De Innovatiekrant >> 03 > EDITORIAAL
MAART 2003
Onderzoek in Europees verband Europa heeft zich als ambitie gesteld om de meest competitieve, kennisgedreven regio ter wereld te worden tegen 2010. Om deze ambitie waar te maken, moeten we meer en beter samenwerken, onder andere op gebied van onderzoek en ontwikkeling. Dit is wat de Europese Unie beoogt met het Zesde Kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling. Met een budget van 17,5 miljard euro zal de Unie over de volgende vier jaar steun geven aan bedrijven, universiteiten en onderzoekscentra om een kritische massa aan middelen en mensen samen te brengen rond ambitieuze wetenschappelijke en technologische doelstellingen. De Europese Commissie ambieert om zoveel mogelijk kleine en middelgrote bedrijven aan de Europese programma’s te laten deelnemen. De Commissie heeft er zich toe verbonden om 15% van de middelen voor thematisch onderzoek aan te wenden voor KMO’s. Naast deelname in projecten en netwerken zijn nog er veel andere opportuniteiten voor kleinere en grotere bedrijven. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld een beurs aanvragen om een onderzoeker uit een ander land aan te trekken voor een bepaalde periode. KMO’s kunnen financiering krijgen om samen met KMO’s uit andere landen onderzoek uit te besteden aan gespecialiseerde onderzoeksorganisaties. En tenslotte kunnen bedrijven ook steun krijgen voor collectief onderzoek op sectorieel niveau via hun beroepsfederaties. De Europese Unie biedt het kader en de middelen aan, maar vanzelfsprekend is het daarna aan de bedrijven en de onderzoekers om de kansen te benutten. Steun en begeleiding vanuit de lidstaten en de regio’s is hierbij van groot belang. Ik ben dan ook blij dat de Vlaamse Gemeenschap maatregelen heeft getroffen om haar onderzoekers te helpen zich waar te maken op Europees niveau, onder andere via het Vlaams Contactpunt voor het Europees Kaderprogramma.
Philippe Busquin Europees Commissaris voor Onderzoek
>>
> IN DIT NUMMER
1 > EDITORIAAL
2 > IN DIT NUMMER
HET VLAAMS CONTACTPUNT VOOR HET EUROPEES KADERPROGRAMMA
>> 04
Het Vlaams Contactpunt kan zich met recht en reden de ‘Vlaamse snelweg naar Europa voor onderzoek en technologische innovatie’ noemen. Zij assisteren Vlaamse partners bij het voorbereiden en indienen van Europese projectvoorstellen voor het Zesde Kaderprogramma.
3 > CASESTUDY Afvalslak van roestvrij staal brengt waardevolle secundaire grondstoffen voort
4 > ACTUEEL Het Vlaams Contactpunt voor het Europees Kaderprogramma IWT durft kapitaal investe-
IWT DURFT KAPITAAL INVESTEREN IN BEDRIJVEN
>> 05
IWT-Vlaanderen kan en durft aanzienlijk meer risico’s nemen dan banken of durfkapitalisten uit de klassieke financiële sector. Een mooi bewijs hiervan wordt geleverd door de nieuwe vorm van lening die het IWT tegenwoordig biedt aan elke KMO die een innovatiedossier indient: de achtergestelde lening.
ren in bedrijven, ook in huidig economisch klimaat
6 > IWT-NIEUWS IWT haalt 500ste KMOproject binnen! Nieuwkomers SB-aanvragen bij het IWT: stijgende trend in alle disciplines LMS International wint één
TWEEDE OPROEP TIS EN TD TREKT RUIM 40% NIEUWE INDIENERS De tweede oproep Thematische InnovatieStimulering (TIS) en Technologische Dienstverlening (TD), die deel uitmaakt van VIS, is afgesloten. Met succes!
van de 20 nominaties van de prestigieuze ‘IST Prize’ In 2003 steunde het IWT tot nu toe
7 > IN DE KIJKER
>> 07
Tweede oproep Technologische InnovatieStimulering (TIS) en Technologische Dienstverlening (TD) trekt ruim IRC-VLAANDEREN ORGANISEERT ‘TECHNOLOGY PARTNERING MEETINGS’ OP EUROFINISH
>> 08
IRC-Vlaanderen organiseert op 9 oktober 2003 ‘Technology Partnering Meetings’ op EUROFINISH. Bent u op zoek naar partners om uw technologie of onderzoeksresultaat Europees te verspreiden? Zoekt u een passende technologische oplossing? Zorg dan dat u erbij bent!
40% nieuwe indieners
8 > INNOVATIE-AGENDA IRC-Vlaanderen organiseert op 9 oktober 2003 ‘Technology Partnering Meetings’ op EUROFINISH Agenda
2
> CASE STUDY Afvalslak van roestvrij staal brengt waardevolle secundaire grondstoffen voort Europese samenwerking in CRAFT-project zorgt voor doorbraak Roestvrij staal is een erg veelzijdige materie, maar de productie ervan leidt tot grote hoeveelheden afval, dat gedumpt wordt -wat erg belastend is voor het milieu. KMO’s en onderzoeksinstellingen uit België, Nederland en Oostenrijk bundelden hun krachten in een CRAFT-project om een nieuw recyclageproces te ontwikkelen. Met goed gevolg: de partners ontwikkelden een nieuwe technologie om de metalen te scheiden en vervolgens de granulaten opnieuw te gebruiken. Roestvrij staal is het enige metaal dat voor zoveel verschillende toepassingen kan gebruikt worden, van theelepeltjes tot ruimtesondes. Er bestaan verschillende soorten roestvrij staal, maar ze hebben één gemeenschappelijk kenmerk: de productie ervan leidt tot grote hoeveelheden afvalslakken. Vroeger werden deze simpelweg gedumpt, wat bijzonder milieuonvriendelijk is. Het afval bevat bovendien relatief hoge concentraties waardevolle nikkel en chroom, die men beter zou scheiden en hergebruiken. Deze argumenten bracht de Belgische firma Trading and Recycling Company in 1996 op het idee om te onderzoeken of er een manier bestond om de metalen te recycleren.
De koppen bij elkaar… Het WTCB en Trading and Recycling Company gingen op zoek naar geschikte partners. Het werd een consortium van tien partners uit drie landen. Onder de deelnemers bevonden zich twee KMO’s gespecialiseerd in de productie van breek- en scheidingsinstallaties en drie KMO’s die de gerecycleerde roestvrij slakken wilden gebruiken in bouwproducten. Ook een grote producent van roestvrij staal en vier OTO-onderzoekers kwamen aan boord. Het project werd zodanig opgevat dat iedere KMO zich vanuit zijn specialisatie toespitste op een deeltje van het proces. De producent en de recyclagebedrijven gingen aan de slag om de onderhoudskosten te verlagen en om de scheiding van metalen van het afval te optimaliseren. Anderen testten de eigenschappen van de resulterende afvalslakken in hun producten. OTO-onderzoekers werkten samen aan het procédé van metaalscheiding en onderzochten de leefbaarheid van het proces en toepassing in de industrie. … en ja, het werkt!
Een hele uitdaging Het werd al gauw duidelijk dat er heel wat obstakels uit de weg geruimd moesten worden. Het eerste probleem dat zich stelde is de verschillende vormen waarin roestvrij staal voorkomt. Het gaat van piepkleine metaalsplinters tot grote blokken metaal. Dit maakt de eerste stap van het recyclageproces al erg moeilijk. Om te beginnen moet je de afvalslakken vermalen tot een homogene zandachtige massa. De verschillende groottes doen de machines echter blokkeren met hoge onderhoudskosten als gevolg. Een tweede moeilijkheid is de scheiding zelf. Hoe kun je metalen en metaalverbindingen precies scheiden? Is het mogelijk om dit zo efficiënt te doen dat het gerecycleerde metaal zuiver genoeg is voor een rechtstreekse input als schroot? Kun je ervoor zorgen dat de gerecycleerde granulaten afkomstig van de slakken niet te veel zware metalen bevatten? Dat ze geen aanleiding geven tot uitloging, zelfs niet op lange termijn? Met al deze obstakels in het achterhoofd klopte Trading & Recycling Company aan bij het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB). Johan Van Dessel van het WTCB raadde Trading & Recycling Company aan om een CRAFT-project in te dienen, samen met de Nederlandse producent van scheidings- en magneetapparatuur Bakker Magnetics.
Deze manier van werken en samenwerken wierp vruchten af. Een nieuwe techniek voor de mechanische scheiding van metalen staat op punt. De kosten voor het onderhoud van de breekinstallatie zijn gevoelig teruggedrongen. En vooral: de partners zijn erin geslaagd om afval te produceren dat hergebruikt kan worden bij de aanleg van wegen. Deze succesvolle resultaten betekenden het einde van het CRAFT-project, maar in geen geval van de samenwerking tussen de partners. Een nieuwe recyclage-installatie, gebaseerd op de doorbraaktechnologie van dit onderzoek, is in het najaar van 2002 opgestart. Er zijn plannen in de maak om de projectresultaten te commercialiseren, wat nieuwe business betekent voor alle betrokkenen. Wij wensen hen veel succes.
3
> De Belgische partners van het CRAFT-project Indieners:
• Trading and Recycling Company (nu TRC-Recmix) • Isola (www.isola.be) • ALZ (www.alz.be)
OTO-onderzoekers:
• WTCB - Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (www.wtcb.be) • OCW - OpzoekingsCentrum voor de Wegenbouw (www.ocw.be) • VITO - Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (www.vito.be) Informatie: Johan Van Dessel, WTCB, Brussel +32 2 655 77 11,
[email protected]
> ACTUEEL Het Vlaams Contactpunt voor het Europees Kaderprogramma Een internationale carrière voor Vlaamse knowhow Eind vorig jaar lanceerde de Europese Commissie het Zesde Kaderprogramma, kortweg 6KP. Met dit programma biedt de Commissie een aantal mogelijkheden om internationale wetenschappelijke en technologische samenwerking te bevorderen. Om de deelname van Vlaamse bedrijven aan het Europese Zesde Kaderprogramma te stimuleren en te ondersteunen, werd het Vlaams Contactpunt opgericht. Het gaat om een samenwerking tussen de Administratie Wetenschap en Innovatie (AWI) van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en IWT-Vlaanderen. Alain Deleener, coördinator Europese programma's bij het IWT, geeft tekst en uitleg bij dit initiatief. Innovatiekrant: ‘Waarin verschilt het Zesde Kaderprogramma van de vorige?’
4
Alain Deleener: ‘Het is een stuk complexer en grootschaliger dan de vorige programma’s. De nadruk ligt op integratie, netwerking van excellentiecentra en een beperkt aantal thematische prioriteiten. Het gaat hier om samenwerkingsverbanden tussen 15 tot 20 partners, grote budgetten, … Anders gezegd, er komt heel wat kijken bij het voorbereiden en indienen van Europese projectvoorstellen. Daarom laat de Commissie zich begeleiden door de zogeheten ‘National Contact Points’. Deze door de Commissie erkende contactpunten fungeren als eerste informatiekanaal voor potentiële indieners en moeten de zichtbaarheid van een land of regio in het Zesde Kaderprogramma versterken. Om die reden beslisten IWT en AWI, die beiden al op dit vlak actief waren, om hun krachten te bundelen en samen het Vlaams Contactpunt op te richten. Onze voornaamste bedoeling: de deelname aan het Zesde Kaderprogramma te vergemakkelijken. We informeren en helpen Vlaamse partners kosteloos en deskundig bij het uitwerken van een projectidee, tot een concreet projectvoorstel.’
Innovatiekrant: ‘Wat houdt deze samenwerking tussen het IWT en AWI precies in?’ Alain Deleener: ‘Waar we vroeger meer op ‘vrijblijvende’ basis samenwerkten, is er nu een gecoördineerde aanpak. We steken dagelijks de koppen bij elkaar om zo potentiële indieners doelgericht en individueel te kunnen helpen en informeren. We proberen trouwens zo gepersonaliseerd en pro-actief mogelijk te werken, zodat de juiste informatie bij de juiste persoon belandt. Een mooi voorbeeld hiervan is de gezamenlijke website www.vlaanderen.be/6KP, die kadert binnen het e-gov initiatief van de Vlaamse regering. Indien u zich als bedrijf en potentiële indiener van een project registreert, krijgt u specifieke informatie over de topics die bij uw interesse passen. Binnenkort krijgt u bovendien een gepersonaliseerde toegang tot de website.’ Innovatiekrant: ‘Wat is de reactie van de geïnteresseerden?’ Alain Deleener: ‘Men reageert bijzonder positief, vooral omdat we alles op alles zetten om het de potentiële indieners een stuk makkelijker te maken. Zo helpt het Vlaams Contactpunt indieners bij het ‘vertalen’ van het jargon van de Europese Commissie naar ‘gewone’ taal. We beantwoorden mogelijke vragen rond de projecten: thematische oriëntering, contracten, administratieve en financiële modaliteiten, zoeken van bijkomende partners, … We hebben ook de eigen processen versoepeld om te kunnen focussen op vergaring van vroegtijdige informatie en individuele begeleiding. Al deze zaken worden erg geapprecieerd.’ Innovatiekrant: ‘Is de gemiddelde Vlaamse KMO niet te klein voor dergelijke grootschalige, Europese projecten?’ Alain Deleener: ‘Zeker niet. U mag niet vergeten dat onderzoek en ontwikkeling risico’s inhouden, zowel op financieel als op wetenschappelijk-technologisch vlak. Dat maakt het Zesde Kaderprogramma nu net zo interessant: partners kunnen rond een bepaald wetenschappelijk-technologisch probleem samenwerken en
zo de risico’s delen. Daarnaast participeert ook de overheid –met name de Europese Commissie- in de risico’s door het toekennen van subsidies. In totaal stelt de EC de komende vier jaar 17,5 miljard euro ter beschikking van het Zesde Kaderprogramma. Hiervan is circa 2,2 miljard euro specifiek bestemd voor KMO’s. Er zijn bovendien nog bepaalde flexibele projectvormen die specifiek gericht zijn naar de KMO's, de zogenaamde CRAFT-projecten. Tenslotte opent deelname aan internationale projecten perspectieven op verdere internationalisering met nieuwe markten en klanten.’
Innovatiekrant: ‘Conclusie van dit verhaal?’ Alain Deleener: ‘Het Vlaams Contactpunt is een heuse Vlaamse snelweg naar Europa voor onderzoek en technologische innovatie. De huidige oproepen worden eind maart/midden april afgesloten, maar er komt een tweede oproep tegen het einde van het jaar. Wie zich aangesproken voelt, doet er dus goed aan om te beginnen aan de voorbereiding van zijn project. Met onze hulp natuurlijk!’
HET ZESDE KADERPROGRAMMA IN HET KORT • 6KP is een meerjarenprogramma met een drieledige doelstelling: - ondersteunen van het Europese beleid voor onderzoek en ontwikkeling; - versterken van de wetenschappelijke en technologische basis van de Europese industrie; - bevorderen van de internationale concurrentiepositie van de Europese industrie. • In totaal stelt de EC de komende vier jaar 17,5 miljard euro ter beschikking voor 6KP. Die worden verdeeld over een aantal thematische prioriteiten en horizontale maatregelen: KMO’s, mobiliteit van onderzoekers, … • Om transnationale samenwerking te bevorderen is het Kaderprogramma gericht op consortia, waarbij een aantal partners rond een welbepaald technologisch vraagstuk samenwerken. • Het Kaderprogramma is dus niet alleen een belangrijke bron van subsidies, maar kan ook de basis vormen voor de ontwikkeling van joint ventures, partnerships en internationale netwerken. WAT U MOET WETEN OVER HET VLAAMS CONTACTPUNT • biedt een helpende hand aan bedrijven en onderzoeksgroepen die willen deelnemen aan 6KP • is een door de EC erkend National Contact Point of NCP • treedt op als uniek contactpunt voor buitenlandse NCP’s en kandidaat-deelnemers die in Vlaanderen op zoek zijn naar bijkomende O&O-partners • verstrekt vroegtijdige en relevante informatie over het Europese O&O-gebeuren aan Vlaamse potentiële deelnemers • beschikt over een website www.vlaanderen.be/6KP die up-to-date en gerichte informatie biedt, en over een gepersonaliseerde e-mailservice
IWT durft kapitaal investeren in bedrijven, ook in huidig economisch klimaat Directievoorzitter Paul Zeeuwts: ‘Het IWT positioneert zichzelf als risicofinancier’ Elke KMO die bij het IWT een innovatiedossier indient, kan tegenwoordig ook een achtergestelde lening verkrijgen, bovenop de aangevraagde subsidies. Belangrijk is dat IWT-Vlaanderen bij de behandeling van deze dossiers niet alleen in financiële termen denkt of moet denken. Ook het maatschappelijk rendement (werkgelegenheid bijvoorbeeld) is een belangrijk criterium. Concreet komt het erop neer dat het IWT aanzienlijk meer risico’s kan en durft nemen dan banken of durfkapitalisten uit de klassieke financiële sector. Het principe van de achtergestelde lening
Wat bedoelt men precies met ‘achtergestelde lening’? Het woord maakt veel duidelijk: een achtergestelde lening komt ‘op de laatste plaats’. Anders gezegd: als een bedrijf failliet gaat, moet deze lening pas worden terugbetaald als alle andere schulden en gewone leningen vereffend zijn. De financiële wereld beschouwt deze vorm van lening dan ook als quasi eigen vermo-
gen. En daar zijn heel wat voordelen aan verbonden. Met een achtergestelde lening op zak raken bedrijven makkelijker aan extra vreemd vermogen aan een lagere intrestvoet, of aan privé-kapitaal. Bedrijven kunnen de financiële steun van het IWT ook gebruiken als extra overtuigingsmiddel naar kapitaalverstrekkers, die op de expertise en de beoordeling van het IWT verder bouwen om zelf te investeren. En extra kapitaal, dat wil zoveel zeggen als ‘extra ruimte voor innovatie door wetenschap en technologie.’ Met deze vorm van lening krijgen starters en KMO’s dus een efficiënt duwtje in de rug van het IWT. Het IWT als durfkapitalist?
Met de achtergestelde leningen neemt het IWT nog actiever de rol op van risicofinancier in Vlaanderen, omdat zij ook in het huidige economische klimaat kapitaal durft investeren in bedrijven. IWT-Vlaanderen komt hiermee echter niet in het vaarwater van banken, privé- of overheidskapitaalverstrekkers. Het IWT behandelt namelijk de kleinere dossiers: het maximumbedrag per project in de vorm van een achtergestelde lening bedraagt 800 000 euro. De achtergestelde lening kan samen met de subsidie maximum 80%
5
van de totale kost van het innovatieproject bedragen. Ze wordt toegekend voor de looptijd van het project plus drie jaar. 162 miljoen euro rechtstreekse steun aan Vlaamse bedrijven in 2002
In dit kader is het interessant om de vergelijking met de ‘traditionele’ risicokapitaalverschaffers verder door te trekken. De cijfers spreken boekdelen. In 2001 investeerden zij gezamenlijk voor (slechts) 146,50 mil-
> IWT-NIEUWS IWT haalt 500ste KMO-project binnen! Het KMO-Programma zit in de lift. Onze eerste Innovatiekrant van oktober 2002 ging hier uitgebreid op in, zoals u zich misschien nog herinnert. Na een tussentijdse evaluatie versoepelde het IWT in juli 2002 de procedures en werd er een groter budget uitgetrokken. Deze maatregelen werpen nu hun vruchten af: KMO-project nummer 500 werd onlangs opgestart. Het wordt dus alsmaar duidelijker dat KMO’s met innovatieplannen de weg naar het IWT weten te vinden. Op naar de volgende 500!
Nieuwkomers In dienst sinds 1 december 2002:
Migo Mohamed: Programmeur Loosvelt Micheline: Documentalist Michiels Johan: Wetenschappelijk Adviseur, Basistechnologieën
SB-aanvragen bij het IWT: stijgende trend in alle disciplines In 2002 dienden aanzienlijk meer kandidaten een beursaanvraag in: een stijging van 35,4% ten opzichte van 2001. Deze stijgende trend is in alle disciplines merkbaar, maar is procentueel het meest uitgesproken bij informatici, biomedici, burgerlijk en bio-ingenieurs. De toevloed van aanvragen verlaagt het slaagpercentage aanzienlijk, van 42.4% in 2001 naar 28.8% in 2002. Het globale kwaliteitsniveau lag in 2002 opvallend lager dan in de voorbije 6 jaar. Er dienden zich veel meer minder goede kandidaten aan dan middelmatige goede tot zeer goede. Door budgettaire beperkingen kon anderzijds niet vermeden worden dat een groot aantal vrij goede tot goede kandidaten met lege handen huiswaarts gestuurd werden. Het IWT zal daarom onderzoeken hoe het toekomstige beursaanvragers terug een reële slaagkans kan garanderen.
LMS International wint één van de 20 nominaties van de prestigieuze ‘IST Prize’
6
LEUVENS BEDRIJF UIT HET ‘KLEINE’ VLAANDEREN GESELECTEERD UIT 450 INZENDINGEN De jaarlijkse IST-prijs wordt binnen Europa beschouwd als de meest markante IT-prijs. Organisator is Euro-CASE, kort voor ‘The European Council of Applied Sciences, Technologies and Engineering’, met de sponsoring en de steun van
joen euro in technologiebedrijven. In datzelfde jaar verleende het IWT zo’n 162 miljoen euro rechtstreekse steun! Het wordt dus alsmaar duidelijker dat erg veel bedrijven in Vlaanderen investeren en groeien met het kapitaal van het IWT. De nieuwe onderzoeksmandaten: ook een vorm van ‘zaaigeld’ voor spinoffs
Ook het stelsel van post-doctorale onderzoeksmandaten,dat sinds 1 maart 2003 grondig is verruimd, focust op de valorisatie van economisch potentieel. Onderzoekers met een doctoraat of ingenieurs met 4 jaar onderzoekservaring kunnen een onderzoeksmandaat bekomen van het IWT. Dit verruimde mandaat fungeert als een vorm van ‘zaaigeld’, waarmee ze een nieuw spinoff bedrijf kunnen voorbereiden. Aanvragers kunnen ook, na een periode van professionele ervaring, financieel gesteund worden in het kader van een 'sabbatical’ binnen hun onderzoeksinstelling. Met dit nieuw stelsel bevestigt het IWT andermaal haar rol als risicofinancier.
Meer weten? Surf naar www.iwt.be, financiële steun, achtergestelde leningen of onderzoeksmandaten. U kan de handleidingen downloaden!
het IST-Programma van de Europese Commissie. Iedere organisatie die een innovatief IT-product voorstelt met een veelbelovend marktpotentieel, kan zijn kans wagen. De firma LMS International uit Leuven nam deel aan de selectie met een project op basis van LMS Virtual Lab – een innoverende software voor virtuele simulaties rond geluid, trillingen, duurzaamheid, dynamica en schokveiligheid. De steun van het IWT lag mee aan de basis van deze software. Het is dan ook met de nodige trots dat we u melden dat het project van LMS International, samen met 19 andere, geselecteerd werd uit 450 inzendingen van over heel Europa. Wil u meer weten over LMS? http://www.lmsint.org Zin om dit jaar deel te nemen? http://www.euro-case.org Verslag van de vorige editie? http://2002.istevent.cec.eu.int
In 2003 steunde het IWT tot nu toe • 56 O&O-projecten van bedrijven voor een totaalbedrag van 18 miljoen euro • 29 projecten van onderzoeksinstellingen en innovatieactoren voor een totaalbedrag van 12 miljoen euro O&O-projecten
Aantal
Effectieve steun (k €)
O&O-Algemeen
22
16.727
KMO-Programma
34
1.391
Totaal
56
18.118
Aantal
Effectieve steun (k €)
Instellingen Innovatieactoren OZM
3
291
VIS
26
11.979
Totaal
29
12.270
> IN DE KIJKER Tweede oproep Technologische InnovatieStimulering (TIS) en Technologische Dienstverlening (TD) trekt ruim 40% nieuwe indieners Op 24 mei 2002 keurde de Vlaamse regering het financieringsinstrument voor steun aan Vlaamse InnovatieSamenwerkingsverbanden of VIS definitief goed. Deze nieuwe regeling stimuleert en ondersteunt de oprichting en operationalisering van samenwerkingsverbanden: dit zijn netwerken van bedrijven en kenniscentra die hun krachten bundelen om gepast te kunnen inspelen op technologische opportuniteiten. Ondertussen is de tweede oproep Thematische InnovatieStimulering (TIS) en Technologische Dienstverlening (TD), die deel uitmaken van VIS (zie kader), afgesloten. Programmacoördinator Eric Sleeckx geeft ons zijn conclusies. Innovatiekrant: ‘Kreeg u veel aanvragen binnen voor de tweede TIS/TD-oproep?’ Eric Sleeckx: ‘Zeker weten. We ontvingen 33 projectaanvragen van 21 verschillende organisaties voor thematische innovatiestimulering; voor technologische dienstverlening dienden 16 verschillende organisaties 31 aanvragen in. Na de selectie werden er voor beide onderdelen telkens 26 projecten weerhouden. Ook de cijfers spreken voor zich: het IWT kende bijna 25 miljoen euro steun toe aan deze projecten voor een periode van 4 jaar.’ Innovatiekrant: ‘Een belangrijk bedrag. Wat was er volgens u opmerkelijk aan deze tweede oproep?’ Eric Sleeckx: ‘De resultaten van de tweede oproep verschillen sterk van de vorige, en wel omdat ruim 40% van de deelnemende organisaties voor het eerst in dit kader een project indiende. Velen hiervan komen uit traditioneel minder innovatiegerichte sectoren. Dit is voor ons een erg positief signaal: het bewijst dat ons programma duidelijk inspeelt op de concrete noden van bedrijven en organisaties, en ook dat de instapdrempel erg laag ligt.’ Innovatiekrant: ‘Een groot succes. Wil dat ook zeggen dat het IWT een extra inspanning moet leveren om alles in goede banen te leiden?’ Eric Sleeckx: ‘Ja, De nadruk zal nog meer komen te liggen op de uitbouw van een kwalitatief hoogstaand en hecht samenwerkingsnetwerk van innovatie-actoren. Dit zal gebeuren via stroomlijning en transparantie in de acties van alle innovatie-actoren. Het netwerk bestaat momenteel al uit 56 adviseurs
DE STEUN AAN VLAAMSE INNOVATIESAMENWERKINGSVERBANDEN OF VIS KRACHTLIJNEN •
Op 24 mei 2002 keurde de Vlaamse Regering het financieringsinstrument voor steun aan Vlaamse InnovatieSamenwerkingsverbanden of VIS definitief goed.
•
Er zijn 4 projecttypes mogelijk: - Collectief onderzoek Onderzoeksprojecten met als doel het verwerven van nieuwe technologische kennis voor een groep van bedrijven. Financiering: 50% - Technologische dienstverlening Personen die vanuit hun specifieke technologische expertise bedrijven verdere technologische ondersteuning geven bij het uitvoeren van hun innovatie-inspanningen. Financiering: 80% - Sub-regionale innovatiestimulering Personen die alle bedrijven in een bepaald gebied een eerstelijnszorg rond innovatie aanbieden en hen begeleiden naar de passende kenniscentra. Financiering: 80% - Thematische innovatiestimulering Personen die een groep bedrijven, verbonden door een gemeenschappelijke thematiek, ondersteuning bieden bij het opzetten en uitvoeren van technologische innovatie (cluster animatoren). Financiering: 80%
thematische innovatiestimulering, 60 adviseurs technologische dienstverlening, 27 adviseurs sub-regionale innovatiestimulering en een aantal experten in de interfacediensten, die vanuit verschillende invalshoeken voltijds in de weer zijn om de Vlaamse bedrijven te ondersteunen bij hun innovatie-inspanningen.’ Innovatiekrant: ‘Hoe ziet de toekomst eruit? Wil u dat aantal nog opdrijven?’ Eric Sleeckx: ‘Medio 2003 komt er een nieuwe oproep voor beide projecttypes. Hierbij zal bijzondere aandacht gaan naar de werving van nieuwe aanvragers. Een aantal sectoren en thema's (bvb. biotechnologie) komen nauwelijks aan bod, en daar willen we graag iets aan doen. Ook inhoudelijk willen we een aantal klemtonen leggen: in de projecten van thematische innovatiestimulering komen activiteiten van technologiewacht bijvoorbeeld nog te weinig aan bod. Binnenkort lanceert het IWT hierover een gepaste informatie- en begeleidingscampagne. Wij kijken met spanning uit naar de reacties!’ Meer weten over VIS-projecten? Contacteer Eric Sleeckx op het nummer 02 20 90 953 of surf naar http://www.iwt.be/finstdef.htm
7
> INNOVATIE-AGENDA
IRC-VLAANDEREN ORGANISEERT OP 9 OKTOBER 2003 ‘TECHNOLOGY PARTNERING MEETINGS’ OP EUROFINISH Zoekt u partners om uw technologie of onderzoeksresultaat Europees te verspreiden? Of bent u juist op zoek naar een passende technologische oplossing? De EUROFINISH Technology Partnering Meetings zijn hiervoor het ideale forum. Deze meetings worden georganiseerd door IWT/IRC-Vlaanderen, in samenwerking met de 68 andere leden van het IRC-netwerk, het grootste technologietransfernetwerk ter wereld. Europese bedrijven en onderzoekscentra die innovaties in de coating- of oppervlaktebehandelingssector zoeken of aanbieden, worden hier op basis van vooraf vastgelegde afspraken, als potentiële zakenpartners bij elkaar gebracht voor een eerste gesprek. U kan deelnemen door vooraf een samenwerkingsprofiel in te dienen, om zo uw eigen technologievraag of -aanbod te promoten. Alle profielen verschijnen in een catalogus, die beschikbaar is op de website van IRC-Vlaanderen. Via het IRC-netwerk bereikt u organisaties over heel Europa. U kan rekenen op absolute discretie, want de profielen verschijnen anoniem in de catalogus. Op basis van de reacties op de catalogus worden individuele afspraken vastgelegd, die elk ongeveer 30 min duren. De afspraken gaan door op 9 oktober, op een speciaal forum op Eurofinish. Vanaf nu tot 30 juni kan u uw technologieprofiel indienen. Hoe vlugger u inschrijft hoe meer u in de kijker komt.
AGENDA Dag van de Technologie: Vlaanderen, 30 maart 2003
Kennismaking industrie/afgestudeerden Biomedische Wetenschappen KULeuven: 15 mei 2003, Faculteit Geneeskunde, KULeuven
Technology Partnering Meetings op Eurofinish 2003: 9 oktober 2003 in Flanders Expo te Gent
IRC-Vlaanderen-events: zie irc-website: www.iwt.be/irc (klik agenda)
U vindt alle informatie over deze meetings op onze website www.iwt.be/ircevents.
>>
REDACTIE IWT-VLAANDEREN
T. +32 (0)2 209 09 00
E.
[email protected]
VORMGEVING EN OPMAAK
TEKSTEN
BISCHOFFSHEIMLAAN 25, B-1000 BRUSSEL
F. +32 (0)2 223 11 81
WEB www.iwt.be
N’LIL, BRUSSEL
LUNA