De herontdekking vqn onze verloren ziel Een toenemende aandacht uoor ons
Eglptis che cuhuur gespiegeld
Lichaam Dat wij een (fysiek) lichaam hebben, is voor iedereen vanzelísprekend. Dat wij dat lichaam moeten onderhouden en verzorgen, vinden we zó gewoon dat we daar meestal niet eens over nadenken. We eten elke dag een paar keer om ons lichaam te voeden, we slapen's nachts om ons lichaam rust te geven en velen doen aan sport om hun lichaam soepel en vitaal te houden. Als ons lichaam ziek is, gaan we voor genezing naar de dokter en als dat lichaam ouder wordt en er niet meer zo stralend jong uitziet, gaan steeds meer mensen naar een plastisch chirurg of een
Die toenemende aandacht voor het fysieke lichaam doet denken aan een tijd en een cultuur, die al ver achter ons lig' gen, maar waarin eveneens zo'n sterke aandacht voor het lichaam bestond: de Egyptische cultuur. Meestal wordt gezegd dat die cultuur (ofwel het Egyptische tijdvak) van 2907 voor Christus tot 747 voor Christus duurde. Ook in Egypte werd veel aandacht besteed aan het lichaam, maar
schoonhe idsspecialiste. Als je een poosje op internet rondkijkt, kom je van alles tegen op het gebied van de zorg voor het lichaam. In ailerlei variaties kom je teksten als deze tegen: Tïjdens drukke, hectische en stressvolle periodes
heeft ons lichaam veel te verduren. Geef het een beetje extra aandacht en je zult zien dat het zich dubbel en dwars terugbetaalt door middel van een blakende gezondheid.
Wanneer we ons afvragen, waar die grote aandacht voor het lichaam vandaan komt, kunnen we iets heel opvallends waarnemen. Als we namelijk terugkijken naar de jaren die achter ons liggen, zien we dat de mensen in vroeger tijden veel minder aandacht voor hun lichaam hadden. Pas in de voorbije decennia begonnen wij steeds meer, ja, opvallend meer zorg en aandacht voor ons lichaam te krijgen. Ons lichaam is'in'. In allerlei reclames op de TV worden ons middelen aangeprezen die ons lichaam goed doen en het zoveel mogehlk behoeden voor verval. Poeders en pillen, zalfies, medicilnen en botox: op dat gebied behalen zakenmensen een miljoenenomzet. En dus komt de vraag op: hoe komt het eigenlijk dat we in korte tijd zoveel meer aandacht voor het lichamelijke kregen?
-
"ezuatl*tg
16e jaargang
dan niet zozeer aan het levende lichaam, maar vooral aan het dode lichaam. De Egyptenaren staan immers bekend om de mummies: hun kunst om het dode lichaam zo te behandelen en te conserveren dat het nog eeuwenlang kon blijven voortbestaan. In allerlei musea over heel de wereld liggen gebalsemde mummies uit die tijd die dus al duizenden jaren oud zijnl Merkwaardig daarbll is overigens dat we ons nooit hebben a{gevraagd ofhet eeuwenlang bewaren van zo'n gebalsemd lichaam misschien wel eens een negatieve invloed kan hebben op de verdere levensweg van de ziel die eens dat lichaam
bewoonde... Eerdere culturen kenden de praktijk van het balsemen niet. In de oeroude Indische cultuur en in de oorspronkelijke Perzische cultuur leefde het sterke besef dat je het dode lichaam maar het beste kon verbranden, omdat de ziel zich dan vrijelilk (want bevrijd van het fysieke lichaam) kon voortbewegen op haar reis door de geestehlke werelden. Maar in Egypte was dit vanzelfsprekende weten (het was immers geen geloof, maar een schouwend weten) langzaam vervaagd en werd de dood een vraagteken voor de mens. Het uitzicht op het leven aan de overkant van de dood was wazig, mistig en onduidelijk geworden. Vanaf 3000 v. Chr. was immers het Kali Yuga ingetreden, het donkere tijdperk, waarin de geestelijke wereld steeds meer toegesloten werd. Alleen ingewijden konden nog wat waarnemen. Daardoor kwam
nr. 58 - maart - mei 2011
men op de gedachte dat de gestorvene op zijn reis door het hiernamaals de herinnering aan dat fusieke lichaam en aan allerlei gebruiksvoorwerpen goed zou kunnen gebruiken. Dat mummificeren had grote gevolgen: de ziel kwam voortdurend terug om naar haar (gemummificeerde) lichaam te kijken, het te bewonderen en voorbereidingen te treffen om de volgende keer weer precies zo'n lichaam te krijgen.r Sinds die Egyptische ervaring hebben we een sterkere interesse ontwikkeld vooï ons fysieke lichaam. Velen onder ons hebben immers wel een Egyptische incarnatie achter de rug en hebben vanuit dat leven (en vooral vanuit het leven na de dood in die incarnatie) die sterkere interesse voor het lichaam meegenomen. En naast die aandacht voor het lichamelilke hebben we vanuit die tijd een sterk ontwikkeld gevoel voor de materie, ofivel een sterk ontwikkeld materialisme meegenomen: dat ontwikkelde zich als vanzelf uit die fascinatie voor het dode lichaam. Via de materie van het fysieke lichaam raakten we gefixeerd op alle materie
I
Atlcntísche tij &t akken Het boeiende is nu dat onze tijd, het vijfde na-Atlantische tijdvak, het derde, ofivel het Egyptische tijdvak spiegelt; onze tijd is op een bepaalde manier een herhaling van het Egyptische tijdvak. Van de vele reeksen van zeven die we in de esoterische geschiedenis aantreffen, is het vierde (tijd' vak, cultuur, periode enzovoort) namelilk altijd het grote keerpunt. Daarna worden de eerste drie op een hoger niveau herhaald. Concreet ziet dat er als volgt uit: Er zijn zeven na-Atlantische tijdvakken: - 1. het Oud-lndische tijdvak (ongeveer 7000 v. Chr. - ongeveer 5000 v. Chr.); - 7.het Oud-Perzische tijdvak (ongeveer 5000 v. Chr. - ongeveer 3000 v. Chr.); - 3. het Egyptische-Chaldeeuwse tijdvak (7907 v. Chr. - 747 v. Chr.) - 4. het Grieks-Romeinse tijdvak ( 747 v. Chr. - 1413 na Chr.) - 5. het huidige, 5e na-Atlantische tijd-
D e zeu en na-
?auazlzcag
- lóc 1:rurgang
-
vak (i413 na Chr.
-
3573 na Chr.)
6. het 6e na-Atlantische tijdvak en 7. het 7e na-Atlantische tijdvak.
Zoals gezegd, is het vierde tijdvak (het Grieks-Romeinse tijdvak dus) het grote keerpunt. Het is dan ook het tijdvak, waarin Jezus de Christus werd geboren. Het vijfde, ofwel het huidige tijdvak, is een
herhaling van het derde (het Egyptische dus) op een ander, hoger niveau. Het zesde tijdvak is dan een herhaling op een hoger niveau van het tweede, en het zevende tijdvak een herhaling op een hoger niveau van het eerste tijdvak. Dit alies betekent dat wij in onze tijd de ervaringen van het Egyptische tijdvak op een andere, hogere manier opnieuw beleven. Ofwel: de geestelijke ervaringen die wij in die Egyptische incarnatie(s) opdeden, komen op een nieuwe manier in onze huidige incarnatie tot leven. Daarom is het heel begrijpelijk dat we in onze tijd een toenemende aandacht voor het fysieke lichaam - en daarmee voor heel de materie - kunnen waarnemen. Alleen is de zorg die de Egyptenaar voor het dode lichaam had, nu omgevormd tot een aandacht voor het levende lichaam. Nu wordt ook begrijpelijk, waarom de Egyptische cultuur in onze tijd zo populair is (en niet, bijvoorbeeld, de oorspronkelijke Perzische cultuur die toch net zo belangrijk was voor de geestelijke ontwikkeling van de mens). Het is met name Rudolf Steiner die vertelde dat de herinnering aan het mummificeren en de gevolgen daarvan: de blijvende aandacht vóór, en gerichtheid óp het fysieke lichaam na de dood, de basis heeft gelegd voor het huidige materialistische denken. Zo gezien is dus zowel het huidige materialisme, als die zo opvallend grote aandacht voor het lichamehlke, volkomen begrijpelijk. Zozeer werkt het Egyptische
tijdvak dus tot in onze tijd door.2 Metzsche: de mens ís alleen mddr een Iíchacnn
Ggelilk met de toenemende aandacht voor het fysieke lichaam, zien we dat
rrr. 5b - rnaart - rnei 20l
I
E
in onze tijd de aandacht voor onze ziel, ofwel voor ons innerlijke lel'en, meeÍ en meer verdwijnt. Het woorcl 'ziel' rs voor velen al iets vaags geworden, waarvan ze betwijfelen of wij mensen dat wel bezitten. Vandaar clat ik het woord 'ziei' maar meteen 'vertaal' met die uitdrukking 'innerlijk leven': daar kunnen al veel meer mensen zich iets bij voorstellen. Het was overigens de filosoof Nietzsche (1844 - 1900) die het levensgevoel van zijn tijd (en vooral van de tijd die komen ging) onder woorden bracht door te stellen dat wij mensen alleen maar een lichaam hebben en geen ziel. Hoogr-rit, zei hij, heeft ons lichaam enkele zielenaspecten. Maar dat is alles.
ziel ook nog een geest heeft, was voor Nietzsche helemaal een onmogelijke voorstelling. Je mag hem dan ook zien als iemand die de consequenties trekt van een eeuwenlange ontwikkeling, waarbij de mens eerst de geest verloor, toen de ziel, en zodoende meer en meer werd gereduceerd tot alleen maar een lichaam. Om deze ontwikkeling kort samen te vat-
ten, kan ik het zo zeggenl
-
Volgens de apostel Paulus heeft ieder lrrens een lichaam, een ziel en een geest.l
Op het Concilie van Constantinopel in 869 werd door de kerkvaders echter
Lijf, schreef hil, ben ik geheel en al, en
uitgesproken dat de mens alleen maar bestaat uit een lichaam en een ziel; de geest werd dus geschrapt. Daarmee werd
verder niets; en ziel is slechts een woord voor iets aan het lijf.r Dat de mens naast een lichaan en een
de drieledigheid van het lichaam, zoals Paulus die nog kende en beschreef, gereduceerd tot een tweeledigheid.
E
"ewar/tuaA.
16e j:largang nr. 58 - maart -
nei
ZO1
1
- In de negentiende
eeuw was het ver-
volgens Nietzsche die uitsprak dat de mens alleen maar een lichaam heeft; hooguit kun je volgens hem zeggen dat
dit lichaam een paar zielenkwaliteiten bezit; zo reduceerde Nietzsche de mens dus tot een wezen dat alleen maar een
lichaam had.
Nu was Nietzsche meer dan een filosoof: je mag hem waarschilnlijk ook wel een ziener noemen die bepaalde toekomstige ontwikkelingen aanvoelde en in woorden wist te vangen. Want wat hij toen voorzag, is in onze tijd pas écht de eigenlijke doorsnee' beleving van de meeste mensen geworden. Voor steeds meer mensen is het woord ziel iets vreemds, waarbij ze zich niets meer kunnen voorstellen. Ze zien de mens vooral (en vaak alleen rnaar) als een lichaam. Daarom is de angst voor de dood bij velen ook zo groot geworden: als je alleen maar een lichaam hebt en geen ziel, wat blijft er dan nog over als je sterftl Niets. 7o gezien moet de dood wel het definitieve einde van de mens betekenen. En dat is precies, zoais veel mensen in onze tijd tegen het leven en de dood zijn gaan aankijken. Wat Nietzsche meer dan honderd jaar geleden schreef, is nu dus gemeengoed geworden. ZeLf de zorg voor onze ziel op ons nemen Tot nu toe werd onze ziel (ofwel ons innerlijk, geestelijk leven) vooral behoed en verzorgd door de kerk. Geestelijken waren
(en zijn) vooral zielenherders. Zelf noem ik mij altijd'pastor'en niet predikant of 'Want dominee. het woord pastor betekent 'herder', ofwel 'zielenherder' en dat is wat ik mij vooral voel. Maar in onze dagen zien we hoe het instituut kerk in snel tempo aan gezag verliest. De seksschandalen in de Katholieke Kerk zijn de zoveelste slag voor de kerk: veel mensen kunnen niet meer naar een priester kijken, zonder meteen aan die schandalen te denken. Daarnaast nemen steeds meer mensen afscheid van de kerk, omdat ze zich niet meer kunnen vinden in de dogma's en andere geloofsuitspraken van
de kerk. Bovendien is de vrouwonvriendelilkheid van de Katholieke Kerk (vrouwen mogen nog steeds geen priester worden, laat staan bisschop oípaus) steeds moeilij-
ker te verdragen. Om allerlei redenen is deze snelle teloorgang van de kerk begrijpelijk: als je inner-
lilk leert kilken, blijkt deze namelijk een diepere zin te hebben. Wij moeten in deze tijd immers leren om de aLltoriteit in ons zelf te zoeken en die niet aan anderen - en dus ook niet aan geestelijken - uit handen te geven. 'W'e moeten leren onze eigen pliesteres of prietter te zijn, onze eigen paus of pauzin. We moeten het wagen voor onszelf onze eigen bisschop of onze eigen pastor te zijn. En als we die stap hebben leren zetten, moeten we vervolgens leren om zelf, op eigen geestelijke kracht, het innerlijke weten in onze ziel op te delven en ons daaraan toe te leren vertrouwen. We doorleven dus een proces dat ons van 'buiten' naar 'binnen' leidt: in plaats van aanwijzingen en leiding van buitenaf te ontvangen, moeten we nu zelf voor ons innerlijke leven of voor onze ziel leren zorgen.
Zo leerden katholieken vroeger in de kerk de zeven hoofdzonden: ijdelheid, hebzucht, lust, afgunst, gulzigheid, toorn en luiheid. Door deze zeven zonden aan de gelovigen voor te houden, leerden zij als vanzelf daarover na te denken en op die manier aan hun ziel te werken, of, zoals we tegenwoordig zouden zeggen: aan zichzelf te werken. En zo ging het vroeger in wezen altijd: bijna aile mensen behoorden in vroeger tijden tot een kerkgenootschap en leerden daar om op allerlei verschillende manieren voor hun ziel te zorgen. In deze tijd valt de rol van de kerk langzaam weg; daarom zullen we nu moeten leren om zelf de verantwoordelijkheid voor onze ziel op ons te nemen en voor haar te zorgen. Maar dat is voor velen nog een uiterst vreemde gedachte, zeker
in een materialistische tijd, waarin steeds minder mensen zich bij het woord ziel iets kunnen voorstellen. Zeg maar eens tegen een ander: wij moeten in deze tijd
'%e?rraddzg. - 16e jaargang nr. 58 - maart -
nei
2.01
1
E
zelf de zorg voor onze ziel op ons nemen" ' Oí: wij *.l"t"t-t in deze tijd onze zielzien.
t"rrg i" vinden... Zeer waarschilnlrjk kijkt
de aáder je glazig aan en vraagt zichaf ,
beetje vre-emd bent of je misschi". "èt-t een levenssfeer' waaraan geworden. Het is
k.,nnen herkennen, hoezeer de opvattingen van Nietzsche in onze tijd gemeengoed zijn geworden.
íe
de zin van het leven. In onze ziel sluimert het stille weten dat ons ervan bewust wil maken dat wij op aarde zijn om liefde te leren, alleen maàr liefde' In onze ziel kunnen we het antwoord vinden op de vraag: war is Je dood eigenlijk I Maar als wij ons niet bewust uerbinden met de stille krachten van onze ziel en heel gericht voor haar leren zorgen, zullen we nooit antwoorden kriieen eÁ nooit die diepere krachten op
hei'sooor komen die ons uitrillen boven
De tragísche getol'gen als onze ziel uerkommert,..
cJat
gevoel van zinloosheid en eenzaam-
Twee belangrijke factoren bepalen dus
heid.
in onze tijJ onze geestelijke levenssfeer' EnerzijJs zijn de kerken sreeds minder in staat de zorg voor onze ziel of ons inner'
Moedel.oos vunwege de toenemende
llik leven on zich te nemen.
Ze verliezen
in .nel tempo hun gezag en invloed. Bovendien ïalt hei ons steeds moeilijker om aanwijzingen te aanvaarden die van br-ritenaí naar-ons toekomen. Anderzijds ziin de lnensen zich er iiberhaupt steeds minder van hewust Jat ze een ziel heb' ben die verzorgd moel worden' Daardoor komen we als vanzelf in een geestelijke leegte terecht: een tijd waarin onze ziel rrerko-rnert, omdat zij geen verzorging en otrecht e aandacht krijgt. De gev,-'lgen daarvan zijn veel grote-r en ingrllpenáer dan we vaak beseffen. Dat ro.r""1 mensen in deze tijd kampen met depressiviteit en met diepe gevoelens van een:aamheid, heeft al[e, ie maken met Jat tek()rt aan verzorging van onze ziel. Dat, hct aantal zelfdodingen z() groot is' heeft al1es te maken mel het feit dat mensen de zin van het leven niet meer kunnen erva' ren en niet meer welen dat wij hier op aar' de zijn om een levensopdrachl te vervullen en om .,nze lessen te leren. Dat volgens de laatste berichten in drie jaar rijd twee keer zoveel kinderen bi1 een psychiarer terecht kwamen, zegt alles over de zinloosheid van het leven die zoveel jongeren ervaren. Alleen als wij onze ziel weer weten terug te vinden en voor haar leren zorgen, zullen we een weg vinden die ons wegvoert uit die sfeer van zinloosheid' depressiviteit en leegte. ln onze ziel sluimeren immers de diepere krachten die ons zicht geven op -
"g4a4í14?
aerl.oedering Tegenwoordig klagen steeds meer mensen ouér de toenemende verloedering en verharding van onze samenleving. Mensen leren kénnelijk steeds beter voor zichzelf oo te komen, maar vergeten daarbil vaak her respect en de liefdevolle aanJacht voor dó ander, zeggen sommigen. Anderen klasen over het loenemende egoísme (naïuurliik altiid het egoïsme van de anJer en nooit van zichzelf) èn Je botheid van mensen, bijvoorbeeld in het verkeer. lijna iedereen hóeft wel eens te li1den gehad onder de agressie van een ander en alsje groep aan de orde sielt' dit thema In ""t-t niet meer stil. voorlopig het wordt Velen worden er wat moedeloos van, omdat ze niet meer weten hoe die ontwik' keling te niet gedaan of gekeerd kan wor' den. ËIet lijkt wel een soort noodlot dat we maar moeten zien te verdragen en te doorstaan. Het is zelfs zó'n opvallende ontwikkeling dat steeds meer mensen beginnen terug"te verlangen naar vroeger, naar'de eoede oude tiid'. Onze vroegere premier Éalkenende pleitte daarom voor het herstel van de oude, beproefde normen en waarden. Maar terug kunnen we niet meerl niet langer kunnen lve immers die normen aangereikt krijgen, ook door "r-rrvuurá"r-, we zuilen die normen en niet; de kerk waarden voortaan zelf moeten opdelven in onze eigen binnenwereld, in onze eigen ziel. Maar-dat kan alleen, als we weer een open, oprechte en onbevangen aandacht
16e jaargang nr. 58 - rnaart - mei 2011
't.
''
'€ * .ït. ;!
i
ï iË' ï
a krijgen voor onze ziel en clie leren behoeclen en verzorgen.
Kortom: ouderen én jongeren zullen in cleze tijd lnocten leren hoc ze hr-rn ziel kunnen terugvinden en daarvoor kunnen zorgen. Dat bijvoorbeeld het onderwijs kinderen moet helpen om zich deze opdrircht bewust te r,vorden, za1 dankzij al het bor.enstaande inrniddels hopelijk meer clan duidelijk zijr-il Ook z:rl het onderu'ijs kincleren technieken en mogelijkheden rroeten aanreiken om deze zorg voor de eigen ziel ook bewust en concreet op zich te kunnen
tijd
is allang voorbij dat het in het onderwijs vooral orn kennis gaat. In deze tijd zal het vooral moeten gaan oveÍ c1e vraag: hoe word je een goecl rnensl En hoc leer je met jezelf te levcn cn goed voor jc eigen ziel te zorgen? We mogen hen cleze
nemen. De
ontdekking laten doenr wie voldoende ?ezwaUaaV -
16c' ja:rrgang
& -tÉ t',
tijd aan zijn ziel of zijn innerlijke levcn besteedt, zal een gelukkiger mens worden; wie de tijd rreemt voor zichzelf, zal neer plezier in het leven hebbcn cn wie eerhlk naar zicl-rzelf leert kilken, zal vrolijker en meer ontspanncn in l-ret leven staan. De Torg +toor onze zíel Net zoals ons lichn:rm dagelijkse verzorging nodig heeft, zo heeft ook onze ziel die nodig. L)at betekent dat we dagelijks even de tijd moeten nemen voor onze ziel.
Concreet houdt deze opdracht in: - Neem elke dtrg zoveel rnogelijk op een vast tijdstip - ccn ku'artier cle tijd om stil te staan bi1 lezelf en rratrk je in die tijd allereerst je eigen gevoelens bewust. Durf die gevoelens eerlilk aan te kijken, ook als ze niet'nooi'of ieuk' zijn: je angsten, je teleurstellingen, jc verdriet
nr. 58 - rnaart - nrei 201 I
E
-
of je boosheid. Laat ze in alle rust door je heen gaan en vraag je afwelke boodschap die gevoelens voor je hebben. Sta in die tijd vervolgens stil bij je gedachten; hoe zien jouw gedachten er uit? Zijnze angstig, oordelend, chaotisch en kun je de controle over je
gedachten bewaren of ben je het willoze slachtotTer van gedachten die voortdurend alle kanten opvliegen? Is dat laatste het geval, ga dan op zoek naar oefeningen om je denken wat meer te leren beheersen! - Sta in die tijd vervolgens ook stil bij de krachten van je wil, ofwel je wilskracht: ben je in staat om wat je éigenlijk wilt ook in daden om te zetten, of laat je je vooral (en dus teveel) leiden door wat anderen van je verwachlen? Als dat laatste het geval is, vraag je dan af, hoe jij kunt leren om wat beter bl1 lezelf te blilven en zehbewust te gáán voor wat jij ten diepste in dit leven wilt neerzetten. Naast deze meditaties kun je ook wat tijd nemen voor een gebed. Een gebed voor je geliefden, maar ook voor jezelf. En daarnaast een gebed voor de mensen met wie je dagelijks te maken hebt én voor de mensen die je eigenlijk niet mag. Probeer innerlijk zo stii te worden, dat je ook werkelijk kLrnt vóelen, dat je gebeden hogere werelden bereiken. Zo'n gebed geeft jezel{ vaak een gevoel van vrede.
De stil.Ie winst qraxr deTe oefeníngen Natuurlijk zijn bovenstaande aanwijzingen siechts een eerste begin. Maar wie daarmee begint en voldoende discipline bezit om deze oefeningen dagelilks met veel vallen en opstaan te herhalen, zal langzamerhand
"enaatZ*ta
als vanzelf andere en verdergaande oefe'
ningen ontdekken. Want wie zich eenmaal begint te wijden aan de verzorging van de eigèn ziel, wordt al doende (maar dan wel allèen als je voldoende geduld en doorzettingsvermogen hebt!) steeds enthousiaster over de uitwerking van deze oefeningen op het dagehlkse leven. Je krijgt er meer innerlijke rust door, meer zelfvertrouwen en meer vertrouwen - in andere mensen en in Godl Het is deze winst die ons ertoe brengt om verder te gaan op dit pad en verdergaande oefeningen uil te proberen. Zo worden wij - dankzij deze oefeningen - een rrens die de grote opdracht van deze tijd serieus neemt: om de zorg voor onze ziel niet aan anderen over te iaten, maar die zelf op ons te nemen en daarmee een van de belangrijkste levensopdrachten van ! deze incarnatie te vervullenl
1 Het citantkomt uithetboekie
2
3 a
Occuke
wereldgeschiedenis ín een notedop uan Mario Schoenmaker. Hetboek geeft een beknopt, mctnr duidelijk o",erzicht q.,an de es oteris che w er eldgeschiedenis . Helnas is het allang uit+,erkocht. WeI is het nog te +terkrijgen bij her Esoterisch Clvisrelijk C entrum, zie www. ecc-nederland.nL Zie Rudolf Steiner, Egyptische mythen en m1 steriën, tJ itg. Chrktofoor, 2007 FriedríchNletzsche, Samtliche Werke, Kritische Studienausgabe, Band 4, 1980 Mttnchenl B erlinT'l ew York, blz. 39 Zie 1 Thessalonicenzen 5 : 23
Hans Stolp is pastor en auteLt:r en geef leTin' gen. Meer informatie oter Huts Stolp ls re uinden op www.hansstolP. nl
16e jaargang nr. 58
. maart - n'rei 2011