De gebruikte literatuur in dit examen is:

Antwoordmodel

Aan dit antwoordmodel kunnen geen rechten worden ontleend. Het antwoordmodel dient als indicatie voor de corrector. De gebruikte literatuur in dit examen is:

• • • •

Robbins, S.P., Coulter, M. (2011). Management in Sociaalagogische beroepen. Amsterdam: Pearson Education. ISBN 9789043019811. Lee, F. (2010). Als Disney de baas was in uw ziekenhuis; 9½ dingen die u anders zou doen. Amsterdam: Elsevier gezondheidszorg. ISBN 9789035230538. Boot, J.M.D. (2010). Organisatie van de gezondheidszorg. Assen: Koninklijke Van Gorcum. ISBN 9789023246237 Reader: “Zom.3231.re_v2”

Meerkeuzevragen (30 punten)

61387.am_v1

Vraag Antwoord Verwijzing naar vindplaats in studiemateriaal (Hfdst, p. x)

NCOI Opleidingsgroep

Aantal punten

1.

b

Management in Sociaalagogische beroepen, Hfdst 11, p. 3 punten 223-224

2.

a

Reader artikel 3, Waardecreatie p. 3-8

3 punten

3.

a

Reader artikel 1, Hfdst 4, p. 159 Hermans

3 punten

4.

b

Reader artikel 1, Hfdst 4, p. 162 Hermans

3 punten

5.

b

Organisatie van de gezondheidszorg, Hfdst 5 J. M. D. Boot. 3 punten p. 135 en 140

6.

c

Management in Sociaalagogische beroepen, Hfdst 4, p. 87

3 punten

7.

b

Reader artikel 3, Waardecreatie p. 37

3 punten

8.

b

Reader artikel 3, Waardecreatie p. 48-49

3 punten

9.

a

Management in Sociaalagogische beroepen, Hfdst 3, p. 73- 3 punten 74

10.

a

Als Disney de baas was in uw ziekenhuis, Hfdst 1, p. 21-22

3 punten

1

Management in zorg - Examennummer 61387 - 29 juni 2013

Open vragen (40 punten) 1. a.

b. c + d.

e.

sectoren care (verpleeghuis), cure (ziekenhuis), ggz en maatschappelijke zorg (wozo) of b. eerste- (thuiszorg) en tweedelijnsgezondheidszorg (instellingen) (Maximaal 2 punten) brancheorganisaties; besturing (VWS); financiering (Maximaal 2 punten) Wetten gericht op: bescherming patiënten (BOPZ, WGBO, WKCZ, WMCZ), kwaliteit van zorg (BIG, KwZ) en besturing/financiering (AWBZ, WMO, Zorgverzekeringswet, WTZ, WMG) (Maximaal 2 punten voor vraag c. Maximaal 2 punten voor vraag d) Uitgangspunt WMO = mensen moeten zelf actief worden, zelf verantwoordelijk zijn en zelf ook doen wat zij kunnen (niet leunen, maar steunen). Prestatievelden zijn leefbaarheid, preventie, informatie/advies, cliëntondersteuning, mantelzorg/vrijwilligers, participatie/voorzieningen gz-ggz, maatschappelijke opvang (Robbins, Management in sociaalagogische beroepen (2011), hfdst. 1, p. 20-21) (Maximaal 2 punten)

Robbins, Management in sociaalagogische beroepen (2011), hfdst.1, p. 20-21. J.M.D. Boot, Organisatie van de gezondheidszorg (2010), hfdst. 3, p. 40-74 en inleiding student les 5 Aantal punten: 10 2. Financiering van de zorg: a. Zorgzwaartebekostiging op basis van ZZP’s voor verpleging, ggz, gz. (les 5, literatuur: Boot p. 138, 145, 146 en 25) (Maximaal 2 punten) b. DBC-systematiek op basis van DBC’s uit A- en B-segment. (les 5, Literatuur: Boot, p. 139) (Maximaal 2 punten) c. Planning-en-controlcyclus met vijf fasen: strategische planning, operationele planning, budgetvoorbereiding en -vaststelling, budgetbewaking, evaluatie/verslaglegging (Maximaal 2 punten) d. plan- en beleidsoverzicht, taakopdracht, machtiging en delegatiemiddel, beheersfunctie en controle, beoordelingsfunctie, verantwoording. (Maximaal 2 punten) e. verzamelen/interpreteren van gegevens, maken van begroting, berekenen kostprijs, bewaken budget, omgaan met schaarste, onderhandelen en verantwoorden, informeren en motiveren, meedenken financieel beleid (Maximaal 2 punten)

61387.am_v1

Van Lienden, Proces van interne budgettering en taken budgethouder (2009), hfdst. 4, artikel 2 van de reader Management in zorg

2



Aantal punten: 10 3. Organisatiestructuren a. organisatiestructuren zijn: Eenvoudige structuur Voordelen: snel, flexibel, goedkoop, duidelijke verantwoordelijkheid Nadelen: niet geschikt voor een groeiende organisatie, afhankelijk van één persoon is een risico (Maximaal 1 punt) Functionele structuur Voordelen: kostenbesparing door specialisatie (schaalvoordelen, geen overbodige dubbelingen in personeel of apparatuur), teamvorming van mensen met gelijksoortige taken Nadelen: functionele doelen komen niet altijd overeen met doelen van de organisatie als geheel, functionele specialisten raken geïsoleerd en weten niet waar anderen mee bezig zijn (Maximaal 1 punt) Divisie/afdelingsstructuur Voordelen: resultaatgericht; afdelingen zijn verantwoordelijk voor wat er met hun producten en diensten gebeurt Nadelen: dubbelingen in activiteiten en middelen kunnen kosten verhogen en efficiëntie verminderen (Maximaal 1 punt) Aantal punten: 3 Voor- en nadelen zijn conform tabel 6.4 Robbins Management hfdst. 6, p. 128.

61387.am_v1

b. Zes kernelementen zijn taakspecialisatie, departementalisatie, hiërarchische structuren, span of control, centralisatie of decentralisatie, formalisatie (Robbins/Coulter Management (2011), hfdst.6, p. 119-125. (Maximaal 2 punten)


3


c. (Maximaal 2 punten)

d. organisatiecultuur = cultuur is in grote lijnen te typeren door de dimensies mensgericht, resultaatgericht, beheersgericht of innovatiegericht, hfdst. 1, p. 14-16. (Maximaal 1 punt) e. Voorbeelden van cultuurelementen = waarden, normen en gedragsregels en codes (Maximaal 2 punten) Robbins en Coulter, Management in sociaalagogische beroepen (2011), hfdst. 1 en 6. Aantal punten: 10 4. Klanttevredenheid/klantenbinding

61387.am_v1

a. Bij het starten van de opzet van het klanttevredenheidsonderzoek start de student met het inventariseren van de zaken of items die van invloed zijn op de patiëntentevredenheid. Wanneer de student start met de inventarisatie van waar klachten over zijn, heeft student de essentie van Fred Lee niet begrepen. (Maximaal 2 punten) b. Hoffelijkheid, bewogenheid, gastvrijheid. Deze worden boven vakinhoudelijke deskundigheid gesteld. (Maximaal 2 punten) c. Niet de cultuur of structuur van een organisatie aanpakken, maar juist verantwoordelijkheden die de medewerkers hebben anders definiëren. (Maximaal 2 punten)

4



d. SHARE: dus initiatief, teamwork, empathie, hoffelijkheid en communicatie (Maximaal 2 punten) e. Zero sum competition = kosten en risico’s van de ene partij worden doorgeschoven naar de andere partij, zodat er geen toegevoegde waarde is voor de patiënt in de gezondheidszorg (Maximaal 2 punten) Fred Lee, Als Disney de baas was in uw ziekenhuis… (2009), hfdst. 1, 2, 3, 6, p. 13 en 19-137. Artikel uit de reader: ‘Naar waardecreatie in de zorg’ Aantal punten: 10 Puntenverdeling: 2 per subvraag

Case: Wie weet het nu beter? (30 punten) 1. a. plannen, organiseren, leidinggeven, delegeren en controleren. Zie Management in sociaalagogische beroepen, H1, paragraaf 1.3.1 tabel op pagina 7 en tekst op pagina 6 (Maximaal 2 punten) b. beroepsspecifieke vaardigheden, menselijke vaardigheden en conceptuele vaardigheden. Robbins H1, paragraaf 1.3.2 pagina 7 (Maximaal 2 punten) c. organisatie = samenwerkingsverband waarin mensen en middelen op een doelbewuste manier zijn samengebracht om met elkaar bepaalde doelen te verwezenlijken. Management in sociaalagogische beroepen, H1, paragraaf 1.4 pagina 8 (Maximaal 3 punten) d. Verschillen hebben ermee te maken dat bij het management het accent op de zakelijke en organisatorische kant ligt en bij de leidinggevende het accent op de menskant van het aansturen van medewerkers (Management in sociaalagogische beroepen, H11, paragraaf 11.3 (pagina 220). (Maximaal 2 punten) Robbins en Coulter, Management in sociaalagogische beroepen (2011), hfdst. 1 + 11 (zie hierboven voor exacte plaats)

61387.am_v1

Totaal 9 punten


5


2. SWOT-analyse Sterke kanten I n t e r n

-

nieuwe manager aangetrokken (1,5 punt)

Zwakke kanten -

financiële fraude diensten slechte kwaliteit ongemotiveerd personeel gesloten cultuur/gesloten karakter

(1,5 punt) Kansen E x t e r n

-

Bedreigingen stimuleringsprogramma: professioneler/effectiever/efficiënter ontregelen

(1,5 punt)

-

Stimuleringsprogramma: concurrentie Crisis

(1,5 punt)

(6 punten voor tabel) Verbeteringen liggen op het vlak van interne organisatie (2 punten), verbetering financiële planning (2 punten), financieel intern toezicht (2 punten), cultuuromslag maken naar transparanter/open (2 punten), onderling vertrouwen medewerkers (2 punten), motiveren van medewerkers (2 punten). (3 verbeteringen à 2 punten. Meer verbeteringen leveren geen extra punten op. Maximaal 6 punten). Robbins en Coulter, Management in sociaalagogische beroepen (2011), hfdst. 5, p. 103. Totaal aantal punten: 12 3. Ethische vraagstukken:

61387.am_v1

a. Ethiek is de reflectie op onze moraal op ons handelen en normen en waarden die daaraan ten grondslag liggen, op een systematische manier (p. 33) (maximaal 3 punten) b. Gevolgenethiek (teleologisch), beginselethiek (deontologisch), deugdenethiek (p. 39-40) (maximaal 3 punten) c. Stappenplan: 1) situatie in kaart brengen 2) morele probleem vaststellen 3) behandelingsalternatieven verkennen 4) betrokkenen 5) relevante waarden omschrijven 6) kiezen van behandelingsalternatief (p. 47-52) (maximaal 3 punten)

6



Robbins en Coulter, Management in sociaalagogische beroepen (2011), hfdst. 2, p. 3057 Totaal aantal punten: 9

Eindcijferberekening Maximaal aantal te behalen punten: 100 punten Totaal onderdeel meerkeuzevragen:

30 punten

Totaal onderdeel open vragen:

40 punten

Totaal onderdeel case:

30 punten

Let op: conform artikel 5.1 van het examenreglement worden de eindcijfers op een decimaal nauwkeurig gewaardeerd. Hierbij wordt niet afgerond, maar afgebroken. Voorbeeld:

61387.am_v1

5,45 -> 5,4 5,49 -> 5,4 5,52 -> 5,5 5,59 -> 5,5


7

De gebruikte literatuur in dit examen is:

Recommend Documents