VERSLAG VOORBESPREKING Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015-2018 24 juni 2014
Samenvattend verslag van de openbare voorbespreking van de gemeenteraad van de gemeente Wijk bij Duurstede
Gespreksleider
de heer J.B. Smudde
Griffier
mevrouw M.A.C. van Esterik
Leden SP
de heer S. Uitslag
VVD
de heer F. van Lynden van Sandenburg
GroenLinks
de heer A.J. Willems
D66
de heer R. van Geijtenbeek
PCG
de heer M. Petri
CDA
de heer G. Migchels
BurgerBelangen Nu
de heer R. van der Wal
PvdA
de heer T.V. Baas
Ambtelijk
de heer B. van de Brand de heer A. Vervoort
Portefeuillehouder
de heer J. Marchal
Notulist
mevrouw J.M. Kiep-de Jongh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig
Beeldvorming De gespreksleider opent de voorbespreking en heet iedereen welkom. Hij schetst het doel van de avond en constateert vervolgens dat er geen insprekers zijn. De heer Van de Brand houdt een presentatie. Sinds 2011 wordt met beheerplannen gewerkt. Deze beheerplannen zijn ontstaan na een inventarisatie van het areaal binnen de gemeente. Hij Voorbespreking Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015-2018, 24 juni 2014
1
verduidelijkt dat alle vierkante meters gras en rozenperkjes in kaart zijn gebracht. Vervolgens is het kwaliteitsniveau van dit moment als vertrekmoment genomen. Op basis van de landelijke kentallen is een beheerplan opgesteld. De raad bepaalt de beeldkwaliteit. De gemeente heeft slecht een beperkt budget voor de openbare ruimte. Dit heeft geresulteerd in een sober onderhoudsniveau. Daarnaast zijn er enkele hotspots aangemerkt. De budgetten zijn in een voorziening ondergebracht. In 2010 bleek dat er € 2,3 mln. nodig was voor het beheer conform de kentallen. Op dat moment was er op basis van de kentallen sprake van een tekort van € 300.000. Gevolg was verschraling van de openbare ruimte en burgers werden ontevreden omdat zij moesten wennen aan de nieuwe situatie. Daarnaast was er minder sprake van maatwerk. Bomen werden niet meer vervangen. In het asfalt ontstonden scheuren. Hierdoor ontstaan problemen in de toekomst die zullen leiden tot grotere investeringen. Voor het huidige beheerplan is alles opnieuw in kaart gebracht. Gebleken is dat de onderhoudstoestand beter is dan werd verwacht, behalve ten aanzien van asfalt, bruggen, damwanden en beschoeiingen waardoor er in 2018-2019 geïnvesteerd zal moeten worden. De landelijke kengetallen geven aan dat de gemeente bijna € 600.000 tekort komt voor het beheer van het areaal op het 6- niveau. Als de gevraagde incidentele investeringen worden toegekend, red men het waarschijnlijk net. De raad dient aan te geven of hij tevreden is met het 6- niveau. Als dit opgetrokken moet worden, zijn daar kosten aan verbonden. In de beheerplannen wordt er vanuit gegaan dat hiervoor geen ruimte is op dit moment. Middelen kunnen ook anders ingezet worden. Als het basisbudget jaarlijks met 20% verhoogt wordt, wordt bereikt dat er op langere termijn minder investeringen nodig zijn, maar op dit moment zijn de middelen hiervoor niet voor handen. Er zou ook een algemene spaarvoorziening gecreëerd kunnen worden voor de investeringen die op termijn nodig zijn. Het leasecontract openbare verlichting biedt wellicht mogelijkheden om ruimte te winnen, maar dit wordt nog onderzocht op dit moment. Zelfbeheer kan zich voordoen in allerlei vormen. Dit leidt tot grotere tevredenheid van burgers en een hogere kwaliteit, maar leidt niet tot kostenbesparing door de uren die nodig zijn voor overleg en afstemming. Vervolgens is het mogelijk om taken op afstand te plaatsen, maar hiervoor wordt eerste de discussie in de raad afgewacht of men deze kant op wil gaan. Samenvattend geeft hij aan de raad dient aan te geven welk kwaliteitsniveau men wenst, wat heeft men daar voor over en op welke manier dient te openbare ruimte onderhouden te worden. De gespreksleider biedt gelegenheid om vragen te stellen. De heer Willems (GroenLinks) begrijpt dat in de huidige Kadernota jaarlijks gemiddeld € 150.000 extra gevraagd wordt en daarmee wordt nog niet gespaard voor de extra investeringen van 2018. Dit wordt bevestigd. De heer Uitslag (SP) hoorde dat zelfbeheer tot meer tevredenheid onder burgers leidt, maar niet tot een besparing. Bij het vermarkten van onderhoudstaken werd niet aangegeven of ervaringen van andere gemeenten leren dat er besparingen mogelijk zijn. De heer Van de Brand antwoordt dat toen het college besloot dat taken op afstand geplaatst zouden worden er al behoorlijk voorwerk was gedaan. Ervaringencijfers gaven aan dat er een besparing van 15% gerealiseerd zou kunnen worden. Hij veronderstelt dat dit een bedrag van € 150.000 tot € 200.000 zou kunnen opleveren.
Voorbespreking Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015-2018, 24 juni 2014
2
De heer Baas (PvdA) informeert naar het oordeel met betrekking tot groenbeheer in relatie tot sociale veiligheid. Op sommige plaatsen is sprake van erg veel struiken waardoor weinig voetpad overblijft. De heer Van de Brand antwoordt dat wanneer het 6- niveau wordt gehanteerd dit niet betekent dat op elk moment dit niveau wordt gehaald als zaken bijvoorbeeld slechts twee maal per jaar worden onderhouden. De beleidslijn is om in te grijpen wanneer er klachten binnenkomen met betrekking tot de veiligheid. Bij meldingen en verzoeken wordt altijd bepaald of er sprake is van urgentie. De heer Van Lynden (VVD) refereert aan de investeringen na 2018 en vraagt of er een causaal verband is tussen het beperkte budget voor onderhoud en deze hogere kosten. Wethouder Marchal antwoordt dat er inderdaad een causaal verband is. Hoe eerder zaken worden geconstateerd, des te goedkoper zaken hersteld kunnen worden. De heer Migchels (CDA) verwijst naar het ontstaan van kosten in verband met overleg en vraagt hoe logisch dit is als er op een andere manier met verantwoordelijkheden wordt omgegaan. Vertrouwen geven en loslaten. Het nieuwe college wil de burger meer verantwoordelijkheden geven. Hij vraagt of hierdoor de kosten wellicht zullen dalen. Wethouder Marchal antwoordt dat er besparingen mogelijk zijn bij beheer van de openbare ruimte, maar bij zelfbeheer wordt meer aan speeltuinbeheer gedacht. De heer Migchels (CDA) verduidelijkt dat wanneer er op een andere manier wordt omgegaan met burgers, hen meer loslaten, de kosten meer teruggedrongen kunnen worden. Wethouder Marchal vervolgt dat wanneer iets afgesproken wordt en vervolgens wordt het losgelaten, is er geen sprake van toezicht en controle. Dit is wel een uitdaging. De heer Van de Brand vult aan dat de spelregels zodanig zijn dat geprobeerd wordt om zo veel als mogelijk over te laten aan de burger naar eigen inzicht, maar er zijn grenzen. Als er deskundigheid aanwezig is, kan de gemeente terugtreden. Wethouder Marchal geeft aan dat hij binnenkort spreekt met het Groenberaad over het verder vormgeven. Het idee is meer kwaliteit voor hetzelfde geld. De heer Willems (GroenLinks) informeert wat de gemeente verliest in het geval van uitbesteden. De heer Van de Brand antwoordt dat de gemeente goede kaders en randvoorwaarden mee dient te geven die de politiek van belang vindt. Men verliest de directe contacten met de burgers. Strakkere aansturing, minder maatwerk, meer afstand. De heer Migchels (CDA) merkt op dat er juist meer maatwerk zal komen als er wordt gewerkt met een lokale hovenier dan wanneer het werk wordt gegund aan de goedkoopste. In de zorg wordt gekozen voor ketenbenadering. In een marktconstructie wordt steeds het gevecht aangegaan. Bij partners zal er sprake zijn van lagere transactiekosten.
Voorbespreking Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015-2018, 24 juni 2014
3
Wethouder Marchal kan deze redenering volgen. Hij veronderstelt dat er een verdienmodel mogelijk is. De heer Van de Brand vult aan dat één en ander nog niet zo ver is uitgezocht. Lokale aannemers is een optie, maar daarnaast moet er ook gedacht worden aan de herplaatsing van het huidige personeel en de vraag of de lokale ondernemer inderdaad in staat is om zaken goedkoper te doen. Voort wijst hij op het integreren van mensen met een beperking en het contract dat met Biga is gesloten. Bij het plaatsen van taken op afstand zijn er veel opties mogelijk die eerst allemaal nader onderzocht moeten worden. Bij de begraafplaatsen is de proef mislukt, maar wellicht is het een volgende keer wel succesvol. Wethouder Marchal beaamt dat er mogelijkheden zijn, maar er moeten daartoe wel enkele praktische hobbels overwonnen worden. Dit punt is nog niet van tafel, maar er moet wel uitgebreid naar gekeken worden. Op voorhand denkt hij dat de gemeente zich hier niet rijk mee moet rekenen. De heer Uitslag (SP) is van mening dat het voorbeeld van de zorg bij uitstek aantoont dat het introduceren van een verdienmodel zich erg slecht verdraagt met de noodzaak van kostenbeheersing. In de zorg heeft het tot een kostenexplosie geleid door de introductie van het winstoogmerk. Hij roept het college op om deze optie snel weer te vergeten. Wethouder Marchal antwoordt dat één en ander zeker tegen het licht gehouden zal worden met inachtneming van de gemaakte kanttekeningen. De heer Uitslag (SP) wijst op ervaringen van andere gemeenten waaruit moet blijken of één en ander daadwerkelijk wordt waargemaakt. Wethouder Marchal vult aan dat het aantal fte’s in Wijk bij Duurstede onder de norm ligt. Van een marktpartij wordt natuurlijk verwacht dat er efficiënt gewerkt wordt, maar veel verschil zal hier niet in te vinden zijn. De heer Van der Wal (BurgerBelangen Nu) vraagt of overwogen is om aan een aantal zichtbepalende toegangswegen een hoger niveau toe te kennen voor de uitstraling van de gemeente. De heer Vervoort antwoordt dat er is gekozen voor een sober model. Voor de binnenstad en de begraafplaatsen is gekozen voor het basisniveau. Voor ontsluitingswegen kan ook voor dit niveau gekozen worden, maar dit vergt wel meer budget. Wethouder Marchal vult aan dat één en ander voor wegen en bruggen na 2018 schrijnend aan de orde komt. Hij is van mening dat dit geen optie is. Een 5 of een 8 voor wegen acht hij niet verstandig. De heer Van der Wal (BurgerBelangen Nu) merkt op dat bij bouwvergunningen een besluit is genomen dat aan zichtbepalende wegen een ruimere bouwvergunning wordt toegepast. De raad is dus al akkoord gegaan met het voeren van een ander beleid. Wethouder Marchal is van mening dat bij wegenbeheer aan een bepaald niveau voldaan moet worden. Voorbespreking Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015-2018, 24 juni 2014
4
De heer Migchels (CDA) merkt op dat op deze plaatsen meer uitgegeven zou kunnen worden aan groen. In een wijk mag zomaar een dakkapel geplaatst worden, dus dat past wel binnen deze logica. Wethouder Marchal vult aan dat burgers in de wijk zelf het openbaar groen gaan onderhouden. De gespreksleider informeert of de heer Van der Wal bedoelde meer geld binnen IBOR voor de uitvalswegen of een verschuiving. De heer Van der Wal (BurgerBelangen Nu) antwoordt dat het hem om meer geld gaat. Wethouder Marchal hij hoort graag of de raad meer of minder geld wil uitgeven, want dit wordt vervolgens in het college afgewogen richting Kadernota en begroting. Na 2018 is er sprake van extra kosten. Hij hoort graag van de raad of het college hierop moet anticiperen. De heer Migchels (CDA) is trots dat het gemeentelijk apparaat fors onder de norm opereert. Gezien de financiële situatie acht hij het niet verstandig om meer geld in te zetten op dit onderdeel, maar het is wel verstandig om alvast na te denken over fondsvorming zodat er na 2018 niet ineens heel grote problemen ontstaan. Wethouder Marchal vervolgt dat door reserveringen een onderhoudsvoorziening ontstaat voor hetgeen wat op de gemeente afkomt. Hij wil graag de verantwoordelijkheid nemen. De heer Van Lynden (VVD) merkt op dat dit geld nu ook in onderhoud gestoken kan worden om ervoor te zorgen dat het minder nodig zal zijn om te investeren. Wethouder Marchal antwoordt dat geanticipeerd moet worden op dit onderhoud in een onderhoudsvoorziening. Er is jaarlijks structureel € 300.000 extra nodig. Er is gekozen om het sobere niveau te handhaven. De heer Van Lynden (VVD) verduidelijkt dat door nu te bezuinigen op onderhoud de gemeente zichzelf geconfronteerd ziet met grotere uitgaven in de toekomst. Wethouder Marchal antwoordt dat door nu te reserveren deze investeringen straks gedaan kunnen worden. De toekomstige kostenpost wordt lager hierdoor, maar wordt niet weggewerkt. In de Kadernota is aangegeven wat er nodig is. Dat gaat om tonnen. De gespreksleider constateert dat met een beperkte uitgave aan de Molenvlietbrug nu niet voorkomen gaat worden dat deze straks zal moeten worden vervangen. Dit wordt bevestigd. De heer Vervoort vult aan dat een dergelijke brug altijd groot onderhoud nodig heeft na een bepaalde periode. Bij riolering wordt geld in een fonds gestopt zodat dit vrijgemaakt kan worden als het nodig is. Een investering op termijn is onontkoombaar. De heer Van Lynden (VVD) is niet tegen het treffen van voorzieningen om noodzakelijke investeringen te kunnen plegen, maar hij ging er vanuit dat het lagere niveau van onderhoud
Voorbespreking Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015-2018, 24 juni 2014
5
op dit moment veroorzaakt dat de investeringen hoger zijn. Hij begrijpt nu dat dit niet het geval is. Wethouder Marchal beaamt dat het en/en is. Als in 2011 voor een ander niveau was gekozen had men meer aan onderhoud kunnen doen en had het wellicht anders uit kunnen pakken. Sowieso is er sprake van groot onderhoud en grootschalige aanpak van bruggen en wegen. De heer Van Geijtenbeek (D66) informeert in hoeverre vervangingsinvesteringen te plannen zijn en als dit het geval is of er een reden is om één en ander niet mee te nemen in IBOR. Wethouder Marchal antwoordt dat één en ander goed te plannen is, maar er is voor gekozen om dit via investeringen te doen. Er kan gekozen worden voor een jaarlijkse dotering om onvoorziene investeringen te voorkomen. De heer Van Geijtenbeek (D66) vervolgt dat het wel erg gemakkelijk wordt om er niet meer over na te denken als er een grote post wordt gecreëerd. Wethouder Marchal merkt op dat alles aan onderhoudsplannen is gerelateerd. Daaruit volgen de zaken die gedaan moeten worden. De heer Van Geijtenbeek (D66) is van mening dat er altijd keuzes mogelijk zijn. Wethouder Marchal vervolgt dat een onderhoudsvoorziening jaarlijks opnieuw kritisch wordt bekeken. Als blijkt dat er teveel is opgenomen, valt er een gedeelte vrij. Als er een inhaalslag nodig is, moet er extra gedoteerd worden. De gespreksleider informeert of er nog ideeën of suggesties zijn voor de portefeuillehouder. De heer Migchels (CDA) geeft aan dat een soortgelijke discussie ook gevoerd kan worden over scholen. In tijden van crisis is het makkelijk om een probleem vooruit te schuiven. Hij vraagt zich af of deze discussie niet principiëler gevoerd dient te worden door de kapitaallasten op een goede manier op te nemen. Wethouder Marchal gaat deze discussie zeker aan, maar dit moet eerst in het college besproken worden. Bij onderwijshuisvesting speelt inderdaad een soortgelijk probleem. Er komen zaken op de gemeente af waarvoor geen euro in de begroting is opgenomen. De heer Migchels (CDA) merkt op dat de logische consequentie is dat er extra bezuinigd zal moeten worden. Wethouder Marchal vervolgt dat hij reëel wil zijn. Wellicht dat het probleem niet in één jaar, maar wel in twee jaar opgelost kan worden. Het college is voornemens om in deze periode te anticiperen zodat zaken ook na deze periode goed en verantwoord geregeld zijn. De heer Baas (PvdA) merkt op dat integraal per dossier in beeld moet zijn wat hebben wij nu, wat komt er op ons af, wat gaan wij doen, welke standpunten nemen wij in. Er wordt wel afgeschreven, dus een deel van de lasten is wel in de begroting opgenomen. Reserveren vooraf is prima, maar het moet wel duidelijk zijn waar het over gaat voor de korte, middellange en lange termijn. Voorbespreking Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015-2018, 24 juni 2014
6
Wethouder Marchal onderschrijft dit. De heer Van Lynden (VVD) begrijpt dat met de bestaande budgetten het huidige onderhoudsniveau gehandhaafd kan blijven, maar dat men niet helemaal tevreden is met het huidige onderhoudsniveau. Hij stelt voor te kijken naar de mogelijkheden zoals deze zijn opgenomen in de prestentatie, maar die nog onvoldoende zijn uitgewerkt. Participatie en het verhogen van het budget als dat noodzakelijk is, maar ervoor waken dat de mensen in de wijken niet ook nog eens moeten betalen voor het verhogen van dit budget. Wethouder Marchal neemt deze suggestie mee. De heer Willems (GroenLinks) vraagt of er binnen IBOR nog wordt geprioriteerd. Wethouder Marchal wijst in dit kader op de hotspots. Hij beaamt dat er sprake kan zijn van een bepaalde beleving op het moment dat er nog niet gesnoeid is. De gespreksleider bedankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de voorbespreking.
Toezeggingen: Er zijn geen toezeggingen gedaan.
Voorbespreking Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015-2018, 24 juni 2014
7