Hofstede De Groenepoort of Wijkeroog door Jan Morren
Inleiding
D
e hofstede De Groenepoort lag aan de Heerenwech. Dit is nu de Wijkerstraatweg in Velsen-Noord. De hofstede lag in het gebied van een andere hofstede die aan het begin van de 18e eeuw de naam Wijkeroog kreeg. Tussentijds werd de hofstede tijdelijk verenigd met de hofstede Bellevue en daarbij kreeg het geheel de naam Bellevue. De naam Wijkeroog keerde later terug. De hofstede zal deze naam ontleend hebben aan het feit dat men uitzicht had op Beverwijk dat van ouds de Wijk werd genoemd. In de eerste helft van de 19e eeuw had de hofstede een fraaie tuinaanleg, ontworpen door één van de bekendste tuinarchitecten in Nederland. In de tweede helft van de 19e eeuw leefde de naam van de hofstede voort in de naam van de woonwijk Wijkeroog, waar nu de bedrijvigheid heerst van de Nederlandse Aardolie Maatschappij. Voor de aanvang van de geschiedenis van de hofstede gaan we terug naar de eerste helft van de 17e eeuw:
Hofstede De Groenepoort De hofstede De Groenepoort ligt in het gebied waar later de hofstede Wijkeroog is te vinden. De Groene Poort wordt voor het eerst vermeld in 1672. In dit jaar verkoopt Cornelis Poulesse op 8 april een stuk geestland genaamd de Bleijcroft aan Frederick de Vries die secretaris en burgemeester is van Amsterdam. Dit stuk land ligt achter de hofstede de Groene Poort. Dit is de enige keer dat de naam Groenepoort genoemd wordt. Mogelijk heeft deze hofstede zijn naam ontleend aan de Groenelaen die langs de hofstede loopt.1 Frederick de Vries heeft in deze omgeving al bezittingen. Hij kocht op 6 april 1637 een croft geest- of teelland bezuiden de Droogbeek, dat genaamd is ‘t Carlant en één morgen groot is. Het wordt in het noorden begrensd door de Droogbeek en in het oosten door de Rooswijckerwech die later de Agterweg wordt genoemd. Zowel de Droogbeek als ‘t Carlant liggen nabij de plaats waar later de hofstede Wijkeroog ligt.2 Op 16 februari 1673 wordt een stuk land genaamd de Merkis verkocht dat ligt achter de hofstede van Frederick de Vries.3 Van de Merkis is bekend dat dit ligt achter de latere hofstede Wijkeroog. Hieruit maken we op dat de hofstede van Frederick de Vries ligt in het gebied van de latere hofstede Wijkeroog. Frederick breidt zijn bezit in Velsen uit op 16 februari 1673 door de aankoop van land genaamd de Barrendewerff en het Hogecroftje. Het land wordt begrensd door het Groenelaentje en door de overige bezittingen van Frederick zelf.4 Het gebied rond de hofstede is een nat gebied. Ten zuiden van de hofstede De Groenepoort ligt de Groenelaen die ook langs de Geertsbergh loopt welke ten westen van de hofstede ligt. Op 21 maart 1642 vragen de gezamenlijke inwoners van de Kerckbuert toestemming om de ‘gemeene buerwech’ die ligt bij Geerstbergh op te mogen hogen om de weg weer goed begaanbaar te maken. De gehele winter heeft de laagliggende weg onder water gestaan en kon deze niet gebruikt worden. De Geertsbergh zal een opgestoven hoogte geweest zijn waaruit welwater naar de lager liggende weg stroomde. In 1832 wordt het gebied van de
HGMK Ledenbulletin 29, 2006
Afbeelding 1 De ligging van de hofstede en huis van Gerrit Fredricksen. J. Morren, naar de kaart van “’t Hoogh-Heemraetschap van de Uytwaterende Sluysen in Kennemerlandt ende West-Vrieslandt” door Johannus Douw en de beschrijving in transport akten uit de 17e en 18e eeuw.
5
Afbeelding 2 De ligging van de hofstede Wijkeroog weergegeven op een gedeelte van de kaart in het “Zegepralent Kennemerlant” uit 1729. Privé verzameling
Geertsbergh vermeld als duinland.5 Bij de Geertsbergh ligt het land de Barrendewerff dat bestaat uit twee stukken waar de Groenelaen tussendoor loopt. Tijdens de aanleg van het Noordzeekanaal in de 19e eeuw en de latere verbreding van het kanaal verdwijnt het gebied van de Geertsbergh. Van de familie de Vries is weinig bekend. In 1694 wordt een juffrouw Catharina de Vries genoemd, die een dochter zal zijn van Frederick. Op 3 maart 1694 koopt zij een huis met erf van Gerrit Fredricksen of Freecken en de kinderen van de familie de Jongh voor 850 gulden. Het huis ligt tussen de Rooswijckerwech en de Heerenwech en ten noorden van het huis heeft Catharina zelf bezittingen.6 Voor zover is na te gaan ligt het huis tussen de Crommehofstede en de hofstede de Groenepoort. Op de kaart uit 1683 worden op de plaats van het latere Wijkeroog de bebouwing weergegeven van de hofstede de Groenepoort en het huis van Gerrit Fredricksen. Op 1 juli 1695 koopt Chatarina een stuk hooi- of weiland, dat ligt ten noorden van het dorp Velsen aan de Heerewech. Het is ongeveer 337 roeden groot en is genaamd de Groenelaen. Het land wordt in het noorden begrensd door de bezittingen van juffrouw de Catharina Vries, in het westen door de Heerewech, en in het oosten door het Velsermeer (Wijckermeer).7 Dit stuk land ligt tussen het meer en de Heerewech en is mogelijk de strook grond waar volgens de kaart uit 1683 de Groenelaen tot aan het meer loopt. Deze laan is nu opgeheven en omgezet in weiland. Op de kaart uit 1729 wordt dit gedeelte van de laan niet meer weer gegeven.8 Rond 1700 heeft Catharina een huis met boomgaard in bezit en daarbij stukken land waaronder de Barrendewerff, de Noordercroft, het Hoog, het Karreland en het morgen van Meershoek. Hieronder zijn percelen die Frederick de Vries ook al in bezit had. Ook heeft zij het huis in bezit van de eerder genoemde Gerrit Fredricksen. Dat zij welgesteld is blijkt uit het feit dat zij de Tichttiende bezit die schuin tegenover de hofstede Beeckesteijn in Velsen liggen.9 De bezittingen van Catharina gaan in erve over naar haar enige universele erfgenamen Arnold van Aalst en zijn zuster juffrouw van Aalst. Zij worden de eigenaar van de hofstede die de naam De Groene poort heeft gehad en het voormalige huis van Gerrit Fredricksen. Arnold is in 1717 al in bezit gekomen van een perceel met daarop een tuin. Op dit perceel staat het huis van Abraham Janszoon de Groot. Dit huis staat later bekend als de boerderij Corverslaan.10 Arnold van Aalst breidt het bezit in Velsen op 5 juli 1720 uit met een stuk weiland dat hij koopt van de executeur van het testament van Maarten Meershoek, de eigenaar van de hofstede Meershoek. Het weiland ligt ten zuiden van hun bezit tussen de Heerenwech en de Kerckwech. Hij betaalt voor het weiland 750 gulden.11 Arnold en zijn zuster laten het bezit in Velsen veranderen in een zomerverblijf. Rond 1732 staan op de hofstede een herenhuis, stalling, koetshuis, tuinmanshuis en een boerderij. Mogelijk is het voormalige huis van Gerrit Fredricksen in gebruik als boerderij en is het huis op de voormalige hofstede de Groenepoort verbouwd of vervangen door een herenhuis. Op de hofstede worden een stuk bos van drie morgen groot, een siertuin in een formele aanleg, boomgaarden en een moestuin aangelegd. Het geheel geven zij de naam Wijkeroog.12 HGMK Ledenbulletin 29, 2006
6
De hofstede Wijkeroog Na het overlijden van Arnold van Aalst gaan zijn bezittingen over naar zijn zuster Anna. In een notariële akte van 22 augustus 1735, betreffende de in bewaarstelling van een obligatie, wordt gemeld dat Anna van Aalst woont in Amsterdam maar verblijft op de hofstede Wijkeroog.13 Anna overlijdt in of vóór 1738. De executeurs van haar testament verkopen het perceel met de tuin, waarop het huis staat dat later bekend is als de boerderij Corverslaan, aan de weduwe van Klaas Maartenzoon de Wolf die dan het huis in bezit heeft. De hofstede Wijkeroog wordt verkocht aan Daniël Hooft.14 Daniël is vrijheer van Vreeland. In Amsterdam bekleedt hij de functies van commissaris, schepen, raad en burgemeester. Ook bekleedt hij de functie van raad ter admiraliteit van het Noorderkwartier. Hij is in 1709 getrouwd met Sophia Maria Real die in haar huwelijk de titel vrijvrouwe van Vreeland meenam. Daniël overlijdt op 7 november 1743, hierna gaat de hofstede in erve over naar zijn zoon Gerrit Hooft die getrouwd is met Maria Johanna van der Dussen. Gerrit erft de titel van vrijheer van Vreeland en is postmeester van het Rotterdamse Postcomptoir. In de tijd dat van de familie Hooft Wijkeroog in bezit heeft verandert er weinig op de hofstede. Gerrit overlijdt op 8 februari 1750 in Amsterdam.15 Op 14 mei 1751 verkoopt zijn weduwe als moeder en voogdes over haar minderjarige kinderen de hofstede Wijkeroog aan Gerrit Blaauw. De hofstede wordt dan als volgt omschreven: Een hofstede met heerehuijsinge, thuijnmanshuijs, stalling, koetshuijs, speelhuijs, en plantagie genaamt Wijkeroog, mitsgaders een boerehuijs en werf staande ten zuiden de gemelde hofstede, met een stuk weijland genaamt de Noordercroft gelegen ten noorden de voornoemde hofstede, tesamen groot vier morgen 300 roeden. Belent oost de Heereweg, west de Agterweg, zuid Hendrik Tersmitten, noord Maarten de Wolf. Een stuk Meerweidland groot vier morgen 250 roeden, belent oost de Meer, west de Heereweg, zuid de heer Ter Smitten, noord Sijmon Roos. Een partij land achter de hofstede genaamt de Karreland, de Barnewerf, de Hoogcroften en de Mastenbroeken, samen groot acht morgen. Belent oost de Agterweg, west het Groenelaantie en deels de heer ter Smitten, noord de heren Raet en Koek en Gerrit Corver. Een stuk weiland de Lages, groot 260 roeden, oost het Groenelaantie, west de Schouwbeek, zuid Harmanus Bakels, noord de heren Raet en Koek. De genoemde Maarten de Wolf is de zoon van de eerder genoemde weduwe van Klaas Maarten de Wolf. Bij de verkoop zijn inbegrepen stukken land in de Velserbroek, het gedeelte de Westbroek, die de namen hebben van de Bassencamp of Haartveentje, het Twee madje en de Dammer. Tevens is bij de verkoop inbegrepen de bank in de Gereformeerde kerk te Velsen die belast is met vijf gulden per jaar, toekomende aan de kerk. Gerrit Blaauw betaalt voor het geheel 8.200 gulden. Hij is koopman te Amsterdam en woont in deze stad.16 Hij koopt de hofstede als handelsobject en verkoopt het bezit in delen. Hij is getrouwd met Maria Agneta van Heijst en sinds 1748 eigenaar van de Hofstede Westervelt in Driehuis.17 Op 6 mei van het
Afbeelding 4 Wijkeroog in 1844. Litho P.J. Lutgers (1808-1874). Gezichten in de omstreken van Haarlem 1837-1844, privé verzameling.
HGMK Ledenbulletin 29, 2006
7
volgende jaar verkoopt hij de hofstede aan Barent Kromhout voor 2.300 gulden. Bij de hofstede zijn dan alleen nog de Noordercroft en de bank in de kerk bij de koop inbegrepen. De overige stukken land zijn aan anderen verkocht.18 Barent Kromhout is schepen te Velsen en timmermansbaas. Daarnaast handelt hij regelmatig in onroerend goed. Hij woont in een huis aan de Heerenwech in het dorp Velsen, dat hij in 1741 had gekocht. Bij dit huis behoren een erf, werf, schuren en een speelhuis (theekoepel).19 Later woont hij op de hofstede ’s Gravenlust in het dorp Velsen die hij in eigendom heeft. Uit zijn bezit blijkt dat hij ruime inkomsten heeft uit zijn timmerbedrijf en uit de handel in onroerend goed. We mogen aannemen dat hij de hofstede heeft gekocht om deze met winst door te verkopen. In de tijd dat hij de hofstede in bezit heeft wordt de hofstede uitgebreid met een menagerie (dierenverblijf), mogelijk om de hofstede met meer winst door te kunnen verkopen. De hofstede Wijkeroog verkoopt hij op 2 januari 1754 voor 3.500 gulden aan Abraham Straalman die woont in Amsterdam. De boerenwoning blijft in zijn bezit. Ook de Noordercroft houdt Barent in bezit. Hierop zal hij de hofstede Bellevue stichten die hij later ook verkoopt. Uit alles blijkt dat hij een gewiekst zakenman is. In de akte wordt vermeld dat de hofstede Wijkeroog langs de Noordercroft een goede afwatering moet houden tot in de Schouwbeek.20 De genoemde Schouwbeek moet de Droogbeek zijn die loopt ten zuiden van de voormalige blekerij van de hofstede Watervliet.21 Abraham Straalman houdt de hofstede ongeveer drie jaar in bezit en zal deze gebruiken als zomer verblijf. Op 22 oktober 1757 verkoopt hij de hofstede aan Jonkvrouw Helena Margareta van Harencaspel voor 4.800 gulden. Ook zij woont in Amsterdam. De hofstede wordt in het noorden begrensd door de Noordercroft van Barent Kromhout, in het westen door de Agterweg, in het oosten door de Heerenwech en de werf, de schuur en het boerenhuis van Barent Kromhout en in het zuiden door Hendrik Tersmitten en Barent Kromhout.22 Helena zal de hofstede gebruiken als zomerverblijf voor een periode van ongeveer vier jaar. Op 29 sep tember 1761 verkoopt zij de hofstede aan Hendrik Nicolaas Sautijn, heer van de stede Beverwijk en oud schepen te Amsterdam. Deze betaalt 6.800 gulden voor de hofstede Wijkeroog die in de transportakten nog steeds wordt omschreven als een hofstede met herenhuis, tuinmanshuis, stalling, speelhuis, plantage, moestuin, menagerie en bepoting en beplanting. De hofstede heeft nog steeds een uitwatering langs de oostzijde van de Noordercroft tot in de Schouwbeek.23 Opnieuw wordt de hofstede maar voor een periode van ongeveer vier jaar in bezit gehouden. Schijnbaar heeft de hofstede niet die uitstraling als zomerverblijf die men er in de 18e eeuw van verwacht. Op 15 mei 1765 gaat de hofstede voor 8.000 gulden over naar Vrouwe Catharina Justina Valckenier, de weduwe van Reijnier Bouwens. Reijnier is in 1756 overleden en was eigenaar van de hofstede Rooswijck die lag in het huidige Velsen-Noord bij de huidige Staalhaven. Deze hofstede gaat over naar haar zoon en zijn moeder HGMK Ledenbulletin 29, 2006
8
Afbeelding 5 De oranjerie op Wijkeroog. Hermanus Numan (17441820). Tekening in pen, bruine inkt en waterverf. Privé verzameling.
zal uitgekeken hebben naar een eigen zomerverblijf in de buurt van Rooswijck.24 Bij de verkoop zijn inbegrepen alle losse planken in de kassen, de matten met een rottingnet, de glazen ramen en de deuren in het huis, de bierstelling en de wijnkist in de kelder, de kasten waarin de potten en tinnen voorwerpen staan in de keuken, twee houten banken voor het huis, alle valletjes die hangen voor de ramen in het speel- of zomerhuis, de matten en het tapijt in de zaal, een zeil in de eetkamer en de canapés met de kussens in de gang.25 Er zijn ook kassen voor de groente- en vruchtenteelt. Hiermee krijgen we een indruk van de inrichting van het huis en de hofstede. We gaan terug naar de boerderij die ten zuiden van de hofstede Wijkeroog ligt. Barent Kromhout verkoopt die op 24 april 1768 voor 1.400 gulden aan Mr. Johannus Ciprianus van Ewijk, heer van Engh en Themaat en oud-schepen te Amsterdam.26 Na het overlijden van Catharina Justina Valckenier wordt de hofstede Wijkeroog op 2 september 1778 door de erfgenamen verkocht aan Cornelis van Diepen voor 15.700 gulden. Cornelis van Diepen is schout en secretaris van de ambachtsheerlijkheid Velsen en is medicinaal dokter. Bij de hofstede behoren nu weer het Karreland en de Barrendewerff die liggen achter de hofstede Wijkeroog; deze zullen dus aangekocht zijn door Catharina Justina Valckenier. Bij de verkoop behoort het privé-eigen van de erfgenamen van Johannus Ciprianus van Ewijk, die getrouwd was met Jacoba Constantia Bouwens. Door vererving binnen de familie is de boerderij die ten zuiden van de hofstede ligt weer teruggekomen bij de hofstede. In de akte wordt vermeld dat de Noordercroft ten noorden van de hofstede, die nog steeds in bezit is van Barent Kromhout, omgevormd is tot een hofstede.27 Na het overlijden van Cornelis van Diepen verkopen zijn erfgenamen de hofstede op 5 november 1790 voor 13.525 gulden aan Bregitta Jacoba Susanna van Dam douairière van Gerbrand Pancras Clifford. De hofstede, de boerderij en het land worden dan als volgt omschreven: Een extra vermaakelijke en welgelegen hofstede genaamt Wijkeroog even benoorden het dorp Velsen aan de Heerenweg benevens alle bomen ter weerzijden van de weg, met daarop een hegte, sterk en wel gesitueerde heerenhuijsinge, tuinmanswoning, stalling, bossen, boomgaarden, moestuin, bepotingen, beplantingen, koepel en verder getimmerte, groot twee morgen. Een huis of boerenwoning met stalling voor koeien en paarden, hooihuis, dors, erf, werf, hondenhok, hoenderhok, de moestuin hier achter, uitgezonderd de lessenaars (broeibakken) met de glasen en de ramen, en de bomen ter weerzijde van de Heerenweg. Groot 300 roeden. Een stuk weiland achter de percelen 1 en 2 van ouds genaamd het Karreland en Barende Werf groot 4 morgen. Voor de bank en het gestoelte in het westend van de kerk, met de vier bijbels en twee kussens, hebben de nieuwe eigenaren geen belangstelling. Dit wordt voor 270 gulden verkocht aan Gerrit Blauw. De bank en het gestoelte is belast met vijf gulden per jaar die toekomen aan de kerk. Verder worden nog drie stukken hooiland in de Velserbroek verkocht aan andere kopers.28 De erfgenamen Elisabeth van Diepen, de bejaarde en ongehuwde dochter van Daniël van Diepen en de overige erfgenamen, verkopen op een openbare veiling het roerend goed op de hofstede waar zij geen belangstelling voor hebben. Dit zijn de tuinsieraden, tuinmans-gereedschappen, paarden, rijtuigen, paardentui gen, juwelen, paarlen, goud en zilverwerk, porselein, linnen en tafelgoed, bedden met hun toebehoren, ledikanten, behangsels, spreien, dekens, glas, verlakt en glad houtwerk, mahonie en notenbomen cabinetten, bureaus, tafels, stoelen, staand horloge, spiegels, andere meubelen, ijzer, blik en mandwerk.29 De nieuwe eigenaresse van de hofstede Wijkeroog, Bregitta Jacoba Susanna van Dam, is weduwe van Gerbrand Pancras Clifford die schepen was te Amsterdam en Commies Generaal van het Edele Mogende College ter Admiraliteit in Amsterdam.30 Zij brengt grote veranderingen aan op de hofstede Wijkeroog. Zij verkoopt op 26 november 1790 op de hofstede een gedeelte van het herenhuis en de koepel om te laten afbreken. Dat gedeelte van het herenhuis bestaat uit het voorhuis, de provisiekast en de zaal, de bovenkamer van het voorhuis en de eetkamer, de kelder onder de zaal, de regenbak, het lood in de goot tussen de gebouwen die worden afgebroken en de gebouwen die blijven staan en de loden pijp en de bak hangende tussen de keukenmuur en het uitstek met de ankers en de winkelhaken die zich in de muur en bakken bevinden. De balken die vrijkomen bij de sloop blijven in eigendom van de verkoopster, net zoals de de stenen fundering van de koepel met de trap. Zij zal de fundering weer gebruiken om er een nieuwe koepel op te bouwen. In de akte lezen we ook dat al het houtgewas uitgerooid moet worden.31 De werkzaamheden gaan voortvarend en zullen uitgevoerd zijn door Hendrik Kromhout, de timmerman uit Velsen, want hij verkoopt samen met Christiaan Stumphius, een makelaar uit Beverwijk, op 28 december 1790 de sloopmaterialen. Die bestaan uit extra fraaie doeken, goudleren behangsels, marmeren schoorsteenmantels met hun platen, marmeren- en andere vloerstenen, schuif- en deurkozijnen met ramen en deuren, gele en andere straatklinkers, eiken en grenen balken, vloer- en zolderdelen, eiken en grenen kapbinten, kaphout, riggels, dak- en andere kozijnen, gebikte stenen, hardstenen elementen, dakpannen en andere zaken.32 HGMK Ledenbulletin 29, 2006
9
Hier lezen we in de akte dat de balken dus toch verkocht worden. Mogelijk zijn de plannen veranderd en de balken niet meer nodig. Bovendien blijkt uit het verpondingsregister dat in 1792 het gehele herenhuis wordt afgeschreven wegens sloop.
De hofstede Wijkeroog als deel van de hofstede Bellevue Bregitta Jacoba Susanna van Dam trouwt in deze tijd met Goverd Lubs waarmee zij gaat wonen in Amsterdam. Op 4 juli 1792 koopt zij de hofstede Bellevue die ligt ten noorden van de hofstede Wijkeroog. Zij voegt de gronden en overgebleven gebouwen van de hofstede Wijkeroog bij de hofstede Bellevue en geeft het geheel de naam Bellevue.33 Zij zal de twee tuinen samengevoegd hebben en er zal een nieuwe tuin aangelegd zijn gezien de vermelding dat het houtgewas uitgerooid moest worden. Deze tuin zal aangelegd zijn in de landschapstijl die in deze tijd in de mode is. Na het overlijden van Goverd en Bregitta Susanna verkopen de executeuren van het testament de hofstede op 16 november 1798 voor 20.000 gulden aan hun zoon Goverd Lubs. De hofstede wordt dan als volgt omschreven: De hofstede Bellevue met herenhuis, koetshuis, stalling, tuinmanswoning en verdere getimmerten, bepotingen en beplantingen, en alle bomen te weerzijde van de Heerenweg. Groot 2 morgen. Belend oost de Heerenweg, west de Agterweg, zuid het navolgende perceel en noord Margaretha Lievina Hoeufft geboren Geelvinck. Nog een van ouds genaamde hofstede Wijkeroog, tans bij de voorzijde hofstede getrokken met alle getimmerten, bossen, boomgaarden, moestuinen en verdere bepotinge en beplantingen. Benoorden het dorp Velsen naast het voorgaande met alle bomen ter weerszijde van de Heerenweg. Groot twee morgen en 300 roeden. Een huismans of boerenwoning met stalling, hooihuis, dorsch, erf, werf en tuin. Gelegen ten zuiden van de voornoemde hofstede, met de bomen ter weerzijde van de Heerenweg. Belend oost de Heerenweg, west de Agterweg, zuid het volgende perceel, noord de hofstede Bellevue. Een stuk weiland genaamd het Karreland en de Barrendewerff achter de voornoemde van ouds genaamt de hofstede Wijkeroog. Groot vier morgen. Belend oost de Agterweg met de voorgaande percelen, west Gerrit Meijer, zuid Johannes Haas, noord Margaretha Lievina Hoeufft geboren Geelvinck. Een grafstede in de gereformeerde kerk te Velsen. De beelden, tuinsierraden, broeiramen, trekkasten en pluimgedierte op de hofstede.34 Goverd Lubs breidt in 1802 zijn bezit uit door de aankoop van de hofstede Meershoef met de boeren woning Meerzicht die ten zuiden van Belevue ligt.35 In het zelfde jaar verkoopt hij Meershoef door aan Julien Pontoi met uitzondering van de boerenwoning.36 In totaal behoren nu twee boerenwoningen bij de hofstede Bellevue. Goverd verkoopt de boerderij Meerzicht in 1806 aan Agnis Maria Geelvinck. Over Goverd Lubs is in de archieven van Velsen weinig te vinden. Hoe lang hij de hofstede Bellevue bezit is niet bekend.
De hofstede Wijkeroog in zijn gloriedagen De eerstvolgende bekende eigenaar is Jacob Scholting, een notaris uit Haarlem. Hij geeft aan de hofstede Wijkeroog zijn oude glorie en zijn naam terug. Hij laat op de hofstede een nieuw herenhuis en een oranjerie bouwen. Ook laat hij wijzigingen in de tuinaanleg aanbrengen. In de kadastrale registers wordt Wijkeroog in 1832 als volgt omschreven:37 Sectie H, perceel nr. 122 weiland 123 ,, 151 houtkwekerij als bouwland 170 schuur 171 menagerie als grond tot vermaak 172 tuin 173 loods 174 herenhuis 175 tuin en boomgaard als boomgaard 176 ,, ,, ,, ,, ,, 177 stal en tuinmanswoning 178 weiland 179 plantsoen plezierbos 180 dijk als erf HGMK Ledenbulletin 29, 2006
10
Afbeelding 3 Wijkeroog in 1832. J. Morren, naar het kadastrale minuut plan door F.J. Nautz.
Afbeelding 6 De vijver achter het herenhuis op Wijkeroog. Hermanus Numan (17441820). Tekening in pen, bruine inkt en waterverf. Privé verzameling.
De hofstede Bellevue is weer een zelfstandige hofstede geworden. Uit deze omschrijving krijgen we een goede indruk van de inrichting. Er is een tuin aangelegd in de landschapsstijl waarin achter het herenhuis een kleine vijver is aangebracht. De boerenwoning wordt niet meer genoemd. We mogen aannemen dat de stal en tuinmanswoning de voormalige boerenwoning is. Ook valt op dat de oranjerie niet wordt genoemd; hierop wordt teruggekomen. Na het overlijden van Jacob gaat de hofstede over naar zijn dochter Henriette Maria Scholting die getrouwd is met Herman Jaques Gerlings, burgemeester van Schoten. Op 21 september 1839 verkoopt dit echtpaar de hofstede aan Jonkheer Francois Robert Boreel voor 15.100 gulden.38 Bij deze verkoop valt het op dat de oranjerie wel in de akte bij het overzicht van de gebouwen wordt genoemd, maar niet in het overzicht van de kadastrale perceelnummers. Ook in de kadastrale leggers uit deze tijd wordt de oranjerie niet genoemd; hierop wordt teruggekomen. Rond 1842 wordt de hofstede afgebeeld door P.J. Lutgers. De afbeelding laat een riant herenhuis zien te midden van de landschapstuin. Lutgers schrijft dat de tuin aangelegd is door J.D. Zocher den oude. Dit is de schoonzoon van de tuinarchitect Johan George Migaël.39 De laatste overleed plotseling in 1817. Het is zeer goed mogelijk dat J.D. Zocher jr. de opdracht van zijn vader heeft afgerond. Jonkheer Boreel is opperceremoniemeester aan het hof, secretaris van legatie en geattacheerd aan het departement van Buitenlandszaken. Hij woont in ’s-Gravenhage. Hij is in 1834 te Parijs getrouwd met Sarah Astor Langdon. Zijn vader, Willem Jacob Boreel, is eigenaar van de hofstede Beeckesteijn te Velsen. In 1851 wordt Francois Robert Boreel vermeld als grondeigenaar. Hij houdt de hofstede in bezit tot 8 maart van dat jaar; dan verkoopt hij deze voor 11.850 gulden aan Jacob Cornelis Avis, fabrikant en woonachtig in de West Zaan. Bij deze verkoop wordt de hofstede als volgt omschreven:
Afbeelding 7 Impressie van een deel van de hofstede Wijkeroog met zijn waterlopen: 1: herenhuis, 2: oranjerie, 3: stal en tuinmanswoning. J. Morren, naar het minuutplan uit 1832, de afbeeldingen door P.J. Lutgers en Hermanus Numan en beschrijvingen uit transportakten uit de 18e en 19e eeuw.
HGMK Ledenbulletin 29, 2006
11
De hofstede Wijkeroog met herenhuis, tuinmanswoning, koetshuis, paarden en koestalling, oranjerie, loodsen, moes en broeituinen, boomgaarden, bossen van hoog opgaande bomen en hakhout, nieuw aangelegd plantsoen en wei en hooiland, bepoting, beplanting aan de Heeren of straatweg.40 Uit de vermelding nieuw aangelegd plantsoen blijkt dat Francois Robert Boreel wijzigingen heeft aangebracht in de tuinaanleg.
De hofstede gaat ten onder en wordt opgenomen in een woonwijk Op 24 mei 1854 verkoopt Jacob Cornelis Avis de hofstede Wijkeroog voor 16.100 gulden aan Johannis Henricus Scheurleer uit Amsterdam.41 Die houdt de hofstede maar twee jaar in bezit. Op 11 juni 1856 verkoopt hij de hofstede door aan Cornelis Planteijdt (een scheepsreder uit Krommenie), Jacob Schots (een koopman uit Krommenie), Dirk van der Wart (een notaris uit Krommenie) en Theodore Johan Baptisch (een makelaar uit Amsterdam). De koopsom bedraagt 15.000 gulden.42 De nieuwe eigenaars brengen grote veranderingen aan op de hofstede. In 1857 worden de volgende kadastrale wijzigingen geregistreerd: Sectie H de percelen: 170 schuur verkoop hermeting 172 tuin verkoop 173 loods verkoop hermeting 174 herenhuis verkoop hermeting 175 boomgaard en tuin verkoop hermeting 176 boomgaard en tuin verkoop hermeting 177 stal en tuinmanswoning verkoop hermeting 178 weiland verkoop hermeting 179 plaats en plezierbos verkoop hermeting 180 dijk als erf verkoop hermeting Perceel 170, 174, 175 en 179 worden perceel 899 bosch. Perceel 171 wordt perceel 894 schuur en wordt in 1859 gesloopt, de grond wordt gevoegd bij het perceel 913 bouwland. Perceel 173 wordt perceel 894 schuur en perceel 899 bosch. Perceel 176 wordt perceel 896 oranjerie en perceel 899 bosch. Perceel 177 wordt perceel 897 huis en stal. Perceel 179 wordt perceel 898 opgaande bomen. De oranjerie wordt nu voor het eerst in de kadastrale leggers genoemd terwijl deze al ten tijde van Jacob Scholting is gebouwd. Hieruit is af te leiden dat de bouw van de oranjerie niet is aangemeld bij de belasting-innende dienst en daarmee ook kadastraal niet bekend is. Bij de voornoemde wijzigingen wordt vermeld dat bij de nieuwe percelen met nummer 894 de schuur en met nummer 896 de oranjerie een schatting plaatsvindt, mogelijk om de achterstallige belasting alsnog te innen. Voorlopig kunnen we ervan uit gaan dat bij de correcties van de kadastrale registratie eerst de wijzigingen zijn verwerkt die in het verleden door Jacob Scholting zijn aangebracht en vervolgens de wijzigingen die door de nieuwe eigenaars zijn aangebracht. De oranjerie is dus gebouwd in perceel 176, de tuin en boomgaard. Aan de hand van het voor noemde kadastrale overzicht, het minuutplan uit 1832 en de beschikbare afbeeldingen is een impressie gemaakt van de hofstede Wijkeroog na de wijzigingen die in opdracht van Jacob Scholting zijn aangebracht. De nieuwe eigenaars laten het herenhuis slopen. Uit al het voorgaande kunnen we opmaken dat de oranjerie ten tijde van Jacob Scholting gebouwd moet zijn. Men gaat immers geen nieuwe oranjerie bouwen op een hofstede waarop het herenhuis wordt gesloopt.43 Op 16 april 1857 worden op de hofstede Wijkeroog allerlei roerende goederen te koop aangeboden waaronder interieurdelen, meubelen, gereedschappen, hokken, tuinartikelen, konijnen en vele andere zaken.44 De oranjerie en de schuur krijgen de bestemming van landbouwschuur, het bos (perceel 899) wordt gerooid. De gronden worden in gebruik genomen als akkerland en de oranjerie als schuur. Op de voormalige hofstede gaat men over op de bollenteelt.45 Nog in het zelfde jaar komt de gehele voormalige hofstede in bezit van Dirk van de Wart.46 Op 16 mei 1865 wordt de hofstede door Dirk van der Wart verkocht aan de Amsterdamse Kanaal Maatschappij. Deze maatschappij is opgericht op 28 november 1863 voor de aanleg van het Noordzeekanaal. De Kanaal Maat schappij betaalt 20.000 gulden voor het gedeelte van de hofstede dat bestaat uit een partij teel- en weiland, de tuinmanswoning, het koetshuis, paardenstalling, oranjerie, loodsen en verdere getimmerten. Het heren huis wordt bij deze verkoping niet genoemd. De aangekochte gebouwen worden in gebruik genomen ten behoeve huisvesting, kantoor en bedrijfsgebouwen voor de aanleg van het kanaal. Een deel van de gronden is nog bestemd voor de bloembollenteelt en mag pas na 1 augustus door de Kanaal Maatschappij in gebruik genomen worden. De huurinkomsten van de grond blijven tot die tijd geïnd worden door de verkoper. Op deze grond worden twee woningen en paardenstallen gebouwd. Hierin wordt onder andere de Ierse HGMK Ledenbulletin 29, 2006
12
stalmeester John Marrs gehuisvest die de leiding krijgt over de verzorging van de paarden die in de stallen worden ondergebracht. Tijdens de aanleg van het kanaal werken de arbeiders die in dienst zijn van de Kanaal Maatschappij onder erbarmelijke omstandigheden. Ze zijn gehuisvest in plaggenhutten en houten keten. In 1866 wordt ook de spoorlijn Haarlem-Uitgeest aangelegd. Een aantal arbeiders die de spoorlijn aanleggen wordt in 1868 getroffen door een choleraepidemie die kort daarna overslaat naar de kanaalwerkers. In dat zelfde jaar ontstaat er onrust onder de kanaalwerkers over de uitbetaling van loon. Een groot aantal van hen komt in opstand en gaat gewapend met schoppen en haken naar de gebouwen op de hofstede Wijkeroog waar de opzichters gehuisvest zijn. De Nederlandse opzichter had lucht gekregen van de opstand en was met een bootje over het kanaal gevlucht. Alleen de stalmeester John Marrs en enkele van zijn mede werkers verblijven nog op het voormalige Wijkeroog. John Marrs is niet geliefd bij het personeel en wordt door het opstandige personeel in het nauw gebracht. Hij verschanst zich achter het hek rond de woningen en neemt de opstandige personeelsleden met een hagelgeweer en een pistool onder vuur. Hierbij wordt één van de opstandige personeelsleden gedood. De veldwachter in Velsen heeft intussen de officier van justitie in Haarlem, de heer del Court van Krimpen gewaarschuwd. Het gaat hier om Aalbrecht Arent del Court van Krimpen die woont op Rooswijck. Die komt met een groep politiebeambten die bijeen geroepen was uit de omliggende plaatsen naar het strijdtoneel waar hij een woedende John Marrs en de dode kanaalwerker aantreft, omgeven door de opstandige kanaalwerkers. De heer del Court van Krimpen probeert het opstandige personeel tot bedaren te brengen door John Marrs te manen zich over te geven. Deze weigert en de kanaalwerkers willen zich ook niet terugtrekken. Om de zaak in de hand te houden geeft Del Court van Krimpen opdracht om John Marrs in de voet te schieten. De gewonde Marrs trekt zich terug in de woning waarna de politiebeambten met behulp van een intussen opgeroepen eenheid Dragonders proberen hem te arresteren. Hierbij wordt een brigadier-majoor van de Rijksveldwacht getroffen door een schot van John Marrs. De overige politiebeambten en de dragonders durven John hierna niet meer te arresteren en er wordt door de kanaalwerkers vermoed dat hij zal trachten te ontsnappen. Nu kan Del Court van Krimpen de zaak niet meer in de hand houden. Het opstandige personeel steekt het huis waar John Marrs in verblijft in brand. Ze laten het lagere personeel en de dokter van Velsen, die toevallig aanwezig is, ontsnappen. Het wordt John Marrs te heet onder de voeten en hij probeert uit het huis te ontsnappen. Hierbij wordt hij door het opstandige personeel gegrepen en zwaar mishandeld. Hij wordt gewond afgevoerd en overgebracht naar Engeland om niet meer terug te keren. Na een langdurig en vreemd verlopen proces dat landelijk veel aandacht krijgt worden drie personen van de opstandige medewerkers veroordeeld maar ze krijgen van koning Willem III gratie en hij gelast hun onmiddellijke invrijheidstelling. De politiebeambten en de dragonders worden berispt omdat zij, na het neerschieten van de brigadier-majoor, John Marrs niet durfden te arresteren. De officier van justitie, de heer del Court van Krimpen, wordt door de minister van justitie ter verantwoording geroepen maar uiteindelijk niet veroordeeld. Zijn verdediging wordt gepubliceerd in een uitgebreid artikel in het Weekblad van het recht. Bij de opstand zijn twee woningen en een stal afgebrand die weer werden herbouwd.
Afbeelding 8 De woning van John Marrs na de brandstichting. Archiefdienst voor Kennemerland, Kennemer Atlas.
HGMK Ledenbulletin 29, 2006
13
Afbeelding 9 Het tracé van het Noordzee Kanaal door het voormalige Wijkeroog met daarin de ontworpen woonwijk. J. Morren, naar het plan van de te verkopen bouwterreinen onder Velsen door de Kanaal Maatschappij. Beschikbaar gesteld door P. Vons IJmuiden.
Het tracé van het kanaal komt door de voormalige hofstede Wijkeroog te lopen. De rest van de voormalige hofstede blijft in gebruik van de Kanaalmaatschappij totdat het kanaal gereed komt in 1876.47 De naam Wijkeroog leeft voort in de naam van de woonwijk die het latere Velsen-Noord gaat vormen. Deze woonwijk ontstaat op de plaats van de voormalige hofstede Wijkeroog. In opdracht van de Kanaal Maatschappij is in 1878 een stratenplan ontworpen met te verkopen bouwkavels. Dit is de aanzet voor de bouw van een woonwijk die deel gaat uitmaken van het gemeentedeel Wijkeroog met daarin de Kruisstraat, de Burgemeester de Weertsstraat en de Kanaalkade. Het restant van de voormalige Agterweg in Wijkeroog krijgt de naam Doodweg. In de Tweede Wereldoorlog is de woonwijk ter hoogte van de voormalige hofstede Wijkeroog grotendeels gesloopt in opdracht van de bezetter voor het maken van schootsveld voor de troepen in de Festung Velsen.48 Na de oorlog wordt het terrein van de voormalige hofstede in gebruik genomen door de Papierfabriek Van Gelder Zonen (nu Crown van Gelder) en daarna door de Nederlandse Aardolie Maatschappij. Ter plaatse zijn alle sporen van de vroegere hofstede Wijkeroog uitgewist. J. Morren, augustus 2000. Met dank aan Jonkheer H.C.H. van Lennep, Overveen.
Bronvermelding: 1. avk. ora. Velsen inv. nr. 963G fo. 17v. 2. avk. ora. Velsen inv. nr. 960 fo. 119v. 3. avk. ora. Velsen inv. nr. 963G fo. 34v. 4. avk. ora. Velsen inv. nr. 963G fo. 33r. 5. avk. ora. Velsen inv. nr. 960 fo. 157v en ambachtsbestuur van Velsen inv. nr. 469. 6. avk. ora. Velsen inv. nr. 965G fo. 73v. 7. avk. ora. Velsen inv. nr. 965G fo. 103r. 8. avk. Atlas Velsen, de kaart van het Hoogh-Heemraetschap van de Uytwaterende Sluysen in Kennemerlandt ende West-Vrieslandt door Johannus Douw 1683 en de kaart van Kennemerland uit Het Zegepralent Kennemerlant door B. van Nidek 1729. 9. avk. Ambachtsbestuur van Velsen inv. nr. 112G. 10. avk. ora. Velsen inv. nr. 966 fo. 25r, 26r en 189r, inv. 967 fo. 9r, inv. nr. 974 fo. 47v. 11. avk. ora. Velsen inv. nr. 967 fo. 1r. 12. avk. Abachtsbestuur van Velsen, inv. nr. 113G. 13. avk. Notarieel archief van Velsen, inv. nr. 4 akte 70. 14. avk. ora. Velsen inv. nr. 969 fo. 4r en 5r. 15. Nederland’s Adelsboek, 3e jaargang 1905 blz. 355, 5e jaargang 1907 blz. 297 en 298 en 12e jaargang 298 1914 blz. 360. 16. avk. ora. Velsen inv. nr. 968 fo. 67r, inv. nr. 969 fo. 5r, fo. 160r en 161r, inv. nr. 970 fo. 39r, en inv. nr. 974 fo. 47v. 17. B.C. Sliggers, Westerveld, Haarlem 1988 blz 14. 18. avk. ora. Velsen inv. nr. 970 fo. 57v. HGMK Ledenbulletin 29, 2006
14
19. Siebe Rolle, Gisteren haast onherkenbaar, IJmuiden 1982 blz. 113. 20. avk. ora. Velsen inv. nr. 970 fo. 78r. 21. J. Morren, de hofstede Watervliet, Historisch Genootschap Midden Kennemerland, Ledenbulletin 28, 2004 blz. 26 t/m 51. 22. avk. ora. Velsen inv. nr. 970 fo. 132r. 23. avk. ora. Velsen inv. nr. 970 fo. 176v. 24. J. Morren, zie de hofstede Rooswijk. 25. avk. ora. Velsen inv. nr. 970 fo. 222v. 26. avk. ora. Velsen inv, nr. 971 fo. 20r. 27. avk. ora. Velsen inv. nr. 971 fo. 132r en inv. nr. 1011 akte 131. 28. avk. ora. Velsen inv. nr. 1011 akte 131 en inv. nr. 972 fo. 107v. 29. avk. ora. Velsen inv. nr. 1011 akte 133 en 134. 30. avk. ora. Velsen inv. nr. 972 fo. 107v. 31. avk. ora. Velsen inv. nr. 1011 akte 135. 32. avk. ora. Velsen inv. nr. 1011 akte 136 en 137. 33. avk. ora. Velsen inv. nr. 972 fo. 127. Nationaal Archief Den Haag, Financie van Holland, gaardersboek der verponding, toegangs nr. 528 inv. nr. 5. 34. avk. ora. Velsen inv. nr. 972 fo. 181v. 35. avk. ora. Velsen inv. nr. 973 fo. 22v. 36. avk. ora. Velsen inv. nr. 973 fo. 24v. 37. avk. Atlas Velsen, minuutkaart uit 1832 door F.J. Nautz. ranh. Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel kadaster, Velsen en de kadastrale legger Velsen artikel 165. 38. avk. Notarieelarchief Velsen inv. nr. 60 akte 62. 39. P.J. Lutgers, Gezichten in de omstreken van Haarlem, Alphen aan de Rijn 1979 geen blz. nr. 40. avk. Notarieelarchief Velsen inv. nr. 74 akte 16. Nederlands Adelsboek, 126e jaargang 1928 blz. 204 41. avk. Kadastrale leggers Velsen artikel 486 en notarieel archief van Velsen, inv. nr. 77 akte 35. 42. avk. Kadastrale leggers Velsen artikel 527 en 547 en notarieel archief van Velsen, inv. nr. 79 akte 53. 43. avk. Kadastrale legger Velsen artikel 527 en Notarieelarchief Velsen inv. nr. 91 akte 36. Theun de Vries, Dick Schaap, Siebe Rolle, Eene plaats van grooten omvang, IJmuiden 1976 blz. 66-94. 4 4. avk. Notarieel archief Velsen, inv. nr. 80 akte 38. 45. avk. Kadastrale legger van Velsen artikel 527. 46. avk. Kadastrale legger van Velsen artikel 547. 47. avk. Kadastrale legers Velsen artikel 689. Theun de Vries, Dick Schaap, Siebe Rolle, Eene plaats van grooten omvang, IJmuiden 1976 blz. 66-94. S. Rolle, Gisteren haast onherkenbaar, IJmuiden 1982 blz. 135. A.A. del Court van Krimpen, Weekblad van het recht, 30e jaargang 20-2-1868. 48. avk. Notarieel archief Velsen, inv. nr. 130 akte 84. S. Rolle, Gisteren haast onherkenbaar, IJmuiden 1982 blz. 178. G.J. Bremerkamp. Oude foto’s en prentbriefkaarten IJmuiden, Velsen, Driehuis, Santpoort, IJmuiden 1968 blz. 90, 91 en de binnenzijde van de omslag. avk = Archiefdienst voor Kennemerland Haarlem ranh = Rijksarchief Noord-Holland Haarlem (deze beide archiefdiensten zijn in 2005 samengevoegd tot het Noordhollands Archief) ora = Oud rechtelijk archief.
Afbeelding 10 Gezicht in de Burgemeester Weertsstraat vanaf de Wijkerstraatweg. Deze straat loopt door de nieuwe woonwijk Wijkeroog en is vernoemd naar Burgemeester J.C.A. Weerts van Velsen. Uit Oude Foto’s en prentbriefkaarten IJmuiden, Velsen, Driehuis, Santpoort, G.J. Bremerkamp, IJmuiden 1968.
HGMK Ledenbulletin 29, 2006
15
HGMK Ledenbulletin 29, 2006
16