De Innovatiekrant
SPECIALE EDITIE
>> 11 > EDITORIAAL
MEI 2005
Een verruimde ‘policy mix’ voor het Innovatiebeleid In 2004 trad de nieuwe Vlaamse regering aan en werd Fientje MOERMAN verantwoordelijk minister voor het IWT. De Raad van Bestuur van het IWT leverde op 22 januari 2004 een substantiële bijdrage aan de beleidsverklaring van een nieuwe Vlaamse regering. De aangesneden thema’s en aanbevelingen van het IWT zijn zo goed als integraal terug te vinden in het Vlaams Regeerakkoord en ook verder onderbouwd in de Beleidsnota 2004 – 2009 van minister MOERMAN. De ambities voor het Vlaams Innovatiebeleid tijdens de huidige legislatuur zijn dan ook niet min. Het is immers de bedoeling om het overheidsinstrumentarium voor innovatie drastisch te verruimen. Er moet een nieuwe policy mix tot stand komen, eerder dan het subsidie-instrument alleen. Er komt een reeks nieuwe of verbeterde instrumenten voor betere toegang tot risico-kapitaal voor innovatieve KMO’s: de verbeterde waarborgregeling voor bankleningen, de Vriendenleningen, de ARKIMEDES-regeling, en tot slot de oprichting van een Vlaams INNOvatieFonds (VINNOF). Het VINNOF zal opgericht worden in de schoot van PMV (de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen), maar het IWT zal actief betrokken worden in de evaluatie van dossiers.
Deze Innovatiekrant geeft u een voorsmaakje van ons activiteitenverslag 2004. De volledige versie van het verslag kan u opvragen vanaf de tweede helft van juni:
Daar blijft het niet bij. Er zal werk worden gemaakt van het systeem van innovatief uitbesteden, om te beginnen in het kader van het MIP (Milieu Innovatie Platform). De steun aan kennisontwikkeling en -diffusie voor technologische innovatie zal in alle programma’s verruimd worden tot steun aan innovatie in het algemeen, met inbegrip van de niet-technologische aspecten. En in overleg met de federale overheid dient werk gemaakt te worden van afdoende fiscale maatregelen voor O&O, vooral op het vlak van de loonkost van O&O-personeel bij bedrijven. U merkt het: de ambities zijn hoog. Maar het leidt geen twijfel: als we erin slagen deze zaken te implementeren, zal Vlaanderen beschikken over het meest performante beleidsinstrumentarium in Europa.
- in pdf-formaat, via www.iwt.be - in papiervorm, via een mailtje naar '
[email protected]' met als titel ‘activiteitenverslag 2004’
Paul Zeeuwts Directievoorzitter
Paul Lagasse Voorzitter van de Raad van Bestuur
PS. Benieuwd naar details over de cijfers en wetenswaardigheden van 2004? Dan nodig ik u graag uit om verder te lezen in deze speciale editie!
>>
> IN DIT NUMMER
TRENDS IN 2004 Wat zijn de kernpunten geweest voor het IWT in 2004? Welke hervormingen, adviezen en nieuwe opdrachten sprongen in het oog?
1 > EDITORIAAL 2 > IN DIT NUMMER
>> 03
> lees verder op pagina 3 3 > TRENDS IN 2004 4 > ER ZIT BEWEGING IN INNOVATIE ER ZIT BEWEGING IN INNOVATIE Innovatie staat nooit stil. Op pagina 4 praat de Innovatiekrant met Paul Zeeuwts over de trends en de rol van het IWT in 2004.
>> 04
> lees verder op pagina 4
Gesprek met Paul Zeeuwts over 2004 5> IWT-SUBSIDIES IN 2004 Helft totale steun naar projecten met strategisch of collectief karakter 6 > INNOVATIESTIMULERING IN 2004
DE IWT-SUBSIDIES IN 2004 In 2004 ging de helft van de totale steun naar projecten met een strategisch of collectief karakter. Een gesprek met Leo van de Loock, Directeur Evaluatie en Opvolging.
Het VIN of het Vlaams InnovatieNetwerk, goed nieuws voor de KMO 7 > HET IWT HEEFT 1140 JAREN
>> 05
NUTTIGE ERVARING IN HUIS! > lees verder op pagina 5 8 > AGENDA
INNOVATIESTIMULERING IN 2004 Het Vlaamse InnovatieNetwerk VIN is in 2004 volledig uitgebouwd. Een woordje uitleg hierover krijgt u van Bernard De Potter, Directeur Innovatiestimulering.
>> 06 2
> lees verder op pagina 6
> TRENDS IN 2004 Hier volgt een beknopt overzicht van het eerste deel van het IWT-jaarverslag 2004: ‘Hervormingen, beleidsadvies en nieuwe opdrachten’.
1. Bijdrage tot de beleidsverklaring van de nieuwe Vlaamse regering Het IWT was verheugd dat haar beleidsaanbevelingen werden opgenomen in het Vlaamse Regeerakkoord en nog uitgebreider in de Beleidsnota 2004 – 2009 van minister Fientje Moerman (zie ‘editoriaal’).
2. Het IWT in de BBB-hervorming Op 7 mei 2004 werd het nieuwe IWT-decreet goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Hiermee is het IWT omgevormd tot een IVArp, kort voor ‘Intern Verzelfstandigd Agentschap met rechtspersoonlijkheid’. Dit decreet wordt in principe pas in werking gesteld vanaf 1 januari 2006.
3. De steun aan Landbouwonderzoek op Vlaamse leest De Vlaamse regering gaf haar principiële goedkeuring aan een reglementair besluit over het steunbeleid aan Landbouwonderzoek op 7 mei 2004. Definitieve goedkeuring volgde op 18 februari 2005. Hiermee werd het Landbouwonderzoek op Vlaamse leest geschoeid. De belangrijkste elementen: • het IWT geeft steun aan projecten van ‘toegepast collectief onderzoek’ uit de land- en tuinbouwsector; • de Landbouwadministratie is actief betrokken in het evaluatieproces; • geïnteresseerde actoren uit de sector dienen zelf een bijdrage te leveren (7,5% in 2005; maximum 92,5% steun).
4. SB: herziening van de indienings- en selectieprocedure De afgelopen jaren bleef het aantal aanvragen voor specialisatiebeurzen stijgen; in 2003 kon het IWT hierdoor slechts 22% van de aanvragen honoreren. Om hier een oplossing voor te vinden besliste de Raad van Bestuur op 27 mei 2004 om een aantal ingrepen uit te voeren. Dit gaf echter aanleiding tot een groot aantal onontvankelijke dossiers. Uiteindelijk kon dit toch beperkt worden tot 6%. De Raad van Bestuur besliste daarom om over te gaan tot een grondige administratieve vereenvoudiging van het reglement voor de indiening van een aanvraag, in nauw overleg met de universitaire onderzoekscoördinaties.
5. Evaluatie en bijsturing van het SBO-Programma De Raad van Bestuur besliste op 16 december 2004 een aantal bijsturingen door te voeren in de evaluatie- en selectieprocedure van het SBO-Programma. Deze zullen worden toegepast vanaf 2005.
ook in een eerste toewijzing van middelen voor het jaar 2004. Het IBBT beschikt over een dotatie van 17 miljoen euro per jaar. Het IWT is belast met de financiële en administratieve opvolging van het IBBT en beschikt over een waarnemer in de Raad van Bestuur.
7. De uitvoering van de Ondernemingsconferentie inzake nieuwe excellentiepolen Eind 2003 stelde de Vlaamse regering een aantal nieuwe acties voor, als gevolg van de Ondernemingsconferentie. In de loop van 2004 moest de steun aan enkele nieuwe Excellentiepolen worden geëvalueerd en beslist: • Flanders’ Materials Center (FLAMAC): gesteund als Excellentiepool; • Milieu Innovatie Platform (MIP): principieel goedgekeurd; • het STAAL-initiatief: goedgekeurd door de Europese Commissie in 2004; • het initiatief Flanders’ Food: gesteund als voortraject, steunbeslissing volgt in de loop van 2005; • het initiatief Productontwikkeling en Design: gesteund als voortraject, steunbeslissing volgt in de loop van 2005; • Flanders’ District of Creativity (FDC): gesteund als Excellentiepool. Eind 2004 kreeg het IWT de opdracht van minister MOERMAN om een globaler beleidskader uit te werken voor de steun aan grote kenniscentra.
8. Uitwerking van de Ondernemingsconferentie m.b.t. het KMO-Programma en een studie rond fiscale O&O-steun De Ondernemingsconferentie van 2003 gaf het IWT ook de opdracht om haar KMO-Programma te verruimen. We introduceerden 2 nieuwe projecttypes: • KMO-Innovatiestudie type 4: de aanvrager kan een studie uitvoeren als voorbereiding van een project in een Europees Programma (O&O-Kaderprogramma, EUREKA,...). • KMO-Innovatiestudie type 5: een KMO kan een hooggeschoolde werknemer aanwerven om een eigen innovatieplan uit te werken. De steun bedraagt 60% met een maximum van 20 000 euro of 33 000 euro als de KMO een beroep doet op externe begeleiding. Een eerste verkennende studie rond fiscale steun aan O&O-personeel van bedrijven werd in mei 2004 afgerond.
9. Deelname aan ERA-Net 6. De operationalisering van het IBBT Op 19 maart 2004 keurde de Vlaamse regering het Convenant, de Statuten en de samenstelling van de Raad van Bestuur van het IBBT of ‘Interdisciplinair Instituut voor BreedBand Technologie’ goed; zij voorzag
Het IWT was betrokken in verschillende projecten van het ERA-Net van de Europese Commissie. Het gaat om samenwerkingsprojecten tussen regionale instanties, die de mogelijkheden van samenwerking in de steun
>>
3
> TRENDS IN 2004
Globale evolutie van het steunvolume (1997 - 2004) 300
aan onderzoek en innovatie bekijken. Enkele namen zijn ERA-SME, MATERA, CORNET, COMPERA, COSINE, CISTRANA,... Voor een volledig overzicht van deze projecten verwijzen we u graag naar ons jaarverslag 2004.
in miljoen euro
250 200 150 100 50
10. Globaal steunvolume – stijgende trend wordt voortgezet
0 1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
> ER ZIT BEWEGING IN INNOVATIE Gesprek met Paul Zeeuwts over 2004 De wereld is voortdurend in beweging, en een efficiënt innovatiebeleid moet hierop inspelen door zichzelf voortdurend in vraag te stellen en te ‘innoveren’, waar en wanneer nodig. Directievoorzitter Paul Zeeuwts praat met de Innovatiekrant over de trends en de veranderende rol van het IWT in 2004. Het IWT steunt tegenwoordig heel wat meer dan bedrijfsprojecten alleen. Is dat nochtans niet de hoofdtaak van het IWT? In 2004 is de rechtstreekse steun aan O&O-bedrijfsprojecten, met inbegrip van het KMO-Programma, slechts goed voor 36% van onze totale steunmiddelen. Nochtans steunen we meer dan 80% van alle bedrijfsprojecten ook daadwerkelijk! Dit betekent dat we over voldoende budgetten beschikken. Dat aandeel was jaren geleden inderdaad groter. Maar het Vlaams Innovatiebeleid is zich steeds meer gaan richten op steunvormen en programma’s met een eerder collectief karakter: projecten die voor een heel bedrijfssegment van belang zijn, en waarbij de inbreng van kennisinstellingen essentieel is. Dat is een goede evolutie, want het zijn vooral die projecten die zonder IWT-steun nooit of zelden tot stand zouden komen. Natuurlijk waken we erover dat deze projecten uiteindelijk ten goede komen aan bedrijven die ook concreet innoveren in Vlaanderen.
4
Krijgt het IWT niet teveel macht, zoals door sommigen wordt gefluisterd? Dat is erg relatief. Onze budgettaire middelen zijn aanzienlijk gestegen in de voorbije regeringslegislatuur, van 143 miljoen euro in 2000 naar 230 miljoen euro in 2004. Maar onze zusterorganisatie TEKES in Finland, met ongeveer evenveel inwoners als Vlaanderen, beschikt over een budget van meer dan 350 miljoen euro, nota bene met dubbel zoveel personeel. Bovendien geeft de Finse overheid TEKES veel meer vrijheid in het opzetten van programma’s en initiatieven. Ik zou de vraag dus liever herformuleren. Is er sprake van systematisch of occasioneel machtsmisbruik of van willekeurige steunverlening? Helemaal niet! Geen enkel Europees innovatieagentschap werkt zo transparant als het IWT! De ‘sociale controle’ vanwege onze onder-
zoeksgemeenschap is ook zeer groot. Sceptici nodig ik uit om te wachten op de resultaten van de externe evaluatie over de werking van het IWT, die minister MOERMAN in 2005 zal laten uitvoeren. Waarom was er in 2004 sprake van een nieuw steunagentschap, naast het IWT en het FWO? Met de hervorming van de Vlaamse administratie (BBB) stelde men voor om een nieuw agentschap op te richten, het ISBO (Instituut voor Strategisch en Beleidsgericht Onderzoek) dat zich zou situeren tussen het IWT en het FWO (verantwoordelijk voor de steun aan het fundamenteel universitair onderzoek). De Raad van Bestuur van het IWT heeft er meermaals op gewezen dat dit geen goed idee was, een mening die ook de VRWB en de SERV bijtraden. Een hedendaags innovatiebeleid is immers sterk gericht op nog meer interactie tussen bedrijven, onderzoeksinstellingen, universiteiten en hogescholen. Het strategisch basisonderzoek is bij uitstek gebaseerd op deze nood aan meer interactie. Het steunbeheer opsplitsen in verschillende agentschappen leidt echt niet tot een coherent beleid. Dit wordt ook internationaal erkend, zoals in Oostenrijk, waar men tot een fusie van de agentschappen overging. Een ISBO gaat in tegen deze inzichten en zou bovendien sub-kritisch zijn, gezien de omvang van de te beheren steunprogramma’s, wat de kwaliteit van het beheer sterk zou schaden. Gelukkig werd de ISBO-optie op het einde van de vorige legislatuur afgevoerd. In 2004 kwamen ook een aantal Excellentiepolen en het IBBT tot stand. Was hier sprake van wildgroei? De noodzaak bestaat om gemeenschappelijke kennissokkels uit te bouwen, van nut voor belangrijke Vlaamse bedrijfssegmenten. Dit vertaalde zich in 2003 en 2004 in de opstart en steun aan een reeks nieuwe Excellentiepolen en aan het IBBT, kort voor het Interdisciplinair Instituut voor BreedBand Technologie. Deze zaken kwamen eerder ad hoc tot stand via beslissingen van de Vlaamse regering, na evaluatie door het IWT. Er was echter geen strategisch beleidskader met een open karakter voor de indiening, zoals minister Dirk VAN MECHELEN op het einde van de vorige regeringslegislatuur erkende. Minister Fientje MOERMAN heeft nu werk gemaakt van een ontwerp van beleidskader. Dit
>>
wordt voor advies aan een reeks instanties voorgelegd, waarna de Vlaamse regering tot een beslissing zal overgaan. Dit kader zal het IWT en de vele betrokken onderzoeks- en innovatie-actoren meer houvast geven, zowel bij nieuwe initiatieven als voor de steunverlenging van bestaande initiatieven. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen Competentiepolen en Strategische Onderzoekscentra. De Competentiepolen zijn voornamelijk gericht op collectief onderzoek en op kennisdiffusie. Strategische Onderzoekscentra richten zich vooral op strategisch basisonderzoek van internationaal uitmuntend niveau. Ze hebben dan ook een substantieel grotere omvang. Voorbeelden zijn IMEC, VITO, VIB en sinds verleden jaar het IBBT. Het IWT kreeg in 2004 ook heel wat kritiek voor haar aanpak rond de doctorale Specialisatiebeurzen. Een blijk van bureaucratie? We worden sinds enkele jaren geconfronteerd met een sterke toename van kandidaten voor deze Specialisatiebeurzen. Aangezien we jaarlijks slechts 150 beurzen konden toekennen, zakte het slaagpercentage van ca. 40% tot 22% in 2003. Dat was niet alleen frustrerend voor de kandidaten zelf, maar ook voor de talrijke externe juryleden. De Raad van Bestuur ging daarom over tot een aantal ingrepen in de procedures, zoals het strikter
toepassen van de correcte indieningsvereisten. We communiceerden hierover duidelijk én lang op voorhand, maar deze maatregel leidde er toe dat er initieel meer dan 10% van de dossiers onontvankelijk werden verklaard. Dit veroorzaakte een begrijpelijke tumult binnen de universitaire gemeenschappen. De Raad van Bestuur verklaarde dan ook alle dossiers die vormelijk niet correct waren ingediend, maar toch de nodige informatie bevatten, ook ontvankelijk. Hierdoor kon het aantal onontvankelijkheden beperkt worden tot 6%. Bovendien besliste minister Fientje MOERMAN in het optrekken van het budget (2005) van de Specialisatiebeurzen. In december 2004 konden we hierdoor 200 beurzen toekennen in plaats van 150. Het slaagpercentage steeg zo tot ongeveer 34%, wat al veel redelijker is. De kritiek van overdadige administratieve regels was niet helemaal onterecht. Voor de meeste steunprogramma’s hebben we gedurende de voorbije jaren actief werk gemaakt van een doorgedreven administratieve vereenvoudiging. Dat hadden we nog niet gedaan voor de Specialisatiebeurzen. Daarom engageren we ons om de administratieve vereenvoudiging in 2005 door te voeren. Een gedegen innovatiebeleid heeft zelf immers permanent nood aan verbeteringen en innovatie.
> IWT-SUBSIDIES IN 2004 Helft totale steun naar projecten met strategisch of collectief karakter Wat in 2004 vooral opvalt, is de toename van programma’s met een collectief karakter. Andere belangrijke zaken zijn de verruiming van de SBO-regeling en de lancering van 2 nieuwe types KMO-projecten. De Innovatiekrant sprak hierover met Leo Van de Loock, Directeur Evaluatie en Opvolging bij het IWT. Het aandeel van de programma’s met een eerder collectief karakter neemt toe. Hoe evolueert dit verder? In 2004 kende het IWT inderdaad de helft van de totale steun toe aan strategisch basisonderzoek en collectief onderzoek. Binnen het strategisch basisonderzoek gaat 37,5 miljoen euro naar het SBO-programma, een bedrag dat ook in 2005 gelijk blijft. Ook de kredieten voor de specialisatiebeurzen worden structureel verhoogd tot 20 miljoen euro in 2005 om het jaarlijks aantal nieuwe bursalen van 150 naar 200 te brengen. Het landbouwonderzoek, het collectief onderzoek binnen de VIS en het TETRA-fonds kregen in 2004 samen ongeveer 20 miljoen euro; voor 2005 worden gelijkaardige bedragen voorzien. In 2004 kreeg het IBBT 12 miljoen euro, te verhogen tot 17 miljoen euro in 2005. Ongeveer 15% van de steun ging naar projecten van kennisdiffusie door intermediairen en diverse initiatieven van de Vlaamse regering. Ruim een derde van de steun ging naar de projecten ingediend door bedrijven. Voor 2005 verwachten we een ongeveer gelijkaardige verdeling.
Wat zijn, naast deze budgettaire aspecten, de belangrijkste wijzigingen? De SBO-regeling werd in 2004 vooral verruimd tot menswetenschappelijk onderzoek met een economische of maatschappelijke finaliteit, zoals voorzien in het reglementair besluit van 2003. Een derde van de middelen werd hiervoor gereserveerd. Er kwamen gelukkig één derde minder SBO-aanvragen binnen, maar toch bleef de selectiedruk hoog. De procedure in verschillende stappen, die in 2003 werd geïntroduceerd, wordt in 2005 verder verfijnd. Voor SBO-projecten blijft het essentieel om wetenschappelijke excellentie en valorisatieperspectieven voor Vlaanderen gelijke aandacht te schenken. Meer informatie over de doctorale specialisatiebeurzen vindt u in het voorgaande interview. Voor het landbouwonderzoek werd begin 2005 een reglementair kader uitgewerkt. Voor 2005 verwachten we geen grote wijzigingen. Natuurlijk blijven we onze procedures verder verbeteren, zeker voor SBO en de specialisatiebeurzen. Hoe zit het met de bedrijfsprojecten? 2004 was een vrij stabiel jaar voor bedrijfsprojecten. Er werden twee nieuwe types van KMO-projecten ingevoerd: de steun aan projectaanvragen voor internationale programma’s en de steun voor de aanwerving van een eerste hoger geschoolde met een hoofdtaak in innovatie. Het totaal aantal aanvragen was hetzelfde als in 2003 maar de toegekende steun liep lichtjes terug. Dit was voornamelijk te wijten aan de vrij hoge
>>
5
> IWT-SUBSIDIES IN 2004 drempel voor het bereiken van basisonderzoek met een hoog steunpercentage bij de grote bedrijfsprojecten. Na een analyse werd het beoordelingskader eind 2004 daarom licht bijgesteld. Tegelijk werd er ook strenger toegezien op de economische opbrengsten voor Vlaanderen. In 2004 ging ook heel wat aandacht naar de bijsturing van de procedures voor opvolging van de lopende projecten, een proces dat we in 2005 willen afronden.
tevreden zijn. Het levert ons ook heel wat informatie over de manieren waarop we de verschillende processen kunnen verbeteren. We zullen deze resultaten dan ook gebruiken in 2005 om de behandeling van de KMO-projecten grondig door te lichten. Steunverdeling naar aard van de projectactiviteiten 9%
36% bedrijfsprojecten (BO/GO/PO) strategisch basisonderzoek (SBO + SB + OZM + IBBT) collectief onderzoek (VIS-CO + TETRA + LO + Excellentiepolen) kennisdiffusie (VIS-TD + VIS-TIS + Interfaces) overige (e-VRT e.a.)
6%
Het IWT bevroeg in 2004 ook systematisch de aanvragers van nieuwe bedrijfsprojecten. Wat zijn daarvan de resultaten? Sinds oktober 2003 vroegen we aan alle aanvragers van grote O&O-bedrijfsprojecten om een schriftelijke enquête in te vullen. Sinds januari 2004 geldt dit ook voor de KMO-projecten. De respons is erg goed: eind 2004 beschikten we over 250 antwoorden. Uit de antwoorden blijkt dat aanvragers over het algemeen erg
16%
33%
Evolutie van het globale steunvolume (miljoen euro) - 2002-2004 Programma O&O-bedrijfsprojecten (incl. KMO-Programma) InnovatieSamenwerkingsverbanden (VIS) en universitaire interfacediensten TETRA-Fonds doctorale SpecialisatieBeurzen (SB) postdoctorale OnderZoeksMandaten (OZM) Strategisch BasisOnderzoek (SBO) LandbouwOnderzoek (LO) Subtotaal IBBT Excellentiepolen Mediaprojecten (e-VRT) Overige initiatieven Vlaamse regering Subtotaal Werkingsmiddelen IWT ALGEMEEN TOTAAL STAAL-initiatief (OCAS - PMV - SV)
2002
2003
2004
72,554 34,772 5,949 19,910 1,500 25,888 9,250 168,823 ------10,535 179,358 10,561 189,919
87,542 13,491 5,949 18,569 1,794 34,999 10,524 172,868 1,594 30,000 7,982 18,322 230,766 11,480 242,246
78,006 21,640 5,949 20,336 2,166 37,488 9,602 175,187 12,224 14,477 13,457 3,068 218,413 11,734 230,147 (30.000)
> INNOVATIESTIMULERING IN 2004 Het VIN of het Vlaams InnovatieNetwerk, goed nieuws voor de KMO In 2004 werd de vierde oproep gelanceerd in het kader van de steun aan de Vlaamse InnovatieSamenwerkingsverbanden. Met de selectie van de projecten Technologische Dienstverlening (TD) en Thematische InnovatieStimuering (TIS) in 2004 is het Vlaamse InnovatieNetwerk ‘VIN’ nu quasi volledig uitgebouwd. Bernard De Potter, Directeur Innovatiestimulering bij het IWT, geeft de nodige toelichtingen.
Gratis innovatiediensten voor de KMO
6
Eind 2004 stonden 30 adviseurs in het netwerk subRegionale InnovatieStimulering (RIS), verdeeld over de vijf provincies, klaar om de KMO te helpen met
eerstelijnsadvies bij hun innovatieplannen. Zij beschikken ook over een op maat ontwikkelde innovatie-audit, een uitstekende tool om latente innovatoren wakker te schudden!
>>
Daarnaast ondersteunen zo’n 100 (59 VTE) technologische experts bedrijven met gefundeerd technologisch advies en zijn er zo’n 150 (94 VTE) clusteranimatoren beschikbaar om bedrijven thematisch te ondersteunen en in contact te brengen. En dan zijn er nog tal van personen actief in innovatiestimulering in de academische interfacediensten, excellentiepolen, specifieke regionale initiatieven, enz. Als we ze allemaal samentellen, komen we op een totaal van om en bij de 300 personen, die hun innovatiediensten quasi gratis aanbieden aan KMO’s. Een indrukwekkend aantal!
Groot aanbod én toch eenduidigheid De KMO moet zijn weg zoeken tussen een groot aantal verschillende initiatieven. Het IWT onderneemt verschillende stappen om het aanbod te stroomlijnen en het netwerk transparant te maken voor de KMO’s. Adviseurs moeten samenwerken en doorverwijzen in het belang van de KMO; concreet wil dit zeggen dat iedere KMO hetzelfde dienstenaanbod moet aangeboden krijgen, ongeacht welke adviseur hij contacteert. Om dit te bereiken, organiseert het IWT kennismakingssessies in variabele geometrie. Om goed te kunnen samenwerken, moet je immers ook over wederzijdse kennis beschikken. Daarnaast ondersteunt het IWT concrete samenwerkingsprojecten tussen de innovatie-intermediairen. Concrete voorbeelden zijn het virtueel loket voor oppervlaktekarakterisatie, de ontwikkeling van een innovatieaudit, een proces-audit met het oog op IT-optimalisering,... Al deze informatie wordt tenslotte gebundeld in het innovatienetwerk. Een maandelijkse e-nieuwsbrief staat nu ter beschikking van het volledige netwerk van innovatie-intermediairen.
Het IWT en het VIN, samen sterk De dienstverlening van het IWT focust op volgende processen: • informatieverspreiding en oriëntatie (met inbegrip van de voorbespreking); • ondersteuning van technologietransfer via het IRCnetwerk; • hulp bij bescherming en valorisatie van intellectuele eigendom.
Het IWT wil deze processen samen met het innovatienetwerk ontplooien en vooral een ondersteunende rol spelen. De front-office verschuift dus naar het VIN; het IWT ondersteunt het VIN met gespecialiseerde dienstverlening. Ook in de NCP-werking van Europese programma’s werkt het IWT zoveel mogelijk samen met intermediairen.
De nieuwe uitdagingen van de globalisering In 2004 was het IWT opnieuw erg succesvol in het verwerven van internationale projecten. Twee ervan verdienen bijzondere aandacht, omdat het IWT zelf het initiatief nam: • COMPERA, een ERA-Net project: heeft als doel om programma’s rond excellentiepolen, die doorheen Europa werden ontwikkeld door organisaties vergelijkbaar met het IWT, met elkaar in contact te brengen en op elkaar af te stemmen. De ambitie ligt in het ontwikkelen van een aantal gemeenschappelijke initiatieven: het stimuleren van de uitwisseling van onderzoekers, het oprichten van gemeenschappelijke wetenschappelijke raden, het uittekenen van gemeenschappelijke roadmaps,... • IMPACTSCAN: centraal thema hier is het model van innovatie-intermediatie. In Vlaanderen heeft men geopteerd voor een gecentraliseerd model met lichte coördinatie. In andere Europese regio’s zijn andere structuren actief. Bedoeling is de effectiviteit en de impact van de verschillende modellen met elkaar te vergelijken en hieruit de nodige beleidsconclusies voor de aansturing van het VIN te trekken.
Het succes van het TETRA-Fonds In 2004 werd de eerste oproep voor het TETRA-Fonds georganiseerd. Ondanks het feit dat we de bedrijven nu om een bijdrage in de kosten van 7,5 % vragen, is de instroom van aanvragen niet gedaald. De universiteiten hebben de hogescholen ook niet verdrongen, zoals soms werd gevreesd. De verschillende kennisactoren werken alsmaar meer samen in de verschillende TETRA-projecten, wat als positief wordt ervaren. De betrokkenheid van de bedrijven, en dan vooral van de KMO’s, stijgt. Dit zal de kennistransfer zeker ten goede komen.
> HET IWT HEEFT 1140 JAREN NUTTIGE ERVARING IN HUIS! Het heeft veel voorbereiding gevraagd, maar het is er uiteindelijk toch gekomen: het nieuwe personeelsstatuut van het IWT. Een goede gelegenheid voor de Innovatiekrant om te polsen naar een reactie bij Michel Vandermeulen, Directeur Personeel en Juridische zaken.
>>
7
> HET IWT HEEFT 1140 JAREN NUTTIGE ERVARING IN HUIS! Wat betekent dit nieuw statuut concreet? De meeste IWT-personeelsleden krijgen hierdoor een ambtenarenstatuut. Toch is het opmerkelijk dat het IWT met zijn personeelsbestand een buitenbeentje blijft binnen de administratie. Het IWT, een buitenbeentje? Absoluut. Op twee vlakken: onze personeelsleden hebben een hogere opleiding én een erg gedifferentieerde ervaring. Bekijken we ter illustratie de 60 adviseurs en directieleden, die samen de helft van het personeelsbestand vormen. 36 personeelsleden zijn ingenieur (waarvan 1/3 met een doctoraat), 14 zijn licentiaat in de wetenschappen (12 met een doctoraat er bovenop) en 10 hebben een ander licentiaatsdiploma zoals rechten of economie. Van de ingenieurs en licentiaten in de wetenschappen heeft de helft een bijkomende opleiding in economie of management op universitair niveau. Cijfers die voor zich spreken! En de ervaring? Ook dat kan tellen. Binnen dezelfde groep is de gemiddelde termijn van tewerkstelling in het IWT 7 jaar. De gemiddelde ervaring buiten het IWT is in totaal 12 jaar. Samen goed voor een gemiddelde van 19 jaar ervaring dus! Qua aard is de verdeling als volgt:
Aankondiging: nieuwe website De website van het IWT is grondig herbekeken en heeft nu een eerste facelift ondergaan. Bedoeling is om de site zo volledig en gebruiksvriendelijk mogelijk te maken voor onze bezoekers. Wordt vervolgd! Spring eens binnen: www.iwt.be
AGENDA ‘Knowledge for Growth’, annual flemish biotech convention op 3 juni 2005 in Flanders Expo te Gent Meer info: www.flandersbio.be ‘175 bedrijven in de kijker voor 175 jaar België en 25 jaar federalisme’, van 22 tot 26 juni 2005 op de Heizel (Paleis 5) te Brussel Meer info: www.bel175.be ‘Financiering op maat van innovatieve start-ups’, op 29 juni 2005 op het IWT (op uitnodiging) ‘From regional innovation to international competitiveness’ - 9th Annual Meeting IRC-Network, Public days, op 29 juni 2005 in het Sheraton Hotel te Brussel Meer info: www.brussels-irc.be 'Technology Partnering Meetings' op Flanders Textile Valley, op 29 en 30 september 2005 in Kortrijk Xpo
Ervaring van IWT-adviseurs buiten het IWT bedrijven onderzoekscentra op universitair niveau overheid en non profit
2,5 jaar
> IWT-NIEUWS
Meer info: www.iwt.be/ircevents ‘Innovatieforum’ een co-organisatie van het IWT en de zes provinciale RIS'n (sub-Regionale InnovatieStimulering) op 18 oktober 2005 in het ICC te Gent Octrooitrainingen ‘Data-mining van gratis consulteerbare octrooidatabanken’ voor onderzoekers en innoverende ondernemers, in de kantoren van het IWT telkens van 13u00 tot 18u00 op 27 oktober, 24 november en 22 december 2005
4 jaar 5,5 jaar
Kortom: de kennis, ervaring en knowhow die in het IWT aanwezig is, is moeilijk in cijfers uit te drukken. En zonder enige twijfel van onschatbare waarde!
Meer info: Kristel Allewijn (Tel: 02/209 09 01 - E-mail:
[email protected]) ‘Stap de wereld van de interactieve digitale televisie binnen’ Ga kijken op: www.vlaandereninteractief.be
>>
REDACTIE IWT-VLAANDEREN
T. +32 (0)2 209 09 00
E.
[email protected]
VORMGEVING EN OPMAAK
TEKSTEN
BISCHOFFSHEIMLAAN 25, B-1000 BRUSSEL
F. +32 (0)2 223 11 81
WEB www.iwt.be
N’LIL, BRUSSEL
LUNA