhl K A R C H I V A R I A A T V A N : O I S I H R W I J K B H R K H L - I N S C H O T HSCM H A A R l N Hl LVO1RT MOKRCiHSTI-L U D H N H O U T
DE KLEINE MEIJERIJ
1972 jaargang XXIII
vlugschrift van de heemkundekring ; en het streekarchivariaat van Oisterwijk : Berkel - Enschot, Esch, Haaren, Helvoirt, Moergestel, Oisterwijk, Udenhout
BESTUUR P. Drijvers, Burgemeester Canterslaan 29, Oisterwijk, voorzitter. E. van Waesberghe, Kerkstraat 19, Haaren, secretaris. Mevr. E.Moebs-Bayer, Duyvekotstraat 17, Moergestel, penningmeesteresse. Mevr. J. Suylen-van Lanschot, "Den Tulder" Oude Rijksweg 36 , Helvoirt. Broeder Adelbertus, Driehoeven 5, Haaren. A.H. de Weijer, Dorpstraat 44,Esch.
REDAKTIE P.J.M. Wuisman, streekarchivaris, Durendaaldreef 14, Oisterwijk. W.P.M.J. de Bakker, Scheepersdijk 15, Oisterwijk.
LIDMAATSCHAP Het lidmaatschap van De Kleine Meijerij bedraagt f. 20,- (leden die Brabants Heem reeds ontvangen f. 10,-- ). Alle betalingen bij de Boerenleenbank Oisterwijk, rekening 13.89.80.209, postrekening van deze bank 11.15.406, ten name van de penningmeester van De Kleine Meijerij.
TIJDSCHRIFTEN - UITWISSELING De Kleine Meijerij heeft ruilabonnementen met : Brabantia uitgave van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord Brabant en van de stichting Brabantia Nostra, Brabants Heem, tijdschrift voor Brabantse Heem- en Oudheidkunde. Met Gansen Trou, uitgave van de kring Onsenoort te Nieuwkuyk. Gemerts Heem, uitgave van de kring De Kommanderij Gemert. Bijdragen tot de Geschiedenis, inzonderheid van het Oud-Hertogdom Brabant. Ons Heem te Bokrijk. Heemschild, uitgave van de kring De Oude Vrijheid te Sint Oedenrode.
OMSLAGFOTO "Het welvaeren van 't quartier van Oosterwijk" , glazen beker, eigendom van de gemeente Oisterwijk (foto C. Aarts)
HOTEL - CAFÉ - RESTAURANT
KLEIN SPEYCK OISTERWIJK
SPECIALITEIT : * Brabantse koffietafel * Partijen en gezelschappen van 50 tot 1000 personen
BOEK- EN KANTOORBOEKHANDEL
STATIONSSTRAAT 17
TEL.
2227
CAMPING
DE BOSKANT Oirschotsebaan 8
Oisterwijk
Telefoon 04242 - 2059
biedt u de ruimte voor een fijne vakantie in een mooie natuur. Uw eigen tuin op onze ruime camping met alle comfort zoals : stromend water, electra, en riolering. Kampwinkel voor zelfbediening, kantine voor verpozing aanwezig, aparte jeugdkantine en cafetaria.
VERKOOP
RINEL _ STACARAVANS
VAN STRIEN WEGENBOUW N.V. UDENHOUT
TELEFOON (04241) 205 - SPOORAKKERWEI -
(Industrieterrein) - POSTBUS 21
* UITVOERING VAN GROND-, WATER- EN WEGENBOUW * VERHUUR VAN WEGENBOUWMACHINES * VERHUUR VAN BRONNERING, POMPEN e.d.
N.V.
BOOMKWEKERIJ
*fê/.-• "UDENHOUT " Telefoon (04241) - 2 5 8
BOOMKWEKERIJENBOSAANLEG SPECIALITEIT LAANBOMEN -
VRAAGT ONZE BOMENFOLDER ! !
VOOR PLANTEN IN UW TUIN NAAR
TOOM.TUIM groot assortiment uit kwekerij.
N.V. TON v.d. OEVER - Rijksweg 13 - Haaren - Telefoon 04117 462
TH. ROMMEN N.V £ l U £JN
Schilders- en Behangersbedrijf
HAARD Lindenlaan 23, Helvoirt Telefoon (04118)-1277 Voor:
NIEUWBOUW UTILITEITSBOUW ONDERHOUDSWERK
FIRMA
VANDELAAK.SWINKELS
nnnnnn AANLEG VAN CENTRALE VERWARMING, GAS- EN
OLIESTOOKINSTALLATIES
nnnnnnnnn Vught N-Br.
-
Helvoirtseweg 181
-
Tel.(04100)41179
Grondwerken - Wegenbouwwerken
Gebr.Wblfs
Oisterwijk
^9^fc/&« WWJbid
GAS
Tel. 04242 - 2258
- KACHELS - GEVELTOESTELLEN - HAARDEN
- FORNUIZEN - GEYSERS - BOILERS
Snelle en vakkundige montage en service landelijk erkend gasinstallateur, aanleg en uitbreiding van
CENTRALE VERWARMINGSINSTALLATIES in bestaande woningen en nieuwbouw
KOSTER. VERWARMING DORPSTRAAT24
OISTERWIJK
TEL. 04242-2695
FIRMA R VAN RIEL BOSSCHEWEG 26 - BERKEL - ENSCHOT - TEL.
04251 - 1223
GRAAN-, MEEL- EN KUNSTMESTHANDEL HOUTZAGERIJ EN HOUTHANDEL
ATELIER
VOOR AMBACHTELIJKE KUNST
OIRSCHOTSEBAAN 7 - OISTERWIJK -K-****-****** K-***-**********-*****-*
HANDWERKMEUBELEN - ANTIEKRESTAURATIES
Hotel Café Rottisserie
„BOS EN DUIN" UDENHOUT Tel. 04241-385
VOOR NIEUWBOUW EN UTILITEITSBOUW
R JA\M:\ WATERMOLENSTEEG 3 - OISTERWIJK - TEL.
2068
méér rente van uw geld bij VAN LANSCHOT
F.van Lanschot
BANKIERS
's HERTOGENBOSCH - EINDHOVEN - TILBURG - VUGHT
VOOR HOUT, BOARD, TRIPLEX, MEUBEL- EN SPAANDERPLAAT
,DOE H E T Z E L F " PARKET EN OOK VOOR UW MACHINAAL TIMMERWERK
N.V.
TIMMERFABRIEK
HORVERS
EN
WOLFS
VAN RIJCKEVORSSELLAAN 7 - OISTERWIJK - TELEFOON 04242-3901
maak van uw huis 'n thuis
klassiek bankstel in onovertroffen Queen-Anne stijl, luxe stoffering. Een rijk bezit voor lange tijd.
v.a.
f 860.-
INTERIEUR VERZORGING
F. VUGTS Achterstraat 59
Telefoon (04118) -I274 H E L V O l RT
EEN EEUWENOUDE ISRAËLITISCHE BEGRAAFPLAATS door W. de Bakker In het zuiden van Oisterwijk, aan de rand van "De oude Honsberg", een der laatste aanwinsten van het Brabants Landschap, ontwaart men tussen dicht masthout een stevige hoge muur. Na enig zoeken kan aan de westzijde een restant van een toegangsweg gevonden worden. Deze inslaand staat men weldra voor de zware ijzeren toegangspoort van een begraafplaats. Ze is erg vervallen. Het is duidelijk dat er reeds vele jaren niemand meer is ter aarde besteld.
De toegangspoort van het Jodenkerkhof van Oisterwijk
(foto : Viaminckx Oisterwijk )
Joodse marktkooplui hadden, zo beschijft Lion Hartogh kort voor de laatste oorlog in een brief aan de Tilburgse Joodse Gemeente, in de 18-de eeuw een "reis-chewre", een vereniging die voor de trekkende jaarmarktbezoekers de eredienst verzorgde. De vereniging had de beschikking over een rabbijn, twee voorzangers en twee synagoge-inventarissen. Ze zorgde ook voor de bejaarde leden van de vereniging. Kort voor 1746 vestigden zich aanwijsbaar 1) joden te Oisterwijk. In laatstgenoemd jaar woonden hier David Hartog en Salemon Simon. In 1751 2) bovendien Moses de hoede maker en Aron Meyer 2a( jn 1756 3' Philip Heyman, Abraham Levi en Moses Simon. In 1761 treffen we voor het eerst een te Oisterwijk wonende rabbi aan 4). Hij wordt niet met name genoemd, dus de mogelijkheid bestaat dat een van de eerder genoemden deze rabbi was. De Kleine Meijer ij, jrg. X X I I I , af l. 2
17.
In dat jaar treffen we ook voor het eerst aan Jacob Baruch, Abraham Liere, Wolf Mosis, Nathan Zeligrrun, en een zekere Daniel. In de brief uit de jaren veertig wordt het aantal in Oisterwijk wonende joden op het eind van de 18-de eeuw geschat op een 60-tal. In 1791 tel ik er 78 (43 boven en 35 beneden de 16 jaar). Ze vormen dan 18 gezinnen. In 1808 wonen er zelfs 89 6) ). Later daalt hun aantal steeds. Een groepje joden vertrekt naar Tilburg (de eerste hunner onder luide protesten van Tilburg rond 1767 7) }. In het begin van de 19-de eeuw schommelt hun aantal te Oisterwijk tussen de 50 en 60. Op het eind van die eeuw zijn er slechts twee gezinnen te Oisterwijk overgebleven. Nu nog slechts één, dat afstamt van de voornoemde 18-de eeuwers. De joodse inwoners van Oisterwijk hadden niet alleen weldra een eigen synagoge in de Kerkstraat. Reeds in 1748 "beklaagt de joodse natie zich over het feit dat door het weggraven van aarde 'eenige ingeseetenen van sig hebben kunnen vercrijgen' te verhinderen dat zij" de joodse natie, "gebruik maakt van een 'zeer klijn district in den Poelen onder Oosterwijk' dat haar ...... als begraafplaats zou zijn toegewezen". 8) Hoe die kwestie afgelopen is, wordt niet duidelijk, maar "dingsdag 9 juni 1761" volgt wel de "overgave aen die van de Joodsche Natie aldaar tot een begraafplaats" van een "perceel hey of gemeente geleegen onder Oosterwijck ter plaatse genaamt agter de Boeyens" ter grootte van "1 lopense of 50 roeden" voor 10 guldens en een grondgewincijns van een halve stuiver 9). De vele grafstenen op het kerkhof wijzen op een veelvuldig gebruik. Men zal echter het hebreeuws dienen te beheersen om de opschriften te kunnen ontcijferen. Het lijkt me zeer zeker de moeite waard: niet slechts in Oisterwijk wonende joden vonden er hun rustplaats, ook weggetrokkenen werden er begraven. Zeker uit Tilburg, alsook uit Waalwijk moet in het verleden meermalen een stoet naar Oisterwijk getrokken zijn, zoals ouderen me verzekerden. In 1885 was meester Abraham de Balbian Verster rentmeester over de heibodem. Door zijn bemiddeling werd een stuk er rondom aan toegevoegd en werd de begraafplaats door de nu nog bestaande hoge muur omgeven. In die tijd werden de eigendomsrechten ook wat beter geregeld. Dat was nodig, omdat in Oisterwijk zelf haast geen joden meer woonden. Uit vrij summiere gegevens die bewaard bleven 10) blijkt dat er een vereniging "De Nederlandsche Israëlitische Begraafplaats te Oisterwijk" opgericht werd. Het eigendom kwam half aan die vereniging, half aan de Oisterwijkse joodse gemeente. In het begin van onze eeuw is daarin door niet geheel duidelijke verwikkelingen verandering gekomen. De synagoge in de Kerkstraat was reeds jaren niet meer gebruikt en door de jeugd als speelterrein in gebruik genomen. De ruihe werd zonder toestemming van de opperrabijn te 's-Hertogenbosch verkocht, en de ring-synagoge Oisterwijk (het was de hoofdsynagoge van de omliggende plaatsen) werd in 1909 officieel opgeheven. Oisterwijk ging onder de Tilburgse synagoge ressorteren.11) De beschikkingsmacht over de begraafplaats kwam nu in zijn geheel in handen van de vereniging. Statuten werden tenslotte op 17 april 1928 koninklijk goedgekeurd.12)
18.
De vereniging te öisterwijk voor een tijdsduur wan 29 Jaar en 11 te vanaf 1 juli 1927. en in kon lid van etn te contributie, het van het gezin lid te De voor een gemeente in zip collectief lid te De in het huishoudelijke een vrije voor de en hyn 2 februari de te-naam-stelling van de van de notarieel bepaald.'"-' Wat was het was de op de 1910 van de Israëlitische te Oisterwijk "W door Alexander van Oss, AbraDeen» Louis Gersons, Levie de en Hijman Levie, wormend het bestyur van de Israëlitische te Oisterwijk . De vereniging echter nog rechtspersoonlijkheid. In het K.B. uit 1928 de sooniijkheid verkrijgende vereniging: "De Israëlitische Oisterwijk". Uitdrukkelijk vereniging worden in 1928 door het dan zittende de rechten van de vijf {of hun rechtverkrijgers) uit 1910 overgenomen. Alteen uit de van de bestuursleden van blijkt de meer dan funktie van de begraafplaats. Alexander van Oss, slager te Oisterwijk, is woorzitter - Leon Hartocj, zonder te Capelle» secretaris-penningmeester - Dawici Gersons, koopman te Tilburg -
De
van de
: 19.
Ferdinand Cahen, fabrikant te 's-Hertogenbosch — Nathan de Jong, koopman te Waal wijk, leden.
Alleen Alexander van Oss was ook reeds in 1910 bestuurslid. Abraham Deen was overleden voor 1938, zijn rechtverkrijgers waren zijn weduwe Gertrud Wolff te Tilburg, Willy Deen, koopman te Tilburg, Alfred Deen en Erik Deen, beiden zonder beroep wonend te Tilbu g. Ook Louis Gersons was overleden, er verschenen de weduwe van David Gersons, Mariana van der Sluys uit Den Haag ook namens haar nog minderjarige dochters : Rozet Louise Gersons en Helene Jacoba Gersons, Adolf Gersons, koopman te Nijmegen, Ber nard Gersons, koopman te Tilburg, Elisabeth Gersons, gehuwd met doctor Julius Wolff, hoogleraar te Utrecht, Henri Gersons, koopman te Tilburg, Sally Gersons, zonder beroep te Amsterdam, en Maurits Gersons, koopman te Nijmegen. Hijman Jacob Levie woonde in 1938 te Utrecht, hij was toen koopman. Hij trad ook op als enig erfgenaam van Levie de Roos. De weduwe Deen hield als enige, ook voor haar zonen, het recht van vrije toegang tot de begraafplaats voor.
Met de Davidsster op kwam men in de oorlog nog te Oisterwijk begraven.15) Kort na de oorlog, toen ik de kleuterschool aan de Moergestelseweg bezocht, trok op zekere morgen een begrafenisstoet het dorp uit "de hei in". Zou het een der laatst begravenen geweest zijn? 1.
G.A. Oisterwijk, 262 ;
2.
G.A. Ow. 263 ;
2a.
Aron Meijer trouwt voor de Oisterwijkse dominee 20 augustus 1 752 met Lena Simons uit Valkenburg. Hij zelf is geboren te "Lingsveldt in het land van Hessen" en dan weduwnaar van Roos
Levi. Beide echtelieden wonen in 1752 te Oisterwijk. 3.
G.A. Ow. 264 ;
4.
G.A. Ow. 265 ; De joodse rabbi Salomon Isaac woont te Oisterwijk in 1762 (R. 424,40), 1767
5.
G.A. Ow. 271 ;
6.
C.Th.J. Brands, De Joodse Gemeente in Tilburg: Brief van de Landdrost van Brabant aan de
7.
Mr. G. Berkelmans, Graven in Oisterwijks Verleden.in:Oisterwi]k (zwart beertje 520); C.Brands,
(R. 492,112 en N. 5325,64) en in 1771 (N. 5326,195) ;
minister van Openbare Eredienst; vgl. Tilburg 15 joden, Hilvarenbeek 4 joden, Baarle 8 joden;
t.a.p. ; 8.
' B.
10.
G. Berkelmans, t.a.p. blz. 21;
G.A. Ow. 148 ;
G.A. Tilburg (waar het Tilburgse joodse kerkarchief onder de oorlog in veiligheid gebracht is door M.B. Moerei, en in de 50-er jaren beschreven is door mej. C. Brands In haar doctoraal scriptie "De Joodse Gemeente in Tilburg"); Met dank voor het ter Inzage geven en de hulp aan
de heer Moerei te Oisterwijk en de stads-archlvaris van Tilburg de heer Schurink. 11.
G.A. Tilburg, Joods archief, Corr. 1900- 1925, nr. 5 ;
12.
Ned. Staatscourant 18/19 april 1928, no. 97 ;
13.
Notaris O.P. van de Klei te Oisterwijk ;
14.
Hyp. kant. 's-Hertogenbosch, 31 mei 1910, dl. 1513, no. 106;
15.
Mededeling van Mr. G. Berkelmans te Oisterwijk ;
20.
DOKTER VAN SANTEN CONTRA HET UDENHOUTSE GEMEENTE BESTUUR
door P .J.M. Wuisman
Bij besluit van 6 februari 1818 werden door het Provinciaal bestuur van Noord Brabant
voorzieningen getroffen voor de verzorging "der arme-klasse in ziekte, gebreken en barensnood". Aan de Noord-Brabantse gemeentebesturen werd toegestaan om met de plaatse lijke "geneesheer, heel- en vroedmeester of vroedvrouw", of met die der nabij gelegen gemeenten schikkingen te treffen "zoo ten aanzien van het visiteren der lijderen, als het toedienen van medicamenten". Met hen kon een jaarlijks tractement of toelage worden overeengekomen, ten laste van de "arme-kasse", of, zo deze niet toereikend bleek, van de
"Gemeentes-kasse".1) Als gevolg van dit besluit werd door het gemeentebestuur van Udenhout op 27 mei 1818
een contract gesloten met Johannes Josephus van Santen, medicinae doctor te Oisterwijk. Hierbij werd hem een toelage toegekend van f. 75,-- per jaar voor geneeskundige behandeling van de Udenhoutse armen.2) In het zelfde jaar werd in Udenhout benoemd tot heel- en vroedrneester Pieter Jan Willems "omtrent wiens kundigheden zo in de chirurgie als vroedkunde alsook omtrent zijn zedelijk en godsdienstig gedrag de beste getuigenissen ingekomen zijn". Hij was na "een allerloffelijkst examen" in 1818 door de provinciale geneeskundige kommissie toegelaten als chirurgijn en vroedmeester en trad op 1 januari 1819 in dienst der gemeente Udenhout, terwijl hem een toelage werd beloofd van f. 200,-- per jaar voor het behandelen van arme patiè'nten.3) Gedurende enige jaren bleef deze toestand gehandhaafd en in de dorpsrekeningen van 1819 1820 en 1821 worden de posten van f. 75,-- en f. 200,- ten behoeve van bovenvermelde heren dan ook verantwoord. Hierin kwam echter verandering toen dokter van Santen in de eerste dagen van januari 1822 een tweetal rekeningen indiende ten laste van de armen. In de vergadering van 7 januari 1822 vormden deze rekeningen het onderwerp van de besprekingen der Udenhoutse gemeenteraad. De vier jaar oude overeenkomst wordt er nog eens bijgesleept en met de hand op dit contract besluit men de bedragen van beide rekeningen "als behoordende volgens inzien onder de f. 75,- die zijn Ed. volgens artikel een der meergemelte overeenkomst competeerde, buiten betaling te stellen" 4) Later zou blijken dat dit niet de enige reden was om de ingediende rekeningen onbetaald te laten. Verder wordt besloten "om over dit jaar (1822) van gemelde overeenkomst af te gaan en te houden al of dezelve niet was geschied, aangezien hetzelve te nadeelig voor deses Gemeentes en armens Kasse uit komt". En ten slotte wordt besloten dat Dr. van Santen rekeningen voor zijn werk aan personen "van deze armen levende", die hij op order van het gemeentebestuur zal behandelen "bij het einde van het jaar kan inleveren, waarvoor hij alsdan betaling zal genieten". Aan de schout werd de twijfelachtige eer gegund om al deze besluiten aan de Oisterwijkse geneesheer te berichten. Dr. van Santen -die al bekend mag zijn als een zeer strijdbare figuur 5)- nam met deze gang van zaken absoluut geen genoegen. Hij zocht zijn heil en zijn recht hogerop -en ook dat is niet vreemd voor de lezer- en wel bij Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant.
21.
Uit het rekwest, dat hij indiende en uit het verweer van het Udenhoutse dorpsbestuur kunnen we ie< wijzer worden omtrent de achtergronden van dit afbreken van de over eenkomst tussen de dokter en de gemeente. In een uitvoerig verzoek wist de geneesheer te melden dat gedurende verschillende jaren door hem zijn bediening als geneesheer der armen "steeds met den meesten ijver en exactitude is waargenomen", zulks tot voldoening van het gemeentebestuur en de patiè'nten.6) Vervolgens spuwt dokter van Santen zijn gal in de richting van de heel- en vroedmeester Willems, "die in het afgelopen jaar te Giessen in Wiesbaden zich in de medicijnen op een enkel practikaal onderzoek heeft laten promoveren, welke promotie hoewel uit zich zelve in deze landen niet geldig, ook door besluit van zijne Majesteit niet tegelijk met de heel en vroedkunde mag worden uitgeoefend". Bovendien geeft de gepasseerde arts te
kennen "dat gemelden Willems geene de minste pharmaceutische of chemische kunden bezit, onontbeerlijke vereischten in een geneesheer ten platte landen, die zijne medica menten voor een groot gedeelte zelve moet bereiden". Als een addertje onder het gras komt ook nog de "naauwe familie betrekkingen waar in gemelden Willems met opzigt tot den schout staat te komen". Over deze familierelaties tussen de heelmeester an schout Wiilem Pijnenburg heb ik echter niets kunnen vinden na een onderzoek in beidet families. Is mor sprake van een verloving die later werd verbroken of is de familierelatie nogal vei te zoeken? Het geheel van bovenstaand verhaal komt er op neer, dat van Santen de in druk krijgt door PJ. Willems te worden weggewerkt, zodat deze laatste een hoger trakte ment kan vragen. Dr. van Santen beschuldigt het gemeentebestuur van Udenhout van ontduiken van de wet en stelt daarenboven, dat de nieuwe maatregel "niet voor primo
january was bekend gemaakt", zodat ze voor het lopende jaar niet kon gelden. Tenslotte wordt door de requestrant beklemtoond dat het Udenhoutse gemeentebestuur de over eenkomst niet kan verbreken "zonder authorisatie van Uw. Ed. Gr. Achtb." (dus van Gedeputeerde Staten). Als bekrachtiging van zijn betoog waarschuwt de Oisterwijkse arts voor de gevolgen, wanneer niet hij, maar slechts een "heelmeester" de Udenhoutse zieken zal gaan verzorgen, terwijl hij de financiële voordelen van de nieuwe regeling voor de gemeente sterk betwijfeld. Zijn conclusie is "dat niet het voordeel van den armen of de gemeente wordt be oogd, maar enkel en alleen de begunstiging van den chirurgien". Dit alles waren voor hem -van Santen- redenen om het college van Gedeputeerden te verzoeken de nieuwe maatregel van de Udenhoutse vroede vaderen ongedaan te maken. Zoals gebruikelijk bij dergelijke zaken, stelde de Gedeputeerden via de districtsschout het request in handen van de Udenhoutse bestuurders om advies en raad en het antwoord dat deze op 28 februari aan gedeputeerden zenden vinden we eveneens in extenso afgedrukt in het boek der Udenhoutse raadsnotulen?). De repliek begint al bijzonder fraai en is niet bepaald een pleidooi voor de heren medici in het algemeen. "Dat broodnijd of jalousie de metier steeds bijzondere eigenschappen
geweest zijn der zonen van Aesculaap, wordt zoo algemeen erkend, dat het bij Uw. Ed. Gestr. wel geen betoog zal behoeven". Dat is echter nog niet alles, want "met reden zou men daar en tegen kunnen twijffelen, of die rampsalige stemming des gemoeds zich immer ergens meer evident en schandaleux hebbe geopenbaard dan in de klagten van den 22.
Jan van Santen". kon de öisterwijkse arts het voorlopig doen. In hun willen de Udenhoutse niets over de kwaliteiten en de ijver van de geneesheer "welke hij zelf overigens op hogen prijs schijnt te stellen". Evenmin raken zij aar» de wan de van Santen en Willems. Dat van Santen zich uitliet huiselijke en familierelaties tyssert de schout en Willems noemt men een "discretie van den om er ergeren naam aan te tjeven", zal zijn indiscretie). Het request wordt gezien als een "opeenstapeling wan en onbetamelijke verdenkingen" en de dorpsbestuurders zullen zich alleen verdiepen in de opmerkingen, die wan Santen heeft over het contract wan 1818, Een mooie verklaring vindt het gemeentebestuur over de datum, waarop aan van Santen bericht van het verbreken van de overeenkomst, Dit contract n.l. in feite op 6 februari 1818, de datum van het boven vermelde provinciale besluit. Volgens een der artikelen zou de overeenkomst stilzwijgend telkens voor een jaar worden verlengd, De nieuwe verlenging zou dus niet op 1 januari, doch op 8 februari zijn inge gaan en de dokter was ruim vóór die datum verwittigd van de gewijzigde omstandigheden. Het Udenhouts gemeentebestuur ontkent beslist niet dat de heelmeester PJ, Willems zou hebben verzocht de medische behandeling der armen te mogen waarnemen, maar
de
cfe
23,
men had deze "démarche" natuurlijk naast zich neer gelegd en men kon de heer Willems toch ook niet "beletten zodanige vertogen en verzoeken in te dienen, als hij mogt goed vinden". En daarna wordt als werkelijke reden voor het verbreken van de overeenkomst met dr. van Santen , aangevoerd, dat die gelegen is bij de heer van Santen zelf. Deze immers had op zijn rekening over 1821 voor het armbestuur niet alleen door hem behandelde Udenhoutse patiënten vermeld, maar ook een "Jan Heessels in de buurt van den heere dokter te Oisterwijk wonende" en verder nog Huibert Vermelis, die reeds in 1817 onder doktershanden was geweest, doch die hiervoor nog steeds niet had betaald, zodat de arts "nu denkelijk begrijpende dat hij van den eigelijken debiteur bezwaarlijk betaling zoude ontvangen" deze persoon ook maar even op de rekening der armen had geplaatst. Dit alles -zo besluiten de Udenhoutse Raadsleden hun relaas aan de districtsschout- "zal de klachten van de Heer van Santen voorzeker in het oordeel van onpartijdigen geen gunstig voorkomen, maar alleen reden kunnen geven om zijn passiën door schandelijker! broodnijd geprovoceerd tot bedaardheid en de gezonde rede terug te roepen en hem te doen beseffen dat hij geene oorzaak heeft om zich over de schending van de verbintenisse te beklagen". Of gedeputeerden het er helemaal mee eens zijn geweest zouden zijn, is niet te achterhalen, maar in ieder geval werd het verzoek van Dr. van Santen op 6 mei 1822 afgewezen. In de Udenhoutse archieven wordt na die datum over van Santen niets meer aangetroffen. 1.
Provinciaal blad van Noord-Brabant, 1818, no. 12
2.
Voor J.J. van Santen moge ik verwijzen naar mijn bijdrage "Een bijzondere epidemie in Oisterwijk en haar nasleep" op pag. 6 van deze jaargang van "de Kleine Meijerij".
3.
Gem. Arch. Udenhout 150. Notulen Gem. Raad fol. 68
4.
Gem. Arch. Udenhout 150. Notulen Gem. Raad fol. 103
5.
Zie de aantekening bij noot 2
6.
Voor deze en volgende citaten zie Gem. arch. Udenhout no. 15O, Notulen Gemeente raad f. 106V en volgenden.
7.
Gem. Arch. Udenhout 150. Notulen Gem. Raad fol. 1O8 e.v.
HET GILDEZILVER IN DE KLEINE MEIJERIJ door Drs. W.H.Th. Knippenberg
1. Sinte Barbara-gilde te Oisterwijk " De gieldebroeders van Santé Berbera" worden genoemd in 1651; de "Charte van de Schutterye" dateert waarschijnlijk van vóór die tijd. Volgens het "Reglement van St. Barbara 5dec. 1801" hadden zij jaarlijks twee H.H. Missen, "op Sint Barbara Dagen op Sint Agatha Dag"; reeds in 1399 was er in de kerk een altaar van St. Agatha, terwijl dit altaar in 1551-56 was toegewijd aan "Barbara en Agatha". 24.
De oprichting van het schuttersgilde van de H.Barbara, misschien ontstaan uit een of twee oudere kerkelijke broederschappen, mag daarom kort na 1550 worden geplaatst*. Het was eerst een kruisbooggilde (schilden van 1786,1822 en 1839), thans een gewerengilde (schild van 1862). De twee "wildemannen", die volgens Jolles in de gilde-optocht meelopen, herinneren aan de tijd van de oude kerkelijke processies of ommegangen, waaraan ook de gilden deelnamen en waarin zijn bepaalde figuren uitbeelden; zo liepen ook de schutters uit Udenhout mede in 1605 "tot Oosterwijk in de processie, als men onze Lieve Vrouwe omdraagt" 1). Of er van de oude tinnen prijsborden, "groot, middelsoort en klein", nog ergens iets te Oisterwijk gevonden kan worden, valt te betwijfelen. De oude gildetrom echter van 1771 is aan het gilde teruggeschonken. 2) In de vorige eeuw werd nog om de twaalf jaar koning geschoten; er waren toen nog vier gilden. De schilden van St. Barbara liggen daardoor ver van elkaar, evenals bij St. Catharina. In 1954 verloor het gilde door brand diverse costuums en attributen 3) maar het zilver bleef gespaard en het aktief gildeleven eveneens 4). 1786 Theodorusvan lersel;afb. Barbara, kruisboog met twee pijlen, gekruiste vlaggen en gekruiste bouten, wapen van Oisterwijk en familiewapen gedeeld (rechts drie vissen faaswijs, links 2+1 kroon). Mer ken: een onleesbaar merk en de initialen AM in een liggende rechthoek (waarschijnlijk een Oisterwijkse zilversmid; nog onbekend. 1822 Joost de Bruijn; afb. Barbara, boer met ploeg en paard, kruisboog, met pijlen, wapen van Oisterwijk. Genopt schild. 1839 Joost de Bruijn; afb. Barbara, boer man met paard en huifkar, kruisboog met pijlen, wapen van Oisterwijk. Genopte rand. Merken o.a. jaarletter F (= 1840). 1862 Petrus Verhoeven; afb. Barbara, boer met ploeg en paard, gekruiste geweren, wapen van Oisterwijk. Merken : o.a.jrl.d (1863) en HH 82 (H.Hemel bach, Oisterwijk - 's-Hertogenbosch. Genopte rand. 1875 Adriaan Verhoeven; afb. Barbara, boer met ploeg en paard, gekruiste geweren, wapen van Oisterwijk. Genopte rand. Merken : jrl. r ( = 1876) en HH 82 (zie 1862). 1884 Jacobus Janssens; afb. Barbara, schoenmaker aan werkbank; gekruiste geweren, wapen van Oisterwijk. Genopte rand. Merk : HH 82 (zie 1862). 25.
1899
Franciscus Korvers 4 sept.; afb. Barbare, schoenmaker aan werkbank, gekruiste ge-,
weren, wapen
in Oisterwijk. Merk: JJ (J Jonkergouw, 's-Hertogenbosch).
1921 J.A. van Baast 11 juli; het schild is hier vervangen door een uitgesneden vliegende
vogel. 1928
M. Vissers; afb. schutter met geweer bij schutspaal.
1931 A. Kosters, 37 jaar in dienst van J.H. van de Wiel, schoenfabriek. 1937
W.M. Kosters; een uitgesneden vliegende vogel met afb.: jager met jachthond.
1947 Antoon Hubert Peters; afb. Barbara, garage met benzinepomp, wapen van Gister wijk, gekruiste geweren. 1950
Theodorus van Kerkoerle; afb. o.a. "Kon. Lederfab. Oisterwijk".
1952 Antoon Hubert Peters, voor de tweede maal koning; afb. Barbara met toren van oude kerk Oisterwijk, kermistreintje, enz. Cf. Gildetrom 6, 1960, 229. 1954
Adrianus Rokven van den Brand, 12 juli
1953 - 1954 Carol Alexander Bavo Andreas Maria Schade; afb. wapen met wapenspreuk PRINCIPIISOBSTA 1955
Piet Janssen 11 juli ; afb. bliksemschicht.
1956
J.K. Verbunt; afb. familiewapen
1962 Gerard Antoon Peters 16 juli; afb. Barbara met toren van de oude kerk Oisterwijk, kok in de keuken, etc. 1965 - 1968 Gerard Antoon Peters, voor de tweede maal koning; afb. Barbara met toren van oude kerk Oisterwijk, Hotel Klein Speijk naast drie vogels op schutspaal, etc. Deze koning schoot zich in 1968 tot keizer, 22 jaar oud, en werd met de hoge keizerskroon geëerd.5) 1968 Jo van Zeist 15 juli; afb. schutter in ton en schutspaal met vogel. 1.
J. Jolles, De Schuttersgilden en Schutterijen van Noord-Brabant, II, 173 ;
2.
De Gildetrom, driemaandelijks tijdschrift van de Kring "Het Kwartier van Oirschot", aange sloten bij de Federatie van Noord-Brabantse Schuttersgilden, jg. 4 (1957), 106 ;
3.
De Gildetrom, jg. 6 (196O), 229 ;
4.
De Gildetrom, jg. 4 (1957), 121 ; jg. 5 (1958), 199 ; jg. 16 (1969), 33, 68 en 72 ;
5.
De Gildetrom, jg. 15 (1968), 30 en 31 ;
26.
*
Op 19 auguitus 1474 woröt 4 lopen rogge overgedragen aan "der gulden sunt» Barbare om eten goattdlenst mede te doen" : OitterwIJk, R, 180, 21 ; In 1071 heeft A. Verhoeven zich korting geschoten, die ook een giïdetchild heaft laten vervaar™ digen.
ll«
(Overgenomen uif'Oe Gildatrom", Jg. 18 (1971), 43, met toestemming wan de schrijver en de redaktia)
bij L, 19 mei
1S27, in aan
TE
bij
IN
wan de aan
door
In het gemeentearchief te Berkel-Enschot trof ik kortelings stuk aan, geheel betrekking op de te Haaren bij de wan 1783. Vermoedelijk is dit stuk te in die secretaris den. Ik de fout ondertussen 1) uit het het volgende :
op 3
1783 de streek ten N .O. van Oisterwiik tot aan St. toe getroffen door aantal windstoten en hevige hagelslag. Vooral de landbouwers aan en stuk bevat lijst van Haarense inwoners, met de grootte der door hen geleden schade, die ons een wan de van de ramp.
27.
Bi^na 1200 lopensaat land was geheel vernield. Een lopensaet of lopense was een akkermaat, die ong< 3er overeen kwam met de oppervlakte, die men met een volle schepel zaad kon bezaaien; de Bossche lopense, onderverdeeld in 50 roeden van 20 voeten was ongeveer 0.165 Ha groot. Naast deze vernielde landerijen geeft de lijst nog een trieste reeks schadeposten : " een meenigte glasraamen die op de wind stonden zijn verbrijseld en ingeslagen" " veele huisen, schuuren en schoppen zijn of geheel omgewaaid of de daaken daaraf gewaait, zommige geheel uit hun verband gerukt, andere deerlijck beschadigt, door zommige zijn zware boomen door de daken heen gevallen, veele hebben groote gaten in dak en wanden bekoomen". "Een onnoemlijk getal zware eike, populiere, fruit, en andere boomen zijn of uit den grond gerukt of doorgebroken of de takken afgeslagen". " Nog zijn er beesten en varkens onder de ingestorte stallen of omgevallen bomen dood gebleven". Het totaal der geleden schade werd geraamd op "agtien duizend tweehondert vijf en twintig gulden" en dat terwijl de 18e eeuwse guldens enige tientallen malen meer waard wa ren als de huidige. Aan de hand van deze cijfers wilde het Haarense dorpsbestuur de heren van de Staten Generaal een indruk geven van de ramp en op grond van de geleden schade werd aan deze heren verzocht om vrijstelling voor een jaar van bede en verponding. Dit blijkt uit de notulen van het dorpsbestuur van 29 augustus 1783 2), waarin besloten werd om een dergelijk verzoek te doen "tot soulaas van de ongelukkige ingezetene". Ook de omliggende -mede getroffen- plaatsen hadden een dergelijk verzoek gedaan, maar op 11 maart 1784 bleek de Staten Generaal een afwijzende houding aan te nemen ten opzichte van gehele of gedeeltelijke vrijdom van belastingen voor een enkel jaar. Men had echter wel "begrip" voor de moeilijkheden en men adviseerde aan de Raad van State om aan de getroffen plaatsen Oisterwijk, Boxtel, St. Michielsgestel, Esch en Haaren een "Liberaale gift te doen betaalen", welke gift voor Haaren f. 600,- zou bedragen, die diende "om verdeelt te worden onder de behoeftigste en door den hagelslag het meest geleeden hebbende ingeseetenen".3) Het was nauwelijks meer dan een druppel op een rood-gloeiende plaat. Op 27 mei 1784 was deze som eindelijk beschikbaar en werden de borgemeesters Antony Leyte en Jan van der Gouw belast met de ontvangst en de verdeling van dit bedrag.4) Dat bij deze verdeling bovengenoemde lijst als leidraad diende, spreekt -lijkt me- vanzelf. 1.
thans Gem. Arch. Haaren no. 97a
2.
Gem. Arch. Haaren no. 2
3.
"
"
"
fol. 278
4.
"
"
"
fol. 280V
28.
fol. 270
BROER EN ZUS, EEN VRAAG door W. de Bakker In de over het algemeen kleine hedendaagse gezinnen zal men niet dikwijls met de voornamen der kinderen in de war raken. Mogelijk was dat tot in het zeer recente verleden een der redenen waarom in vele gezin nen een jongen Broer genoemd werd, al had hij als de andere kinderen een doopnaam. Een meisje heette dan Zus, ofschoon ze misschien als Adriana, Maria of Petronella gedoopt was. Men hoort wel de verklaring dat Willibrord tot Broer en Francisca tot Zus leidt. Zou echter bij de komst van de gezinsuitbreiding niet gesproken zijn van het nieuwe broertje of zusje? Wanneer deze naam dan later in gebruik bleef zou dat ook een verklaring kunnen zijn.
ledere Oisterwijker zal misschien wel eens van "Broer" van der Loo gehoord hebben. Hopelijk wil de een of ander eens nagaan wie zoal genoemd werd. Mogelijk werden niet
slechts de jongste kinderen van een gezin zo aangeduid. Een onderzoekje kan dat ons eerst leren. Nu dragen nog velen deze naamsaanduiding. Over niet al te lange tijd zal het vervagen, en niemand herinnert,zich dan nog zo'n kleine
typische bijzonderheid die onze gezinnen kleur gaf.
HUWELIJKEN TE LOON OP ZAND VAN PERSONEN UIT HET GE BIED VAN DE KLEINE MEIJERIJ (2) door P.J.M. Wuisman Nadat in het vorige nummer de huwelijken voor de Loonse schepenbank in de periode 1686 - 1690 en 1737 - 1811 werden behandeld, zal thans aandacht worden besteed aan de huwelijken die in de Hervormde kerk werden voltrokken en die dus ook wettelijk werden erkend. Van de hervormde kerk is het trouwregister bewaard gebleven over de periode 1679 1786.
Datum
Namen
Geb. plaats
3- 3-1680
Jan Aert Heyligers Teuniske Jansse Gommers
Berkel Udenhout
9- 4-1680
Engelbert Janssen Maria Jansen Peynenborch
Loon op Z. Haaren
3- 5-1680
Jan Cornelisse Maria Adriaense
Enschot Loon op Z.
26-10-1681
Teunis de Vive wedr. Geertruyt Vogelsangh
Hendrina Ophorst
Woonplaats
Son
Udenhout 29.
Datum
Namen
Geb. plaats
28-10-1681
Jan Denis Jansen Maeyke Janse wed. HuVbert Aertsen
Udenhout Udenhout
Leendert Janse van der Linden Cornelia Peters Teulings
Gilze
1-11-1681
Woonplaats
Udenhout Udenhout
11-8-1682
Johannes Ophorst Maria Vogelsangh
Udenhout Son
22- 8-1682
Aert Adriaensse de Meyer Allegonda Henrick Willem Clasen
Udenhout Udenhout
9- 1-1683
Cornelis Janse-v.Oosterhout Maria Jacobs van der Voort
29- 4-1684
Cornelis Woutersvan Laarhoven Adriaentje Wouters Cuypers wed. Willem Peters
19- 8-1684
Loon
Udenhout Loon op Z.
Marten Hendrik Gerrits van de Ven Mechteltje Aers -v.Laerhoven
Loon op Z. Udenhout
27- 1-1685 11- 2-1685
Anthony Wouters-v.Laarhoven Elisabth Peters-v.d.Pasen
Helvoirt
10- 2-1685
Cornelis Hendriks de Leeuw
Udenhout
25- 2-1685
Petronella Andr.Woestenborgh
24- 2-1685 18- 3-1685
Udenhout Udenhout
Udenhout
Cornelis van Oosterhout wedr. Maria Jacobus Joostie Goeritis
Loon op Z.
3- 3-1685 18- 3-1685
Jan Jan Joosten Elisabeth Hendriks
Udenhout Tilburg
17- 3-1685 8- 4-1685 '•
Adriaen Janse Hamer Dirckje Teunis
Loon op Z. Udenhout
30.
Udenhout Udenhout
Udenncut
Udenhout
Datum
Namen
Geb. plaats
Woonplaats
5- 1-1686 20- 1-1686
Jan Adriaense Tomas v.d. Broek Mary Jans van der Linden
Gilze
Berkel Udenhout
19- 1-1686 3-2-1686
Gommert Jan Gommers
Udenhout
Jenneke Willem Arien Bertens
Udenhout
7- 2-1686 24- 2-1686
Arnoldus Ophorst Aaltje Cornelisse Leempoel
Nijmegen
9- 2-1686 24- 2-1686
Peter Peter Priems Adriana Mathias Berkmans
Udenhout Udenhout
9- 2-1686 24- 2-1686
Zacharias Hendrik Kroot Willemyna Adriaens
Loon op Z.
30-3-1686 15- 4-1686
Peter Lamberts van Heeze wedr. Cornelia Corstiaense v.Lier Jenneke Michielse wed. Marcus Janse van Son
Udenhout
31- 8-1686 15- 9-1686
Cornelis Peters van Hilvarenbeek Maaike van Oosterhout
Hilvarenbeek Loon op Z.
3-4-1688 19- 4-1688
Willem Hendrik Adriaens Adriaentje Jans Berkmans
Loon op Z. Udenhout
21- 1-1690 5- 2-1690
Leendert Corstiaen Dankers Marya Adriaen Peters
Loon op Z. Udenhout
18- 6-1690 2- 7-1690
Jan Vennings wedr. Maria Swaans Hiltie Willems de Kort
Udenhout Loon op Z.
Udenhout Udenhout
Udenhout
Udenhout Udenhout
Oisterwijk Udenhout
wed. Jan Janse van Helvoirt
16-10-1690 7- 1-1691
13- 1-1691 28- 1-1691
Loon op Z.
Nicolaas Pietrou
wedr. Adriaentje Willems Mechlina Nicolaes Kemps
Oisterwijk
Cornelis Gerritse Janneke Cornelis
Loon op Z. Oisterwijk
Loon op Z.
31.
Datum
Namen
Geb. plaats
Woonplaats
3- 2-1691 18- 2-1691
Adriaen Jooste van lersel Geertruy Teunis Egmons
Udenhout Loon op Z.
Loon op Z.
Aalbert Gerrits Witlox Cornelia Cornelis van de Hoeve
Udenhout
Loon op Z.
8- 2-1691 7- 3-1691 12- 5-1691 5- 7-1691
Jan Sasse wedr. Mary Kole Syke Wouters Verhoeven
Loon op Z. Lexmond Oisterwijk
Loon op Z. Udenhout
Joh. Ophorst wedr. Marike Vogelsang Geertruyt Groenendael
Heusden
10- 1-1693 22- 1-1693
Adriaen Wouters Schapendonk Jenneke Thomas Egmons
Udenhout Loon
7 6-1693 21 6-1693
Jan Jansse Verhoeve wedr. Dircxke Jans Roosenbrandt Janneke Willems
Moergestel
Tilburg
16- 6-1693 12- 7-1693
Batholomeus Chiel Deckers Hendrickske Cornelisse Mutsaerts
Udenhout Loon op Z.
Loon op Z. Loon op Z.
19- 4-1694 2 5-1694
Lambert Peters Aaltje Driesse
Oisterwijk Loon op Z.
Loon op Z.
1695
Willem Cornelis wedr. Jenneken Schapendoncq Neeltje Wouterse
Heukelom
12- 1-1698
Jan Peterse Priems Seyke Jacobs Weytmans
Loon op Z. Udenhout
10- 1-1699
Peeter Janse Cornelia Servaase
Loon op Z. Loon op Z.
17- 1-1700
Gojert Janse Stockermans Pieternel Wouter Brekelmans
Berkel Loon op Z.
5-12-1692 21-12-1692
Breda
Loon
Udenhout
(wordt vervolgd).
32.
BROOD- EN BANKETBAKKERIJ
Frans v. Velt hoven
Jos van Hulten
RADIO E L E CT R A
i ECHTE ftJ l Kerkstraat 12, Telefoon 268 MOERGESTEL
Schoolstraat 7 MOERGESTEL Telefoon 245
Pianohandel
H.Vugts & Zonen Nieuwe en gebruikte piano 's Oisterwijk, Telefoon (04242) - 2109
ruime sortering
Hotel
Annex Restaurant
TOONAANGEVEND
"LE PRINCE DE GALLAS" Voornaamste huis ter plaatse * Restaurant van bijzondere klasse * Gezellige terrassen * Ruime parkeerplaats J.A.M. Couwenberq, propr.
ACHTERSTRAAT 45 HELVOIRT TELEFOON (04118) 1245
Permanente Expositie
Oisterwijkse dekenkisten en vele andere massief eiken sfeermeubelen, zoals kasten, eettafels, bankstellen, mini-sets, broodkast, plantenbak, enz. kunt u dagelijks zien in de sfeervolle toonzaal van
MEUBELFABRIEK OISTERWIJK BENELUXSTRAAT 7, OISTERWIJK (N. BR.)
TEL. 04242 - 3929.
Toonzaal open: maandag t/'m zaterdag van l'-18 uur en vrijdag tot 21 uur.
• Spaarbank
• Hypotheken
• Privé - rekeningen
• Persoonlijke leningen
• Effekten
• Financieringen
• Bewaargeving
• Deviezen
• Vakantiereizen
• Verzekeringen
de bank voor OISTERWIJK, Burg. Verwielstraat 6 - Telefoon 3 3 8 5
Voor :
CENTRALE VERWARMING WASMACHINES VAATWASMACHINES HAARDEN DIEPVRIEZERS KOELKASTEN
HEESTERS Telefoon (04117) -441
NAAREN
ROMANESCO FILM
en
FOTO
Gespecialiseerd fotograaf voor ambachtelijke kunst Suggestieve uu instructieve fotografie.
KADOBOUTIEK " O I S T E R W I J K ' kunstnijverheid
Kleur • Zwart/wit - kleurendia's voor piojectie of groot formaat voor druk we r k.
speciaalzaak
* kunstnijverheid en luxe artikelen van van glas, kristal, aardewerk, porce/ein metaal, hout of ander materiaal * artistieke byouterieën * reproduktie en miniaturen * andere voorwerpen ter versiering van
huis en hof BOXTELSEBAAN - OISTERWIJK Telefoon 2558
* je weet wel, dat leuke winkeltje met de boerenkar voor de deur op de gemullehoekenweg 39
Bloemenmagazijn JOS KEEPERS KUNSTHANDEL
't oudste huis 1633
Lind 37 - Oisterwijk
HOVENIER
kunstnijverheid antiek Tuinaanleg Kerkstraat 90, Oisterwijk
Telefoon (04242) - 2833
Verzorging * Onderhoud
FIRMA
van lersel en Zoon Aannemer Cultuurtechnische Werken Verhuur van Bulldozers en Draglines en diverse Hydraulische Graafmachines
BIEZENMORTELSESTRAAT39
- UDENHOUT - TELEFOON (04118) - 1329
Hotel Café Restaurant TILBURGSEWEG 2
W0I VaföH "
MOERGESTEL - TELEFOON (04243)
302
Goede oude brabantse stijl rnet voordelen van nu! Speciale menu's en prijzen voor gezelschappen. Verzorgde goed onderhouden moderne kamers
met balkon. Tochten in de bosrijke omgeving eindigen bij ons
EIKEHOUT
uit voorraad : onderstammen en blokhout Specialiteit : eiken balken voor restauratie, droog
eiken plaathout (van 16 tot en met 105 mm)
Fa. J. C. van de Voort _ Hou t handel Kreitenmolenstraat 83
Udenhout Specialiteit
in gesneden groenten !
TRAA GROENTEN EN FRUITHANDEL
Torenstraat 18
Helvoirt
Tel. 04118-1382
VOOR GOED VERZORGD DRUKWERK:
DRUKKERIJ CAFÉ - RESTAURANT
„DE JONGE
VAN DE WOUW
HERTOG" KERKSTRAAT 6-8 TELEFOON (04242) - 2220
OISTERWIJK TEL. 04242 - 2494
KENT U HET LAND EN VOLK IN UW OMGEVING ? ? DAN KENT U OOK
DE B O E R E N B O N D Alles voor uw dieren Alles voor uw tuin
LOOP ER EENS BINNEN
FOTO VLAMINCKX LIND25
^^,^_ . _iBH_ BooVmw c. E.K E RJJ V E. R t* £"ó m r. n [al HAAR t
B]M .vApi6t.fi .pc
OUD3TC, nDRC.1» l n<
iS ÜOH .J- a»/=\ E4 A PÏT <• T LUC. T.H'
G.BOINKMEYER N.V Noordstraat 34
OISTERWIJK
"MEER DAN 40 JAAR HET BEKENDSTE ADRES TER PLAATSE "
DE ZWARTE LEEUW HOTEL -CAFÉ - RESTAURANT
TILBURG Telefoon (04250) -22120
BEKEND VAN 1450 AF !
VERWARMING
RIJKSWEG 18 20
SANITAIR HELVOIRT. TEL. 04118
1266
M. BEKS EN ZOON LOODGIETERSBEDRIJF - GAS- EN WATERFITTER SANITAIRE INSTALLATIES
DE LIND 35 - OISTERWIJK - TELEFOON 2016
BOUWBEDRIJF VERHOEVEN N.V. BAERDIJK 54 - OISTERWIJK - TELEFOON 04242 - 2373
ALLE SOORTEN NIEUWBOUW
De kruiwagen voor ieder doel, óók voor uw tuin !
STALEN KRUIWAGENFABRIEK
matifttlor Helvoirt - Telefoon 04198 -1388
DORPSTRAAT OISTERWIJK UW WINKELSTRAAT
adviezen
ontwerpen en uitvoering van bosbouw en cultuurtechnische werken recreatie- en beplantingsplannen
ontwatering wegen, sportvelden, parktuinen
Van lersel bosbouw en cultuurtechniek N.V.
rijksweg 18 helvoirt telefoon 04118 -I650
DE KLEINE MEIJERIJ Vlugschrift
van de Heemkundekring I-N HUT STRhl K A R C H I V A R I A A T V A N : O I S I H R W I J K B H R K H L - I N S C H O T HSCM H A A R l N Hl LVO1RT MOKRCiHSTI-L U D H N H O U T
DE KLEINE MEIJERU
1972 jaargang XXIII
vlugschrift van de heemkundekring ; en het streekarchivariaat van Oisterwijk : Berkel - Enschot, Esch, Haaren, Helvoirt, Moergestel, Oisterwijk, Udenhout
BESTUUR P. Drijvers, Burgemeester Canterslaan 29, Oisterwijk, voorzitter. E. van Waesberghe, Kerkstraat 19, Haaren, secretaris. Mevr. E.Moebs-Bayer, Duyvekotstraat 17, Moergestel, penningmeesteresse. Mevr. J. Suylen-van Lanschot, "Den Tulder" Oude Rijksweg 36 , Helvoirt. Broeder Adelbertus, Driehoeven 5, Haaren. A.H. de Weijer, Dorpstraat 44,Esch.
REDAKTIE P.J.M. Wuisman, streekarchivaris, Durendaaldreef 14, Oisterwijk. W.P.M.J. de Bakker, Scheepersdijk 15, Oisterwijk.
LIDMAATSCHAP Het lidmaatschap van De Kleine Meijerij bedraagt f. 20,- (leden die Brabants Heem reeds ontvangen f. 10,-- ).
Alle betalingen bij de Boerenleenbank Oisterwijk, rekening 13.89.80.209, postrekening van deze bank 11.1 5.406, ten name van de penningmeester van De Kleine Meijerij.
TIJDSCHRIFTEN - UITWISSELING De Kleine Meijerij heeft ruilabonnementen met : Brabantia uitgave van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord Brabant en van de stichting Brabantia Nostra, Brabants Heem, tijdschrift voor Brabantse Heem- en Oudheidkunde. Met Gansen Trou, uitgave van de kring Onsenoort te Nieuwkuyk. Gemerts Heem, uitgave van de kring De Kommanderij Gemert. Bijdragen tot de Geschiedenis, inzonderheid van het Oud-Hertogdom Brabant. Ons Heem te Bokrijk. Heemschild, uitgave van de kring De Oude Vrijheid te Sint Oedenrode.
OMSLAGFOTO "Het welvaeren van 't quartier van Oosterwijk" , glazen beker, eigendom van de gemeente Oisterwijk (foto C. Aarts)
HOTEL - CAFÉ - RESTAURANT
KLEIN SPEYCK OISTERWIJK
SPECIALITEIT: * Brabantse koffietafel * Partijen en gezelschappen van
50 tot 1000 personen
B O E K - E N KANTOORBOEKHANDEL
STATIONSSTRAAT 17
TEL. 2227
CAMPING" Oirschotsebaan 8
DE BOSKANT Oisterwijk
Telefoon 04242 - 2059
biedt u de ruimte voor een fijne vakantie in een mooie natuur. Uw eigen tuin op onze ruime camping met alle comfort zoals : stromend water, electra, en riolering. Kampwinkel voor zelfbediening, kantine voor verpozing aanwezig, aparte jeugdkantine en cafetaria.
VERKOOP
RINEL _ STACARAVANS
VAN STRIEN WEfiENBOUW N.V. UDENHOUT TELEFOON (04241) 205 - SPOORAKKERWEI - (Industrieterrein) - POSTBUS 21
* UITVOERING VAN GROND-, WATER- EN WEGENBOUW * VERHUUR VAN WEGENBOUWMACHINES
* VERHUUR VAN BRONNERING, POMPEN e.d.
N.V. BOOMKWEKERIJ
"UDENHOUT" Telefoon (04241) -258
BOOMKWEKERIJENBOSAANLEG SPECIALITEIT LAANBOMEN
VRAAGT ONZE BOMENFOLDER ! ! !
VOOR PLANTEN IN UW TUIN NAAR
TDOM-TUIM groot assortiment uit kwekerij.
N. V. TON v.d. OEVER - Rijksweg 13 - Haaren - Telefoon 04117 - 462
TH. ROMMEN N.V Schilders- en Behangersbedrijf
Lindenlaan 23, Helvoirt Telefoon (04118) - 1277 Voor :
NIEUWBOUW UTILITEITSBOUW ONDERHOUDSWERK
FIRMA
VANDELAAK.SWINKELS
AANLEG VAN CENTRALE VERWARMING, GAS- EN OLIESTOOKINSTALLATIES
nnnnnnnnn Vught N-Br.
-
Helvoirtseweg 181
-
Tel.(04100)41179
Grondwerken - Wegenbouwwerken
Gebr.Wolfs
Oisterwijk
*9^JV*. YVW119
GAS
-
Tel. 04242 - 2258
KACHELS GEVELTOESTELLEN HAARDEN FORNUIZEN GEYSEftS BOILERS
Snel/e en vakkundige montage en service landelijk erkend gasinstallateur, aanleg en uitbreiding van
CENTRALE VERWARMINGSINSTALLATIES in bestaande woningen en nieuwbouw
KOSTER. VERWARMING DORPSTRAAT24
OISTERWIJK
TEL. 04242-2695
FIRMA R VAN RIEL BOSSCHEWEG 26 - BERKEL - ENSCHOT - TEL. 04251 - 1223
GRAAN-, MEEL- EN KUNSTMESTHANDEL HOUTZAGERIJ EN HOUTHANDEL
ATELIER VOOR AMBACHTELIJKE KUNST OIRSCHOTSEBAAN 7 - OISTERWIJK
**#**#*#********#********#***#*
HANDWERKMEUBELEN - ANTIEKRESTAURATIES
Hotel Café Rottisserie
„BOS EN DUIN" UDENHOUT Tel. 04241 - 385
VOOR NIEUWBOUW EN UTILITEITSBOUW
R JANSEN WATERMOLENSTEEG 3 - OISTERWIJK - TEL. 2068
méér rente van uw geld bij VAN LANSCHOT
l .van Lans t hot
BANKIERS
's HERTOGENBOSCH - EINDHOVEN - TILBURG - VUGHT
VOOR HOUT, BOARD, TRIPLEX, MEUBEL- EN SPAANDERPLAAT
„DOE HET Z E L F ' PARKET EN OOK VOOR UW MACHINAAL TIMMERWERK
N.V. TIMMERFABRIEK VAN RIJCKEVORSSELLAAN 7 -
OISTERWIJK -
HORVERS
EN
WOLFS
TELEFOON 0 4 2 4 2 - 3 9 0 1
maak van uw huis 'n thuis
klassiek bankstel in onovertroffen Queen-Anne stijl, luxe stoffering. Een rijk bezit voor lange tijd.
v, f 86O.-
INTERIEUR VERZORGING
F. VUGTS Achtorstraat 59 Telefoon (04118) -I274 H EL V O l RT
LAND DER ZUIDWANDELAARS, TEXUANDRIË Door Waal en wee gekweld zijn wij gereden naar 't Vennenland der duizend heerlikheden. Wij hebben hei ontgonnen, een gehucht gesticht en de Keltinnekes aanbeden. Wij kochten vee op d'ossenmarkt in 't Maasland; wij haalden turf en kiezel in het Peelland; wij jaagden op 't wild zwijn in d'Oosterwijk, en gingen vissen in het Kempenland.
Wij plantten eik in Udo's vette gronden, waarvan men bouwde' aan Aa- en Dommelmonden de nieuw stad bij Orten, Hertogstad, 't hoofd onzer dorpen die allang bestonden. Paul Vlemminx, Land der Zuidwandelaars (1938)
LUC van Hoek De Kleine Meijerij, jrg. X X I I I , afl. 3
33.
IN MEMORIAM FERDINAND SMULDERS, door mr. G. Berkelmans Het landschap met de bomen de bomen met het land daar kan ik niet uitkomen zonder dat ik verbrand. Paul Vlemminx
Op de zomerse feestdag van Peter en Pauwels vond de uitvaart plaats van Ferdinand Wijnand Smulders. Zoals zijn wens was, in de aloude bossche Sint Jan. Met de bruuskheid die het eigen was, heeft zijn leven zich gekeerd en gevoegd naar de staat van het bestaan van hen met wie hij dagelijks omging. Dat waren niet de bezoekers van het Rijksarchief te 's-Hertogenbosch, maar de klassieke schrijvers en de bezoekers van de middeleeuwse bossche markt. Zoals de schepenklerk van den Bosch ze aan zijn lessenaar op het stad huis zag verschijnen, tevreden over de breed overwogen verkoop waarmee vrienden en
magen zich wel konden verenigen, voldaan over de moeizame beslechting van een vete, ontstaan tengevolge van de doodslag door een verre neef, of het nog niet helemaal eens, redekavelend en trekkend over de formulering van wat billijk was en recht afgesproken, zo verschenen ze jaren achtereen ten archieve, in zijn hoek bij het raam achter de deur: de poorters uit den Bosch, die van het platteland in de Meierij en de mensen uit het land der heren in het kwartier van de hertog dat toevertrouwd was aan zijn hoogschoutet te 's-Hertogenbosch. Aanvankelijk ging dat jaren in bonte mengeling, de laatste zes zeven jaren stelselmatig opgeroepen door de protocollen waarin de jaren van de vijf tiende eeuw werden gedroogd. Steeds minder behoefte bij hem de oude vraag over de lippen te komen : "vreemdeling, wie zijt ge ......." Beter dan de rentmeester wist hij bij Erp de goederen der Rovers te liggen; alom in de Meierij de plaatsen waar rijke bossche poorters hun belangen hadden en de lapjes grond die herinnerden aan de plaats van herkomst van menige familie binnen de veilige muren. Uit een half woord wist hij waarover de mensen uit de vijftiende eeuw het hadden, of het nu met klassieke letteren en roomse decreten geschoolde fraters en klerken betrof dan wel de landman met zijn zorg voor zaai- en hooiland. Hun ingewikkelde berekeningen in witte en zwarte penningen, met mudden en lopen rog, af te dragen op Sint Thomas, Sint Merten in den wijnter of te betalen met Sint Jan te midzomer, volgde hij met het gemak, dat dagelijkse routine verried. De grootte van het mudzaad, een paar zesterzaad of lopense kon hij, er op de fiets op uittrekkend, in het land gaan aftreden.
En jaren heeft hij dat gedaan. Lange tijd moet hij de enige man in de stad zijn geweest die er de getijden nog op nahield: 's ochtends naar het archief, 's middags her en der
34.
door het brabantse land en 's avonds bezig met muziek en letteren. En zoals het rechtgeaarde kanunniken te doen gebruikelijk was, alles al celibatair. Achter het Verguld Harnas ging wel een eigenzinnig, maar geen wereldvreemd man schuil. Het voortdurend contact met het land van zijn geboorte, van zijn studie en van zijn hart, behoedde "Smulders" voor lamentaties over de aantasting van de brabantse bodem door ruilver kavelingen en urbanisaties, die hem een kamergeleerde, een man met de oogkleppen van zijn vak voor zouden hebben doen lijken. Hij was in staat door schijnbaar simpele registratie van gegevens over veranderingen in de loop der tijden het onderscheid aan het licht te brengen tussen veranderingen ten goede en ten kwade. Onder die koele registratie ging een bruisend gemoed schuil. Vlug meende hij, dat registratie voldoende is voor evidentie. Oe argeloze vragensteller werd met alles bekend on dersteld, met middeleeuwse latijnse uitdrukkingen, het verschil tussen gewin- en erfcijnzen, de namen van de vruchten der aarde, enzovoorts. En wie dan uit zijn gedichten al niet had gehoord, dat Ferdinand Smulders een heftig man kon wezen, zou het voelen door een kapittelstokje. Wie daarmee op de vingers werd getikt, moet zich wel vaak onredelijk aangepakt hebben gevoeld. Wie echter de moeite nam om achter de schrijver die de polemiek een wezenlijk bestanddeel van een levendige cultuur achtte, de man op te zoeken, trof een wat ontoegankelijk maar ruimhartig persoon aan. Iemand die wars is van geleerde praat, maar als geleerd en geletterd man zonder reserve goede raad schaft en werkelijk weet waarover hij spreekt.
Foto : J. v. Assen, Rijksarchief in Noord - Brabant. 35.
De erkenning die hem ten deel viel voor adviezen en werk was niet uitbundig. Ferdinand Smulders was er ook niet de man naar om dergelijke uitbundigheid hoog aan te slaan. Het uitblijven van luid applaus weerhield hem niet voor veet speurders, wier onderwerp van onderzoek hem boeide, jarenlang op nieuwe gegevens attent te blijven en fiches te ma ken. Menig belangwekkend werk, buiten onze landsgrens tot stand gekomen, zoals Wampachs oeuvre over de abdij van Echternach, maakt daarvan met dankbaarheid gewag. De toekomstige hoeksteen voor de kennis van ons gewest, het Brabants Oorkondenboek , zal ook nog wel tonen welke fundamentele arbeid Ferdinand Smulders wist te verzet ten. Gelukkig werd voor hem, ambtelijk een ongazadelde muilezel, een paadje gevonden om dergelijk werk mogelijk te laten blijven. Talrijke jaargangen van de Kleine Meierij zouden bloed en merg missen zoncfer de artikelen van de zoon van dokter Smulders uit Udenhout. F .W. Smulders was zeker geen ideale redacteur. Met zijn dichterlijke spaarzaamheid wist hij geen lange bijdragen te leveren. Evenmin ging het hem goed af om artikelen bijeen te bedelen. Hij miste belangstelling voor de organisatorische zijden van de beoefening van de heemkunde. Dat hij de heemkunde evenwel voortreffelijk beoefende wordt overtuigend bewezen door de herhaaldelijke roep om herdruk van zijn bijdragen aan de vorsingen betreffende onze streek. Laat ons, als leden en lezers van de Kleine Meierij, hem dan ook op de vertrouwde wijze der vaderen in ere houden.
VERRASSING Tegenwerking t' allen kant en gesloten muren. Door uw schoonheid overmand voel ik m'in een ander land ver van alle buren. O wondre geheimenis ! Onverwachte zegen ! Boven al wat needrig is,
boven lijden en gemis ben ik opgestegen.
Paul Vlemminx, Land der Zuidwandelaars(1938) 36.
SEIZOENEN O wisselende seizoenen van het jaar, die altijd eender altijd anders keert : gij hebt mij bonte regelmaat geleerd en groei en bloei, herlevend wonderbaar. O lente, die de knoppen openscheurt ;
o zomer, met uw al te weeldrig haar; o herfst, die stooft uw duizend vruchten gaar ; o winter, die stil - donker in mij meurt ! O wisslende seizoenen van het hart,
hoe raakt gij nimmer in elkaar verward, wanneer gij wentelt wild en roekeloos ? O schone regelmaat, die nooit verstart : lente die smacht, zomer met uw gebloos, herfst die bemint, en winter die verhardt.
Paul Vlemminx, Ontginningen (1935)
DE KWARTIERSTAAT VAN FERDINAND SMULDERS door P.J.M. Wuisman . Dank zij de hulp van vele collegae alom in den lande kan hierbij een kwartierstaat gepubliceerd worden van de onlangs overleden oud-redakteur van "de Kleine Meijerij" Fer dinand Smulders. Deze kwartierstaat bevat nog een vraagteken : Waar en wanneer zijn Johannes Hofhuis en Josefina Johanna Wessels (IV - 3 en 4) gehuwd. In Oldenzaal, Neuenhaus en Amsterdam werd dit huwelijk niet gevonden.Naast de vermelding van dit raadsel kan ik nog enige wetenswaardigheden noemen. Gerardus Johannes van Deene, geboren te Leiden in 1877, broer van Adriana Antonetta (II-2) huwde in 1902 met Bernardina Louise Wilhelmina Smulders, geboren te Rosmalen in 1875, zuster van Johannes Nicolaas Josephus (U-1). In omgekeerde volgorde geldt dus deze kwartierstaat ook voor de kinderen uit dit huwelijk. De ouders van Andries Smulders, vader van Antonius (lV-1) zijn Adriaan Smulders en Maria Vlemminx. Zou deze verre voormoeder van Ferdinand Smulders hem hebben geïnspireerd bij de keuze van zijn pseudoniem Paul Vlemminx? 37.
IV-1
2
3
4
SMULDERS
DEKKERS
HOFHUIS
WESSELS
Eliza
Antonius
Josef i na Johanna
Johannes
5
6
7
van DE EN E
HENKES
ter STEEGE
SMIT
Johannes
Anna Catharina
Gerardus Johannes
Geertruida
Marflaretha
bakker, wethouder v.
banketbakker in de
St. Michielsgestel
Kalverstraat te Am-
koetsier, koffiehuis-
baardscheerder
houder
sterdam
ged. :
ged. :
geb. :
geb. :
St. Michielsgestel 4 nov. 18O6.'
Schijndel 31 aug. 1809
Neuenhaus (Dld.) 6dec. 1807
Oldenzaal 12 mei 1810
overl. :
overl. :
overl. :
overl. :
St. Michielsgestel 12 jan. 1865
St. Michielsgestel 30 maart 1848
Rosmalen 27 juni 1901
Rosmalen 11 okt. 1881
Z.V.
d.v.
Z.V.
d.v.
SMULDERS Andries en SCHELLEKENS Cornelia
huwt
DEKKERS Wijnandus en VEROUDEN Petronella
HOFHUIS Johannes Wilhelmus en SANDERS Bernardina
WESSELS Theodorus en WESTERHOF Gezina
2
SMULDERS, Ferdinand Wijnartd
HOFHUIS, Gezina Aleida
geb.:
Amsterdam 28 maart 1803
Amsterdam 27 mei 1814
overl. :
overl. :
overl. :
overl. :
Amsterdam 13 aug. 1892
Nieuwer Amstel 26 juli 1875
Amsterdam 2 sept. 1878
Amsterdam 26dec. 1864
Z.V.
d.v.
Z.V.
d.v.
van DEENE Helena
HENKES Hendrik en SCHUUR Aletta Elisabeth
ter STEEGE Johannes Gerardus en STREUMER Maria
SMIT Johannes en STEEN Geertruida
hUWt Amste rdam 11 nov. 1840
3
4
van DEENE, Johannes Gerardus
ter STEEGE , Elisabeth Maria
optisch instrumentenmaker
geb.:
geb. :
geb. :
St. Michielsgestel, 15 nov. 1837
Amsterdam, 3 april 1840
overl. :
overl. :
Rosmalen, 5 februar 1896
Vught, 9 maart 1928 huwt
geb.:
's-Gravenhage, 25 aug. 1846
Amsterdam, 29 juli 1845
overl. :
overl. :
Leiden, 1O maart 1929
Leiden, 26 juli 1900 huwt
Amsterdam, 12 april 1866
Amsterdam, 27 nov. 1873
2
11-1
SMULDERS, Johannes Nicolaas Josefus
van DEENE, Adriana Ahtonetta
huisarts te Schijndel, geneesheer-d i rek teu r van huize "Assisië" te Udenhout, esperantist
geb.
St. Michielsgestel, 10 jan. 1872
\
Helvoirt, 16 nov. 1939
_/
. . ^ ——— Huwt Leiden
1-1
ged.:
's Gravenhage 10 nov. 1814
htlWt 's-Gr avenhage 27 nov. 1 844
huisarts, verloskundige
OVerl. :
geb.:
's- Gravenhage 6 nov. 1821
huwt
Esch, ' TTuli , _ . .1829 . __
111-1
geb. :
geb.:
Leiden, 2 mei 1883 Eindhoven, 4 december 1971
15 mei 1906
Letterkundige (pseud. Paul Vlemminx), historicus, genealoog
SMULDERS. Ferdinand, Wijnand
OVerl. : 's - Hertogenbosch, 26 juni 1972
geb. : Schijndel, 27 september 1907 hUWt: 's - Hertogenbosch , 5 juni 1961
:
OVerl. :
MASELAND, Adele Johanna
geb. : 's - Gravenhage, 9 nov. 1908
AL SPROKKELENDE een terugblik op meer dan tweehonderd artikelen, door W. de Bakker "Als men zoekt, vindt men wat. Maar als men elkaar napraat, komt men niets verder. Dan kan men beter gaan dutten". Met deze door hemzelf in de vijfde jaargang (5,4) van het vlugschrift De Kleine Meijerij geslaakte opmerking kan men de bijdragen in de afgelopen vijf en twintig jaren van Ferdinand Smulders karakteriseren. Het merendeel van die artikelen getuigt niet zozeer van zijn snedige pen, alswel van een gedegen bewustzijn van de waarde van kleine historische feiten als bouwstenen voor onze kennis van het verleden. De dichter Paul Vlemminx hebben de lezers van dit vlugschrift nooit ontmoet, maar de rasechte Brabander herkenden ze in ieder stukje. Gezocht heeft hij in nagenoeg alle archieven die van ons gewest bewaard zijn gebleven, of ze nu in rijks- of gemeentearchieven berustten of speciaal voor hem uit Brussel gehaald waren. De resultaten zijn in ruime mate in ons tijdschrift gepu bliceerd. Toch omvatten zijn aantekeningen daar een veelvoud van. Zoals hij in 1959 uiteenzet (12,6) heeft hij o.a. (! ) "alle huizen en hoeven" aangetekend "van Udenhout, Helvoort en Haren, en ook de huizen van Kerkhoven en de Locht in Oosterwijk, en sommige goederen in Berkel, Enschot en Huikelom". Het is te hopen dat deze enkele- strekkende meters lange in cahiers geborgen schat aantekeningen toegankelijk blijft, zoals tot nu het geval was daar hijzelf steeds met kwistige hand rond deelde. Een begin met de ordening van zijn privé-aantekeningen heeft Smulders zelf reeds ge maakt. Verschillende plaatselijke archieven bezitten schriften, waarin de gegevens van een plaats bijeengeschreven zijn. Terloops zij hier opgemerkt dat de gegevens van Oisterwijk enkele jaren geleden door hem gedeponeerd zijn op het stadsarchief van Tilburg. Als we bezien wat in dit vlugschrift vastgelegd is, dan vallen ons het eerst dié artikelen op die pogen de oude (rechts)toestanden te rekonstrueren en begrijpelijk te maken. Over het gebied der Tilburgen (19,50); Helvoort onder Tilburg (4,5); Over de Helvoortse kapel (5,1); Udenhout (4,6); Dirk Berthout van Vucht (12,6); De hertogelijke vrij heid Oosterwijk (16,114), artikelen die een inzicht trachten te geven in de grote lijnen, óf Dorpsreglement van Haren (11,10); Het raadhuis en de geërfden van Vucht (10,9); De voorzanger en voorstander van Udenhout (4,4); De officier of ambtsman (14,1);
De zesmannen van Helvoort (9,1); De Rotten van Vucht (10,3); Borgemeesters tegen Oosterwijk (7,8); Udenhout en Berkel in hoger beroep (8,9), die ingaan op de meer specifieke struktuur van de oude dorpen. Vooral de verduidelijking van het bestaan van
'n onderscheid tussen dorp, gemeint en parochie heeft steeds zijn pen bewogen. De gemeynte van Haaren (1,5), zijn eerste artikel in dit blad, is gevolgd door vele soortgelijke: De oostgrens van de Haarense Hei (2,5), waarin ook een uittreksel van gemeintsbepalingen uit het Oisterwijkse keurboek ; 40.
Oe gemeynt van Naaren (nogmaals) 4, 2 en 3); alsook in jaargang 6 nummer 9; De gemeynt van Oosterwijk (7,8); Grens Haaren-Helvoirt (10,2), waarin het onderscheid in jurisdictie tussen gemeints- en allodiale grond; Uit een overzicht der gemeynten in 't kwartier van Oosterwijk (10,10); De Helvoortse gemeynt "dat Borchvenne" (12,4); De gemeynt van Oosterwijk (19,78); Het zuidelijk deel van de Oosterwijkse gemeynt. De met de gemeint samenhangende schouwvoering en de daarmee belaste personen alsmede verkoop van gedeelten van de gemeint en de toestemming tot het gebruik werden ook besproken (7,5 en 7; 8,1; 10,6 en 13,9). De bijdragen over de parochies zijn meest bronnenpublicaties in engere zin : De parochie Haren (9,8), met bronnen over de ouderdom; Kapelmeesters van Kromvoort (9,2) in 1488; Het Helvoirts Pastoorsboek van 1561 (1,11); en de tienden : Die van de sint Geertruidsabdij uit Leuven, de bedienaar der kerken van Oisterwijk (Berkel, Udenhout) en Helvoirt (2,12; 3,7; 4,2) alsmede een
verbetering van een misvatting over de tiend van Tongerlo in Tilburg (11,1). Enkele tot dan toe onbekende pastoors en persoons: van Haaren (11,5); van Helvoirt (3,12; 5,9; 5,10; 8,9; 10,11); van Oisterwijk (2,10). Inkomsten van de Udenhoutse kapel (3,6); alsook fundaties van missen in de Haarense kerk (8,3; 10,5) en het oratorie van Uden hout (10,10) mogen als aanvullingen beschouwd worden van de voor ons bisdom reeds lang beschreven kerkelijke geschiedenis. Dat Aart Joerdens uit Breda in 1517 een drieluik schilderde voor de Berkelse kapel (3,6) zal misschien nog anderen dan kerkelijke en plaatselijke historici interesseren. Voor die laatsten zijn de bijdragen over de kerkgebouwen : De capelle van Sunte Wilboert in Berkel (3,9) welker geschiedenis zich tot voor 1419 uitstrekt; Het nieuwe koor der Enschotse kerk (3,9) uit 1435; De Harense kerk (10,2) welke rond 1453 gebouwd zal zijn; De bel verse kapel (10,7) toegewijd aan sint Marten; De schuurkerken van Oisterwijk, Haaren en Udenhout (7,1); Meerdere artikelen over de kapel en kerk van Udenhout (3,10; 7,1; 7,8; 14,3). Deze sint Lam brechtskapel dateert van voor 1483 (14,3). De bouwperiode van de Vughtse toren (8,8) is door hem op rond 1479 bepaald. De kartuizers te Vucht leverden de stof voor een serie (9, 9-10-11). Het boek van Katharinenberg, Oosterwijk (7,3) .kreeg van hem een vreugdevolle verwelkoming bij de terugkomst in Nederland. In dit verband kan ook nog gewezen worden op De Latijnse school te Oisterwijk (10,11) en De Stichting vgn An-
dries Sgroten (7,6). Vondsten over de schuts en het gilde werden ook gememoreerd : Haarense schutters uit 1438 (2,12); Guitbroeders van Helvoort uit 1500 (8,13); De schutterij St. Bastiaan in Udenhout in 1741 (6,9); en waarschijnlijk de belangrijkste van deze vondsten: het Reglement van 1489 van het Sebastiaan- en Antonisgilde te Vucht. (12,2). Twee studies over de waterlopen in onze streek vormen een afzonderlijk hoofd stuk: Een praatje over de Amer en de Dieze (2,3) en Over de Beerze en de Broekley (2,6 en 7). Toch zal de belangstelling hiervoor mede ingegeven zijn vanuit taalkundige interesse. Voor naamkunde had Ferdinand Smulders een voorliefde : Toponymie van Udenhout (14,6-7-8-9-11; 15,3-5-11;16, 1-2-3-4-5-6)(10,9) Runsvoort of Runsel (3,3); De Hersestraat en het Helrebosch (3,12). 41.
Het deed hem pijn dat bijvoorbeeld de tiend van Honyman (Udenhout) door kadasterambtenaren tot Hoornmanken-tiend gemaakt was en dat op de nieuwe stafkaarten slechts Manken tiend stond. Hij verzucht dan : "Ze kunnen er wat van maken die heertjes! " (9,10). Alle toponiemen die in het Oisterwijkse protocol in de 15-de en 16-de eeuw voorkomen heeft Smulders verwerkt op fiches. De Udenhoutse heeft hij in dit tijdschrift gepubliceerd, die van Haaren hadden in 1954 een plaats gekregen in "Nomina Geogra -
phica Neerlandica". Familienamen zijn ook enkele malen besproken : die van Udenhout (3,2), die van Helvoirt (1,6); ook voor de voornamen vroeg hij aandacht (1,7). Het veelvuldig voorkomen van germaanse namen is opvallend. Het cijnsboek van 1380 kreeg vanuit deze gezichtshoek een bespreking (4,1). Een botsing van meningen hierover blijkt uit het artikel : Tegen Elemans (15,10) Huizen en hoeven.
Bij de gepubliceerde goederen dient op het onderscheid gelet te worden tussen leen- en allodiale goederen. De allodiale goederen kunnen echter wel dikwijls cijnsplichtig zijn. Die mer "boeten en gewinnen" zijn daarbij van grondheerlijk belang. Opwinning van cijnsgoed (8,9); Een en ander over het leenrecht (19,45). Vooral in de enkele jaren geleden gevoerde discussie over de Oude Schouw te Berkel zijn vele bijzonderheden over het Brabantse leenstelsel bijeengezet. Men denke aan achterlenen, cijnzen, of het recht tot schouvwoering, als van den hertog te leen gehouden goed : De oude Schouwe of Torentjeshoef te Berkel (3,8); Nog eens over de Oude Schouw in Berkel (18,112), (19,15) ; De Oude Schouw vergeleken met Gansoyen (20,54); Verdediging van de Oude Schouw (21,2) en De Oude Schouw in 1360 (21,5 en 19). Voor het geval dat in navolging van Van Sasse van Ysselt's voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch, een grondgeschiedenis van de Meijerij ondernomen zal worden, zullen we de door Smulders behandelde goederen alvast bijeenzetten. Het belang van zulk een geschiedenis mag men niet onderschatten - Smulders wees reeds op het belang ervan voor de landbouw-economie - de steden hadden de eeuwen door hun welvaart voor een zeer groot deel aan hun achterland te danken. Berkel. De hoeve "te Lesmpoel" (8,10) een cijnsgoed van de Oude Schouw met een uitgewerkte geschiedenis tot in de 1 4de eeuw. En de hiervoor genoemde Oude Schouw of Torentjeshoef.
Boxtel. De Luisselse watermolen (5,4) in de 14de eeuw. Enschot. 't Goed "ter Wage" (l 1,8) geïdentificeerd als het goed ten Hoevel. Giersbergen. (2,4 en 9; 3,7; 4,7;) Het hof van Giersbergen behoorde aan het godshuis Ter Kameren en hoorde niet bij het brabantse leen Drunen. In het begin van de 17de eeuw is het goed van de hand gedaan en uiteengevallen in twee delen. Met het door Ferdinand Smulders in Met Gansen Trou gepubliceerde vormen de genoemde gegevens een nagenoeg komplete geschiedenis sedert die verkoop.
Haaren. Kasteel Nemerlaer (7,5) met jacht en visserij (10,6), een brabants leen. 't Goed "te Gesel" aan de Raam (8,2), ook-een leen. Een Brabants leen aan het Holleneind (8,4). Een soortgelijk aan de Noenes (9,6). 't Goed "Haerensteyn" (5,4 en 6) is hetzelfde als het goed Eindhoven (11,6).
Spechtenburg in Haren-Belveren (5,5). 't Goed "die Havicdonk" (5, 8 en 9) ook in Belveren (9,7). Hollenhoeve, Hollenhoek en Holleneind (6,2) genoemd naar de familie Hollen, 't Goed "ter Meer" aan de Noenes (6,12). In Belveren ook nog De hoeve ten Venne en ten Laer (7,2). Op de grens met Helvoirt De Wijgaartshoeve (8,3) of Wijngartshoeve (11,4).
Huikalom. De Watermolen (12,10), een brabants leen. Helvoirt. Zweensbergen, enige bezitters (1,9); in 1484 (8,10); als omgraven stenen huis in 1560 (6,1), zijn bouw 7 (11,11); Zwijnsbergen is een hypercorrecte vorm (17,86). De Zwarte Leeuw (8,5-en 7;
9,1 en 11; 10,9; 11,6 en 10; 13,4; 14,6). 't Heilaar (9,6). De Locht (9,7) of den Distelberg. Een goed in de Raam (9,11). De windmolen (10,8; 12,1 en 2 alsook 10; 13,6) met gegevens tot voor 1311! (18,68). 't Hengstven (12,10).
Gromvoirt. Een leengoed in Kromvoort (12,9) tot in de 14de eeuw. Oisterwijk. Wijenberg (12,1) een brabants leen. De molens (ter Borch, ter Nedervonderen, op Kerkhoven, in Huikelom) (10,7; 12,10 en 11. 14,1) en meer speciaal ter Borch (12,10) met de familie van Wellen Rover tot in de 13de eeuw (15,11). De Balsvoortse hoeve (6,6; 9,2; 12,10), vermoedelijk genoemd naar een Boudewijn-Bout. Kivietsblek (11,2) geen blikl 't Aderven (12,1) in de 15de eeuw. Udenhout. Het leengoed op 't Gommelaer (2,4). Het leengoed "het Klappend Schoor" (5,9) met
13de eeuwse gegevens. De Strijdhoeven (1,12; 4,8; 9,9; 10,2; 11,11) een brabants leen bestaande uit vier hoeven. Het leengoed Vosselaer (4, 9 en 10; 5,2; 6,9; 10,3; 21,60) is enige tijd in dezelfde hand geweest als het leen van de Gruit van Oisterwijk en omgeving en het leen "het ambacht verkens te
bezien". De cijnzen van Malloos hoorden bij Vosselaar. Een andere naam daarvoor is de Volkartscijns of Herenthalse cijns.
Brabants Hoek (1,9) genoemd naar de familie Brabants (Brabers? ) "Het
Harense Broek" (5,7) is genoemd naar de eigenaars; evenals "Het Helmondse Broek" (5,7; 9,11; 12,2} dat weer een leen is. Twee hoeven op het Groot Laar (6,3). De hoeve ter Vriesdonck (6,4), genoemd naar de familie de Vrieze (14,5 en 6). De hoeve van Jan Honyman of Hemelrijkse hoeve (9,10) bij de Tolberg (11,3). De Kreitemolen (10,5; 11,10). De hoeve "Hooghout" (12, 9 en 10)
H. Geesthoeven (10,1; 11,3 en 4; 12,5) van de Bossche tafel van den H.Geest, op het Hooghout, in de Winkel, aan Roelkensdijk, en te Helvoirt aan het Grootlaar. Vught. Enode, een vervolgserie over deze Vughtse streek in de jaargangen 9, 10 en 11 en 13. Pudenhof (Pusenhof) in Vught- St. Peter (8,1; 14,5 en 6); Boortmanshoeve (11,4) het grenspunt tussen de gemeinten van den Bosch, Vught en Cromvoirt in 1315 en 1328. Muizerik (10,8; 12,10). Jagershage (16,4). Wargarshuizen (20,71).
Behalve de vele reeds genoemde artikelen heeft Ferdinand Smulders nog een groot aantal kleine bijzonderheden bijeengegaard. Ze zijn van een grote verscheidenheid. Mastebomen en ander hout (9,18; 13,8; 14,3); de prijs van Baksteen (7,4); Een trouwlustig vrouwtje. Margriet Thomas Hessels , in 1421 (4,3);
43.
Enkele families : Ridder van Berkel (6,5), Van den Loo (12,4) Glaviman (13,4), Leyten (6,8), een kwartierstaat van lersel (20,106); Scheepvaart in Oisterwijk (3,2); Een reis naar Rome in 1752 (6,9; Een volksgerecht in 1786 (6,9); Kwezels (7,1); Wilde zwijnen (7,4); Wolven (7,4); Kaatsen (7,4); Koekslaan onder de linde te Haaren (7,4); Soldaten te Udenhout in 1674 (7,7); Een violist en kleermaker (11,3); Allerlei verklaringen (attestaties ) (7,9) en "sprokkels" (7,2 en 7). Ook met de rechtspraak samenhangende zaken als een valse eed met schepper (lepel) onder de muts en zand in de schoenen (8,10), een kruis voor een vermoorde (3,3), afgang van tocht (4,7); of de gerechtsplaats op de Kreitehei (3,3), alsook een nagenoeg ongecensureerde serie scheldwoorden en scheld partijen (13,2) opgediept uit attestaties. Die brengen ons op een laatste groep artikelen die door meerderen persoonlijker begrepen zijn dan ze waren bedoeld. Door bronnen aantoonbaar gelijk, gaf de pen soms een te scherpe punt. De titels spreken in deze voldoende lijkt me. Romeins ? ? Namaakromeins ! (11,2). De gemeenteplaats : Latijnse kuituur - ten onrechte misbruikt door napraters - (11,3). Wat is Latijnse kuituur? - een geschiedkundige beschouwing (11,5). De Latijnen en de Pruizen -een vergelijkende studie- (11,8). Een akademische leuteraar (12,9). De lotgevallen van Roderik, graaf van den Bogaerde totter Mescade in "De geschiedenis van een geslacht' in vijf afleveringen (14, 9 en 10) mag men tenslotte als een wat mildere versie beschouwen. Dit overzicht van Ferdinand Smulders artikelen is zo lang geworden omdat de stroom zovele stenen meedroeg. Hiervoor geldt slechts dankbaarheid. (De verwijzingen hebben betrekking op de jaargang en nummer van dit vlugschrift. Bij de laatste jaargangen op de bladzijde. In de letterlijke aanhaling der titels is steeds de door Smulders gebruikte spelling overgenomen.)
VITAVITALIS(iii) 't Veelgodendom is van 't krioelend-vele
De gelukzaligheid van 't eeuwig Wezen
der weidse wereld een weerspiegeling,
dat altijd Zijn oneindig Zijn geniet,
zoals de bonte veelheid ten tonele
en alles goed noemt, wat het leven ziet ;
van 't groot Heelal, in al de wiegeling Die gelukzaligheid is af te lezen en draaiing van zijn vele onderdelen
uit
TAIzijdigheid van. maar één Enkeling
als toonbeeld van een leven zonder duur.
het geschrift der wondere natuur
weerkaatsend afbeeldt in een levend spelen en dartelen rondom in kring na kring.
Paul
Vlemminx, in Roeping 1949
FOIBOS'VELODROOM 'k Loop over een smal dijksken heen
Loop net uw boeken naar de maan
begroeid met eikestruiken .
ik heb de zon verkozen.
"Wat loopt gij daar zo heel alleen,
Ik vind hier, verreweg, vlak aan
"als om u te verduiken? "
de Beerze wilde rozen.
Beneden is het nat; hier droog,
Gij ziet met open ogen niets
en ik wil naar de Beerze.
langs de gebaande wegen.
"Ik vat niet, wat u toch bewoog.
Ik ben met mijn subtiele fiets
"Gij houdt toch veel van verzen? "
tot den Olymp gestegen.
Paul Vlemminx, Land der Zuidwandelaars (1938)
LUC van Hoek
45.
EEN ONTBREKEND MEIERIJS KWARTIER VAN PRINSES BEATRIX, Mabelia van Ghemert, vrouw van Aart Wolfaarts door W. de Bakker Wanneer bij een genealogisch onderzoek op een bepaald moment verzucht wordt dat een ontbrekende schakel maar niet gevonden kan worden, dan mag men de moed niet opgeven. Zo ook in 1966. Toen na een uitwerking van het Oisterwijkse leengoed ten Bijgaerde 1) de heer F.W. Smulders alle Wolfaartsen ging verzamelen uit het Bossche protocol en me vroeg die gegevens in de Kleine Meijerij te publiceren 2) ontbraken hem gegevens over een Mabelia, de vrouw van Aart Wolfaarts, zoon van Jan Wolfaarts, zoon van Wolfaart van Giessen. .Of hem het verbandtussen ons koningshuis en de Meijerij facineerde weet ik niet. Zijn aandacht bleef in elk geval gericht op Mabelia. Steeds opnieuw heeft hij me de afgelopen jaren aantekeningen over de familie van Aart Wolfaarts bezorgd. Daar deze stroom inlichtingen jammer genoeg gestopt is, volgen hier de resultaten voor
zover het Mabelia van Ghemert en haar familie betreft. l. II
Jan van Ghemert Jan Eliaszoon, overleden voor 1392, heeft drie zonen en een dochter 3); 1. meester Geerlinc Jans van Ghemert, phisicus 4), investiet van de sint Petruskerk van Vught (vermeld tussen 1394 en 1423) 5), kanunnik te sint Oedenrode vermeld tussen 1376 en 1433 ) 6)f overleden voor 1440. Na zijn overlijden werd deze Vughtse kerk geïncorporeerd bij het kapittel van Eindhoven. Op woensdag na Letare1392 (n.st.) heeft hij aan zijn broers en zuster al de van zijn ouders geërfde goederen afgestaan 3). In 1425 verkoopt hij aan Jacob Hendriks Sweertvegher een huis, erf en hof, tezamen genaamd Pudenhof, in Vught-St. Peter, naast de gemeint "die Quiteynen", en achter grenzend aan de Dommel 20).
2.
Jan Jans van Ghemert, schepen in den Bosch (1394, 1408)7), z jj n zoon is : a.
3.
III
46.
4. 1. 2.
Geerlinc van Ghemert.8) Hij belooft voor 1430 aan zijn oom meester Geerlinc 4000 engelse nobelen^l. Hij is getrouwd met jonkvrouwe Margriet dochter van Willem van Nuwelant 10). Hubert Jans van Ghemert, schepen inden Bosch (1390, 1401, 1419) 11). Hij heeft drie dochters en een natuurlijke zoon, die hierna volgen onder III. jonkvrouwe Mabelia, in 1392 reeds weduwe van Leunis van Lancvelt.3) Emont, natuurlijke zoon van Hubert van,Ghemert 12). Jonkvrouwe Mabelia (Beel) getrouwd met Aart Wolfaarts 13). Als weduwe van Aart machtigt ze in 1447 haar broer Emont voor haar te manen 14). Onder de bezittingen van dit echtpaar vinden we in onze streken leengoederen in Haaren en Oisterwijk en landerijen in Helvoirt, Moergestel en Udenhout 2). Hun twee dochters volgen onder IV.
IV.
3. 4. 1.
2.
Johanna, in 1448 echtgenote van Henrik van Erpe^3) ( V an Lieshout-F.Sm.) Mechteld, in 1448 echtgenote van Marten Monick13). Jonkvrouwe Maria dochter van Aart Wolfaarts, trouwt (huwelijksvoorwaarden 23 november 1444 15)) Berthout Jan Back, een der oudst bekende eigenaars van Durendaal, bezitter van de leengoederen te Gesel aan de Raam te Haaren 16)r en Ten Bijgaande 1) en Ten Eijnde te Oisterwijk 17). Door hun kleindochter Vrouwe Adriaan, dochter van heer Jan Berthout Back, getrouwd met Wolfert van Brederode, zijn prins Bernhard en prinses Beatrix met haar kinderen hun nakomelingen^). Jonkvrouwe Hubertje, voor 1447 19) getrouwd met Henrik Gerits van der Aa. De huwelijksgift van haar moeder Mabelia was jaarlijks 100 philippus schilden.
Bossche schepenzegels van Geerlinc van Ghemert uit 1415 (I) en Jan van Ghemert uit 1408 (r) a) 1.
K.M. jg. 18 (1966), 78;
2.
K.M. jg. 19 (1966), 3O;
3.
sH, R.1179, 366-1392;
Bossche schepenzegels van Wolfaart van Giessen uit 1369 (I) en Aart Wolfaarts uit 1421 (r) a>
4.
sH, R.1218, 267-1448;
5.
G. Juten , Consilium de Beke, in Tax. jg. 30 (1923), 225; G. Bannenberg e.a.. De oude Dekenaten Cuijk, Woensel, en Hilvarenbeek, l l , 4 3 3 ; s H , R, 1182,29-1400;
6.
L.Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch, V, 323; sH, R.1203,86v-1433;
7.
H. van Rooij. Het oud-archief van het Groot Ziekengasthuis te 's-Hertogenbosch, II, regest 243, 245, 248, 250, 251, 370;
8.
sH, R. 1204, 283 - 1434
9.
sH, R. 1201,339 - 1430 ;
10.
sH, R. 1202,388 - 1432 ;
11.
H. van Rooij, t.a.p. regest 214, 317, 490, 493 ;
12.
sH, R.1 198,13v - 1427 ; R.1217,453v - 1447 ;
13.
Brussel, Leenhof van Brabant 120, 273v - 1450; sH, R.1218,267 - 1448;
14.
sH. R.1217,453v - 1447 ;
47.
15.
A. van Sasse van Ysselt, Iets over de familie Bacx van Tilburg, in Tax. jg. 30 (1923), 174 ;
16.
F. Smulders, 't Goed "te Gesel" aan de Raam, in K.M. jg. 8 (1954), 2,1 ;
17.
K.M. jg. 22 (1971), 53 ;
18.
(G. Berkelmans). Enkele Meijerijse kwartieren van prinses Beatrix, in K.M. jg. 19,
19.
sH, R.1218,4O9v - 1447; R.1219,143v - 1449; R. 1220,352-1450 R.1221,57v - 1451 ;
20.
F. Smulders, Pudenhof te Vucht, in K.M. jg.14 (1961) no. 5;
a.
Uit Taxandria jg.25 (1918), 53;
(1966),26;
HET PATRONAATSCHAP EN DE KERK VAN HELVOIRT door J. Vriens In december 1967 werd door het moderamen van de classis 's-Hertogenbosch van de Nederlands Hervormde Kerk, het oud-archief van deze classis in bewaring gegeven aan het Rijksarchief in Noord-Brabant. In 1969 verscheen van de hand van ondergetekende een inventaris van dit archief 1) Het gebied van de genoemde classis strekte zich uit over de kwartieren Oisterwijk en Maasland en over de stad 's - Hertogenbosch. Over bijna alle plaatsen van " De Kleine Meierij" zijn waardevolle en interessante gegevens te vinden in dit archief. Bij de ordening werd mijn aandacht getrokken door een brievenprotokol, wegens zijn bijzondere inhoud.
De scribenten van de classis hebben over de periode 1634 - 1752 alle merkwaardige stukken, die de classis raakten, in enkel of meervoud afgeschreven. Deze stukken zijn later in een band bijeengebonden. Hierin vinden we uittreksels van resoluties van de StatenGeneraal en de Raad van State, ingekomen en minuten van uitgaande brieven, maar ook procedures, deducties en verhalen over de weerbarstigheid van de Meierijse bevolking op het stuk van de geestelijke en politieke reformatie. Veel originele stukken zijn in de loop der eeuwen verloren gegaan. Gelukkig is er dit brievenprotokol, om sommige gebeurtenissen uit de tijd van de reformatie van de Meierij te reconstrueren. 2) Zo is er dan die merkwaardige procedure van de Abt van Sint Geertrui of Sint Gertrudis te Leuven tegen de classis 's-Hertogenbosch, betreffende het recht van patroonschap of het jus patronatus over de kerken van Oisterwijk en Helvoirt en het recht van collatie van de pastoors en andere geestelijke bedienaren van deze twee kerken. Sedert eeuwen werden deze kerken bediend door Augustijnerkannuniken van de Abdij van Sint Geertrui te Leuven. De kerk van Oisterwijk was de moederkerk van Helvoirt. Dit hield het volgende in. Als een nieuwe parochie werd opgericht, geschiedde dat meestal zo, dat een reeds bestaand kerkgebouw -in dit geval, de kapel te Helvoirt- tot parochiekerk werd verheven (ecclesia
48.
filia) en van de moederkerk (ecclesia matrix), - in dit geval, de kerk van Oisterwijk werd afgescheiden. Zo'n dochterkerk kreeg dan een eigen pastoor. Tussen de matrix en de filia bleef echter wel een rechtsverband bestaan. Zo genoot de moederkerk meestal de bestaande oude tienden, ook al lagen die in de jurisdictie van de dochterkerk. Zo
moesten de parochianen van de ecclesia filia veelal op grote feestdagen de hoogmis bijwonen in de moederkerk. De novale tienden gingen naar de dochterkerk, terwijl de geestelijken van de ecclesia matrix bij processies en gedurende de lijdenstijd bezoeken brachten aan de dochterkerk (bezoek aan de statie). Over het algemeen eiste de moederkerk ook het presentatierecht der dochterkerk op. Vandaar dat Helvoirt ook geestelijken kreeg van de Abdij van Sint Geertrui. Hetzelfde zien we bij Moergestel en Haren, waarbij Moergestel de ecclesia matrix was van Haaren. Deze kerken werden bediend door religieuzen van Tongerlo. In beginsel benoemde de bisschop de pastoor, maar in de praktijk trad meestal de aarts-
diaken van het bisdom op. Regel was, dat de vergeving en institutie van het pastoors ambt geschiedde door de aartsdiaken, terwijl de installatie of bekleding door de deken van het diocees werd verricht. In Oisterwijk en Helvoirt had men te maken met "eigenkerken", kerken dus, die door een heer (geestelijk of wereldlijk) op diens grond waren gesticht en waarop het jus patronatus drukte. Dit recht van patroonschap ging over op de wettelijke erfgenaam van de grond waarop de kerk gebouwd was. Ook een deel van de tienden en cijnzen, die oorspronkelijk uitdrukkelijk waren bestemd voor het kerkgebouw en voor het levensonderhoud van haar geestelijken, gingen in feite naar de heer op wiens gebied de kerk stond. Veel leken droegen op de duur hun kerken met de daaraan verbonden rechten en inkomsten over aan kerkelijke instellingen 3). Zo kwam de Abdij van Sint - Geertrui bij donatie van Hertog Hendrik l van Brabant in 1231 in het bezit van de "kerk van Oisterwijk en Tilburg" met het patroonschap over deze kerk en het recht van collatie, in deze het jus presentationis van de pastoors en andere geestelijken. Een en ander werd door Jan II van Eppes, bisschop van Luik, goedgekeurd in 1231 en het werd achtereenvolgens bekrachtigd door Paus Gregorius IX op 15 oktober 1232 en door Paus Innocentius IV op 13 juni 1245 4>. De moeilijkheid deed zich nu voor, dat de Abten van Sint-Geertrui na de reformatie toch wilden doorgaan met het benoemen van geestelijken in de kerk van Helvoirt. En omdat ten tijde van de reformatie pastoors en andere rooms-katholieke geestelijken taboe waren in de Meierij, die hervormd moest worden, benoemde de abt van SintGeertrui een dominee die volgens hem de "ware gereformeerde religie" was toegedaan. Dit gaf in de ogen van de eerwaarde heren van de classis geen pas en terecht weigerden zij de dominee van Helvoirt in zijn ambt te installeren, hetgeen niet gezegd kan worden van de Staten-Generaal, die de benoeming van dominee door een abt zonder meer goedkeurden.
49.
Volgens de papieren die we nu bezitten over de classis 's-Hertogenbosch dateert het oud-
ste stuk over de herrie tussen de abt en de classis van het jaar 1652, maar ongetwijfeld is de ruzie al van langere duur. De ruzie ging natuurlijk niet alleen over de benoeming maar ook over de inkomsten uit de kerken en hun goederen 5).
Op last van de Staten-Generaal zijn de heren Bronchorst en een andere gedeputeerde, door dezelfde Staten-Generaal als visitatoren aangesteld in kwesties van de Meierij, op onderzoek uitgegaan in Oisterwijk en Helvoirt. Bovendien visiteerden en examineerden zij een brief van de rentmeester Bouckholt. Deze brief was een antwoord op een missive
van de Staten-Generaal van 2 januari 1652, waarin zij om uitleg vroegen en waarin Bouckholt kennelijk gelast werd om de ambitieuse practijken en activiteiten van de heer Abt van Sint-Geertrui onder de loupe te nemen. Bouckholt begint met op te merken dat hij twijfelt aan de echtheid van de kopie van de akte van donatie van hertog Hendrik l en tevens aan de kopie van de akte van confirmatie van Paus Gregorius IX. Ook betwijfelt Bouckholt of tienden, renten en cijnzen die ter dispositie van de hertog stonden in
Helvoirt en Oisterwijk, wel alle aan de Abdij van Sint-Geertrui zijn gegeven. Bouckholt geeft toe, dat de kerken van Oisterwijk en Tilburg (1231 !) altijd zijn bediend door of
vanwege de Abt van Sint-Geertrui. Maar zegt hij : de goederen van deze kerken zijn altijd pastorale goederen genoemd en dikwijls door de pastoors zelf verpacht. De Staten-Generaal resolveren nu dat de heer Abt voor een predikant die de kerk van
Oisterwijk zal bedienen of nog zal gaan bedienen, het salaris van f. 540,- per jaar moet betalen en voor een goed huis voor de predikant dient te zorgen. De inbeslag genomen goederen o.a., het huis "Den Spiker" in Oisterwijk krijgt hij weer terug. De Staten Generaal laten dus de Abt voor de kosten van een predikant opdraaien in Oisterwijk
zonder nu direct over het jus presentationis van de Abt te praten. Wat Helvoirt betreft moet de Abt eerst maar eens bewijzen dat Helvoirt (als parochie) begrepen is onder Tilburg, waarbij zij doelen op de hier eerder genoemde akte van 14 maart 1231 van de hertog6).
De directe bewijzen voor de opvatting dat Helvoirt (parochieel) onder Tilburg hoorde, (het "Tilburg" uit de akte van 1231) heb ik niet gevonden. Mijns inziens kon de Abt hiervoor twee motieven naar voren brengen die zijn rechten in Helvoirt konden aantonen. Hij had indien dit mogelijk was geweest, kunnen wijzen op een akte van 2 oktober
1192, uitgegeven te Oisterwijk. Deze akte luidt: "Gijsbrecht, heer van Tilburg, en zijn moeder, vrouw Alaysa, oorkonden dat zij de lieden wonende op zijn allodium Helvoirt onder de kerk van Oosttilburg (is Oisterwijk) hebben gebracht, op voorwaarde dat, wanneer op dit allodium een kapel zal zijn gebouwd, de pastoor van Oosttilburg of zijn coadjutor of vicarius daar zal celebreren en daarvoor een derde van de tiende van Helvoirt zal genieten ". 7) Dr. Camps, de bewerker van het Oorkondenboek van Noord Brabant, merkt bij deze akte op, dat onder Oosttilburg niet alleen Berkel moet worden
50.
verstaan, zoals lang op gezag van Miraeus is aangenomen, maar dat onder Oosttilburg moet worden verstaan (de parochie) Oisterwijk. De parochie Oosttilburg omvatte behalve Oisterwijk ook Berkel en Udenhout en na 1192 dus ook Helvoirt. Op deze grond kan de latere akte van 1231 zo worden uitgelegd, dat daarin Helvoirt onder (Oost) Tilburg begrepen is. Een ander motief is aan te voeren als de Abt het begrip "Helvoirt onder Tilburg" niet geografisch zou behoeven te bewijzen maar parochieel. Zoals bekend is de kerk van Helvoirt een ecclesia filia van Oisterwijk. (zie hiervoor ook de eerder genoemde akte van 2 oktober 1192). Het is begrijpelijk dat de kerk van Oisterwijk het patronaatsrecht op eiste over Helvoirt en ook kreeg. Dit blijkt ook uit een akte van 1296 van de aartsdiaken van Luik waarin deze zegt, dat de kerk van Helvoirt afhankelijk is van de kerk van Oisterwijk (Oosttilburg). De parochie Oosttilburg was oorspronkelijk zeer uitgestrekt en de grenzen liepen veel verder dan van het toenmalige vlek Oisterwijk 8). Of de Abt de bewijzen kon leveren werd (nog) niet gevonden. In ieder geval disponeert de Abt over de vakante predikantsplaats van Helvoirt in 1667 en benoemt aldaar de eerwaarde dominee Antonius van de Water. De approbatie van deze benoeming wordt door de Staten - Generaal op 18 december 1667 verleend. Waarschijnlijk was de goedkeuring van de Staten-Generaal een slordigheid 9). De eerwaarde heren van de classis van 's-Hertogenbosch nemen dit zo maar niet en zij stellen een uitvoerige deductie op, waarin zij de redenen motiveren waarom zij de proponent Antonius van de Water, op de collatie van de Abt en de approbatie van de Staten-Generaal, niet hebben kunnen installeren in het predikambt van Helvoirt 10). In hun deductie zeggen de heren van de classis, dat zij zich afvragen of de Abt het jus patronatus nog wel toekomt. Zij hebben immers zonder oppositie van de Abt vroeger twee beroepingen in Helvoirt gedaan. Ook menen zij dat de donatie, eertijds door de hertog aan de abdij gedaan, nu en in deze staat van nul en gener waarde meer is. Voorts kunnen zij maar niet begrijpen, daar in de akte Tilburg genoemd wordt, dat men daar Helvoirt moet verstaan. Tussen Helvoirt en Tilburg liggen nog verschillende plaatsen zeggen zij, zoals Enschot, Oisterwijk en Haaren. Verder noteren zijn, dat in alle provincies die verenigd zijn het jus clericale is te niet gedaan en afgeschaft en dat het nergens meer wordt geè'xcerceerd. De classis komt dan terug op de resolutie van de Staten-Generaal van 30 maart 1652, waarbij de Abt wel zijn goederen werden teruggegeven, maar de Staten-Generaal "de wijse ende voorsichtige clausule" inlasten, uit welke min of meer bleek dat de Staten-Generaal het jus patronatus voor zichzelf reserveerden. Een heel sterk argument van de classis is, dat de geestelijken van het pausdom, meer nog dan anderen, bij het installeren van haar geestelijken er de nadruk op leggen, dat de religie door de geïnstalleerde dient te worden voortgeplant en dat de beneficia gegeven zijn om de pastoors te kunnen alimenteren. 51.
Hoe kan dan een roomse prelaat, vragen zij zich af, deze beneficia curata aan een dominee geven waarvan de prelaat nota bene weet, dat deze dominee zijn uiterste best zal doen de pauselijke religie en kerk tegen te werken en zal trachten de hervormde leer in Helvoirt voort te planten, terwijl de prelaat die hervormde leer voor ketters uitkrijt. In alle gevallen, zegt de classis, is de Abt, indien hem het jus patronatus onbetwistbaar toekomt, gehouden een persoon te benoemen die de nodige waardigheid voor deze predikantsplaats bezit. Wij zien, dat de classis met alle middelen de benoeming en installatie op voordracht van een abt wil voorkomen en dat zij er niet voor terugschrikt een van haar broeders, de proponent Van de Water, af te vallen. Ook die van de "gerefor meerde religie" van Helvoirt hebben in een rekest aan de classis hun verontwaardiging over de proponent Antonius van de Water uitgesproken. Ook kan de Abt van Sint-Geertrui niet zeggen, dat Antonius van de Water wel in Hel voirt bij "die van de ware religie" in de smaak zal vallen omdat de roomse Abt de her vormde dominee Van de Water noch gezien noch gesproken heeft voor hij hem benoemde. Ook brengt de classis in haar deductie ter discussie hetgeen de professoren van de theologische school van Utrecht zeggen in hun advies van 24 februari 1659. Deze hoogge leerde heren menen dat alle verstandige en gewetensvolle predikanten zich ver moeten houden van het ambt indien zij dat verkrijgen door middel van het jus patronatus cleri cale, omdat dat in strijd is met de vrijheid van de gemeente een eigen predikant te vragen. De classis voorziet ook dat, indien het jus clericale in Helvoirt zal worden toegelaten, de kerken Christi spoedig zullen worden bezet met aller-onbekwaamste ogendienaars van "geveynsde suppoosten van papen ende monicken", zodat in de kortste keren dominees worden aangesteld die in naam van de ware religie zijn, maar in feite de Paus en zijn geestelijken zijn toegedaan, waardoor het gevaar ontstaat dat de reformatie wordt ondermijnd. Naar aanleiding van de deductie van de classis 's-Hertogenbosch, een rapport van de gedeputeerde Van Braeckel - belast met de zaken van de Meierij - een memorie van de ambassadeur van Spanje en de deductie van de Abt van Sint Geertrui, wordt bij resolutie van de Staten-Generaal van 29 februari 1668 beslist, dat de Abt tot de collatie of uitoefening van het jus patronatus in Helvoirt niet zal worden toegelaten, maar dat de kerk van Helvoirt zal worden bediend op dezelfde manier zoals in de hele Meierij gebruikelijk is. Een en ander werd door de Staten-Generaal geresolveerd zonder de eerwaarde
dominee Antonius van de Water te kwetsen of te desavoueren, want, zeggen de StatenGeneraal : "Dit alles, buiten de persoon en kwaliteiten van Van de Water om, daar wij over hem zeer goede getuigenissen hebben gezien, zowel in het geestelijke als in het persoonlijke". Waarschijnlijk hebben de Staten-Generaal dit erbij geschreven om Antonius van de Water niet helemaal onmogelijk te maken bij zijn broeders in de classis en in de Meierij van 's-Hertogenbosch 11). De Abdij van Sint-Geertrui laat het er niet bij zitten.
In 1694 richtte de toenmalige Abt, Claudius Viefville, een rekest aan de Raad van Brabant, om die als hoogste rechtsprekend college voor Staats-Brabant te dwingen in deze materie een uitspraak te doen. In zijn rekest aan de Raad van Brabant zegt Abt Claudius Viefville, dat zijn Abdij van oudsher het patroonschap over de kerken van Oisterwijk en Helvoirt heeft gehad en de collatie van de pastoors en anderen bedienaren van deze beide kerken. 0e Abt zegt, dat gedurende de oorlog met zijn Katholieke Majesteit (tachtig jarige oorlog) de goederen geannoteerd zijn, m.a.w. in beslag genomen, maar dat bij het tractaat van de Vrede van, Munster in 1648 de goederen en rechten van kerken, colleges en "pieuse plaetsen" die gelegen zijn in de Staat van de Verenigde Provincies, maar eigendom zijn van kerken en kapittels die onder de staatkundige gehoorza^nheid van de koning van Spanje vallen, wederom bij resolutie van de Staten-Generaal weer in het vredig beztt wart de oorspronkelijke (buitenlandse) eigenaars zijn gerestitueerd. Voorts dat de Abdij in 1667 dominee Van de Water heeft voorgedragen,om de vakante predikantsplaats in Helvoirt te bezetten, welke voordracht door Haar Hoog Mogenden was goedgekeurd, waarbij zij het jus patronatus van de Abt de facto erkenden. Daarnaast zegt de Abt in zijn rekest dat de classis van 's-Hertogenbosch eigenmachtig zonder enige collatie van de zijde van de abt. tot predikant in Helvoirt heeft aangesteld de eerwaarde dominee Wttheimus van Vierse. Hij eist dat dominee van Vierse de kerk van Helvoirt zal verlaten, dat door hem of zijn gemachtigde de collatie van een nieuwe predikant zal worden, gedaan, dat de kosten voor een nieuwe voordracht voor rekening kornen van de classis en dat de classis over dit alles te procederen heeft, als naar recht, voor het hof van de Raad van Brabant 12). Welke stukken voor de Raad van Brabant door beide partijen geproduceerd zijn, kon nog niet worden nagegaan, aangezien de inventarisatie en indicering van de losse processtukken van het archief van de Raad van Brabant nog niet voltooid is. De zaak wordt wel vermeld op de rol van 13 augustus 1694.13)
Blijkens een extract uit het register van resoluties van de Staten-Generaal heeft het moderamen van de classis hierop een rekest gezonden aan de Hoog Mogenden waarin het meedeelt dat de Abt Claudius Viefville zich gewend heeft tot de Raad van Brabant om in rechte over de zaak van het patronaatschap over de kerk van Helvoirt te procederen. De classis meent dat de abt haar niet in deze zaak mag trekken omdat hierover reeds door de Staten-Generaal door vroegere resoluties is gedisponeerd, en zij deze kwestie altijd aan zichzelf hebben gehouden en de classis zich daar dan ook naar gedragen heeft. De classis verzoekt dan ook de Staten-Generaal om haar bij de Raad van Brabant te excuseren en dus niet tegen de abt te hoeven procederen, waarbij de classis voorstelt dat de Raad van Brabant deze zaak zal seponeren 14).
Nogmaals laten de Staten-Generaal een onderzoek instellen en in het laatste stuk dat tot op heden hierover gevonden is, besluiten de Staten-Generaal dat de predikant van Helvoirt 53.
bij continuatie zal worden benoemd en geïnstalleerd zoals dat overal in de Meierij ge beurt en zij persisteren erbij dat de Abt van Sint-Geertrui te Leuven niet bevoegd is tot , het voordragen van predikanten voor de kerk van Helvoirt, Verder besluiten de StatenGeneraal dat de Raad van Brabant zal worden aangeschreven om in deze kwestie niet verder te procederen omdat dit een zaak is die Haar Hoog Mogenden zichzelf voorbe houden 1 5). Zonder gerechtelijke procedure wint de eerwaarde classis van 's-Hertogenbosch van de abt van Sint-Geertrui 1.
J. Vriens : "Inventaris van het archief van de Classis 's-Hertogenbosch 1571-1950 (Inventaris-
2.
R.A.N.B.: Archief Classis 's-Hertogenbosch, inv. nr. 10
reeks nr. 3 Rijksarchief in Noord-Brabant). 's-Hertogenbosch, 1969.
3.
W. Nolet en P.C. Boeren : "Kerkelijke instellingen in de Middeleeuwen". (Amsterdam, 1951) blz. 313 e.v.
4.
H.P.H. Camps : "Oorkondenboek van Noord-Brabant" (in bewerking) akten d.d. 1231 maart
5.
Archief Classis : inv. nr. 10 f. 179 e.v.
14; 1231, 1232 oktober 5, 1245 juni 13.
6.
Ibidem f.202 en f.199 e.v.
7.
H.P.H. Camps : a.w. akte d.d. 1192 oktober 2 Oisterwijk.
8.
H. Hardenberg : "Het ontstaan van de vrijheid Tilburg" in : "Van Heidorp tot Industriestad"
9.
Archief Classis : Inv. nr., 10 f.177
(Tilburg, 1955) blz. 50 e.v.
10.
Ibidem f 181 e.v.
11.
Ibidem f 196 e.v.
12.
Archief Classis : inv.nr. 10 f. 177 e.v.
13.
R.A.N.B. : Archief Raad en Leenhove van Brabant en Overmaze, inv. nr. 606 Civiele rol 13 augustus 1694.
14.
Archief Classis : inv. nr. 10 f 194
15.
Ibidem f. 203 e.v.
NIEUWE UITGAVEN EN PUB L l K AT l ES Berkel-Enschot Straat voor straat, bewerkt door P.J.M. Wuisman, bevat : een beknopt overzicht van de geschiedenis der gemeente; de ontwikkeling van de straatnaamgeving in Berkel-Enschot en een toelichting op de namen der straten. Bijgevoegd is een platte grond der gemeente. H.E. van G(elder). Muntvondsten : Moergestel 1969. In jaarboek voor Munt- en Penningkunde no. 56/57 pag. 156. P.J.M. Wuisman. Moergestel in oude ansichten. Zaltbommel 1972. Bevat 38 foto's en prentbrief kaarten uit de periode 1900 - 1935 met korte toelichting.
DESCHERESLIEP De scheresliep loopt deur de dorpen, hij weet elk huiske staan.
In elke herberg leet ie aan en wordt eruit geworpen. En zat zie ik hem henengaan langs dreven en langs stegen. Den alingen dag is onderwege
dees menneken uit de maan. En strontnat van den Mertsen regen
had ie weer aangêleed. Ik slaap in 't schop, had ie gezeed ; daar had ie meer gelegen. 's Mergens (hij weet nie, waar 't aan leet) is zijn örgelkreugen
ewèg; verroest, da most nie meugen. Waar laag het aan ? Waar schee 't ? Den örgeltrapper wou nie deugen ; hij zoop z'n eigen zat. Maar nergend is er op de pad
zo'nen schonen koffiemeulen. Genen beetren machinist aan 't rad als dezen bessembijnder die in de Kets mee zeuven kijnder woont in een keldergat.
Paul Vlemminx, in Brabantia Nostra 1938
55.
Omslag 1938. Tekening van LUC van Hoek.
56.
BROOD- EN BANKETBAKKERIJ
Frans v. Velthoven
Jos van Hulten
RADIO E L ECT R A
0» DE ECHTE BAKKER
m
Kerkstraat 12, Telefoon 268
MOERGESTEL
Schoolstraat 7 MOERGESTEL Telefoon 245
Pianohandel
H. Vugts & Zonen Nieuwe en gebruikte piano's Oisterwijk, Telefoon (04242) - 2109
ruime sortering
Hotel
Annex Restaurant
TOONAANGEVEND
"LE PRINCE DE GALLAS " * Voornaamste huis ter plaatse * Restaurant van bijzondere klasse * Gezellige terrassen * Ruime parkeerplaats J.A.M. Couwenbert), propr.
ACHTERSTRAAT 45 HELVOIRT TELEFOON (04118) - 1245
Permanente Expositie
Oisterwijkse dekenkisten en vele andere massief eiken sfeermeubelen, zoals kasten, eettafels, bankstellen, mini-sets, broodkast, plantenbak, enz. kunt u dagelijks zien in de sfeervolle toonzaal van
StCKCKIITt WüRCK,
MEUBELFABRIEK OISTERWIJK BENELUXSTRAAT 7, OISTERWIJK (N. BR.) TEL. 04242 - 3929.
Toonzaal open: maandag t/'m zaterdag van l'-18 uur en vrijdag tot 21 uur.
• Spaarbank
• Hypotheken
• Privé - rekeningen
• Persoonlijke leningen
• Effekten
• Financieringen
• Bewaargeving
• Deviezen
• Vakantiereizen
• Verzekeringen
Innili i'f tor OISTERWIJK, Burg. Verwielstraat 6 - Telefoon 3 3 8 5
Voor : CENTRALE VERWARMING WASMACHINES VAATWASMAC H l N ES HAARDEN
DIEPVRIEZERS KOELKASTEN
HEESTERS Telefoon (04117) -441
HAAREN
ROMANESCO en
FILM
FOTO
Gespecialiseerd fotograaf voor ambachtelijke kunst Suggestieve en instructieve
KADOBOUTIEK "OISTERWIJK'
fotografie. kunstnijverheid Kleur - Zwart/wit - kleurendia's voor projectie of groot formaat voor druk werk.
speciaalzaak
* kunstnijverheid en luxe artikelen van van glas, kristal, aardewerk, porcelein metaal, hout of ander materiaal * artistieke byouterieën
* reproduktie en miniaturen * andere voorwerpen ter versiering van huis en hof BOXTELSEBAAN - OISTERWIJK Telefoon 2558
* je weet wel, dat leuke winkeltje met de boerenkar voor de deur op de
gemullehoekenweg 39
Bloemenmagazijn JOS KEEPERS KUNSTHANDEL
't oudste huis 1633
Lind 37 - Oisterwijk
HOVENIER
kunstnijverheid antiek
Kerkstraat 90, Oisterwijk
Telefoon (04242) - 2833
Tuinaanleg # Verzorging # Onderhoud
FIRMA
van lersel en Zoon Aannemer Cultuurtechnische Werken Verhuur van Bulldozers en Draglines en diverse Hydraulische Graafmachines
BIEZENMORTELSESTRAAT39
- UDENHOUT - TELEFOON (04118) - 1329
Hotel Café Restaurant
W0I MBrSH "
T1LBURGSEWEG 2 - MOERGESTEL - TELEFOON (04243) - 302
Goede oude brabantse stijl met voordelen van nu! Speciale menu's en prijzen voor gezelschappen. Verzorgde goed onderhouden moderne kamers met balkon. Tochten in de bosrijke omgeving eindigen bij ons !
EIKEHOUT
uit voorraad : onderstammen en blokhout
Specialiteit : eiken balken voor restauratie, droog eiken plaathout (van 16 tot en met 105 mm)
Fa. J. C. van de Voor t _ Hou t handel Kreitenmolenstraat 83
Udenhout Specialiteit in gesneden groenten !
TRAA GROENTEN EN FRUITHANDEL
Torenstraat 18
Helvoirt
Tel. 04118-1382
VOOR GOED VERZORGD DRUKWERK:
DRUKKERIJ CAFÉ - RESTAURANT
„DE JONGE
VAN DE WOUW
HERTOG" KERKSTRAAT 6 - 8 TELEFOON (04242) - 2220
OISTERWIJK TEL. 04242 - 2494
KENT U HET LAND EN VOLK IN UW OMGEVING ? ? DAN KENT U OOK
DE B O E R E N B O N D Alles voor uw dieren Alles voor uw tuin
LOOP ER EENS BINNEN
FOTO VLAMINCKX LIND25
aIM..«™»'n„PEYERe« S'onc|rjg>!AA R e n"»'t
Oi
"ÖüoaTC. r>DRC.*> cr» rioÓR,
G.BOINKMEYER N.V Noordstraat 34
OISTERWIJK
" MEER DAN 40 JAAR HET BEKENDSTE ADRES TER PLAATSE "
DE ZWARTE LEEUW HOTEL - CAFÉ - RESTAURANT
TILBURG Telefoon (04250)-22120
BEKEND VAN 1450
VERWARMING
AF !
RIJKSWEG 18 20
SANITAIR HELVOIRT.
TEL.
04118
1266
M. BEKS EN ZOON LOODGIETERSBEDRIJF - GAS- EN WATERFITTER SANITAIRE INSTALLATIES
DE LIND 35 - OISTERWIJK - TELEFOON 2016
BOUWBEDRIJF VERHOEVEN N.V. BAERDIJK 54 - OISTERWIJK - TELEFOON 04242 - 2373
ALLE SOORTEN NIEUWBOUW
De kruiwagen voor ieder doet, óók voor uw tuin f
STALEN KRUIWAGENFABRIEK
matiiilor Helvoirt
Telefoon 04198 I388
DORPSTRAAT OISTERWIJK UW
WINKELSTRAAT
adviezen ontwerpen en uitvoering van bosbouw en cultuurtechnische werken recreatie- en beplantingsplannen ontwatering wegen, sportvelden, parktuinen
Van lersel bosbouw en cultuurtechniek N.V.
rijksweg 18 helvoirt telefoon 04118-1650
DE KLEINE MEIJERIJ Vlugschrift
van de Heemkundekring I-N HUT STRhl K A R C H I V A R I A A T V A N : O I S I H R W I J K B H R K H L - I N S C H O T HSCM H A A R l N Hl LVO1RT MOKRCiHSTI-L U D H N H O U T
DE KLEINE MEIJERIJ
1972 jaargang XXIII
vlugschrift van de heemkundekring ; en het streekarchivariaat van Oisterwijk : Berkel - Enschot, Esch, Haaren, Helvoirt, Moergestel, Oisterwijk, Udenhout
BESTUUR P. Drijvers, Burgemeester Canterslaan 29, Oisterwijk, voorzitter. E. van Waesberghe, Kerkstraat 19, Haaren, secretaris. Mevr. E.Moebs-Bayer, Duyvekotstraat 17, Moergestel, penningmeesteresse. Mevr. J. Suylen-van Lanschot, "Den Tulder" Oude Rijksweg 36 , Helvoirt. Broeder Adelbertus, Driehoeven 5, Haaren. A.H. de Weijer, Dorpstraat 44,Esch.
REDAKTIE P.J.M. Wuisman, streekarchivaris, Durendaaldreef 14, Oisterwijk. W.P.M.J. de Bakker, Scheepersdijk 15, Oisterwijk.
LIDMAATSCHAP Het lidmaatschap van De Kleine Meijerij bedraagt f. 20,-- (leden die Brabants Heem reeds ontvangen f. 10,- ). Alle betalingen bij de Boerenleenbank Oisterwijk, rekening 13.89.80.209, postrekening van deze bank 11.1 5.406, ten name van de penningmeester van De Kleine Meijerij.
TIJDSCHRIFTEN - UITWISSELING De Kleine Meijerij heeft ruilabonnementen met : Brabantia uitgave van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord Brabant en van de stichting Brabantia Nostra, Brabants Heem, tijdschrift voor Brabantse Heem- en Oudheidkunde. Met Gansen Trou, uitgave van de kring Onsenoort te Nieuwkuyk. Gemerts Heem, uitgave van de kring De Kommanderij Gemert. Bijdragen tot de Geschiedenis, inzonderheid van het Oud-Hertogdom Brabant. Ons Heem te Bokrijk. Heemschild, uitgave van de kring De Oude Vrijheid te Sint Oedenrode.
OMSLAGFOTO "Het welvaeren van 't quartier van Oosterwijk" , glazen beker, eigendom van de gemeente Oisterwijk (foto C. Aarts)
HOTEL - CAFÉ - RESTAURANT
KLEIN SPEYCK OISTERWIJK
SPECIALITEIT : * Brabantse koffietafel * Partijen en gezelschappen van
50 tot 1000 personen
BOEK- EN KANTOORBOEKHANDEL
STATIONSSTRAAT 17
TEL. 2227
CAMPING
DE BOSKANT Oirschotsebaan 8
Oisterwijk
Telefoon 04242 - 2059
biedt u de ruimte voor een fijne vakantie in een mooie natuur. Uw eigen tuin op onze ruime camping met alle comfort zoals : stromend water, elcctra, en riolering. Kampwinkel voor zelfbediening, kantine voor verpozing aanwezig, aparte jeugdkantine en cafetaria.
VERKOOP
RINEL _ STACARAVANS
VAN STRIEN WEGENBOUW N.V. UDENHOUT
TELEFOON (04241) 205 - SPOORAKKERWEI -
(Industrieterrein) - POSTBUS 21
UITVOERING VAN GROND-, WATER- EN WEGENBOUW VERHUUR VAN WEGENBOUWMACHINES VERHUUR VAN BRONNERING, POMPEN e.d.
N.V. BOOM KWEKER l J
"UDENHOUT" Telefoon (04241) - 258
*
BOOMKWEKERIJENBOSAANLEG
SPECIALITEIT LAANBOMEN
VRAAGT ONZE BOMENFOLDER ! ! !
VOOR PLANTEN IM UW TUIN NAAR
TOGM.TUin groot assortiment urit kwekers
N,V„ TON v.d, OEVER - Rsjksweg 13 - Naaren - Telefoon Ö4"J!7
TH. ROMMEN N.V ÏIGÈN
Schilders- ert Behangersbedrijf
Lindenlaan 23, Helvoirt Telefoon (04118)- 1277 Voor :
NIEUWBOUW UT8LJTEÏTSBGUW ONDERHOUDSWERK
FIRMA
VAN DE IAAK.SWINKEIS
AANLEG VAN CENTRALE VERWARMING,
GAS- EN OLIESTOOKINSTALLATIES
nnnnnnnnn Vught N-Br.
-
Helvoirtseweg 181
-
Tel.(04100)41179
• Spaarbank
• Hypotheken
• Privé - rekeningen
• Persoonlijke leningen
• Effekten
• Financieringen
• Bewaargeving
• Deviezen
• Vakantiereizen
• Verzekeringen
ftt>
Intiil;
rtntr
OISTERWI JK, Burg. Verwielstraat 6 - Telefoon 3 3 8 5
Voor : CENTRALE VERWARMING WASMACHINES VAATWASMACHINES HAARDEN DIEPVRIEZERS KOELKASTEN
HEESTERS Telefoon (04117) -441
HAAREN
ROMANESCO FILM
en
FOTO
Gespecialiseerd fotograaf voor ambachtelijke kunst Suggestieve en instructieve
KADOBOUTIEK "OISTERWIJK'
fotografie. kunstnijverheid
Kleur - Zwart/wit - kleurendia's voor projectie of groot formaat voor druk werk.
speciaalzaak
* kunstnijverheid en luxe artikelen van van glas, kristal, aardewerk, porcelein metaal, hout of ander materiaal * artistieke byouterieën
* reproduktie en miniaturen
BOXTELSEBAAN - OISTERWIJK Telefoon 2558
* andere voorwerpen ter versiering van huis en hof * je weet wel, dat leuke winkeltje met de boerenkar voor de deur op de gemullehoekenweg 39
Bloemenmagazijn
«FLORtf
JOS KEEPERS KUNSTHANDEL
't oudste buis 1633
Lind 37 - Oisterwijk
HOVENIER
kunstnijverheid antiek
Tuinaanleg Kerkstraat 90, O/sterwij k
Verzorging
Telefoon (04242) - 2833 Onderhoud
BROOD- EN BANKETBAKKERIJ
Frans v. Velt hoven
Jos van Hulten
RADIO E LECTRA
T Kerkstraat 12, Telefoon 268 MOERGESTEL
Schoolstraat 7 MOERGESTEL Telefoon 245
Pianohandel
H. Vugts & Zonen Nieuwe en gebruikte piano's Oisterwijk, Telefoon (04242) - 2109
ruime sortering
Hotel
"De Zwaan" Annex Restaurant
TOONAANGEVEND
"LE PRINCE DE GALLAS " * Voornaamste huis ter plaatse * Restaurant van bijzondere klasse * Gezellige terrassen * Ruime parkeerplaats J.A.M. Couwenbercj, propr.
ACHTERSTRAAT 45 HELVOIRT TELEFOON (04118) - 1245
Permanente Expositie
Oisterwijkse dekenkisten en vele andere massief eiken sfeermeubelen, zoals kasten, eettafels, bankstellen, mini-sets, broodkast, plantenbak, enz. kunt u dagelijks zien in de sfeervolle toonzaal van
MEUBELFABRIEK OISTERWIJK SICKCk 1(1 t WtRCK
BENELUXSTRAAT 7, OISTERWIJK (N. BR.) TEL. 04242 - 3929.
Toonzaal open: maandag t/m zaterdag van 7-18 uur en vrijdag tot 21 uur.
HET HOUTZAGEN, door M.C. van lersel + Onze voorzaten woonden in getimmerten van zachte constructie. Reeds gaven wij U in dit vlugschrift een beschrijving met afbeelding hoe de wanten en weegten op de meest primitieve wijze door hen werden gemaakt. 1). Met uitzondering van het kasteel Zwijnsbergen en de oude kerk trof men in Heivoirt geen stenen gebouwen aan. Eerst in het midden der 18de eeuw - dus laten we zeggen 1750 • hebben volgens een paar notities de boerderijen "de Hoendernest" en "de Rijzende Man" een voormuur van baksteen gekregen en is van toen af het gebruik van gevlochten en gepleisterdemuren meer en meer op de achtergrond geraakt. Minder spoedig ging de verandering met de bereiding van het benodigde timmerhout, waarvoor de zorg aan de loonzager kwam. Laurentius (Frens) Spierings en zijn zoon Willem waren in Heivoirt de laatste loonzagers.
Loonzager was een afzonderlijk beroep, dat werd uitgeoefend door iemand, die, zoals bij meerdere beroepen, ook nog een boerderijtje er bij had (bv. twee koeien en twee varkens). Wilde iemand een nieuw huis "timmeren", dan waren een zijner eerste schreden naar de loonzager om deze uit te nodigen.
Het was usance, dat de loonzager zelf voor het benodigde gereedschap zorg droeg. Dit bestond o.a. in: 1. de oks; 2. de stellingzaag; 3. de zaagstelling.
Omdat een en ander tot het verleden gaat behoren, willen wij zulks dankbaar zo goed mogelijk vast leggen, daar bij geholpen door Bart Rommen en Harri de Jong, die zich met fotograaf Vlaminckx uit Oisterwijk belangeloos disponibel stelden om ons heem in deze te dienen.
De Kleine Meijerij, jrg. X X I M , afl. 4
57.
Voor de "oks", het werktuig onder 1 genoemd, kunnen wij verwijzen naar bijgaande afbeelding.
De oks werd besteld bij en gemaakt door de dorpssmid oks en werd op elke boerderij aangetroffen. Deze bijl had aan de snede een breedte van 15 a 16 cm. en aan het heurzel 12 cm. De steel meet 90 cm. en is meestal van essenhout, maar als men er aan kon komen, nam men acacia. De houtzager gebruikte de oks voor het bekappen van het lange en dunne hout, zoals gordings, stijlen, naalden en opleggers. De mensen gebruikten de oks bij het rooien van bomen. Na de oorlog van 1940 - 1945 behoorde het hakken van bomen spoedig tot het verleden. Men begon de bomen af te zagen en wel met de motorzaag. Behalve de oks gebruikte men in het genre der bijlen ook nog "de dissel" en "de hak", waarbij dient aangetekend, dat de dissel op de eerste plaats werd gebruikt door de timmerman en de hak voornamelijk door de houthakker. Het werktuig onder 2 genoemd is de stellingzaag, ook wel kraanzaag genoemd. Deze zaag werd vroeger speciaal gebruikt om zware bomen te zagen tot planken of platen, of het bezagen van zwaar hout tot stijlen.
Voor de stellingzaag vestige men nauwkeurig zijn aandacht op de afbeelding. De stelling - of kraanzaag heeft een lengte van 230 cm. en is geschikt om hout overlangs te zagen, in tegenstelling met de kortzaag en spanzaag, die gebruikt werden om hout overdwars door te zagen.
kortzaag
spanzaag
De handvat boven aan de zaag is er vast aan bevestigd en wordt gebruikt door de zager, die boven op de zaagstelling staat. De handvat, welke de werkman die op de grond staat gebruikt en ook wel "trekblok" genoemd wordt, is een stuk werktuig, dat wel speciaal Uw aandacht vraagt en verdient vanwege zijn constructie. Hij is geheel van hout en wordt met een spie vóór de aanvang van het werk aan de zaag bevestigd. Onder 3 zag U genoemd de zaagstelling. Dit is een voorwerp, dat U min of meer primitief zou kunnen noemen. . De maten zijn als volgt: hoogte 225 cm. afstand der bokken in de breedte 180 cm. trekblok van de steil ingzaag 59.
in de lengte verschillend al naar gelang het te zagen hout (van twee tot vijf
meter). Ter voorkoming, dat de boom tijdens het zagen zou kantelen, werd een ketting met ijzeren koevoet gebruikt. De zager boven op de stelling had de zorg, dat de zaag recht door de boom werd getrokken. Om dit te vergemakkelijken, werd aan de bovenzijde de boom gesmet vóór
met zagen werd begonnen. Dit geschiedde met behulp van touw, dat met krijt wit was gemaakt, werd opgetrokken en losgelaten om daarna een rechte witte streep achter te laten.
ketting en koevoet tegen het kantelen.
smetten van de boom.
60.
zaag scherpen.
Tot de vakkennis van de zager behoorde het onderhoud der zaag (het zaag scherpen). Hiervoor werd deze in de groeven der stelling bevestigd en met een driehoekige vijl
behandeld. De zwaarste bomen werden op vrij gemakkelijke wijze langzaam maar zeker op de gewenste hoogte boven op de stelling getild.
opvijzélen van een boom
61.
In elk der twee blokken waren op de hoeken gaten geboord waardoor (vier) ijzeren pennen bevestigd waren, om de twee platen op te houden en met de aanwezige platen de te zagen boom op te vijzelen.
Opvijzelen van een boom.
het zagen.
62.
1). M.C. van lersel. Rietdekkers en Zoden Steken, in K.M.
jg. 16 (1963), 142;
Onder de stukken die kortelings door de familie van lersel te Helvoirt aan de heemkundekring De Kleine Meijerij en het streekarchivaat Kwartier van Oisterwijk geschonken zijn, troffen we deze (kennelijk voor dit vlugschrift bedoelde) bijdrage aan welke door Martinus van lersel - gemeenteontvanger te Helvoirt en penningmeester van De Kleine Meijerij - in augustus 1967 geschreven is en waarvoor hij toen ook de foto's heeft laten maken. Het is jammer dat zich nog geen opvolger van de artikelenreeks van de heer Van lersel aangediend heeft; belangstelling voor de gang van zaken bij de boerderij en in het dorp rond de laatste eeuwwisseling is er te over. In oude boeken vindt men deze gegevens niet. Hiervoor is "studie in het veld" nodig, (redaktie.)
TER BORCH TE OISTERWIJK ALS BURCHT, door Bas Aarts. PROBLEEMSTELLING : Een, ook in dit blad, al vaker aangehaalde akte van 1222 spreekt van een burcht
("munito") in het hertogelijk allodiaal gebied van "Thilburch" 1). Deze burcht werd, volgens deze akte, door de hertog van Brabant in leen gehouden van de bisschop van "Traiectum", waar we Utrecht onder zouden kunnen verstaan, al staat dit toch nog
niet definitief vast 2). Nu zijn er al verschillende suggesties geweest voor de plaats waar we deze burcht moeten zoeken. Een van de altijd genoemde kanshebbers is Ter Borch bij Oisterwijk 3).
Het probleem daar was echter dat men, ondanks de sprekende naam, geen duidelijke bewijzen had dat het hier inderdaad een middeleeuwse burcht betrof. De tot heden oudste vermelding in de Brabantse leenregisters is van rond 1355, en hier is slechts sprake van "de woeninghe in de prochie van Oesterwijc die men heet tgoed ter Borgh, met den molenen, lande, broeke en de allen andere hare toebehoerten" 4). De 17e-eeuwse beschrijvingen die men van deze plek kent (Lambert van den Heuvel,
Jacob van Oudenhoven), zijn nogal voorzichtig geformuleerd en doen vermoeden dat de auteurs zelf ook met gebrek aan bewijsmateriaal kampten 5). Echter, door een nauwkeurige beschouwing van de in de beschrijvingen en perceelsbenamingen gebruikte terminologie, gekoppeld aan een eerste onderzoek van het bewuste terrein, kan het toch wel mogelijk zijn ons een beeld te vormen van het.oudste Ter Borch.
63.
DE VORM : a)
Gegevens uit de teksten : De hierboven geciteerde beschrijving van rond 1355 spreekt niet van een burcht, wel van een "woeninghe". Vermoedelijk wordt hier een voorganger van de huidige Waterhoef bedoeld. Hoeve en watermolens vinden we ook in het door mr. H.Hardenberg aangehaalde denombrement van 1440 6) dat daarnaast ook nog vermeld "2 weijden die Borch geheten". Dit kan een aanwijzing zijn, al moeten we niet vergeten dat sommige benamingen ruim gebruikt worden. Zo wordt bijvoorbeeld in diverse stukken met "Ter Borch' zowel het hele leengoed bedoeld als wel alleen de hoeve, watermolen of een bepaalde beemd.
LUCHTFOTO VAN DE DIREKTE OMGEVING VAN TER BORCH, omstreeks 1960. (in gemeente-archief van Oisterwijk -foto: Fototheek Topografische dienst / K.L.M. Aerocarto NV.
64.
WATE.RHOEF
o 25 5c 75
SITUATIE-SCHETS
„TER gORCH
OISTtftWiJK
5. AAK r :s
1977
Het plaatselijk toponiem-onderzoek van de laatste jaren heeft echter een aantal gegevens opgeleverd, die ik met dankzegging aan de heer W. de Bakker, graag gebruik. Zo is er + 1420 sprake van een "beempt after die hoghe borch aan de Aa" 7). In 1435 heeft men het over bezitters van een beemd "ter plaatse geheeten ter Borch tussen watermolen en de Berg aldaar" 8). Het is deze berg of "hoghe borch" die men ook tegenkomt in de 17e-eeuwse beschrijvingen; als "een grooten berg, genaamd de Hoogen Borgt" bij van den Heuvel en als "den Bergh Hoogenbergh geseyt" bij van Oudenhoven. Mr. G.Berkelmans vermeldt in zijn artikel over Ter Borch een leen verhef f ing uit 1633 met o.a. "hoechborcht ende leechborcht" 9). Dezelfde schrijver toont ons ook het einde van de hier bedoelde berg. Bij de openbare verkoop van het goed in 1731 kreeg de koper namelijk toestemming om "van den berg de borg genaamt tot nootsaakelijke onderhoudt van den dijk, molen, en sluijs te mogen uytsteken de aerde, en die ter minste schade ten eynde als voor weg te halen, dog den berg door weghalinge geplaneert zijnde, sal dit comen op te houden" 10). We weten dat in 1801 dit karwei nog niet geklaard was 11). Hierna is de Meierijbeschrijver Broek + 1825 de laatste die deze berg nog waarnam 12). De uitvoerige perceelsbeschrijving van 1833 vermeldt geen berg 13). b)
Gegevens uit het terrein:
Hardenberg en Berkelmans wijzen voor de vermoedelijke ligging van deze "Hoogen Borgt" naar een notaristransport van 1833 14). Hierin is sprake van "een moeras, genaamd de Burgt". Een toen vervaardigde en door Berkelmans gepubliceerde kaart geeft de kadastrale ligging van dit perceel weer 15). Het blijkt te liggen ten oosten van de Watermolensteeg, daar waar deze afbuigt naar de watermolen op de Voorste Stroom. De noordelijke begrenzing wordt gevormd door de zogenaamde Treksloot, een laat-middeleeuwse verbinding tussen Achterste en Voorste Stroom, die aan kleine vrachtschepen ("pleyten") de gelegenheid bood in Oisterwijk te komen met vermijding van het watermolenobstakel. 16). Omdat een perceelsbenaming nog geen voldoende bewijskracht geeft, is het nuttig om het betrokken perceel eens nader te beschouwen aan de hand van bijgevoegde kaart (toestand anno 1972). De loop van de Watermolensteeg (in 1833 nog Molendijk genoemd) bekijkend, zien we bij de zuidelijke kromming een aftakking naar rechts. Dit zijpad dat behoort tot het bewuste perceel maakt het mogelijk enkele percelen aan de Achterste Stroom te bereiken. De hierboven vermelde Treksloot is op de topografische kaart 627 "Oosterwijk" 1 : 25.000 (1867, herzien tot 1921) nog volledig intakt. 66.
Bijgevoegde kaart toont dat deze treksloot ook nu nog voor een groot gedeelte bestaat, en wel vanaf de Watermolensteeg naar de Achterste Stroom; al heeft men daar deze sloot momenteel van een nieuwe uitmonding voorzien in verband met het rechttrekken van dit riviertje. De Watermolensteeg passerend boog de Treksloot af naar het noorden, naar de Voorste Stroom, links van de voormalige watermo-
len. Dit gedeelte is verdwenen, evenals het sluisje in de Molendijk dat beide delen Treksloot verbond en het verschil in waterhoogte tussen beide stromen opving. Ongeveer parallel aan het restant treksloot lopen enkele moderne afwateringssloten voor de percelen tussen de Voorste Stroom en het perceel "de Burgt". Onder deze stukken grond zullen we de al eerder genoemde "borchbeempt" tussen de watermolen en de berg moeten zoeken. De bij dit artikel geplaatste luchtfoto van omstreeks 1960 laat ook duidelijk het hierboven bedoelde zien. Terugkerend naar het eigenlijke perceel waar het hier om gaat, valt het op dat het in feite uit twee delen bestaat. Links een ongeveer rechthoekig gedeelte (B), door sloten omgeven, gedeeltelijk bebost en zelf weer door een sloot gedeeld. Het beboste rechtergedeelte (A), waar een pad dwars over heen voert, heeft een werkwaardige begrenzing in het zuiden en oosten. Ter plaatse valt op (het best in het voorjaar) dat deze halve cirkel de buitenrand vormt van een drassige ondiepte van naar schatting 15 meter breed. Mijn indruk is dat we hier voor het grachtrestant staan dat Craandijk rond 1880 bezocht 17). De luchtfoto onder de loupe nemend, heeft het er alles van weg dat deze halve cirkel zich in het linker-terreingedeelte lijkt voort te zetten.
c)
Conclusie : Het gegeven ui t de teksten, n.l. de berg en de in het terrein geconstateerde cirkel vorm combinerend, wordt het erg waarschijnlijk dat we hier te doen hebben met een burchttype dat in de literatuur bekend staat als een motte-burcht (chateau a motte). D.w.z. een burcht bestaande uit een rond omgrachte kunstmatige heuvel (= motte), bekroond met een houten of stenen versterking op het topplatform en een aansluitende, lager gelegen voorburcht of neerhof. Deze laatste was meestal rechthoekig van vorm, eveneens omgracht en herbergde het noodzakelijke agrarische gedeelte 18). Dit burchttype kwam in bijna heel West-Europa voor en ook uit Nederland en België zijn er een groot aantal bekend en gedeeltelijk onderzocht. Voor NoordBrabant wil ik enkel wijzen naar de nog bewaard gebleven motte van Altena bij Almkerk. Het type dateert vermoedelijk uit de 11e-eeuw en beleefde z'n hoogtepunt in de 12e-eeuw met stenen versterkingen op het topplatform (Leiden, Oostvoorne, 67.
Kessel). Het krijgt in de 13e-eeuw aanpassingsmoeilijkheden ten gevolge van verbeterde belegeringstechnieken en wordt dan stilaan vervangen door andere burchttypes. Dergelijke motte-burchten waren vaak het eerste burchttype ter plaatse en dat verklaart ook hun vaak simpele benaming als De Burcht (Leiden, Oostvoorne), De Burgh (Rijswijk Zhld.), Doudeborch (Maastricht), Ter Borch (Schinnen). In Belgisch Brabant valt te wijzen op De Borcht (Grimbergen, Merchtem, Londerzeel). Interessant is ook het Kasteel Bergh te 's-Heerenbergh, waar zowel burcht als geslacht zich naar de 12e-eeuwse motte noemden 19). Gemaskhalve hebben we voor de bovenstaande conclusie (Ter Borch als motteburcht) aangenomen dat de geconstateerde halve cirkel ooit volledig rond is geweest. Uiteraard kan slechts een goed geleid archeologisch onderzoek hier een definitieve bevestiging van geven. Het tracé van de Treksloot doet dit echter wel vermoeden. Het heeft er alle schijn van dat men voor het aanleggen van de Treksloot de noordelijke burchtgrachten benut heeft. Het door de ringgracht omsloten burchteiland A heeft naar schatting een diameter van 60-70 m. Of de basis van de motte ook deze diameter had, valt nog onmogelijk te zeggen. Meestal liep de ringgracht direkt rond de motte, maar omdat er uitzonderingen bekend zijn moeten we deze zaak nog openlaten. Gesteld echter dat de motte het hele eiland besloeg dan behoorde Ter Borch tot de grote motteburchten, die meestal dateren uit de 12e-13e-eeuwen in de regel stenen constructies droegen. Er bestaat echter geen beschrijving van Ter Borch die een licht werpt op de vorm van de versterking op de top. Wel heeft een der laatste bezoekers van de "Hoogenberg", Broek (+_ 1825), het over "op welken berg of heuvel nog de puinen en grondslagen van dezen burcht gevonden worden" 20). Op deze enige en late getuigenis mogen we ons niet uitsluitend verlaten. Boven is reeds gesteld dat er bij een motte-burcht ook een voorburcht hoort. Deze zou ik, wat Ter Borch betreft, willen zoeken in de linkerhelft van het kadastraal ongedeelde perceel (gedeelte B). Hoewel hier geen duidelijke grachtrestanten bewaard bleven, valt de direkte ligging aan de Molendijk op, die als toegangsweg tot het hele complex fungeert. Daarnaast de loop van de Treksloot, die pas na terrein B de Molendijk kruiste en afboog naar de Voorste Stroom. Volgens Van den Heuvel was de voorburcht ook iets verhoogd. Volgens de reeds vermelde verheffing van 1633 was deze neerhof evenals de hoofdburcht in de 17e-eew bebost: "hoechborcht ende leechborcht, houtwas ende boomen daerop staende". Dat dit niet altijd zo geweest is, mogen we misschien opmaken uit een verhuursovereenkomst van 1435, waar het gaat over "een weij genaamt die Weij bij die Berch, maar zonder de berge" 21). Betreffende de ligging van het gehele complex (thans eigendom van de fam. 68.
Roosen) nog het volgende. Op de nabijgelegen handelswegen en de strategische positie tussen Reusel en Ley is al eens gewezen 22). Een blik op de topografische kaart 51A Oirschot 1 : 25.000 (1963) toont ons
dat Ter Borch juist op de 7,5 m hoogtelijn ligt en dat direkt ten oosten hiervan het lager gelegen broekland begint waarin Ley en Reusel uiteindelijk samenstromen. Voor de kanalisatie van beide riviertjes was duidelijk te zien dat ter hoogte van Ter Borch beide stromen elkaar (tijdelijk) het dichtst naderden.
DATERING : a)
Stichting :
Ter Borch is vanaf de eerste vermelding (+ 1355) bekend als hertogelijk leengoed. Niet als burcht. De hierboven gegeven conclusie poogt duidelijk te maken dat Ter Borch wel degelijk een (motte-) burcht-verleden heeft. Gelet op de tijd waarin dit type burcht voorkomt, is het zeer aannemelijk om in de hertogelijke burcht te "Thilburch" van 1222 een verwijzing naar Ter Borch te zien. We weten dat hertog Hendrik l een gedeelte van de heerlijkheid Tilburg in handen had gekregen, juist vóór de stadstichting van Oisterwijk (kort voor 1212) 23). Het is zelfs mogelijk dat het ontstaan van de burcht juist samenhangt met deze stadstichting. Aangaande de ook voor Oisterwijk gebruikte term "oppidum" (in 1212) 24) is er in België een discussie ontstaan, die ons in dit verband ook nog wijzer kan maken. In een in 1961 gepubliceerde studie 25) stelt A.Vermeesch dat met het stichten
van oppida de Brabantse hertogen een grensverdedigingssysteem opbouwde. In zijn visie zijn deze oppida echter versterkte steden, compleet met muren etc. In verband met grensverschuivingen degradeerden sommige oppida na verloop van tijd tot vrijheden of dorpen, zo ook Oisterwijk in de 13e en 14e-eeuw. Fel hiertegen in gaat de mening van J.Verbesselt 26), kenner van de regionale geschiedenis van (Belgisch) Brabant bij uitstek. Hij ziet oppida allereerst als handelscentra. En wat de verdedigende taak betreft, deze kan een oppidum alleen gehad hebben, en had dat ook, gecombineerd met een nabijgelegen burcht. Volgens Verbesselt vergeet Vermeesch totaal de rol van de burchten en overschat bij de betekenis van de nieuwe oppida. Als voorbeeld wijst hij op het onverdedigde oppidum Hoogstraten met de nabijgelegen sterke Gelmelburcht. Wat we aan deze discussie kunnen ontlenen is de veronderstelling dat Ter Borch als hertogelijke stichting ontstaan is, samen met Oisterwijk, in het begin van de 13e-eeuw. Het reeds hierboven vermelde leenverband tussen de burcht en Utrecht blijft een
69.
onduidelijk facet van het geheel. Of het moet zijn dat deze relatie duidt op een ontstaan vóór 1200. Hier raken we het probleem of Ter Boren misschien de zetel geweest is van de ongeveer vanaf het midden van de 12e-eeuw bekende Heren van Tilburg. De overgave van de burcht in hertogelijke handen doet dan natuurlijk vreemd aan, maar gezien de Brabantse expansie-politiek naar het noorden rond 1200, blijft het een mogelijkheid. Een oplossing van dit interessante probleem kan m.i. pas gegeven worden door een nauwkleurig archeologisch onderzoek, waarbij het al of niet voorkomen van 12e-eeuws schervenmateriaal duidelijkheid kan brengen. b)
Ondergang :
Zoals het precieze ontstaan van Ter Borch onduidelijk is, zo is het ook met het verdwijnen van het militaire karakter van de burcht gesteld. In ieder geval vond dit vóór 1350 plaats en ook de Treksloot zal pas aangelegd zijn toen deze de verdediging niet meer kon schaden. Dat de motte ook voor de laat-middeleeuwer een verleden had, blijkt misschien uit de vermelding die F. Smulders vond van een "beempt after die oude borch" (1419) 27). Vermoedelijk heeft de burcht haar einde gevonden tijdens een van de vele Gelderse oorlogen waar vooral het noordelijk deel van het hertogdom onder te lijden had in de 13e en 14e-eeuw. Zo weten we uit de Rijmkroniek van Jan van Heelu dat hertog Jan l in de zomer van 1286 te "Hoesterwijc" verbleef om er (tevergeefs) de Hollandse graaf te ontmoeten voor een gezamenlijke tocht tegen Gelder. Van de al of niet nog aanwezige burcht wordt niets gezegd 28). Een andere kroniek "De Brabantsche Veesten" gaat vooral over 14e-eeuwse gebeurtenissen. Zo wordt daar vermeld het verbranden van Oesterwijc en haar linde op 9 augustus 1388 29). Toen bestond echter de burcht volgens de leenregisters al niet meer. Een geweldloze afgang voor de burcht, in verband met het verdwijnen van Oisterwijk's karakter als grensplaats door het verwerven van meer oostelijk gelegen gebieden, blijft natuurlijk ook mogelijk.
Het voorafgaande poogt een bijdrage te zijn tot de reeds jaren bestaande discussie rond Ter Borch. Het wil echter vooral een oproep zijn om te komen tot een goed georganiseerd bodemonderzoek van het betreffende terrein, dat van zo wezenlijk belang geweest is voor het ontstaan en de groei van Oisterwijk. Durendael vond men indertijd niet oud en interessant genoeg om er een opgraving aan
te wagen. Een burchtaanleg van mogelijk kort na 1200 is dit hopenlijk wel. Nog meer kansen betreffende z'n oudste geschiedenis krijgt Oisterwijk niet. 70.
1.
K.Heeringa, "Oorkondenboek van het Sticht Utrecht tot 1301", II, Den Haag 1940 nr. 708 blz. 156.
2.
zie voor algehele problematiek rond Ter Borch het artikel van mr. G.Berkelmans in Kleine Meijerij jrg. XV, 1962, afl. 6-7 blz. 2-21, afl. 8-9 blz. 2-17.
3.
bijv. mr.H.Hardenberg, "Het Ontstaan van de Vrijheid Tilburg" in "Van Heidorp tot Indus-
4.
Stootboek, A.R.A. Brussel. Leerboek van Brabant 2. fol. 51 (evenals alle andere archiefwerk-
triestad", Tilburg 1955 blz. 29-77.
resultaten : mededeling W. de Bakker, Oisterwijk). 5.
Lambert van den Heuvel, "Beschrijvinge van Oisterwijk" in "Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap te Utrecht" ( X L ) 1919 blz. 126. Jacob van Oudenhoven, "Een nieuwe ende gantsch vermeerderde beschrijvinge van de Stadt van 's-Hertogenbosche", Den Bosch 1670 (Aanhangsel over de Meierij blz. 68).
6.
Hardenberg, blz. 54.
7.
R 143,50 (plm. 1420)
8.
Den Bosch R 1205,91 (1435).
9.
Berkelmans, K.M. jrg. XV, afl. 8-9 blz. 5
10.
Berkelmans, K.M. jrg. XV, afl. 8-9 blz. 7
11.
Berkelmans, K.M. jrg. XV, af l. 8-9 blz. 11/12
12.
A.C.Broek (plm.1825) In handschrift aanwezig op Bibliotheek Prov. Genootschap Den Bosch.
13.
Berkelmans, K.M. jrg. XV, afl. 8-9 blz. 13/14
14.
Hardenberg, blz. 55
15.
Oisterwijk N.3938, 121 d.d. 26-9-1833 Sectie B no.249 toestand 1832
Berkelmans, K.M. jrg. XV, afl. 8-9 blz. 13
16.
F.Smulders, "De stroom genaamd de Dieze", in Brabants Jaarboek 1950 blz. 128/129.
17.
"Niet ver van daar (van de watermolen) is de begroeide gracht, die eens het slot zal hebben omringd" J.Craandijk en P.A.Schipperus, "Wandelingen door Nederland", Haarlem 1884 blz. 188
18.
Goed overzicht aangaande motte-burchten in: P.van Reyen, "Middeleeuwse kastelen in Nederland", Bussum 1965 (FibulaS).
19.
E.O.M.van Nispen tot Sevenaer, "Nederlandsche Kasteelen", Amsterdam 1943 blz. 41/42.
20.
A.C.Broek (plm.1825) In handschrift aanwezig op Bibliotheek Prov. Genootschap Den Bosch.
21.
Den Bosch R.1205, 91 (1435).
22.
A.Fasel, "Vraagpunten in de geschiedenis van deze streek" in K.M. |rg. X I X , 1965/66, afl.5-6 blz. 73/74.
23.
Berkelmans, K.M. jrg. XV, 1962, afl. 6-7 blz. 2/3.
24.
Butkens, l. Preuves, blz. 62 (Den Haag 1724).
25.
A.Vermeesch, "LesOppida en Brabant" in "Standen en Landen" ( X X I I ) 1961 blz. 33-47.
26.
J.Verbesselt, "Oppida in Brabant" in "Eigen Schoon en de Brabander ( X L V ) 1962 blz.79-84.
27.
Oisterwijk R.143, 31 (1419).
28.
Rijmkroniek Jan van Heelu. Uitgave J.F.Willems Brussel 1836 blz. 112 regel 2949.
29.
De Brabantsche Veesten. Uitgave J.F.Willems Brussel 1839 blz. 328 regels 9558-9562. 71.
DE
DE
IN P.J.M.
Van oudsher heeft het dorp Udenhout geen eigen wapen gehad. in de jaren 1814 en 1815 aan heerschappij van keizer een gekomen en de na het vertrek d«r Fransen weer tot geproclameerd, Udenhouteen In de Staatscourant van 12 januari 181 i de gemeentebesturen uitgenodigd om aan de Hoge Raad van Adel te 's Gravenhap een te wan de ir» de steden en gebruikte stad- en dorpswapens. Zo niet of bekend waren, konden de gemeentebesturen wensen voor een eventueel nieuw te verlenen gemeentewapen, op 20 februari werd uitnodiging nog herhaald» thans door de goyverneyr (commissaris des Koningsl van de provincie Noord-Brabant, Op 19 maart 1815 berichtte de toenmalige Udenhoutse burgemeester J.C,F, de Franckenberg-de Proschlitz - tevens kasteelheer van de kortelings gerestaureerde "Strijdhoef" -
aan 72.
aan de Hoge Raad van Adel "dat deze Gemeente nimmer eenig wapen heeft gehad" 1). Wat betreft de verlangens omtrent een nieuw gemeentewapen, verzochten de Udenhoutse bestuurders "dat hun een wapen mag worden toegestaan, daartoe, ter vereeuwiging der gelukkigen omkeer van zaken, voorstaande de Nassauwsche Leeuw met het bijschrift Tandem triumphat 1814" 2). Uit dit verzoek behoeven enige zaken een verduidelijking. "De gelukkige omkeer der zaken" heeft betrekking op het herstel van de Nederlandse onafhankelijkheid en de terugkeer van de Prins van Oranje-Nassau als souverein-vorst, later als koning, in ons land, nadat diens vader, stadhouder Willem V, in 1795 bij de komst der Fransen dit vluchtend had verlaten. Het Nassause wapen, gecombineerd met het onderschrift "Tandem triumphat 18t"4" (tenslotte overwint hij 1814) heeft eveneens betrekking op het herstel in meer dan de oude functies van het huis Oranje-Nassau, dat daarmee een overwinning behaalde op de 18e eeuwse patriottische stromingen, die de komst der Fransen en het vertrek der Prins in 1795 mede hadden bewerkstelligd. Met de Nassause Leeuw wordt bedoeld het oudst bekende stamwapen van het geslacht Nassau, vermeld in 1198, n.l. een gouden leeuw op een blauw veld. Eerst in 1246 werden aan dit wapen de gouden blokjes toegevoegd, waarmee het veld is bezaaid. We vinden deze blokjes nog terug in het huidige Rijkswapen, terwijl de leeuw hierin een pijlenbundel met zeven pijlen draagt als herinnering aan de zeven verenigde provinciën uit de 17e en 18e-eeuw. 3). Dit rijkswapen werd vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 24 augustus 18154). Het vanouds door Leeuwarden gevoerde stadswapen en de door o.a. Udenhout en Schelluinen gevraagde wapens vertoonden een wel zeer grote gelijkenis met elkaar en met dit Rijkswapen, zodat het in de praktijk tot verwarring aanleiding zou kunnen geven. De Hoge Raad van Adel besliste uiteindelijk, dan aan Schellumen het gevraagde wapen kon worden verleend, dat Leeuwarden zijn oude wapen bevestigd zag, doch ter onderscheiding gekroond met een kroon, en dat Udenhout een wapen kreeg, waarbij de kleuren van het Nassause wapen werden gewisseld. Een onderschrift of wapenspreuk werd alleen verleend aan die gemeenten, die wat betreft een wapenspreuk op een oude traditie konden terugvallen, b.v. aan Brielle, dat al lang als herinnering aan de verrassing van 1572 de wapenspreuk "Liberatis Primitiae" (de eerste der vrijheid) voerde en deze in 1816 bevestigd kreeg. In slechts enkele gevallen werd en wordt aan bestaand gemeentewapen een nieuwe wapenspreuk toegevoegd, zoals aan Amsterdam en Rotterdam, die als beloning voor het verzet in de bezettingsjaren na 1945 een wapenspreuk ontvingen. Udenhout kwam dus niet in aanmerking voor een wapenspreuk. Op 21 november 1818 kon de burgemeester aan de Gemeenteraad mededelen, dat van de Hoge Raad van Adel een akte was ontvangen, gedateerd 14 oktober 1818, "waarbij van wegen zijne Majesteit den Koning aan deze Gemeente tot een wapen word verleend: 73.
een klimmenden Leeuw van Lazuur op een goud veld" 5). Deze mededeling werd door de Raad "aangenomen voor notificatie", terwijl besloten werd "gemelde akte bij de archieven te deponeeren". Deze akte, waarin het wapen enigszins anders wordt omschreven, n.l. als: "een scild van goud, beladen met een klimmenden leeuw van lazuur", berust thans nog, ingelijst, op het Udenhoutse gemeentehuis. 1.
Archief Hoge Raad van Adel te 's Gravenhage (een soortgelijke uitgaande brief werd in het gemeentearchief te Udenhout niet aangetroffen).
2.
ibid.
3.
H.W.M.Kits Nieuwenkamp, Encyclopedie van de Heraldiek, 1961, p.164.
4.
enige malen gewijzigd n.l. 10 juni 1907 en 13 juli 1909.
5.
Gem.Arch. Udenhout no.15O, Notulen Gem. Raad.
NA HET SERMOEN, door ir. C.H.J. van den Brekel. In het jaar 1686 is door notaris Antonie Beens van Oisterwijk een interessante attestatie geprotokoleerd. Op 23 december heeft de ongeveer dertig jaar oude Wouter Jaspers van den Boer ter rekwisitie van Gerardus van Hoogerlinden, koster en schoolmeester in Oisterwijk, het volgende verklaard 1). Op zondag 1 september 1686 was de Oisterwijkse predikant de heer de Langhe met diens vrouwen zuster Clara in een "coetskarre naer den gehucht van Haren ........... gevoert om aldaer naer den middach te gaen prediken". Toen De Langhe na afloop van de dienst bezig was het paard weer in te spannen, passeerde meester Geert van Hoogerlinden de kar. De koster nam beleefd zijn hoed af "haer drije persoonen groete ende also den binnen pat door gaende naer Oisterwijk, hebbende een boexken inde hant". Toen hij vlak bij de koets was, zou de predikant, volgens deklarant, hebben geroepen: "siet dien hipocrijt Mr. Geerit daer henen gaen lopen met den boeck inde hant, dien schijnheijligen gelijk de schriftsgeleerden ende phariseen om vanden mensen gesien te worden quansuijs soo heijlich ben ick". De koster, echter, die "hem in het heel ofte deel niet en molesteerde ende in het afscheijden wederom beleeftdelijck sijns hoet afnampt", zei hierop niets terug. De vrouw van de predikant heeft daarop gezegd "dat ick wist dat ick hem soude meester worden ick soude vande karre gaen ende slaen hem braeff aff". Aldus deze verklaring. Het boterde blijkbaar niet al te best tussen de beide protestanten in het Staatse Brabant. 74.
Not. 5282 (23-12-1686).
meester Gerard van H oogerlinde, geboren omstreeks 1630 (R. 477, 207-1692), is aanvankelijk schoolmeester, zanger en koster van Moergestel. In 1675 ruilt hij zijn standplaats met meester Dirk Henningh en komt naar Oisterwijk. (R. 369,1,37). Op 26 oktober 1675 gaat hij voor de Oisterwijkse dominee in ondertrouw met Maria Middelmast, weduwe van Willem Tonneman, in 1667 genoemd als koster der vrijheid Oisterwijk. (R. 361,1,35). Meester Gerard is reeds weduwnaar van Aaltje Willems. In de rekening van de rentmeester der geestelijke goederen Barthout van Slingelandt over 1700 wordt hij schoolmeester van Vught genoemd (C. 3654,7Ov). Jacobus de Lange is, naar A Huijbers in 'Oud Oisterwijk' meedeelt (blz. 1951, van 1673-1696 predikant te Oisterwijk. Zijn vrouw is Sophia Verster (R. 475,-), een zuster van de eerste hervormde secretaris van Oisterwijk meester Abraham Verster; (noot van de redaktie).
NOG EEN ACHELSE NON ?
door W. de Bakker.
Twee van de uit Achel naar Moergestel gekomen geestelijke dochters 1) verschijnen op 25 oktober 1820 voor notaris Cornelis Bolsius te Oisterwijk. Ze laten hun testament registreren 2). Mejuffrouw Elisabeth Boonen 3), wonend te Moergestel, benoemt tot haar universele erfgename Maria Catharina van Tulder. Deze laatste 4) doet het omgekeerde. Maria Catharina van Tulder vermaakt echter uitdrukkelijk aan de kinderen van haar broer Leonardus van Tulder twee percelen teulland te Tilburg in de omgeving van de Rijt. Om te voorkomen dat de goederen van de (klooster)-gemeenschap in vreemde handen zullen komen benoemen ze als erfgename na hun beider overlijden de eveneens te Moergestel wonende geestelijke dochter Jacoba van Loon. Haar naam is niet aangetroffen bij de zusters van Sinte Catharinendael. 1.
p. DomiendeJong, Achel se Nonnen kwamen onder andere te Moergestel sterven, K.M. jg.22
2.
N. 5347, 283 en 284;
(1971), 34e.v.;
3.
p. Domien de Jong, t.a.p. blz. 44, nr. 24;
4.
p. Domien de Jong, t.a.p. blz. 43, nr. 22.
75.
HETGILDEZILVER IN DE KLEINE MEIJERIJ. door Drs. W.H.Th. Knippenberg. 2. Sint Joris-gilde te Oisterwijk.
In 1459 werd in de kerk van Oisterwijk een altaar van St. Joris gesticht; kort voor die tijd moet dit gilde zijn opgericht. Toen op 21 april 1463 te Turnhout een landjuweel van St. Joris werd gehouden, waren er naast Sint Joris-Gilden uit het huidige België zoals uit Hoogstraten, Gheel e.a. ook enige Sint-Jorisgilden uit het huidige NoordBrabant aanwezig; genoemd worden o.a. Baerle, Bergeik, Diessen en Oisterwijck. 1). Het oudste, thans op het Gemeentehuis bewaarde, koningsschild dateert van 1792; misschien behoorden tot dit gilde ook de zes schilden, die in de verzameling van Jhr. Van den Bogaerde van Heeswijk zaten en in 1903 werden geveild 2).
Het Sint-Jorisgilde is blijkbaar op het einde van de 19e eeuw uitgestorven. De volgende koningsschilden zijn bewaard:
1792 1820 1829 1850 1868 1879
Geerardus Heesters; afb. bakkersoven en personeel, boog en 2 pijlen. Rogier van den Boer; afb. molenaar bij een rosmolen en boog met pijl. Engelbertus Keijzers; afb. boer met ploeg en twee paarden, en boog met pijl. Cornelus Gooien; afb. boer met ploeg en twee paarden, boog en pijl. Johannus Kuypers 9 sept.; afb. boer met ploeg en twee paarden, boog en pijl. Martinus Brekelmans; afb. boer met ploeg en paard. Merken: zwaardje en H H 82 (= H. Hemelbach, Oisterwijk en 's-Hertogenbosch 1854-1901). 1892 Hendrikus Merkx; afb. soldaat bij wachthuisje, Genopt schild. De schilden van 1792 en 1892 dragen geen zilvermerken, de andere wel. Verder behoren tot dit gilde nog vier gekroonde herinneringsmedaljons, een van P. van der Pas 1859-1884, een van C. van Meelus 1859-1884 en twee naamloze; zij zijn gemerkt met het zwaardje en FD2 (F. Dijkmans, 's-Hertogenbosch 1865-66). Waarschijnlijk behoort ook het gekroonde kleine vergulde vogeltje, met aanhangend kruisboogje tot dit gilde. 1.
Taxandria, jg. 45 (1938), 268;
2.
Veilingcataloog 1903, nr. 961: Oisterwijk 6 p.;
*
27 januari 1456 (n.st.) wordt anderhalve mud rogge overgedragen aan heer Florys Ghijsbrechts soen, priester, als rector van het altaar van Sint-Joris in de kerk van Oisterwijk : Oisterwijk, R. 164, Iv.;
Het medaillon uit het vaandel van het Sint-Jorisgilde wordt ook op het gemeentehuis bewaard. Het is van 1881. M.v.H. is hoofdman, M.B.M, koning;'{noot van de redaktie.
*
R E K Tl f IC ATI E: In zijn beschrijving van het gilde-zilver van het Sinte Barbaragilde (pag.24
van deze jaargang) vermeldt drs.W.H.Th.Knippenberg het familiewapen als afbeelding op het schildje van J.K.Verbunt, koning in 1956. Ons medelid P.M.Verbunt te Oisterwijk maakte ons erop opmerkzaam, dat een familiewapen
Verbunt tot op heden nog niet werd gevonden. Het op het schildje weergegeven wapen is •
76.
waarschijnlijk het koningswapen der firma Verbunt te Tilburg, (redaktie).
Huwelijken te Loon op Zand van personen uit het gebied van de Kleine Meijerij(3). P.J.M.Wuisman Datum
Namen
Geb. plaats
Woonplaats
21- 1-1703
Thijs Jacobs
Udenhout Molenstraat Loon op Z.
Loon op Z.
Pieternel Laurense wed. Adriaen Janse van Riel
Loon op Z.
Jacob Geldens wedr. Judic Wouters Neeltje Matheus Cornelisse
Loon op Z.
13-1-1704
Cornelis Thomas Schoenmaker Marie Hendrik Wouters
Udenhout Loon op Z.
19-12-1706
Jan Aartse van Laarhoven Jenneke Martense Snoeren
Udenhout Loon op Z.
5-12-1703
Hendrik Jansse Geudde wedr. Jenneken Span Anthonet Cornelis Driesse
Udenhout
3- 2-1709
Gerrit Janse van der Schoot Marie Janse Verhoeve
Udenhout Loon op Z.
2- 3-1710
Lammert van Hees Kornelia Koninx
Udenhout Loon op Z.
Jan van Gorcum Willemijn van de Plas
Udenhout Loon op Z.
25- 3-1708
26-11-1713
11- 2-1714
Loon op Z. Udenhout
Jan van Broukhove
Udenhout
27- 1-1715
Barberde Groot
Loon op Z.
25- 1-1716
wedr. Willemke Bastert
Loon op Z.
Dries Cornelis Swaans Jenneke Dirk Neele 10-10-1716
Andries Robbert van Buyst
Cornelia Adr. Bergmans
Loon op Z. Loon op Z.
Jan Tuelinx wedr. Teuntje Gommers Jenneke Dickens wed. Jan Oostenberg
25-10-1716
Udenhout
Haaren
Enschot Loon op Z.
Loon op Z. Loon op Z. 77.
Datum
Namen
Geb. plaats
Woonplaats
23- 1-1717 7- 2-1717
Peter Bart Hamers Johanna van Hees wed. Gommert de Kort
Loon op Z.
Udenhout Loon op Z.
1- 5-1717
Reinier Nouwe Jenneke van Laarhoven
Loon op Z. Udenhout
28- 1-1719 11- 2-1719
Huybert Adr. van Gorcum Marie Adr. Boers
Cromvoirt
Udenhout Udenhout
25-11-1719 10-12-1719
Willem Thomese van Boxtel Adriaentje van Baast
Loon op Z. Enschot
Loon op Z. Loon op Z.
10- 1-1722 25- 1-1722
Aarjaan Hendrik Arijens
Loon op Z.
Jenneke Aart Couwenberg
Udenhout
Loon op Z. Loon op Z.
Adam Weiters
Udenhout Loon op Z.
18- 4-1722 3- 5-1722 18- 4-1722
Jenneke Vissers Peter de Ridder
Jenneke de Koek
14- 4-1724
Jan de Roos Johanna Spaandonq
27- 1-1725 11 2-1725
20-10-1725 4-11-1725
27-10-1725 11-11-1725
Laurens Vreysse wedr. Marie Brekelmans Willemijn Schapendoncq
Loon op Z.
Udenhout Loon op Z. Loon op Z. Udenhout
Loon op Z. Loon op Z.
Frans Wouters
Udenhout
wedr. Pieternel Marzelis
Pieternel Hessels
Loon op Z.
Adriaan van den Medenberg Marie Pieterse Couwenberg
Udenhout Loon op Z.
wedr. Theuntje Munier (? )
Cornelia Oerlemans wed. Aart Couwenberg 4- 1-1727
19- 1-1727 78.
Loon op Z.
Loon op Z.
Theunis Sub 8-12-1726
Berkel
Adriaen van de Pas
Aaltje de Kok
Udenhout
Udenhout Loon op Z.
Datum
Namen
Geb. plaats
1- 5-1728 17- 5-1728
Peter Jan Hamers Judik Wouter Janze van Huiclom
Loon op Z.
Adr. Spaandonck Marie van den Heuvel
Udenhout Loon op Z.
14- 1-1730 29- 1-1730
Pieter Wouter Vouthengel Willemijn Fuure van Hees
Udenhout Loon op Z.
8- 4-1730 23- 4-1730
Peeter van Buel wedr. Dingena Peter Dingemans Jenneke Paulus Arize
Loon op Z.
17- 1-1733 1- 2-1733
Francis Cornelis van Roessel Pieternel Huyberts Verhagen
Udenhout Loon op Z.
Udenhout Loon op Z.
29- 1-1735 13- 2-1735
Pieter Janse van Spaandonk Maria Janse van Dijk
Udenhout Loon op Z.
Udenhout Loon op Z.
27- 4-1735 8- 5-1735
Adriaan Cornelis van lersel Maria Aartse Brok wed. Cornelis Corst. Borsten
Udenhout
Udenhout Loon op Z.
20-10-1736 4-11-1736
Christiaan de Leeuw Helena Schonk
Loon op Z. Oisterwijk
Loon op Z. Loon op Z.
20-10-1736 4-11-1736
Jacobus Janse van de Plas Anna Maria Swaans
Udenhout Loon op Z.
Drunen Loon op Z.
30-12-1741 14- 1-1742
Jan Janse Heersels Maria Nouwens
Udenhout Loon op Z.
Udenhout Loon op Z.
13-10-1742 11-11-1742
Hendrik Pieterse Johanna Brekelmans
Loon op Z. Helvoirt
Steenbergen Loon op Z.
10-11-1742
Peter Wouters Vouthengels
25-11-1742
wedr. Willemijn Janse van Heesch
2- 7-1729
Woonplaats
Udenhout
Udenhout
Udenhout
Fransijn Willem Jonkers
Loon op Z.
wed. Jan Hendrik Wijters
10- 8-1743 1- 9-1743
Corstiaen Snoeren
Loon op Z.
Loon op Z.
Cornelia van Eggelen
Haaren
Loon op Z.
79.
Datum
Namen
Geb. plaats
Woonplaats
31-10-1744 15-11-1744
Peter van den Biesemortel Maria van Loon
Udenhout Loon op Z.
Loon op Z. Raamsdonk
5- 6-1745 20- 6-1745
Cornelis Comans Marie Leendert Lammert van Heer
Loon op Z. Loon op Z.
Oisterwijk
15-10-1746 30-10-1746
Johannes Cornelis Aertsen Adriaantje van Eggelen
Loon op Z. Haaren
Loon op Z. Loon op Z.
30-12-1747 14- 1-1748
Cornelis de Bruyn Petronella Broek
Enschot Loon op Z.
Waalwijk Loon op Z.
14-10-1748 29-10-1748
Peter Ariaen van Aelst Jenneke Petjou
Udenhout Loon op Z.
Udenhout Loon op Z.
19- 4-1749 4- 5-1749
Dionisius Biesmans Margo van Tuerhout
Oisterwijk Loon op Z.
Loon op Z. Loon op Z.
15-11-1749 30-11-1749
Jan Backers Helena Verhagen
Oisterwijk Loon op Z.
Loon op Z. Loon op Z.
Huybert Schapendonk Maria «lijn
Udenhout
Loon op Z.
Udenhout Loon op Z.
Gommert Willem de Kort IdaSnoere
Udenhout Loon op Z.
Udenhout Loon op Z.
Covert Gouda Willemijna Glavimans
Sprang Loon op Z.
Sprang Oisterwijk
6-11-1751
5- 5-1753 20- 5-1753
6-11-1757
80.
Loon op Z.
INHOUD
pag. 1 pag. 2 pag. 3
P.J.M. Wuisman J.A.J. Becx P.J.M. Wuisman C.H.J. van den Brekel
"Het Welvaeren van 't Quartier van Oosterwijk" Leymeesters van Udenhout en Berkel "Marienhof" te Helvoirt Het gezin van Marten van Hees, notaris te Oisterwijk van 1649 tot 1686 P.J.M. Wuisman Een bijzondere epidemie in Oisterwijk en haar nasleep Nieuwe uitgaven en publikaties Anton Fasel Afstamming van Yda Roothaert (Roetaert) stichteres van het Mannengasthuis te Esch P.J.M. Wuisman Huwelijken te Loon op Zand van personen uit het gebied van de Kleine Meijerij W. de Bakker Een eeuwenoude Israëlitische begraafplaats P.J.M. Wuisman Dokter van Santen contra het Udenhoutse gemeentebestuur W. H.Th. Knippenberg Het gildezilver in de Kleine Meijerij Sinte Barbaragilde te Oisterwijk P.J.M. Wuisman Hagelschade te Haaren in 1783 W. de Bakker Broer en zus, een vraag Paul Vlemminx Land der Zuidwandelaars, Texuandrie (gedicht) In memoriam Ferdinand Smulders G. Berkelmans Verrassing (gedicht) Paul Vlemminx id. Seizoenen (gedicht) De kwartierstaat van Ferdinand Smulders P.J.M. Wuisman W. de Bakker Al sprokkelende (een overzicht van de artikelen
pag.
pag. 6 pag. 12,54 pag. 13
pag. 14,29,77 pag. 17 pag. 21 pag. pag. pag. pag.
24 27 29 33 pag. 34 pag. 36 pag. 37 pag. 37 pag. 40 pag. 44 pag. 45
van F. Smulders in de Kleine Meijerij)
Paul Vlemminx id. W. de Bakker
Vita vitalis (gedicht) Foibos' Velodroom (gedicht) Een ontbrekend Meierijs Kwartier van Prinses
pag. 46 pag. 48
Beatrix J. Vriens M.C. van lersel Bas Aarts P.J.M. Wuisman C.H.J. van den Brekel
W. de Bakker W. H.Th. Knippen berg
Het patronaatschap en de kerk van Helvoirt Het houtzagen Ter Borch te Oisterwijk als burcht De wapenverlening aan de gemeente Udenhout in Na het se^noen Nog een A 'helse non ? Het gilde
er in de Kleine Meijetij
St. Jorisc
• te Oisterwijk
4
pag. 57
pag. 63 1818
pag.72 pag. 74 pag. 75 pag.
76
ILLUSTRATIES Glazen bokaal "Het Welvaeren van 't Quartier van Oosterwijk" Handtekening notaris M. van Hees (1649)
pag. 1 pag.
"Theses Medicae" door J. van Santen (frontpagina) (1811) Toegangspoort van het Jodenkerkhof te Oisterwijk Noordzijde van de Joodse begraafplaats te Oisterwijk Slimstraat te Udenhout rond de eeuwwisseling Schildje St. Barbaragilde te Oisterwijk (1786) Standaardrijden bij Sinte Barbara (1927) Portret Ferdinand Smulders (Paul Vlemminx) Illustraties door LUC van Hoek bij de gedichten van Paul Vlemminx Schepenzegels van Geerlmc van Ghemert (1415), Jan van Ghemert (1408), Wolfaart van Giessen (1369) en Aart Wolfaarts (1421)
pag. 9 pag. 17 pag. 19 pag. 23 pag. 25 pag. 27 pag. 35 pag. 33,45,56
Oks
pag. 58
Stellingzaag Kortzaag Spanzaag Trekblok van de Stellingzaag Ketting en koevoet tegen het kantelen Smetten van de boom Zaag scherpen Opvijzelen van een boom (twee posities en detail) Het zagen (aanzet en bijna voltooid werk) Luchtfoto van de direkte omgeving van Ter Borch te Oisterwijk Situatieschets "Ter Borch" te Oisterwijk (1972) Akte van wapenverlening aan Udenhout (1818)
pag. 58 pag. 59 pag. 59 pag. 59 pag. 60 pag. 60 pag. 61 pag. 61,62 pag. 62 pag. 64 pag. 65 pag. 72
pag.
4
47
méér rente van uw geld bij VAN LANSCHOT
F.van Lanschot
BANKIERS
's HERTOGENBOSCH - EINDHOVEN - TILBURG - VUGHT
VOOR HOUT, BOARD, TRIPLEX, MEUBEL- EN SPAANDERPLAAT
„DOE H E T Z E L F " PARKET EN OOK VOOR UW MACHINAAL TIMMERWERK
N.V. TIMMERFABRIEK VAN RIJCKEVORSSELLAAN 7 -
OISTERWIJK -
HORVERS
EN
WOLFS
TELEFOON 0 4 2 4 2 - 3 9 0 1
maak van uw huis 'n thuis
klassiek bankstel in onovertroffen Queen-Anne stijl, luxe stoffering. Een rijk bezit voor lange tijd.
v.a.
f 860-
INTERIEUR VERZORGING
F. VUGTS Achterstraat 59 Telefoon (04118) -I274 H E L V O l RT
WMDVISie
Grondwerken - Wegenbouwwerken
Gebr.Wblfs
Oisterwijk
GAS
-
Tel. 04242 - 2258
KACHELS GEVELTOESTELLEN HAARDEN FORNUIZEN GEYSERS BOILERS
Snelle en vakkundige montage en service landelijk erkend gasinstallateur, aanleg en uitbreiding van
CENTRALE VERWARMINGSINSTALLATIES in bestaande woningen en nieuwbouw
KOSTER. VERWARMING DORPSTRAAT 24
OISTERWIJK
TEL. 04242-2695
FIRMA R VAN RIEL BOSSCHEWEG 26 - BERKEL
ENSCHOT - TEL. 04251 - 1223
GRAAN-, MEEL EN KUNSTMESTHANDEL HOUTZAGERIJ EN HOUTHANDEL
ATELIER VOOR AMBACHTELIJKE KUNST OIRSCHOTSEBAAN 7 - OISTERWIJK
*************************#»****
HANDWERKMEUBELEN - ANTIEKRESTAURATIES
Hotel Café Rottisserie
„BOS EN DUIN" UDENHOUT Tel. 04241-385
VOOR NIEUWBOUW EN UTILITEITSBOUW
RJANSEN WATERMOLENSTEEG 3 - OISTERWIJK - TEL. 2068
FIRMA van lersel en Zoon Aannemer Cultuurtechnische Werken Verhuur van Bulldozers en Draglines en diverse Hydraulische Graafmachines BIEZENMORTELSESTRAAT39
- UDENHOUT - TELEFOON (041 18) - 1329
Hotel Café Restaurant TILBURGSEWEG 2
W0I V3 föH "
MOERGESTEL - T E L E F O O N (04243) - 302 Goede oude brabantse stijl met voordelen van nu !
Speciale menu's en prijzen voor gezelschappen. Verzorgde goed onderhouden moderne kamers
met balkon. Tochten in de bosrijke omgeving eindigen bij ons !
EIKEHOUT
uit voorraad : onderstammen en blokhout
Specialiteit : eiken balken voor restauratie, droog eiken plaathout (van 16 tot en met 105 mm)
Fa. J.C. van de Voort _ Hout handel Kreitenmolenstraat 83
Udenliout Specialiteit in gesneden
groenten !
TRAA GROENTEN EN FRUITHANDEL
Torenstraat 18
Helvoirt
Tel. 04118 -1382
VOOR GOED VERZORGD
DRUKWERK -
DRUKKERIJ
VAN DE WOUW
,,-D t J O fc G E HERTOG*'
KERRSTRAAT6-8
OÏSTEP.WIJK TEL. 04242 - 2494
<'.EM' -j HET LAND £A VOLK /N UW OMGEVING ?' DA!\: KENT !j OOK
DE B O E R E N B O N D A"!es voor uw dieren
Ailes voor uw tuin
LOOP ER EE^S
FOTO VLAMINCKX LIND25
OISTERWIJK
ri•
"MEER DAN 40 JAAR HET BEKENDSTE ADRES TER PLAATSE "
GBOINKMEYER N.V. Noordstraat 34
DE ZWARTE LEEUW HOTEL - CAFÉ - RESTAURANT
TILBURG
Telefoon (04250) -22120
BEKEND VAN 1450 AF !
VERWARMING
RIJKSWEG 1 8 - 2 0
SANITAIR HELVOIRT. TEL. 04118 1266
M. BEKS EN ZOON LOODGIETERSBEDRIJF - GAS- EN WATERFITTER SANITAIRE INSTALLATIES
DE LIND 35 - OISTERWIJK - TELEFOON 2016
BOUWBEDRIJF VERHOEVEN N.V. BAERDIJK 54 - OISTERWIJK - TELEFOON 04242 - 2373
ALLE SOORTEN NIEUWBOUW
De kruiwagen voor
ieder doel, óók voor uw tuin !
STALEN KRUIWAGENFABRIEK
matadoi* Helvoirt
Telefoon 04198 I388
II*
RPSTRAAT
OISTERWIJK UW WINKELSTRAAT
adviezen ontwerpen en uitvoering van bosbouw en cultuurtechnische werken recreatie- en beplantingsplannen ontwatering wegen, sportvelden, parktuinen
Van lersel bosbouw en cultuurtechniek N.V.
rijksweg 18 helvoirt telefoon 04118-1650