7-3-2014
Inleiding presentatie • Weidevogelbeheer Vereniging Noardlike Fryske Wâlden • Weidevogelaantallen 2009-2012 • Plasdras voor meer weidevogels • Netwerken voor vitale populaties • Recente ontwikkelingen • Voorbeeld It Reidfjild
De kern ligt bij plasdras Henk Oud
Dokkum
Vereniging NFW
plasdras resultaten
weidevogels
Overzichtskaart mozaïeken NFW
Buitenpost
• Sinds 2009 worden binnen het werkgebied van de vereniging NFW alle broedende scholeksters, tureluurs, kieviten en grutto’s geteld in 21 mozaïeken. • In 2012 had de vereniging NFW in totaal 8.681 hectare weidevogelgrond in beheer • Vogelwachters zoeken en markeren nesten, tellen broedparen en doen alarmtellingen. • De beheerregisseur en de nazorgcoördinator coördineren de werkzaamheden van de vogelwachters. • Het beheer wordt aangestuurd op basis van gegevens over nesten en over alarmerende vogels. • De vogelwachters registreren, dit jaar met de APP.
Vereniging NFW
voorbeeldmozaïek
Leeuwarden
Drachten
Legenda A-X = in analyse betrokken mozaïekgebieden
Aantallen 2009-2012
plasdras Readtsjerk, foto Wiegersma
1
7-3-2014
5.048 weidevogels in 2012, • 1.028 paar grutto’s (11,8/ 100 ha.) • 2.119 paar kieviten (24,4/ 100 ha.) • 1.060 paar scholeksters (12,2/ 100 ha.) • 841 paar tureluurs (9,6/ 100ha.)
Aantallen 2009-2012 trend 3000 Aantal
Aantallen 2009-2012 algemeen
2500
2000
grutto
1500
Tussen 2009 en 2012 is het totaal met gemiddeld 19% afgenomen: • grutto’s -21% • kieviten -22% • scholeksters -14% • tureluurs -11%
Aantallen 2009-2012 Verschillen tussen mozaïeken
scholekster tureluur kievit
1000
500
0 2009
2010
2011
2012 Jaar
plasdras analyse
• Een klein deel van de afname (4%) wordt verklaard door een afname in het totale oppervlak aan weidevogelmozaïek. • Grote verschillen tussen deelgebieden! • 6 van de 21 weidevogelmozaïeken laten een stijging zien • Wat zit hierachter en wat kunnen we daaruit leren?
• Een aantal kenmerken op het vlak van inrichting en beheer van de 21 mozaïekgebieden zijn geanalyseerd. • Is er verband tussen gebiedskenmerken en de voor- en achteruitgang? • Er is geanalyseerd met multiple lineaire regressie.
plasdras resultaten
plasdras resultaten
• De factor die de veranderingen het beste verklaarde, was het percentage van de oppervlakte dat tussen 15 februari en 15 juni plasdras stond • Dus naarmate in een mozaïekgebied een grotere oppervlakte plasdras stond, was de toename tussen 2009 en 2012 groter. • De plasdras trekt dus weidevogels aan.
De relatie tussen plasdras als percentage van de oppervlakte van een mozaïekgebied, en de procentuele verandering in dichtheden van grutto’s, scholeksters, kieviten en tureluurs in 20 mozaïekgebieden over 2009-2012. Het percentage dichtheidsverandering is voor statistische doeleinden omgerekend naar een logaritmische schaal. Het percentage plasdras verklaart 40% van de dichtheidsverandering. Dit is een sterk effect.
2
7-3-2014
plasdras resultaten
• Uit de figuur valt verder op te maken dat er minimaal ca 0,7 procent aan oppervlakte plasdras in een mozaïek aanwezig moet zijn, wil een stijging mogelijk zijn in de dichtheid van de vogels. • Wanneer er minder dan 0,7 ha plasdras per 100 ha is, vond er over het algemeen een daling plaats.
Netwerken voor weidevogels
plasdras literatuur
• Er zijn weinig onderzoeksgegevens van effecten van plasdras op weidevogels. • Kleijn et al (2009) vonden geen effect op de plaats van vestiging van Grutto's in het weidevogelreservaat Wormer- en Jisperveld in Noord-Holland. Dit komt mogelijk omdat dat hele gebied een hoog waterpeil kent en ook elders natte stukken heeft. • Oosterveld et al. (2013) vonden dat langs hoogwatersloten in het broedseizoen drie keer meer weidevogels voorkomen dan langs laagwatersloten op gangbaar landbouwpeil. De drasse randen van hoogwatersloten vertonen overeenkomst met plasdraslocaties.
Netwerken voor weidevogels
• Met plas/dras kun je vogels dirigeren naar de, voor hun meest geschikte plaats. • NFW willen vitale netwerkpopulaties laten ontstaan door het zwaardere beheer te concentreren rond plasdrasplekken, bij voorkeur op plaatsen waar zich al weidevogelclusters bevinden.
Netwerken (voor weidevogels) Waar gaan we broeden??
plasdras Readtsjerk, foto Wiegersma
Legselbeheer Pakket extensieve beweiding Pakketten uitgesteld maaien Kruidenrijk weidevogelgrasland Plas-dras
Naast de plas/dras.
plasdras Readtsjerk, foto Wiegersma
3
7-3-2014
Recente ontwikkelingen
Recente ontwikkelingen
• NFW zet in op realisatie van effectieve netwerkstructuren. • Wel gecombineerd met economisch rendabele bedrijfsvoering. • In 2013 gelukkig weer een toename van de aantallen weidevogels (ten opzichte van 2012), – 14 paar grutto’s per 100 ha (2012: 11,8), – 28 paar kieviten per 100 ha. (2012: 24,4) – 15 paar scholeksters per 100 ha. (2012: 12,2) – 11 paar tureluurs per 100 ha. (2012: 9,6) plasdras Readtsjerk, foto Wiegersma
Recente ontwikkelingen
Recente ontwikkelingen
• Per saldo dus nog een afname sinds 2009. • Effectief beheer lukt dus onvoldoende. • Meer draagvlak voor beheer is nodig – – – – –
Voorbeeld It Reidfjild
Te lage vergoeding. Starre pakketten. Starre controles, mn op plas/dras Predatie druk. Voorlichting. (2016)
Netwerken voor weidevogels plasdras
• It Reidfjild is een van de gebieden in Noordoost-Fryslân die het succes van een goed gekozen clustering van beheermaatregelen illustreren. • Winter 2009/2010 een laag gelegen perceel van 3,75 ha ingericht als (greppel)plasdras en 22,38 ha extensief, flankerend beheer gerealiseerd • Vanaf 2010 groeiden de populaties van de vier steltlopersoorten explosief. plasdras Readtsjerk, foto Wiegersma
4
7-3-2014
Voorbeeld It Reidfjild
• In het gebied werd een hoge jongenproductie gerealiseerd. • Gemiddeld 2011-2013 haalden de grutto's hier een BTS van 98% en de tureluurs van zelfs 121%. • BTS > 100% wijst erop dat gezinnen met jongen van buiten het gebied naar de plasdras trokken.
Voorbeeld It Reidfjild A
B
Voorbeeld It Reidfjild 2008
2009
2010
2011
2012
2013
kievit
23
13
26
27
51
43
grutto
5
5
15
12
19
25
tureluur
2
3
7
10
21
19
scholekster
7
3
5
20
16
19
Toekomst • Met het hier gepresenteerde onderzoek zijn we ingrediënten van een effectief weidevogelmozaïek op het spoor. • Er staan op dit vlak nog veel vragen open, – Welke omvang moeten de verschillende onderdelen van het netwerk hebben? – wat mag de maximale tussenruimte zijn tussen beheer- en broedclusters? – hoe moet het tussenliggende gebied eruit zien? – Welke aanpassingen maken SNL pakketten effectiever? – daarnaast is de vraag of dit beheer inpasbaar is op de moderne landbouwbedrijven (afschaffing melkquota in 2015).
Toekomst De vereniging NFW heeft echter het volste vertrouwen dat met voldoende draagvlak van beheerders, de juiste inpassing binnen de bedrijfsvoering en samen met overheden, terreinbeherende organisaties en vrijwilligers vitale weidevogelpopulaties in de benen gehouden kunnen worden.
Dank voor uw aandacht Vragen?
5